[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Adviesrapport van het Adviescollege ICT-Toetsing over het programma DIL

Brief regering

Nummer: 2025D19336, datum: 2025-04-25, bijgewerkt: 2025-04-25 16:27, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van zaak 2025Z08479:

Preview document (🔗 origineel)


Geachte voorzitter,

Bijgevoegd vindt u het adviesrapport van het Adviescollege ICT-Toetsing (AcICT) over het programma Digitale Infrastructuur Logistiek (DIL). DIL is gericht op het versterken van de logistieke ketens in Nederland. Het programma realiseert een innovatieve digitale infrastructuur voor het delen van data binnen en tussen de logistieke ketens van wegvervoer, binnenvaart, spoor, kustvaart en buisleidingen. Deze brief bevat de hoofdlijn van het advies van het AcICT en de maatregelen die worden genomen om de aanbevelingen op te volgen.

In de Kamerbrief over de hoofdlijnen van de herijkte Goederenvervoeragenda is de inzet omschreven: een concurrerend, duurzaam, digitaal, veilig en veerkrachtig multimodaal goederenvervoersysteem (Kamerstukken 34244, nr. 10). Hiervoor is nodig dat vervoerders, verladers, overslagterminals in zeehavens en het achterland niet alleen fysiek, maar ook digitaal naadloos met elkaar verbonden zijn. Zo kunnen zij efficiënt en effectief sturen op de voortgang van het vervoer van hun goederen en de conditie daarvan. Dat lukt de markt momenteel nog niet voldoende. Er is een gebrek aan digitalisering, standaardisatie in de uitwisseling van data tussen modaliteiten en digitale volwassenheid bij met name het MKB, waaruit zo’n 85 procent van de logistieke ketens bestaat.

Het programma DIL pakt deze uitdaging aan. Het versnelt allereerst de realisatie van de Basis Data Infrastructuur (BDI). Dat is een afsprakenstelsel waarmee logistieke ketenpartners volledig digitaal en geautomatiseerd zaken kunnen doen. Op een efficiënte, veilige en vertrouwde manier. De BDI is één van de instrumenten uit de Digitale Transport Strategie (Kamerstukken 26643 nr. 581) waarmee het ministerie van IenW invulling geeft aan de digitale prioriteit uit de Goederenvervoeragenda.

De Nederlandse havenbedrijven, zee- en binnenlandse terminals, verladers en transportbedrijven passen de BDI toe in waardevolle logistieke ketens. De start was in de mainports. Inmiddels is de inzet uitgebreid naar het achterland. Daarbij gaat het om optimalisaties in de afhandeling van zeecontainers, verdere beveiliging van het afhaalproces en het digitaliseren van vrachtdocumenten. Tenslotte richt het programma zich met ‘Logistiek Digitaal’ op het verhogen van de digitale volwassenheid van MKB bedrijven in de logistieke keten.

Het AcICT is van mening dat het programma DIL goed is ingericht en lopende en gewenste verbeteringen in logistieke ketens versnelt. Daarnaast oordeelt AcICT dat de bijdrage aan digitaal data delen tussen individuele bedrijven beperkt blijft. Implementatie van de BDI is innovatief en voor individuele ondernemingen niet randvoorwaardelijk voor waardevolle gegevensuitwisseling. Daardoor bestaat volgens het AcICT het risico dat data delen volgens het afsprakenstelsel BDI niet beklijft na afloop van het programma.

Het ministerie van IenW onderschrijft de bevindingen en het advies van AcICT en zal het integraal opvolgen. De adviezen sluiten op hoofdlijnen aan bij ontwikkelingen die al door het programma zijn ingezet. Specifiek zal het ministerie de drie aanbevolen acties als volgt opvolgen.

  1. Richt beheer en onderhoud op de resultaten van DIL zo snel mogelijk in.

De beheerorganisatie van de BDI zal eind 2025 zijn ingericht. Het ministerie van IenW heeft hier al bij de start van het programma DIL in 2022 het voortouw in genomen. IenW zal in lijn met het advies van AcICT allereerst een blijvende rol spelen in de uitvoering daarvan. Het ministerie zal ten tweede met de partners binnen DIL de verschillende waardeketens voor de BDI specifieker in kaart brengen. Dat is nodig voor de structurele bekostiging van de beheerorganisatie. Daarvoor zal het ministerie van IenW ook samen met onze buurlanden toewerken naar een Europese standaard en gezocht worden naar aansluiting op aanvullende Europese fondsen. IenW is tenslotte ook voornemens om de BDI als open standaard aan te melden op de ‘pas toe of leg uit’-lijst en de lijst aanbevolen standaarden van het Forum Standaardisatie.

  1. Zorg dat BDI concrete voordelen biedt voor individuele bedrijven in de logistieke ketens.

Het ministerie van IenW zal allereerst de BDI zo compact mogelijk houden en afstemmen op het digitale volwassenheidsniveau van bedrijven en overheden in logistieke ketens. Het programma zal de uitgangspunten van de BDI uitwerken in bedrijfsregels. Hiermee kunnen bedrijven beoordelen wát ze moeten doen om de BDI toe te passen en controleren óf ze er daadwerkelijk aan voldoen. Daarnaast zal het ministerie doorgaan met de ontwikkeling van ‘halffabrikaten’ die IT-ontwikkelaars bij bedrijven en dienstverleners helpen om de BDI toe te passen. Deze bundelen beschikbare documentatie en softwarecode.

Ten tweede heeft DIL op dit punt een specifieke programmalijn opgestart gericht op adoptie van de BDI door IT-dienstverleners in logistieke ketens. Het programma ontwikkelt standaard uitwisselingsformaten en digitale interfaces die dienstverleners standaard in producten en diensten voor het bedrijfsleven kunnen aanbieden. Ook gebruikt het programma kleinschalige financieringsinitiatieven die de verdere adoptie en toepassing van de BDI in de logistiek helpen.

  1. Blijf de digitalisering van de logistieke sector bevorderen.

De huidige geopolitieke situatie vraagt van de overheid en het bedrijfsleven meer aandacht voor de aanpak van ondermijning en het verstevigen van de nationale veiligheid. Beveiligde digitale logistiek is hiervoor randvoorwaardelijk. Het ministerie van IenW buigt zich in dit kader ook over het vraagstuk of de BDI als digitale infrastructuur als ‘vitale infrastructuur’ kan worden aangemerkt. Daarnaast spelen toezichthouders een belangrijke rol in de volledige digitalisering van alle informatie-uitwisseling in het multimodale goederenvervoer, de hoofddoelstelling van de digitale transport strategie van het ministerie van IenW. Zij zullen zichzelf meer als onderdeel van logistieke ketens moeten gaan zien. Toezicht houden via het raadplegen van data zorgt immers voor minder fysieke interventies in logistieke stromen. Vandaar dat Rijkswaterstaat, de ILT, NVWA en Douane reeds betrokken zijn bij eenduidige toepassing van de BDI. Zodat het bedrijfsleven op één vertrouwde en veilige digitale manier informatie kan delen met de overheid. Tenslotte verkent IenW met het ministerie van BZK of er, in analogie aan de sinds 2019 verplichte elektronische factuur, een verplichting tot het gebruik van een digitale vrachtbrief (eCMR) bij alle leveringen aan de Rijksoverheid kan worden ingevoerd.

Het ministerie van IenW zal tenslotte na afloop van het programma DIL een blijvende rol moeten spelen in het bevorderen van digitalisering in de logistieke keten. Het ministerie herkent de conclusie van AcICT dat de baten van de huidige ‘living labs’ in het programma voornamelijk neerslaan bij de Port Community systemen van de mainports (Portbase en Cargonaut) en hun gebruikers. Daarom zal het ministerie prioriteit geven aan living labs gericht op het achterland. En toewerken naar concreet commitment bij ketenpartners om ook ná 2027 te blijven investeren in het gezamenlijk realiseren van ons digitale doel.

Hoogachtend,

DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT,

Barry Madlener