Stand van zaken implementatie richtlijnen in het eerste kwartaal 2025
Brief regering
Nummer: 2025D19410, datum: 2025-04-25, bijgewerkt: 2025-04-25 16:49, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: C.C.J. Veldkamp, minister van Buitenlandse Zaken (Ooit Nieuw Sociaal Contract kamerlid)
Onderdeel van zaak 2025Z08494:
- Indiener: C.C.J. Veldkamp, minister van Buitenlandse Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- 2025-05-22 11:30: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Europese Zaken
Preview document (🔗 origineel)
Geachte voorzitter,
Hierbij bied ik u het periodieke overzicht aan van de stand van zaken bij de implementatie van EU-richtlijnen in de Nederlandse wet- en regelgeving aan het einde van het eerste kwartaal van 2025.
In deze brief wordt eerst ingegaan op de implementatieachterstand zoals die op 1 april 2025 gold. Daarna worden de oorzaken van deze achterstand behandeld en worden de richtlijnen die het volgende kwartaal moeten worden geïmplementeerd genoemd. Vervolgens volgt een opsomming van de ingebrekestellingprocedures die de Europese Commissie tegen Nederland is gestart als gevolg van niet-tijdige implementatie. Mede op verzoek van uw Kamer zijn ook de lopende infracties wegens (vermeende) onjuiste implementatie in het overzicht ingebrekestellingen per departement opgenomen.
Huidige achterstand
De achterstand per 1 april 2025 bedroeg 17 richtlijnen t.o.v. 15 richtlijnen in het vorige kwartaal. Er zijn in dit kwartaal 2 richtlijnen in overschrijding bijgekomen.
De 17 achterstallige richtlijnen zijn aan de volgende ministeries toegedeeld: BZ (1) KGG (2), FIN (1), VWS (1) OCW (1), SZW (1), AenM (1), IenW (3) en JenV (6).
De overschrijding van de implementatiedatum varieert sterk, van 27 tot 1169 dagen. Een exacte aanduiding van de overschrijding per richtlijn is te vinden in bijgevoegd kwartaaloverzicht.
Achterstanden en hun oorzaken
Wat betreft de oorzaken voor de implementatieachterstand ultimo eerste kwartaal 2025 speelt een aantal factoren een rol. Deze factoren worden hieronder per ministerie toegelicht.
BuZa
RICHTLIJN (EU) 2019/997 VAN DE RAAD van 18 juni 2019 tot vaststelling van een EU-noodreisdocument en tot intrekking van Besluit 96/409/GBVB
Uiterste implementatiedatum: 8 december 2024
Richtlijn (EU) 2019/997 regelt de voorwaarden voor afgifte van een Europees noodreisdocument aan een niet-vertegenwoordigde EU-burger en de procedure volgens welke een Europees noodreisdocument wordt afgegeven. De implementatietermijn voor deze richtlijn is op 8 december 2024 verstreken. De richtlijn wordt geïmplementeerd in de Rijkswet consulaire bescherming EU-burgers. Het voorstel van wet tot wijziging van de Rijkswet consulaire bescherming EU-burgers is op 3 april 2025 aangenomen door bij de Tweede Kamer1 en staat als hamerstuk geagendeerd op de plenaire agenda van de vergadering van de Eerste Kamer op 22 april 2025.Vanaf 8 december 2025 moeten deze regels worden toegepast.
KGG
Richtlijn (EU) 2023/2413 van het Europees Parlement en de Raad van 18 oktober 2023 tot wijziging van Richtlijn (EU) 2018/2001, Verordening (EU) 2018/1999 en Richtlijn 98/70/EG wat de bevordering van energie uit hernieuwbare bronnen betreft, en tot intrekking van Richtlijn (EU) 2015/652 van de Raad
Uiterste implementatiedatum: 1 juli 2024
Richtlijn (EU) 2023/2413 betreft een omvangrijke wijziging van Richtlijn (EU) 2018/2001 (Renewable Energy Directive/RED), waarbij verschillende implementatietermijnen gelden. Voor een aantal van de zogenaamde “versnellingsartikelen” die er voor moeten zorgen dat projecten voor hernieuwbare energie sneller uitgerold kunnen worden geldt een uiterste implementatiedatum van 1 juli 2024. De Tweede Kamer is hierover geïnformeerd bij brief van 7 juni 2024 (Kamerstukken II 31239, nr. 396).
Deze artikelen zijn deels reeds omgezet in bestaande wet- en
regelgeving en betreffen deels feitelijk handelen waarvoor geen
implementatie in wet- en regelgeving noodzakelijk is. Voor de aanpassing
van de vergunningsprocedure geldt dat de Nederlandse systematiek (voor
een groot deel) voldoet aan de gestelde eisen. Daar waar nodig worden
deze artikelen geïmplementeerd in de Omgevingswet, de daarop gebaseerde
algemene maatregelen van bestuur en de Wet Windenergie op Zee en de
Algemene wet bestuursrecht. Het streven is de wetsvoorstel daartoe in
het derde kwartaal van 2025 aan te bieden aan de Tweede
Kamer.
RICHTLIJN (EU) 2024/1711 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE
RAAD van 13 juni 2024 tot wijziging van de Richtlijnen (EU) 2018/2001 en
(EU) 2019/944 inzake het verbeteren van de opzet van de
elektriciteitsmarkt van de Unie
Uiterste implementatiedatum: 17 januari 2025
Richtlijn (EU) 2024/1711 vormt met twee verordeningen het in juni vorig jaar vastgestelde Europese Electricity Market Design pakket (EMD-pakket). Het EMD-pakket is gericht op verdere hervorming van de Europese elektriciteitsmarkt.
De uiterste datum voor implementatie is voor de meeste bepalingen uit de richtlijn gesteld op 17 januari 2025. Voor artikel 2, punten 2) en 3), de bepalingen met betrekking tot het recht op energiedelen en de vrije keuze van leverancier daarbij, is de uiterste datum voor implementatie gesteld op 1 juli 2026.
Er wordt gestreefd naar een zo spoedig mogelijke implementatie. Echter dient de implementatie van de betreffende bepalingen plaats te vinden door middel van een wetswijziging. Het doorlopen van alle verplichte stappen in het wetgevingstraject neemt minimaal anderhalf jaar in beslag. Implementatie van het EMD-pakket vindt voornamelijk plaats in de nieuwe Energiewet (Stb 2025, 12) en de Wet belastingen op milieugrondslag.
Er is kort na publicatie van de richtlijn een aanvang genomen met de implementatie. Er is een wetsvoorstel ter implementatie van de richtlijn in voorbereiding waarin ook artikel 2, punten 2) en 3), wordt meegenomen. Tevens regelt dit wetsvoorstel de implementatie, voor zover nodig, van de gelijktijdig met de richtlijn gepubliceerde verordening (EU) 2024/1747 tot wijziging van verordening (EU) 2019/942 en (EU)2019/943 wat betreft het verbeteren van de opzet van de elektriciteitsmarkt van de Unie, en van verordening (EU) 2024/1106 tot wijziging van verordening (EU) nr. 1227/2011 en (EU) 2019/942 wat de verbetering van de bescherming van de Unie tegen marktmanipulatie op de groothandelsmarkt voor energie betreft.
Het wetsvoorstel is in november en december 2025 openbaar geconsulteerd. Vervolgens is het wetsvoorstel voorgelegd voor verschillende toetsen en adviezen, waaronder aan het Adviescollege toetsing regeldruk, de Raad voor de Rechtspraak en de Autoriteit Consument en Markt voor een uitvoerbaarheids- en handhaafbaarheidstoets.
Het streven is om in het tweede kwartaal van dit jaar het wetsvoorstel voor advies aan te bieden aan de Raad van State om het wetsvoorstel vervolgens in te kunnen dienen bij de Tweede kamer voor parlementaire behandeling.
FIN
RICHTLIJN (EU) 2021/2167 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
van 24 november 2021 inzake kredietservicers en kredietkopers en tot wijziging van de Richtlijnen 2008/48/EG en 2014/17/EU
Uiterste implementatiedatum: 29 december 2023
De richtlijn (EU) 2021/2167 biedt een regelgevend kader voor de overdracht aan en het beheer door derden van niet-renderende kredietovereenkomsten, of de rechten uit dergelijke overeenkomsten, van Europese kredietinstellingen. De richtlijn is onderdeel van de strategie van de Europese Unie om het volume van niet-renderende kredietovereenkomsten op bankbalansen te verlagen en de mogelijke toekomstige opeenhoping van dergelijke kredietovereenkomsten te voorkomen.
Implementatie vindt plaats in de Wet op het Financieel toezicht en Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek. Verder dienen ter implementatie van de richtlijn van enkele algemene maatregelen van bestuur te worden gewijzigd. De voorbereiding van het voorstel van wet ter implementatie van de richtlijn is vertraagd wegens gebrek aan capaciteit en enige personele wisselingen op het dossier. Het wetsvoorstel Implementatiewet richtlijn kredietservicers en kredietkopers is op 2 december 2024 ingediend.2 Vanwege de overschrijding van de uiterste implementatietermijn, 29 december 2023, heeft de Europese Commissie op 25 maart jl. een verzoekschrift ingediend bij het Hof van Justitie van de Europese Unie waarmee een zaak tegen Nederland - vanwege de niet tijdige implementatie van onderhavige richtlijn - is ingeleid.
Bij brief van 2 april jl. is de Nota naar aanleiding van het Verslag naar de Tweede Kamer gezonden.3 Het Implementatiebesluit richtlijn kredietservicers en kredietkopers is inmiddels openbaar geconsulteerd en zal zo spoedig mogelijk ter advisering worden voorgelegd aan de Raad van State. De Raad van State zal worden gevraagd dit besluit met voorrang te behandelen en indien nodig wordt een spoedadvies gevraagd. Na ontvangst van het advies van de RvS wordt zo snel mogelijk een nader rapport opgesteld, zodat dit nader rapport samen met het besluit kan worden gepubliceerd en het besluit met het wetsvoorstel in werking kan treden. Er wordt dus ingezet op een zo spoedig mogelijke afronding van het implementatietraject.4
I&W
RICHTLIJN (EU) 2017/2397 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 12 december 2017 betreffende de erkenning van beroepskwalificaties in de binnenvaart en tot intrekking van de Richtlijnen 91/672/EEG en 96/50/EG van de Raad
Uiterste implementatiedatum: 17 januari 2022
Richtlijn (EU) 2017/2397 wordt geïmplementeerd door wijzigingen op verschillende niveaus van regelgeving, waaronder een wijziging van de Binnenvaartwet en het Binnenvaartbesluit. De wetswijziging waarmee de Binnenvaartwet wordt gewijzigd is op 28 november 2023 gepubliceerd.5 De wijziging van het Binnenvaartbesluit is op 18 april 2024 gepubliceerd.6 Om problemen door de overschrijding van de implementatietermijn zo veel mogelijk te voorkomen, is de richtlijn gedeeltelijk geïmplementeerd in de Binnenvaartregeling.7 Op dit niveau van ministeriële regeling zal voor de volledige implementatie ook nog een wijziging plaatsvinden. Door deze gedeeltelijke implementatie kan er al deels uitvoering worden gegeven aan de richtlijn met onder andere de uitgifte van de nieuwe soort vaarbewijzen.
GEDELEGEERDE RICHTLIJN (EU) 2020/12 VAN DE COMMISSIE van 2 augustus 2019 tot aanvulling van Richtlijn (EU) 2017/2397 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft normen betreffende competenties en de overeenkomstige kennis en vaardigheden voor praktijkexamens, de goedkeuring van simulatoren en medische geschiktheid
Uiterste implementatiedatum: 17 januari 2022
De implementatie van de Gedelegeerde Richtlijn (EU) 2020/12 is onderdeel van de implementatie van de Richtlijn (EU) 2017/2397.
Voor de toelichting op de oorzaak van de achterstand wordt verwezen naar de toelichting bij Richtlijn (EU) 2017/2397.
RICHTLIJN (EU) 2023/946 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
van 10 mei 2023 tot wijziging van Richtlijn 2003/25/EG met betrekking tot de toevoeging van verbeterde stabiliteitsvereisten en de afstemming van die richtlijn op de door de Internationale Maritieme Organisatie vastgestelde stabiliteitsvereisten
Uiterste implementatiedatum: 5 december 2024
Deze richtlijn is geïmplementeerd door bestaand recht (dynamische verwijzing) met uitzondering van het zevende en negende lid van artikel 1 van deze richtlijn. De gedeeltelijke implementatie is abusievelijk niet tijdig bekendgemaakt en aan de Europese Commissie medegedeeld. Door de gedeeltelijke implementatie kan al grotendeels uitvoering worden gegeven aan de richtlijn.
Voor de volledige implementatie zal nog een wijziging van een ministeriële regeling plaatsvinden waarbij voor het zevende en negende lid van artikel 1 van de richtlijn voor de (juiste) omzetting zal worden zorggedragen. De omzetting zal naar verwachting per 1 oktober 2025 zijn gerealiseerd.
JenV
RICHTLIJN (EU) 2019/1151[A] VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN 20 juni 2019 tot wijziging van Richtlijn (EU) 2017/1132 met betrekking tot het gebruik van digitale instrumenten en processen in het kader van het vennootschapsrecht
Uiterste implementatiedatum: 1 augustus 2022
Zie toelichting onder richtlijn (EU) 2019/1151 [B].
RICHTLIJN (EU) 2019/1151[B] VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 20 juni 2019 tot wijziging van Richtlijn (EU) 2017/1132 met betrekking tot het gebruik van digitale instrumenten en processen in het kader van het vennootschapsrecht
Uiterste implementatiedatum: 1 augustus 2023
De richtlijn 2019/1151 wijzigt richtlijn 2017/1132 met betrekking tot het gebruik van digitale instrumenten en processen in het kader van het vennootschapsrecht. De richtlijn maakt het mogelijk dat bij de bedrijvenregisters in de lidstaten online een BV wordt opgericht, dat bijkantoren online kunnen worden geregistreerd en dat online informatie en documenten kunnen worden ingediend door vennootschappen en bijkantoren. De richtlijn bevat daarnaast een bepaling over bestuursverboden en de uitwisseling van informatie daarover tussen lidstaten.
Deels zijn deze verplichtingen ook al opgenomen in de richtlijn
2006/123, welke in 2010 zijn geïmplementeerd in de Dienstenwet en het
Handelsregisterbesluit 2008. Implementatie van de overige nieuwe
verplichtingen vindt plaats in het Burgerlijk Wetboek, in de Wet op het
notarisambt en opnieuw een wijziging van het Handelsregisterbesluit
2008. De wet tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek en de Wet op het
notarisambt is op 1 januari 2024 in werking getreden. EZ werkt nog aan
de wijziging van het Handelsregisterbesluit 2008. Vooruitlopend op de
voor de implementatie nog benodigde wijzigingen van het
Handelsregisterbesluit 2008, werkt de Kamer van Koophandel (hierna: de
KVK) vanaf het vierde kwartaal 2024 in de praktijk al in overeenstemming
met de eisen uit de richtlijn. De implementatie bij de KVK is vertraagd
doordat de verordening met de technische specificaties pas laat
gereedkwam en vanwege een overvolle ontwikkelkalender en
capaciteitsbeperkingen bij zowel EZ als de KVK. Voor een resterende de
KVK heeft de KVK vanwege aanhoudende capaciteitsbeperkingen aangegeven
meer tijd nodig te hebben maar dit grotendeels alsnog te implementeren
medio 2025. Naar verwachting wordt de formele wijziging van het
Handelsregisterbesluit 2008 voor de zomer gepubliceerd.
RICHTLIJN (EU) 2022/2464 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 14
december 2022 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 537/2014, Richtlijn
2004/109/EG, Richtlijn 2006/43/EG en Richtlijn 2013/34/EU, met
betrekking tot duurzaamheidsrapportering door ondernemingen
Uiterste implementatiedatum: 6 juli 2024
De richtlijn (EU) 2022/2464 verplicht, kort gezegd, grote en beursgenoteerde ondernemingen om te rapporteren over duurzaamheid. Accountants zullen deze duurzaamheidsrapporteringen beoordelen en moeten daarvoor aan extra eisen voldoen. De richtlijn wordt geïmplementeerd door enerzijds een ontwerp voor een algemene maatregel van bestuur van JenV dat de rapportageverplichting voor ondernemingen bevat en anderzijds door een wetsvoorstel en een algemene maatregel van bestuur van FIN met (voornamelijk) regels voor accountants(organisaties) die de duurzaamheidsrapportering moeten controleren.
Het ontwerp voor de algemene maatregel van bestuur over de rapportageverplichting is op 12 juni 2024 overgelegd aan beide Kamers in het kader van de voorhang (Kamerstuk 26485, nr. 437). Hierop zijn op 12 juli en 25 september 2024 vragen ontvangen van de Tweede Kamer respectievelijk Eerste Kamer. De beantwoording van deze vragen is eind december 2024 naar de beide Kamers gestuurd.
De Eerste Kamer heeft op 14 februari 2025 nadere schriftelijke vragen gesteld. Het wetsvoorstel is op 13 januari 2025 bij de Tweede Kamer ingediend. Overhet ontwerp voor de algemene maatregel van bestuur over de regels voor accountants(organisaties) is de consultatie op 4 februari 2025 afgerond. Nadat de Tweede Kamer het eerder genoemde wetsvoorstel zal hebben aangenomen, zal het ontwerpbesluit voor advies aan de Raad van State worden voorgelegd.
Inmiddels heeft de Europese Commissie op 26 februari twee voorstellen gepresenteerd tot wijziging van de richtlijn. Het eerste voorstel8 voorziet in uitstel voor ondernemingen die moeten rapporteren vanaf boekjaren 2025 en 2026. Het tweede voorstel9 beperkt de reikwijdte van de richtlijn tot grote ondernemingen met meer dan duizend werknemers en beperkt de informatie die de rapporterende ondernemingen kunnen opvragen van ondernemingen in de waardeketen die niet onder de rapportageverplichting vallen. Beide voorstellen hebben gevolgen voor de implementatie van de richtlijn. Het heeft de voorkeur van het kabinet om de implementatie van beide voorstellen mee te nemen in het implementatietraject voor de richtlijn, mits de onderhandelingen over die voorstellen voldoende voortgang boeken. Ook het ontwerp-Implementatiebesluit richtlijn duurzaamheidsrapportering zal dan worden aangepast. Het kabinet heeft aangegeven graag alvast de vragen van de Tweede Kamer te willen beantwoorden over het wetsvoorstel, waarbij het ook kan ingaan op vragen over de twee richtlijnvoorstellen.10 De Europese Commissie heeft Nederland nogmaals herinnerd aan de noodzaak om de richtlijn op korte termijn te implementeren en heeft aangegeven dat er geen ruimte is voor uitstel.
RICHTLIJN (EU) 2022/2555 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 14 december 2022 betreffende maatregelen voor een hoog gezamenlijk niveau van cyberbeveiliging in de Unie, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 910/2014 en Richtlijn (EU) 2018/1972 en tot intrekking van Richtlijn (EU) 2016/1148 (NIS 2-richtlijn)
Uiterste implementatiedatum: 17 oktober 2024
Zie toelichting onder richtlijn (EU) 2022/2557.
RICHTLIJN (EU) 2022/2557 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 14 december 2022 betreffende de weerbaarheid van kritieke entiteiten en tot intrekking van Richtlijn 2008/114/EG van de Raad (CER-richtlijn) Uiterste implementatiedatum: 17 oktober 2024
De NIS2-richtlijn en de CER-richtlijn dienden met ingang van 18 oktober 2024 te zijn omgezet in nationale wet- en regelgeving. Hoewel de inspanningen er steeds op gericht zijn geweest deze implementatietermijn te halen, heeft Nederland heeft deze richtlijnen helaas niet tijdig kunnen omzetten. Dit komt doordat de omzetting naar nationale wetgeving een omvangrijk en complex traject is, waarbij grote zorgvuldigheid is vereist. Die grote zorgvuldigheid is vereist, omdat de wetten waarin de NIS2-richtlijn en CER-richtlijn worden omgezet aanzienlijke impact hebben op Nederlandse organisaties, zowel in de publieke als in de private sector. Er zijn ten opzichte van bestaande wetgeving meer en nieuwe sectoren en significant meer organisaties die moeten voldoen aan de nieuwe wetgeving. De toepasselijkheid op vele sectoren heeft er ook toe geleid dat interdepartementale afstemming met bijna alle departementen vereist is.
In het licht van de vertraagde omzetting wordt ook gewezen op de keuze van Nederland om, vanwege de hiervoor genoemde impact op organisaties, de implementatiewetsvoorstellen en onderliggende amvb’s en ministeriële regelingen open te stellen voor internetconsultatie, hoewel dit bij implementatiewetgeving niet verplicht is.
De NIS2-richtlijn wordt geïmplementeerd in de Cyberbeveiligingswet en de CER-richtlijn wordt geïmplementeerd in de Wet weerbaarheid kritieke entiteiten. De wetsvoorstellen Cyberbeveiligingswet en Wet weerbaarheid kritieke entiteiten zijn op 4 december 2024 voor formeel (verplicht) advies voorgelegd aan de Afdeling advisering van de Raad van State (hierna: de Afdeling).11 De Afdeling heeft op 19 februari 2025 haar adviezen uitgebracht op de wetsvoorstellen. De wetsvoorstellen zullen naar verwachting rond het einde van het eerste kwartaal van 2025 worden ingediend bij de Tweede Kamer. Op dit moment zijn de inspanningen er op gericht dat beide wetsvoorstellen zo snel als mogelijk
tot wet worden verheven. Ondertussen wordt ook gewerkt aan de onderliggende amvb’s en ministeriële regelingen. Het uitgangspunt is dat de wetten en onderliggende regelgeving op hetzelfde moment in werking treden.
RICHTLIJN (EU) 2023/977 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
van 10 mei 2023
betreffende de uitwisseling van informatie tussen de rechtshandhavingsinstanties van de lidstaten en tot intrekking van Kaderbesluit 2006/960/JBZ van de Raad
Uiterste implementatiedatum: 12 december 2024
Een wijziging van het Besluit politiegegevens ter implementatie van de richtlijn is op 19 december 2024 in werking getreden (Stb. 2024, 420). Dit is gemeld aan de Europese Commissie. De richtlijn wordt verder geïmplementeerd in een ministeriële regeling, die naar verwachting dit voorjaar wordt gepubliceerd en vervolgens in werking kan treden.
AenM
RICHTLIJN (EU) 2021/1883 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
van 20 oktober 2021 betreffende de voorwaarden voor toegang en verblijf van onderdanen van derde landen met het oog op een hooggekwalificeerde baan, en tot intrekking van Richtlijn 2009/50/EG van de Raad
Uiterste implementatiedatum: 18 november 2023
Richtlijn (EU) 2021/1883 vervangt Richtlijn 2009/50/EG en daarmee de regeling voor de Europese blauwe kaart. Bij de implementatie is zoveel mogelijk aansluiting gezocht bij de nationale kennismigrantenregeling die op een aantal onderdelen gunstiger voorwaarden bood. De implementatietermijn (18 november 2023) is inmiddels verstreken.
Eerder hebben onder meer de sensitiviteit van het onderwerp in de politieke verhoudingen en de demissionaire status van het kabinet geleid tot vertragingen. Ook de betrokkenheid van verschillende ministeries heeft gezorgd voor vertraging bij de implementatie. Het besluit ter implementatie is in werking getreden en gereed gemeld bij de Commissie. Het wetsvoorstel is aanhangig gemaakt bij de Tweede Kamer. De parlementaire behandeling van het wetsvoorstel vindt op dit moment plaats (voorjaar 2025). De omstandigheid dat het standpunt van het kabinet en de Tweede Kamer ten opzichte van kennismigranten, en arbeidsmigratie als geheel, is gewijzigd maakt dat er met andere ogen naar de reeds afgeronde implementatie per besluit wordt gekeken en zorgt ervoor dat de parlementaire behandeling verdere vertraging heeft opgelopen.
OCW
RICHTLIJN (EU) 2022/2381 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
van 23 november 2022 inzake het verbeteren van het genderevenwicht bij bestuurders van beursgenoteerde ondernemingen en daarmee samenhangende maatregelen
Uiterste implementatiedatum: 28 december 2024
Richtlijn (EU) 2022/2381 verplicht lidstaten onder meer ervoor te zorgen dat beursgenoteerde ondernemingen een doelstelling opgelegd krijgen ten aanzien van het percentage leden van het ondervertegenwoordigde geslacht in de functies van al dan niet uitvoerend bestuurder. Voor de implementatie van deze richtlijn is in Nederland geen aanvullende regelgeving vereist. Daarom is een mededeling van implementatie voorbereid, inclusief een transponeringstabel waaruit blijkt middels welke nationale bepalingen aan deze richtlijn wordt voldaan. Deze is op 13 februari 2025 gepubliceerd (Stcrt. 2025, 5500). De juridische implementatie van de richtlijn is daarmee op tijd afgerond, enkel de administratieve verwerking van de implementatie moet nog worden afgerond.
SZW
RICHTLIJN (EU) 2022/2041 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
van 19 oktober 2022
betreffende toereikende minimumlonen in de Europese Unie
Uiterste implementatiedatum: 15 november 2024
De EU-richtlijn betreffende toereikende minimumlonen in de Europese
Unie heeft betrekking op de toereikendheid van en bescherming door het
minimumloon en het bevorderen van collectieve onderhandelingen. Het
implementatievoorstel voorziet in een aantal wijzigingen van de Wet
minimumloon en minimumvakantiebijslag. De implementatietermijn (15
november 2024) is inmiddels verstreken. Reden hiervoor is dat het
consultatieproces en het parlementaire proces meer tijd in beslag hebben
genomen. Het wetsvoorstel is op 23 april 2024 ingediend bij de Tweede
Kamer, op 8 oktober 2024 heeft de Tweede Kamer het voorstel aangenomen.
De plenaire behandeling door de Eerste Kamer vond plaats op 14 januari
2025.
Op 14 januari 2025 heeft advocaat-generaal van het EU Hof van Justitie
een conclusie gewezen in een zaak over deze richtlijn (zaaknummer:
C-19/23), waarin de advocaat-generaal concludeert dat de richtlijn geen
rechtsbasis heeft en nietig zou moeten worden verklaard. In verband
hiermee heeft op 28 januari 2025 de voortzetting van het debat met de
Eerste Kamer plaatsgevonden. Tijdens dit debat heeft de Eerste Kamer een
ordevoorstel aangenomen, om de stemming uit te stellen tot het moment
waarop er duidelijkheid is over de bevoegdheid van de EU om de richtlijn
vast te stellen.
VWS
RICHTLIJN (EU) 2024/505 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
van 7 februari 2024 tot wijziging van Richtlijn 2005/36/EG wat betreft de erkenning van beroepskwalificaties van verantwoordelijk algemeen ziekenverplegers die in Roemenië zijn opgeleid
Uiterste implementatiedatum: 4 maart 2025
Richtlijn (EU) 2024/505 regelt de erkenning van beroepskwalificaties van in Roemenië opgeleide ziekenverplegers. De richtlijn is geïmplementeerd met een wijziging van de Regeling aanwijzing buitenlandse diploma’s volksgezondheid. De wijzigingsregeling is op 20 februari 2025 gepubliceerd (Stcrt. 2025, 6318). De juridische implementatie van de richtlijn is daarmee op tijd afgerond, enkel de administratieve verwerking van de implementatie moet nog worden afgerond.
Richtlijnen die in het volgende kwartaal moeten worden geïmplementeerd om overschrijding te voorkomen
IenW
GEDELEGEERDE RICHTLIJN (EU) 2025/149 VAN DE COMMISSIE van 15 november 2024 tot wijziging van de bijlagen bij Richtlijn 2008/68/EG van het Europees Parlement en de Raad om rekening te houden met de wetenschappelijke en technische vooruitgang"
JenV
RICHTLIJN (EU) 2024/1226 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 24 april 2024 betreffende de definitie van strafrechtelijke delicten en van sancties voor de schending van beperkende maatregelen van de Unie en tot wijziging van Richtlijn (EU) 2018/1673
KGG
RICHTLIJN (EU) 2023/2413 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 18 oktober 2023 tot wijziging van Richtlijn (EU) 2018/2001, Verordening (EU) 2018/1999 en Richtlijn 98/70/EG wat de bevordering van energie uit hernieuwbare bronnen betreft, en tot intrekking van Richtlijn (EU) 2015/652 van de Raad
Ingebrekestellingen wegens te late implementatie
In het eerste kwartaal van 2025 zijn er zeven ingebrekestellingen wegens te late implementatie van richtlijnen van de Europese Commissie ontvangen:
van BZ, zaak 2025/0078, mbt RL 2019/0997 (EU-noodreisdocument)
van BZ, zaak 2025/0083, mbt RL 2024/1986 (machineleesbare gedeelte EU-noodreisdocument)
van IenW, zaak 2025/0080, mbt RL 2023/0946 (stabiliteitsvereisten)
van IenW, zaak 2025/0082, mbt RL 2024/0299 (rapportage emissieprognoses)
van JenV, zaak 2025/0081, mbt RL 2023/0977 (uitwisseling informatie rechtshandhavingsinstanties)
Van KGG, zaak 2025/0159, mbt RL 2024/1711 (verbeteren opzet elektriciteitsmarkt)
van OCW, zaak 2025/0079, mbt RL 2022/2381 (genderevenwicht)
De Europese Commissie heeft in het eerste kwartaal van 2025 twee zaken wegens te late implementatie geseponeerd:
van JenV, zaak 2023/0164, mbt RL 2021/2101 (openbaarmaking informatie winstbelasting)
van KGG, zaak 2024/0105 mbt RL 2023/958 (bijdrage luchtvaart emissiereductiedoelstelling)
De minister van Buitenlandse Zaken,
Caspar Veldkamp
Kamerstukken II 2024/25, 36 640.↩︎
Kamerstukken II 2024/24, nr. 36664, nrs. 1-3.↩︎
Https://www.tweedekamer.nl/kamerstukken/detail?id=2025z06303&did=2025d14534.↩︎
Stb. 2023, 392 n1↩︎
Stb. 2024, 104↩︎
Stct. 2022, 5098↩︎
Voorstel voor een Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van de Richtlijnen (EU) 2022/2464 en (EU) 2024/1760 wat betreft de datums waarop lidstaten bepaalde vereisten inzake duurzaamheidsrapportering en passende zorgvuldigheid in het bedrijfsleven moeten toepassen, COM(2025)80.↩︎
Voorstel voor een Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijzing van de Richtlijnen 2006/43/EG, 2013/34/EU, (EU) 2022/2464 en (EU) 2024/1760 wat betreft bepaalde vereisten inzake duurzaamheidsrapportering door ondernemingen en passende zorgvuldigheid in het bedrijfsleven, COM(2025)81.↩︎
Kamerstukken II 2024/25, 22112, nr. 4012↩︎
Voorstel voor een Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van de Richtlijnen (EU) 2022/2464 en (EU) 2024/1760 wat betreft de datums waarop lidstaten bepaalde vereisten inzake duurzaamheidsrapportering en passende zorgvuldigheid in het bedrijfsleven moeten toepassen, COM(2025)80.
Voorstel voor een Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijzing van de Richtlijnen 2006/43/EG, 2013/34/EU, (EU) 2022/2464 en (EU) 2024/1760 wat betreft bepaalde vereisten inzake duurzaamheidsrapportering door ondernemingen en passende zorgvuldigheid in het bedrijfsleven, COM(2025)81.
Kamerstukken II 2024/25, 22112, nr. 4012↩︎