[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Nota van wijziging

Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Klimaat en Groene Groei (XXIII) voor het jaar 2025 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)

Nota van wijziging

Nummer: 2025D19433, datum: 2025-04-25, bijgewerkt: 2025-06-05 12:54, versie: 3 (versie 1, versie 2)

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36725-XXIII-3).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 36725 XXIII-3 Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Klimaat en Groene Groei (XXIII) voor het jaar 2025 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota).

Onderdeel van zaak 2025Z08072:

Onderdeel van zaak 2025Z08501:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2024-2025

36 725 XXIII Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Klimaat en Groene Groei (XXIII) voor het jaar 2025 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)

Nr. 3 NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 25 april 2025

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

A

De begrotingsstaat van het Ministerie van Klimaat en Groene Groei (XXIII) voor het jaar 2025 komt te luiden:

Totaal 20.665.342 4.496.332 2.418.140 2.344.366 2.520.253 1.997.393
Beleidsartikelen 20.668.400 4.499.390 2.418.140 2.248.791 2.418.328 1.997.393
31 Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering 20.668.400 4.499.390 2.418.140 2.248.791 2.418.328 1.997.393
Niet-beleidsartikelen – 3.058 – 3.058 0 95.575 101.925 0
70 Apparaat 0 0 0 0 0 0
71 Nog onverdeeld – 3.058 – 3.058 0 95.575 101.925 0
1 Incl. ISB's, NvW en amendementen

Toelichting

Algemeen

Met deze nota van wijziging op de eerste suppletoire begroting 2025 wordt de begrotingsstaat van het Ministerie van Klimaat en Groene Groei (XXIII) gewijzigd.

In de Kamerbrief «Pakket voor een weerbaar energiesysteem en een toekomstbestendige industrie» (d.d. 25 april 2025) en het ontwerpMeerjarenprogramma Klimaatfonds 2026 dat als bijlage bij deze Kamer-brief is verzonden worden enkele maatregelen aangekondigd, waarvoor middelen uit het Klimaatfonds worden ingezet. Middels deze Nota van Wijziging worden middelen vanuit het Klimaatfonds overgeheveld naar verschillende ministeries ter uitvoering van deze maatregelen.

In deze nota van wijziging wordt een budgetmutatie voorgesteld met betrekking tot het overhevelen van Klimaatfondsmiddelen naar andere vakdepartementen, inclusief terugboekingen en generale afroming ivm verwerking aan de inkomstenkant. Daarnaast wordt de overheveling voor de NEa via deze nota van wijziging geregeld.

Onderdeel A

Artikelsgewijze toelichting bij de begrotingsartikelen

De meerjarige doorwerking verplichtingen en uitgaven met betrekking tot het gewijzigde beleidsartikel 31 Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering komt er als volgt uit te zien:

31 Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering
Stand vóór nota van wijziging 22.773.865 8.158.713 2.656.391 2.654.719 2.760.194 2.027.204
Overhevelingen van/naar het Klimaatfonds
1. Kernenergie 4.800 34.600 2.200 1.400 200 200
3. Energie-infrastructuur 7.877 26.341 28.981 33.047 – 145.030 36.973
4. Vroege fase opschaling – 62.374 11.374 28.947 29.377 15.050 13.900
5. Verduurzaming industrie 170.275 79.925 218.050 – 859 29.175 30.425
6. Verduurzaming gebouwde omgeving 349.000 337.500 275.100 200.500
Verplichtingenschuiven 22.748 30.726 – 14.697 – 9.377 – 11.850 – 17.550
Uitvoeringskosten NEa 4.227 5.327 12.521 12.665 13.085
Stand na nota van wijziging 22.917.191 8.345.906 3.274.199 3.058.328 2.935.504 2.304.737
Totaal Ministerie van Klimaat en Groene Groei
Stand vóór nota van wijziging 22.866.382 8.252.374 2.734.665 2.730.578 2.826.259 2.111.927
Overhevelingen van/naar het Klimaatfonds 120.578 152.240 627.178 400.465 174.495 281.998
Verplichtingenschuiven 22.748 30.726 – 14.697 – 9.377 – 11.850 – 17.550
Uitvoeringskosten NEa 4.227 5.327 12.521 12.665 13.085
Stand na nota van wijziging 23.009.708 8.439.567 3.352.473 3.134.187 3.001.569 2.389.460
31 Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering
Stand vóór nota van wijziging 6.734.616 5.990.714 6.053.970 6.485.703 6.066.011 6.974.341
Overhevelingen van/naar het Klimaatfonds
1. Kernenergie 4.800 34.600 2.200 1.400 200 200
3. Energie-infrastructuur 7.877 26.341 28.981 33.047 34.970 – 143.027
4. Vroege fase opschaling 150 – 7 17.566 17.996 3.669 – 3.100
5. Verduurzaming industrie 170.275 79.925 218.050 – 859 29.175 30.425
6. Verduurzaming gebouwde omgeving 349.000 337.500 275.100 200.500
Uitvoeringskosten NEa 4.227 5.327 12.521 12.665 13.085
Stand na nota van wijziging 6.917.718 6.135.800 6.675.094 6.887.308 6.421.790 7.072.424
Totaal Ministerie van Klimaat en Groene Groei
Stand vóór nota van wijziging 6.833.483 6.084.375 6.132.244 6.561.562 6.132.076 7.059.064
Overhevelingen van/naar het Klimaatfonds 183.102 140.859 615.797 389.084 343.114 84.998
Uitvoeringskosten NEa 4.227 5.327 12.521 12.665 13.085
Stand na nota van wijziging 7.016.585 6.229.461 6.753.368 6.963.167 6.487.855 7.157.147

Toelichting verplichtingen en uitgaven

Artikel 31 Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering

Overhevelingen van/naar het Klimaatfonds

Kernenergie

Onder deze regel vallen verschillende maatregelen, namelijk:

Nieuwbouw kerncentrales

Voor de nieuwbouw van vier kerncentrales zijn middelen opgevraagd voor financieel/juridisch onderzoek/advisering, de m.e.r. en grondonderzoeken. Daarnaast zijn middelen opgevraagd voor eventuele zekerstelling van grond, het selectieproces en het Rijk-Regiopakket. Hiervoor zijn de bedragen echter nog onbekend en vertrouwelijk.

Verlenging financiering Nuclear Academy 2026–2030

Voor deze maatregel worden middelen gevraagd voor het verlengen van de financiering van de Nuclear Acadamy voor de jaren 2026 t/m 2030. Via de Nuclear Acadamy wordt de kennisinfrastructuur voor kernenergie opgebouwd en vergroot. Dat is nodig om de ambities van het kabinet rondom kernenergie te verwezenlijken.

Projectorganisatie NEO NL

Voor de bouw van de gewenste vier kernreactoren is, naast inzet vanuit het Ministerie van Klimaat en Groene Groei, ook een uitbreiding van de projectorganisatie NEO NL benodigd. Deze projectorganisatie is benodigd om de rol van opdrachtgever (Ministerie van Klimaat en Groene Groei) en opdrachtnemer (de projectorganisatie NEO NL) te scheiden. De rol van opdrachtnemer dient los te staan van de politieke besluitvorming zodat de opdrachtnemer slagvaardig besluiten kan nemen en zich inhoudelijk kan richten op de voorbereiding van de aanbesteding van de nieuwe kerncentrales. Via deze maatregel worden middelen gevraagd ter financiering van de benodigde uitbreiding van NEO NL.

Energie- infrastructuur

Onder deze regel vallen verschillende maatregelen, namelijk:

Expertpool energie-infrastructuur: vliegende brigade voor een snellere ruimtelijke inpassing

Een van de hoofdkeuzes uit het Nationaal Plan Energiesysteem is om maximaal in te zetten op aanbod van duurzame energie en energie-infrastructuur. Eén van de problemen hierbij is dat decentrale overheden onvoldoende capaciteit en kennis hebben om de nodige ruimtelijke ordeningsprocedures snel en zorgvuldig te doorlopen. Daarom is er op dit moment ondersteuning voor decentrale overheden voor ruimtelijke ordeningsprocedures voor energie-infrastructuur die van nationaal belang is. Dit gaat om kennis en capaciteit van de Expertpool MIEK-PEH, die sinds 2023 operationeel is. Het voorstel betreft een continuering en intensivering van een bestaande maatregel.

Projectaanpak netcongestie

Om netcongestie aan te pakken zet het kabinet in op sneller bouwen, naast beter benutten en slimmer inzicht. Op basis hiervan zet het Ministerie van KGG in op een generieke aanpak én een projectaanpak. Het kabinet wil voor in totaal 25 projecten met landelijke dekking meer regie én aanvullende gebiedscompensatie om tot een aanvullende versnelling (bovenop de generieke aanpak) te komen.

Wind op zee inpassingskosten huidige routekaart en Doordewind II (t/m 2030)

Er is aanvullende dekking nodig voor de inpassingskosten voor wind op zee en windpark Doordewind II. Deze kosten zorgen voor ruimtelijke inpassing en doorgang van de ontwikkelingen voor wind op zee.

Uitvoeringskosten provincies

Provincies en gemeenten dragen actief bij aan een zekere, betaalbare energievoorziening. De berekening van de op de begroting van het Ministerie van KGG beschikbare uitvoeringsmiddelen voor gemeenten en provincies is gebaseerd op het advies van de Raad voor het Openbaar Bestuur van 25 januari 2021. De taken voor gemeenten en provincies op het gebied van klimaat en energie zijn afgelopen jaren fors toegenomen. In een evaluatie in 2024 berekende de ROB een toename aan benodigde capaciteit van 45%. En met name bij provincies zijn relatief veel nieuwe taken ontstaan op het gebied van het aanpakken van netcongestie, opstellen van energievisies, afstemmen vraag en aanbod van energie, integraal programmeren en opstellen provinciale Meerjaren Investeringsprogramma’s Energie en Klimaat. Deze middelen dragen bij aan de uitvoering door provincies.

Normeren en stimuleren van slimme energie- intensieve apparaten

Met deze regeling wordt de technische ontwikkeling door de markt gestimuleerd en wordt van bewustzijn over flexibel elektriciteitsverbruik bij huishoudens vergroot.

Pakket noodmaatregelen netcongestie

Dit pakket zorgt voor de versnelling van maatregelen die knelpunten wegnemen in de realisatie van laag-, midden- en hoogspanningsprojecten.

Terugboeking Nationale subsidieregeling Warmtenetten

Er wordt € 180 mln terug naar het fonds overgeheveld uit de Nationale subsidieregeling warmtenetten omdat er sprake was van onderuitputting op deze maatregel.

Vroeg fase opschaling

Onder deze regel vallen verschillende maatregelen, namelijk:

Stimuleringsprogramma innovatie en vroege opschaling koolstofverwijdering

De maatregel betreft het opzetten van een stimuleringsprogramma voor innovatieve koolstofverwijderingstechnieken, zoals mariene CO2-opslag, biochar, biomaterialen, bioCCS, DACCS en mineralisatie.

Onderzoeksprogramma waterstof op zee

DIt betreft het voorstel om een klein gedeelte van de middelen gereserveerd voor «Demonstratieproject offshore elektrolyse (ca. 500 MW) via tender windpark-op-zee (beoogde locatie: windenergiegebied «Ten Noorden van de Waddeneilanden» kavel I)» in te zetten voor een nog te starten «Onderzoeksprogramma voor waterstof op zee». Onderzoek was altijd onderdeel van het fiche, maar hier mee wordt het mogelijk om eerder te kunnen beschikken over dit gedeelte van de gereserveerde middelen.

Meetstandaard waterstof

Deze maatregel is gericht op de realisatie van een primaire meetstandaard voor waterstof zodat waterstof die wordt ingevoed in het transportnet en onttrokken wordt aan het transportnet eenduidig kan worden gemeten. Dit is een randvoorwaarde voor het functioneren van de waterstofmarkt, de ontwikkeling van een duurzame waterstofketen en ook voor het uitkeren van productiesubsidies. Zonder deze meetstandaard is er onzekerheid over het meten van waterstofvolumes en kunnen de andere investeringen in waterstof uit het Klimaatfonds hierdoor vertraging oplopen.

Verbetering toezicht F-gassen

In 2024 zijn de Europese regels voor het gebruik van fluorhoudende gassen (F-gassen) aangescherpt. Dit type gassen wordt gebruikt in onder andere warmtepompen en koelinstallaties en heeft een sterk broeikaseffect. Er worden in dit voorstel middelen gevraagd om extra toezicht en handhaving te kunnen doen op het gebruik van deze gassen omdat volgens het voorstel de afname van gebruik staat of valt met toezicht en handhaving. De middelen worden niet alleen gebruikt voor personele kosten maar ook voor bijvoorbeeld nieuwe meetapparatuur en het opzetten van een databank van logboeken.

Normering en stimulering biobased bouwen

Deze maatregel is gericht op het stimuleren van het gebruik van biobased materialen in de bouwsector en grond-, weg- en waterbouwsector door middel van een ketenbenadering. Er wordt tegelijkertijd ingezet op het stimuleren van de vraag naar biobased bouwmaterialen door middel van een subsidie voor het gebruik van deze materialen, het opzetten van een verwerkende industrie door middel van een investeringssubsidie, het stimuleren van het aanbod door het opzetten van een stelsel van koolstofcertificaten en het bijeenbrengen van vraag en aanbod.

Terugboeking fiche batterijverplichting zonneparken t.b.v. iDSR

Er heeft een terugboeking plaatsgevonden voor de batterijverplichting bij zonneparken. Dit betreft € 62,5 mln en dit is ontstaan door onderuitputitng.

Verduurzaming industrie en innovatie mkb

Onder deze regel vallen verschillende maatregelen, namelijk:

NIKI

De Nationale Investeringsregeling Klimaatprojecten Industrie (NIKI) is een subsidieregeling die zich richt op de opschaling van innovatieve klimaattechnologieën in de industrie die niet binnen de SDE++-systematiek vallen, bijvoorbeeld doordat de techniek nog niet op commerciële schaal bewezen is of omdat ze te uniek zijn. Het gaat onder andere om grootschalige elektrificatie en circulaire productietechnieken.

IKC ETS 2025

De Indirecte Kosten Compensatie voor ETS-rechten is bedoeld voor producenten in de stroom-intensieve industrie die actief zijn op internationale markten waardoor zij elektriciteitsprijstoename als gevolg van het ETS niet of slechts ten dele aan hun klanten door kunnen berekenen. Om te voorkomen dat deze producenten Europa verlaten staat de Europese Commissie compensatie toe. Hierbij wordt de voorwaarde gesteld dat bedrijven die gebruikmaken van de IKC 50% van de ontvangen subsidie investeren in CO2-reducerende maatregelen.

Social Climate Fund: fixteams voor bedrijven

Het voorstel betreft maatregelen die erop gericht zijn om met behulp van fixteams micro-ondernemingen te helpen met directe en simpele ingrepen om energie te besparen. Hierbij wordt een aanvraag gedaan bij het Social Climate Fund, waardoor Europees geld geworven kan worden voor deze maatregel. Het Social Climate Fund vereist een eigen inleg van 25%, die uit het Klimaatfonds gevraagd wordt.

Ondersteuning cluster 6

In dit voorstel worden maatregelen voorgesteld om regionale sectoren en bedrijven die onder het zogeheten zesde industriële cluster vallen te ondersteunen bij het reduceren van hun CO2-uitstoot. Nadat vorig jaar al middelen zijn toegekend voor procesgelden, wordt hier toekenning van de gereserveerde middelen gevraagd voor uitvoering van twee sporen. In het eerste spoor is een regioaanpak waarbij met behulp van gebiedsregisseurs bedrijven inzicht gegeven wordt in welke stappen gezet moeten worden om te verduurzamen en energie te besparen. Daarnaast worden de bedrijven geholpen om knelpunten op te lossen. In het tweede spoor wordt getracht een netwerk op te zetten om kennis over innovatieve technieken te verspreiden.

Terugboeking VEKI

Er vindt een terugboeking plaats naar het fonds vanuit de middelen van de regeling Versnelde klimaatinvesteringen industrie (VEKI) om de generale dekkingsopgave van de Voorjaarsbesluitvorming te kunnen dekken.

Verduurzaming gebouwde omgeving

Onder deze regel vallen verschillende maatregelen, namelijk:

Nationaal Isolatieprogramma

Dit betreft een aanvraag voor budget voor voortzetting van de subsidie voor het isoleren van woningen binnen de Investeringssubsidie Duurzame energie en Energiebesparing (ISDE).

Stimulering van hybride warmtepompen in bestaande bouw

In het Meerjarenprogramma 2024 zijn middelen toegekend en zijn middelen gereserveerd voor de jaren 2027 t/m 2030. Deze middelen zijn bedoeld voor het intensiveren van de ISDE-regeling en middelen voor flankerend beleid (gericht op het ondersteunen van aanpalende thema’s die indirect bijdragen aan het stimuleren van hybride warmtepompen, bijvoorbeeld communicatie, ondersteuning sector, monitoring en innovatie) om de doelstelling van 1 miljoen hybride warmtepompen in de bestaande bouw in 2030 te behalen.

Verplichtingenschuiven Klimaatfonds

Er worden meerdere verplichtingenschuiven voorgesteld op Klimaatfondsinstrumenten om zo het verplichtingenbudget dat overkomt naar de KGG-begroting in het juiste ritme te zetten. Dit geldt voor de volgende maatregelen: meetstandaard waterstof, stimuleringsprogramma innovatie en vroege opschaling koolstofverwijdering, financiering Nuclear Academy, nieuwbouw kerncentrales, en cluster 6 (verduurzaming industrie). Het overgrote deel van het verplichtingenbudget wordt in 2025 gezet.

Uitvoeringskosten NEa

Het budget voor de bijdrage aan de NEa wordt opgehoogd in deze nota van wijziging op de 1e suppletoire begroting van KGG. Het budget wordt opgehoogd zodat de NEa haar taken rondom het Emission Trade System (ETS) succesvol uit kan voeren de komende jaren. Deze kosten worden in 2026 t/m 2030 gedekt uit middelen die beschikbaar waren gesteld voor het klimaatakkoord die resteerden op de Aanvullende Post (AP) van het Ministerie van Financiën. Deze uitvoeringskosten worden van 2031 t/m 2043 gedekt uit de ETS2-inkomsten.

31 Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering
Stand vóór nota van wijziging 4.415.533 3.027.434 6.444.312 5.235.176 3.880.852 3.328.960
ETS-ontvangsten glastuinbouw 350.000 250.000 250.000 200.000
Stand na nota van wijziging 4.415.533 3.027.434 6.794.312 5.485.176 4.130.852 3.528.960
Totaal Ministerie van Klimaat en Groene Groei
Stand vóór nota van wijziging 4.415.533 3.027.434 6.444.312 5.235.176 3.880.852 3.328.960
ETS-ontvangsten glastuinbouw 350.000 250.000 250.000 200.000
Stand na nota van wijziging 4.415.533 3.027.434 6.794.312 5.485.176 4.130.852 3.528.960

Toelichting Ontvangsten

Artikel 31 Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering

ETS-ontvangsten glastuinbouw

De glastuinbouw valt per 2027 onder het emissiehandelssysteem (ETS-2). Dit zijn de ontvangsten die daaruit volgen.

De Minister van Klimaat en Groene Groei,
S.T.M. Hermans