Bezoek aan Armenië naar aanleiding van het debat over de Europese Raad van 17 december 2024
Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2025
Brief regering
Nummer: 2025D19461, datum: 2025-04-25, bijgewerkt: 2025-06-11 10:47, versie: 3 (versie 1, versie 2)
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36600-V-70).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: C.C.J. Veldkamp, minister van Buitenlandse Zaken (Ooit Nieuw Sociaal Contract kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 36600 V-70 Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2025.
Onderdeel van zaak 2025Z08512:
- Indiener: C.C.J. Veldkamp, minister van Buitenlandse Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- 2025-05-13 16:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-05-15 12:30: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- 2025-06-19 09:00: Raad Buitenlandse Zaken 23 juni 2025 (Commissiedebat), vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- 2025-06-19 17:15: Extra procedurevergadering commissie BuZa (groslijst controversieel verklaren) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2024-2025 |
36 600 V Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2025
Nr. 70 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 25 april 2025
Naar aanleiding van het debat over de Europese Raad van 17 december 2024 en mijn bezoek aan Armenië op 12 maart jongstleden informeer ik uw Kamer hierbij graag als volgt.
Mijn bezoek stond in het teken van het versterken van de Europese banden met Armenië in het algemeen en het verdiepen van de bilaterale relaties in het bijzonder. Indachtig het Regeerprogramma (bijlage bij Kamerstuk 36 471, nr. 96) vond hierbij de ondertekening plaats van een gezamenlijke verklaring over een bilateraal Strategisch Partnerschap en werd de Nederlandse ambassade in Jerevan officieel geopend.
Verder had ik ontmoetingen met onder andere Minister Ararat Mirzoyan van Buitenlandse Zaken en met premier Nikol Pasjinjan. Beiden sprak ik uitvoerig over de steun van Nederland aan Armenië, het vredesproces met Azerbeidzjan, het normalisatieproces met Turkije, de Russische agressie tegen Oekraïne, andere regionale ontwikkelingen en de snel veranderende geopolitieke ordening, waardoor landen zoals Turkije een prominentere rol krijgen.
Voor Armenië zijn het vredesproces met Azerbeidzjan en het normalisatieproces met Turkije de hoogste prioriteiten in zijn buitenlandse beleid. Bovendien stelt men middels het Real Armenia-beleid de toekomst van Armeniërs, wonend in Armenië binnen de huidige landsgrenzen, centraal. Deze visie is gericht op regionale vrede en stabiliteit, en op open grenzen met de buurlanden. Zo wil Armenië kansen benutten om democratische en economische hervormingen succesvol voort te zetten.
Nederland steunt de Armeense ambities en inspanningen om de stabiliteit in de zuidelijke Kaukasus te bevorderen en om, mede daardoor, weerbaarheid tegen Russische beïnvloeding te vergroten. Tegelijk wil Nederland de verbetering van relaties in de regio door Armenië niet hinderen doordat Nederland zodanige diplomatieke effecten oproept dat deze nadelig kunnen uitwerken op de belangen van Armenië, landen in zijn regio of Nederland zelf.
Mede in dit licht acht het kabinet het nog niet opportuun om de zienswijze op de kwestie van de Armeense genocide te heroverwegen. Daarbij, juíst als verdediger van het internationaal recht, hoort de Nederlandse regering het mogelijke gebruik van zwaarwegende juridische kwalificaties zeer zorgvuldig te verkennen.
Tot slot informeer ik uw Kamer via deze weg dat de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap namens de regering op 24 april jongstleden heeft deelgenomen aan de herdenkingsplechtigheden in Jerevan overeenkomstig de motie-Voordewind c.s.1
De Minister van Buitenlandse Zaken,
C.C.J. Veldkamp
Kamerstuk 34 775 V, nr. 57↩︎