Verslag van de Milieuraad van 27 maart 2025
Milieuraad
Brief regering
Nummer: 2025D19596, datum: 2025-04-29, bijgewerkt: 2025-05-01 12:06, versie: 2 (versie 1)
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: C.A. Jansen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat (Ooit PVV kamerlid)
- Mede ondertekenaar: S.T.M. Hermans, minister van Klimaat en Groene Groei (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 21501 08-994 Milieuraad.
Onderdeel van zaak 2025Z08550:
- Indiener: C.A. Jansen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
- Medeindiener: S.T.M. Hermans, minister van Klimaat en Groene Groei
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Klimaat en Groene Groei
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2025-05-21 12:15: Procedurevergadering IenW (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
Preview document (🔗 origineel)
21501-08 Milieuraad
Nr. 994 Brief van de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat en de minister van Klimaat en Groene Groei
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 29 april 2025
Met deze brief ontvangt u, mede namens de Staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, het verslag van de Milieuraad die op 27 maart 2025 in Brussel plaatsvond.
In aanvulling op het BNC-fiche over de Clean Industrial Deal welke op 4 april 2025 naar uw Kamer is verzonden, zeg ik, de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat – Openbaar Vervoer en Milieu, de Kamer toe dat het kabinet uitvoering zal geven aan de Motie Kostic c.s.1, in die zin dat het kabinet zich actief zal inzetten om 0% btw op tweedehands en reparatiediensten juridisch mogelijk te maken. Deze motie was ingediend bij het tweeminutendebat over deze Milieuraad.
De staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
C.A. Jansen
De minister van Klimaat en Groene Groei,
S.T.M. Hermans
Verslag Milieuraad d.d. 27 maart 2025
Tijdens de Milieuraad op 27 maart 2025 vond een gedachtewisseling plaats over de milieu- en klimaataspecten van de Clean Industrial Deal en over mondiaal milieubeleid.
Onder diversenpunten is er gesproken over grensoverschrijdende overbrenging van afvalstoffen (EVOA). Ook werd er door Oekraïne een presentatie gegeven over de milieugevolgen van de Russische agressie in het land. Dit werd gevolgd door informatie van Slovenië over de Barcelona-conventie en een presentatie van Portugal over hun nationale waterweerbaarheidsstrategie.
Ten slotte gaf het Pools Voorzitterschap onder diversen een terugkoppeling van de uitkomst van de VN-Biodiversiteitsconferentie (COP CBD16.2).
Milieu- en klimaataspecten van de Clean Industrial Deal
Tijdens de Milieuraad vond een gedachtewisseling plaats over de milieu- en klimaataspecten van de Clean Industrial Deal (CID). Op 26 februari jl. heeft de Europese Commissie de CID gepubliceerd.2 De CID-mededeling schetst in grote lijnen wat de Commissie de komende jaren wil bewerkstelligen om de Europese industrie en haar concurrentievermogen te verbeteren, en tegelijkertijd op één lijn te brengen met de EU klimaat- en milieudoelstellingen. Ten tijde van de Milieuraad werd er nog een kabinetsappreciatie voor de CID opgesteld. Deze appreciatie is op 4 april jl. naar de Kamer gestuurd.3
Het Pools voorzitterschap vroeg de lidstaten naar hun gedachten over de aangekondigde maatregelen om verduurzaming en concurrentiekracht samen te brengen, de bijdrage vanuit EU-fondsen zoals het Innovatiefonds en een Industrie Decarbonisatie Bank, en tot slot de kansen en uitdagingen voor het bereiken van een circulaire economie.
Een groot deel van de lidstaten, waaronder Nederland, sprak steun uit voor de CID als een overkoepelende strategie die de ambities op het gebied van concurrentievermogen, weerbaarheid en verduurzaming samenbrengt. Lidstaten benadrukten dat het versterken van het Europees concurrentievermogen hand in hand moet gaan met het decarboniseren van de economie. Lidstaten gaven aan dat verdere uitwerking van de CID-mededeling noodzakelijk is. Enkele lidstaten, waaronder Nederland, benadrukten ook de link met het aangekondigde wetsvoorstel voor een EU klimaatdoel voor 2040 en riepen op tot snelle publicatie van het voorstel. Naast dat dit belangrijk is voor de investeringszekerheid van bedrijven, is tijdige besluitvorming nodig om de Europese Nationally Determined Contribution (NDC) in te kunnen dienen voor COP30 die in november plaatsvindt in Brazilië.
Het merendeel van de lidstaten gaf aan dat voldoende financiering voor de CID belangrijk is en vroeg in die context naar meer informatie over de toekomstige opzet van de aangekondigde Industriële Decarbonisatie Bank. Een aantal lidstaten gaf aan zich zorgen te maken over het hergebruik van al gealloceerde Innovatiefonds gelden en ook zorgen te hebben bij het gebruik van nationale ETS inkomsten. Nederland, gesteund door enkele lidstaten, benadrukte het belang van excellentie-criteria en kosteneffectiviteit in het Innovatiefonds. Daartegenover vroeg een groep lidstaten juist aandacht voor meer geografische balans. Daarnaast pleitten een aantal lidstaten voor het vergemakkelijken van toegang tot financiering en verminderen van regeldruk voor bedrijven en burgers, en het waarborgen van een rechtvaardige transitie.
Tot slot was er brede steun voor de centrale rol die de circulaire economie inneemt in de CID en de discussie omtrent het concurrentievermogen van de EU. Vrijwel alle lidstaten, waaronder Nederland, benadrukten het belang van de circulaire economie voor zowel de strategische autonomie van de EU, grondstoffenonafhankelijkheid, en een toekomstbestendige, schone en gezonde economie. De aankomende Circular Economy Act, die de Commissie heeft aangekondigd voor 2026, wordt door veel lidstaten gezien als belangrijk middel hiervoor. Daarnaast deden verschillende lidstaten oproepen tot herziening van EU-wetgeving. Het harmoniseren van de einde-afval criteria werd in dit kader door een grote groep lidstaten, waaronder ook Nederland, genoemd, aangezien deze moet bijdragen aan het beter hergebruiken van materialen. Ook benadrukte Nederland, cf. de motie Gabriëls/Thijssen4, het belang van het ontwikkelen van Europese circulaire productstandaarden in relevante Europese wetgeving.
Mondiaal milieubeleid
Tijdens de Milieuraad vond een gedachtewisseling plaats over Europese samenwerking in multilaterale gremia ten behoeve van mondiaal milieubeleid. De uitvoerend directeur van het VN-milieuprogramma (UNEP), Inger Andersen, bedankte de EU-lidstaten voor hun bijdrage aan multilaterale milieugremia tot op heden en gaf een betoog over het belang van EU-leiderschap in het tegengaan van de milieu- en klimaatcrises. EU-leiderschap in internationale gremia kan een verschil maken in (1) het bereiken van een akkoord voor een internationaal juridisch bindend instrument voor het tegengaan van plasticvervuiling tijdens de top in Genève (INC5.2), (2) het indienen en implementeren van ambitieuze klimaatplannen vóór de VN-Klimaatconferentie (UNFCCC COP30), en (3) het oprichten van een wetenschappelijk beleidspanel over chemicaliën, afval en het voorkomen van vervuiling (het zogeheten Science-Policy Panel, SPP).
De Commissie onderschreef het belang van multilaterale samenwerking, en kreeg hierop bijval van alle lidstaten, en gaf aan dat de onderhandelingen voor INC5.2 en het vaststellen van het SPP prioriteiten zijn. De meeste lidstaten gaven aan een ambitieus akkoord te willen bereiken op INC5.2. Een groot aantal lidstaten, waaronder Nederland, riep op tot een constructieve houding om een zo groot mogelijke groep landen mee te krijgen in de onderhandelingen. Een aantal lidstaten waarschuwde dat een flexibele houding echter niet ten koste mag gaan van het ambitieniveau en dat een zwak akkoord een minder gunstige uitkomst kan zijn dan geen akkoord. Ook opperde een kleine groep lidstaten om te zoeken naar een coalition of the willing of een zogenaamde high ambition coalition.
Door een groep grote lidstaten werd voor INC5.2 de expliciete nadruk gelegd op het belang van een aanpak die toeziet op de gehele levenscyclus van plastics. Ook riep een aantal grote lidstaten in het kader van het SPP op tot het beschermen van de rol van de wetenschap bij de totstandkoming van objectieve adviezen.
Tenslotte riep een kleine groep grote lidstaten de andere landen op om goed gebruik te maken van bestaande bilaterale contactmomenten en samenwerkingen in aanloop naar grote internationale onderhandelingen zoals de INC5.2 en COP30.
Diversen
Grensoverschrijdende overbrenging van afvalstoffen (EVOA)
Een groot aantal, voornamelijk Oost-Europese, lidstaten riep op tot het verbeteren van de uitwisseling van data tussen lidstaten om illegale overbrenging van afvalstoffen tegen te gaan. Een klein aantal grote lidstaten ondersteunde de inzet op nadere samenwerking, onder andere via het elektronische systeem dat onder het de recent aangenomen EVOA verordening is ingesteld. De Commissie gaf aan dat deze aanpak centraal staat bij de implementatie van de recent herziene EVOA-strategie.
Milieugevolgen van Russische agressie in Oekraïne
Via een toelichting van de Oekraïense milieuminister werden de lidstaten geïnformeerd over de ecologische ramp die de oorlog in het land teweegbrengt. Volgens Oekraïense berekeningen is er circa 85 miljard euro aan milieuschade (lucht, (grond-)water en bodem) berokkend. De klimaatschade wordt uitgedrukt in een uitstoot van 230 miljoen ton CO₂, wat gelijkstaat aan de jaarlijkse uitstoot van Oostenrijk, Hongarije en Tsjechië samen. Ook refereerde de minister naar een recente droneaanval op Tsjernobyl en gaf daarbij aan dat dit soort aanvallen heel Europa in gevaar brengt. De Commissie en ongeveer de helft van de lidstaten spraken aanhoudende steun uit voor onder andere technische assistentie en het ter verantwoording roepen van Rusland, ook op ecologisch gebied.
Barcelona-conventie
Slovenië kondigde aan samen met Frankrijk en Spanje een side event te organiseren tijdens de vijftigste VN-Oceanenconferentie in Nice, 9-14 juni a.s.
Portugees waterweerbaarheidsstrategie
In aanloop naar de aangekondigde strategie voor waterweerbaarheid door de Commissie, lichtte Portugal haar nationale waterweerbaarheidsstrategie toe. De Commissie verwelkomde de Portugese inzet.
Terugkoppeling recente internationale bijeenkomsten
De Commissie en het Pools voorzitterschap hebben een terugkoppeling gegeven over de voortgezette 16e Conferentie van Partijen van het VN-biodiversiteitsverdrag (CBD COP16.2), die plaatsvond op 25-27 februari jl. in Rome. Op de agenda stonden zeven agendaonderwerpen die tijdens de COP16 in Colombia afgelopen najaar niet waren afgerond wegens tijdsgebrek. Tijdens de COP16.2 is de bespreking van deze onderwerpen afgerond. Een belangrijke uitkomst is dat er een duidelijke roadmap met twee sporen is vastgesteld voor resource mobilisation: één gericht op het mobiliseren van middelen uit verschillende bronnen en één op het aanwijzen van een permanent financieel mechanisme voor het biodiversiteitsverdrag (Global Environment Facility - GEF). Een ander belangrijk agendaonderwerp betrof het monitoren, rapporteren en bewaken van de voortgang van de implementatie van de doelen uit het Global Biodiversity Framework (GBF). In 2026 zal tijdens COP17 de eerste Global Review plaatsvinden, waar wordt bezien of de doelen van het GBF voor 2030 binnen bereik zijn. De Kamer zal nader aanvullend worden geïnformeerd over de uitkomsten van CBD COP16.2.