Jaarverslag Staten-Generaal 2024
Jaarverslag en slotwet Staten-Generaal 2024
Jaarverslag
Nummer: 2025D19978, datum: 2025-05-21, bijgewerkt: 2025-05-21 10:35, versie: 2 (versie 1)
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36740-IIA-1).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J.J.M. Uitermark, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (Ooit Nieuw Sociaal Contract kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 36740 IIA-1 Jaarverslag en slotwet Staten-Generaal 2024 .
Onderdeel van zaak 2025Z08672:
- Indiener: J.J.M. Uitermark, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2025-05-22 14:14: Aansluitend: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-05-28 15:00: Jaarverslag Staten-Generaal 2024 (36740-IIA-1) (Inbreng feitelijke vragen), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2025-06-17 20:00: Extra procedurevergadering commissie BiZa (groslijst controversieel verklaren) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2025-07-03 11:30: Procedurevergadering commissie Binnenlandse Zaken (Procedurevergadering), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2024–2025 |
36 740IIA | Jaarverslag en Slotwet Staten-Generaal 2024 |
Nr. 1 |
Ontvangen 21 mei 2025 |
Gerealiseerde uitgaven en ontvangsten
Figuur 1 Gerealiseerde uitgaven verdeeld over beleidsartikelen en niet-beleidsartikelen (x €1 mln.). Totaal € 270.874.000,-
Figuur 2 Gerealiseerde ontvangsten verdeeld over beleidsartikelen en niet-beleidsartikelen (x €1 mln.). Totaal 8.768.000,-
A. Algemeen
1 1. Aanbieding van het jaarverslag en verzoek tot dechargeverlening
AAN de voorzitters van de Eerste en de Tweede Kamer van de Staten-Generaal.
Hierbij bied ik u het jaarverslag van de begroting van de Staten-Generaal (IIA) over het jaar 2024 aan. Onder verwijzing naar de artikelen 2.37 en 2.40 van de Comptabiliteitswet 2016 verzoek ik de beide Kamers van de Staten-Generaal de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties decharge te verlenen over het in het jaar 2024 gevoerde financiële beheer.
Voor de oordeelsvorming van de Staten-Generaal over dit verzoek tot dechargeverlening stelt de Algemene Rekenkamer als externe controleur op grond van artikel 7.14 van de Comptabiliteitswet 2016 een rapport op. Dit rapport wordt op grond van artikel 7.15 van de Comptabiliteitswet 2016 door de Algemene Rekenkamer aan de Staten-Generaal aangeboden. Het rapport bevat de bevindingen en het oordeel van de Algemene Rekenkamer over:
- het gevoerde begrotingsbeheer, financieel beheer, materiële bedrijfsvoering en de daartoe bijgehouden administraties van het Rijk;
- de centrale administratie van de schatkist van het Rijk van het Ministerie van Financiën;
- de financiële verantwoordingsinformatie in de jaarverslagen;
- de totstandkoming van de niet-financiële verantwoordingsinformatie in de jaarverslagen;
- de financiële verantwoordingsinformatie in het Financieel jaarverslag van het Rijk.
Bij het besluit tot dechargeverlening worden verder de volgende, wettelijk voorgeschreven, stukken betrokken:
- het Financieel jaarverslag van het Rijk over 2024;
- het voorstel van de slotwet dat met het onderhavige jaarverslag samenhangt;
- het rapport van de Algemene Rekenkamer over het onderzoek van de centrale administratie van de schatkist van het Rijk en van het Financieel jaarverslag van het Rijk;
- de verklaring van goedkeuring van de Algemene Rekenkamer over de in het Financieel jaarverslag van het Rijk, over 2024 opgenomen rekening van uitgaven en ontvangsten over 2024, alsmede over de saldibalans over 2024 (de verklaring van goedkeuring, bedoeld in artikel 7.14, tweede lid, van de Comptabiliteitswet 2016).
Het besluit tot dechargeverlening kan niet worden genomen, voordat de betrokken slotwet is aangenomen en voordat de verklaring van goedkeuring van de Algemene Rekenkamer is ontvangen.
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
J.J.M.Uitermark
Dechargeverlening door de Tweede Kamer
Onder verwijzing naar artikel 2.40 van de Comptabiliteitswet 2016 verklaart de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal dat de Tweede Kamer aan het hiervoor gedane verzoek tot dechargeverlening tegemoet is gekomen door een daartoe strekkend besluit, genomen in de vergadering van De Voorzitter van de Tweede Kamer, Handtekening: Datum: |
Op grond van artikel 2.40, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2016 wordt dit originele exemplaar van het onderhavige jaarverslag, na ondertekening van de hierboven opgenomen verklaring, ter behandeling doorgezonden aan de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten- Generaal.
Dechargeverlening door de Eerste Kamer
Onder verwijzing naar artikel 2.40 van de Comptabiliteitswet 2016 verklaart de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal dat de Eerste Kamer aan het hiervoor gedane verzoek tot dechargeverlening tegemoet is gekomen door een daartoe strekkend besluit, genomen in de vergadering van De Voorzitter van de Eerste Kamer, Handtekening: Datum: |
Op grond van artikel 2.40 van de Comptabiliteitswet 2016 wordt dit originele exemplaar van het onderhavige jaarverslag, na ondertekening van de hierboven opgenomen verklaring, doorgezonden aan de Minister van Financiën.
2. Leeswijzer
Voor u ligt het jaarverslag 2024 van de Staten-Generaal.
Het jaarverslag 2024 is als volgt opgebouwd:
A. een algemeen deel met de dechargeverlening;
B. het beleidsverslag met de artikelen en de bedrijfsvoeringsparagraaf;
C. de jaarrekening met de verantwoordingsstaat, de saldibalans en de WNT-verantwoording 2024;
D. De bijlage toezichtrelaties ZBO's en RWT's.
Specificatie apparaatsuitgaven
De begroting van de Staten-Generaal heeft geen apart centraal apparaats-artikel. In de beleidsartikelen is bij de toelichting onder de tabel budgettaire gevolgen van beleid een uitsplitsing van de apparaatsuitgaven opgenomen.
Groeiparagraaf
Ten opzichte van het jaarverslag van vorig jaar zijn in dit jaarverslag geen wijzigingen te melden.
Grondslagen voor de vastlegging en de waardering
De verslaggevingsregels en waarderingsgrondslagen die van toepassing
zijn op de in dit jaarverslag opgenomen financiële overzichten zijn
ontleend aan de Comptabiliteitswet 2016 en de daaruit voortvloeiende
regelgeving, waaronder de Regeling rijksbegrotingsvoorschriften. Voor
de
begrotingsadministratie wordt het verplichtingen-kasstelsel
toegepast.
Focusonderwerp
De Tweede Kamer heeft voor de verantwoording 2024 als focusonderwerp prioriteren van beleid met aandacht voor de uitvoering en arbeidsmarkt aangewezen. Dit heeft geen betrekking op het jaarverslag van de Staten-Generaal.
Beleidsverslag
Beleidsprioriteiten
Een College dient, conform de Comptabiliteitswet 2016, artikel 2.1
lid 7 betreffende een niet-departementale begroting, enkel haar taken en
bedrijfsvoering weer te geven. Derhalve bevat de niet-departementale
begroting – in vergelijking met departementale begrotingen waarbij wel
een weergave van het beleid wordt opgenomen – geen
beleidsprioriteiten. In aansluiting hierop worden geen
beleidsprioriteiten opgenomen in het jaarverslag.
Beleidsartikelen
Een beleidsartikel is opgebouwd uit de volgende elementen:
A. Algemene doelstelling;
B. Rol en verantwoordelijkheid;
C. Beleidsconclusies;
D. Budgettaire gevolgen van beleid;
E. Toelichting op de financiële instrumenten.
Het niet-beleidsartikel is opgebouwd uit de tabel budgettaire gevolgen en de toelichting op de tabel.
Toelichting op de financiële instrumenten
In de toelichting op de financiële instrumenten wordt een toelichting gegeven bij verschillen tussen de vastgestelde begroting 2024 en de realisatie 2024. Indien van toepassing wordt hierbij verwezen naar de eerste en tweede suppletoire begroting 2024. Het uitgangspunt is om daar de beleidsmatige en technische mutaties toe te lichten die groter zijn dan of gelijk zijn aan de ondergrens zoals deze in de Rijksbegrotingsvoorschriften 2025 is opgenomen, de zogenaamde staffel, te weten:
1. Wetgeving en controle Eerste Kamer | Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln. Ontvangsten: 1 mln. |
Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 2 mln. |
2. Uitgaven ten behoeve van leden en oud-leden Tweede Kamer | Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln. Ontvangsten: 1 mln. |
Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 2 mln. |
3. Wetgeving en controle Tweede Kamer | Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 1 mln. |
Verplichtingen/Uitgaven: 4 mln. Ontvangsten: 2 mln. |
4. Wetgeving en controle Eerste en Tweede Kamer | Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln. Ontvangsten: 1 mln. |
Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 2 mln. |
10. Nog onverdeeld | Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln. Ontvangsten: 1 mln. |
Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 2 mln. |
Bedrijfsvoeringsparagraaf
Voor de Eerste Kamer en Tweede Kamer is een afzonderlijke
bedrijfsvoeringsparagraaf opgenomen.
Jaarrekening
Verantwoordingsstaat
In de jaarrekening treft u de verantwoordingsstaat voor de Staten-Generaal.
Saldibalans
In de jaarrekening wordt de saldibalans opgenomen met de bijbehorende toelichting.
WNT-verantwoording
Het jaarverslag wordt afgesloten met de verantwoording van de Wet Normering Topinkomens (WNT) van de Staten-Generaal.
B. Beleidsverslag
Beleidsprioriteiten
3. Beleidsartikelen
3.1 Artikel 1. Wetgeving en controle Eerste Kamer
A. Algemene doelstelling
De Eerste Kamer vormt samen met de Tweede Kamer de Staten-Generaal. De voorzitter van de Eerste Kamer is ook de voorzitter van de Verenigde Vergadering van de Staten-Generaal, zoals de vergadering op Prinsjesdag waarin de koning de troonrede voorleest.
De kerntaken van de Eerste Kamer zijn het toetsen van voorgenomen wetgeving als medewetgever en het controleren van het regeringsbeleid. De Eerste Kamer heeft als doel goede wetgeving en controle tot stand brengen. Dit vertaalt zich in:
- deugdelijke toetsing van de kwaliteit, de uitvoerbaarheid en de handhaafbaarheid van nationale en Europese ontwerpwet- en regelgeving;
- adequate controle van het Nederlandse regeringsbeleid;
- transparantie over de uitoefening van haar eigen taken en bevoegdheden en de uitvoering daarvan, en toereikende voorzieningen in een effectieve en efficiënte ondersteunende organisatie: de griffie;
- De Eerste Kamer vormt de voorlaatste schakel in de keten van het wetgevingsproces. Na aanvaarding door de Eerste Kamer bekrachtigt het staatshoofd wet- en regelgeving.;
- De controle op het regeringsbeleid gebeurt in interactie met de regering. De Eerste Kamer is betrokken bij de voorbereiding van zowel nationale als Europese wetgevings- en beleidsvoorstellen.
De bevoegdheden van de Eerste en Tweede Kamer op Europees terrein zijn dezelfde als op nationaal terrein. De Eerste Kamer
- voert onder andere overleg met de regering over de regeringsinzet bij de voorbereiding van Europese wetgeving;
- participeert in het kader van internationale samenwerking en
parlementaire diplomatie in parlementaire assemblees van internationale organisaties; - onderhoudt contacten met parlementen en regeringen van andere Europese lidstaten.
B. Rol en verantwoordelijkheid
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is
verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de
Staten-Generaal. De colleges voeren zelf het beheer over hun begroting
of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer zijn in artikel
4.4, lid 4 van de Comptabiliteitswet
2016 afspraken vastgelegd (de zogenoemde beheerafspraken)
tussen de minister en de colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun
staatsrechtelijke positie.
C. Beleidsconclusies
In 2024 is het professionaliseringstraject van de Griffie afgerond.
Dit
professionaliseringstraject is in 2021 gestart omdat de werkzaamheden
van de organisatie sterk zijn gegroeid. Er lag te veel werk voor de
toenmalige bezetting. Er was een dringende behoefte om verder te
professionaliseren en om de continuïteit van het werk te kunnen
borgen.
Het beleid van de Eerste Kamer is in 2024 niet gewijzigd.
D. Budgettaire gevolgen van beleid
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2024 | 2024 | |
Verplichtingen | 18.892 | 20.837 | 20.432 | 22.204 | 26.224 | 23.663 | 2.561 |
Uitgaven | 16.848 | 21.904 | 21.178 | 22.595 | 25.531 | 23.663 | 1.868 |
Institutionele inrichting | |||||||
Apparaat Eerste Kamer | 12.880 | 17.081 | 15.701 | 16.942 | 19.548 | 18.175 | 1.373 |
Personele uitgaven | |||||||
Vergoeding voorzitter/leden Eerste Kamer | 3.751 | 4.661 | 4.910 | 5.137 | 5.495 | 5.023 | 472 |
Materiële uitgaven | |||||||
Verenigde Vergadering | 217 | 162 | 567 | 516 | 488 | 465 | 23 |
Ontvangsten | 127 | 151 | 342 | 262 | 135 | 140 | ‒ 5 |
E. Toelichting op de instrumenten
Uitgaven
Institutionele inrichting
Apparaat Eerste Kamer
Naast de uitgaven voor de ondersteuning van de Eerste Kamer, huisvesting en fractiekosten, zijn de middelen ingezet voor de regeling ondersteuningsbudget fracties, de tijdelijke huisvesting en professionalisering informatievoorziening. Hiervoor zijn bij de eerste suppletoire begroting middelen aan de begroting toegevoegd.
Personele uitgaven
Vergoeding voorzitter/leden Eerste Kamer
De vergoedingen aan de voorzitter en leden van de Eerste Kamer zijn volgens beleid en wetgeving vergoed (€ 5,5 mln.).
Materiële uitgaven
Verenigde Vergadering
In 2024 heeft de Verenigde Vergadering ter gelegenheid van de opening
van het parlementaire jaar op Prinsjesdag voor de derde keer
plaatsgevonden in de Koninklijke Schouwburg in Den Haag.
Dit in plaats van de
gebruikelijke locatie in de Ridderzaal. De organisatie van Prinsjesdag
is bekostigd door de Eerste Kamer (€ 0,49 mln.).
Totaal apparaat | 25.531 |
waarvan personeel | 9.513 |
Eigen personeel | 8.097 |
Externe inhuur | 1.109 |
Overig personeel | 307 |
waarvan materieel | 10.035 |
waarvan overig (leden EK) | 5.495 |
waarvan overig (Prinsjesdag) | 488 |
Ontvangsten
In 2024 is € 0,13 mln. aan ontvangsten gegenereerd. De ontvangsten betreffen de afwikkeling van voorschotten die verstrekt zijn aan de fracties voor hun ondersteuning over 2023.
3.2 Artikel 2. Uitgaven ten behoeve van leden en oud-leden Tweede Kamer
A. Algemene doelstelling
Onder dit artikel worden rechtspositionele uitgaven aan leden en oud-leden van de Tweede Kamer, alsmede hun nagelaten betrekkingen, geschaard.
De Tweede Kamer draagt ingevolge de Wet schadeloosstelling leden Tweede Kamer en de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers zorg voor de uitgaven ten behoeve van:
- de schadeloosstelling van de leden van de Tweede Kamer;
- de reis- en overige kostenvergoedingen van de leden van de Tweede Kamer;
- de wachtgelden van oud-leden van de Tweede Kamer;
- de pensioenen van oud-leden van de Tweede Kamer en hun nabestaanden;
Pensioenen oud-leden | 430 | 432 | 451 | 448 | 470 | 470 |
Wachtgelden oud-leden | 54 | 14 | 58 | 48 | 103 | 111 |
Totaal | 484 | 446 | 509 | 496 | 573 | 581 |
Schadeloosstelling | 24.416 | 24.393 | 23.515 | 25.054 | 26.461 | 28.390 |
Gemiddeld per lid Tweede Kamer | 163 | 163 | 157 | 167 | 176 | 189 |
Pensioenen en wachtgelden | 9.463 | 9.468 | 11.918 | 10.275 | 12.372 | 15.899 |
Totaal | 33.879 | 33.861 | 35.433 | 35.329 | 38.833 | 44.289 |
Gemiddeld per lid Tweede Kamer | 226 | 226 | 236 | 236 | 259 | 295 |
Schadeloosstelling leden Europarlement | 45 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Gemiddeld per lid Europees Parlement | 45 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
B. Rol en verantwoordelijkheid
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is
verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de
Staten-Generaal. De colleges voeren zelf het beheer over hun begroting
of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer zijn in de Comptabiliteitswet
2016 (artikel 4.4, lid 4) afspraken vastgelegd (de zogenoemde
beheerafspraken) tussen de minister en de colleges, waarin recht gedaan
wordt aan hun staatsrechtelijke positie.
C. Beleidsconclusies
Voor wat betreft de uitvoering en de beoogde resultaten deden zich geen bijzonderheden voor.
D. Budgettaire gevolgen van beleid
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2024 | 2024 | |
Verplichtingen | 34.411 | 34.885 | 36.903 | 41.088 | 48.514 | 37.729 | 10.785 |
Uitgaven | 33.862 | 35.434 | 35.329 | 38.833 | 44.289 | 37.729 | 6.560 |
Institutionele inrichting | |||||||
Schadeloosstelling | 24.394 | 23.516 | 25.054 | 26.461 | 28.390 | 25.245 | 3.145 |
Personele uitgaven | |||||||
Pensioenen en wachtgelden | 9.468 | 11.918 | 10.275 | 12.372 | 15.899 | 12.484 | 3.415 |
Schadeloosstelling Europarlementariërs incl. tegemoetkoming ziektekosten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Ontvangsten | 29 | 46 | 43 | 48 | 58 | 86 | ‒ 28 |
E. Toelichting op de instrumenten
Uitgaven
Institutionele inrichting
Schadeloosstelling
Op dit artikel is sprake van een overschrijding ten opzichte van de vastgesteld begroting mede als gevolg van de betaalde eindheffing in 2024 over het jaar 2023 voor de werkkostenregeling. Daarnaast zijn de uitgaven gestegen als gevolg van de loon- en prijsontwikkeling.
Personele uitgaven
Pensioenen en wachtgelden
Ten opzichte van 2023 is het aantal politieke pensioenen gelijk gebleven op 470 eind 2024. Het aantal wachtgeldgerechtigden is gestegen van 103 naar 111 eind 2024.
De hoge stijging in wachtgelden en outplacement ten opzicht van de begroting heeft te maken met het vertrek van Kamerleden na de Tweede Kamer verkiezingen van 22 november 2023. Bij eerste suppletoire begroting is hiermee rekening gehouden en is de begroting opgehoogd.
Pensioenen | 8.178 | 7.299 | ‒ 879 |
Wachtgelden | 3.579 | 5.882 | 2.303 |
Outplacement | 172 | 1.952 | 1.780 |
Uitvoeringskosten | 443 | 766 | 323 |
Totaal | 12.372 | 15.899 | 3.527 |
Ontvangsten
De ontvangsten hebben betrekking op de verrekening van neveninkomsten van de leden.
3.3 Artikel 3. Wetgeving en controle Tweede Kamer
A. Algemene doelstelling
Volksvertegenwoordiging
Als volksvertegenwoordiging heeft de Tweede Kamer twee hoofdtaken: controle van de regering en (mede)wetgeving. Deze taken vloeien voort uit de artikelen 50 (vertegenwoordiging van het gehele Nederlandse volk), 65 tot en met 72 (werkwijze), 81 tot en met 87 (wetten en andere voorschriften), 105 (begrotingen), 137 en 138 (grondwetgeving) van de grondwet en enkele andere (grond)wetsartikelen.
De ambtelijke diensten
Het ondersteunen van het constitutioneel proces. Dit doen de ambtelijke diensten door middel van het bieden van een politiek neutrale, adequate en innovatieve ondersteuning van de Kamerleden in alle facetten van hun werk als volksvertegenwoordiger. De politieke prioriteiten, zoals door de Kamer bepaald, zijn daarbij leidend.
B. Rol en verantwoordelijkheid
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is
verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de
Staten-Generaal. De colleges voeren zelf het beheer over hun begroting
of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer zijn in artikel
4.4, lid 4 van de Comptabiliteitswet
2016 afspraken vastgelegd (de zogenoemde beheerafspraken)
tussen de minister en de colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun
staatsrechtelijke positie.
C. Beleidsconclusies
Werkwijze Tweede Kamer
Ook de afgelopen periode zijn concrete stappen gezet om de werkwijze van de Tweede Kamer verder te verbeteren. Zo is er meer tijd en aandacht voor het wetgevingsproces. In verschillende vaste Kamercommissies is besloten tot het instellen van (wetgevings-)rapporteurs. Het Presidium heeft op 26 juni 2024 gesproken over de rapportage «Rapporteurs in de Tweede Kamer» en op basis daarvan besloten om commissies in uitzonderlijke gevallen de mogelijkheid te bieden, via de Regeling van werkzaamheden, een aanvraag te doen voor spreektijd bij de aanvang van een plenair debat voor rapporteurs. Het Presidium is van mening dat de inbreng van rapporteurs in plenaire debatten met name toegevoegde waarde heeft bij de behandeling van complexe wetgeving. De spreektijd voor een of meerdere rapporteurs is maximaal vier minuten (in totaal). Bij de Kamer is onlangs het voorstel van het lid Bontenbal aanhangig tot wijziging van het Reglement van Orde in verband met het beperken van de mogelijkheid om moties in te dienen (Kamerstuk 36 537). De nota naar aanleiding van het verslag is op 22 oktober 2024 door de commissie voor de Werkwijze aangemeld voor plenaire behandeling. Op het moment van schrijven heeft de meerderheid in de Kamer op 4 februari 2025 tegen gestemd, zodat het is verworpen.
Een voorstel van de commissie voor de Werkwijze tot wijziging van het Reglement van Orde ter herijking van de regels voor afgesplitste leden (Kamerstuk 36 456) is op 21 november 2024 door de Kamer als hamerstuk aangenomen.
Versterking functies Tweede Kamer
In het verlengde van de aanbevelingen van de werkgroep Versterking
Functies Tweede Kamer is de afgelopen Kamerperiode gewerkt met
parlementaire verkenningen (er zijn inmiddels drie afgerond: Prestaties
in de strafrechtketen, Betalen naar gebruik, Veiligheid en
verward/onbegrepen gedrag) en strategische procedurevergaderingen. In de
nieuw samengestelde Kamer heeft inmiddels ook een ronde strategische
procedurevergaderingen plaatsgevonden. Los van de actualiteit wordt in
deze vergaderingen vooruitgeblikt op aankomende werkzaamheden en wordt
de eigen werkwijze geëvalueerd, wat o.a. de voorbereiding van wetgeving
ten goede komt.
Kabinetsformatie 2023-2024 en hoorzittingen met kandidaat-bewindspersonen
Er zijn vanaf 2012 drie uitgebreide wetenschappelijke evaluaties uitgevoerd van de kabinetsformatie, waarvan de laatste in 2022 heeft plaatsgevonden. Het Presidium heeft daarom besloten tot een meer praktijkgerichte evaluatie van de kabinetsformatie 2023-2024. Deze evaluatie richt zich op de politiek/ambtelijke samenwerking, waaronder de ondersteuning vanuit en samenwerking met het Bureau ondersteuning kabinetsformatie. De evaluatie wordt ambtelijk uitgevoerd onder verantwoordelijkheid van de Griffier. Een aantal vragen en aanbevelingen ligt op het snijvlak politiek/ambtelijk. Het Presidium zal de rapportage begin 2025 bespreken en doorgeleiden naar de commissie voor de Werkwijze waar het debat over de verdere (politieke) uitwerking en invulling van deze evaluatie kan plaatsvinden, zoals ook bij de eerdere evaluaties is gebeurd. De commissie voor de Werkwijze kan ook besluiten op bepaalde punten extern advies in te winnen als dat nuttig wordt geacht. Naast bovengenoemde evaluatie heeft ook, zoals te doen gebruikelijk, een intern-ambtelijke evaluatie plaatsgevonden. Deze evaluatie is gericht op de samenwerking van de ambtelijke diensten van de Kamer die betrokken zijn geweest bij de logistiek/organisatorische uitvoering. Deze evaluatie is inmiddels afgerond.
Tot slot is de ook de organisatie en het verloop van de hoorzittingen met kandidaat-bewindspersonen geëvalueerd. De evaluatie is op 22 oktober 2024 besproken door de commissie voor de Werkwijze. Deze adviseert de Kamer de hoorzittingen met beoogde bewindspersonen te continueren en daarbij de handleiding voor de hoorzitting op enkele punten aan te passen. Op het moment van schrijven heeft de meerderheid in de Kamer besloten hiermee niet door te gaan.
Aantreden kabinet Schoof: drie nieuwe vaste commissies
Als gevolg van het aantreden op 2 juli 2024 van het kabinet Schoof zijn er per die datum drie nieuwe vaste Kamercommissies ontstaan. Dit volgt rechtstreeks uit artikel 7.1, eerste lid, van het Reglement van Orde. De drie nieuwe commissies zijn:
- Vaste commissie voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening;
- Vaste commissie voor Asiel en Migratie;
- Vaste commissie voor Klimaat en Groene Groei.
Daarnaast heeft de Kamer besloten tot het instellen van een
tijdelijke commissie Grondrechten en constitutionele toetsing, waarvan
de
constituerende vergadering in aanwezigheid van de Voorzitter op
21 november jl. plaatsvond.
Pilot Burgersignalen
Op 3 december 2024 is het eindverslag van de pilot Burgersignalen officieel overhandigd door de voorzitter van de commissie voor de Verzoekschriften en de Burgerinitiatieven (CVB), Raoul White, aan de Kamervoorzitter. Eerder, op 27 november 2024, heeft het Presidium ingestemd met het eindverslag. Het doel van de pilot was om signalen uit brieven en e-mails die burgers aan de Kamer sturen, structureler op te vangen, beter te ordenen en inzichtelijk te maken, zodat Kamerleden dit nog beter in commissies kunnen bespreken. De pilot is een concrete uitwerking van het rapport ‘Meer dan de som der delen’ van de werkgroep Versterking functies Tweede Kamer. In het eindrapport introduceert de CVB drie nieuwe kennisinstrumenten: de reader burgerbrieven, de burgersignalenrapportage en een signalenoverleg.
Digitalisering en informatiehuishouding
In het afgelopen jaar is er hard gewerkt aan een veelheid aan projecten op het gebied van informatievoorziening en -technologie. Een greep uit het totaal:
- Er is gestart met het inrichten van een project ter realisatie van de motie van het lid Van Gent (Kamerstuk 35322, nr. 43) over het effectief kunnen opereren in tijden van crisissituaties door middel van de inzet van een digitaal quorum, digitaal beraadslagen en digitaal stemmen;
- De uitwerking van de motie van het lid Bromet (Kamerstuk 36062, nr. 10) over het invoeren van een papierloos vergadersysteem in de vorm van een vergaderapp voor Kamerleden en fracties;
- Na de uitrol van de moderne werkomgeving in de politieke organisatie is de uitrol van de moderne werkomgeving in de ambtelijke organisatie bijna afgerond;
- Binnen het programma Verbetering Informatiehuishouding Tweede Kamer (VITK) wordt gewerkt aan de informatiehuishouding van de Tweede Kamer, aan de actieve openbaarmaking van informatie conform de Wet open overheid (Woo) en aan de digitale toegankelijkheid van Tweede Kamer-informatie voor iedereen.
Onderzoeksinstrumenten Kamer
De parlementaire enquêtecommissie Fraudebeleid en Dienstverlening
heeft haar rapport «Blind voor mens en recht» op 26 februari 2024
aangeboden aan de Kamervoorzitter (Kamerstuk 35 867, nrs. 5-7). De vaste
commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft in de
procedurevergadering van 2 juli 2024 besloten tot een verzoek aan de
Minister van SZW om een kabinetsreactie op het rapport. Deze reactie is
onlangs ontvangen. Op dit moment loopt de parlementaire enquête Corona.
Het Presidium heeft op 24 april 2024 gesproken over het (gewijzigde)
onderzoeksvoorstel voor de enquête, en dit ter (in)stemming doorgeleid.
Het aangepaste voorstel bevat o.a. een geactualiseerde planning, die
uitgaat van een looptijd van mei 2024 tot december 2026. Op 14 mei 2024
heeft de Kamer met het
onderzoeksvoorstel ingestemd. De werving voor een commissiestaf is
inmiddels afgerond en de vorderingen zijn verstuurd. Parlementaire
enquêtes leggen een groot beslag op zowel de politieke als de ambtelijke
capaciteit. De planning wordt nauwlettend in de gaten gehouden. Naar
aanleiding van de vorderingen aan het ministerie van VWS heeft het
kabinet op 13 september jl. voorlichting gevraagd aan de Raad van
State.
Sociale veiligheid
In het voorjaar 2024 is het programma Sociale Veiligheid gestart, een programma voor de toekomst ter versterking van sociale veiligheid. Dit programma staat nadrukkelijk ook ter beschikking aan de fracties. De nadruk ligt op het versterken van leiderschap (diensthoofden en overige leidinggevenden in het bijzonder), preventie voor een veilige werkomgeving, verbeterde systemische architectuur en sociale cultuur voor sociale veiligheid conform de aanbevelingen van het onderzoeksrapport «Kracht zonder tegenkracht» door de Universiteit van Utrecht.
De samenwerking met de fracties, Eerste Kamer en rijksonderdelen verloopt effectief getuige de uitwisseling en behoefte aan samenwerking.
Ten slotte is conform CAO-afspraak een personeelsraadgever geworven,
die is gestart na het zomerreces. Het betreft een onafhankelijke
functionaris die kan worden benaderd door medewerkers over vraagstukken
van
rechtspositie en/of onderwerpen op het thema sociale veiligheid. Het
betreft een pilot die rond zomer 2025 zal worden geëvalueerd.
Duurzaamheid
Tijdens het commissieoverleg dd. 19-6-2023 over de Raming van de voor
de Tweede Kamer in 2024 benodigde uitgaven, alsmede aanwijzing en raming
van de ontvangsten is door verschillende Leden gesproken over
verduurzaming van de daken van de tijdelijke huisvesting van de Tweede
Kamer. Het gebouw wordt door veel mensen bezocht en wordt zodoende
beschouwd als een voorbeeldfunctie. In het zomerreces zijn door het RVB
drie daken voorzien van een groen dak en zijn er voorbereidende
werkzaamheden uitgevoerd voor het plaatsen van de zonnepanelen op de
Statenpassage. Het RVB is nog bezig met opdrachtverstrekking voor de
zonnepanelen, inmiddels is de omgevingsvergunning verleend.
D. Budgettaire gevolgen van beleid
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2024 | 2024 | |
Verplichtingen | 133.027 | 172.136 | 153.654 | 177.257 | 216.408 | 176.115 | 40.293 |
Waarvan garantieverplichtingen | 869 | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ |
Waarvan overig | 132.158 | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ |
Uitgaven | 133.988 | 153.833 | 157.556 | 174.909 | 199.874 | 176.115 | 23.759 |
Institutionele inrichting | |||||||
Apparaat Tweede Kamer | 89.951 | 105.253 | 107.876 | 122.123 | 138.080 | 125.378 | 12.702 |
Onderzoeksbudget | 1.296 | 616 | 285 | 507 | 408 | 1.338 | ‒ 930 |
Materiële uitgaven | |||||||
Drukwerk | 1.065 | 1.251 | 830 | 1.898 | 1.562 | 2.146 | ‒ 584 |
Fractiekosten | 38.884 | 43.303 | 42.936 | 44.344 | 54.987 | 44.010 | 10.977 |
Uitzending leden | 83 | 54 | 262 | 354 | 330 | 517 | ‒ 187 |
Parlementaire enquêtes | 462 | 1.223 | 3.170 | 3.320 | 2.048 | 345 | 1.703 |
Bijdrage ProDemos | 2.247 | 2.133 | 2.197 | 2.363 | 2.459 | 2.381 | 78 |
Ontvangsten | 3.448 | 6.105 | 11.746 | 9.492 | 8.575 | 3.639 | 4.936 |
Overzicht van risicoregelingen
3 | Fractiekosten | 5.644 | 193 | 5.451 | 0 | 5.451 | 0 |
Eind 2023 was sprake van een bedrag van € 5,6 mln. aan uitstaande garanties. In 2024 is een bedrag van € 192.596 aan garanties tot betaling gekomen. Het totaal aan uitstaande garanties aan de fracties per 31-12-2024 heeft een omvang van € 5,4 mln.
E. Toelichting op de instrumenten
Uitgaven
Totaal apparaat | 138.080 |
waarvan personeel | 70.547 |
Eigen personeel | 69.775 |
(Ambtelijke) Detacheringen | 772 |
Externe inhuur | 13.990 |
Overig personele kosten (vorming & opleiding) | 1.585 |
waarvan materieel | 51.958 |
Institutionele inrichting
Apparaat Tweede Kamer
De oorspronkelijke uitgavenbegroting 2024 bedroeg € 125 mln. Bij de
eerste en tweede suppletoire begroting 2024 is extra budget toegevoegd.
Het aanvullende budget was met name nodig voor veiligheid,
toegevoegd als gevolg van de loon- en prijsontwikkeling.
De stand na de tweede suppletoire begroting 2024 bedroeg € 141 mln.
Er is € 3,2 mln. niet besteed, vanwege externe inhuur voor de
implementatie van de moderne werkplekken. Door verschuiving in de
planning van de terugverhuizing naar het Binnenhof zijn adviesopdrachten
verschoven. Voor een aantal onderdelen, zoals inhuur en beveiliging,
zijn nog niet alle facturen ontvangen, hierdoor vindt de betaling in
2025 plaats. Het betreft diverse soorten inhuur en uitgevoerde
opdrachten ten aanzien van diverse projecten.
externe inhuur (Roemernorm)
In de motie-Roemer (Kamerstukken II 2009/10, 32360, nr. 5) worden de uitgaven binnen het Rijk aan niet-formatief personeel begrensd op 10% van de gezamenlijke uitgaven op alle artikelen voor formatief en niet-formatief personeel. Daarbij is aangegeven dat de norm van 10% het karakter heeft van «comply-or-explain» en dan ook gezien wordt als richtinggevend en niet als afdwingbaar.
In 2024 is € 14 mln. uitgegeven aan niet-formatief personeel. De totale personele uitgaven over 2024 bedragen € 84,8 mln. Dit leidt tot een percentage externe inhuur van 16,6% (2023: 15,3%). Ondanks de inzet om het aandeel externe inhuur te verminderen is de externe inhuur in 2024 om een aantal redenen nog steeds hoger dan de norm:
- Er is nog steeds sprake van een krappe arbeidsmarkt waar sommige schaarse kennis moeilijk te vinden is (informatiebeveiliging, IT-kennis). Vacatures waren hierdoor lastig in te vullen;
- Voor de lopende en afrondende parlementaire enquêtes was capaciteit nodig die zowel intern als extern wordt ingevuld;
- Als medewerkers vanwege langdurige ziekte afwezig waren, werden deze vervangen, bij een aantal diensten was sprake van langdurig verzuim;
- Voor het project “moderne werkplek” was de Kamer genoodzaakt om gebruikt te maken van externe inhuur.
Totaal (A) | 84.536 |
Niet-formatief personeel (B) | 13.990 |
Roemernorm (B als % van A) | 16,5% |
Onderzoeksbudget
Dit betreft de uitgaven aan kennisactiviteiten van de Kamercommissies. Commissies programmeren deze activiteiten op basis van de kennisagenda die ze jaarlijks op- / bijstellen. De kennisagenda is het afgelopen jaar maar deels uitgevoerd. Dit komt voornamelijk door de kabinetsformatie tot halverwege 2024 i.v.m. het controversieel verklaren van onderwerpen in de demissionaire periode. De oorspronkelijke begroting bedroeg € 1,3 mln., deze is bij de eerste en tweede suppletoire begroting 2024 naar beneden bijgesteld tot € 0,78 mln. Ten opzichte van de laatste stand resteert € 0,37 mln.
Materiële uitgaven
Drukwerk
Onder dit budget worden de uitgaven voor de publicatie van de handelingen en officiële publicaties op www.overheid.nl. geboekt. De uitgaven in 2024 liepen€ 0,58 mln. achter op de oorspronkelijke begroting. De uitgaven in 2024 zijn lager dan begroot, omdat het aantal geproduceerde pagina’s bij het SDU (Staatsdrukkerij en Uitgeverij) lager zijn uitgevallen.
Fractiekosten
De oorspronkelijke begroting 2024 bedroeg € 44 mln. bij de eerste en tweede suppletoire begroting 2024 is € 11 mln. aangevuld. De stijging van de fractiekosten komt voort uit de Verkiezingen van 22 november 2023. Volgens de regeling voor financiële ondersteuning van fracties Tweede Kamer hebben krimpende fracties recht op één jaar doorbetaling van de oude maandelijkse bijdragen (schokdemping). Dit resulteert in een incidentele stijging van € 11 mln. in 2024. Ten opzichte van de stand na de tweede suppletoire begroting zijn de uitgaven aangaande de fractiekosten nagenoeg in lijn met de begroting.
Uitzending Leden
In 2024 hebben de verschillende commissies minder gebruik gemaakt van de werkbezoeken aan het buitenland te doen. Dit resulteert in een onderbenutting van € 0,2 mln.
Parlementaire enquêtes
Het afgelopen jaar is de parlementaire enquête Fraudebeleid en
dienstverlening afgerond en de parlementaire enquête Corona gestart en
loopt nog door tot begin 2027. Hiervoor zijn bij de eerste en tweede
suppletoire begroting middelen gealloceerd.
Bijdrage aan ProDemos
de Tweede Kamer betaalt een bijdrage aan ProDemos voor de uitvoering van educatieve activiteiten. De uitgaven in 2024 zijn in lijn met de begroting.
Ontvangsten
De totale ontvangsten zijn € 4,9 mln. zijn hoger uitgevallen ten opzichte van de oorspronkelijke begroting. Dit heeft te maken met een aantal fracties die in 2024 het maximum in hun egalisatiereserve bereikt hebben en is het overschot terugbetaald aan de Tweede Kamer. Daarnaast zijn er diverse ontvangsten van UWV ontvangen. Dit tezamen heeft geleid tot een overschot op de ontvangsten.
3.4 Artikel 4. Wetgeving en controle Eerste en Tweede Kamer
A. Algemene doelstelling
Het onder dit artikel opgenomen budget ten behoeve van wetgeving en
controle Eerste en Tweede Kamer betreft de kosten van
interparlementaire activiteiten.
B. Rol en verantwoordelijkheid
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is
verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de
Staten-Generaal. De colleges voeren zelf het beheer over hun begroting
of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer zijn in artikel
4.4, lid 4 van de Comptabiliteitswet
2016 afspraken vastgelegd (de zogenoemde beheerafspraken)
tussen de minister en de colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun
staatsrechtelijke positie.
C. Beleidsconclusies
Voor wat betreft de uitvoering en de beoogde resultaten deden zich geen bijzonderheden voor.
D. Budgettaire gevolgen van beleid
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2024 | 2024 | |
Verplichtingen | 904 | 891 | 1.031 | 1.380 | 1.418 | 1.651 | ‒ 233 |
Uitgaven | 904 | 891 | 948 | 1.456 | 1.180 | 1.651 | ‒ 471 |
Materiële uitgaven | |||||||
Interparlementaire betrekkingen | 904 | 891 | 948 | 1.456 | 1.180 | 1.651 | ‒ 471 |
Ontvangsten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
E. Toelichting op de instrumenten
Uitgaven
Materiële uitgaven
Interparlementaire betrekkingen
De uitgaven voor interdepartementale betrekkingen zijn in 2024 € 0,5 mln. lager uitgevallen dan de begroting. Vanwege verkiezingen eind november 2023 en de kabinetsformatie in Nederland en verkiezingen in Sint Maarten in januari 2024, is het Interparlementair Koninkrijksoverleg (IPKO) in het Caribisch gebied niet doorgegaan.
4. Niet-beleidsartikelen
4.1 Artikel 10. Nog onverdeeld
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2024 | 2024 | |
Verplichtingen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Uitgaven | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Nog te verdelen | |||||||
Loonbijstelling | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Prijsbijstelling | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Nog onverdeeld | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Ontvangsten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
5. Bedrijfsvoeringsparagraaf
5.1 Bedrijfsvoeringsparagraaf Eerste Kamer
Paragraaf 1 - Uitzonderingsrapportage voor vier verplichte onderdelen
1. Rechtmatigheid
De geconstateerde onrechtmatigheden zijn beperkt en blijven binnen de vastgestelde grenzen.
2. Totstandkoming niet-financiële verantwoordingsinformatie
Er zijn geen bijzonderheden te melden.
3. Begrotingsbeheer, financieel beheer en de materiële bedrijfsvoering
De Algemene Rekenkamer (AR) constateerde over 2023 onvolkomenheden met betrekking tot het kunstbeheer.
Kunstbeheer
In 2024 is onder andere een risicoanalyse uitgevoerd, is het kunstbeleid geformaliseerd en is een inventarisatie op de kunstcollectie uitgevoerd. Aan de hand daarvan zijn en worden verbeteringen opgepakt. Hiermee wordt het kunstbeheer door de Eerste Kamer op orde gebracht.
4. Misbruik en oneigenlijk gebruik
Er zijn geen bijzonderheden te melden.
5. Overige aspecten van de bedrijfsvoering
Er zijn geen bijzonderheden te melden.
6. Fraude- en corruptierisico’s
Er zijn beperkt mogelijkheden tot fraude en corruptie.
De maatregelen die hiervoor o.a. voor getroffen worden zijn:
- Uitvoering van het integriteitsbeleid met hierin aandacht voor het voorkomen van fraude en corruptie;
- Voor financiële boekingen geldt minimaal het 4-ogen principe;
- Er worden structureel controles uitgevoerd m.b.t. betalingen en het wijzigen van stamgegevens van crediteuren en debiteuren.
Paragraaf 2 - Rijksbrede bedrijfsvoeringsonderwerpen
Er zijn geen bijzonderheden te melden.
Paragraaf 3 - Belangrijke ontwikkelingen en verbeteringen in de bedrijfsvoering
Er zijn verdere verbeteringen doorgevoerd in de informatiebeveiliging.
5.2 Bedrijfsvoeringsparagraaf Tweede Kamer
Paragraaf 1 - Uitzonderingsrapportage voor vier verplichte onderdelen
1. Rechtmatigheid
Er zijn geen overschrijdingen van de rapporteringstoleranties geconstateerd.
2. Totstandkoming niet-financiële verantwoordingsinformatie
Er zijn geen bijzonderheden te melden.
3. Begrotingsbeheer, financieel beheer en de materiële bedrijfsvoering
In 2024 heeft de Tweede Kamer verder geïnvesteerd in het verbeteren van het financieel beheer. Ten aanzien van de prestatieverklaring en onderbouwing daarvan zijn duidelijke afspraken gemaakt met de diensten binnen de Tweede Kamer en zijn aanpassingen aangebracht binnen de ondersteunende systemen. De doorgevoerde maatregelen leiden tot voldoende zekerheid over de rechtmatigheid, juistheid, volledigheid en tijdigheid van de verplichtingen en uitgaven en een ordelijke en controleerbare vastlegging van de financiële stromen.
4. Misbruik en oneigenlijk gebruik
De Tweede Kamer heeft ten aanzien van IT-beheersmaatregelen gericht op het financiële informatiesysteem verdere stappen gezet in het mitigeren van de risico’s.
5. Overige aspecten van de bedrijfsvoering
Kunstbeheer
In 2024 is, evenals in voorgaande jaren, de jaarlijkse integrale inventarisatie van de kunstcollectie uitgevoerd door de kunstbeheerders. In overeenstemming met de procedure Kunstbeheer heeft de auditor van de Stafdienst FEZ een deelwaarneming daarop uitgevoerd. Deze audit betrof zowel de list-to-floor als de floor-to-list beoordeling. De audit heeft geen noemenswaardige bevindingen opgeleverd.
De Tweede Kamer heeft verder geïnvesteerd in zowel beleidsmatige als beheersmatige aspecten van het kunstbeheer. De Kunstcommissie (bestaande uit Kamerleden) heeft het collectieplan goedgekeurd en daarmee de definitie voor kunst vastgesteld. Daarnaast is voor een deel van de kunstcollectie door een onafhankelijk taxateur de waarde van de kunstwerken bepaald.
De nulmeting als basis voor de vaststelling van de volledigheid van de kunstcollectie is in opzet gereed. De feitelijke nulmeting vindt plaats in 2025.
6. Fraude- en corruptierisico’s
In 2024 zijn er geen signalen geweest op gebied van fraude en corruptie binnen de Tweede Kamer. De Tweede Kamer werkt conform het eigen frauderisicobeleid, hierin zijn verschillende maatregelen getroffen om de risico’s te mitigeren op gebied van fraude, zoals vierogen principes, functiescheidingen en ICT-beheersmaatregelen. Het voorkomen van fraude is en blijft een actueel thema voor de Tweede Kamer.
Paragraaf 2 - Rijksbrede bedrijfsvoeringsonderwerpen
Audit Committee
Het Audit Committee is in 2024 één keer bijeengekomen onder leiding van de nieuwe Griffier. De samenstelling is in 2024 veranderd zowel vanuit de Tweede Kamer als vanuit de vertegenwoordigers van de Algemene Rekenkamer en de Auditdienst Rijk. Nieuwe externe leden zijn geworven, die gespecialiseerd zijn op diverse terreinen. Hiermee is het Audit Committee weer voltallig om de reguliere vergadercyclus aan te houden.
Paragraaf 3 - Belangrijke ontwikkelingen en verbeteringen in de bedrijfsvoering
De Tweede kamer heeft in 2024 een aantal verschillende organisatiewijzigingen doorgevoerd. Het Presidium heeft voor het meireces 2024 ingestemd met de nieuwe ambtelijke topstructuur.
Gevolg hiervan is dat een nieuwe directie is opgericht, de directie Concernstaf. De directeur (per oktober 2024 gestart) heeft tevens de rol van plaatsvervangend Griffier. Per 1 maart 2025 zal de nieuwe directeur Huisvesting en Facilitair starten.
De nieuwe ambtelijke directie van de Tweede Kamer bestaat uit de volgende functionarissen:
- Griffier;
- Directeur Concernstaf / plaatsvervangend Griffier;
- Directeur Huisvesting en Facilitair;
- Directeur Informatisering;
- Secretaris.
Binnen de directie Concernstaf is de dienst Juridische zaken opgericht, daarnaast zijn bij de dienst Financieel Economische Zaken, tevens onderdeel van directie concernstaf, twee aparte teams gecreëerd; team bedrijfsvoering en team inkoop. In 2024 is er een start gemaakt om te onderzoeken welke mogelijkheden er zijn voor de (door)ontwikkeling van het huidige financiële-informatiesysteem. Doel is om een toekomstbestendig financieel informatiesysteem voor de Hoge Colleges van Staat te realiseren.
C. Jaarrekening
6. Verantwoordingsstaat
Verplichtingen | Uitgaven | Ontvangsten | Verplichtingen | Uitgaven | Ontvangsten | Verplichtingen | Uitgaven | Ontvangsten | ||
Totaal | 239.158 | 239.158 | 3.865 | 292.564 | 270.874 | 8.768 | 53.406 | 31.716 | 4.903 | |
Beleidsartikelen | ||||||||||
1 | Wetgeving en controle Eerste Kamer | 23.663 | 23.663 | 140 | 26.224 | 25.531 | 135 | 2.561 | 1.868 | ‒ 5 |
2 | Uitgaven ten behoeve van leden en oud-leden Tweede Kamer | 37.729 | 37.729 | 86 | 48.514 | 44.289 | 58 | 10.785 | 6.560 | ‒ 28 |
3 | Wetgeving en controle Tweede Kamer | 176.115 | 176.115 | 3.639 | 216.408 | 199.874 | 8.575 | 40.293 | 23.759 | 4.936 |
4 | Wetgeving en controle Eerste en Tweede Kamer | 1.651 | 1.651 | 0 | 1.418 | 1.180 | 0 | ‒ 233 | ‒ 471 | 0 |
Niet-beleidsartikelen | ||||||||||
10 | Nog Onverdeeld | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
7. Saldibalans
Intra-comptabele posten | Intra-comptabele posten | ||||||||||
1) | Uitgaven ten laste van de begroting | 270.874 | 237.793 | 2) | Ontvangsten ten gunste van de begroting | 8.768 | 9.802 | ||||
3) | Liquide middelen | 2 | 1 | ||||||||
4) | Rekening-courant Rijkshoofdboekhouding1 | 0 | 0 | 4a) | Rekening-courant Rijkshoofdboekhouding | 256.397 | 222.923 | ||||
5) | Rekening-courant RHB Begrotingsreserve | 0 | 0 | 5a) | Begrotingsreserves | 0 | 0 | ||||
6) | Vorderingen buiten begrotingsverband | 314 | 134 | 7) | Schulden buiten begrotingsverband | 6.025 | 5.203 | ||||
8) | Kas-transverschillen | 0 | 0 | ||||||||
Subtotaal intra-comptabel | 271.190 | 237.928 | Subtotaal intra-comptabel | 271.190 | 0 | 237.928 | |||||
Extra-comptabele posten | Extra-comptabele posten | ||||||||||
9) | Openstaande rechten | 0 | 0 | 9a) | Tegenrekening openstaande rechten | 0 | 0 | ||||
10) | Vorderingen | 128 | 1.846 | 10a) | Tegenrekening vorderingen | 128 | 1.846 | ||||
11a) | Tegenrekening schulden | 0 | 0 | 11) | Schulden | 0 | 0 | ||||
12) | Voorschotten | 75.333 | 67.450 | 12a) | Tegenrekening voorschotten | 75.333 | 67.450 | ||||
13a) | Tegenrekening garantieverplichtingen | 5.453 | 5.645 | 13) | Garantieverplichtingen | 5.453 | 5.645 | ||||
14a) | Tegenrekening andere verplichtingen | 51.525 | 40.240 | 14) | Andere verplichtingen | 51.525 | 40.240 | ||||
15) | Deelnemingen | 0 | 0 | 15a) | Tegenrekening deelnemingen | 0 | 0 | ||||
Subtotaal extra-comptabel | 132.439 | 115.181 | Subtotaal extra-comptabel | 132.439 | 115.181 | ||||||
Totaal | 403.629 | 353.109 | Totaal | 403.629 | 353.109 |
- Rijkshoofdboekhouding
TOELICHTING OP DE SALDIBALANS per 31 december 2024
Algemeen
Het intracomptabele deel van de saldibalans (financiële posten 1 t/m 8) bevat het resultaat van de financiële transacties in de departementale administratie die een directe relatie hebben met de kasstromen. Deze kasstromen worden via de Rekening-courant met het Ministerie van Financiën bijgehouden.
Het extracomptabele deel bevat het saldo van de overige rekeningen die met sluitrekeningen in evenwicht worden gehouden.
De cijfers in de saldibalans zijn vermeld in duizendtallen en
afgerond naar boven. Hierdoor kunnen bij het subtotaal en het
totaal
afrondingsverschillen optreden.
Ad 1 en 2. Uitgaven en ontvangsten
Bij de begrotingsuitgaven en -ontvangsten zijn de gerealiseerde uitgaven en ontvangsten opgenomen met betrekking tot het jaar 2024 waarvoor de Rijksrekening nog niet door de Tweede Kamer is goedgekeurd.
Ad 3. Liquide middelen
De post liquide middelen is opgebouwd uit de contante gelden aanwezig in de kluis van de kasbeheerders. Het totaalbedrag (€ 1.175) is als volgt opgebouwd:
a) Eerste Kamer | 1.175 |
b) Tweede Kamer | 0 |
Totaal | 1.175 |
Ad 4a. Rekening-courant Rijkshoofdboekhouding
Op de Rekening‑courant met de Rijkshoofdboekhouding (RHB) wordt de financiële verhouding met het Ministerie van Financiën weergegeven. Opgenomen zijn de bedragen conform Rekening-courant afschriften en het saldobiljet. De volgende Rekening-courantverhouding is opgenomen in de balans:
a) Rekening-courant FIN/RHB | 256.396.969 |
Totaal | 256.396.969 |
Ad 6. Vorderingen buiten begrotingsverband
a) Vorderingen Kasbeheerders | |
Eerste Kamer | 223 |
Tweede Kamer | 313.777 |
Totaal | 314.000 |
Ad a) Vorderingen kasbeheerders
Eerste Kamer
De vorderingen van de Eerste Kamer bestaat per 31 december 2024 uit het saldo van de openstaande reguliere vorderingen die in het eerste kwartaal van 2025 tot betaling komen.
Tweede Kamer
De vorderingen van de Tweede Kamer hebben voornamelijk betrekking op de nog per 31 december 2024 af te wikkelen voorschotten dienstreizen (€ 196.443) voorschotten lonen (€ 59.263) en door te belasten facturen (€ 54.700).
Ad 7. Schulden buiten begrotingsverband
Het bedrag aan schulden buiten begrotingsverband is als volgt opgebouwd:
a) Eerste Kamer | 25.180 |
b) Tweede Kamer | 5.998.956 |
Totaal | 6.024.135 |
Ad b) Tweede Kamer
De schulden van de Tweede Kamer bestaan met name uit nog af te dragen loonheffingen (€ 5,0 mln.), pensioenpremies (€ 0,9 mln.) en verlegde BTW (€ 0,1 mln.).
Ad 10. Vorderingen
Ad 10a. Tegenrekening vorderingen
Het totaalbedrag is als volgt opgebouwd:
a) Vorderingen Kasbeheerders | |
Eerste Kamer | 33.427 |
Tweede Kamer | 93.705 |
Totaal | 127.133 |
Het saldo van de Tweede Kamer bestaat voornamelijk uit vorderingen en verrekeningen met andere departementen (€ 0,1 mln.). Deze ongestelde creditnota’s van eind december worden in 2025 verrekend met uitstaande facturen of betaald door leveranciers.
Ad12. Voorschotten
Ad 12a. Tegenrekening voorschotten
De saldi van de per 31 december openstaande voorschotten en van de in 2024 afgerekende voorschotten worden hieronder per jaar gespecificeerd.
2021 | 0 | 0 | 0 | 0 |
2022 | 0 | 0 | 0 | 0 |
2023 | 862.197 | 0 | 824.702 | 37.495 |
2024 | 0 | 2.320.141 | 0,00 | 2.320.141 |
Totaal | 862.197 | 2.320.141 | 824.702 | 2.357.636 |
2021 | 0 | 0 | 0 | 0 |
2022 | 10.345.803 | 0 | 10.345.803 | 0 |
2023 | 56.241.804 | 0 | 55.235.410 | 1.006.395 |
2024 | 0 | 71.968.522 | 0 | 71.968.522 |
Totaal | 66.587.607 | 71.968.522 | 65.581.213 | 72.974.916 |
Eerste Kamer | 2.357.636 |
Tweede Kamer | 72.974.916 |
Totaal | 75.332.552 |
Ad a) Eerste Kamer
Het saldo openstaande voorschotten van de Eerste Kamer bestaat voornamelijk uit verstrekte voorschotten aan de fractie-ondersteuning van € 2,2 mln. Daarnaast staan nog aan Loyalis verstrekte voorschotten (€ 0,1 mln.) open. Na ontvangst van de goedkeurende accountantsverklaringen worden deze afgewikkeld.
Ad b) Tweede Kamer
Het saldo openstaande voorschotten van de Tweede Kamer bestaat uit verstrekte voorschotten aan de fracties in 2023 (€ 54,8 mln.), voorschotten aan APG, pensioen en wachtgelden, (€ 16 mln.) en voorschotten ProDemos (€ 2,2 mln.). Na ontvangst van de goedkeurende accountantsverklaringen zullen de voorschotten in 2025 worden afgewikkeld.
Ad13. Garantieverplichtingen
Ad 13a. Tegenrekening garantieverplichtingen
Verplichtingen per 1/1 | 5.644.723 | |
Aangegane verplichtingen in het verslagjaar (incl neg. Bijstellingen) | 0 | +/+ |
5.644.723 | ||
Tot betaling gekomen in 2024 | 192.596 | -/- |
Negatieve bijstellingen verplichtingen uit voorgaande jaren | 0 | -/- |
Totaal | 5.452.127 |
De garanties van de Tweede Kamer vloeien voort uit het gestelde in de regeling «Tegemoetkoming in de kosten van de fracties».
Ad 14. Andere verplichtingen
Ad 14a. Tegenrekening andere verplichtingen
Verplichtingen per 1/1 | 40.238.305 | |
Aangegane verplichtingen in het verslagjaar | 292.564.000 | +/+ |
332.799.617 | ||
Tot betaling gekomen in 2024 | 270.681.404 | -/- |
Negatieve bijstellingen verplichtingen uit eerdere begrotingsjaren | 10.593.124 | -/- |
Totaal | 51.525.089 |
Toelichting
De toelichting heeft enkel betrekking op de negatieve bijstellingen die per saldo een omvang hebben van meer dan € 25 mln. ten opzichte van de verplichtingenstand per 31-12-2023.
8. WNT-verantwoording 2024 Staten-Generaal
De Wet normering topinkomens (WNT) bepaalt dat de bezoldiging en eventuele ontslaguitkeringen van topfunctionarissen in de publieke en semi-publieke sector op naamsniveau vermeld moeten worden in het financieel jaarverslag. Deze publicatieplicht geldt tevens voor topfunctionarissen die bij een WNT-instelling geen - al dan niet fictieve - dienstbetrekking hebben of hadden. Daarnaast moeten van niet-topfunctionarissen de bezoldiging (zonder naamsvermelding) gepubliceerd worden indien deze het wettelijk bezoldigingsmaximum te boven gaan. Niet-topfunctionarissen zonder dienstverband vallen echter buiten de reikwijdte van de wet.
Voor dit departement heeft de publicatieplicht betrekking op onderstaande functionarissen. De bezoldigingsgegevens van de leden van de Top Management Groep zijn opgenomen in het jaarverslag van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Het algemeen bezoldigingsmaximum bedraagt in 2024 € 233.000.
Eerste Kamer der Staten-Generaal | Dhr. R. Nehmelman | Griffier | 1(1) | nee | 213.058 (200.377) | 23.427 (22.608) | 236.485 (222.985) | 233.000 | De overschrijding bedraagt € 3.485. De overschrijding is het gevolg van de uitbetaling van nog niet opgenomen vakantieuren/IKB uren. Op grond van artikel 1, tweede lid onder i. van de Uitvoeringsregeling WNT, wordt de afkoop van niet opgenomen verlofuren toegerekend aan de bezoldiging. In dit geval bedraagt de afkoop van deze uren gezamenlijk € 8.235. | ||
Tweede Kamer der Staten-Generaal | Dhr. P. Oskam | Griffier | 1-1-2024 | 1 | nee | 189.129 | 24.096 | 213.225 | 233.000 |
Naast de hierboven vermelde functionarissen zijn er geen andere functionarissen die in 2024 een bezoldiging boven het toepasselijke bezoldigingsmaximum hebben ontvangen, of waarvoor in eerdere jaren een vermelding op grond van de WOPT of de WNT heeft plaatsgevonden of had moeten plaatsvinden. Er zijn in 2024 geen functionarissen die hun werkzaamheden als topfunctionaris hebben neergelegd en die op grond van hun voormalige functie nog 4 jaar aangemerkt worden als topfunctionaris. Er zijn in 2024 geen ontslaguitkeringen betaald die op grond van de WNT dienen te worden gerapporteerd. Er zijn geen functies als leidinggevend topfunctionaris bij andere instellingen(en) die op grond van de WNT gemeld en openbaar gemaakt moeten worden.