Jaarverslag overige Hoge Colleges van Staat, Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad 2024
Jaarverslag en slotwet overige Hoge Colleges van Staat, Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad 2024
Jaarverslag
Nummer: 2025D19979, datum: 2025-05-21, bijgewerkt: 2025-05-21 10:35, versie: 2 (versie 1)
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36740-IIB-1).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J.J.M. Uitermark, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (Ooit Nieuw Sociaal Contract kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 36740 IIB-1 Jaarverslag en slotwet overige Hoge Colleges van Staat, Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad 2024.
Onderdeel van zaak 2025Z08673:
- Indiener: J.J.M. Uitermark, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- : Procedurevergadering commissie Binnenlandse Zaken (geannuleerd) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2025-05-22 14:14: Aansluitend: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-05-28 15:00: Jaarverslag overige Hoge Colleges van Staat, Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad 2024 (36740-IIB-1) (Inbreng feitelijke vragen), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2025-06-12 15:00: Jaarverslagen 2024 (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2025-06-17 20:00: Extra procedurevergadering commissie BiZa (groslijst controversieel verklaren) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2024–2025 |
36 740IIB | Jaarverslag en Slotwet overige Hoge Colleges van Staat, Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad 2024 |
Nr. 1 |
Ontvangen 21 mei 2025 |
Gerealiseerde uitgaven en ontvangsten
Figuur 1 Gerealiseerde uitgaven verdeeld over beleidsartikelen en niet-beleidsartikelen (x €1 mln.). Totaal € 192.305.000,-
Figuur 2 Gerealiseerde ontvangsten verdeeld over beleidsartikelen en niet-beleidsartikelen (x €1 mln.). Totaal € 8.232.000,-
A. Algemeen
1 1. Aanbieding van het jaarverslag en verzoek tot dechargeverlening
AAN de voorzitters van de Eerste en de Tweede Kamer van de Staten-Generaal.
Hierbij bied ik u het jaarverslag van het de overige Hoge Colleges van Staat, Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad (IIB) over het jaar 2024 aan.
Onder verwijzing naar de artikelen 2.37 en 2.40 van de Comptabiliteitswet 2016 verzoek ik de beide Kamers van de Staten-Generaal de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties decharge te verlenen over het in het jaar 2024 gevoerde financiële beheer.
Voor de oordeelsvorming van de Staten-Generaal over dit verzoek tot dechargeverlening stelt de Algemene Rekenkamer als externe controleur op grond van artikel 7.14 van de Comptabiliteitswet 2016 een rapport op. Dit rapport wordt op grond van artikel 7.15 van de Comptabiliteitswet 2016 door de Algemene Rekenkamer aan de Staten-Generaal aangeboden. Het rapport bevat de bevindingen en het oordeel van de Algemene Rekenkamer over:
- het gevoerde begrotingsbeheer, financieel beheer, materiële bedrijfsvoering en de daartoe bijgehouden administraties van het Rijk;
- de centrale administratie van de schatkist van het Rijk van het Ministerie van Financiën;
- de financiële verantwoordingsinformatie in de jaarverslagen;
- de totstandkoming van de niet-financiële verantwoordingsinformatie in de jaarverslagen;
- de financiële verantwoordingsinformatie in het Financieel jaarverslag van het Rijk.
Bij het besluit tot dechargeverlening worden verder de volgende, wettelijk voorgeschreven, stukken betrokken:
- het Financieel jaarverslag van het Rijk over 2024;
- het voorstel van de slotwet dat met het onderhavige jaarverslag samenhangt;
- het rapport van de Algemene Rekenkamer over het onderzoek van de centrale administratie van de schatkist van het Rijk en van het Financieel jaarverslag van het Rijk;
- de verklaring van goedkeuring van de Algemene Rekenkamer over de in het Financieel jaarverslag van het Rijk, over 2024 opgenomen rekening van uitgaven en ontvangsten over 2024, alsmede over de saldibalans over 2024 (de verklaring van goedkeuring, bedoeld in artikel 7.14, tweede lid, van de Comptabiliteitswet 2016).
Het besluit tot dechargeverlening kan niet worden genomen, voordat de betrokken slotwet is aangenomen en voordat de verklaring van goedkeuring van de Algemene Rekenkamer is ontvangen.
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
J.J.M.Uitermark
Dechargeverlening door de Tweede Kamer
Onder verwijzing naar artikel 2.40 van de Comptabiliteitswet 2016 verklaart de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal dat de Tweede Kamer aan het hiervoor gedane verzoek tot dechargeverlening tegemoet is gekomen door een daartoe strekkend besluit, genomen in de vergadering van De Voorzitter van de Tweede Kamer, Handtekening: Datum: |
Op grond van artikel 2.40, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2016 wordt dit originele exemplaar van het onderhavige jaarverslag, na ondertekening van de hierboven opgenomen verklaring, ter behandeling doorgezonden aan de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.
Dechargeverlening door de Eerste Kamer
Onder verwijzing naar artikel 2.40 van de Comptabiliteitswet 2016 verklaart de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal dat de Eerste Kamer aan het hiervoor gedane verzoek tot dechargeverlening tegemoet is gekomen door een daartoe strekkend besluit, genomen in de vergadering van De Voorzitter van de Eerste Kamer, Handtekening: Datum: |
Op grond van artikel 2.40 van de Comptabiliteitswet 2016 wordt dit originele exemplaar van het onderhavige jaarverslag, na ondertekening van de hierboven opgenomen verklaring, doorgezonden aan de Minister van Financiën.
2. Leeswijzer
Algemeen
Voor u ligt het jaarverslag 2024 van de overige Hoge Colleges van Staat, Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad.
Het jaarverslag 2024 is als volgt opgebouwd:
A. een algemeen deel met de dechargeverlening;
B. het beleidsverslag met de artikelen en de bedrijfsvoeringsparagraaf;
C. de jaarrekening met de verantwoordingsstaat, de saldibalans en de WNT-verantwoording 2024;
D. De bijlage toezichtrelaties ZBO's en RWT's, bijlage Rijksuitgaven Caribisch Nederland.
Specificatie apparaatsuitgaven
De begroting van de overige Hoge Colleges van Staat, de Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad heeft geen apart centraal apparaatsartikel. In de beleidsartikelen is bij de toelichting onder de tabel budgettaire gevolgen van beleid een uitsplitsing van de apparaatsuitgaven opgenomen.
Groeiparagraaf
Ten opzichte van het jaarverslag van vorig jaar zijn in dit jaarverslag geen wijzigingen te melden.
Grondslagen voor de vastlegging en de waardering
De verslaggevingsregels en waarderingsgrondslagen die van toepassing zijn op de in dit jaarverslag opgenomen financiële overzichten zijn ontleend aan de Comptabiliteitswet 2016 en de daaruit voortvloeiende regelgeving, waaronder de Regeling rijksbegrotingsvoorschriften. Voor de begrotingsadministratie wordt het verplichtingen-kasstelsel toegepast.
Focusonderwerp
De Tweede Kamer heeft voor de verantwoording 2024 als focusonderwerp prioriteren van beleid met aandacht voor de uitvoering en arbeidsmarkt aangewezen. Dit heeft geen betrekking op het jaarverslag van de overige Hoge Colleges van Staat, Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad.
Beleidsverslag
Beleidsprioriteiten
Een Hoog College van Staat dient, conform de Comptabiliteitswet 2016, artikel 2.1 lid 7 betreffende een niet-departementale begroting, enkel haar taken en bedrijfsvoering weer te geven. Derhalve bevat de niet-departementale begroting – in vergelijking met departementale begrotingen waarbij wel een weergave van het beleid wordt opgenomen – geen beleidsprioriteiten. In aansluiting hierop worden geen beleidsprioriteiten opgenomen in het jaarverslag.
Beleidsartikelen
Een beleidsartikel is opgebouwd uit de volgende elementen:
A. Algemene doelstelling;
B. Rol en verantwoordelijkheid;
C. Beleidsconclusies;
D. Budgettaire gevolgen van beleid;
E. Toelichting op de financiële instrumenten.
Het niet-beleidsartikel is opgebouwd uit de tabel budgettaire gevolgen en de toelichting op de tabel.
Toelichting op de financiële instrumenten
In de toelichting op de financiële instrumenten wordt een toelichting gegeven bij verschillen tussen de vastgestelde begroting 2024 en de realisatie 2024. Indien van toepassing wordt er verwezen naar de eerste en tweede suppletoire begroting 2024. Het uitgangspunt is om daar de beleidsmatige en technische mutaties toe te lichten die groter zijn dan of gelijk zijn aan de ondergrens zoals deze in de Rijksbegrotingsvoorschriften 2025 is opgenomen, de zogenaamde staffel, te weten:
1. Raad van State | Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 1 mln. |
Verplichtingen/Uitgaven: 4 mln. Ontvangsten: 2 mln. |
2. Algemene Rekenkamer | Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln. Ontvangsten: 1 mln. |
Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 2 mln. |
3. De Nationale ombudsman | Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln. Ontvangsten: 1 mln. |
Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 2 mln. |
4. Kanselarij der Nederlandse Orden | Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln. Ontvangsten: 1 mln. |
Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 2 mln. |
6. Kabinet Gouverneur van Aruba | Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln. Ontvangsten: 1 mln. |
Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 2 mln. |
7. Kabinet Gouverneur van Curaçao | Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln. Ontvangsten: 1 mln. |
Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 2 mln. |
8. Kabinet Gouverneur van Sint Maarten | Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln. Ontvangsten: 1 mln. |
Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 2 mln. |
9. Kiesraad | Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln. Ontvangsten: 1 mln. |
Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 2 mln. |
10. Nog onverdeeld | Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln. Ontvangsten: 1 mln. |
Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 2 mln. |
Bedrijfsvoeringsparagraaf
Voor de overige Colleges van Staat, Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad is een afzonderlijke bedrijfsvoeringsparagraaf opgenomen.
Jaarrekening
Verantwoordingsstaat
In de jaarrekening treft u de verantwoordingsstaat voor de overige Hoge Colleges van Staat, Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad.
Saldibalans
In de jaarrekening wordt de saldibalans opgenomen met de bijbehorende toelichting.
WNT-verantwoording
de paragraaf voor de jaarrekening wordt afgesloten met de verantwoording van de Wet normering topinkomens (WNT) van de overige Hoge Colleges van Staat, Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad.
De bijlagen
In het jaarverslag voor de overige Hoge Colleges van Staat, Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad zijn de volgende bijlagen opgenomen:
- Toezichtrelaties zelfstandige bestuursorganen (ZBO’s) en rechtspersonen met een wettelijke Taak (RWT’s);
- Rijksuitgaven Caribisch Nederland.
B. Beleidsverslag
3. Beleidsartikelen
3.1 Artikel 1. Raad van State
A. Algemene doelstelling
Als adviseur voor wetgever en bestuur en als hoogste algemene bestuursrechter bijdragen aan behoud en versterking van de democratische rechtsstaat en daarbinnen aan de eenheid, legitimiteit en kwaliteit van het openbaar bestuur in brede zin, alsmede aan de rechtsbescherming van de burger.
De Grondwet en de Wet op de Raad van State vormen het wettelijk kader, waarbinnen de Raad van State zijn taken verricht. Het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden vormt de grondslag voor zijn werkzaamheden als Raad van State van het Koninkrijk.
De Afdeling advisering van de Raad van State is belast met het onafhankelijk toezicht op de naleving van de (Europese) begrotingsregels, als bedoeld in het Verdrag inzake stabiliteit, coördinatie en bestuur (VSCB) en artikel 5 van Verordening (EU) 473/2013. De Afdeling advisering is krachtens de artikelen 5 en 7 van de Klimaatwet belast met de toetsing van het klimaatbeleid van de regering. Zij adviseert over de jaarlijkse Klimaatnota en het vijfjaarlijks Klimaatplan.
B. Rol en verantwoordelijkheid
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Staten-Generaal en van de begroting van de Overige Hoge Colleges van Staat, de Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad. De colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer zijn in artikel 4.4 lid 4 van de Comptabiliteitswet 2016 afspraken vastgelegd (de zogenoemde beheerafspraken) tussen de minister en de colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie.
C. Beleidsconclusies
De Afdeling advisering
Taak van de Afdeling advisering is het op de meest doelmatige en kwalitatief goede wijze afdoen van binnengekomen adviesaanvragen. Tijdigheid, kenbaarheid en voorspelbaarheid zijn daarbij belangrijke kernbegrippen. In de onderstaande tabel zijn de realisaties voor de jaren 2021 ‒ 2024 weergegeven. Voor het jaar 2024 is een vergelijking gemaakt tussen ontwerpbegroting en de realisatie (afgedaan).
2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2024 | |
Ingekomen | 389 | 396 | 342 | 330 | 400 |
Afgedaan | 431 | 377 | 349 | 351 | 400 |
De Afdeling bestuursrechtspraak
Taak van de Afdeling bestuursrechtspraak is het op de meest doelmatige en kwalitatief goede wijze afdoen van binnengekomen zaken. Tijdigheid, kenbaarheid en voorspelbaarheid, bruikbare rechtsvorming en individuele rechtsbescherming zijn daarbij belangrijke aspecten. De Afdeling bestuursrechtspraak bestaat uit drie kamers: de Algemene kamer, de Vreemdelingenkamer en de Omgevingskamer. In de onderstaande tabel is de realisatie van de afhandeling van zaken door de Afdeling bestuursrechtspraak weergegeven. De gemiddelde doorlooptijden van alle afdoeningen (hoofdzaken en Voorlopige Voorzieningen) zijn weergegeven.
Omgevingskamer | 52 | 52 | 47 |
Algemene kamer | 40 | 54 | 45 |
Vreemdelingenkamer | 23 | 19 | 19 |
2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2024 | 2024 | |
Omgevingskamer | 2.286 | 2.242 | 2.262 | 2.507 | 3.039 | 2.800 |
Algemene kamer | 1.306 | 1.333 | 1.599 | 1.806 | 1.994 | 2.100 |
Vreemdelingenkamer | 5.562 | 5.084 | 5.450 | 6.210 | 6.084 | 5.639 |
Totaal bestuursrechtspraak | 9.154 | 8.659 | 9.311 | 10.523 | 11.117 | 10.539 |
De in de begroting opgenomen instroomverwachtingen van de Omgevingskamer en de Algemene kamer zijn gebaseerd op meerjarige ervaringsgegevens. De prognoses van de instroom en de uitstroom van de Vreemdelingenkamer worden in het overleg van de partners in de vreemdelingenketen vastgesteld. Dit leidt tot een Meerjaren Productie Prognose (MPP). De instroom van zaken binnen de Vreemdelingenkamer is grotendeels de uitkomst van de instroom, doorstroom en uitstroom bij de genoemde ketenpartners. In 2024 was de instroom conform de MPP 2023-2. De Afdeling bestuursrechtspraak is na de Immigratie- en Naturalisatiedienst en de rechtbanken de laatste schakel in de vreemdelingenketen. De verwerking van de budgettaire gevolgen van deze actualisatie vindt plaats bij gelegenheid van de suppletoire begrotingen. In 2024 was het aanbod aan nieuwe zaken 11.117. De Afdeling bestuursrechtspraak heeft in 2024 10.523 zaken afgedaan. De instroom en uitstroom van zaken is in alle drie de kamers ten opzichte van 2023 toegenomen. De gemiddelde doorlooptijd van alle afgedane zaken in 2024 is 34 weken. De stijging van de gemiddelde doorlooptijd ten opzichte van 2023 is het gevolg van de stijgende moeilijkheidsgraad van de zaken en een groot tekort aan juristen binnen de directie Bestuursrechtspraak. De verwachting die vanaf het jaarverslag 2022 is uitgesproken, namelijk dat er rekening moest worden gehouden met een te beperkte afdoeningscapaciteit en daardoor oplopende doorlooptijden, is helaas ook dit jaar uitgekomen.
D. Budgettaire gevolgen van beleid
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2024 | 2024 | |
Verplichtingen | 78.389 | 74.126 | 75.528 | 83.372 | 87.392 | 85.283 | 2.109 |
Uitgaven | 72.711 | 73.037 | 76.467 | 85.301 | 90.083 | 85.283 | 4.800 |
Institutionele inrichting | |||||||
Advisering | 6.960 | 7.204 | 6.978 | 7.189 | 7.909 | 8.470 | ‒ 561 |
Bestuursrechtspraak | 32.422 | 31.500 | 32.724 | 36.140 | 39.160 | 46.047 | ‒ 6.887 |
Raad van State gemeenschappelijke diensten | 33.329 | 34.333 | 36.765 | 41.972 | 43.014 | 30.766 | 12.248 |
Ontvangsten | 1.280 | 1.286 | 1.699 | 1.486 | 1.720 | 1.950 | ‒ 230 |
E. Toelichting op de instrumenten
Totaal apparaat | 90.083 |
waarvan personeel | 75.414 |
Eigen personeel | 66.782 |
Externe inhuur | 7.283 |
Overig personeel | 1.349 |
waarvan materieel | 14.669 |
Verplichtingen
Het bedrag van de aangegane verplichtingen is circa hoger dan bij de vastgestelde begroting werd geraamd. Bij de eerste suppletoire begroting is circa € 5,7 mln. toegevoegd dit betreft dit de toedeling van de loon- en prijsbijstelling tranche 2024 en de eindejaarsmarge. Het uiteindelijke resultaat is een overschot van € 4,2 mln.
Uitgaven
Institutionele inrichting
Advisering
Bij gelegenheid van de eerste suppletoire begroting is het bedrag van de loon- en prijscompensatie aan de raming toegevoegd. Tevens zijn er middelen gerealloceerd van Advisering (€ 1,0 mln.) naar Raad van State gemeenschappelijke diensten. De gerealiseerde uitgaven zijn als gevolg van enkele vacatures die in 2024 niet zijn vervuld of later ingevuld zijn dan verwacht circa € 0,5 mln. lager dan begroot.
Bestuursrechtspraak
Bij gelegenheid van de eerste suppletoire begroting is het bedrag van de loon- en prijscompensatie aan de raming toegevoegd. Daarnaast heeft er een reallocatie van Bestuursrechtspraak (€ 6,0 mln.) naar Raad van State gemeenschappelijke diensten plaats gevonden. De gerealiseerde uitgaven zijn als gevolg van vacatures die in 2024 niet zijn vervuld circa € 3,8 mln. lager dan begroot.
Gemeenschappelijke diensten
Bij gelegenheid van de eerste suppletoire begroting is het bedrag voor de loon- en prijscompensatie aan de raming toegevoegd en zijn er middelen overgeheveld van Advisering en Bestuursrechtspraak naar Gemeenschappelijke diensten. De uitgaven voor onder andere informatievoorziening en ICT bleken in 2024 uiteindelijk € 2,9 mln. hoger dan geraamd.
Ontvangsten
De ontvangsten uit hoofde van de griffierechten zijn als gevolg van bovengenoemde ontwikkelingen circa € 0,2 mln. lager dan oorspronkelijk geraamd.
3.2 Artikel 2. Algemene Rekenkamer
A. Algemene doelstelling
De Algemene Rekenkamer is belast met het onderzoek van de ontvangsten en uitgaven van het Rijk. Zij heeft als doel het rechtmatig, doelmatig, doeltreffend en integer functioneren van het Rijk en de daarmee verbonden organen te toetsen en te helpen verbeteren. Daarbij toetst zij ook de nakoming van verplichtingen die Nederland in internationaal verband is aangegaan.
De wettelijke taak van de Algemene Rekenkamer als Hoog College van Staat is vastgelegd in artikel 76 en artikel 105.3 van de Grondwet en in de Comptabiliteitswet 2016.
Hierin ligt de basis van de wettelijke opdracht om jaarlijks de rechtmatigheid te onderzoeken van het financieel beheer van het Rijk en een goedkeurende verklaring te geven bij de Rijksrekening. Daarnaast bevat het wettelijk kader de opdracht om de doeltreffendheid en de doelmatigheid van het gevoerde beleid te onderzoeken. De taken van de Algemene Rekenkamer vereisen dat zij een grondwettelijk geborgde, onafhankelijke positie heeft ten opzichte van de regering en het parlement. Behalve een degelijke wettelijke basis, vraagt dat om een bestendige financiële basis, die de ruimte om in onafhankelijkheid keuzes te kunnen maken ondersteunt.
De Algemene Rekenkamer dient geen ander belang dan het goed en integer functioneren en presteren van het openbaar bestuur. De Algemene Rekenkamer laat op onpartijdige wijze zien hoe de rijksoverheid, inclusief de daaraan verbonden organen, in de praktijk functioneert en presteert. Zij laat bovendien zien welke verbeteringen mogelijk zijn, ongeacht de samenstelling van het parlement en het kabinet. Daarmee wil zij ook een bijdrage leveren aan het vertrouwen van burgers dat de overheid zorgvuldig, zuinig en zinnig omgaat met publiek geld.
De Algemene Rekenkamer voorziet de regering, de Staten-Generaal en degenen die verantwoordelijk zijn voor de aan het Rijk verbonden organen van bruikbare en relevante informatie. Aan de hand daarvan kunnen deze bepalen of het beleid van een minister rechtmatig, doelmatig en doeltreffend is uitgevoerd. Deze informatie bestaat uit onderzoeksbevindingen, oordelen en aanbevelingen over organisatie, beheer en beleid. Zij is in principe voor het publiek toegankelijk. De Algemene Rekenkamer bepaalt zelf welke informatie zij openbaar maakt en welke rapporten zij publiceert. Op de website van de Algemene Rekenkamer staat de actuele onderzoeksagenda.
Daarnaast rekent zij het tot haar verantwoordelijkheden om een bijdrage te leveren aan internationale vakkundigheid en governance op het gebied van Supreme Audit Institutions, o.a. door kennisuitwisseling en samenwerking in binnen- en buitenland. Hoofdstuk 7 van de Comptabiliteitswet 2016 verschaft een wettelijke basis voor het uitvoeren van internationale werkzaamheden die aansluiten bij de wettelijke taken van de Algemene Rekenkamer.
B. Rol en verantwoordelijkheid
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Staten-Generaal en van de begroting van de Overige Hoge Colleges van Staat, de Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad. De Colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer zijn in artikel 4.4 lid 4 van de Comptabiliteitswet 2016 afspraken vastgelegd (de zogenoemde beheerafspraken) tussen de minister en de Colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie.
C. Beleidsconclusies
Strategie
Voor de Algemene Rekenkamer was 2024 het vierde jaar van de strategische periode 2021-2025.
Vertrouwen in Verantwoording
In 2024 hebben we onder de naam PulsAR gewerkt aan het aanscherpen en concretiseren van de strategische prioriteiten van de Algemene Rekenkamer: we zijn de onafhankelijke controleur van publiek geld, we zijn scherp op resultaten voor burgers en bedrijven en we willen eraan bijdragen dat de (rijks)overheid beter presteert en functioneert. Onze focus ligt daarbij op terreinen waar de functie van de Rekenkamer de meeste toegevoegde waarde heeft. De Algemene Rekenkamer geeft ook vaker een oordeel over de doelmatigheid en doeltreffendheid van beleid. Bovendien krijgen IT en databeheer een steeds prominentere plek in de onderzoeksprogrammering van de Rekenkamer. Daarvoor maken wij steeds meer gebruik van nieuwe methoden en technieken van onderzoek. Eind 2024 hebben we besloten de huidige strategische periode te verlengen tot en met 2028.
Onderzoeksprogramma’s
De afgelopen jaren heeft de Algemene Rekenkamer een aantal onderwerpen en thema’s aangewezen die centraal staan in de onderzoeksprogrammering. Deze onderwerpen zijn dan ook terug te vinden in de onderzoeksprogramma’s. De programma’s Energietransitie en Digitalisering hebben in 2024 verschillende publicaties het licht laten zien.
Resultaten
De Algemene Rekenkamer heeft resultaat geboekt met de voor 2024 gestelde doelen. Zo heeft de Algemene Rekenkamer in 2024 in totaal 70 publicaties opgeleverd.
- 40 rapporten, waarvan 24 rapporten verantwoordingsonderzoek;
- 24 brieven aan de Tweede Kamer, waarvan 16 begrotingsbrieven;
- 6 overige producten, waaronder 1 app (Ons geld ontcijferd) en 3 webdossiers.
Op www.rekenkamer.nl heeft de Algemene Rekenkamer de onderzoeksrapporten, de brieven aan de Tweede Kamer en de jaarlijkse Verslagen gepubliceerd. Daar zijn ook de webdossiers te vinden. De Algemene Rekenkamer maakt de uitgaven (het grootboek) openbaar in de vorm van open data.
In 2024 zijn meer publicaties verschenen (70) dan in 2023 (59). Een van de redenen daarvoor was dat we in 2023, door de verkiezingen voor de Tweede Kamer (november), enkele publicaties hebben doorgeschoven naar 2024. Daarnaast hebben we in 2024 meer begrotingsbrieven uitgebracht dan in 2023. De begrotingsbrieven zijn voor het eerst allemaal op dezelfde dag gepubliceerd. Zo waren ze ruimschoots vóór alle begrotingsbehandelingen voor de Tweede Kamer beschikbaar.
Behalve voor deze 70 publicaties heeft de Algemene Rekenkamer capaciteit vrijgemaakt voor andere activiteiten die bijdragen aan een beter presterende overheid. Zo vergroten we onder meer de impact van onze onderzoeken door interviews te geven en artikelen in de media te publiceren. Door samenwerking met de Vereniging van Rekenkamers vergroten wij de impact en bekendheid van zowel de Algemene Rekenkamer, als de rekenkamers bij gemeenten, provincies en waterschappen.
In een externe evaluatie (peerreview) door 3 toonaangevende buitenlandse rekenkamers stond de aanbeveling de onafhankelijkheid van de Algemene Rekenkamer in de financial audit verder te versterken. Daaraan hebben we in 2024 verder gewerkt. De Algemene Rekenkamer heeft meegewerkt aan een ambtelijke werkgroep met het ministerie van Financiën en de Auditdienst Rijk om 4 varianten voor een nieuw controlebestel uit te werken. De minister heeft de Kamer hierover op 26 april 2024 geïnformeerd. In deze brief schreef de minister dat hij 1 variant – de overheveling van de certificerende taak van de ADR naar de AR – verder wil laten uitwerken onder leiding van een onafhankelijke voorzitter. De Algemene Rekenkamer heeft zitting genomen in de stuurgroep die de uitwerking begeleidt. De resultaten verwacht de minister te betrekken bij zijn besluit over het controlebestel in het eerste kwartaal van 2025.
D. Budgettaire gevolgen van beleid
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2024 | 2024 | |
Verplichtingen | 21.879 | 34.640 | 39.956 | 41.139 | 46.484 | 44.341 | 2.143 |
Uitgaven | 33.276 | 34.035 | 37.601 | 41.875 | 47.053 | 44.341 | 2.712 |
Institutionele inrichting | |||||||
Recht- en doelmatigheidsbevordering | 33.276 | 34.035 | 37.601 | 41.875 | 47.053 | 44.341 | 2.712 |
Ontvangsten | 1.136 | 1.240 | 1.092 | 1.709 | 1.679 | 1.017 | 662 |
E. Toelichting op de instrumenten
Totaal apparaat | 47.053 |
waarvan personeel | 39.762 |
Eigen personeel | 35.120 |
Externe inhuur | 4.642 |
Overig personeel | |
waarvan materieel | 7.291 |
ICT | 3.082 |
Bijdrage aan SSO's | 1.509 |
Overig materieel | 2.700 |
Uitgaven
Institutionele inrichting
Recht- en doelmatigheidsbevordering
De oorspronkelijk vastgestelde begroting 2024 voor de verplichtingen bedroeg € 44,3 mln. De verplichtingen zijn het gevolg van de loon- en prijsontwikkeling en door meerjarige verplichtingen van nieuwe ICT-, inhuur en leasecontracten. De verplichtingen zijn iets lager dan verwacht, doordat meerjarencontracten later worden afgesloten.
De oorspronkelijke uitgavenbegroting 2024 bedroeg € 44,3 mln. Bij de eerste en tweede suppletoire begroting 2024 is extra budget toegevoegd in verband met onder andere de loon- en prijsontwikkeling en de ambtelijke ondersteuning van de dialoog tussen de staatsmachten. De stand na de tweede suppletoire begroting 2024 bedroeg € 47,2 mln. In 2024 heeft de Algemene Rekenkamer € 47,1 mln. gerealiseerd, daarmee is het budget vrijwel geheel uitgeput.
Ontvangsten
De ontvangstenbegroting voor 2024 bedroeg € 1 mln. De gerealiseerde ontvangsten waren afgerond € 1,7 mln. en hebben betrekking op internationale projecten en uitdetacheringen. De ontvangsten van de internationale projecten waren hoger, doordat deze na de coronacrisis weer zijn uitgebreid. Ook waren er meer uitdetacheringen.
3.3 Artikel 3. De Nationale ombudsman
A. Algemene doelstelling
De Nationale ombudsman komt in beeld als burgers er niet in slagen om er uit te komen met de overheid. Als het misgaat tussen de burger en de overheid, kan de ombudsman tussenbeide komen, bemiddelen of een onderzoek instellen. Ook kan de ombudsman op eigen initiatief structurele problemen aandacht geven.
In het werk van de Nationale ombudsman staat de vraag centraal of burgers behoorlijk behandeld worden door de overheid. Handelt de overheid eerlijk, communiceert zij begripvol met burgers en is er voldoende oog voor de menselijke maat?
Enerzijds helpt de Nationale ombudsman burgers als het misgaat tussen hen en de overheid:
- Door burgers de weg te wijzen naar het juiste loket;
- Door ze te ondersteunen met adviezen en tools;
- Door op een effectieve manier onderzoek te doen.
Anderzijds wil de Nationale ombudsman overheden uitdagen anders te kijken naar diensten, processen en innovaties. Daarom kijken we naar wat de overheid doet. Denken we na over manieren waarop het anders en beter kan. Om overheden hier vervolgens op aan te spreken en ze te vragen om zaken te verbeteren en zich meer te verplaatsen in de burger.
De Kinderombudsman en de Veteranenombudsman hebben tot doel te bevorderen dat de rechten van respectievelijk jeugdigen en veteranen worden geëerbiedigd door bestuursorganen en door privaatrechtelijke organisaties. De Kinderombudsman en de Veteranenombudsman zijn onderdeel van de Nationale ombudsman.
B. Rol en verantwoordelijkheid
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Staten-Generaal en van de begroting van de Overige Hoge Colleges van Staat, de Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad. De Colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer zijn in artikel 4.4 lid 4 van de Comptabiliteitswet 2016 afspraken vastgelegd (de zogenoemde beheerafspraken) tussen de minister en de Colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie.
C. Beleidsconclusies
De Nationale ombudsman was in 2024 gastheer voor de 13e IOI wereldconferentie, zoals aangekondigd in de 1e suppletoire begroting van 2023. Het IOI is het International Ombudsman Institute, een internationale organisatie voor ombudsmannen wereldwijd. Elke vier jaar organiseert het IOI een conferentie voor circa 300 deelnemers vanuit de hele wereld.
Het IOI is opgericht om de samenwerking tussen onafhankelijke lokale, regionale en nationale ombudsinstellingen uit meer dan honderd landen te bevorderen. In een tijd waarin landen over de hele wereld voor grote maatschappelijke uitdagingen staan, is deze samenwerking en het van elkaar leren hard nodig. Tijdens dit IOI congres in Den Haag kwamen ruim honderd ombudsmannen en hun medewerkers van over de hele wereld bij elkaar. De Koning heeft tijdens de opening een toespraak gehouden. Het programma bestond uit verschillende plenaire bijeenkomsten en break-outsessies waarin de deelnemers met elkaar in gesprek gingen over onder andere de gevolgen van klimaatverandering, inclusiviteit, het bereiken van mensen die niet makkelijk te bereiken zijn voor de overheid en toekomstige generaties.
D. Budgettaire gevolgen van beleid
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2024 | 2024 | |
Verplichtingen | 21.932 | 23.666 | 29.717 | 25.291 | 30.904 | 28.694 | 2.210 |
Uitgaven | 20.814 | 23.099 | 26.988 | 25.954 | 30.903 | 28.694 | 2.209 |
Institutionele inrichting | |||||||
Taakuitoefening Nationale ombudsman | 18.049 | 20.009 | 23.240 | 21.872 | 26.656 | 26.171 | 485 |
Materiële uitgaven | |||||||
Taakuitoefening medeoverheden | 2.765 | 3.090 | 3.748 | 4.082 | 4.247 | 2.523 | 1.724 |
Ontvangsten | 2.817 | 2.791 | 2.952 | 3.790 | 4.118 | 2.796 | 1.322 |
E. Toelichting op de instrumenten
Totaal apparaat | 30.903 |
waarvan personeel | 25.224 |
Eigen personeel | 22.489 |
Externe inhuur | 1.325 |
Overig personeel | 1.410 |
waarvan materieel | 5.679 |
Uitgaven
Institutionele inrichting
Taakuitoefening Nationale ombudsman
Dit betreft de uitgaven voor klachtbehandeling door de Nationale ombudsman waaronder ook het werk op eigen initiatief. Daarnaast betreft dit ook uitgaven voor de uitvoering van taken van de Kinderombudsman en de Veteranenombudsman. De uitgaven op dit instrument bedragen circa € 26,5 mln.
Het budget voor dit instrument was bij de begroting circa € 26,2 mln. Gedurende het jaar is in totaal circa € 1,4 mln. aan de begroting toegevoegd.
De Nationale ombudsman helpt burgers als het misgaat tussen hen en de overheid en zet zich ervoor in dat het burgerperspectief geborgd is in alles wat de overheid doet. Dat doet de organisatie op verschillende manieren. Zo behandelt de Nationale ombudsman verzoeken van individuele burgers over het optreden van overheden. De medewerkers van de Nationale ombudsman staan dagelijks burgers te woord die vragen hebben of een klacht over een overheidsinstantie hebben. Individuele klachten van burgers worden behandeld door onder andere het plegen van interventies, het schrijven van rapporten, het doen van aanbevelingen en het uitvoeren van bemiddelingen. De Nationale ombudsman fungeert ook als vraagbaak voor ambtenaren, medewerkers van uitvoeringsinstanties, intermediairs en andere professionals, zodat zij burgers met een hulpvraag beter kunnen helpen. Ook de drie bijzondere gemeenten in Caribisch Nederland behoren tot het werkgebied van de Nationale ombudsman, de Kinderombudsman en de Veteranenombudsman.
De Nationale ombudsman zet zich pro- actief in op het verbeteren van de dienstverlening door de overheid. Dat doet de organisatie onder meer door het uitvoeren van onderzoeken uit eigen beweging, bijvoorbeeld als er over een bepaald onderwerp veel klachten binnenkomen of als op andere manieren wordt gesignaleerd dat burgers in de knel komen door de overheid. Het actief signaleren van deze knelpunten en agenderen vormt een belangrijk onderdeel van het werk van de ombudsman. In 2024 heeft de organisatie van de drie ombudsfuncties daarom een nieuw signaleringsproces uitgerold waarmee nog beter signalen uit de samenleving worden opgepikt en opgevolgd.
De Nationale ombudsman wacht niet tot mensen aankloppen met een klacht, maar gaat actief in gesprek met burgers en overheden. Dat deed de Nationale ombudsman in 2024 twee keer tijdens de provincietour in het land maar ook tijdens werkbezoeken bij (overheids-)instanties, en door met bestuurders te spreken. De Nationale ombudsman geeft gevraagd en ongevraagd advies aan overheden om de dienstverlening te verbeteren. Daarnaast geeft de organisatie workshops en presentaties op het gebied van professionele klachtbehandeling.
Om focus aan te brengen in de onderzoeken die uit eigen beweging worden gedaan, werkt de organisatie met een jaarlijks vastgestelde Ombudsagenda. Deze agenda bestaat uit thema's, die aansluiten bij de signalen en klachten van burgers over overheden. In 2024 publiceerden de drie ombudsmannen, al dan niet in gezamenlijkheid, verschillende onderzoeken. Zo bracht de Nationale ombudsman in het najaar van 2024 het onderzoek uit naar CTER (Contraterrorisme, Extremisme en Radicalisering)- registraties van burgers waarin het concludeerde dat het toezicht en de rechtsbescherming door de overheid niet goed geregeld is. De Kinderombudsman en de Nationale ombudsman deden ook samen onderzoek naar participatie van ouders en kinderen in de Jeugdwet. Dit rapport vormde het derde onderzoek in een reeks van rapporten over participatie in het sociaal domein. Door een nauwere samenwerking tussen de drie ombudsfuncties streeft de Nationale ombudsman ernaar om voor nog meer mensen iets te kunnen betekenen.
De Kinderombudsman bevordert dat de rechten van jeugdigen worden nageleefd door overheidsinstanties en door privaatrechtelijke organisaties. Dit doet de Kinderombudsman door het geven van voorlichting en het geven van informatie over de rechten van jeugdigen, het gevraagd en ongevraagd advies uitbrengen aan de regering en de Tweede Kamer over wetgeving en beleid dat rechten van jeugdigen raakt en door onderzoek naar aanleiding van klachten of uit eigen beweging. Ook houdt de Kinderombudsman toezicht op de wijze waarop klachten van jeugdigen of hun wettelijke vertegenwoordigers door de daartoe bevoegde instanties worden behandeld. In december 2024 lanceerde de Kinderombudsman, op de Internationale Dag voor de Rechten van de Mens, de Kinderrechtentoets. Met deze Kinderrechtentoets reikt de Kinderombudsman beleidsmakers een hulpmiddel aan waarmee zij in een paar stappen de belangen van kinderen in kaart kunnen brengen bij het maken van nieuwe wetten en beleid. Hiermee heeft de Kinderombudsman uitvoering gegeven aan de oproep van het VN- Kinderrechtencomité in 2022 om een kinderrechtentoets te gebruiken.
De Veteranenombudsman bevordert dat de rechten van veteranen worden nageleefd door overheidsinstanties en door privaatrechtelijke organisaties. Naast de behandeling van klachten van veteranen, voert de Veteranenombudsman ook onderzoeken uit eigen beweging uit bij structurele aandachtspunten. Daarnaast heeft de Veteranenombudsman de taak om de regering en de Tweede Kamer te informeren over zijn bevindingen. De Veteranenombudsman adviseert gevraagd én ongevraagd de regering en Tweede Kamer over de uitvoering van de Veteranenwet en over beleid dat een behoorlijke behandeling van veteranen raakt. In 2024 vierde de Veteranenombudsman samen met vele betrokkenen bij het Veteraneninstituut in Doorn het 10-jarig jubileum van deze Veteranenwet. Dat deze wet nog hard nodig is blijkt ook uit het rapport «Erken mijn zorgen» dat de Veteranenombudsman eind 2024 publiceerde. Omdat de Veteranenombudsman regelmatig signalen ontving dat partners, ouders en kinderen van postactieve veteranen zich niet gehoord en gezien voelen door de overheid, deed de organisatie onderzoek naar de behoefte en ondersteuning van relaties van Veteranen.
Klachten | 2020 | 2021 | 20222 | 2023 | 2024 |
Nationale ombudsman | 25.640 | 29.920 | 24.020 | 20.380 | 24.050 |
Kinderombudsman | 1.990 | 2.170 | 1.690 | 1.530 | 1.810 |
Veteranenombudsman | 280 | 290 | 270 | 240 | 280 |
Totaal | 27.910 | 32.380 | 25.980 | 22.150 | 26.140 |
In 2024 is het aantal door de Nationale ombudsman ontvangen klachten 24.050. De Kinderombudsman heeft 1.810 verzoeken ontvangen. De Veteranenombudsman heeft 280 klachten ontvangen. Voor alle drie de ombudsfuncties is het aantal ontvangen klachten in 2024 hoger dan in 2023.
Materiële uitgaven
Taakuitoefening medeoverheden
Naast de provincies, de waterschappen en bijna alle gemeenschappelijke regelingen is 83 % van de 342 (stand per 1 januari 2024) gemeenten aangesloten bij de Nationale ombudsman voor hun klachtbehandeling. Mede door deze hoge dekkingsgraad fungeert de Nationale ombudsman als kenniscentrum voor klachtbehandeling door medeoverheden.
Op dit artikelonderdeel worden alle uitgaven van de klachtbehandeling voor de medeoverheden zichtbaar.
Het budget op dit instrument was bij de begroting circa € 2,5 mln. Gedurende het jaar is circa € 1,2 mln. aan de begroting toegevoegd. De desaldering betreft de jaarlijkse indexatie op de tarieven die gesteld worden voor de medeoverheden. De middelen worden tevens ingezet voor de taakuitoefening medeoverheden van de Nationale ombudsman. De totale uitgaven op dit artikelonderdeel bedragen circa € 4,2 mln.
22% van alle klachten die de Nationale ombudsman heeft ontvangen, heeft betrekking op gemeenten, gemeenschappelijke regelingen, provincies en waterschappen. Het aantal geregistreerde klachten in 2024 bedroeg 5.350.
Aangesloten gemeenten | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 |
in percentage | 75 | 75 | 74 | 78 | 83 |
Vanaf 1 januari heeft de Nationale ombudsman de taken van de Overijsselse ombudsman overgenomen. Inwoners van Overijssel kunnen terecht bij de Nationale ombudsman als zij vastlopen in hun contact met de lokale overheid.
In het jaarverslag van de Nationale ombudsman over 2024 wordt ingegaan op alle activiteiten van zowel de Nationale ombudsman, de Kinderombudsman als de Veteranenombudsman.
Ontvangsten
De ontvangsten hebben voornamelijk betrekking op de activiteiten van de Nationale ombudsman in opdracht van provincies, waterschappen en gemeenten. Door de jaarlijkse aanpassing van de bedragen genoemd in het Vergoedingenbesluit Wet Nationale ombudsman 2006 is ca. € 1,2 mln. aan de begroting toegevoegd.
De Nationale ombudsman organiseerde in 2024 de dertiende International Ombudsman Institute (IOI) wereldconferentie. Dat is voor een groot deel gefinancierd uit inkomsten die daaruit voortvloeiden in 2023 en 2024. Daar zijn bij eerste suppletoire begroting 2023 middelen voor toegevoegd aan de begroting. Aan de conferentie hebben minder deelnemers deelgenomen dan begin 2023 was voorzien. De ontvangsten in 2024 bedroegen € 0,2 mln. minder dan begroot. De ontvangstenbegroting is met dit bedrag verlaagd.
Het budget op de ontvangstenbegroting was bij de begroting circa € 2,8 mln. Gedurende het jaar is circa € 1 mln. aan de begroting toegevoegd.
3.4 Artikel 4. Kanselarij der Nederlandse Orden
A. Algemene doelstelling
De Kanselarij der Nederlandse Orden (KNO) is bij Koninklijk Besluit (KB) van 3 juni 1844 ingesteld. De Kanselarij der Nederlandse Orden is de organisatie die:
- het Kapittel der Militaire Willems-Orde en het Kapittel voor de Civiele Orden faciliteert en ambtelijk ondersteunt in hun advisering over de voorstellen tot decoratieverlening;
- zorg draagt voor het beheer van de versierselen van de onderscheidingen en voor de correcte verzending ervan aan de betrokken gemeenten;
- zorgt dat door het Koninkrijk der Nederlanden koninklijk onderscheiden personen in registers worden opgenomen.
Kapittel der Militaire Willems-Orde
Het Kapittel der Militaire Willems-Orde doet onderzoek naar en adviseert de minister van Defensie over de voordrachten voor benoeming of bevordering in of ontslag uit de Orde. Daarnaast houdt het registers aan voor elk der vier klassen van ridders alsmede de aantekening van verlening van het ordeteken aan onderdelen van de krijgsmacht.
Kapittel voor de Civiele Orden
Het Kapittel voor de Civiele Orden beoordeelt de voordrachten voor een Koninklijke onderscheiding in de Orde van de Nederlandse Leeuw en de Orde van Oranje-Nassau. Tevens beoordeelt het voordrachten voor de Erepenning Menslievend Hulpbetoon. Uit de beoordeling volgt een advies aan de minister die het aangaat. Daarnaast geeft het Kapittel voorlichting over de werking van het decoratiestelsel.
B. Rol en verantwoordelijkheid
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Staten-Generaal en van de begroting van de Overige Hoge Colleges van Staat, de Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad. De Colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer zijn in artikel 4.4 lid 4 van de Comptabiliteitswet 2016 afspraken vastgelegd (de zogenoemde beheerafspraken) tussen de minister en de Colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie.
C. Beleidsconclusies
Er zijn in 2024 geen bijzonderheden te melden.
D. Budgettaire gevolgen van beleid
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2024 | 2024 | |
Verplichtingen | 6.715 | 5.571 | 4.880 | 5.287 | 6.139 | 6.211 | ‒ 72 |
Uitgaven | 6.801 | 5.337 | 5.264 | 5.703 | 5.518 | 6.211 | ‒ 693 |
Institutionele inrichting | |||||||
Apparaat | 5.080 | 3.668 | 3.476 | 3.562 | 3.861 | 4.167 | ‒ 306 |
Materiële uitgaven | |||||||
Decoraties | 1.720 | 1.669 | 1.788 | 2.141 | 1.657 | 2.039 | ‒ 382 |
Riddertoelagen | 1 | 0 | 0 | 0 | 0 | 5 | ‒ 5 |
Ontvangsten | 439 | 390 | 352 | 346 | 386 | 199 | 187 |
E. Toelichting op de instrumenten
Totaal apparaat | 3.861 |
waarvan personeel | 2.579 |
Eigen personeel | 2.141 |
Externe inhuur | 438 |
Overig personeel | 0 |
waarvan materieel | 1.282 |
ICT | 454 |
Bijdrage aan SSO's | 313 |
Overig | 515 |
Uitgaven
Institutionele inrichting
Apparaat
Het budget op apparaat was bij de begroting circa € 4,1 mln. Gedurende het jaar is circa € 0,3 mln. aan de begroting toegevoegd. Dit betreft de eindejaarsmarge en de Loon- en prijsontwikkeling. De onderuitputting ad € 0,6 mln. op apparaat heeft te maken met een opgelopen vertraging voor het verder verbeteren van de ICT-infrastructuur en ook hebben vacatures lang(er) open gestaan.
Materiële uitgaven
Decoraties
De uitgaven voor decoraties hebben betrekking op ingekochte versierselen en toebehoren (zoals verpakkingen en oorkondes). In 2024 is een Europese aanbesteding voor het vervaardigen en leveren van Koninklijke onderscheidingen afgerond en in werking getreden. Het budget op decoraties bij de begroting was circa € 2 mln. De onderuitputting is ontstaan doordat er minder staatsbezoeken in 2024 geweest zijn waarbij er sprake is van decoratie-uitwisseling.
Riddertoelagen
Aan de in leven zijnde Ridders Militaire Willems-Orde, de weduwen/weduwnaars van de Ridders Militaire Willems-Orde of de minderjarige kinderen van Ridders Militaire Willems-Orde wordt van rechtswege een jaarlijkse riddertoelage uitgekeerd. Daar er nog maar weinig weduwen/weduwnaars in leven zijn, wordt er minder uitgekeerd dan voorheen.
Ontvangsten
Er zijn in 2024 meer borgsommen ontvangen voor het voor onbepaalde tijd in bruikleen houden van Koninklijke onderscheidingen door gedecoreerden of erven van gedecoreerden dan was begroot.
3.5 Artikel 6. Kabinet van de Gouverneur van Aruba
A. Algemene doelstelling
Het Kabinet van de Gouverneur van Aruba heeft tot taak het ondersteunen van de Gouverneur van Aruba in zijn hoedanigheid van vertegenwoordiger van de Koning als hoofd van de regering van Aruba en in zijn hoedanigheid van vertegenwoordiger van de regering van het Koninkrijk. Gezien deze ondersteunende rol zijn de taken van het Kabinet een afgeleide van de taken en bevoegdheden van de Gouverneur, die voornamelijk zijn geregeld in het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden, de Staatsregeling van Aruba en het Reglement voor de Gouverneur van Aruba. Het kabinet heeft ook tot taak het behandelen van consulaire aangelegenheden aangezien de gouverneur tevens bevoegdheden heeft in het kader van de verkrijging van het Nederlanderschap en de verstrekking van paspoorten en visa aan personen die woonachtig zijn in Aruba.
B. Rol en verantwoordelijkheid
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Staten-Generaal en van de begroting van de Overige Hoge Colleges van Staat, de Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad. De colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer zijn in artikel 4.4 lid 4 van de Comptabiliteitswet 2016 afspraken vastgelegd (de zogenoemde beheerafspraken) tussen de minister en de colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie.
Voor het handelen van de gouverneur als landsorgaan leggen de ministers van Aruba verantwoording af aan de Staten van Aruba. De gouverneur is als Koninkrijksorgaan verantwoordelijk aan de regering van het Koninkrijk.
De gouverneur onderhoudt contacten met de minister-president en overige Ministers van Aruba, de Staten, maatschappelijke organisaties en met ministers en andere bestuurders van de andere landen van het Koninkrijk. De gouverneur onderhoudt ook contacten met ambassadeurs van het Koninkrijk en van andere staten in de regio. De relaties met de Gouverneurs van Sint Maarten en Curaçao zijn geïnstitutionaliseerd en worden onderhouden.
Het kabinet onderhoudt contacten met andere organen van de overheid, zowel binnen als buiten het Koninkrijk. Bij de uitvoering van rijksregelgeving werkt het kabinet samen met verschillende ministeries, agentschappen en diensten van Nederland.
C. Beleidsconclusies
Er zijn in 2024 geen beleidswijzigingen geweest.
D. Budgettaire gevolgen van beleid
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2024 | 2024 | |
Verplichtingen | 2.096 | 2.338 | 2.480 | 2.582 | 2.781 | 2.223 | 558 |
Uitgaven | 2.096 | 2.338 | 2.480 | 2.582 | 2.781 | 2.223 | 558 |
Institutionele inrichting | |||||||
Kabinet Gouverneur Aruba | 2.096 | 2.338 | 2.480 | 2.582 | 2.781 | 2.223 | 558 |
Ontvangsten | 53 | 96 | 93 | 128 | 138 | 60 | 78 |
E. Toelichting op de instrumenten
Totaal apparaat | 2.781 |
waarvan personeel | 2.106 |
Eigen personeel | 1.914 |
Externe inhuur | 41 |
Overig personeel | 151 |
waarvan materieel | 675 |
ICT | 142 |
Overig materieel | 533 |
Uitgaven
Institutionele inrichting
Kabinet Gouverneur van Aruba
De vastgestelde begroting bedroeg in 2024 € 2,2 mln. Hieraan werd bij de eerste suppletoire begroting € 0,6 mln. toegevoegd vanwege loon- en prijsbijstelling. De realisatie is € 2,8 mln. in 2024. Daarmee blijft het Kabinet van de Gouverneur van Aruba binnen de toegekende begroting.
Huisvesting
In voorliggende jaren heeft het Kabinet van de Gouverneur haar wens kenbaar gemaakt te willen verhuizen naar meer geschikte kantoorhuisvesting. In de voorjaarsnota 2024 is dit opgenomen als reservering voor het Kabinet van de Gouverneur in 2026. Gezien het voornemen om te verhuizen wordt er beperkt geïnvesteerd in het onderhoud van de gebouwen.
Ontvangsten
De ontvangsten zijn in 2024 hoger dan begroot, door toegenomen afname van consulaire producten.
3.6 Artikel 7. Kabinet van de Gouverneur van Curaçao
A. Algemene doelstelling
De missie van het Kabinet van de Gouverneur van Curaçao is het optimaal ondersteunen van de gouverneur in de uitoefening van zijn taken in zijn beide hoedanigheden: als het hoofd van de regering van het land Curaçao en als orgaan van het Koninkrijk. De taken van het kabinet zijn afgeleid van de wettelijke taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de Gouverneur. De belangrijkste taken en bevoegdheden van de Gouverneur van Curaçao zijn opgenomen in het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden, de Staatsregeling van Curaçao, verschillende (organieke) Curaçaose landsverordeningen, Koninkrijkswetgeving en het Reglement van de Gouverneur van Curaçao.
Aan het feit dat de gouverneur het bevoegde orgaan is in de uitvoeringsregelingen van de Rijkswet op het Nederlanderschap en van de Paspoortwet ontleent het Kabinet van de Gouverneur dienstverlenende, uitvoerende consulaire werkzaamheden. De taken en inrichting van het kabinet zijn vastgelegd in een instellings- en beheersbesluit, evenals in een organisatie- en formatieplan.
B. Rol en verantwoordelijkheid
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Staten-Generaal en van de begroting van de Overige Hoge Colleges van Staat, de Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad. De colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer zijn in artikel 4.4 lid 4 van de Comptabiliteitswet 2016 afspraken vastgelegd (de zogenoemde beheerafspraken) tussen de Minister en de colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie.
C. Beleidsconclusies
Er zijn geen beleidswijzigingen geweest.
D. Budgettaire gevolgen van beleid
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2024 | 2024 | |
Verplichtingen | 2.607 | 2.422 | 2.804 | 2.924 | 3.294 | 3.374 | ‒ 80 |
Uitgaven | 2.607 | 2.422 | 2.804 | 2.924 | 3.294 | 3.374 | ‒ 80 |
Institutionele inrichting | |||||||
Kabinet Gouverneur Curaçao | 2.607 | 2.422 | 2.804 | 2.924 | 3.294 | 3.374 | ‒ 80 |
Ontvangsten | 121 | 142 | 147 | 246 | 99 | 200 | ‒ 101 |
E. Toelichting op de instrumenten
Totaal apparaat | 3.294 |
waarvan personeel | 2.062 |
Eigen personeel | 1.929 |
Externe inhuur | 133 |
Overig personeel | 0 |
waarvan materieel | 1.194 |
Koersverschillen | 38 |
Uitgaven
Institutionele inrichting
Kabinet Gouverneur Curaçao
Het toegekende bedrag uit de tweede suppletoire begroting bleek toereikend in 2024. Helaas werd een aantal projecten voor onderhoud niet uitgevoerd in verband met een vertraging in de levering van materiaal. Eveneens vond de doorbelasting van een deel van de loonkosten van uitgezonden personeel niet tijdig plaats. Uitgaven voor ICT lagen hoger dan begroot vanwege verouderde ICT-infrastructuur.
In december werd er uitvoerig aandacht gegeven aan de viering van het 70-jarig bestaan van het Statuut voor het Koninkrijk. Tijdens de openstelling van het Gouverneurshuis in het weekend van 14 en 15 december zijn verschillende activiteiten georganiseerd, waaronder rondleidingen, workshops en tentoonstellingen door o.a. Museo Mongui Maduro, de Electorale Raad, Defensie en een demonstratie van de Kustwacht. Vanwege dit succesvolle evenement waren de kosten voor externe inhuur op het gebied van communicatie hoger evenals de representatiekosten. De nieuwe website van het Kabinet van de Gouverneur werd conform de projectplanning in Q4 gelanceerd, (conform de eisen die gelden voor de toegankelijkheid van websites van de Rijksoverheid.
Ontvangsten
Het Kabinet van de Gouverneur van Curaçao heeft behalve de ontvangsten uit consulaire producten geen eigen inkomsten. De consulaire producten die een opbrengst (leges) genereren zijn naturalisaties en opties, nationale paspoorten en nooddocumenten en visa. Deze opbrengsten zijn lager dan begroot, dit is enigszins veroorzaakt door de koersproblematiek en anderzijds door een hoge vastgestelde jaarlijks te realiseren begroting.
3.7 Artikel 8. Kabinet van de Gouverneur van Sint Maarten
A. Algemene doelstelling
De missie van het Kabinet van de Gouverneur van Sint Maarten is het ondersteunen van de gouverneur in zijn hoedanigheid van vertegenwoordiger van de Koning als hoofd van de regering van het land Sint Maarten en als vertegenwoordiger van de regering van het Koninkrijk.
De taken en bevoegdheden van de Gouverneur van Sint Maarten zijn opgenomen in het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden, de Staatsregeling van Sint Maarten, verschillende (organieke) Sint Maartense landsverordeningen, Koninkrijkswetgeving en het Reglement voor de Gouverneur van Sint Maarten.
Aan het feit dat de gouverneur bevoegd orgaan is tot uitvoering van de Rijkswet op het Nederlanderschap en van de Rijkswet Paspoortwet ontleent het Kabinet van de Gouverneur veel dienstverlenende, uitvoerende werkzaamheden. De taken en inrichting van het kabinet zijn vastgelegd in een instellings- en beheersbesluit, evenals in een organisatie- en formatieplan.
B. Rol en verantwoordelijkheid
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Staten-Generaal en van de begroting van de Overige Hoge Colleges van Staat, de Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad. De colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer zijn in artikel 4.4 lid 4 van de Comptabiliteitswet 2016 afspraken vastgelegd (de zogenoemde beheerafspraken) tussen de minister en de colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie.
De bestuurlijke rol van de gouverneur zowel binnen Sint Maarten als landsorgaan, als in relatie tot het Koninkrijk als Koninkrijksorgaan brengt met zich mee dat door het kabinet ten behoeve van de Gouverneur op het gehele werkveld van deze overheden contacten worden onderhouden met de Staten van Sint Maarten, met ministers, andere bestuurders en instituties in het Koninkrijk, Sint Maarten en Nederland. De relaties met de Gouverneurs van Aruba en van Curaçao zijn geïnstitutionaliseerd en worden onderhouden.
Met name bij de uitvoering van (rijks-)wetgeving werkt het kabinet samen met verschillende ministeries, agentschappen en diensten. Dit zijn in het bijzonder de Immigratie- en Naturalisatiedienst, de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens en het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Binnen het land Sint Maarten heeft het kabinet intensief contact met de Staten, de Raad van Ministers, de Hoge Colleges van Staat en met overige landsdiensten. De Gouverneur van Sint Maarten heeft de procedure van de aanvraag en uitgifte van nationale paspoorten aan ingezetenen van Sint Maarten deels gemandateerd aan de landsdienst voor Burgerzaken (Census Office).
C. Beleidsconclusies
Er zijn in 2024 geen beleidswijzigingen geweest.
D. Budgettaire gevolgen van beleid
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2024 | 2024 | |
Verplichtingen | 2.195 | 2.195 | 10.423 | 2.879 | 2.760 | 2.453 | 307 |
Uitgaven | 2.195 | 2.195 | 10.423 | 2.879 | 2.760 | 2.453 | 307 |
Institutionele inrichting | |||||||
Kabinet Gouverneur Sint Maarten | 2.195 | 2.195 | 10.423 | 2.879 | 2.760 | 2.453 | 307 |
Ontvangsten | 92 | 114 | 86 | 231 | 92 | 75 | 17 |
E. Toelichting op de instrumenten
Totaal apparaat | 2.760 |
waarvan personeel | 1.856 |
Eigen personeel | 1.295 |
Externe inhuur | 27 |
Overig personeel | 534 |
waarvan materieel | 904 |
ICT | 312 |
Bijdrage aan SSO's | 0 |
Koersverschillen | 118 |
Overig | 474 |
Uitgaven
Institutionele inrichting
Kabinet Gouverneur van Sint Maarten
De vastgestelde begroting bedroeg in 2024 € 2,5 mln. Hieraan werd bij de eerste suppletoire begroting € 0,3 mln. toegevoegd vanwege loon- en prijsbijstelling. De realisatie is € 2.6 mln.
Deze wordt voornamelijk veroorzaakt door twee factoren. De uiteindelijke kosten voor de verbouwing en implementatie van de nieuwe ICT infrastructuur zijn hoger dan begroot. Deze worden echter grotendeels opgevangen door de lagere uitgaven op personeelsgebied. De lagere uitgaven worden veroorzaakt doordat de factuur voor de detacheringskosten van een medewerker niet tijdig is ontvangen.
Ontvangsten
De ontvangsten zijn in 2024 hoger dan begroot, door toegenomen afname van consulaire producten.
3.8 Artikel 9. Kiesraad
A. Algemene doelstelling
De Kiesraad stelt uitslagen van landelijke verkiezingen vast en is een onafhankelijk adviesorgaan én kenniscentrum op het gebied van kiesrecht en het verkiezingsproces. De Kiesraad maakt zich daarbij sterk voor een robuust verkiezingsproces en betrouwbare verkiezingsuitslagen.
Het gaat om de volgende wettelijke taken. De Kiesraad:
is het centraal stembureau bij de verkiezingen van de Eerste Kamer en Tweede Kamer en van de Nederlandse leden van het Europees Parlement. De Kiesraad:
- registreert de namen (aanduidingen) en logo’s van politieke partijen;
- beoordeelt en nummert de ingeleverde kandidatenlijsten;
- stelt de officiële verkiezingsuitslagen vast en voert hierbij controles uit;
- benoemt nieuwe leden van de Eerste Kamer, Tweede Kamer en het Europees Parlement wanneer er vacatures ontstaan.
- adviseert de regering en het parlement over uitvoeringstechnische zaken op het gebied van kiesrecht en verkiezingen. Hierbij gaat het vooral om conceptwetsvoorstellen tot wijziging van Kieswetgeving. Een enkele keer adviseert de Kiesraad ongevraagd. Tevens verstrekt de Kiesraad aan de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State zienswijze over kiesrechtelijke geschillen waarbij de Kiesraad niet zelf partij is;
- beheert de Databank Verkiezingsuitslagen waarin (historische) verkiezingsuitslagen zijn opgenomen;
- stelt voor alle verkiezingen verschillende controle-protocollen op die aan de robuustheid van het proces en de betrouwbaarheid van de daarbij gebruikte programmatuur moeten bijdragen.
Verder ontwikkelt en beheert de Kiesraad de verkiezingssoftware die in de hele verkiezingsketen gebruikt wordt voor de kandidaatstelling en vaststelling van verkiezingsuitslagen en is de Raad het kennis- en informatiepunt over kiesrecht en verkiezingen. Gemeenten, provinciale griffies, politieke partijen, kiezers en media kunnen het gehele jaar vragen over het verkiezingsproces stellen.
B. Rol en verantwoordelijkheid
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Overige Hoge Colleges van Staat, de Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad. De colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer zijn in artikel 4.4 lid 4 van de Comptabiliteitswet 2016 afspraken vastgelegd (de zogenoemde beheerafspraken) tussen de minister en de colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie.
C. Beleidsconclusies
Centraal stembureau bij Europees Parlementsverkiezing
Voor de verkiezing van de Nederlandse leden voor het Europees Parlement op 6 juni 2024 was de Kiesraad het centraal stembureau en voerde als zodanig taken uit op het terrein van kandidaatstelling en uitslagvaststelling.
Aanduidingen
De Kiesraad registreerde in 2024 9 aanduidingen in het register voor de Europees Parlementsverkiezingen. Bij alle aanduidingen werd ook een logo geregistreerd. Daarnaast werd bij 6 reeds geregistreerde aanduidingen een (nieuw) logo geregistreerd. In totaal waren er voor de Europees Parlementsverkiezing van 6 juni 2024 27 aanduidingen van politieke groeperingen geregistreerd.
In het register voor de verkiezingen van de Tweede Kamer zijn 3 nieuwe aanduidingen geregistreerd. Bij 1 van deze 3 aanduidingen is ook een bijbehorend logo geregistreerd. In het register voor de Eerste Kamerverkiezingen werden geen nieuwe aanduidingen geregistreerd.
Uit het register voor de Tweede Kamerverkiezingen zijn in 2024 42 aanduidingen geschrapt. Dit betrof aanduidingen waarvoor bij de laatste Tweede Kamerverkiezing geen geldige kandidatenlijst is ingeleverd. Uit het register voor de Europees Parlementsverkiezingen zijn 6 aanduidingen geschrapt. 5 van deze aanduidingen werden geschrapt vanwege het niet inleveren van een geldige kandidatenlijst.
Kandidaatstelling
In totaal leverden 21 groeperingen kandidatenlijsten in bij de Kiesraad. 3 partijen hadden herstelbare verzuimen. Het gaat dan bijvoorbeeld om ontbrekende stukken. Al deze verzuimen zijn hersteld.
De Kiesraad verklaarde de kandidatenlijst van JEZUS LEEFT ongeldig. JEZUS LEEFT tekende beroep aan tegen deze beslissing van de Kiesraad. De Raad van State oordeelde het beroep ongegrond. Uiteindelijk namen 20 politieke groeperingen deel aan de Europees Parlementsverkiezing op 6 juni, met in totaal 497 kandidaten.
Uitslagvaststelling
De Kiesraad stelde op 19 juni 2024 de officiële uitslag van de Europees Parlementsverkiezing vast.
Benoemingen
De Kiesraad benoemt nieuwe leden wanneer er vacatures ontstaan in de Eerste Kamer, de Tweede Kamer en het Europees Parlement. In 2024 heeft de verkiezing voor het Europees Parlement plaatsgevonden, waarna op basis van de verkiezingsuitslag kandidaten zijn benoemd. Dit betrof de benoeming van 31 leden. 2 leden zijn benoemd na het vaststellen van de verkiezingsuitslag, nadat 2 kandidaten hun benoeming tot lid niet wensten aan te nemen.
Naast reguliere benoemingen kan er ook tijdens de zittingsperiode een vacature ontstaan. De Kiesraad benoemt voor deze ontstane vacatures ook kandidaten. In 2024 werden 21 Tweede Kamerleden benoemd in een niet-reguliere benoeming, alle benoemingen betroffen benoemingen in tussentijdse vacatures. Het merendeel van de benoemingen kwam voort uit het doorstromen van Kamerleden naar het kabinet.
In de Eerste Kamer vonden 3 benoemingen plaats. Dit waren alle drie tussentijdse vacatures. In het Europees Parlement benoemde de Kiesraad één lid in een tussentijdse vacature.
Aantal tussentijdse en tijdelijke benoemingen
Tweede Kamer | 9 | 15 | 26 | 24 | 21 |
Eerste Kamer | 6 | 19 | 5 | 5 | 3 |
Europees Parlement | 3 | 4 | 1 | 1 | 1 |
Totaal | 18 | 38 | 32 | 30 | 25 |
Informatiepunt Verkiezingen
In verkiezingstijd stelt de Kiesraad samen met het ministerie van BZK het Informatiepunt Verkiezingen in. Bij dit Informatiepunt kunnen kiezers, gemeenten, politieke partijen en anderen terecht met vragen over kiesrecht en verkiezingen. In aanloop naar de Europees Parlementsverkiezing in juni was het Informatiepunt Verkiezingen actief van 3 januari 2024 tot en met 28 juni 2024. Er zijn in 2024 in totaal 2.159 vragen gesteld aan het Informatiepunt.
Ondersteuning gemeenten
De Kiesraad heeft gemeenten ondersteund bij de organisatie van de Europees Parlementsverkiezing met onder meer instructiemateriaal en verschillende bijeenkomsten.
Adviezen
De Kiesraad heeft in 2024 geadviseerd over de evaluatie van de verkiezing van de Tweede Kamer van 22 november 2023 en de Europees Parlementsverkiezing van 6 juni 2024. Ook bracht de Kiesraad een advies uit over de evaluatie van het experiment met een nieuw stembiljet. Daarnaast is advies uitgebracht over het wetsvoorstel Met één stem meer keus, dat een kiesstelselhervorming voorstelt. Verder adviseerde de Kiesraad over een voorgestelde wijziging van het Kiesbesluit programmatuur verkiezingsuitslagen en bracht de raad een nader advies en een uitvoerbaarheidstoets uit over digitalisering van de kandidaatstellingsprocedure. Tot slot bracht de Kiesraad een aanvullend advies uit over het vereenvoudigen van de modellen (processen-verbaal en corrigenda), voortbouwend op zijn advies over de modellen uit 2023.
Beroepszaken
In 2024 werd twee keer beroep ingesteld tegen de Kiesraad in zijn functie als centraal stembureau. In deze beroepszaken trad de Kiesraad als verweerder op.
Daarnaast was de Kiesraad als extern deskundige betrokken bij vier andere beroepszaken, waarvan er één werd ingetrokken. Hierbij verstrekte de Raad inlichtingen op verzoek van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
Verkiezingssoftware
Bij de verkiezingen maken politieke partijen, gemeenten, hoofdstembureaus en centraal stembureaus gebruik van Ondersteunende Software Verkiezingen (OSV 2020) voor de kandidaatstelling en de berekening van de uitslag. In 2024 is de Kiesraad begonnen met ontwikkelen van nieuwe programmatuur voor de berekening van de uitslag van de verkiezingen en de zetelverdeling.
Ontwikkeling naar verkiezingsautoriteit
Het kabinet is voornemens de Kiesraad nieuwe taken en verantwoordelijkheden te geven, met het oog op toekomstbestendige robuuste verkiezingen. De wetgeving die de grondslag van deze nieuwe taken vormt bestaat uit 2 delen: de Wet programmatuur verkiezingsuitslagen en de Wet kwaliteitsbevordering uitvoering verkiezingsproces.
De Kiesraad wordt verantwoordelijk voor het beschikbaar stellen, de betrouwbare werking en de beveiliging van de programmatuur die in de hele verkiezingsketen wordt gebruikt bij het berekenen en vaststellen van verkiezingsuitslagen. Gemeenten worden verplicht om deze programmatuur te gebruiken.
De Kiesraad krijgt een kwaliteitsbevorderende rol bij verkiezingen. De Kiesraad ondersteunt gemeenten bij de organisatie van verkiezingen, bewaakt de kwaliteit tijdens de verkiezingen en evalueert na afloop van de verkiezingen.
Ook wordt de wettelijke adviestaak van de Kiesraad uitgebreid. De Kiesraad krijgt de bevoegdheid om breder dan alleen over uitvoeringstechnische aangelegenheden te adviseren.
In 2024 heeft de Kiesraad zich voorbereid op deze nieuwe taken en bevoegdheden door het organiseren van ronde tafelgesprekken met gemeenten, burgemeesters, gemeentesecretarissen en projectleiders verkiezingen. Doel hiervan was de gezamenlijke voorbereiding van het samenwerkingsplan dat de Kiesraad begin 2026 vaststelt. Rondom software ontwikkeling is er overleg geweest met samenwerkingsgroepen met vertegenwoordigers van gemeenten en koepels VNG en NVVB.
D. Budgettaire gevolgen van beleid
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2024 | 2024 | |
Verplichtingen | 2.637 | 4.772 | 25.354 | 5.318 | 10.852 | 8.236 | 2.616 |
Uitgaven | 2.668 | 4.405 | 13.240 | 8.679 | 9.913 | 10.164 | ‒ 251 |
Institutionele inrichting | |||||||
Kiesraad | 2.668 | 4.405 | 13.240 | 8.679 | 9.913 | 10.164 | ‒ 251 |
Ontvangsten | 1 | 1 | 2 | 76 | 0 | 0 | 0 |
E. Toelichting op de instrumenten
Totaal apparaat | 9.913 |
waarvan personeel | 7.124 |
Eigen personeel | 4.273 |
Externe inhuur | 2.544 |
Overig personeel | 307 |
waarvan materieel | 2.789 |
ICT | 1.435 |
Bijdrage aan SSO's | 1.093 |
Overig materieel | 261 |
Uitgaven
Kiesraad
De vastgestelde begroting van de Kiesraad bedroeg in 2024 € 10,2 mln. Hieraan werd bij de eerste suppletoire begroting € 0,5 mln. loon- en prijsbijstelling toegevoegd en de eindejaarsmarge.
Bij de tweede suppletoire begroting werd in totaal € 2 mln. toegevoegd. Deze gelden zijn overgeboekt vanaf de begroting van het ministerie van BZK voor personele ondersteuning van de transitie van de Kiesraad naar verkiezingsautoriteit.
Tevens heeft er ten behoeve van het budget voor 2025 een kasschuif plaatsgevonden van € 2,6 mln. Dit als gevolg van het in 2023 wegvallen van het contract met een marktpartij en het nadien gekozen traject voor het modulair ontwikkelen van de functionaliteiten van de programmatuur.
De Kiesraad heeft een meerjarige negatieve bijstelling van een verplichting over de jaren 2024 t/m 2027 (zie de toelichting negatieve bijstelling verplichting in de BVP) in zijn geheel afgeboekt op de verplichtingenstand van 2024. Daarom loopt de verplichtingenstand in 2024 niet meer in de pas met de daadwerkelijk aangegane verplichtingen in het jaar 2024.
Het totale budget voor de Kiesraad in 2024 bedroeg € 10,2 mln. Van dit totale budget is € 9,9 mln. uitgegeven.
4. Niet-beleidsartikelen
4.1 Artikel 10. Nog onverdeeld
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2024 | 2024 | |
Verplichtingen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Uitgaven | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Nog te verdelen | |||||||
Loonbijstelling | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Prijsbijstelling | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Nog onverdeeld | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Ontvangsten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
5. Bedrijfsvoeringsparagraaf
5.1 Bedrijfsvoeringsparagraaf Raad van State
Paragraaf 1 - Uitzonderingsrapportage
1. Rechtmatigheid
In 2024 zijn de tolerantiegrenzen voor de rechtmatigheid niet overschreden. Er is sprake van een getrouwe weergave.
2. Totstandkoming niet-financiële verantwoordingsinformatie
Er zijn geen bijzonderheden te melden.
3. Begrotingsbeheer, financieel beheer en de materiële bedrijfsvoering
Er zijn geen bijzonderheden te melden.
4. Misbruik en oneigenlijk gebruik
De Raad van State heeft geen regelingen die vallen binnen het kader van misbruik en oneigenlijk gebruik.
5. Overige aspecten van de bedrijfsvoering
Er zijn geen bijzonderheden te melden.
6. Fraude- en corruptierisico’s
De Raad van State kent een risicomanagementbeleid ten behoeve van identificatie, analyse en evaluatie van risico’s. Gezien de aard van de taken van de Raad van State en de genomen maatregelen kent de Raad van State een laag fraude-risicoprofiel. Mede door de uitgevoerde interne controle en gemonitorde beheersingsmaatregelen, zoals ver doorgevoerde functiescheiding in het betaal- en ontvangstenproces. Op basis hiervan kan gemeld worden dat er geen sprake is van materiële risico's.
Paragraaf 2 - Rijksbrede bedrijfsvoeringsonderwerpen
Grote lopende ICT-projecten
De Raad van State valt niet onder de rapportageplicht voor grote ICT-projecten.
Audit Committees
Dit punt is niet van toepassing aangezien de Raad van State geen Audit Committee kent.
Paragraaf 3. Belangrijke ontwikkelingen en verbeteringen in de bedrijfsvoering
Open op Orde
In het afgelopen jaar heeft de Raad van State circa € 261.000 uitgegeven ten behoeve van het Rijksprogramma voor Duurzame Digitale Informatiehuishouding - Open op Orde en de implementatie van de Wet Open Overheid.
Realisatie personele uitgaven | 75.413.187 |
Roemernorm 10% | 7.541.319 |
Realisatie externe inhuur | 7.282.702 |
waarvan | |
ontwikkeling en beveiliging | 843.459 |
beheer en deelname aan projecten | 2.060.057 |
IV projecten | 3.141.820 |
5.2 Bedrijfsvoeringsparagraaf Algemene Rekenkamer
Paragraaf 1 - Uitzonderingsrapportage
1. Rechtmatigheid
In 2024 zijn de tolerantiegrenzen voor de rechtmatigheid niet overschreden. De financiële overzichten geven een getrouw beeld van de uitkomsten van de begrotingsuitvoering.
2. Totstandkoming niet-financiële verantwoordingsinformatie
Er zijn geen bijzonderheden te melden.
Plan financieel beheer
Op 15 maart 2024 heeft de openbare accountant een goedkeurende controleverklaring afgegeven bij het jaarverslag Algemene Rekenkamer over 2023. In het verslag van bevindingen constateert de accountant dat het jaarrekeningproces verder is verbeterd. Dit neemt niet weg dat we er ook in 2024 aan hebben gewerkt om het financiële beheer en de bedrijfsvoering te optimaliseren.
Om een tijdige afsluiting van de financiële administratie en oplevering van het jaarverslag over 2024 te waarborgen, hebben we gewerkt met een tussentijdse afsluiting (medio 2024).
4. Misbruik en oneigenlijk gebruik
Er zijn geen bijzonderheden te melden.
5. Overige aspecten van de bedrijfsvoering
Informatiebeveiliging
Hoewel wettelijk niet verplicht streeft de Algemene Rekenkamer ernaar om voor informatiebeveiliging te voldoen aan de Baseline Informatiebeveiliging Overheid (BIO). Hiertoe hebben we een BIO Gap-analyse gemaakt. De maatregelen die hieruit voortvloeien zijn uitgevoerd of ingepland. Op dit moment werkt de (Rijks)overheid aan de BIO2.0. Omdat deze naar verwachting in 2025 van kracht zal worden, zal de Rekenkamer de BIO Gap-analyse daarna herijken.
Elk jaar laat de Algemene Rekenkamer een audit uitvoeren door een extern bureau op onderdelen van de informatiebeveiliging, uitgaande van de normen van de Baseline Informatiebeveiliging Overheid (BIO). De in 2023 uitgevoerde audit gaf een positief beeld over de naleving van de BIO. De Algemene Rekenkamer heeft in 2024 een toetsing laten uitvoeren op een aantal aanvullende normen gericht op business continuïty. Dit heeft een aantal belangrijke verbeterpunten opgeleverd, die zijn ingepland en/of doorgevoerd. De voorgang wordt in het maandelijkse overleg gemonitord.
De interne beheersing heeft zodanig gefunctioneerd dat er voldoende zekerheid bestaat dat de bedrijfsvoering voldoet aan het VIR 2007 en de BIO. Ook zijn - waar nodig - aanvullende maatregelen getroffen. In 2024 waren er 17 beveiligingsincidenten. Het beveiligingsbeleid is effectief gebleken: incidenten zijn tijdig gedetecteerd en/of gemeld. Door de maatregelen die we hebben getroffen, hebben de incidenten niet tot ernstig nadelige gevolgen geleid. Evaluaties van de incidenten kunnen weer leiden tot verbeterpunten.
6. Fraude- en corruptierisico’s
De Algemene Rekenkamer actualiseert jaarlijks haar frauderisicoanalyse. Hieruit komt het beeld naar voren dat de Algemene Rekenkamer een laag frauderisicoprofiel heeft. De maatregelen die we hebben genomen, zijn onder andere het uitvoeren van de interne controle en het periodiek uitvoeren van een frauderisicoscan op de uitgaven.
De inrichting van de accountantscontrole bij de Algemene Rekenkamer
Het is de taak van de Algemene Rekenkamer om ook de overige Hoge Colleges van Staat (Begrotingshoofdstuk IIB) te controleren. Daarom laat de Algemene Rekenkamer haar eigen jaarverslag en verantwoording toetsen door een onafhankelijke externe accountant.
Interne controle (IC)
In het licht van de bevindingen van de externe accountant heeft de Algemene Rekenkamer in 2024 werkprocessen verder tegen het licht gehouden en aangepast en is de IC verder aangescherpt. We hebben steekproefsgewijs controles op de materiële uitgaven uitgevoerd. Verder hebben we het contractbeheer en de contractregistratie verder verbeterd.
Paragraaf 2 - Rijksbrede bedrijfsvoeringsonderwerpen
Audit Advisory Committee
Het Audit Advisory Committee (AAC) is door de Algemene Rekenkamer zelf ingesteld en legt zich voornamelijk toe op advisering over het interne functioneren van de Algemene Rekenkamer. Daarbij gaat het erom of de organisatie en de bedrijfsvoering van de Algemene Rekenkamer haar in staat stellen haar mandaat en de daarbij behorende missie en strategie uit te voeren. Onderwerpen die zijn besproken, betreffen onder meer de informatiehuishouding, digitalisering, huisvesting, organisatiebreed risicomanagement en integriteit. Omdat de tweede termijn van een AAC-lid afloopt, zijn we in 2024 een wervingsprocedure gestart voor een nieuw lid.
Paragraaf 3 - Belangrijke ontwikkelingen en verbeteringen in de bedrijfsvoering
Ontwikkeling staf
De staf investeerde in 2024 in de verdere ontwikkeling van de organisatie en verbetering van integrale werkprocessen. Verder droeg de directie bij aan de actualisatie van de strategie. Ze ondersteunde ook bij de vertaling van de missie en visie van de Rekenkamer naar een projectenportfolio; PulsAR genaamd. Ook in 2024 heeft de stafdirectie een belangrijke rol gespeeld in de digitaliseringsopgave van de AR.
Ondersteuning bij organisatie dialoog tussen de staatsmachten
De Staatscommissie rechtsstaat bracht op 10 juni 2024 het advies ‘De gebroken belofte van de rechtsstaat’ uit. In haar rapport heeft de commissie een voorstel gedaan om een dialoog in te richten tussen de staatsmachten op basis van een rechtsstaatagenda. De dialoog moet gaan over het verwezenlijken van de belofte van de rechtsstaat voor alle inwoners van Nederland en over wat daarvoor nodig is. Om de organisatie van deze dialoog mogelijk te maken is, conform het voorstel van de Staatscommissie, in 2024 de ambtelijke ondersteuning bij de Algemene Rekenkamer ondergebracht.
Huisvesting
In 2018 is het project huisvesting Algemene Rekenkamer gestart. Redenen hiervoor zijn dat de huidige huisvesting niet meer voldoet aan de moderne maatstaven, dat er dringend onderhoud en reparatie nodig is, en dat een herijking van de visie op huisvesting noodzakelijk was. Begin 2024 is het definitieve ontwerp vastgesteld. Op het technisch ontwerp is in november 2024 akkoord gegeven. In de periode van de ingrijpende verbouwing gaat de Algemene Rekenkamer naar een tijdelijk onderkomen: voor de zomer 2026 verhuist de AR tijdelijk naar de Lange Vijverberg 3.
5.3 Bedrijfsvoeringsparagraaf De Nationale ombudsman
Paragraaf 1 - Uitzonderingsrapportage
1. Rechtmatigheid
In 2024 zijn de tolerantiegrenzen voor de rechtmatigheid niet overschreden. Er is sprake van een getrouwe weergave.
2. Totstandkoming niet-financiële verantwoordingsinformatie
Het aantal gemeenten dat is aangesloten bij de Nationale ombudsman voor het klachtbehandeling heeft een wettelijke basis. De Nationale ombudsman bewaart de besluiten van gemeenten over de eigen ombudsfunctie in het zaakregistratiesysteem. Dit geeft een overzicht van het aantal gemeenten dat een eigen ombudsfunctie heeft. Het totaal aantal gemeenten is bekend (CBS). Daarmee kan het percentage van de aangesloten gemeenten berekend worden.
De Audit Dienst Rijk heeft de totstandkoming van dit proces in 2022 onderzocht. De Algemene Rekenkamer stelt in haar verantwoordingsonderzoek over 2023 dat de niet-financiële verantwoordingsinformatie betrouwbaar tot stand is gekomen en dat deze niet in strijd is met de financiële verantwoordingsinformatie.
3. Begrotingsbeheer, financieel beheer en de materiële bedrijfsvoering
Er zijn geen bijzonderheden te melden.
4. Misbruik en oneigenlijk gebruik
De Nationale ombudsman heeft geen regelingen die vallen binnen het kader van misbruik of oneigenlijk gebruik.
5. Overige aspecten van de bedrijfsvoering
In haar verantwoordingsonderzoek over 2023 concludeert de Algemene Rekenkamer dat de inspanningen van de Nationale ombudsman om het risicomanagement voor informatiebeveiliging in de praktijk te brengen effect hebben gehad. Door het risicomanagement in de praktijk te brengen is de eerdere gesignaleerde onvolkomenheid met betrekking tot de informatiebeveiliging bij de Nationale ombudsman opgelost.
In 2024 heeft de Nationale ombudsman belangrijke stappen gezet in het verder versterken van het risicomanagement voor informatiebeveiliging & privacy. Het risicomanagement voor de middelen is op orde en volgt een continue PDCA-cyclus waarmee de ombudsman de effectiviteit van de beveiligingsmaatregelen periodiek zal evalueren en waar nodig bijstellen. Daarnaast heeft de ombudsman het risicomanagement voor processen verder opgezet.
6. Fraude- en corruptierisico’s
In 2024 heeft de Nationale ombudsman de regeling melden van misstanden vastgesteld. De regeling is een nadere uitwerking van de CAO-Rijk. In de regeling is de werkwijze vastgelegd voor het melden van misstanden, waaronder fraude.
De processen zijn ingericht om fraude en corruptierisico’s te voorkomen. Er wordt een risico analyse uitgevoerd. Gezien de aard van de taken van de Nationale ombudsman en de genomen maatregelen kent de Nationale ombudsman een laag frauderisicoprofiel op het gebied van financieel en materieel beheer. Dit is mede door interne controle, gemonitorde beheersingsmaatregelen en doorgevoerde functiescheiding. Op basis hiervan kan vermeld worden dat er geen sprake is van materiële risico's.
Paragraaf 2 - Rijksbrede bedrijfsvoeringsonderwerpen
Er zijn geen bijzonderheden te melden.
Paragraaf 3 - Belangrijke ontwikkelingen en verbeteringen in de bedrijfsvoering
Open op orde
In 2024 zijn er door het projectteam Open op Orde verschillende activiteiten ondernomen voor de verbetering van de informatiehuishouding. Er is een beleid vastgesteld voor informatiebeheer. Het stelt de regels vast voor de juiste archivering en vernietiging van documenten in het zaaksysteem. Ook is er een start gemaakt met het analyseren van de informatie op de netwerkschijf. Er is een start gemaakt met de aanschaf en implementatie van laksoftware voor het anonimiseren van documenten zodat deze gemakkelijker op grond van de Woo en de AVG gepubliceerd of verstrekt kunnen worden. Voor de inrichting van emailarchivering zijn verschillende oplossingsrichtingen verkend. Voor het verbeteren van de informatiehuishouding is er eind 2024 een adviseur informatiehuishouding aangetrokken die de activiteiten voor Open op Orde verder zal oppakken.
5.4 Bedrijfsvoeringsparagraaf Kanselarij der Nederlandse Orden
Paragraaf 1 - Uitzonderingsrapportage
1. Rechtmatigheid
Er zijn geen bijzonderheden te melden.
2. Totstandkoming niet-financiële verantwoordingsinformatie
Er zijn geen bijzonderheden te melden.
3. Begrotingsbeheer, financieel beheer en de materiële bedrijfsvoering
Er zijn geen overschrijdingen en/of bijzonderheden te melden.
4. Misbruik en oneigenlijk gebruik
Er hebben zich geen gevallen van misbruik of oneigenlijk gebruik voorgedaan in 2024. De beschreven werkprocessen bij de KNO zijn zodanig ingericht dat de kans op misbruik nagenoeg nihil is.
5. Overige aspecten van de bedrijfsvoering
Er zijn geen overschrijdingen en/of bijzonderheden te melden.
6. Fraude- en corruptierisico’s
In het kader van fraude en corruptierisico's kan worden gemeld dat er een risico analyse heeft plaatsgevonden en op basis hiervan vermeld kan worden dat er geen sprake is van materiële risico's gelet op de aard en omvang van de organisatie en de inrichting van de processen. Door de beschreven werkprocessen van bijvoorbeeld het versierselenbeheer en het zes ogenprincipe bij het doen van betalingen is het frauderisico nagenoeg nihil.
Paragraaf 2 - Rijksbrede bedrijfsvoeringsonderwerpen
Er zijn geen bijzonderheden te melden.
Paragraaf 3 - Belangrijke ontwikkelingen en verbeteringen in de bedrijfsvoering
Er zijn geen bijzonderheden te melden.
5.5 Bedrijfsvoeringsparagraaf Kabinet van de Gouverneur van Aruba
Paragraaf 1 - Rapportage voor de volgende verplichte onderdelen
1. Rechtmatigheid
In 2024 zijn de tolerantiegrenzen voor de rechtmatigheid niet overschreden.
2. Totstandkoming niet-financiële verantwoordingsinformatie
Gegevens over naturalisatieverzoeken, reisdocumenten, visa en optieverzoeken worden ontleend aan de wettelijke registratie, tezamen met de verplichting tot archiveren van de bijbehorende documenten. Voornoemde registraties worden ondersteund door geautomatiseerde gegevensbestanden (zoals RAAS, RAP en NVIS). Voorts worden gegevens voor de andere categorieën producten ontleend aan het programma Decos-Join, waarin alle relevante inkomende en uitgaande stukken waarop een archiveringsverplichting ligt, worden geregistreerd en gedocumenteerd.
3. Begrotingsbeheer, financieel beheer en de materiële bedrijfsvoering
Het Kabinet van de Gouverneur verkrijgt haar middelen uit de Begroting IIB Hoge Colleges van Staat (artikel 6). Dit betreft een meerjarige vastgestelde begroting.
Het financieel beheer voldoet aan de eisen van rechtmatigheid, ordentelijkheid en controleerbaarheid en is zo doelmatig mogelijk ingericht.
Het Kabinet van de Gouverneur heeft haar wens kenbaar gemaakt te willen verhuizen naar meer geschikte kantoorhuisvesting (zie Voorjaarsnota 2024 voor de besluitvorming hierover). Met dat in het achterhoofd is de intentie van het Kabinet van de Gouverneur om onderhoud en investeringen uit te stellen of te vertragen. Toch heeft er een aantal nodige onderhoudswerkzaamheden en investeringen moeten plaatsvinden. Bij het Kabinet zijn een aantal nieuwe kozijnen geplaatst en bij Cas Ceremonial zijn de binnenmuren geschilderd. Alleen het hoognodige onderhoud wordt uitgevoerd en investeringen worden alleen gedaan als de veiligheid of bedrijfsvoering belemmerd wordt. Dit zorgt mede voor het budgetoverschot in 2024.
4. Misbruik en oneigenlijk gebruik
Het Kabinet van de Gouverneur van Aruba is zich zeer bewust van risico’s ten aanzien van dit onderwerp en hanteert instrumenten om het Kabinet zo goed mogelijk te beschermen. Voordat een lokaal aangestelde werknemer in dienst kan treden dient een VOG overlegd te worden of wordt de werknemer gescreend door de lokale veiligheidsdienst. Voor uitgezonden medewerkers is Verklaring van geen bezwaar van de Nederlandse veiligheidsdienst een vereiste. De werknemer tekent bij indiensttreding een geheimhoudingsverklaring en legt een eed af. Alle lokale medewerkers zijn in dienst getreden op basis van de ALP (Arbeidvoorwaarden Lokaal Personeel) met o.a. een hoofdstuk disciplinaire straffen waarin maatregelen zijn opgenomen mocht er sprake is van ongewenste gedragingen. De ALP wordt uitgereikt aan iedere werknemer die in dienst treedt. De directeur van het Kabinet is in voorkomende gevallen bevoegd disciplinaire maatregelen te treffen.
Daarnaast hanteert het Kabinet een toegangscontrole en -autorisatie en heeft veiligheidsvoorzieningen genomen door het inzetten van cameramonitoring en inbraak- en brandbeveiliging. Er is tevens beleid bepaald hoe bedrijfsmiddelen moeten worden gebruikt. Werknemers kunnen bovendien in contact treden met een vertrouwenspersoon om verdacht gedrag te melden wanneer zij zich niet vrij voelen om dit bij de leiding te melden. Het Kabinet zorgt voor trainingen om de werknemer bewust te maken van risico’s en situaties om ongewenste gedragingen te kunnen herkennen. In reguliere vergaderingen wordt stil gestaan bij het onderwerp integriteit en veiligheid
5. Overige aspecten van de bedrijfsvoering
Organisatie
Medio juni 2024 is een nieuw hoofd bedrijfsvoering in dienst getreden, als opvolger van zijn per 1 juli 2024 vertrokken voorganger. Dit betreft een uitgezonden rijksambtenaar.
Per 1 november 2024 is de functie van facilitair medewerker/Hofmeester vervuld. Dit werd daarvoor ingevuld door middel van een uitzendkracht.
Huisvesting
In voorliggende jaren heeft het Kabinet van de Gouverneur haar wens kenbaar gemaakt te willen verhuizen naar meer geschikte kantoorhuisvesting. Middels besluitvorming in de Voorjaarsnota 2024 is een bedrag van € 8 miljoen opgenomen in 2026 als Reservering voor het Kabinet van de Gouverneur. In het laatste half jaar van 2024 is het Kabinet van de Gouverneur gestart met de voorbereidingen voor het verhuizingsproces. Het Kabinet is zowel met het Land Aruba als met private partijen in gesprek om de huisvestingsopgave adequaat vorm te geven en in te vullen.
6. Fraude- en corruptierisico’s
In de beschreven/vastgestelde AO/IC (Administratieve Organisatie & Interne Controle) zijn verschillende middelen opgenomen ter dekking van de risico’s van fraude en corruptie die de grootste financiële en/of reputatieschade voor het Kabinet van de Gouverneur zouden kunnen betekenen. Deze is in 2024 geactualiseerd en hierin worden ook wensen genoemd voor verdere verbetering van de AO/IC.
De afdeling consulaire zaken houdt zich bezig met het uitvoeren van regelgeving betreffende het nationaliteitsrecht (de Rijkswet op het Nederlanderschap en de Paspoortwet, alsmede aanverwante regelgeving). Jaarlijks vindt binnen deze afdeling een audit plaats door een door de Gouverneur aangewezen beveiligingsfunctionaris ten aanzien van het verstrekken van reisdocumenten. Deze audit richt zich voornamelijk op de uitvoering van het paspoortafgifteproces. Het door de beveiligingsfunctionaris beschreven beveiligingshandboek wordt ook door de afdeling consulaire zaken gevolgd bij de verstrekking van reisdocumenten, waaronder nationaal paspoorten en nooddocumenten en biedt tevens mede de basis voor de uit te voeren audit. De door het Kabinet van de Gouverneur behandelde dossiers van zowel naturalisatie als opties worden van tijd tot tijd door de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) getoetst aan de geldende regelgeving.
Paragraaf 2 - Rijksbrede bedrijfsvoeringsonderwerpen
Er zijn geen bijzonderheden te melden.
Paragraaf 3 - Belangrijke ontwikkelingen en verbeteringen in de bedrijfsvoering
Het Kabinet van de Gouverneur is zich bewust van de voortdurende veranderingen van de bedrijfsvoering in reactie op technologische ontwikkelingen en maatschappelijke veranderingen en dat zij hierin moet meebewegen. Met name van belang in het bevorderen van efficiëntie, duurzaamheid en veiligheid.
5.6 Bedrijfsvoeringsparagraaf Kabinet van de Gouverneur van Curaçao
Paragraaf 1 - Uitzonderingsrapportage
1. Rechtmatigheid
In 2024 zijn de tolerantiegrenzen voor de rechtmatigheid niet overschreden.
2. Totstandkoming niet-financiële verantwoordingsinformatie
Gegevens over naturalisatieverzoeken, reisdocumenten, visa en optieverzoeken worden ontleend aan de wettelijke registratie, tezamen met de verplichting tot archiveren van de bijbehorende documenten. Voornoemde registraties worden ondersteund door geautomatiseerde gegevensbestanden (zoals RAAS en NVIS). Voorts worden gegevens voor de andere categorieën ontleend aan het ‘Document Management System’, waarin alle inkomende en uitgaande stukken waarop en archiveringsverplichting ligt, worden geregistreerd.
3. Begrotingsbeheer, financieel beheer en de materiële bedrijfsvoering
Sturing van het financieel beheer verloopt op basis van maandelijks vergelijk tussen begroting, het maandelijks gegenereerde uitputtingsoverzicht en de voorgenomen uitgaven.
4. Misbruik en oneigenlijk gebruik
Er zijn geen bijzonderheden te melden.
5. Overige aspecten van de bedrijfsvoering
Er zijn geen bijzonderheden te melden.
6. Fraude- en corruptierisico’s
Er waren dit jaar geen fraudemeldingen/signalen en of integriteitsschendingen. Binnen de context van het land heeft het feit dat er weinig aanbieders beschikbaar zijn, de aandacht van het Kabinet. Dat geldt ook voor andere aspecten die lokaal spelen. Het Kabinet volgt de ontwikkelingen in de externe omgeving en reflecteert deze vervolgens op de eigen organisatie. Het onderwerp fraude wordt maandelijks besproken tijdens het Intern Beheer- en Conculair overleg. Eveneens vindt er een jaarlijks met de Audit Dienst Rijk een «Fraudegesprek» plaats.
De Directie ziet toe op de implementatie van functiescheiding, waarbij taken en verantwoordelijkheden zodanig over verschillende functies binnen de organisatie zijn verdeeld, zodat het «vierogenprincipe» te allen tijde wordt toegepast. Daarnaast vinden er diverse periodieke controles plaats, zoals bijvoorbeeld het voorraadbeheer van noodpaspoorten en visa.
Jaarlijks wordt de Administratieve Organisatie en Interne Controle (AO-IC) herzien, waarbij bestaande risico’s geëvalueerd en potentiële nieuwe risico’s geïdentificeerd en beoordeeld worden. Eind 2024 is gestart met een adviestraject met een externe partij, waarbij alle onderwerpen worden besproken per proces zoals; procesdefinitie, procesbewaker, betrokkenen bij het proces, risico’s en beheersingsmaatregelen, wet- en regelgeving, systemen, documenten en het procesverloop. Op basis van deze evaluatie worden passende maatregelen getroffen om risico's te verkleinen, te beheersen of te mitigeren.
Eveneens vindt er periodiek (jaarlijks) door een externe beveiligingsfunctionaris een audit plaats naar de beveiliging van reisdocumenten. De audit verschaft inzicht in hoe het proces van reisdocumenten in de dagelijkse praktijk wordt uitgevoerd. Ook geeft de audit een beeld van het kennisniveau van de medewerkers ten aanzien van het beveiligingsbewustzijn, de opslag, verstrekking, uitreiking en administratie van reisdocumenten. De resultaten van de audit worden beschreven in een eindrapportage. De aanbevelingen uit deze rapportage worden besproken en daar waar mogelijk overgenomen en geïmplementeerd.
Dit jaar is een beveiligingsadvies gegund aan een externe partij ten aanzien van de organisatorische, bouwkundige en elektrotechnische maatregelen van het Kabinet, waarbij als uitgangspunt de richtlijnen van het Normenkader Beveiliging Rijksgebouwen (NkBR) worden gehanteerd.
Paragraaf 2 - Rijksbrede bedrijfsvoeringsonderwerpen
Er zijn geen bijzonderheden te melden.
Paragraaf 3 - Belangrijke ontwikkelingen en verbeteringen in de bedrijfsvoering
Er zijn geen bijzonderheden te melden.
5.7 Bedrijfsvoeringsparagraaf Kabinet van de Gouverneur van Sint Maarten
Paragraaf 1 - Uitzonderingsrapportage
1. Rechtmatigheid
In 2024 zijn de tolerantiegrenzen voor de rechtmatigheid niet overschreden.
2. Totstandkoming niet-financiële verantwoordingsinformatie
De totstandkoming van de beleidsinformatie in het jaarverslag voldoet aan de daarvoor gestelde eisen. In 2024 is het nieuwe Documentbeheer systeem Decos Join verder uitgerold en werd decharge verleend aan de leverancier. De beheersystemen voor de aanvraag en uitgifte van paspoorten en visa werden vervangen door Buitenlandse Zaken. Organisatie- en personeelsinformatie is gedocumenteerd.
3. Begrotingsbeheer, financieel beheer en de materiële bedrijfsvoering
Het financieel beheer voldoet aan de eisen van rechtmatigheid, ordelijkheid en controleerbaarheid en wordt overigens zo doelmatig mogelijk ingericht. Afwijkingen in de begroting worden in Paragraaf 3 verder toegelicht.
4. Misbruik en oneigenlijk gebruik
Er hebben zich geen incidenten voorgedaan in 2024.
5. Overige aspecten van de bedrijfsvoering
Het Kabinet heeft in 2024 belangrijke stappen gezet op het gebied van verduurzaming van de bedrijfsvoering. Paragraaf 3 hieronder gaat daar verder op in.
6. Fraude- en corruptierisico’s
De AO-IC werd geactualiseerd. Het beveiligingsplan werd geactualiseerd. Ook de Risico-inventarisatie werd herzien, mede vanwege de gewijzigde huisvesting.
Paragraaf 2 - Rijksbrede bedrijfsvoeringsonderwerpen
Er zijn geen bijzonderheden te melden.
Paragraaf 3 - Belangrijke ontwikkelingen en verbeteringen in de bedrijfsvoering
Financiën
De kosten voor de afronding van de verbouwing en herinrichting van de nieuwe huisvesting zijn duurder uitgevallen dan voorzien. Ook de IT kosten zijn hoger uitgevallen. Daarentegen waren er veel minder personele uitgaven doordat een aantal facturen ondanks herhaaldelijk manen niet werden toegestuurd. De kosten liggen €50k hoger dan verwacht. Inkomsten waren €20k hoger dan verwacht. Het Kabinet kan de invloed van de verkoop van Consulaire producten zeer beperkt beïnvloeden.
Duurzaamheid
- het dak werd voorzien van zonnepanelen en er werd gestart met het opwekken van eigen stroom. Op dit moment is het kabinet 60 procent zelfvoorzienend;
- er is een onderzoek uitgevoerd naar de duurzaamheid van het Kabinet als gehele organisatie, welke heeft geleid tot nieuwe data die nu geraadpleegd kunnen worden voor beslissingen op het gebied van o.a. inkoop, onderhoud en communicatie;
- er werd een onderzoek gestart naar het deels vervangen van het wagenpark van het kabinet door elektrische auto’s. Verder werd onderzocht of het wagenpark met 20% kan inkrimpen;
‒ 100% van het afval wordt gescheiden; - er wordt gebruik gemaakt van elektrische fietsen; - er is een start gemaakt met de Leed certificering.
Evenementen werden in eigen huis gehouden. Voor het eerst sinds de uitbraak van Covid werden er weer lintjes uitgedeeld. Dit heugelijke feit werd groots gevierd.
Website
Er is een start gemaakt met een nieuwe website.
5.8 Bedrijfsvoeringsparagraaf Kiesraad
Paragraaf 1 - Uitzonderingsrapportage
- Rechtmatigheid
Totaalniveau artikel 9 | ||||||
verplichtingen | 10.852 | 1.085 | 3.843 | 3.843 | 35,41% |
Inhuur ICT professionals
In 2020 is de rijksbrede raamovereenkomst voor ICT afgesloten door het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Hierbij is de Kiesraad abusievelijk niet opgenomen als deelnemer. Dit feit is in 2023 geconstateerd. Hierdoor is een aantal verplichtingen die de Kiesraad onder deze overeenkomst was aangegaan, onrechtmatig. Deze raamovereenkomst was actief tot juli 2024. In het kader van de doelmatigheid en continuïteit is de Kiesraad een aantal nieuwe verplichtingen onder deze raamovereenkomst aangegaan.
IMOA
De aanbesteding van de nieuwe Interim-management en organisatieadvies (IMOA) raamovereenkomst heeft in 2024 vertraging opgelopen doordat er vanuit marktpartijen bezwaren waren ingediend. Deze bezwaren zijn door de rechtbank gegrond verklaard, waardoor de aanbesteding destijds opnieuw in de markt is gezet.
Dit raakt de hele Rijksoverheid, en om die reden zijn er overeenkomsten ter overbrugging gemaakt, waar de Kiesraad aan meedoet. Voor de nieuwe raamovereenkomst heeft de Kiesraad ook een volmacht afgegeven.
Uitwisselingsplatforms
De ADR heeft de inkoopprocedure voor de opdracht van de uitwisselingsplatforms als onrechtmatig aangemerkt. De Kiesraad heeft de uitwisselingsplatforms in 2024 in het kader van de wet programmatuur verkiezingen overgenomen van VNG realisatie. De uitwisselingsplatforms zijn in opdracht van VNG als maatwerkapplicatie ontwikkeld. Daarnaast is de Kiesraad nieuwe software aan het ontwikkelen die zorgt dat de uitwisselingsplatforms vanaf 2026 overbodig zijn. Op basis van proportionaliteit en doelmatigheid heeft de Kiesraad, in samenwerking met de RIS, gemotiveerd afgeweken van de MVO-procedure. Een aanbestedingsjurist heeft de motivatie getoetst en geoordeeld dat in dit specifieke geval afgeweken kon worden van de MVO-procedure. De Kiesraad heeft een meerjarige overeenkomst afgesloten met een maximale opdrachtwaarde van € 143.000 waarvan in 2024 een uitnutting is geweest van € 22.869. De ADR dient te extrapoleren waardoor de rechtmatigheidsfout op € 438.845 komt.
Overschrijding van de verplichtingenstand
De meerjarige negatieve bijstelling van een verplichting over de jaren 2024 t/m 2027 (zie de toelichting negatieve bijstelling verplichting) is in zijn geheel afgeboekt op de verplichtingenstand van 2024. Daarom loopt de verplichtingenstand in 2024 niet meer in de pas met de daadwerkelijk aangegane verplichtingen in het jaar 2024. Om die reden is er een overschrijding op het verplichtingenbudget. Vanwege een aanscherping van de RBV 2025 met betrekking tot presentatie van negatieve bijstellingen op de verplichtingen zijn er onverhoopt overschrijdingen van de budgettaire ruimte. Daardoor zijn er meer verplichtingen aangegaan dan in de tweede suppletoire begroting stond. De ADR volgt hierbij de Rijksbrede norm en deze administratieve omissie is als onrechtmatig aangemerkt. Het gaat om een overschrijding van de verplichtingenstand van € 2.531.000. Er is nadrukkelijk geen sprake van onrechtmatige uitgaven.
2. Totstandkoming niet-financiële verantwoordingsinformatie
Er zijn geen bijzonderheden te melden.
3. Begrotingsbeheer, financieel beheer en de materiële bedrijfsvoering
De bodemprocedure in verband met het ontbinden van het contract met de leverancier voor het ontwikkelen van het softwaresysteem Digitaal Hulpmiddel Verkiezingsuitslagen (DHV) op 21 april 2023 is tot op heden nog niet afgerond.
De Kiesraad heeft de verplichting voor de jaren 2024 t/m 2027 afgeboekt. De jaren 2022 t/m 2023 zijn nog niet bijgesteld omdat er een rechtszaak loopt. Er is vooralsnog geen duidelijkheid wanneer deze rechtszaak is afgerond.
4. Misbruik en oneigenlijk gebruik
Er zijn geen gevallen van misbruik en oneigenlijk gebruik geweest in 2024.
5. Overige aspecten van de bedrijfsvoering
De Kiesraad heeft in 2024 de professionalisering van procesmanagement verder opgepakt en de processen van de Kiesraad zijn uitgewerkt en geborgd in de organisatie. Hierbij is gefocust op de processen rondom het verkiezingsproces en de bedrijfsvoering.
6. Fraude- en corruptierisico’s
De financiële administratie van de Kiesraad wordt door het ministerie van BZK ondersteund. Daar waar de uitvoering bij de Kiesraad ligt wordt zoveel mogelijk gewerkt volgens het kader van BZK. Gezien de aard van de taken van de Kiesraad en de genomen maatregelen kent de Kiesraad een laag fraude-risicoprofiel op het gebied van financieel en materieel beheer. Deze classificatie wordt mede gebaseerd op uitgevoerde interne controle, gemonitorde maatregelen en doorgevoerde functiescheiding door onder andere het 4-ogen principe bij betalingen van facturen en het aanmaken van verplichtingen, en door controlefuncties in financiële rapportages.
Om de integriteit binnen de Kiesraad te waarborgen moeten de medewerkers o.a. de eed en belofte afleggen en zijn er verschillende meldpunten en vertrouwenspersonen.
Paragraaf 2 - Rijksbrede bedrijfsvoeringsonderwerpen
In 2024 is de Kiesraad verder gegaan met het verbeteren van de Informatiehuishouding, als onderdeel van het Rijksbrede programma Open op Orde. In oktober 2024 is de twee-meting door de Kiesraad uitgevoerd en opgeleverd.
Paragraaf 3 - Belangrijke ontwikkelingen en verbeteringen in de bedrijfsvoering
De Kiesraad heeft in de organisatie de P&C cyclus verder ingericht door middel van periodieke rapportages en monitoring op de realisatie van de activiteiten en uitvoering van het bestedingsplan.
In het afgelopen jaar is door de Kiesraad verder ingezet op informatiebeveiliging. Er is een Awareness Campagne gehouden met het thema cloudbeveiliging, er werden risicoanalyses uitgevoerd en er is aandacht geschonken aan crisismanagement o.a. met een Kiesraadbrede crisisoefening.
C. Jaarrekening
6. Verantwoordingsstaat
Totaal | 180.815 | 182.743 | 6.297 | 190.606 | 192.305 | 8.232 | 9.791 | 9.562 | 1.935 | |
Beleidsartikelen | ||||||||||
1 | Raad van State | 85.283 | 85.283 | 1.950 | 87.392 | 90.083 | 1.720 | 2.109 | 4.800 | ‒ 230 |
2 | Algemene Rekenkamer | 44.341 | 44.341 | 1.017 | 46.484 | 47.053 | 1.679 | 2.143 | 2.712 | 662 |
3 | De Nationale ombudsman | 28.694 | 28.694 | 2.796 | 30.904 | 30.903 | 4.118 | 2.210 | 2.209 | 1.322 |
4 | Kanselarij der Nederlandse Orden | 6.211 | 6.211 | 199 | 6.139 | 5.518 | 386 | ‒ 72 | ‒ 693 | 187 |
6 | Kabinet van de Gouverneur van Aruba | 2.223 | 2.223 | 60 | 2.781 | 2.781 | 138 | 558 | 558 | 78 |
7 | Kabinet van de Gouverneur van Curaçao | 3.374 | 3.374 | 200 | 3.294 | 3.294 | 99 | ‒ 80 | ‒ 80 | ‒ 101 |
8 | Kabinet van de Gouverneur van Sint Maarten | 2.453 | 2.453 | 75 | 2.760 | 2.760 | 92 | 307 | 307 | 17 |
9 | Kiesraad | 8.236 | 10.164 | 0 | 10.852 | 9.913 | 0 | 2.616 | ‒ 251 | 0 |
Niet-beleidsartikelen | ||||||||||
10 | Nog onverdeeld | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
7. Saldibalans
Intra-comptabele posten | Intra-comptabele posten | ||||||||||
1) | Uitgaven ten laste van de begroting | 192.305 | 175.897 | 2) | Ontvangsten ten gunste van de begroting | 8.232 | 8.012 | ||||
3) | Liquide middelen | 1.059 | 816 | ||||||||
4) | Rekening-courant Rijkshoofdboekhouding1 | 0 | 0 | 4a) | Rekening-courant Rijkshoofdboekhouding | 177.031 | 161.612 | ||||
5) | Rekening-courant RHB Begrotingsreserve | 0 | 0 | 5a) | Begrotingsreserves | 0 | 0 | ||||
6) | Vorderingen buiten begrotingsverband | 237 | 161 | 7) | Schulden buiten begrotingsverband | 8.338 | 7.250 | ||||
8) | Kas-transverschillen | 0 | 0 | ||||||||
Subtotaal intra-comptabel | 193.601 | 176.874 | Subtotaal intra-comptabel | 193.601 | 176.874 | ||||||
Extra-comptabele posten | Extra-comptabele posten | ||||||||||
9) | Openstaande rechten | 0 | 9a) | Tegenrekening openstaande rechten | 0 | 0 | |||||
10) | Vorderingen | 553 | 662 | 10a) | Tegenrekening vorderingen | 553 | 662 | ||||
11a) | Tegenrekening schulden | 0 | 0 | 11) | Schulden | 0 | 0 | ||||
12) | Voorschotten | 6.532 | 7.274 | 12a) | Tegenrekening voorschotten | 6.532 | 7.274 | ||||
13a) | Tegenrekening garantieverplichtingen | 0 | 0 | 13) | Garantieverplichtingen | 0 | 0 | ||||
14a) | Tegenrekening andere verplichtingen | 23.577 | 32.632 | 14) | Andere verplichtingen | 23.577 | 32.632 | ||||
15) | Deelnemingen | 0 | 0 | 15a) | Tegenrekening deelnemingen | 0 | 0 | ||||
Subtotaal extra-comptabel | 30.662 | 40.568 | Subtotaal extra-comptabel | 30.662 | 40.568 | ||||||
Totaal | 224.263 | 217.442 | Totaal | 224.263 | 217.442 |
- Rijkshoofdboekhouding
TOELICHTING OP DE SALDIBALANS per 31 december 2024
Algemeen
Het intracomptabele deel van de saldibalans (financiële posten 1 t/m 8) bevat het resultaat van de financiële transacties in de departementale administratie die een directe relatie hebben met de kasstromen. Deze kasstromen worden via de Rekening-courant met het Ministerie van Financiën bijgehouden.
Het extracomptabele deel bevat het saldo van de overige rekeningen die met sluitrekeningen in evenwicht worden gehouden.
De cijfers in de saldibalans zijn vermeld in duizendtallen en afgerond naar boven. Hierdoor kunnen bij het subtotaal en het totaal afrondingsverschillen optreden.
Ad 1 en 2. Uitgaven en ontvangsten
Bij de begrotingsuitgaven en -ontvangsten zijn de gerealiseerde uitgaven en ontvangsten opgenomen met betrekking tot het jaar 2024, waarvoor de Rijksrekening nog niet door de Tweede Kamer is goedgekeurd.
Ad 3. Liquide middelen
De post liquide middelen is opgebouwd uit het saldo bij de banken en de contante gelden aanwezig in de kluis van de kasbeheerders.
a) Raad van State | 3.726 |
b) Algemene Rekenkamer | 0 |
c) Nationale ombudsman | 2.375 |
d) Kanselarij der Nederlandse Orden | 532 |
e) Kabinet van de Gouverneur van Aruba | 533.297 |
f) Kabinet van de Gouverneur van Curaçao | 346.601 |
g) Kabinet van de Gouverneur van Sint Maarten | 171.793 |
h)Kiesraad | 0 |
i) Overige liquide middelen | 0 |
Totaal | 1.058.324 |
Ad 4a. Rekening-courant Rijkshoofdboekhouding
Op de Rekening-courant met de Rijkshoofdboekhouding (RHB) wordt de financiële verhouding met het Ministerie van Financiën weergegeven. Opgenomen zijn de bedragen conform Rekening-courant afschriften en het saldobiljet. De volgende Rekening-courantverhouding is opgenomen in de balans:
a) Rekening-courant FIN/RHB | 177.030.453 |
Totaal | 177.030.453 |
Ad 6. Vorderingen buiten begrotingsverband
Het bedrag aan vorderingen buiten begrotingsverband is als volgt opgebouwd:
a) Vorderingen Kasbeheerders Rijksdiensten | |
Raad van State | 106.773 |
Algemene Rekenkamer | 1.945 |
Nationale ombudsman | 7.596 |
Kanselarij der Nederlandse Orden | 0 |
Kabinet van de Gouverneur van Aruba | 8.683 |
Kabinet van de Gouverneur van Curaçao | 99.678 |
Kabinet van de Gouverneur van Sint Maarten | 9.009 |
b) Kiesraad | 0 |
c) Overige intra-comptabele vorderingen | 3.316 |
Totaal | 237.000 |
Ad a) Vorderingen kasbeheerders
Het saldo van de Raad van State heeft voornamelijk betrekking op vorderingen wegens debiteuren in verband met detacheringen (€ 78.001), nog te ontvangen griffierecht van de IND (€ 3.519), voorschotten lonen (€ 4.387) en tussenrekening schadebewaringszaken (€ 15.105).
De vorderingen van de Algemene Rekenkamer betreft een vordering op pensioenpremie.
De vordering van het Kabinet van de Gouverneur van Aruba bestaat voornamelijk uit voorschotten personeel (€ 8.683).
De vorderingen van het Kabinet van de Gouverneur van Curaçao bestaat voornamelijk uit voorgeschoten paspoortgelden voor het Bevolkingsregister (€ 97.724).
Het bedrag van het Kabinet van de Gouverneur van Sint-Maarten betreft voornamelijk paspoortleges (€1.87) en voorschotten salaris (€ 3.822).
Ad c) Overige intra-comptabele vorderingen
Overige intra-comptabele vorderingen betreft voornamelijk salarissen.
Ad 7. Schulden buiten begrotingsverband
Het bedrag aan schulden buiten begrotingsverband is als volgt opgebouwd:
a) Schulden Kasbeheerders Rijksdiensten | |
Raad van State | 285.677 |
Algemene Rekenkamer | 2.310.744 |
Nationale Ombudsman | 0 |
Kanselarij der Nederlandse Orden | 0 |
Kabinet van de Gouverneur van Aruba | 65.797 |
Kabinet van de Gouverneur van Curaçao | 267.373 |
Kabinet van de Gouverneur van Sint Maarten | 138.750 |
b) Kiesraad | 0 |
c) Nog af te dragen loonheffing en Sociale premies | 1.818.769 |
d) Overige intra-comptabele schulden | 3.450.890 |
Totaal | 8.338.000 |
Ad a) Schulden kasbeheerders
De schulden van de Raad van State bestaan voornamelijk uit de permanente bevoorschotting van griffierechten (€ 190.638).
De schulden met betrekking tot de Algemene Rekenkamer betreffen grotendeels (€ 2,3 mln.) loonheffingen en sociale premies die in 2024 worden afgerekend.
De schulden van het Kabinet van de Gouverneur van Aruba bestaat grotendeels uit naturalisatiegelden (€ 37.969) en financiële afwikkeling van twee stichtingen (€ 17.812).
De schulden van het Kabinet van de Gouverneur van Curaçao bestaan voornamelijk uit nooddocumenten, naturalisatiegelden (€ 242.761) en nog af te verrekenen pensioenpremies (€ 8.288).
De schulden van het Kabinet van de Gouverneur van Sint-Maarten bestaan voornamelijk uit af te dragen paspoort- en naturalisatiegelden (€ 98.438), kruisposten (€ 28.879) en nog af te dragen bedragen aan de Belastingdienst in verband met AOV/AWW (€ 6.207).
Ad c) Nog af te dragen loonheffing en sociale premies
De overige posten bestaan uit de ingehouden loonheffing (€ 1,5 mln.) en te betalen ABP premie (€ 0,3 mln.) over de maand december 2024. Afwikkeling vindt plaats in 2025.
Ad d) Overige intracomptabele schulden
Bestaat uit intercompany boekingen. Betreft met name de verrekening van loonkosten vanuit begrotingshoofdstuk VII met de Kiesraad (€ 3,5 mln.).
Ad 10. Vorderingen
Het totaal bedrag is als volgt opgebouwd:
a) Vorderingen Kasbeheerders | |
Raad van State | 0 |
Algemene Rekenkamer | 230.793 |
Nationale ombudsman | 0 |
Kanselarij der Nederlandse Orden | 0 |
Kabinet van de Gouverneur van Aruba | 0 |
Kabinet van de Gouverneur van Curaçao | 0 |
Kabinet van de Gouverneur van Sint Maarten | 248.285 |
b) Kiesraad | 0 |
c) Overige extra-comptabele vorderingen | 73.881 |
Totaal | 552.959 |
Het saldo van de Algemene Rekenkamer bestaat voornamelijk uit vorderingen m.b.t. detacheringen (€ 65.761) en een vordering op de RVO (€ 215.141).
Het saldo van de Kabinet van de Gouverneur van Sint-Maarten bestaat voornamelijk (€ 177.088) uit naturalisatiegelden. De afrekening vindt in 2025 plaats.
De overige posten bestaan uit diverse te ontvangen bedragen debiteuren.
Ad 12. Voorschotten
Ad 12a. Tegenrekening voorschotten
2021 | 0 | 0 | 0 | 0 |
2022 | 0 | 0 | 0 | 0 |
2023 | 24.760 | 0 | 24.760 | 0 |
2024 | 0 | 51.297 | 0 | 51.297 |
Totaal | 24.760 | 51.297 | 24.760 | 51.297 |
2021 | 0 | 0 | 0 | 0 |
2022 | 0 | 0 | 0 | 0 |
2023 | 1.742 | 0 | 1.502 | 240 |
2024 | 0 | 12.454 | 10.952 | 1.502 |
Totaal | 1.742 | 12.454 | 12.454 | 1.742 |
2021 | 32.028 | 0 | 32.028 | 0 |
2022 | 0 | 0 | 0 | 0 |
2023 | 372.477 | 0 | 336.022 | 36.455 |
2024 | 0 | 393.892 | 0 | 393.892 |
Totaal | 404.505 | 393.892 | 368.050 | 430.347 |
2021 | 27.328 | 0 | 27.328 | 0 |
2022 | 24.828 | 0 | 24.828 | 0 |
2023 | 0 | 0 | 0 | 0 |
2024 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal | 52.156 | 0 | 52.156 | 0 |
2021 | 0 | 0 | 0 | 0 |
2022 | 743.139 | 0 | 743.139 | 0 |
2023 | 0 | 0 | 0 | 0 |
2024 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal | 743.139 | 0 | 743.139 | 0 |
2021 | 0 | 0 | 0 | 0 |
2022 | 6.048.373 | 0 | 0 | 6.048.373 |
2023 | 0 | 0 | 0 | 0 |
2024 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal | 6.048.373 | 0 | 0 | 6.048.373 |
a) Voorschotten kasbeheerders: | ||
Raad van State | 51.297 | |
Algemene Rekenkamer | 1.742 | |
Nationale Ombudsman | 430.347 | |
Kanselarij der Nederlandse Orden | 0 | |
Kabinet van de Gouverneur van Aruba | 0 | |
Kabinet van de Gouverneur van Curaçao | 0 | |
Kabinet van de Gouverneur van Sint Maarten | 0 | |
b) Overige voorschotten: | 0 | |
Kiesraad | 6.048.373 | |
Totaal | 6.531.759 |
De voorschotten van de Raad van State, de Nationale Ombudsman en de Kanselarij der Nederlandse Orden bestaan voornamelijk uit aan APG Service Partners (voorheen Loyalis) verstrekte voorschotten uit het jaar 2023 en 2024. Deze worden afgerekend na ontvangst van een goedkeurende accountantsverklaring.
Voorschot Kiesraad betreft realisatie en implementatie van het Digitaal Hulpmiddel Verkiezingen (DHV).
Ad 14. Andere verplichtingen
Ad 14a. Tegenrekening andere verplichtingen
De stand openstaande verplichtingen is als volgt opgebouwd:
Aangegane verplichtingen in het verslagjaar (incl neg. Bijstellingen) | 190.606.000 | +/+ |
223.239.426 | ||
Tot betaling gekomen in 2024 | 192.305.000 | -/- |
Negatieve bijstellingen verplichtingen uit voorgaande jaren | 7.357.907 | -/- |
Totaal | 23.576.519 |
Toelichting
De Kiesraad heeft in april 2023 het contract ontbonden met de leverancier voor de ontwikkeling van verkiezingssoftware. In 2024 heeft de Kiesraad besloten om de aangegane verplichting over de jaren 2024 t/m 2027, met een bedrag van 5.760 mln., negatief bij te stellen vanwege het feit dat de lopende rechtszaak gaat over de jaren 2022 en 2023. Daarnaast zijn er verplichtingen afgeboekt op het gebied van personele en materiele verplichtingen.
8. WNT-verantwoording 2024 overige Hoge Colleges van Staat, Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad
De Wet normering topinkomens (WNT) bepaalt dat de bezoldiging en eventuele ontslaguitkeringen van topfunctionarissen in de publieke en semi-publieke sector op naamsniveau vermeld moeten worden in het financieel jaarverslag. Deze publicatieplicht geldt tevens voor topfunctionarissen die bij een WNT - instelling geen - al dan niet fictieve - dienstbetrekking hebben of hadden. Daarnaast moeten van niet-topfunctionarissen de bezoldiging (zonder naamsvermelding) gepubliceerd worden indien deze het wettelijk bezoldigingsmaximum te boven gaan. Niet-topfunctionarissen zonder dienstverband vallen echter buiten de reikwijdte van de wet.
Voor dit departement heeft de publicatieplicht betrekking op onderstaande functionarissen. De bezoldigingsgegevens van de leden van de Top Management Groep zijn opgenomen in het jaarverslag van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Het algemeen bezoldigingsmaximum bedraagt in 2024 € 233.000.
Algemene Rekenkamer | Dhr. C. van der Werf | Secretaris | 1 (1) | nee | 164.955 (180.451) | 23.352 (22.479) | 188.307 (202.930) | 233.000 | |||
Kanselarij der Nederlandse Orden | Mevr. M.A.K. van Grieken | Directeur | 1 (1) | nee | 153.956 (152.534) | 23.251 (22.428) | 177.207 (174.962) | 233.000 | |||
Kiesraad | Dhr. J.H. Klok | Secretaris-directeur | 1 (1) | nee | 126.644 (62.501) | 19.364 (8.834) | 146.008 (71.335) | 233.000 | |||
Kiesraad | Dhr. G. Nederhorst | Plv. Secretaris-directeur | 1 (1) | nee | 142.158 (33.074) | 22.588 (5.397) | 164.746 (38.471) | 233.000 | |||
Kiesraad | Dhr. W.J. Kuijken | Voorzitter | 0,34 (0,34) | nee | 46.876 (44.500) | 46.876 (44.500) | 79.220 | ||||
Kiesraad | Dhr. R.B. Andeweg | Lid | 1-7-2024 | 0,17 (0,17) | nee | 11.360 (22.762) | 11.360 (22.762) | 19.697 | |||
Kiesraad | Dhr. H.J. Bos | Lid | 0,17 (0,17) | nee | 32.755 (1.848) | 32.755 (1.848) | 39.610 | ||||
Kiesraad | Mevr. L.J. Griffith | Lid | 0,17 (0,17) | nee | 24.229 (23.339) | 24.229 (23.339) | 39.610 | ||||
Kiesraad | Mevr. C.T. van Ham | Lid | 1-11-2024 | 0,17 | nee | 4.167 | 4.167 | 6.602 | |||
Kiesraad | Dhr. J.J.M. van Holsteijn | Lid | 1-4-2024 | 0,17 | nee | 17.888 | 17.888 | 29.762 | |||
Kiesraad | Mevr. J.M.A. Kemna | Lid | 0,17 (0,17) | nee | 23.994 (23.221) | 23.994 (23.221) | 39.610 | ||||
Kiesraad | Mevr. H.E. Reukema-Gevers | Lid | 0,17 (0,17) | nee | 23.743 (23.133) | 23.743 (23.133) | 39.610 | ||||
Nationale ombudsman | Mevr. H. van Essen | Directeur | 1 (1) | nee | 154.011 (141.016) | 23.211 (21.558) | 177.222 (162.574) | 233.000 | |||
Raad van State | Mw. M.J. Horstman | Secretaris | 1 (1) | nee | 192.458 (179.100) | 23.342 (22.555) | 215.800 (201.655) | 233.000 |
Er zijn geen functionarissen die in 2024 een bezoldiging boven het toepasselijke bezoldigingsmaximum hebben ontvangen, of waarvoor in eerdere jaren een vermelding op grond van de WOPT of de WNT heeft plaatsgevonden of had moeten plaatsvinden. Er zijn in 2024 geen functionarissen die hun werkzaamheden als topfunctionaris hebben neergelegd en die op grond van hun voormalige functie nog 4 jaar aangemerkt worden als topfunctionaris. Er zijn in 2024 geen ontslaguitkeringen betaald die op grond van de WNT dienen te worden gerapporteerd. Er zijn geen functies als leidinggevend topfunctionaris bij andere instellingen(en) die op grond van de WNT gemeld en openbaar gemaakt moeten worden.
D. Bijlagen
Bijlage 1: Toezichtrelaties ZBO's en RWT's
Kiesraad | 10.164 | 9.913 | 0 | 0 | nee |
Bijlage 2. Rijksuitgaven Caribisch Nederland
Op verzoek van de motie Hachchi c.s. (Kamerstukken II 2011/12, 33000 IV, nr. 28) wordt jaarlijks een overzicht van alle rijksuitgaven aan Caribisch Nederland toegevoegd aan de begroting van Koninkrijksrelaties (IV). Aangezien het jaarverslag een afspiegeling is van de begroting, wordt dit totaal overzicht ook in het jaarverslag opgenomen.
In onderstaande tabel is de Rijksuitgaven aan Caribisch Nederland weergegeven voor de begroting van de overige Hoge Colleges van Staat, Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad (IIB). In het overzicht en de bijbehorende toelichtingen wordt aangegeven of het uitgaven zijn ten behoeve van eilandelijke taken of rijkstaken, of er sprake is van incidentele of structurele bekostiging en wordt onder de tabel een toelichting gegeven op de wijze van financiering welke gekoppeld is aan de beoogde beleidsdoelen.
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | |||
Totaal uitgaven | 339 | 365 | 404 | 447 | 502 | ||
Artikel 3 Nationale ombudsman | 339 | 365 | 404 | 447 | 502 | ||
Institutionele inrichting | R | S | 339 | 365 | 404 | 447 | 502 |
Toelichting
Artikel 3. Nationale ombudsman
Institutionele inrichting
De Nationale ombudsman is sinds 2010 bevoegd klachten te behandelen over overheidsinstanties van het Rijk in Caribisch Nederland en sinds 2012 ook over de openbare lichamen Bonaire, Saba en Sint Eustatius. Voor de openbare lichamen is de Nationale ombudsman eerstelijns klachtbehandelaar. Dat betekent dat burgers een klacht over de openbare lichamen ook direct aan de Nationale ombudsman kunnen voorleggen. Het betreft daarmee een structurele rijkstaak.
De Nationale ombudsman streeft ten aanzien van Caribisch Nederland een aantal doelen na. Ten eerste wil de ombudsman zichtbaar zijn voor de burgers in Caribisch Nederland en hen op weg helpen. Ten tweede wil de Nationale ombudsman bijdragen aan goed bestuur op de eilanden door de beginselen van het klachtrecht onder de aandacht te brengen bij de overheid. In 2024 heeft de Nationale ombudsman hier op verschillende manieren aan bijgedragen. Door middel van klachtbehandeling. Om ondanks de grote geografische afstand toch laagdrempelig en dichtbij voor de bewoners op de eilanden te kunnen zijn houdt de Nationale ombudsman een aantal keer per jaar in Caribisch Nederland spreekuren. In 2024 ontving de Nationale ombudsman ten aanzien van Caribisch Nederland 247 klachten. Daarvan werden er 188 afgehandeld. Over de openbare lichamen ontving de Nationale ombudsman 86 klachten, waarvan er 52 in 2024 werden afgehandeld.
De Nationale ombudsman doet ook onderzoek uit eigen beweging. Verder vroeg de Nationale ombudsman in 2024 specifieke aandacht voor een groep rugpatiënten uit Bonaire die nog altijd op een schadevergoeding wachten, na letsel dat zij meer dan tien jaar geleden hebben opgelopen na operaties in Colombia.
De Nationale ombudsman heeft voor het uitvoeren van haar werkzaamheden, die rijkstaken betreffen, op Caribisch Nederland vanaf 2018 een structureel budget beschikbaar van € 0,4 mln.