Jaarverslag Koninkrijksrelaties en het BES-fonds 2024
Jaarverslag en slotwet Koninkrijksrelaties en het BES-fonds 2024
Jaarverslag
Nummer: 2025D19983, datum: 2025-05-21, bijgewerkt: 2025-05-28 14:20, versie: 2 (versie 1)
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36740-IV-1).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J.J.M. Uitermark, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (Ooit Nieuw Sociaal Contract kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 36740 IV-1 Jaarverslag en slotwet Koninkrijksrelaties en het BES-fonds 2024.
Onderdeel van zaak 2025Z08675:
- Indiener: J.J.M. Uitermark, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Koninkrijksrelaties
- 2025-05-22 14:14: Aansluitend: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-05-28 13:00: Jaarverslag Koninkrijksrelaties en het BES-fonds 2024 (Inbreng feitelijke vragen), vaste commissie voor Koninkrijksrelaties
- 2025-06-11 13:00: Procedurevergadering (geannuleerd) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Koninkrijksrelaties
- 2025-06-18 13:00: Jaarverslag en slotwet Koninkrijksrelaties en BES-fonds 2024 (Wetgevingsoverleg), vaste commissie voor Koninkrijksrelaties
- 2025-06-18 16:00: Extra procedurevergadering commissie Koninkrijksrelaties (groslijst controversieel verklaren) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Koninkrijksrelaties
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2024–2025 |
36 740IV | Jaarverslag en slotwet Koninkrijksrelaties en het BES-fonds 2024 |
Nr. 1 |
Ontvangen 21 mei 2025 |
Gerealiseerde uitgaven en ontvangsten
Koninkrijksrelaties
Figuur 1 Gerealiseerde uitgaven verdeeld over beleidsartikelen en niet-beleidsartikelen (x € 1 mln.). Totaal € 212.198.000,-
Figuur 2 Gerealiseerde ontvangsten verdeeld over beleidsartikelen en niet-beleidsartikelen (x € 1 mln.). Totaal € 165.395.000,-
BES-fonds
Figuur 3 Gerealiseerde uitgaven verdeeld over beleidsartikelen en niet-beleidsartikelen (x € 1 mln.). Totaal € 103.883.000,-
Figuur 4 Gerealiseerde ontvangsten verdeeld over beleidsartikelen en niet-beleidsartikelen (x € 1 mln.). Totaal € 103.883.000,-
A. Algemeen
1 1. Aanbieding van het jaarverslag en verzoek tot dechargeverlening
AAN de voorzitters van de Eerste en de Tweede Kamer van de Staten-Generaal.
Hierbij bied ik, mede namens de Staatssecretaris Digitalisering en Koninkrijksrelaties, het jaarverslag met betrekking tot de begroting van Koninkrijksrelaties (IV) over het jaar 2024 aan, alsmede het jaarverslag met betrekking tot de begroting van het BES-fonds (H) over het jaar 2024.
Onder verwijzing naar de artikelen 2.37 en 2.40 van de Comptabiliteitswet 2016 verzoek ik de beide Kamers van de Staten-Generaal de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties decharge te verlenen over het in het jaar 2024 gevoerde financiële beheer.
Voor de oordeelsvorming van de Staten-Generaal over dit verzoek tot dechargeverlening stelt de Algemene Rekenkamer als externe controleur op grond van artikel 7.14 van de Comptabiliteitswet 2016 een rapport op. Dit rapport wordt op grond van artikel 7.15 van de Comptabiliteitswet 2016 door de Algemene Rekenkamer aan de Staten-Generaal aangeboden. Het rapport bevat de bevindingen en het oordeel van de Algemene Rekenkamer over:
- het gevoerde begrotingsbeheer, financieel beheer, materiële bedrijfsvoering en de daartoe bijgehouden administraties van het Rijk;
- de centrale administratie van de schatkist van het Rijk van het Ministerie van Financiën;
- de financiële verantwoordingsinformatie in de jaarverslagen;
- de totstandkoming van de niet-financiële verantwoordingsinformatie in de jaarverslagen;
- de financiële verantwoordingsinformatie in het Financieel jaarverslag van het Rijk.
Bij het besluit tot dechargeverlening worden verder de volgende, wettelijk voorgeschreven, stukken betrokken:
- het Financieel jaarverslag van het Rijk over 2024;
- het voorstel van de slotwet dat met het onderhavige jaarverslag samenhangt;
- het rapport van de Algemene Rekenkamer over het onderzoek van de centrale administratie van de schatkist van het Rijk en van het Financieel jaarverslag van het Rijk;
- de verklaring van goedkeuring van de Algemene Rekenkamer over de in het Financieel jaarverslag van het Rijk, over 2024 opgenomen rekening van uitgaven en ontvangsten over 2024, alsmede over de saldibalans over 2024 (de verklaring van goedkeuring, bedoeld in artikel 7.14, tweede lid, van de Comptabiliteitswet 2016).
Het besluit tot dechargeverlening kan niet worden genomen, voordat de betrokken slotwet is aangenomen en voordat de verklaring van goedkeuring van de Algemene Rekenkamer is ontvangen.
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
J.J.M.Uitermark
Dechargeverlening door de Tweede Kamer
Onder verwijzing naar artikel 2.40 van de Comptabiliteitswet 2016 verklaart de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal dat de Tweede Kamer aan het hiervoor gedane verzoek tot dechargeverlening tegemoet is gekomen door een daartoe strekkend besluit, genomen in de vergadering van De Voorzitter van de Tweede Kamer, Handtekening: Datum: |
Op grond van artikel 2.40, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2016 wordt dit originele exemplaar van het onderhavige jaarverslag, na ondertekening van de hierboven opgenomen verklaring, ter behandeling doorgezonden aan de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.
Dechargeverlening door de Eerste Kamer
Onder verwijzing naar artikel 2.40 van de Comptabiliteitswet 2016 verklaart de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal dat de Eerste Kamer aan het hiervoor gedane verzoek tot dechargeverlening tegemoet is gekomen door een daartoe strekkend besluit, genomen in de vergadering van De Voorzitter van de Eerste Kamer, Handtekening: Datum: |
Op grond van artikel 2.40 van de Comptabiliteitswet 2016 wordt dit originele exemplaar van het onderhavige jaarverslag, na ondertekening van de hierboven opgenomen verklaring, doorgezonden aan de Minister van Financiën.
2. Leeswijzer
Algemeen
Voor u ligt het jaarverslag 2024 van Koninkrijksrelaties en het BES-fonds. Dit betreft een niet-departementale begroting.
Het jaarverslag van het BES-fonds maakt onderdeel uit van de financiële verantwoording van het Rijk, maar heeft daarbinnen een bijzonder karakter. Het jaarverslag van het BES-fonds kent in tegenstelling tot een departementaal jaarverslag slechts één beleidsartikel: het BES-fonds. Het beleid dat wordt gevoerd ter realisatie van de algemene beleidsdoelstelling is direct verbonden met dit ene beleidsartikel. De apparaatsuitgaven/-ontvangsten voor de uitvoering van het BES-fonds zijn opgenomen in de apparaatskosten van begrotingshoofdstuk Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII).
Het jaarverslag 2024 is als volgt opgebouwd:
A. Een algemeen deel met de dechargeverlening;
B. Het beleidsverslag 2024 Koninkrijksrelaties met de
beleidsprioriteiten, de (niet-)beleidsartikelen en de
bedrijfsvoeringsparagraaf;
B. Het beleidsverslag 2024 BES-fonds met de beleidsprioriteiten, het
beleidsartikel en de bedrijfsvoeringsparagraaf;
C. De jaarrekening Koninkrijksrelaties 2024;
C. De jaarrekening BES-fonds 2024;
D. De bijlagen.
Grondslagen voor de vastlegging en de waardering
De verslaggevingsregels en waarderingsgrondslagen die van toepassing zijn op de in dit jaarverslag opgenomen financiële overzichten zijn ontleend aan de Comptabiliteitswet 2016 en de daaruit voortvloeiende regelgeving, waaronder de Regeling rijksbegrotingsvoorschriften 2025. Voor de begrotingsadministratie wordt het verplichtingen-kasstelsel toegepast.
Groeiparagraaf
In de bijlage Rijksuitgaven Caribisch Nederland wordt op verzoek van de motie Bruyning c.s. (Kamerstukken II 2024/25, 36600 IV, nr. 19) de realisatie van de interdepartementale Rijksuitgaven aan Caribisch Nederland op artikelniveau gepresenteerd in plaats van een totaalbedrag per begrotingshoofdstuk per jaar, om zo de Rijksuitgaven Caribisch Nederland inzichtelijker te maken.
Focusonderwerp
De Tweede Kamer heeft voor de verantwoording over 2024 als focusonderwerp prioriteren van beleid met aandacht voor de uitvoering en arbeidsmarkt aangewezen. Een kwalitatieve analyse hierover is opgenomen in het beleidsverslag, bij het budgettaire overzicht met de totale onderuitputting.
Het beleidsverslag
Het beleidsverslag bestaat uit de beleidsprioriteiten, de (niet-)beleidsartikelen en de bedrijfsvoeringsparagraaf.
Beleidsprioriteiten
In de paragraaf «Beleidsprioriteiten» wordt verslag gedaan van de beleidsprioriteiten die zijn opgenomen in de begroting 2024. Daarnaast is een tabel opgenomen met daarin de realisatie van de periodieke rapportages/beleidsdoorlichtingen, een overzicht met risicoregelingen, een overzicht met de implementatie van de mensenrechtenverdragen en een budgettair overzicht met de totale onderuitputting.
Openbaarheidsparagraaf
Voor de openbaarheidsparagraaf van hoofdstuk 4 wordt verwezen naar het jaarverslag van het begrotingshoofdstuk Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII).
Beleidsartikelen
In de paragraaf «Beleidsartikelen» wordt meer in detail ingegaan op de verantwoording over de verschillende onderwerpen. De paragraaf kent per beleidsartikel de volgende opzet:
- Algemene doelstelling;
- Rol en verantwoordelijkheid;
- Beleidsconclusies;
- Tabel Budgettaire gevolgen van beleid;
- Toelichting op de financiële instrumenten.
De paragraaf «Niet-beleidsartikelen» kent een andere indeling, te weten:
- Tabel Budgettaire gevolgen;
- Toelichting op de financiële instrumenten.
Algemene doelstelling en rol en verantwoordelijkheid
Conform de Rijksbegrotingsvoorschriften (RBV) 2025 zijn voor de onderdelen «Algemene doelstelling» en «Rol en verantwoordelijkheid» in de beleidsartikelen de teksten uit de vastgestelde begroting 2024 als basis gebruikt.
Toelichting op financiële instrumenten
In de toelichting op de financiële instrumenten wordt aangegeven waarvoor de financiële overdracht in het begrotingsjaar is aangewend. Verschillen tussen de budgettaire raming en de realisatie in het verslagjaar worden toegelicht, hierbij wordt indien van toepassing verwezen naar de eerste, tweede en september suppletoire en incidentele begrotingswetten of de slotwet.
De beleidsmatige verschillen en technische verschillen, die groter dan of gelijk zijn aan de ondergrens zoals deze in de Rijksbegrotingsvoorschriften (RBV) 2025 zijn opgenomen, worden toegelicht. In het kader van transparantie of anderszins kan het voorkomen dat verschillen beneden deze ondergrenzen ook worden toegelicht.
1. Versterken rechtsstaat | Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 1 mln. | Verplichtingen/Uitgaven: 4 mln. Ontvangsten: 2 mln. |
2. Slavernijverleden | Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln. Ontvangsten: 1 mln. | Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 2 mln. |
4. Bevorderen sociaaleconomische structuur | Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 1 mln. | Verplichtingen/Uitgaven: 4 mln. Ontvangsten: 2 mln. |
5. Schuldsanering/lopende inschrijving/leningen | Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln. Ontvangsten: 1 mln. | Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 2 mln. |
8. Wederopbouw Bovenwindse Eilanden | Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln. Ontvangsten: 1 mln. | Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 2 mln. |
6. Apparaat | Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln. Ontvangsten: 1 mln. | Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 2 mln. |
7. Nog onverdeeld | Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln. Ontvangsten: 1 mln. | Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 2 mln. |
1. BES-fonds | Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 2 mln. | Verplichtingen/Uitgaven: 4 mln. Ontvangsten: 4 mln. |
Bedrijfsvoeringsparagraaf
Het jaarverslag Koninkrijksrelaties 2024 bevat ook een bedrijfsvoeringparagraaf. Hierin wordt verslag gedaan over specifieke punten van de bedrijfsvoering voor Koninkrijksrelaties (IV). Voor het verslag over de bedrijfsvoering in algemene zin wordt verwezen naar het jaarverslag van het begrotingshoofdstuk Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII).
De jaarrekening 2024
In de jaarrekening treft u de verantwoordingsstaat voor de begroting van Koninkrijksrelaties en de saldibalans met toelichting aan. De slotwet wordt als een apart Kamerstuk gepubliceerd.
Wet Normering Topinkomens (WNT) verantwoording
De WNT-verantwoording van Koninkrijksrelaties is opgenomen in het jaarverslag van het begrotingshoofdstuk Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII).
Externe inhuur
De externe inhuur van Koninkrijksrelaties wordt verantwoord in het overzicht inhuur externen in het jaarverslag van het begrotingshoofdstuk Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII).
De bijlagen
In het jaarverslag Koninkrijksrelaties en het BES-fonds (IV) zijn de volgende bijlagen opgenomen:
- Afgeronde evaluatie- en overig onderzoek;
- Moties en toezeggingen;
- Overzicht Rijksuitgaven Caribisch Nederland;
Het jaarverslag BES-fonds 2024
Beleidsprioriteiten
In de paragraaf «Beleidsprioriteiten» wordt verslag gedaan van de beleidsprioriteiten die zijn opgenomen in de begroting 2024.
Beleidsartikel
In de paragraaf «Beleidsartikel» wordt meer in detail ingegaan op de verantwoording over de verschillende onderwerpen. De paragraaf kent de volgende opzet:
- Algemene doelstelling;
- Rol en verantwoordelijkheid;
- Beleidsconclusies;
- Tabel Budgettaire gevolgen van beleid;
- Toelichting op de financiële instrumenten.
Algemene doelstelling en rol en verantwoordelijkheid
Conform de Rijksbegrotingsvoorschriften (RBV) 2025 zijn voor de onderdelen «Algemene doelstelling» en «Rol en verantwoordelijkheid» in de beleidsartikelen de teksten uit de vastgestelde begroting 2024 als basis gebruikt.
Bedrijfsvoeringsparagraaf
Het jaarverslag BES-fonds 2024 bevat ook een bedrijfsvoeringsparagraaf. Hierin wordt verslag gedaan over specifieke punten van de bedrijfsvoering voor het BES-fonds (H). Voor het verslag over de bedrijfsvoering in algemene zin wordt verwezen naar het jaarverslag van het begrotingshoofdstuk Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII).
De jaarrekening 2024
In de jaarrekening treft u de verantwoordingsstaat voor de begroting van het BES-fonds en de saldibalans met toelichting. De slotwet wordt als een apart Kamerstuk gepubliceerd.
B. Beleidsverslag Koninkrijksrelaties
3. Beleidsprioriteiten
Van een Koninkrijk met wederzijdse betrokkenheid naar bouwen aan een gezamenlijke toekomst
In de tweede helft van 2024 is een nieuw kabinet aangetreden met nieuwe beleidsprioriteiten. In dit onderdeel van het jaarverslag kijken we terug op 2024, waarbij rekening wordt gehouden met de volgende speerpunten:
- Deugdelijk bestuur en rechtszekerheid
- Toekomstbestendige overheidsfinanciën
- Het vergroten van de zelfredzaamheid
De staatssecretaris Digitalisering en Koninkrijksrelaties heeft in mei 2024 het Bestuursakkoord Bonaire 2024-2027 getekend. De bestuursakkoorden voor Saba en Sint Eustatius waren in 2023 getekend en in 2024 hebben we voor Caribisch Nederland een eerste stap gezet naar een nieuwe uitvoeringsagenda. De bestuurlijke afspraken met de drie eilanden over het versterken van uitvoeringskracht zijn geactualiseerd en waar nodig aangescherpt. We hebben bestuurlijke afspraken gemaakt met de drie eilanden over de vormgeving van een ondersteuningsprogramma voor de gezaghebbers, gedeputeerden, eilandraadsleden, griffiers en eilandsecretarissen van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, met het doel om de samenwerking en uitwisseling met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) te intensiveren. In 2024 heeft het kabinet samen met de eilanden gewerkt aan het beter toepasbaar en uitvoerbaar maken van nieuw beleid en wet- en regelgeving voor de eilanden. De periodieke wetgevingsoverzichten die we ook in 2024 hebben opgesteld vormen hierbij een belangrijk instrument. BZK ziet erop toe dat de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba het financieel beheer op een adequaat niveau brengen en houden. Om Bonaire, Sint Eustatius en Saba beter in staat te stellen de eilandelijke taken goed uit te voeren zijn in 2024 structurele middelen toegevoegd aan de vrije uitkeringen van de eilanden. Dit is gedaan naar aanleiding van het onderzoek van IdeeVersa naar de eilandelijke taken en middelen Caribisch Nederland (Kamerstukken II, 2023/24, 36550 IV, nr. 3).
In de samenwerking met de drie autonome Caribische landen in het Koninkrijk ligt de focus op deugdelijk bestuur en rechtszekerheid, waaronder het borgen van fundamentele mensenrechten en het vergroten van de zelfredzaamheid van deze landen. Eind 2024 is er een overeenkomst getekend voor de bouw van een nieuwe detentiefaciliteit. De nieuwe gevangenis wordt naar verwachting in 2028 opgeleverd. Om de verwevenheid tussen bovenwereld en onderwereld aan te pakken hebben we binnen de vier landen van het Koninkrijk in 2023 afspraken gemaakt over het ontwikkelen van bestuurlijke mogelijkheden om ondermijnende criminaliteit aan te pakken. Deze afspraken zijn bestendigd in het protocol voor de bestuurlijke aanpak van ondermijnende criminaliteit in de Caribische landen van het Koninkrijk. In 2024 is uitvoering gegeven aan de in 2023 door BZK beschikbaar gestelde subsidies. Aruba, Curaçao en Sint Maarten hebben gewerkt aan het opstellen van ondermijningsbeelden, het ontwikkelen van een bewustwordingscampagne, de inhuur van wetgevingscapaciteit en de organisatie van de Integrity Summit Dutch Caribbean. In het kader van de landspakketten is in Curaçao onder meer onderzoek verricht naar de impact van handelsovereenkomsten. Voor Aruba zijn de mogelijkheden van kasteelt onderzocht, wat de basis moet leggen voor een op te richten Agri Innovation Park. Voor Sint Maarten is bijgedragen aan het ondernemerschapsbeleid door additionele wetgevingscapaciteit te financieren.
Caribisch Nederland (CN)
Deugdelijk bestuur en rechtszekerheid
Bestuurlijke afspraken Caribisch Nederland
De staatssecretaris Digitalisering en Koninkrijksrelaties heeft in 2024 het Bestuursakkoord Bonaire getekend. De bestuursakkoorden voor Saba en Sint Eustatius waren al in 2023 getekend en in 2024 is een eerste stap gezet naar een nieuwe uitvoeringsagenda. De bestuurlijke afspraken helpen om de samenwerking tussen de Rijksoverheid en de openbare lichamen te sturen en resultaatgericht aan de slag te gaan. Er zijn afspraken gemaakt over belangrijke thema’s zoals versterken van de bestuurs- en uitvoeringskracht, armoedebestrijding, financiën en economische diversificatie. Hierbij hebben de openbare lichamen zelf de prioriteiten bepaald. Hierna worden de prioriteiten aangegeven per openbaar lichaam.
Prioriteiten Bestuursakkoord Bonaire 2024-2027
Bonaire heeft de volgende drie prioriteiten bepaald: een rechtvaardige samenleving, een integrale aanpak duurzame ontwikkeling en een krachtig bestuur & participatieve democratie. Dit houdt in dat Bonaire werkt aan het realiseren van openbaar vervoer, het doorontwikkelen van een strategische aanpak op het gebied van ruimtelijke ontwikkeling en het versterken van het openbaar bestuur op het gebied van integriteit en weerbaarheid. Hiernaast hebben we afspraken gemaakt over uitvoeringscapaciteit. Bonaire heeft zich gecommitteerd voor het structureel versterken van de organisatie en het werven van de benodigde capaciteit, dit borgen zij binnen de eigen begroting. Hiernaast hebben we financiële afspraken gemaakt binnen het bestuursakkoord om prioriteiten van Bonaire te ondersteunen. Hieronder valt de matching van de aanvraag van Bonaire bij de Erfgoeddeal, investeringen in het havenbedrijf via mobiele kranen, versnelling van de organisatieontwikkeling via een GAP-analyse en een extra bijdrage aan het realiseren van openbaar vervoer.
Prioriteiten Saba Package Agreement 2023-2027
Saba heeft uitvoering gegeven aan vier prioriteiten, namelijk bestaanszekerheid en welzijn, economische en ruimtelijke ontwikkeling, klimaat en natuur en milieu en goed bestuur. Zo heeft Saba uitvoering gegeven aan het verder ontwikkelen en professionaliseren van de eigen ambtelijke organisatie, met meer aandacht voor onder andere leren en ontwikkelen van ambtenaren, het stroomlijnen van interne procedures en meer capaciteit voor het versterken van kernfuncties. Met de verhoging van de Vrije Uitkering van Saba bij de Voorjaarsnota in 2024 is het voor het Openbaar Lichaam Saba mogelijk geworden om deze functies te financieren met structureel geld. Verder hebben Saba en het Rijk gewerkt aan concrete initiatieven genoemd in de Saba Package, zoals het bouwen van betaalbare huur- en koopwoningen, het gezamenlijk wegnemen van barrières die de economische ontwikkeling van het eiland in de weg staan en de verdere digitalisering van de overheidsorganisatie. Er is ook belangrijk voorbereidend werk verricht voor het opstellen van een ruimtelijk ontwikkelingsplan Saba.
Prioriteiten Afsprakenakkoord Sint Eustatius 2024-2027
In de bestuurlijke afspraken met Sint Eustatius staan economische ontwikkeling, circulariteit met focus op (digitale) infrastructuur, welzijn en goed bestuur centraal. Dit houdt onder meer in dat er meer sociale huurwoningen worden gebouwd, het cultureel erfgoed nog intensiever wordt beschermd, er aandacht is voor integriteit, ingezet wordt op uitvoeringskracht, de versterking van de digitale vaardigheden van de inwoners wordt gestimuleerd, verschillende mogelijkheden voor het uitbreiden van de economie worden onderzocht en er verder wordt gewerkt aan de versterking van de infrastructuur. Daarnaast is Sint Eustatius in 2024 begonnen met het uitwerken van de prioriteiten binnen het brede programma Strong Roots en zet in op integraal armoedebeleid in samenwerking met het Rijk.
Versterken bestuurs- en uitvoeringskracht
In 2024 hebben we voortgebouwd op bestaande programma’s en activiteiten voor het versterken van de bestuurs- en uitvoeringskracht. De bestuurlijke afspraken met de drie eilanden over het versterken van uitvoeringskracht hebben we geactualiseerd en waar nodig aangescherpt. Om taken en middelen meer in balans te brengen en de uitvoeringskracht van de eilanden te versterken is de hoogte van de vrije uitkering structureel verhoogd (€ 13,6 mln.). We hebben bestuurlijke afspraken gemaakt met de drie eilanden over de vormgeving van een ondersteuningsprogramma voor de gezaghebbers, gedeputeerden, eilandraadsleden, griffiers en eilandsecretarissen van Bonaire, Sint Eustatius en Saba die in 2025 van start zal gaan. Hierbij zal de samenwerking en uitwisseling met de VNG verder worden geïntensiveerd. Via het Caribisch Uitwisselingsnetwerk van VNG International is gewerkt aan het versterken van bestuurlijke en ambtelijke capaciteit en expertise door uitwisseling en gerichte inzet van experts vanuit gemeenten en andere organisaties.
Om gericht te werken aan professionalisering van medewerkers van de openbare lichamen en de Rijksdienst Caribisch Nederland (RCN) is een gezamenlijk opleidingsfaciliteit (CN-academy) gerealiseerd met op maat gesneden (cursus)aanbod en opleidingsmogelijkheden. Ook is het Projectenbureau CN (PBCN) in de tweede helft van 2024 van start gegaan. Door het leveren van hoogwaardige projectmanagementdiensten aan zowel RCN-diensten als openbare lichamen wordt een bijdrage geleverd aan de uitvoeringskracht in CN. Om expertise en talent aan te trekken en te behouden zijn de eerder achtergebleven arbeidsvoorwaarden voor ambtenaren van openbare lichamen verbeterd.
In reactie op het rapport ‘Ambtelijk bestuurlijke integriteit’ van het Wetenschappelijk Onderzoek -en Documentatiecentrum (WODC) is een gezamenlijke aanpak gepresenteerd met aanvullende bestuurlijke afspraken gericht op het verstevigen van het juridisch kader en procedures, voorbeeldgedrag aan de top, versteviging van het interbestuurlijk toezicht en het zorgen voor maatschappelijke randvoorwaarden en monitoring van integriteit.
Vergroten van zelfredzaamheid
Comply or explain
Het kabinet werkt aan het verbeteren van de bestaanszekerheid en de voorzieningen op Bonaire, Sint Eustatius en Saba aan de hand van het principe van ‘comply or explain’. Dit betekent dat alle beleidsintensiveringen en de daaruit voortvloeiende wetgeving en/of financiële consequenties van toepassing (zullen) zijn voor Bonaire, Sint Eustatius en Saba, tenzij er redenen zijn om dat niet te doen. In 2024 heeft het kabinet samen met de eilanden gewerkt aan het beter toepasbaar en uitvoerbaar maken van nieuw beleid en wet- en regelgeving voor de eilanden. De periodieke wetgevingsoverzichten die in 2024 zijn opgesteld vormen hierbij een belangrijk instrument.
Toekomstbestendige overheidsfinanciën
Financieel beheer
BZK ziet erop toe dat de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba het financieel beheer op een adequaat niveau brengen en houden. Het College financieel toezicht BES (Cft BES) adviseert de minister van BZK over het financieel beheer en het begrotingsbeheer van de openbaar lichamen.
Het financieel en begrotingsbeheer van Sint Eustatius verbetert gestaag. De kwaliteit van de begrotingsdocumenten is aanzienlijk verbeterd. Dit is mede het gevolg van de ingebruikname van de nieuwe administratieve organisatie en interne beheersing (AO/IB) begin 2024. Dit systeem zal de komende jaren door middel van interne audits verder worden geoptimaliseerd. Waarop Sint Eustatius nog verdere stappen moet zetten is het tijdig aanleveren en bijsturen van begrotingsdocumenten. De jaarrekening 2023 van Sint Eustatius is door de externe accountant voorzien van een oordeelonthouding. De verbeteringen in het financieel en begrotingsbeheer moeten ertoe leiden dat er over de jaarrekening 2024 een goedkeurende controleverklaring wordt afgegeven.
Bonaire en Saba hebben de afgelopen jaren flinke vooruitgang geboekt. Dit was met name op de volledigheid van de begrotingsdocumenten en de tijdigheid van de jaarstukken. De jaarrekening 2023 van Bonaire en Saba zijn daarnaast voorzien van een goedkeurende controleverklaring van de externe accountant. De doorontwikkeling van het financieel beheer op Bonaire blijkt echter broos te zijn. De kwaliteit van de vierde uitvoeringsrapportage was onvoldoende doordat een groot aantal mutaties nog niet waren verwerkt. Hierdoor gaf de rapportage geen representatief beeld over 2024. Gelet op bovenstaande is en blijft het van belang dat Bonaire, Sint Eustatius en Saba aandacht blijven houden voor de doorontwikkeling van het financieel en begrotingsbeheer en de positieve ontwikkelingen duurzaam verankeren binnen de organisatie.
Om Bonaire, Sint Eustatius en Saba beter in staat te stellen de eilandelijke taken goed uit te voeren zijn in 2024 structurele middelen toegevoegd aan de vrije uitkeringen van de eilanden. Dit is gedaan naar aanleiding van het onderzoek van IdeeVersa naar de eilandelijke taken en middelen Caribisch Nederland (Kamerstukken II, 2023/24, 36550 IV, nr. 3). Daarnaast is, met ingang van 2024, een nieuwe indexatiesystematiek van kracht op het BES-fonds; de BBP-systematiek. Hiermee sluit de indexatie-systematiek aan op de (nieuwe) systematiek van het Gemeente- en Provinciefonds. BBP staat voor Bruto Binnenlands Product en is een indicator voor de economische groei. Met deze toevoegingen is een belangrijke stap gezet in het toekomstbestendig maken van de financiën van de eilanden.
Landen
Versterken uitvoerings- en bestuurskracht
Landspakketten
De Tijdelijke Werkorganisatie (TWO) ondersteunt sinds eind 2020 de Caribische Landen in het Koninkrijk bij de uitvoering van de hervormingen die zijn afgesproken in de zogenoemde landspakketten. De maatregelen en hervormingen uit de landspakketten zien met name toe op de volgende thema’s: financieel beheer, kosten en effectiviteit publieke sector, belastingen, arbeidsmarkt en sociale zekerheid, economie, zorg en onderwijs.
TWO heeft in 2024 wederom budget ingezet voor het inhalen van achterstanden bij de Arubaanse belastingdienst en daarnaast onder meer voor het ontwerpen van een blauwdruk voor de doorontwikkeling van de Arubaanse overheid. In Curaçao is geïnvesteerd in de informatievoorziening binnen de overheid en de optimalisatie van de belastingdienst. Voor Sint Maarten droeg TWO bij aan versterking van het IT departement, waarbij de overheidsdienst digitalisering ICTU ondersteunde en is bijgedragen aan de transformatie van de Belastingdienst. Ook is een organisatieontwerp opgesteld voor de op te richten Kansspelautoriteit Sint Maarten.
Specifiek voor Curaçao is daarnaast wederom geïnvesteerd in onderhoud van de scholen. Verder is, in goed overleg met de landen, gestart met een nieuwe wijze van planning en monitoring, waarbij Uitvoeringsagenda en – rapportage nu inzichtelijker zijn geworden en de activiteiten die de landen met ondersteuning van TWO ontplooien, duidelijker gerelateerd zijn aan de beoogde resultaten.
Versterken economische structuur
In het kader van de landspakketten is in Curaçao onder meer onderzoek verricht naar de impact van handelsovereenkomsten. Voor Aruba zijn de mogelijkheden van kasteelt onderzocht, wat de basis moet leggen voor een op te richten Agri Innovation Park. Het Agri Innovation Park stimuleert de lokale productie van groenten en fruit door innovatieve teelttechnologieën toe te passen, waarmee het bijdraagt aan een duurzame landbouwsector op Aruba. Dit initiatief bevordert voedselzekerheid, vermindert de afhankelijkheid van import en ondersteunt agrarische ondernemers met moderne technologieën. Voor Sint Maarten is bijgedragen aan het ondernemerschapsbeleid door additionele wetgevingscapaciteit te financieren. De gefinancierde ondersteuning zal bijdragen aan het schrijven en bijwerken van wetten gericht op verbetering van het ondernemerschaps- en investeringsklimaat. Er is een tenderprocedure doorlopen en een uitvoeringspartij geselecteerd.
Toekomstbestendige overheidsfinanciën
Overheidsfinanciën, financieel beheer en financieel toezicht
Het op orde brengen van het financieel beheer in Aruba, Curaçao en Sint Maarten is een belangrijk thema en doelstelling in de Landspakketten. In Curaçao stond 2024 vooral in het teken van het duurzaam oplossen van specifieke knelpunten in de getrouwheid van de financiële administratie en de rechtmatigheid van de inkomsten en uitgaven van het land (Roadmap) en de versterking van de capaciteit van de financiële functie die daarvoor nodig is. Vanuit de TWO is hieraan bijgedragen door middel van het faciliteren van technische assistentie vanuit de Auditdienst Rijk en de tijdelijke externe ondersteuning van projecten, wat heeft geleid tot verdere verbeteringen in het jaarrekeningproces en de start van een aantal implementatietrajecten op het gebied van de controleerbaarheid van de financiële informatie. In Aruba zijn, met behulp van tijdelijke financiering van capaciteit en expertise, wezenlijke stappen gezet in de vormgeving en de implementatie van een begrotingssysteem en van de verbeterde uitvoering en beheersing van de financiële werkprocessen, conform het zogenaamde 3-lines model. In Sint Maarten zijn in het programma Future of Finance de fundamenten gelegd voor de implementatie van een nieuwe financieel (ERP) systeem voor de financiële boekhouding en verbeterde financiële processen. Met financiering vanuit BZK is een stevige programmaorganisatie opgezet, die de organisatie ondersteunt bij het bereiken van haar doelstellingen in verschillende samenhangende implementatie- en ontwikkeltrajecten.
Door middel van het financieel toezicht en de hulp bij de implementatie van de hervormingen uit de Landspakketten worden de Landen ondersteund. Het College Aruba financieel toezicht (CAft) en het College financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten (Cft) adviseren de Rijksministerraad en de Landen over de overheidsfinanciën van de Landen, gericht op het bewerkstelligen van een duurzame financiële overheidshuishouding. Dit doet het Cft voor Curaçao en Sint Maarten op basis van de Rijkswet financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten (Rft) en voor Aruba op basis van de Landsverordening Aruba financieel toezicht (LAft). De LAft is met instemming van de Rijksministerraad gewijzigd per 1 januari 2024. In 2024 is met Aruba een bestuurlijk akkoord gesloten om ook voor Aruba het beleid gericht op houdbare overheidsfinanciën vorm te geven in een nieuwe ontwerp-Rijkswet.
In 2024 zijn de covidleningen aan de landen nogmaals, maar nu langjarig, geherfinancierd. De langjarige herfinanciering kon worden verstrekt, omdat aan de voorwaarden werd voldaan. Voor Curaçao en Sint Maarten ging het om een akkoord over de oplossing voor de problemen bij pensioenverzekeraar ENNIA en voor Aruba een wijziging van de LAft en een akkoord over het traject om te komen tot een nieuw ontwerp-Rijkswet.
Deugdelijk bestuur en rechtszekerheid
Versterken rechtsstaat op Aruba, Curaçao en Sint Maarten
Het versterken van de rechtsstaat en de rechtshandhaving is een aangelegenheid van de autonome landen binnen het Koninkrijk. Ondersteuning vanuit Nederland gebeurt op basis van artikel 36 van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden, waarin is bepaald dat de landen binnen het Koninkrijk elkaar hulp en bijstand verlenen. In 2024 heeft het ministerie van BZK in nauwe afstemming met het ministerie van Defensie, het ministerie van Justitie en Veiligheid en het ministerie van Financiën de landen waar mogelijk ondersteund bij de aanpak van grensoverschrijdende en ondermijnende criminaliteit. Daarnaast is meer prioriteit gegeven aan het thema deugdelijk bestuur en rechtszekerheid, in lijn met de centrale thema’s voor de samenwerking met de Caribische delen van het Koninkrijk.
Aanpak van ondermijnende criminaliteit
Het Recherche Samenwerkingsteam (RST), Parket Procureur-Generaal (PPG) en Gemeenschappelijk Hof van Justitie (Hof) zijn net als de afgelopen jaren gefinancierd met als doel capaciteit in te zetten op de duurzame aanpak van ondermijning op Aruba, Curaçao en Sint Maarten. Sinds 2022 ontvangen het RST, PPG en het Hof via een ingroeimodel extra gelden die zijn vrijgekomen naar aanleiding van het sluiten van de landspakketten (Kamerstukken II 2019/20, 35420, nr. 177 en nr. 186). Deze investeringen maken het mogelijk om strafrechtelijke onderzoeken te doen naar criminaliteit met een sterk financieel-economische component, waaronder belastingfraude, verduistering van overheidsgeld, valsheid in geschriften en witwassen.
Om de verwevenheid tussen bovenwereld en onderwereld aan te pakken hebben we binnen de vier landen van het Koninkrijk in 2023 afspraken gemaakt over het ontwikkelen van bestuurlijke mogelijkheden om ondermijnende criminaliteit aan te pakken. Deze afspraken zijn bestendigd in het protocol voor de bestuurlijke aanpak van ondermijnende criminaliteit in de Caribische landen van het Koninkrijk (Stcrt. 2023, nr. 33574). In 2024 is uitvoering gegeven aan de in 2023 door BZK beschikbaar gestelde subsidies. Aruba, Curaçao en Sint Maarten hebben gewerkt aan het opstellen van ondermijningsbeelden, het ontwikkelen van een bewustwordingscampagne, de inhuur van wetgevingscapaciteit en de organisatie van de Integrity Summit Dutch Caribbean.
Versterking grenstoezicht
De Caribische landen van het Koninkrijk zijn ook in 2024 versterkt met personeel van Douane Nederland en de Koninklijke Marechaussee. Zij werden ingezet om kennis over te dragen, te twinnen en te ondersteunen waar nodig. Bij twinning wordt iemand van bijvoorbeeld Douane Nederland tijdens het werk gekoppeld aan een lokaal personeelslid, om elkaar te helpen en van elkaars kennis en ervaringen te leren. In zowel Aruba, Curaçao als Sint Maarten zijn in 2024 in de uitvoering van de plannen van aanpak stappen gezet, maar hebben onder meer de beperkte capaciteit van de lokale diensten en de trage inkoopprocessen voor vertraging gezorgd. 2024 was tevens het laatste jaar van dit plan van aanpak van Aruba en Curaçao. Het plan van aanpak van Sint Maarten loopt af in 2025. In 2024 zijn het protocol versterking grenstoezicht in de Caribische landen van het Koninkrijk en de plannen van aanpak van Aruba en Curaçao geëvalueerd. Deze plannen van aanpak zijn verlengd, omdat ze door de eerdergenoemde vertraging niet volledig konden worden uitgevoerd. De aanbevelingen worden meegenomen bij de vaststelling van verlengde plannen van aanpak. Daarmee willen we herhaalde vertraging voorkomen en een vlotte uitvoering bewerkstellingen.
Detentie
Eind 2024 is een overeenkomst getekend voor het bouwen van een nieuwe detentiefaciliteit op Sint Maarten. De nieuwe gevangenis is naar verwachting in 2028 gereed. Nederland draagt € 16 mln. bij aan de bouw. De Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) heeft met diverse adviezen en ondersteuning hulp geboden aan het ministerie van Justitie Sint Maarten en de gevangenis en heeft de National Recovery Program Bureau (NRPB) twee opdrachten in uitvoering gebracht: één voor het herstel van de politiecellen en één voor het aantrekken van een programmamanager en om systematisch uitvoering te brengen aan het plan van aanpak 2018. Het kabinet wil hiermee bijdragen aan het verbeteren van het gevangeniswezen op Sint Maarten.
Vergroten van de zelfredzaamheid
Wederopbouw
Nederland ondersteunt Sint Maarten financieel bij de wederopbouw met de inzet van de Wereldbank via een trustfonds en met technische assistentie. In totaal is € 445,11 mln. door Nederland overgemaakt aan het trustfonds ($ 519,42 mln.) en worden er momenteel tien projecten uitgevoerd. Ook zijn er twee projecten afgerond en zijn er twee projecten in voorbereiding. Met de vorderingen in de uitvoering zijn steeds meer resultaten zichtbaar voor de bevolking van Sint Maarten, zo ook in 2024. Zo is het vliegveld, een belangrijke infrastructuurpijler voor de economie van Sint Maarten, in november volledig heropend. Daarnaast is er zichtbare voortgang bij de bouw van het nieuwe ziekenhuis, hebben 36 lokale MKB-bedrijven leningen ontvangen onder het Enterprise Support Project (ESP), zijn alle illegale bewoners bij de afvalberg geherhuisvest en werden onder het NGO-project R4CR nog eens 14 nieuwe projecten goedgekeurd. Als laatste is ook aan de duurzame weerbaarheid van Sint Maarten gewerkt, bijvoorbeeld door de ondersteuning van het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening, Milieu en Infrastructuur (VROMI) in het kader van de afvalprojecten van het trustfonds.
Realisatie periodieke rapportages/beleidsdoorlichtingen
BD/PR | Thema | Artikel(en) | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | Kamerstuk |
BD | Een Koninkrijk met wederzijdse betrokkenheid | 1 | X | Kamerstuk | ||||||
4 | ||||||||||
BD | 5 | X | Kamerstuk | |||||||
BD | 8 | X | Kamerstuk |
Beleidsdoorlichting van artikel 5 schuldsanering/lopende inschrijving/leningen
De beleidsdoorlichting van artikel 5 van het begrotingshoofdstuk IV Koninkrijksrelaties (over periode 2016 ‒ 2022) biedt een gemengd beeld van de doeltreffendheid en doelmatigheid van de ingezette instrumenten, zoals schuldsanering, leningen en financiële regels/protocollen. Hoewel de inzet grotendeels heeft bijgedragen aan transparantie en financiële stabiliteit, is de effectiviteit bij het realiseren van houdbare overheidsfinanciën en structurele economische ontwikkeling beperkt gebleven, met name door het uitblijven van verbeteringen in het financieel beheer van de landen. De doorlichting benadrukt het belang van het verbeteren van het financieel beheer en het doorvoeren van structurele hervormingen en doet onder andere aanbevelingen om een aantal bepalingen te expliciteren, een langetermijnvisie op overheidsfinanciën te ontwikkelen en expliciete kaders te formuleren voor financiële steun en externe schokken. De staatssecretaris zal de bevindingen verder bespreken met de betrokken landen en instanties.
Voor het meest recente overzicht van de programmering van periodieke rapportages/beleidsdoorlichtingen, zie het overzicht Ingepland en uitgevoerd onderzoek op rijksfinancien.nl.
Voor de realisatie van deze en andere grote (evaluatie)onderzoeken, zie de bijlage ''Afgerond evaluatie- en overig onderzoek''.
Overzicht risicoregelingen Koninkrijksrelaties
In 2024 zijn er geen verstrekte garanties.
Totaal verstrekte lening | 2.619.373 | |||||
Artikel 5 Schuldsanering/lopende inschrijving/ leningen | 2.582.481 | |||||
Totaal leningen Curacao | 1.440.973 | |||||
Lening lopende inschrijving Curaçao 2,75% | ANG 139.735 | 55.720 | 15 jaar (2010-2025) | ‒ | ‒ | |
Lening lopende inschrijving Curaçao 2,875 | ANG 370.000 | 147.540 | 20 jaar (2010-2030) | ‒ | ‒ | |
Lening lopende inschrijving Curaçao 3,0% | ANG 474.900 | 189.369 | 25 jaar (2010-2035) | ‒ | ‒ | |
Lening lopende inschrijving Curaçao 3,125% | ANG 582.391 | 232.231 | 30 jaar (2010-2040) | ‒ | ‒ | |
Lening lopende inschrijving Curaçao 2,75% | ANG 62.604 | 25.226 | 30 jaar (2013-2043) | ‒ | ‒ | |
Lening lopende inschrijving Curaçao 2,45% | ANG 247.036 | 103.186 | 30 jaar (2014-2044) | ‒ | ‒ | |
Lening lopende inschrijving Curaçao 1,6% | ANG 180.000 | 91.798 | 30 jaar (2015-2045) | ‒ | ‒ | |
Lening lopende inschrijving Curaçao 1,62% | ANG 33.296 | 17.997 | 30 jaar (2015-2045) | ‒ | ‒ | |
Lening lopende inschrijving Curaçao 1,0% | ANG 59.050 | 29.702 | 30 jaar (2016-2046) | ‒ | ‒ | |
Lening lopende inschrijving Curaçao 1,24% | ANG 60.000 | 28.448 | 30 jaar (2017-2047) | ‒ | ‒ | |
Lening lopende inschrijving Curaçao 0,92% | ANG 69.100 | 34.167 | 30 jaar (2019-2049) | ‒ | ‒ | |
Onderhandse lineaire lening 0,00% | ANG 78.720 | 35.982 | 15 jaar (2020-2035) | ‒ | ‒ | |
Lening ter afwikkeling Giro Bank | ANG 71.962 | 18.507 | 16 jaar (2021-2037) | ‒ | ‒ | |
Liquiditeitslening Curaçao 2,9% | ANG 911.000 | 431.100 | 20 jaar (2023-2043) | ‒ | ‒ | |
Totaal leningen Sint Maarten | 459.603 | |||||
Lening lopende inschrijving Sint Maarten 2,625% | ANG 73.500 | 29.461 | 15 jaar (2010-2025) | |||
Lening lopende inschrijving Sint Maarten 2,75 % | ANG 78.571 | 31.494 | 20 jaar (2010-2030) | ‒ | ‒ | |
Lening lopende inschrijving Sint Maarten 2,875% | ANG 50.000 | 20.042 | 25 jaar (2010-2035) | ‒ | ‒ | |
Lening lopende inschrijving Sint Maarten 3,0% | ANG 50.000 | 20.042 | 30 jaar (2010-2040) | ‒ | ‒ | |
Lening lopende inschrijving Sint Maarten 2,25% | ANG 58.652 | 24.765 | 15 jaar (2014-2029) | ‒ | ‒ | |
Lening lopende inschrijving Sint Maarten 2,375% | ANG 44.818 | 18.739 | 20 jaar (2014-2034) | ‒ | ‒ | |
Lening lopende inschrijving Sint Maarten 2,45% | ANG 39.526 | 16.510 | 30 jaar (2014-2044) | ‒ | ‒ | |
Lening lopende inschrijving Sint Maarten 1,8% | ANG 21.190 | 8.732 | 30 jaar (2014-2044) | ‒ | ‒ | |
Lening lopende inschrijving Sint Maarten 0,83% | ANG 13.023 | 5.222 | 25 jaar (2017-2032) | ‒ | ‒ | |
Lening lopende inschrijving Sint Maarten 0,74% | ANG 29.497 | 14.154 | 30 jaar (2019-2049) | |||
Onderhandse lineaire lening Sint Maarten 0,00% | ANG 47.880 | 19.861 | 15 jaar (2020-2035) | ‒ | ‒ | |
Lening lopende inschrijving SXM 3,240% nov 10 2023-2043 | ANG 60.354 | 30.595 | 20 jaar (2023-2043) | |||
Lening lopende inschrijving Sint Maarten 2,43% | ANG 132.000 | 66.000 | 25 jaar (2024-2049) | |||
Liquiditeitslening Sint Maarten 2,9% | ANG 292.400 | 140.354 | 30 jaar (2023-2053) | ‒ | ‒ | |
Liquiditeitslening Sint Maarten 2,9% | ANG 24.000 | 13.632 | 30 jaar (2023-2053) | ‒ | ‒ | |
Totaal leningen Aruba | 681.905 | |||||
Lening Ontwikkelingsbank Nederlandse Antillen | ‒ | 1.341 | 29 jaar (2001-2030) | ‒ | ‒ | |
Maatregel Tussenbalans begrotingslening Aruba 2,5% | ‒ | 247 | 30 jaar (1993-2023) | ‒ | ‒ | |
Maatregel Tussenbalans begrotingslening Aruba 2,5% | ‒ | 188 | 30 jaar (1994-2024) | ‒ | ‒ | |
Maatregel Tussenbalans begrotingslening Aruba 2,5% | ‒ | 44 | 30 jaar (1995-2025) | ‒ | ‒ | |
Water en Energiebedrijf Aruba 2,5% | AWG 3.219 | 1.771 | 30 jaar (1995-2025) | ‒ | ‒ | |
Rentelastverlichting 2021 Aruba 2,64 % | AWG 177.100 | 83.826 | 7 jaar (2021-2028) | ‒ | ‒ | |
Rentelastverlichting 2022 Aruba 2,64 % | AWG 346.000 | 175.371 | 7 jaar (2022-2029) | |||
Liquiditeitslening Aruba 5,1% | AWG 915.500 | 419.117 | 20 jaar (2023-2043) | |||
Artikel 8 Wederopbouw Bovenwindse Eilanden | 36.892 | |||||
Totaal leningen Sint Maarten | 36.892 | |||||
Liquiditeitssteun Sint Maarten 0% | ANG 50.000 | 21.769 | 30 jaar (2018-2048) | ‒ | ‒ | |
Liquiditeitssteun Sint Maarten 0% | ANG 31.513 | 15.123 | 30 jaar (2018-2048) | ‒ | ‒ |
Toelichting
De leningen aan de landen worden meestal afgesloten in Antilliaanse guldens (ANG) en Arubaanse florin (AWG) en vastgelegd in de begroting in euro's. Deze vastlegging gebeurt op basis van de geldende koers op het moment van aangaan van de lening (historische waarde).
Lopende inschrijving Sint Maarten
Ten behoeve van de lening lopende in 2024 is er een lopende inschrijving aan Sint Maarten verstrekt voor een lening bedrag van ANG 132,0 mln. (€ 66,0 mln.) met een looptijd van 25 jaar tegen 2,43% rente.
Liquiditeitsleningen Aruba, Curaçao en Sint Maarten
Vanwege de pandemie heeft de Staat der Nederlanden de landen Aruba, Curaçao en Sint Maarten liquiditeitssteun gegeven op basis van artikel 36 van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden.
De liquiditeitsleningen van Aruba, Curaçao en Sint Maarten zijn in oktober geherfinancierd. Voor Curaçao en Sint Maarten is dit gebeurd voor een periode van 30 jaar tegen een rentepercentage van 2,9%. De liquiditeitslening van Aruba is geherfinancierd tegen een rentepercentage van 5,1% voor de komende twee jaar. De looptijd van deze lening is 20 jaar.
Implementatie van mensenrechtenverdragen
Naar aanleiding van een advies van de Adviesraad Internationale Vraagstukken uit 2018 heeft de Rijksministerraad toegezegd de Staten-Generaal jaarlijks via de memorie van toelichting van de ontwerpbegroting te informeren over de voortgang van de uitvoering van mensenrechtenverdragen in het Koninkrijk (Kamerstukken II 2018/19, 33 826, nr. 29). Aangezien het jaarverslag een afspiegeling is van de ontwerpbegroting, wordt hier ook in het jaarverslag aandacht aan besteed.
Ten aanzien van deze implementatie vindt samenwerking plaats in een commissie bestaande uit vertegenwoordigers van de vier landen van het Koninkrijk. De betreffende commissie werkt met een lijst waarop zeven mensenrechtenverdragen zijn opgenomen die in een of meer (ei)landen van het Caribische deel van het Koninkrijk wachten op uitvoering. Na overleg tussen de minister van Buitenlandse Zaken, de staatssecretaris van BZK en Aruba, Curaçao en Sint Maarten is besloten om het traject ten behoeve van de implementatie van de zeven verdragen te integreren in het bredere traject van het Ministerie van Buitenlandse Zaken om de achterstanden in de medegelding van verdragen in te lopen. Wel blijft voornoemde commissie betrokken, die is ingesteld ter bevordering van de implementatie van mensenrechtenverdragen in het Caribische deel van het Koninkrijk en die tot nu toe verantwoordelijk is geweest voor de uitvoering van het traject t.a.v. mensenrechtenverdragen (Kamerstukken II 2023/24, 23 530, nr. 144).
Van deze mensenrechtenverdragen zijn twee verdragen in 2024 inwerking getreden, te weten: het Verdrag betreffende de burgerrechtelijke aspecten van internationale ontvoering van kinderen voor Curaçao (in werking getreden per 1 februari 2024) en het Verdrag van de Raad van Europa inzake de bestrijding van mensenhandel voor Curaçao (in werking getreden per 1 maart 2024). Het eerstgenoemde verdrag is eerder reeds bekrachtigd en inwerking getreden voor respectievelijk het Europese en Caribische deel van Nederland en het als tweede genoemde verdrag voor respectievelijk het Europese deel van Nederland en voor Aruba.
000692 | Verdrag betreffende de burgerrechtelijke aspecten van internationale ontvoering van kinderen | 25-10-1980 | 1-12-1983 | Aruba | Ja | Nodig | ||
Curaçao | 27-11-2023 | 1-2-2024 | Ja | Niet nodig | ||||
Sint Maarten | Ja | Nodig | ||||||
Nederland (Caribisch | 18-10-2010 | 1-1-2011 | ||||||
Nederland (in Europa) | 12-6-1990 | 1-9-1990 | ||||||
009290 | Facultatief Protocol inzake de verkoop van kinderen, kinderprostitutie en kinderpornografie bij het Verdrag inzake de rechten van het kind | 25-5-2000 | 18-1-2002 | Aruba | 17-10-2006 | 17-10-2006 | ||
Curaçao | 20-9-2022 | 20-9-2022 | ||||||
Sint Maarten | Ja | Nodig | ||||||
Nederland (Caribisch | 11-10-2010 | 10-10-2010 | ||||||
Nederland (in Europa) | 23-8-2005 | 23-9-2005 | ||||||
009949 | Facultatief Protocol bij het Verdrag tegen foltering en andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing | 18-12-2002 | 22-6-2006 | Aruba | Ja | Nodig | ||
Curaçao | Ja | Nodig | ||||||
Sint Maarten | Ja | Nodig | ||||||
Nederland (Caribisch | Status onbekend | |||||||
Nederland (in Europa) | 28-9-2010 | 28-10-2010 | ||||||
011298 | Verdrag van de Raad van Europa inzake bestrijding van mensenhandel | 16-5-2005 | 1-2-2008 | Aruba | 23-1-2015 | 1-5-2015 | ||
Curaçao | 8-11-2023 | 1-3-2024 | Ja | Gereed | ||||
Sint Maarten | Ja | Nodig | ||||||
Nederland (Caribisch | Status onbekend | |||||||
Nederland (in Europa) | 22-4-2010 | 1-8-2010 | ||||||
011595 | Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap | 13-12-2006 | 3-5-2008 | Aruba | Beraden | |||
Curaçao | Beraden | |||||||
Sint Maarten | Beraden | |||||||
Nederland (Caribisch | Ja | Nodig | ||||||
Nederland (in Europa) | 14-6-2016 | 14-7-2016 | ||||||
011563 | Internationaal Verdrag inzake de bescherming van alle personen tegen gedwongen verdwijning | 20-12-2006 | 23-12-2010 | Aruba | 21-12-2017 | 21-12-2017 | ||
Curaçao | Ja | Nodig | ||||||
Sint Maarten | Ja | Nodig | ||||||
Nederland (Caribisch | 23-3-2011 | 22-4-2011 | ||||||
Nederland (in Europa) | 23-3-2011 | 22-4-2011 | ||||||
012294 | Verdrag van de Raad van Europa inzake het voorkomen en bestrijden van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld | 11-5-2011 | 1-8-2014 | Aruba | Ja | Nodig | ||
Curaçao | Ja | Nodig | ||||||
Sint Maarten | Ja | Nodig | ||||||
Nederland (Caribisch | Ja | Nodig | ||||||
Nederland (in Europa) | 18-11-2015 | 1-3-2016 |
De Tweede Kamer verzoekt het Kabinet om bij de verantwoording over het jaar 2024 aandacht te besteden aan resultaatbereik in relatie tot onderuitputting, als gevolg van bijvoorbeeld arbeidskrapte. Van de totale onderuitputting worden de grootste en/of belangrijkste meevallende realisaties apart toegelicht. De overige meevallende realisaties worden in de post «overige meevallers» toegelicht.
De posten met onderuitputting van groter dan € 1 mln. ten opzichte van de 2e suppletoire begroting 2024 zijn opgenomen in de tabel en worden onderstaand toegelicht.
Uitgaven | ||
Tijdelijke Werkorganisatie (TWO) Subsidie regeling | ‒ 1.996 | ‒ 1,2% |
Tijdelijke Werkorganisatie (TWO) Opdrachten | ‒ 1.726 | ‒ 1,0% |
Overige materiële uitgaven | ‒ 1.042 | ‒ 0,6% |
Overig | ||
Overig | 211 | 0,1% |
Totaal | ‒ 4.553 | ‒ 2,7% |
Toelichting
Tijdelijke Werkorganisatie Subidie regeling
Er zijn door de Tijdelijke Werkorganisatie (TWO) minder subsidies versterkt aan derde partijen dan aanvankelijk werd verondersteld. Derhalve is er minder uitputting in 2024.
Tijdelijke Werkorganisatie Opdrachten
Er zijn door de Tijdelijke Werkorganisatie (TWO) minder opdrachten versterkt aan derde partijen dan aanvankelijk werd verondersteld. Derhalve is er minder uitputting in 2024.
Overige materiële uitgaven
Van het ministerie van Justitie en Veiligheid is per slotwet nog een overboeking ontvangen voor de doorberekening van de kosten van de basisdienstverlening van SSO-CN. Hier was geen rekening mee gehouden.
BES-fonds
Er is geen sprake van onderuitputting in 2024.
Focusonderwerp: prioriteren van beleid met aandacht voor de uitvoering en arbeidsmarkt
De Tweede Kamer heeft het thema «Prioriteren van beleid met aandacht voor de uitvoering en arbeidsmarkt» aangewezen als focusonderwerp voor de verantwoording over het jaar 2024. Het focusonderwerp vloeit voort uit de conclusie van het Financieel Jaarverslag van het Rijk (FJR) 2023, waaruit blijkt dat personeelstekorten het moeilijk maken om alle doelen te behalen. De Tweede Kamer vraagt dan ook naar meer informatie over de capaciteitsinzet van het Rijk.
Het focusonderwerp bestaat uit twee onderdelen: de inzet van capaciteit en het prioriteren van beleid, en de personeelsinzet binnen het Rijk. In onderstaande wordt ingegaan op het eerste onderdeel. Voor het tweede onderdeel verwijzen we naar het FJR 2024.
Inleiding
In theorie vormt arbeidsmarktkrapte een probleem dat kan leiden tot vertraging in de beleidsuitvoering en soms ook tot onderuitputting van budgetten. Het lijkt er echter op dat bij de budgetten waarop in dit jaarverslag zichtbare onderuitputting optreedt, dit veelal toe te schrijven is aan andere oorzaken dan arbeidsmarktkrapte.
Tijdelijke Werkorganisatie (TWO)
In 2024 is op de begroting van Koninkrijksrelaties de grootste onderuitputting te vinden in de budgetten van de Tijdelijke Werkorganisatie (TWO). Het gaat hier om in totaal € 4 mln. op de subsidie- en opdrachtenbudgetten. De onderuitputting wordt hier echter niet veroorzaakt door krapte op de (Nederlandse) arbeidsmarkt, maar door minder verstrekte subsidies en opdrachten dan aanvankelijk werd verondersteld. Dat subsidies of projecten geen doorgang vonden, heeft niet te maken met de krapte op de arbeidsmarkt.
4. Beleidsartikelen Koninkrijksrelaties
4.1 Artikel 1. Versterken rechtsstaat
A. Algemene doelstelling
Het bevorderen van goed bestuur door een bijdrage te leveren aan het versterken van de rechtsstaat van de landen Aruba, Curaçao en Sint Maarten. Dit krijgt vorm door samenwerking op het gebied van veiligheid, rechtshandhaving, grensbewaking en mensenrechten en door ondersteuning van de landen Aruba, Curaçao en Sint Maarten.
B. Rol en verantwoordelijkheid
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is verantwoordelijk voor:
Stimuleren
Rechtshandhaving en veiligheid zijn aangelegenheden van de landen van het Koninkrijk. De minister stimuleert de versterking van de rechtsstaat in Aruba, Curaçao en Sint Maarten. Dit doet de minister door de landen te ondersteunen en invulling en uitvoering te geven aan protocollen, samenwerkingsregelingen en rijkswetten. Daarbij werkt de minister nauw samen met de betrokken bewindspersonen van de ministeries van Justitie en Veiligheid, Financiën en Defensie, die de operationele capaciteit voor de ondersteuning en versterking leveren.
Deze ondersteuning komt voort uit artikel 36 van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden waarin is bepaald dat de landen binnen het Koninkrijk elkaar hulp en bijstand verlenen, en komt tot stand door het treffen van onderlinge regelingen op grond van artikel 38, eerste lid, van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden.
C. Beleidsconclusies
Bestrijding ondermijning
In 2024 ontvingen het recherchesamenwerkingsteam (RST), Parket Procureur-Generaal van Curaçao, Sint Maarten, Bonaire, Sint Eustatius en Saba (PPG), het Openbaar Ministerie op Aruba (OM) en het Gemeenschappelijk Hof van Justitie (Hof) via een ingroeimodel de jaarlijkse extra gelden die zijn vrijgekomen naar aanleiding van het sluiten van de landspakketten (Kamerstukken II 2019/20, 35420, nr. 177 en nr. 186). De strafrechtelijke onderzoeken hadden betrekking op criminaliteit met een financieel-economische component en met betrokkenheid van zgn. Politically Exposed Persons (PEP), ambtenaren, overheids-NV’s, facilitators of organisaties in de collectieve sector. De onderzoeken richtten zich naast corruptie op ernstige vormen van belastingfraude, verduistering van overheidsgeld, vervalsing van documenten en witwassen. In 2024 is er volgens het ingroeimodel ongeveer € 3 mln. extra beschikbaar gesteld aan bovengenoemde organisaties.
Integriteit en maatschappelijk middenveld
Om ondermijning preventief aan te pakken is door het Justitieel Vierpartijen Overleg (JVO) de werkgroep Bestuurlijke Aanpak van Ondermijning ingesteld. Jaarlijks stelt het ministerie van BZK hiervoor € 1 mln. ter beschikking. Daarnaast is ingezet op de bevordering van de democratische rechtsstaat, mede door het organiseren van de tweede Integrity Summit Dutch Caribbean. Tot slot is er in 2024 geld vrijgemaakt voor een pilot om op Aruba, Curaçao en Sint Maarten lokale organisaties in staat te stellen projecten te organiseren om het maatschappelijk middenveld te versterken. Dit gaat onder andere om projecten die de professionalisering van het maatschappelijk middenveld bevorderen.
Grenstoezicht
Om uitvoering te geven aan het protocol inzake de versterking grenstoezicht in de Caribische landen werken de landen aan de implementatie van de plannen van aanpak. Op het vlak van de multidisciplinaire samenwerking tussen de lokale grensdiensten evenals de samenwerking met de Koninklijke Marechaussee (KMar) en Douane Nederland kent de uitvoering van de plannen van aanpak vooruitgang. De Douane en KMar hebben ook in 2024 hun personele bijdrage geleverd in Aruba, Curaçao en Sint Maarten. Vanwege het beperkte absorptievermogen bij de lokale diensten ten behoeve van twinning en opleidingen en beperkte capaciteit bij de KMar hebben nog niet alle plaatsingen en uitzendingen plaatsgevonden.
Detentie Sint Maarten
Eind 2024 is met de regering van Sint Maarten en de United Nations Office for Project Services (UNOPS) een overeenkomst gesloten voor de bouw van een nieuwe gevangenis op Sint Maarten. Deze nieuwe fase is een voortzetting nadat UNOPS in een eerdere fase (de periode vanaf eind 2022) het ontwerp heeft gemaakt. Dit zijn belangrijke stappen richting structurele verbetering van het gevangeniswezen op Sint Maarten, zoals afgesproken in het Plan van Aanpak detentie Sint Maarten. De nieuwe gevangenis wordt naar verwachting in 2028 opgeleverd. In 2024 is de resterende bevoorschotting verstrekt aan de National Recovery Program Bureau (NRPB), een ZBO van het land Sint Maarten, van de bijdragen om een programmamanager en -team aan te trekken voor de systematische uitvoering van het Plan van Aanpak 2018 en het herstellen van de politiecellen in Philipsburg.
D. Budgettaire gevolgen van beleid
Artikel | Verplichtingen | 12.966 | 20.321 | 32.741 | 9.172 | 33.095 | 80.049 | ‒ 46.954 |
Uitgaven | 12.836 | 20.186 | 32.418 | 14.559 | 33.893 | 80.049 | ‒ 46.156 | |
1.0 | Versterken rechtsstaat | |||||||
Subsidies (regelingen) | ||||||||
Detentie - Algemeen | 0 | 0 | 1.000 | 0 | 23 | 0 | 23 | |
Bestuurlijke aanpak | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 1.044 | ‒ 1.044 | |
Opdrachten | ||||||||
Detentie - Algemeen | 0 | 0 | 107 | 0 | 0 | 2.118 | ‒ 2.118 | |
Diverse opdrachten | 0 | 36 | 168 | 75 | 186 | 0 | 186 | |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's | ||||||||
Recherchecapaciteit (Nationale Politie) | 1.858 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Detentie - Algemeen | 0 | 0 | 0 | 185 | 1.105 | 0 | 1.105 | |
Bijdrage aan medeoverheden | ||||||||
Overige bijstand aan de landen | 0 | 8.000 | 14.300 | 0 | 499 | 0 | 499 | |
Bestuurlijke aanpak | 0 | 0 | 0 | 743 | 388 | 0 | 388 | |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | ||||||||
Detentie - Vastgoed | 0 | 0 | 3.741 | 0 | 17.050 | 17.882 | ‒ 832 | |
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken | ||||||||
Grensbewaking (Defensie) | 6.339 | 6.467 | 6.673 | 6.673 | 7.464 | 27.576 | ‒ 20.112 | |
Recherchecapaciteit (JenV) | 0 | 0 | 0 | 0 | 9 | 15.233 | ‒ 15.224 | |
Rechterlijke macht (JenV) | 4.639 | 5.684 | 6.429 | 6.883 | 7.169 | 11.332 | ‒ 4.163 | |
Douane (Financiën) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 4.864 | ‒ 4.864 | |
Ontvangsten | 1.311 | 0 | 4.000 | 0 | 0 | 0 | 0 |
E. Toelichting op de instrumenten
Uitgaven
Subsidies (regelingen)
Bestuurlijke aanpak
Tijdens de eerste suppletoire begroting is er budget ten behoeve van bestuurlijke aanpak overgeheveld naar bijdrage aan medeoverheden.
Opdrachten
Detentie - Algemeen
Het verschil tussen de begroting en de realisatie van € 2,1 mln. wordt veroorzaakt door het overboeken van het budget naar bijdrage aan ZBO's/RWT's. De middelen worden verstrekt aan de ZBO National Recovery Program Bureau (NRPB) en kunnen daarom niet als een opdracht verstrekt worden.
Bijdrage aan ZBO's/RWT's
Detentie - Algemeen
Voor het doorontwikkelen van het gevangeniswezen van Sint Maarten zijn er in 2023 twee bijdragen verstrekt aan de NRPB: een voor het herstellen van de politiecellen in Philipsburg, zodat deze in lijn kunnen worden gebracht met de standaarden van het Europees Comité voor de Preventie van Foltering en Onmenselijke of Vernederende Behandeling of Bestraffing (CPT) die in 2023 een rapport uitbracht over het Koninkrijk der Nederlanden. De ander is voor de doorontwikkeling van het Plan van Aanpak 2018 voor detentie; het aantrekken van een programmamanager en -team voor de uitvoering van het plan van aanpak. De resterende bevoorschotting voor deze bijdragen is in 2024 overgeboekt naar de NRPB.
Bijdrage aan medeoverheden
Bestuurlijke aanpak
Jaarlijks stelt het ministerie van BZK € 1 mln. ter beschikking voor de bestuurlijke aanpak van ondermijning in de Caribische landen. Dit gaat onder andere om bewustwordingscampagnes, wetgevingscapaciteit voor aanpassing lokale wetgeving voor inzet van bestuurlijke instrumenten, oprichting en ondersteuning van Taskforces in de Landen (vergelijkbaar met de Regionale Informatie en Expertise Centra in Nederland) en multidisciplinaire handhavingscontroles. Daarnaast heeft er een seminar plaatsgevonden in 2024 gericht op de samenwerking tussen de Landen en het leren van elkaars bestuurlijke aanpak en successen.
Bijdrage aan internationale organisaties
Detentie - Vastgoed
Eind 2024 is met het ministerie van Sint Maarten en de United Nations Office for Project Services (UNOPS) een overeenkomst gesloten voor de bouw van een nieuwe gevangenis op Sint Maarten, gefinancierd door Nederland voor € 16 mln.
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken
Grensbewaking (Defensie)
In 2024 werd, via een overboeking naar het ministerie van Defensie, de inzet van 37,5 fte van de KMar in de Caribische landen gefinancierd ter versterking van het grenstoezicht. Deze inzet vindt plaats onder het zogenaamde Protocol inzake de inzet van personeel vanuit de flexibel inzetbare pool Koninklijke Marechaussee. Naar aanleiding van afspraken in het Protocol inzake de Versterking grenstoezicht in de Caribische landen van het Koninkrijk wordt door de KMar en Douanepersoneel (63,25 geplaatste fte KMar en 11,5 fte Douane aan kortlopende uitzendingen) beschikbaar gesteld. De plaatsingen waren vertraagd om meerdere redenen: het plan van aanpak versterking grenstoezicht Sint Maarten werd pas later vastgesteld, de benodigde voorbereidingen namen meer tijd in beslag, door onderbezetting was het lokale absorptievermogen voor twinning beperkter en de KMar kon niet alle capaciteit leveren. Hierdoor is in 2024 minder uitgegeven dan begroot.
Recherchecapaciteit (JenV)
Zoals vastgelegd in de Rijkswet politie van Curaçao, van Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba en het Protocol inzake gespecialiseerde Recherchesamenwerking heeft het Recherche Samenwerkingsteam (RST) in 2024 uitvoering gegeven aan de bestrijding van zware, georganiseerde en grensoverschrijdende criminaliteit. Daarnaast heeft het RST de afhandeling van internationale rechtshulpverzoeken op dit gebied verricht. In het Convenant Financieringssystematiek recherchesamenwerkingsteam is opgenomen dat het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties de politieke verantwoordelijkheid voor het beschikbaar stellen van de middelen behoudt. De financiële middelen werden per eerste suppletoire begroting 2024 overgeboekt naar het Ministerie van Justitie en Veiligheid; dit verklaart tevens het verschil tussen de vastgestelde begroting en de realisatie. Voor de realisatie en financiële verantwoording wordt verwezen naar het jaarverslag van het Ministerie van Justitie en Veiligheid.
Rechterlijke macht (JenV)
In de vastgestelde begroting voor 2024 was € 11,3 mln. begroot voor de rechterlijke macht. Door gesprekken van JenV en BZK met RST, Parket-Generaal Aruba, OM Carib en Gemeenschappelijk Hof over de verdeling en effectieve besteding van de ondermijningsgelden is dit niet zoals gebruikelijk uitgegeven via de najaarsnota 2024. In plaats daarvan wordt voorzien dat ze na afronding van deze gesprekken bij de Voorjaarsnota 2025 naar JenV gaan. Dit verklaart het verschil tussen de vastgestelde begroting en realisatie.
Douane (Financiën)
In het kader van het Protocol inzake de Versterking grenstoezicht in de Caribische landen van het Koninkrijk heeft BZK ook in 2024 betalingen verricht voor de uitzending van Douanepersoneel naar de landen. Omdat de middelen voor de douane naar het Ministerie van Financiën zijn overgeboekt, staan deze niet als uitgaven geregistreerd.
4.2 Artikel 2. Slavernijverleden
A. Algemene doelstelling
De middelen die naar aanleiding van de excuses beschikbaar zijn gesteld, zijn onder andere gericht op kennis en bewustwording, erkenning, herdenking en de doorwerking van het trans-Atlantisch slavernijverleden. Uitgangspunten voor de invulling hiervan zijn: (1) navolgbaarheid en inzichtelijkheid en (2) programmering en bestemming van deze middelen vindt in samenspraak met betrokkenen uit Aruba, Bonaire, Curaçao, Saba, Sint Eustatius en Sint Maarten plaats.
B. Rol en verantwoordelijkheid
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is verantwoordelijk voor:
Regisseren
- De minister van BZK coördineert het traject van de opvolging van de excuses voor het Caribisch deel van het Koninkrijk.
Uitvoeren
- De minister van BZK geeft uitvoering aan een subsidieregeling, waarmee maatschappelijke initiatieven een impuls kunnen geven aan onder andere meer kennis van en bewustwording over het trans-Atlantisch slavernijverleden in en voor het Caribisch deel van het Koninkrijk.
- Er wordt uitvoering gegeven aan maatregelen voor bewustwording, betrokkenheid en doorwerking, waarmee concreet invulling wordt gegeven aan de op 19 december 2022 gedane toezeggingen (Kamerstukken II 2022/2023, 36284 nr. 1).
C. Beleidsconclusies
Artikel 2 staat sinds de eerste suppletoire begroting van 2024 op begrotingshoofdstuk 4. Na publicatie van de subsidieregeling op 1 juli 2024 in de Staatscourant is in de 2e helft van 2024 de regeling met de potentieel uitvoerder geoperationaliseerd. Hier is nog geen formele opdracht voor verstrekt - vandaar dat de middelen niet in 2024 zijn uitgeput. Omdat de subsidieregeling in 2025 wordt opengesteld, heeft er een kasschuif plaatsgevonden van € 3,33 mln. voor de subsidieregeling van 2024 naar 2029.
D. Budgettaire gevolgen van beleid
Art. | Omschrijving | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2024 | 2024 |
Verplichtingen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Uitgaven | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Opdrachten | ||||||||
Maatschappelijke initiatieven | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Ontvangsten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
E. Toelichting op de instrumenten
Opdrachten
Maatschappelijke initiatieven
Na publicatie van de subsidieregeling op 1 juli 2024 in de Staatscourant is in de 2e helft van 2024 de regeling met de potentieel uitvoerder geoperationaliseerd. Hier is nog geen formele opdracht voor verstrekt - vandaar dat de middelen in 2024 niet zijn uitgeput.
4.3 Artikel 4. Bevorderen sociaaleconomische structuur
A. Algemene doelstelling
Het bewerkstelligen van een merkbare positieve verandering in het leven van de burgers in de Caribische delen van het Koninkrijk door te ondersteunen bij het creëren van een betrouwbare en goed functionerende overheid, het verbeteren van de arbeidsmarkt, het versterken van de bestaanszekerheid, de zorg en de rechtsstaat. Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) draagt daaraan bij middels het versterken van de uitvoeringskracht, het inzetten van kennis en expertise en het coördineren van de inzet van het Rijk.
B. Rol en verantwoordelijkheid
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is verantwoordelijk voor:
Stimuleren
- De minister ondersteunt waar gewenst en mogelijk de Caribische delen van het Koninkrijk bij de uitvoering van taken door middel van technische assistentie en het delen van kennis.
- De minister ondersteunt waar gewenst en mogelijk de Caribische delen van het Koninkrijk bij de uitvoering van taken door middel van praktische samenwerking en het opzetten van samenwerkingsovereenkomsten.
- De minister ondersteunt via de Tijdelijke Werkorganisatie (TWO) maatregelen op diverse gebieden met betrekking tot de sociaal economische structuur, zoals de kwaliteit en kosteneffectiviteit van de overheid, de arbeidsmarkt, zorg, onderwijs, en veiligheid.
Regisseren
- De minister coördineert de rijksbrede inzet in Caribisch Nederland en bevordert de integrale samenwerking.
- De minister is verantwoordelijk voor het bevorderen van goed bestuur in Caribisch Nederland.
- De minister geeft invulling aan zijn taken zoals omschreven in de Rijkswet financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten (Rft), Landsverordening Aruba financieel toezicht (LAft), het protocol Afspraken tussen de regeringen van Aruba en Nederland over de openbare financiën van Aruba en het protocol Aruba-Nederland 2019-2021.
- De minister houdt financieel toezicht op de openbare lichamen op basis van de Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (FinBES).
- De minister monitort de uitvoering van de hervormingen en ontwikkelingen uit de landspakketten via de uitvoeringsagenda's en voortgangs rapportages die periodiek door de Tijdelijke Werkorganisatie (TWO) en de landen worden opgesteld.
C. Beleidsconclusies
Onderlinge Regeling
Op 4 april 2023 is de Onderlinge Regeling ‘Samenwerking bij hervormingen’ ondertekend door de staatsecretaris van Koninkrijksrelaties en de minister-presidenten van de Aruba, Curaçao en Sint Maarten. De Onderlinge Regeling geldt in principe voor vier jaar. Daarna is er de mogelijkheid van verlenging met telkens maximaal twee jaar. In de preambule van de regeling zijn drie leidende beginselen voor de samenwerking bij de uitvoering van de Landspakketten vastgelegd, namelijk eigenaarschap, gelijkwaardigheid en gemeenschappelijkheid. De Tijdelijke Werkorganisatie (TWO) ondersteunt de Landen bij de uitvoering van de hervormingen. Dit doet zij gezamenlijk met de Uitvoeringsorganisaties, die in ieder van de Landen zijn ingesteld onder de minister-presidenten.
Commissie sociaal minimum Caribisch Nederland
Naar aanleiding van de adviezen van de Commissie sociaal minimum Caribisch Nederland heeft het kabinet in 2024 een belangrijke impuls gegeven aan het verbeteren van bestaanszekerheid op Bonaire, Sint Eustatius en Saba. De kern van het advies van de Commissie bestaat uit het verhogen van de inkomens en het verlagen van de kosten van levensonderhoud. Deze maatregelen zijn door het vorige kabinet toegelicht in de eerste reactie van 2 februari 2024. Hiervoor was in 2024 € 30 mln. beschikbaar en vanaf 2025 structureel € 32 mln. De Tweede Kamer is hierover geïnformeerd (Kamerstukken II 2023/2024, 36 410 IV, nr. 43 en Kamerstukken II 2023/2024,36600-IV-30).
D. Budgettaire gevolgen van beleid
Artikel | Verplichtingen | 57.677 | 51.920 | 81.410 | 63.860 | 31.585 | 81.525 | ‒ 49.940 |
Uitgaven | 56.995 | 53.280 | 76.265 | 44.255 | 30.876 | 83.919 | ‒ 53.043 | |
4.1 | Curaçao, Sint Maarten en Aruba | |||||||
Subsidies (regelingen) | ||||||||
Diverse subsidies | 0 | 574 | 0 | 2.562 | 981 | 100 | 881 | |
Noodpakketten | 39.700 | 29.897 | 2.138 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Tijdelijke Werkorganisatie/ NRPB | 0 | 1.063 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Tijdelijke Werkorganisatie (TWO) | 0 | 0 | 52 | 5.784 | 8.865 | 38.988 | ‒ 30.123 | |
Onderwijshuisvesting Curaçao | 0 | 0 | 0 | 6.810 | 2.803 | 14.300 | ‒ 11.497 | |
Opdrachten | ||||||||
Opdrachten landen | 457 | 657 | 129 | 38 | 269 | 1.662 | ‒ 1.393 | |
Tijdelijke Werkorganisatie (TWO) | 0 | 0 | 3.686 | 2.634 | 2.274 | 0 | 2.274 | |
Inkomensoverdrachten | ||||||||
Toeslagen op pensioenen NA | 1.718 | 1.450 | 1.016 | 854 | 892 | 5.268 | ‒ 4.376 | |
Bijdrage aan medeoverheden | ||||||||
Bijdrage aan landen | 3.380 | 5.487 | 23.129 | 0 | 120 | 0 | 120 | |
Onderwijshuisvesting Curaçao | 0 | 0 | 9.956 | 0 | 402 | 1.678 | ‒ 1.276 | |
Tijdelijke Werkorganisatie (TWO) | 0 | 0 | 16.862 | 6.082 | 1.954 | 0 | 1.954 | |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | ||||||||
Diverse bijdragen | 110 | 121 | 121 | 276 | 488 | 158 | 330 | |
4.2 | Caribisch Nederland | |||||||
Subsidies (regelingen) | ||||||||
Subsidies Caribisch Nederland | 454 | 507 | 2.090 | 2.328 | 3.669 | 1.139 | 2.530 | |
Bonaire International Airport | 3.400 | 3.051 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Opdrachten | ||||||||
Versterken bestuurs- en uitvoeringskracht | 478 | 786 | 612 | 1.250 | 618 | 1.636 | ‒ 1.018 | |
Opdrachten Caribisch Nederland | 0 | 0 | 0 | 225 | 360 | 0 | 360 | |
Inkomensoverdrachten | ||||||||
Pensioenen en uitkeringen politieke ambtsdragers | 2.263 | 2.138 | 3.135 | 2.584 | 1.632 | 1.349 | 283 | |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's | ||||||||
Caribisch Nederland | 0 | 0 | 0 | 0 | 32 | 0 | 32 | |
Bijdrage aan medeoverheden | ||||||||
Sociaaleconomische initiatieven | 486 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Versterken bestuurs- en uitvoeringskracht | 4.549 | 7.549 | 13.339 | 11.960 | 5.479 | 17.641 | ‒ 12.162 | |
Bijdrage aan agentschappen | ||||||||
Versterken bestuurs- en uitvoeringskracht | 0 | 0 | 0 | 868 | 38 | 0 | 38 | |
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken | ||||||||
Ontvangsten | 11 | 804 | 8.336 | 648 | 1.824 | 0 | 1.824 |
E. Toelichting op de instrumenten
Uitgaven
4.1 Curaçao, Sint Maarten en Aruba
Subsidies (regelingen)
Tijdelijke Werkorganisatie (TWO)
Voor de uitvoering van de maatregelen en hervormingen in de Landspakketten is na de invoering van de Onderlinge Regeling «Samenwerking bij Hervormingen» aan Aruba, Curaçao en Sint Maarten ongeveer € 8,8 mln. aan subsidies beschikbaar gesteld. Hieronder vallen bijvoorbeeld uitgaven voor de aanpak van Red Tape en vermindering van de Costs of Doing Business (€ 0,4 mln.), een subsidie voor het verstrekken van Agri leningen op Sint Maarten (€ 0,3 mln.) en implementatie van het zgn. Three Lines of Defence model om het financieel beheer van Aruba te verbeteren (€ 1,0 mln.). Mede vanwege vertraging in de uitvoering van projecten en een gebrek aan capaciteit op de landen, is hierop minder uitgegeven dan begroot.
Onderwijshuisvesting Curaçao
In het kader van het programma onderhoud scholen Curaçao, dat onderdeel is van het Landspakket Curaçao, heeft Nederland in totaal meerjarig € 30 mln. beschikbaar gesteld. In 2024 is hiervan € 2,5 mln. betaald aan het ministerie van Onderwijs, Wetenschap, Cultuur en Sport van Curaçao als onderdeel van de financiering van de tweede tranche scholen. Dit project heeft enige vertraging opgelopen bij het aanbestedigingsproces. Daarnaast was de staat van de huisvesting bij een aantal scholen slechter dan verwacht. Hierdoor waren aanpassingen noodzakelijk, waardoor het project verder werd vertraagd. Dit tezamen heeft ervoor gezorgd dat een gedeelte van het begrote bedrag nog niet is uitgegeven.
Opdrachten
Tijdelijke werkorganisatie (TWO)
Omdat TWO bij de invulling van de Onderlinge Regeling meer werkt met subsidies, is het aandeel van opdrachten substantieel afgenomen naar € 2,2 mln. Onder meer is een doorlichting van de Arubaanse overheid afgerond (€ 0,7 mln.). Het doel van deze doorlichting was het ontwikkelen van een afwegingskader. Dit afwegingskader helpt te bepalen wat wel en niet tot kerntaken van de Arubaanse overheid behoort.
Inkomensoverdrachten
Toeslagen op pensioenen NA
Het verschil tussen de stand begroting en de realisatie wordt veroorzaakt doordat er in de september suppletoire begroting diverse reallocaties naar artikel 4.2, artikel 6 en naar artikel 8 zijn geweest.
Bijdrage aan medeoverheden
Tijdelijke Werkorganisatie (TWO)
In 2024 is ongeveer circa € 1,9 mln. besteed aan bijdragen in het kader van de Landspakketten. Zo ging ook dit jaar geld naar het inhalen van achterstanden van de Arubaanse Belastingdienst (€ 554K), en ontving ICTU € 486K voor werkzaamheden voor de overheden van Curaçao, Aruba en Sint Maarten.
4.2 Caribisch Nederland
Subsidies
Subsidies Caribisch Nederland
In 2024 is ruim € 3.6 mln. aan subsidies uitgegeven ten behoeve van Caribisch Nederland. Het grootste deel van deze subsidies is verstrekt aan CARTAC, namelijk € 2 mln. Deze subsidies zijn ingezet voor het steunen van activiteiten van verschillende organisaties in het kader van de versterking van de bestuurs- en uitvoeringskracht en armoedebestrijding. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om het Caribisch Uitwisselingsnetwerk van VNG International gericht op het versterken van bestuurlijke en ambtelijke capaciteit en expertise. Daarnaast gaat het om de Voedselbank en de activiteiten het programma van Unicef gericht op het bevorderen van positief opvoeden en participatie van jongeren.
Opdrachten
Versterken bestuurs- en uitvoeringskracht
De opdrachten voor Caribisch Nederland waren in 2024 gericht op het inhuren van beleids- en onderzoeksadvies en faciliteren van de samenwerking en uitwisseling, zo is afgelopen jaar de WolBES FinBES conferentie georganiseerd in Nederland waarbij een afvaardiging aanwezig was vanuit Caribisch Nederland.
Inkomensoverdrachten
Pensioenen en uitkeringen politieke ambtsdragers
Dit betreft de bijdragen die worden geleverd ten behoeve van pensioenen en wachtgelduitkeringen voor oud politici van Caribisch Nederland, en de herstelpremie ten behoeve van het Pensioenfonds Caribisch Nederland.
Bijdrage aan medeoverheden
Versterken bestuurs- en uitvoeringskracht
Om de bestuurs- en uitvoeringskracht van de openbare lichamen op Bonaire, Sint Eustatius en Saba te versterken zijn op basis van afspraken in de bestuurlijke akkoorden financiële bijdragen gegeven ter versterking van de bestuurskracht, organisatieontwikkeling van het bestuur en ambtelijk apparaat. Het gaat hierbij ondere andere om het werven van capaciteit op prioritaire thema’s en strategisch personeelsbeleid en het versterken van financieel beheer. Ook is aan het Openbaar Lichaam Sint Eustatius (OLE) is voor € 4,9 mln. aan bijzondere uitkeringen en een renteloze lening verstrekt voor de klif en een schikking met Eco Statia. De bijzondere uitkeringen en de renteloze lening zijn bedoeld voor het stabiliseren en tegengaan van verdere erosie van de klif aan de havenzijde van het eiland, omdat er nu sprake is van veiligheidsrisico’s. De uitwerking van de noodmaatregelen vergt meer tijd waardoor een deel van de klif middelen niet kon worden ingezet en is doorgeschoven naar latere jaren.
Ontvangsten
Dit betreft met name terugvorderingen naar aanleiding van vastgestelde beschikkingen.
4.4 Artikel 5. Schuldsanering/lopende inschrijving/leningen
A. Algemene doelstelling
Het ondersteunen van de houdbaarheid van de overheidsfinanciën van Curaçao en Sint Maarten gebeurt door schuldsanering, door het uitoefenen van financieel toezicht en door het aanbieden van de mogelijkheid van vervangen door financiering van investeringen met een lopende inschrijving door Nederland tegen het actuele rendement op Nederlandse staatsleningen van de desbetreffende looptijd. De schuldsanering in 2010 bestond uit het overnemen van een deel van de schulden van Curaçao, Sint Maarten en het land de Nederlandse Antillen en door herfinanciering van het resterende deel.
B. Rol en verantwoordelijkheid
Gelet op de autonomie hebben de landen hun eigen verantwoordelijkheid voor de houdbaarheid van de overheidsfinanciën. Houdbare overheidsfinanciën en goed financieel beheer worden beschouwd als een belangrijke randvoorwaarden voor een gezonde structurele economische ontwikkeling en voor financiële autonomie van de landen. Het financieel toezicht op Curaçao en Sint Maarten wordt geregeld in de Rijkswet financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten (Rft) en voor Aruba in de Landsverordening Aruba financieel toezicht (LAft). Het beleid is ook gericht op het bereiken en borgen van houdbare overheidsfinanciën door middel van deugdelijk begrotingsbeleid, het beperken van de financieringslasten en het op orde brengen van het financieel beheer. Het financieel toezicht op Aruba, Curaçao en Sint Maarten wordt uitgeoefend door de Rijksministerraad, daarin geadviseerd door het College (Aruba) financieel toezicht.
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is verantwoordelijk voor:
Financieren
De minister financiert de kosten die voortkomen uit de schuldsanering en de lopende inschrijving op leningen van Curaçao en Sint Maarten via de begroting van Koninkrijksrelaties. De schuldsanering is terug te voeren op de bestuurlijke afspraken die zijn gemaakt in de aanloop naar de nieuwe staatkundige verhoudingen per 10 oktober 2010. Daarbij heeft Nederland een oplossing geboden voor de toenmalige schuldenproblematiek, door de verplichting op zich te nemen een belangrijk deel van de schulden van Curaçao en Sint Maarten over te nemen. Deze regeling loopt nog tot 2030. Het overige deel van de schulden is door Nederland geherfinancierd. Voor dat deel van de schuldsanering is aan Curaçao en Sint Maarten een aantal leningen verstrekt waarvan de laatste aflopen in 2040. Verder zijn na orkaan Irma en tijdens de covidpandemie liquiditeitsleningen verstrekt om de publieke dienstverlening te kunnen continueren en steunmaatregelen voor burgers en bedrijfsleven mogelijk te maken. Daarnaast worden incidenteel onderhandse leningen verstrekt. Op basis van artikel 36 van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden kunnen de Landen binnen het Koninkrijk eventueel in aanmerking komen voor hulp en bijstand van Nederland.
Uitvoeren
De Landsverordening financieel toezicht (LAft) is met instemming van de Rijksministerraad gewijzigd per 1 januari 2024. Op basis van deze wetten begeleidt de minister de adviezen van het College financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten (Cft) en van het College Aruba financieel toezicht (CAft) naar de Rijksministerraad.
In 2024 is met Aruba een bestuurlijk akkoord gesloten om ook voor Aruba het beleid gericht op houdbare overheidsfinanciën vorm te geven in een nieuw ontwerp-Rijkswet. Verder is afgesproken dat de ontwerp-Rijkswet Aruba financieel toezicht (RAft), die ter vaststelling in de Tweede Kamer ligt, in te trekken.
Op basis van artikel 36 van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden kunnen de Landen binnen het Koninkrijk eventueel in aanmerking komen voor hulp en bijstand van Nederland.
C. Beleidsconclusies
AWG/ANG | EUR | AWG/ANG | EUR | |
Aruba | 915,5 | 442,2 | 869,7 | 419,1 |
Curaçao | 911,0 | 448,3 | 877,4 | 431,1 |
Sint Maarten | 316,4 | 141,6 | 313,9 | 140,4 |
Totaal | 2.142,9 | 1.032,1 | 2.061,0 | 990,6 |
Herfinanciering
In oktober 2024 zijn de covidleningen aan de landen nogmaals, maar nu langjarig, geherfinancierd. De langjarige herfinanciering kon worden verstrekt, omdat aan de voorwaarden daarvoor werd voldaan. Voor Curaçao en Sint Maarten betrof dit een akkoord over de oplossing voor de problemen bij pensioenverzekeraar ENNIA en voor Aruba een wijziging van de LAft en een akkoord over het traject om te komen tot een nieuw ontwerp-Rijkswet. Bij de herfinanciering is rekening gehouden met de financiële draagkracht van de landen. De totale omvang van de leningen, circa € 1 mld., is daarbij iets lager dan in 2023 als gevolg van de eerste aflossingen.
D. Budgettaire gevolgen van beleid
Artikel | Verplichtingen | 621.056 | 733.075 | 31.129 | 33.195 | 66.000 | 0 | 66.000 |
Uitgaven | 649.573 | 597.611 | 223.627 | 61.712 | 94.517 | 28.517 | 66.000 | |
5.1 | Schuldsanering Curaçao en Sint Maarten | |||||||
Leningen | ||||||||
Schuldsanering | 28.517 | 28.517 | 28.517 | 28.517 | 28.517 | 28.517 | 0 | |
5.2 | Leningen/ garanties landen Curaçao, Sint Maarten en Aruba | |||||||
Leningen | ||||||||
Leningen aan Aruba | 204.327 | 315.577 | 181.478 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Lopende inschrijving en leningen Curaçao en Sint Maarten | 416.729 | 253.517 | 13.632 | 33.195 | 66.000 | 0 | 66.000 | |
Ontvangsten | 47.056 | 44.232 | 81.583 | 83.413 | 160.957 | 49.958 | 110.999 |
E. Toelichting op de instrumenten
Uitgaven
5.1 Schuldsanering Curaçao en Sint Maarten
Leningen
Schuldsanering
In de Slotverklaring van 2 november 2006 heeft Nederland met het oog op een gezonde financiële positie bij de start van de nieuwe staatkundige verhoudingen de schulden van (de collectieve sector van) de Nederlandse Antillen en de eilandgebieden Curaçao en Sint Maarten grotendeels overgenomen en geherfinancierd. Dit betreft de schulden van het Land en de eilandgebieden Curaçao en Sint Maarten. De overgenomen schulden zullen in deze begroting na 2030 volledig zijn afgewikkeld. De landen Curaçao en Sint Maarten hebben nog tot 2040 aflossingsverplichtingen die volgen uit de schuldsanering.
5.2 Leningen/garanties landen Curaçao en Sint Maarten en Aruba
Leningen
Lopende inschrijving en leningen Curaçao en Sint Maarten
Aan Sint Maarten is een lening van € 66,0 mln. verstrekt voor investeringen. Het verschil tussen realisatie en vastgestelde begroting wordt verklaard door de suppletoire begroting september 2024 waarmee de lening aan Sint Maarten is verstrekt (€ 66,0 mln.).
Ontvangsten
De reguliere rente en aflossingen op leningen aan Aruba, Curaçao en Sint Maarten worden hier verantwoord. Verder zijn er in 2024 aflossingen ontvangen op de Covid-leningen waar eerder herfinanciering op heeft plaats gevonden. De aflossingen die zijn ontvangen zijn van Sint Maarten € 1,2 mln., van Aruba € 23,1 mln. en van Curaçao € 16,8 mln.
4.5 Artikel 8. Wederopbouw Bovenwindse Eilanden
A. Algemene doelstelling
Het bevorderen dat de basisvoorzieningen (inclusief infrastructuur) voor de burgers in Sint Maarten, Sint Eustatius en Saba weer op het niveau van voor de orkanen Irma en Maria komen. Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) coördineert het beschikbaar stellen van de middelen vanuit Nederland en het toezicht op de besteding daarvan.
B. Rol en verantwoordelijkheid
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is verantwoordelijk voor:
Financieren
- De minister financiert een deel van de wederopbouw van Sint Maarten. Tot 2021 zijn er middelen beschikbaar waarmee het trustfonds bij de Wereldbank wordt gevuld. De einddatum van dit trustfonds is in 2022 budgetneutraal verlengd met 36 maanden en blijft tot en met 2028 operationeel. Deze bijdrage is verbonden aan de politieke voorwaarden waarmee Sint Maarten akkoord is gegaan, waaronder de reeds ingestelde integriteitskamer en het versterken van het grenstoezicht waarover nadere afspraken zijn gemaakt (Stcrt. 2014, 72542 en Landsverordening Integriteitskamer). Nederland zal gedurende de wederopbouw toezien op de naleving van de voorwaarden.
- De minister levert naast het trustfonds directe steun voor de wederopbouw van Sint Maarten. Het gaat hier bijvoorbeeld om kosten op het gebied van rechtshandhaving of technische assistentie op gebied van financieel beheer.
Regisseren
- De minister regisseerde tot 2021 de rijksbrede aanpak van de wederopbouwfase op de eilanden Saba en Sint Eustatius.
- De minister is vertegenwoordigd in de stuurgroep van het Sint Maarten Reconstruction, Recovery and Resilience Trust Fund waarin ook Sint Maarten en de Wereldbank zitting hebben. Prioriteiten voor Nederland zijn economische ontwikkeling en bereikbaarheid, de afvalproblematiek en goed bestuur.
Ook de ministeries van Onderwijs Cultuur en Wetenschap (OCW), Economische Zaken en Klimaat (EZK) en Infrastructuur en Waterstaat (IenW) zijn betrokken bij de wederopbouw van Sint Eustatius en Saba voor onder andere het herstel van schoolgebouwen en infrastructuur. De middelen voor deze projecten staan op de begrotingen van de betreffende ministeries.
C. Beleidsconclusies
De prioriteitsprojecten voor Nederland zijn de herbouw van de vliegtuigterminal, het afvalproject inclusief management van de afvalberg, het afvalwater zuiveringsproject en daarnaast ook het opzetten van een Disaster Reserve Fund. Daarbij zijn ook de thema’s good governance en het vinden van additionele externe financiering voor Nederland van belang.
Er zijn in totaal 13 wederopbouwprojecten in uitvoering gegaan (waarvan 2 projecten afgerond zijn). Ook is er nog 1 project in ver gevorderde staat van voorbereiding: het Sustaining Program Effectiveness and Advancing Resilient Government Capacity Project. De wederopbouw van Sint Maarten is nog steeds op koers, al blijft er nog veel te doen.
In 2024 is een aantal belangrijke mijlpalen bereikt. Zo is het vliegveld, een belangrijke infrastructuurpijler voor de economie van Sint Maarten, in november volledig heropend. Daarnaast ondersteunde het trust fund in 2024 ook de samenleving van Sint Maarten, onder andere via 36 leningen aan midden- en kleine bedrijven, 14 subsidies aan niet-gouvernementele organisaties en het herstel van de nationale bibliotheek.
De directe bijdragen vanuit het begrotingshoofdstuk IV Koninkrijksrelaties in 2024 waren er vooral op gericht om aanvullende (financiële) ondersteuning te leveren aan organisaties die betrokken zijn bij de projecten onder het trust fund. Dit waren de Royal Schiphol Group voor het herstel van de luchthaven, het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening, Milieu en Infrastructuur (VROMI) en de National Recovery Program Bureau (NRPB) voor de afvalprojecten en de vervanging van de stormwaterpompen waarbij RVO, de Stichting Overheidheidsaccountantbureau (SOAB) en VROMI betrokken zijn.
D. Budgettaire gevolgen van beleid
Artikel | Verplichtingen | 100.802 | 92.602 | 6.984 | 2.305 | 3.505 | 0 | 3.505 |
Uitgaven | 102.682 | 91.485 | 8.456 | 2.709 | 2.888 | 0 | 2.888 | |
8.1 | Wederopbouw | |||||||
Subsidies (regelingen) | ||||||||
Diverse subsidies | 0 | 1.854 | 762 | 2.020 | 1.921 | 0 | 1.921 | |
Opdrachten | ||||||||
Wederopbouw op Sint Maarten | 1.298 | 999 | 694 | 689 | 661 | 0 | 661 | |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's | ||||||||
Wederopbouw op Sint Maarten | 0 | 0 | 0 | 0 | 306 | 0 | 306 | |
Bijdrage aan medeoverheden | ||||||||
KPSM | 6.039 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Wederopbouw op Sint Eustatius | 3.345 | 2.517 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | ||||||||
Wederopbouw op Sint Maarten | 2.000 | 0 | 7.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Wereldbank | 90.000 | 86.115 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Ontvangsten | 14.036 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
E. Toelichting op de instrumenten
Uitgaven
8.1 Wederopbouw
Subsidies (regelingen)
Diverse subsidies
Bij de september suppletoire begroting is € 1,0 mln. van diverse artikelen binnen de KR begroting gerealloceerd voor de hieronder genoemde verstrekte subsidies.
In 2024 heeft Nederland een voorschot verstrekt ten behoeve van de extra capaciteit die de National Recovery Program Bureau (NRPB) levert aan het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu op Sint Maarten om hen te helpen bij institutionele hervormingen die nodig zijn voor de afvalprojecten van het trustfonds wederopbouw op Sint Maarten. Op deze manier wordt ook gewerkt aan de duurzame versterking van de uitvoeringskracht van de Sint Maartense overheid.
Daarnaast is in het kader van stormwaterpompen voor de stad Philipsburg een beschikking verstrekt voor de aanschaf van de pompen door de overheid van Sint Maarten.
Opdrachten
Wederopbouw op Sint Maarten
Bij de eerste en september suppletoire begroting is er van diverse andere artikelen binnen de KR begroting budget gerealloceerd voor de hieronder genoemde opdrachten.
De Royal Schiphol Group heeft circa € 0,64 mln. aan operationele bijstand voor de luchthaven Sint Maarten (PJIA) geleverd. Daarnaast is in het kader van de begeleiding van de aanschaf van de stormwaterpompen (zie subsidies) een bijdrage verstrekt van € 0,1 mln. aan de Stichting Overheidheidsaccountantbureau (SOAB) Sint Maarten.
Bijdrage aan ZBO's
Wederopbouw op Sint Maarten
In 2024 is een bijdrage verstrekt van € 0,3 mln. aan het National Recovery Program Bureau (NRPB) voor technische assistentie bij de uitvoering van het grote afvalproject op Sint Maarten. Hierbij is door de NRPB ook expertise ingewonnen bij VNG international (VNGi). Tevens is een bijdrage van € 0,1 mln. gedaan om trainingen voor ambulancepersoneel in Nederland en op Sint Maarten te bekostigen.
5. Niet-beleidsartikelen
5.1 Artikel 6. Apparaat
A. Budgettaire gevolgen
artikel | Verplichtingen | 30.779 | 31.652 | 34.526 | 32.718 | 53.429 | 29.045 | 24.384 |
Uitgaven | 29.879 | 30.335 | 34.195 | 32.678 | 50.024 | 29.045 | 20.979 | |
6.0 | Apparaat | |||||||
Personele uitgaven | ||||||||
Eigen personeel | 14.294 | 15.264 | 16.543 | 20.719 | 22.955 | 15.770 | 7.185 | |
Inhuur externen | 2.323 | 2.813 | 1.384 | 1.702 | 1.433 | 557 | 876 | |
Materiële uitgaven | ||||||||
Overige materiële uitgaven | 13.262 | 12.258 | 16.268 | 10.257 | 14.905 | 12.718 | 2.187 | |
Wisselkoersverschillen | 0 | 0 | 0 | 0 | 10.731 | 0 | 10.731 | |
Ontvangsten | 1.063 | 7.073 | 10.109 | 4.625 | 2.614 | 0 | 2.614 |
B. Toelichting op de financiële instrumenten
Uitgaven
Dit betreft de uitgaven van de Shared Service Organisatie Caribisch Nederland (SSO CN), de Rijksdienst Caribisch Nederland (RCN), de Colleges Financieel Toezicht (Cft), Rijksvertegenwoordiger, de Tijdelijke Werkorganisatie (TWO) en de Vertegenwoordiging van Nederland in Aruba, Curaçao en Sint Maarten (VN ACS).
Personele uitgaven
Eigen personeel
Dit betreffen de uitgaven aan het eigen personeel van de SSO-CN, RCN, Rijksvertegenwoordiger, Cft, TWO en het lokaal personeel van de VN ACS.
Het verschil tussen de begroting en de realisatie wordt voornamelijk veroorzaakt doordat in de eerste suppletoire begroting een reallocatie van € 6,2 mln plaats heeft gevonden van artikel 4 subsidies Tijdelijke Werkorganisatie om de apparaatsuitgaven op het juiste instrument te kunnen verantwoorden.
Inhuur externen
Er is onder andere ingehuurd om de continuïteit van de dienstverlening te waarborgen bij SSO-CN. Ook voor specifieke dienstverlening en diverse projecten is er ingehuurd. Projecten waarvoor extra capaciteit beschikbaar is gesteld zijn:
- Diverse verbeteringstrajecten zoals het optimaliseren digitale archief/DMS.
- Informatiebeveiliging door een CISO-ondersteuning.
Materiële uitgaven
Overige materiële uitgaven
Dit betreffen de uitgaven voor overige materiële posten van SSO CN, RCN, Cft, Rijksvertegenwoordiger, TWO en de VN ACS. Hieronder vallen onder andere huisvestingskosten, ICT-kosten en communicatiekosten.
Wisselkoersverschillen
Sinds begrotingsjaar 2023 worden alle koersresultaten van dit hoofdstuk separaat geadministreerd op artikel 6. Over begrotingsjaar 2024 zijn er voor € 10,7 mln. aan negatieve koersresultaten behaald.
Ontvangsten
Dit betreft ontvangsten van SSO CN over 2024 uit de verrekening met de andere departementen. Verrekening vindt plaats op basis van toe- of afname van de basisdienstverlening en de specifieke dienstverlening van SSO CN.
5.2 Artikel 7. Nog onverdeeld
A. Budgettaire gevolgen
Uitgaven | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 1.673 | ‒ 1.673 | |
7.0 | Nog onverdeeld | |||||||
Onvoorzien | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 1.673 | ‒ 1.673 | |
Wisselkoersreserve | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Ontvangsten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
B. Toelichting op de financiële instrumenten
Onvoorzien
Vanuit dit artikel is er € 0,3 mln. overboekt naar artikel 4.2 ter dekking van de diverse subsidies voor Caribbean Regional Technical Assistance Centre (CARTAC). Ook is er € 0,6 mln. aangewend ter dekking van opdrachten op artikel 4.2. Verder is er vanuit dit artikel € 0,8 mln. gerealloceerd naar artikel 8 om de uitgaven voor Schiphol TA te kunnen dekken.
6. Bedrijfsvoeringsparagraaf Koninkrijksrelaties
Paragraaf 1 - Rapportage voor volgende verplichte onderdelen:
Rechtmatigheid
1a - Rechtmatigheid
Er zijn geen bijzonderheden te melden.
1b - Totstandkoming niet-financiële verantwoordingsinformatie
Er zijn geen bijzonderheden te melden.
1c - Begrotingsbeheer, financieel beheer en materiële bedrijfsvoering
Voor het begrotingsbeheer, het financieel beheer en de materiële bedrijfsvoering wordt u verwezen naar de bedrijfsvoeringsparagraaf in het jaarverslag van begrotingshoofdstuk Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII).
1d - Misbruik en oneigenlijk gebruik
Voor misbruik en oneigenlijk gebruik wordt u verwezen naar de bedrijfsvoeringsparagraaf in het jaarverslag van begrotingshoofdstuk Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII).
1e - Overige aspecten van de bedrijfsvoering
Voor de overige aspecten van de bedrijfsvoering wordt u verwezen naar de bedrijfsvoeringsparagraaf in het jaarverslag van begrotingshoofdstuk Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII).
1f - Fraude- en corruptierisico's
Voor fraude- en corruptierisico's wordt u verwezen naar de bedrijfsvoeringsparagraaf in het jaarverslag van begrotingshoofdstuk Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII).
Paragraaf 2 - Rijksbrede bedrijfsvoeringsonderwerpen
Voor de rijksbrede bedrijfsvoeringsonderwerpen wordt u verwezen naar de bedrijfsvoeringsparagraaf in het jaarverslag van begrotingshoofdstuk Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII).
Paragraaf 3 - Belangrijke ontwikkelingen en verbeteringen in de bedrijfsvoering
Voor de belangrijke ontwikkelingen en verbeteringen in de bedrijfsvoering wordt u verwezen naar de bedrijfsvoeringsparagraaf in het jaarverslag van begrotingshoofdstuk Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII).
B. Beleidsverslag BES-fonds
7. Beleidsprioriteiten
Het BES-fonds is een beleidsarm fonds waaruit aan de eilanden van Caribisch Nederland een vrije uitkering wordt verstrekt. Deze uitkering moet de eilanden in staat stellen hun taken uit te voeren.
8. Beleidsartikel BES-fonds
8.1 Artikel 1. BES-fonds
A. Algemene doelstelling
Via het BES-fonds wordt bewerkstelligd dat de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba middelen krijgen toebedeeld om de tussen het Rijk en de eilanden overeengekomen taakverdeling van de eilanden naar behoren uit te voeren.
B. Rol en verantwoordelijkheid
De openbare lichamen mogen zelf bepalen welke taken en activiteiten zij bekostigen uit de algemene middelen van de vrije uitkering. Dit uitgangspunt laat onverlet dat de openbare lichamen bepaalde wettelijke taken en activiteiten dienen uit te voeren waarbij zij voor de bekostiging mede op de algemene middelen zijn aangewezen.
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is verantwoordelijk voor:
Financieren
De minister is verantwoordelijk voor de bestuurlijke en financiële verhouding met de eilanden en in die hoedanigheid financiert de minister het BES-fonds.
C. Beleidsconclusies
In 2024 zijn structurele middelen aan het BES-fonds toegevoegd. Naar aanleiding van het onderzoek van Ideeversa naar de eilandelijke taken en middelen Caribisch Nederland is € 8,6 mln. structureel toegevoegd aan de vrije uitkeringen van Bonaire, Sint Eustatius en Saba (Kamerstukken II, 2023/24, 36550 IV, nr. 3). Met de toevoeging worden de eilanden in staat gesteld de eilandelijke taken adequaat uit te voeren.
Daarnaast is, met ingang van 2024, een nieuwe indexatiesystematiek (BBP-systematiek) van kracht op het BES-fonds. Hiermee sluit de indexatie-systematiek aan op de (nieuwe) systematiek van het Gemeente-en Provinciefonds. BBP staat voor Bruto Binnenlands Product en is een indicator voor de economische groei. De toevoeging voor 2024 bedraagt € 4,5 mln. Met de nieuwe systematiek krijgen de eilanden naast een vergoeding om loon- en prijsstijgingen op te kunnen vangen, ook meer ruimte om eigen beleidsafwegingen te kunnen maken. Deze volumeontwikkeling wordt gebaseerd op een 8-jaars gemiddelde van het bbp van Europees Nederland. Hierdoor hebben economische schommelingen niet direct effect op de indexatie en is stabiliteit van de indexatie geborgd. Verder kunnen de openbare lichamen met de introductie van deze systematiek makkelijker een meerjarige begroting opstellen omdat er een raming wordt gemaakt van de indexatie over meerdere jaren. Deze raming zal jaarlijks worden geactualiseerd aan de hand van de publicatie van het Centraal Economisch Plan (CEP). De hoogte van de indexatie is mede afhankelijk van de omvang van de vrije uitkering, het volume bbp (8-jaars historisch gemiddelde van de ontwikkeling van het bbp), prijs bbp en de geldende begrotingskoers.
Tot slot is er € 5 mln. aan het BES-fonds toegevoegd om de gevolgen van de verhoging van het wettelijk minimumloon (WML) op te kunnen vangen en eenmalig een beweging te kunnen maken in de harmonisatie van de arbeidsvoorwaarden van de eilanden ten opzichte van de Rijksdienst Caribisch Nederland (RCN).
D. Budgettaire gevolgen van beleid
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2024 | 2024 | |
Verplichtingen | 51.304 | 51.710 | 67.092 | 87.850 | 106.723 | 71.170 | 35.553 |
Uitgaven | 51.304 | 51.710 | 67.092 | 87.850 | 103.883 | 71.170 | 32.713 |
Bijdrage aan medeoverheden | |||||||
Vrije uitkering | 51.304 | 51.710 | 67.092 | 87.850 | 103.883 | 71.170 | 32.713 |
Ontvangsten | 51.304 | 51.710 | 67.092 | 87.850 | 103.883 | 71.170 | 32.713 |
E. Toelichting op de instrumenten
Uitgaven
Bijdragen aan medeoverheden
Vrije uitkering
De middelen, die de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba uit het BES-fonds ontvangen, zijn vrij besteedbaar. De hoogte van de vrije uitkering wordt vastgesteld in US dollars.
In 2022 zijn er via de eerste suppletoire begroting 2022 vanuit de Caribisch Nederland envelop extra middelen toegevoegd aan het BES-fonds. Dit betreft een oplopende reeks tot € 13 mln. in 2025. Daarnaast is in 2024 via de eerste suppletoire begroting € 18,1 mln. (waarvan € 13,6 mln. structureel) toegevoegd aan het BES-fonds naar aanleiding van het onderzoek van Ideeversa naar de eilandelijke taken en middelen Caribisch Nederland. Middels deze verhogingen worden de openbare lichamen in staat gesteld om hun eilandelijke taken beter uit te voeren.
Op de vrije uitkering wordt een aantal bedragen ingehouden. Het betreft aflossingslasten voor eerder afgesloten renteloze leningen die het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft verstrekt ter bekostiging van achterstanden op Sint Eustatius en Bonaire (de lening van Saba is in 2021 afgelost) in de onderwijshuisvesting en de lening van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat voor de weginfrastructuur op Saba.
Ontvangsten
Artikel 88, derde lid, van de Wet FinBES regelt dat bij (begrotings-)wet voor ieder uitkeringsjaar middelen van het Rijk worden afgezonderd ten behoeve van het BES-fonds. De uitgaven en de afgezonderde inkomsten over ieder uitkeringsjaar zijn aan elkaar gelijk. Gelet hierop is ten behoeve van de dekking van de uitgaven ten laste van het BES-fonds een post ontvangsten opgenomen.
9. Bedrijfsvoeringsparagraaf BES-fonds
Paragraaf 1. Rapportage voor de volgende verplichte onderdelen:
1a - Rechtmatigheid
Er zijn geen bijzonderheden te melden.
1b - Totstandkoming niet-financiële verantwoordingsinformatie
Er zijn geen bijzonderheden te melden.
1c - Begrotingsbeheer, financieel beheer en de materiële bedrijfsvoering
Voor het begrotingsbeheer, financieel beheer en de materiële bedrijfsvoering wordt u verwezen naar de bedrijfsvoeringsparagraaf in het jaarverslag van begrotingshoofdstuk Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII).
1d - Misbruik en oneigenlijk gebruik
Voor misbruik en oneigenlijk gebruik wordt u verwezen naar de bedrijfsvoeringsparagraaf in het jaarverslag van begrotingshoofdstuk Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII).
1e - Overige aspecten van de bedrijfsvoering
Voor overige aspecten van de bedrijfsvoering wordt u verwezen naar de bedrijfsvoeringsparagraaf in het jaarverslag van begrotingshoofdstuk Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII).
1f - Fraude- en corruptierisico's
Voor fraude- en corruptierisico's wordt u verwezen naar de bedrijfsvoeringsparagraaf in het jaarverslag van begrotingshoofdstuk Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII).
Paragraaf 2. Rijksbrede bedrijfsvoeringsonderwerpen
Voor de rijksbrede bedrijfsvoeringsonderwerpen wordt u verwezen naar de bedrijfsvoeringparagraaf van het jaarverslag in begrotingshoofdstuk Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII).
Paragraaf 3. Belangrijke ontwikkelingen en verbeteringen in de bedrijfsvoering
Voor de belangrijke ontwikkelingen en verbeteringen in de bedrijfsvoering wordt u verwezen naar de bedrijfsvoeringsparagraaf in het jaarverslag van begrotingshoofdstuk Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII).
C. Jaarrekening Koninkrijksrelaties
10. Verantwoordingsstaat Koninkrijksrelaties
Totaal | 192.292 | 223.203 | 49.958 | 187.614 | 212.198 | 165.395 | ‒ 4.678 | ‒ 11.005 | 115.437 | |
Beleidsartikelen | ||||||||||
1 | Versterken rechtsstaat | 80.049 | 80.049 | 0 | 33.095 | 33.893 | 0 | ‒ 46.954 | ‒ 46.156 | 0 |
2 | Slavernijverleden | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
4 | Bevorderen sociaaleconomische structuur | 81.525 | 83.919 | 0 | 31.585 | 30.876 | 1.824 | ‒ 49.940 | ‒ 53.043 | 1.824 |
5 | Schuldsanering/lopende inschrijving/ leningen | 0 | 28.517 | 49.958 | 66.000 | 94.517 | 160.957 | 66.000 | 66.000 | 110.999 |
8 | Noodhulp en wederopbouw Bovenwindse eilanden | 0 | 0 | 0 | 3.505 | 2.888 | 0 | 3.505 | 2.888 | 0 |
Niet-beleidsartikelen | ||||||||||
6 | Apparaat | 29.045 | 29.045 | 0 | 53.429 | 50.024 | 2.614 | 24.384 | 20.979 | 2.614 |
7 | Nog onverdeeld | 1.673 | 1.673 | 0 | 0 | 0 | 0 | ‒ 1.673 | ‒ 1.673 | 0 |
11. Saldibalans Koninkrijksrelaties
Ad 1. en 2. Uitgaven en ontvangsten
Bij de begrotingsuitgaven en -ontvangsten zijn de gerealiseerde uitgaven en ontvangsten opgenomen met betrekking tot het jaar 2024 waarvoor de Rijksrekening nog niet door de Tweede Kamer is goedgekeurd.
Ad 3. Liquide middelen
De liquide middelen worden op balansdatum niet gewaardeerd tegen de dagkoers. De liquide middelen worden gedurende het jaar per boeking tegen de geldende wisselkoers (ANG/ AWG/ USD) van de valutadatum op het bankafschrift in euro’s gewaardeerd. Aan het einde van het jaar wordt vervolgens het Eurosaldo vanuit de financiële administratie verantwoord in plaats van het saldo van het laatste bankafschrift tegen de geldende wisselkoers per 31 december 2024. De post liquide middelen is opgebouwd uit het saldo bij de banken en de contante gelden aanwezig in de kluis van de kasbeheerders. Het bedrag is als volgt opgebouwd:
a) Vertegenwoordiging van Nederland in Aruba, Curaçao en Sint Maarten | 1.053.019 |
b) College Financieel Toezicht | 306.425 |
c) Rijksdienst Caribisch Nederland | 47.933.303 |
d) Bank lopende inschrijving | 230.786.526 |
Totaal | 280.079.272 |
Ad a t/m c)
De mutaties van de liquide middelen van de maandverantwoording Vertegenwoordiging van Nederland op Aruba, Curaçao en Sint Maarten (VN ACS), College Financieel Toezicht (CFT) en SSO-CN van december 2024 zijn in de verslagperiode verwerkt.
Ad d) bank lopende inschrijving
Deze post wordt bepaald door een storting op de Maduro Curiel’s Bank N.V. voor betalingen in de komende perioden voor deze kasbeheerder.
Ad 4a. Rekening-courant Rijkshoofdboekhouding
Op de rekening‑courant met de Rijkshoofdboekhouding (RHB) is de financiële verhouding met het Ministerie van Financiën weergegeven. Opgenomen zijn de bedragen conform Rekening-courant afschriften en het saldobiljet van genoemd departement. De volgende Rekening-courantverhoudingen zijn opgenomen in de balans:
a) Rekening-courant FIN/RHB | 275.928.478 |
b) Rekening-courant FIN/RHB Bevoorschotting BES/RCN | 51.169.139 |
Totaal | 327.097.617 |
Ad 6. Vorderingen buiten begrotingsverband
Het bedrag aan vorderingen buiten begrotingsverband is als volgt opgebouwd:
a) Vorderingen Kasbeheerders Rijksdiensten | 3.971.317 |
b) Intra-comptabele voorschotten | 235.042 |
c) Intra-comptabele debiteuren | 87 |
Totaal | 4.206.446 |
Ad a) Vorderingen kasbeheerders rijksdiensten
De vorderingen van de Vertegenwoordiging van Nederland op Aruba, Curaçao en Sint Maarten (VN ACS), College Financieel Toezicht (CFT) en de Rijksdienst Caribisch Nederland (RCN) bestaan uit diverse vorderingen op ministeries en derden.
Ad b) Intra-comptabele voorschotten
Het saldo heeft betrekking op voorschotten salaris, verhuis- en studiekosten verstrekt aan personeel. De posten worden verrekend met het te betalen salaris voor zover dit nog mogelijk is.
Ad 7. Schulden buiten begrotingsverband
Het bedrag aan schulden buiten begrotingsverband is als volgt opgebouwd:
a) Schulden Kasbeheerders Rijksdiensten | 3.711.664 |
b) Overige intra-comptabele schulden | 279.123 |
Totaal | 3.990.787 |
Ad a) Schulden kasbeheerders rijksdiensten
De schulden van de Vertegenwoordiging van Nederland op Aruba, Curaçao en Sint Maarten en de SSO-CN bestaan voor namelijk uit nog te betalen aan derden en diverse te verrekenen salarissen.
Ad 10. Vorderingen
Ad 10a. Tegenrekening vorderingen
Het saldo per 31 december 2024 kan als volgt worden gespecificeerd:
1 | Versterken rechtsstaat | 0 |
4 | Bevorderen sociaaleconomische structuur | 1.008.597 |
5 | Schuldsanering/lopende inschrijving/leningen | 2.586.174.801 |
6 | Apparaat | 680.406 |
8 | Noodhulp en wederopbouw Bovenwindse Eilanden | 36.891.659 |
Totaal | 2.624.755.463 |
t/m 2019 | 1.184.421.394 |
2020 | 55.844.000 |
2021 | 102.377.909 |
2022 | 175.371.287 |
2023 | 449.912.003 |
2024 | 656.828.869 |
Totaal | 2.624.755.463 |
a) Algemeen | 1.689.003 | 0 | 1.689.003 |
b) Leningen artikel 5 en Noodhulp artikel 8 | 0 | 2.623.066.460 | 2.623.066.460 |
Totaal | 1.689.003 | 2.623.066.460 | 2.624.755.463 |
Toelichting
Artikel 4: Bevorderen sociaaleconomische structuur
Dit betreft verschillende vorderingen die openstaan bij derden. Het gaat hier om afrekeningen van SSO CN richting O&P-Rijk en RVB en een verstrekte subsidie aan Sint Maarten met betrekking tot bouwkundige verbetermaatregelen.
Artikel 5: Schuldsanering/lopende inschrijving/leningen
a) Lening OBNA | in € | 1.340.105 | |
b) Maatregel Tussenbalans | in € | 15.062 | |
c) Water- en Energiebedrijf (akte 263-JZ/1995) | AWG 0,50 | 3.258.740 | 1.629.370 |
d) Leningen lopende inschrijving Curaçao | in € | 991.367.656 | |
e) Leningen lopende inschrijving Sint Maarten | in € | 309.310.377 | |
f) Liquiditeitssteun Curaçao | in € | 431.241.470 | |
g) Liquiditeitssteun Aruba | in € | 419.116.975 | |
h) Liquiditeitssteun St Maarten | in € | 153.985.939 | |
i) Rentelastverlichting Aruba | in € | 259.196.972 | |
j) Lening ter afwikkeling Girobank | in € | 18.506.627 | |
k) Overige vorderingen | in € | 464.248 | |
Totaal | 2.586.174.801 |
Ad a) Lening OBNA
De Ontwikkelingsbank van de Nederlandse Antillen (OBNA) heeft in 2001 een aanvullende lening ontvangen ten behoeve van de financiering van een krediettranche inzake de ontwikkelingssamenwerking tussen Nederland en de Nederlandse Antillen. De lening heeft een looptijd van 30 jaar en eindigt op 31 december 2030.
Ad b) Maatregel Tussenbalans
In het kader van de maatregel Tussenbalans zijn gedurende de periode 1991 tot en met 1995 diverse begrotingsleningen verstrekt aan Aruba ter financiering van projecten, waarvan een bepaald rendement verwacht mag worden. De leningen hebben een looptijd van 30 jaar, waarvan de eerste acht jaar vrij van aflossing zijn. Het jaarlijkse rentepercentage is 2,5 %. In 2025 zullen de laatste aflossingen plaatsvinden.
Ad c) Water- en Energiebedrijf Aruba (akte 263-JZ/1995)
Het betreft een begrotingslening ten behoeve van het Water- en Energiebedrijf NV gevestigd te Aruba. De lening is in 2009 verstrekt voor het aldaar verrichten van een groot aantal investeringen voor de renovatie en uitbreiding van het Water- en Energiebedrijf. Deze leningsovereenkomst is opgesteld in Arubaanse florin ad AWG 3,3 mln. (€ 1,6 mln.). De lening heeft een looptijd tot 30 juni 2026 waarvan de eerste acht jaar vrij van aflossing zijn. Het jaarlijkse rentepercentage is 2,5 %.
Ad d) Leningen lopende inschrijving Curaçao
Nederland heeft dertien leningen verstrekt aan Curaçao. In 2024 zijn er geen lopende inschrijvingen aan Curaçao verstrekt. De Rijkshoofdboekhouding van het Ministerie van Financiën voert het beheer over deze leningen, de belasting vindt evenwel plaats op het begrotingshoofdstuk Koninkrijksrelaties (IV).
Ad e) Leningen lopende inschrijving Sint Maarten
Nederland heeft dertien leningen verstrekt aan Sint Maarten. In 2024 zijn er lopende inschrijvingen aan Sint Maarten verstrekt voor een lening bedrag van ANG 618 mln. (€ 309 mln.) met een looptijd van 30 jaar tegen 2,43% rente. De Rijkshoofdboekhouding van het Ministerie van Financiën voert het beheer over deze leningen, de belasting vindt evenwel plaats op het begrotingshoofdstuk Koninkrijksrelaties (IV).
Ad f) Liquiditeitssteun Curaçao
In de periode 2020-2021 zijn door Nederland liquiditeitsleningen verstrekt aan Curaçao vanwege de invloed van de Covid-19 pandemie. Deze liquiditeitsleningen zijn op 10 oktober 2024 geherfinancierd middels een lening van € 431,2 mln. met een looptijd van 20 jaar en een rentepercentage van 2,9%. Curaçao heeft voor 2024 geen extra liquiditeitssteun aangevraagd en ontvangen.
Ad g) Liquiditeitssteun Aruba
In de periode 2020-2022 zijn door Nederland liquiditeitsleningen verstrekt aan Aruba vanwege de invloed van de Covid-19 pandemie. Op 10 oktober 2024 zijn alle door Nederland verstrekte liquiditeitsleningen geherfinancierd middels een lening van € 419,1 mln. met een looptijd van 20 jaar en een rentepercentage van 5,1%.
Ad h) Liquiditeitssteun Sint Maarten
Op 10 oktober 2024 zijn de in de periode 2020-2022 door Nederland verstrekte liquiditeitsleningen aan Sint Maarten vanwege de invloed van de Covid-19 pandemie, geherfinancierd middels een lening van € 154 mln. met een looptijd van 30 jaar en een rentepercentage van 2,9%.
Ad i) Rentelastverlichting Aruba
Nederland heeft de buitenlandse schuldverplichting van Aruba voor 2022 geherfinancierd middels een lening van € 175,4 mln. tegen een rente van 2,64% met een looptijd van zeven jaar. Deze telt samen met de lening verstrekt in 2021 van € 83,8 mln. op tot totaal € 259,2 mln.
Ad j) Lening ter afwikkeling Girobank
Nederland heeft voor de afwikkeling van de Girobank aan Curaçao een lening verstrekt. De lening zal maximaal de hoogte hebben van de waarde van de leningenportefeuille van de Girobank te weten ANG 170 mln. (€ 80,3 mln.). De looptijd van de lening is tot augustus 2037. De rente voor de lening is gebaseerd op de rente die de Nederlandse Staat verschuldigd zou zijn voor een Dutch State Loan met een looptijd van 15 jaar, en bedraagt 0 %. In 2024 is een aflossing van € 9,9 mln. ontvangen na afwikkeling van een deel van de Girobank middelen. De resterende lening bedraagt € 18,5 mln.
Ad k) Overige vorderingen
Per jaareinde heeft Aruba de leningen die via Atradius lopen voor een totaal van € 0,5 mln. afgelost. Echter zijn de middelen per jaareinde 2024 nog niet ontvangen van Atradius. Derhalve is er per jaareinde een vordering ontstaan op Atradius voor € 0,5 mln.
Artikel 6: Apparaat
Dit betreft de aan derden gefactureerde bedragen door Rijksdienst Caribisch Nederland (RCN) per jaareinde 2024. De afwikkeling wordt bezien in 2025.
Artikel 8: Wederopbouw Bovenwindse Eilanden
l) Liquiditeitshulp St. Maarten | in € | 36.891.659 | |
Totaal | 36.891.659 |
Ad l) Liquiditeitshulp Sint Maarten
In het kader van de wederopbouw heeft de Nederlandse Staat in 2018 twee leningen verstrekt als liquiditeitssteun voor Sint Maarten. De eerste renteloze lening (€ 21,8 mln.) heeft een looptijd van 30 jaar met jaarlijkse aflossingen van vanaf januari 2023. De tweede renteloze lening (€ 15,1 mln.) heeft een looptijd van 30 jaar met jaarlijkse aflossing vanaf januari 2023.
De Rijkshoofdboekhouding van het Ministerie van Financiën voert het beheer over deze leningen. De belasting vindt evenwel plaats op het begrotingshoofdstuk Koninkrijksrelaties (IV).
1) Artikel 5 Schuldsanering/ lopende inschrijving/ leningen | in € | 2.586.174.801 | |
2) Artikel 8 Wederopbouw Bovenwindse Eilanden | in € | 36.891.659 | |
Totaal | 2.623.066.460 |
Ad 12. Voorschotten
Ad. 12a. Tegenrekening voorschotten
De saldi van de per 31 december 2024 openstaande voorschotten en van de in 2024 afgerekende voorschotten worden hieronder per artikel en per jaar gespecificeerd:
1 | Versterken rechtsstaat | 40.755.050 |
4 | Bevorderen sociaaleconomische structuur | 143.827.643 |
5 | Schuldsanering/ lopende inschrijving/ leningen | 0 |
6 | Apparaat | 48.803.980 |
8 | Noodhulp en wederopbouw Bovenwindse Eilanden | 467.797.781 |
Totaal openstaande voorschotten | 701.184.454 |
t/m 2019 | 290.668.575 | ‒ 1.680.000 | 288.988.575 | 2.538.241 | 286.450.334 | ||
2020 | 99.619.888 | ‒ 650.000 | 98.969.888 | 430.812 | 98.539.076 | ||
2021 | 135.651.409 | 0 | 135.651.409 | ‒ 1.235.907 | 4.136.040 | 130.279.462 | |
2022 | 86.634.461 | 0 | 86.634.461 | ‒ 316.802 | 88.475 | 86.229.184 | |
2023 | 48.177.783 | 2.330.000 | 50.507.783 | ‒ 486.945 | 768.948 | 49.251.890 | |
2024 | 0 | 0 | 0 | 2.039.654 | 48.440.325 | 45.470 | 50.434.509 |
Totaal | 660.752.115 | 0 | 660.752.115 | 0 | 48.440.325 | 8.007.985 | 701.184.454 |
Toelichting
Artikel 1: Versterken rechtsstaat
Het gaat hier ondere andere om bijdragen voor versterking van het grenstoezicht aan Curaçao en Aruba. Voor Curaçao betreft dit € 7,3 mln. en voor Aruba ook. De vaststellingen van deze voorschotten vinden plaats in 2026. Daarnaast is er een bijdrage geleverd aan Sint Maarten voor de nieuwbouw denetie (UNOPS) van € 17,1 mln. Ook is er aan Sint Maarten een bijdrage (€ 3,3 mln.) geleverd voor de Rule of Fac Phase 1.
Artikel 4: Bevorderen sociaaleconomische structuur
Dit betreft bijdragen aan de landen in verband met de landspakketten (Curaçao, Aruba en Sint Maarten) en het onderhoud van scholen op Curaçao. Grootste gedeelte vaststellingen vinden plaats in 2025 en 2026. Daarnaast heeft Curaçao een voorschot van € 20 mln. ontvangen zodat Curaçao CMD Holding NV in staat gesteld kon worden te investeren in het droogdok van Damen Shiprepair Curaçao BV. De vaststelling is in 2026. Ook heeft Curaçao een subsidie ontvangen voor het herdenkingsjaar slavernijverleden. De vaststelling is in 2025.
Artikel 6: Apparaat
De door RCN betaalde pensioenpremies zijn opgenomen als voorschot. Deze bedragen voor 2024 € 48 mln.
Artikel 8: Noodhulp en Wederopbouw Bovenwindse Eilanden
De voorschotten op artikel 8 hebben te maken met de wederopbouw bovenwindse eilanden. Het grootste gedeelte betreft voorschotten uit eerste tranche (€ 112 mln.), de tweede tranche (€ 150 mln.), de derde tranche (€ 90 mln.) en de vierde tranche (€ 86 mln.) aan het Trustfonds van de Wereldbank ten behoeve van de wederopbouw van Sint Maarten. Het trustfonds is verlengd tot en met 2028.
Ad 13. Garantieverplichtingen
Ad 13a. Tegenrekening garantieverplichtingen
Er zijn geen garantieverplichtingen.
Ad 14. Andere verplichtingen
Ad 14. Andere verplichtingen
Ad 14a. Tegenrekening andere verplichtingen
De opbouw van de stand van de openstaande verplichtingen binnen begrotingsverband (BiBV) is als volgt opgebouwd:
Correctie beginstand SSO-CN | 7.422.289 | +/+ |
Verplichtingen per 1/1 | 206.962.029 | |
Aangegane verplichtingen in het verslagjaar | 187.614.000 | +/+ |
394.576.029 | ||
Tot betaling gekomen in 2024 | 212.198.000 | -/- |
Negatieve bijstellingen uit voorgaande jaren | 1.795.822 | -/- |
Totaal | 180.582.207 |
Toelichting
De toelichting heeft enkel betrekking op de negatieve bijstellingen die per saldo een omvang hebben van meer dan € 25 mln. ten opzichte van de verplichtingenstand per 31-12-2023.
Aangegane verplichtingen in het verslagjaar | 527.180 | +/+ |
527.180 | ||
Tot betaling gekomen in 2024 | 182.142 | -/- |
Negatieve bijstellingen uit voorgaande jaren | 0 | -/- |
Totaal | 345.038 |
Toelichting
Verplichtingen buiten begrotingsverband (BuBV) | 345.038 | +/+ |
Totaal: | 180.927.245 |
Ad 15. Deelnemingen
Deze balansregel geeft de deelnemingen in besloten en naamloze vennootschappen en internationale instellingen weer.
a) Saba Statia Cable System BV (SSCS) | 0 |
Totaal | 0 |
Het aandelenkapitaal van Saba Statia Cable System BV (SSCS) bedraagt USD 10. Het deelnemingspercentage is 100% en is om niet verkregen. SSCS is statutair gevestigd op Bonaire en is op 17 september 2012 opgericht. De primaire activiteiten van SSCS liggen op het gebied van aanleg, beheer, onderhoud, reparatie en exploitatie van een onderzeese glasvezelkabel die de eilanden Saba, Sint Eustatius, Sint Maarten, Saints Kitts, en Saint-Barthélémy met elkaar verbindt.
C. Jaarrekening BES-fonds
12. Verantwoordingsstaat BES-fonds
Totaal | 71.170 | 71.170 | 71.170 | 106.723 | 103.883 | 103.883 | 35.553 | 32.713 | 32.713 | |
1 | BES-fonds | 71.170 | 71.170 | 71.170 | 106.723 | 103.883 | 103.883 | 35.553 | 32.713 | 32.713 |
13. Saldibalans BES-fonds
- Rijkshoofdboekhouding
Ad 1. en 2. Uitgaven en ontvangsten
Bij de begrotingsuitgaven en -ontvangsten zijn de gerealiseerde uitgaven en ontvangsten opgenomen met betrekking tot het jaar 2024 waarvoor de Rijksrekening nog niet door de Tweede Kamer is goedgekeurd.
Ad 4a. Rekening‑courant Rijkshoofdboekhouding
Op de Rekening‑courant met de Rijkshoofdboekhouding (RHB) is de financiële verhouding met het ministerie van Financiën weergegeven. Opgenomen zijn de bedragen conform Rekening-courant afschriften en het saldobiljet van genoemd departement.
a) Rekening-courant FIN/RHB | 0 |
Totaal | 0 |
Ad 12. Voorschotten
Ad. 12a. Tegenrekening voorschotten
De saldi van de per 31 december 2024 openstaande voorschotten en van de in 2024 afgerekende voorschotten worden hieronder per jaar gespecificeerd:
t/m 2019 | 0 | 0 | 0 | 0 |
2020 | 0 | 0 | 0 | 0 |
2021 | 0 | 0 | 0 | 0 |
2022 | 0 | 0 | 0 | 0 |
2023 | 87.849.621 | 0 | 87.849.621 | 0 |
2024 | 0 | 103.882.484 | 0 | 103.882.484 |
Totaal | 87.849.621 | 103.882.484 | 87.849.621 | 103.882.484 |
1 | BES-fonds | 103.882.484 |
Totaal openstaande voorschotten | 103.882.484 |
Toelichting
Het BES-fonds is een begrotingsfonds. De openbare lichamen ontvangen deze middelen van het Rijk om de overeengekomen taken uit te voeren (vergelijkbaar met het gemeentefonds). Het openstaand saldo heeft voor het grootste deel betrekking op in 2024 verstrekte voorschotten aan Bonaire (€ 54,8 mln.), Sint Eustatius (€ 23,9 mln.) en Saba (€ 23,6 mln.) inzake de vrije uitkeringen. Deze worden begin 2026 vastgesteld.
Ad 14. Andere verplichtingen
Ad 14a. Tegenrekening andere verplichtingen
De opbouw van de stand van de openstaande verplichtingen binnen begrotingsverband (BiBV) is als volgt opgebouwd:
Aangegane verplichtingen in het verslagjaar | 106.723.000 | +/+ |
106.723.000 | ||
Tot betaling gekomen in 2024 | 103.883.000 | -/- |
Negatieve bijstellingen uit voorgaande jaren | 0 | -/- |
Totaal | 2.840.000 |
Toelichting
Een deel van de Vrij Uitkering (VU) van 2024 is abusievelijk niet uitgekeerd aan Bonaire, Sint Eustatius en Saba, terwijl dit wel verplicht was. In 2025 is alsnog aan deze verplichtingen voldaan.
D. Bijlagen
Bijlage 1. Afgerond evaluatie- en overig onderzoek
Titel Onderzoek | Type onderzoek | Afronding | Status | Begrotingsartikel(en) | Vindplaats onderzoek |
Beleidsdoorlichting Versterken Rechtsstaat | Beleidsdoorlichting | 2023 | Afgerond | 1 | Kamerstuk 33189, nr. 17 |
Subthema Bevorderen sociaaleconomische structuur | |||||
Titel Onderzoek | Type onderzoek | Afronding | Status | Begrotingsartikel(en) | Vindplaats onderzoek |
Bijstand aan Aruba en Curaçao in het kader van de gevolgen van de situatie in Venezuela | Ex durante | 2024 | Afgerond | 4 | Link naar onderzoek |
Coronasteunpakketten Caribisch Nederland | Ex durante | 2024 | Afgerond | 4 | Link naar onderzoek |
Noodhulpprogramma's Caribische landen (voedselhulp) | Ex durante | 2024 | Afgerond | 4 | Link naar onderzoek |
Bestuursakkoord Bonaire 2018-2022 | Ex post | 2024 | Afgerond | 4 | Link naar onderzoek |
Evaluatie Rijkswet financieel toezicht 2021 | Ex post | 2023 | Afgerond | 4 | Link naar onderzoek |
Financieel beheer BES | Ex post | 2023 | Afgerond | 4 | Link naar onderzoek |
TOP Bonaire | Ex durante | 2024 | Afgerond | 4 | Nvt1 |
Subthema Schuldsanering/lopende inschrijving/leningen | |||||
Titel Onderzoek | Type onderzoek | Afronding | Status | Begrotingsartikel(en) | Vindplaats onderzoek |
Schuldsanering/lopende inschrijving/leningen | Beleidsdoorlichting | 2024 | Afgerond | 5 | Kamerstuk 33189, nr. 20 |
- Deze evaluatie is afgerond en wordt betrokken bij de nu lopende periodieke rapportage van artikel 4, welke eind 2025 wordt afgerond en ter beschikking wordt gesteld aan de Tweede Kamer."
Toelichting
Deze tabel geeft de voortgang van de Strategische Evaluatie Agenda (SEA) uit de begroting 2024 weer. Een interactieve versie van de SEA is te vinden op www.rijksfinancien.nl
Bijlage 2. Moties en toezeggingen
De motie van het lid Aukje de Vries: Verzoekt de regering in de nieuwe aanpak voor goed bestuur in de eerste helft 2025 in te zetten op een stevigere aanpak en op maatregelen op het gebied van fraudebestrijding, ondermijnende criminaliteit, bestrijding en het bevorderen van integriteit die daadwerkelijk effect en resultaat hebben, en indien ze onvoldoende effect hebben daaraan ook concrete gevolgen te verbinden. | Kamerstuk II 2024/25, 36 600 IV, nr. 45 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in eerste helft 2025 geïnformeerd. |
De motie van de leden White en Kröger; Verzoekt de regering om te inventariseren wat aanvullend nodig is vooreffectief klimaatbeleid op de eilanden en deze inventarisatie met de Tweede Kamer te delen. | Kamerstuk II 2024/25, 36 600 IV, nr. 43 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in 2025 geïnformeerd. |
De motie van het lid Van Nispen c.s.; verzoekt de regering om in samenspraak met het bestuurscollege en de gezaghebber toe te werken naar een nadere regulering van de migratie naar Bonaire en te onderzoeken hoe een wijziging van de Wet toelating en uitzetting BES hieraan bij kan dragen. | Kamerstuk II 2024/25, 36600 IV, nr. 20 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt voor zomerreces 2025 geïnformeerd. |
De motie van het lid Bruyning c.s.; Verzoekt de regering te onderzoeken hoe interdepartementale begrote rijksuitgaven aan Caribisch Nederland inzichtelijker kunnen worden gemaakt, bijvoorbeeld in de vorm van een syllabus, en de Tweede Kamer uiterlijk aan het einde van het eerste kwartaal van 2025 te informeren. | Kamerstuk II 2024/25, 36600 IV, nr. 19 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in eerste kwartaal 2025 geïnformeerd. |
De motie van het lid Bruyning c.s.; Verzoekt de regering voorafgaand aan het IPKO in juni 2025 met een uitgebreide reactie te komen op de voorstellen en daarin gezamenlijk op te trekken met de stakeholders van de landen; en besluit dat de Kamer samen met de landen een overleg zal plannen om, conform de adviezen, op zoek te gaan naar een gelijkwaardigere relatie. | Kamerstuk II 2024/25, 36600 IV, nr. 18 | In behandeling. De Eerste en Tweede Kamer worden in mei 2025 geïnformeerd. |
De motie van het lid White c.s.; verzoekt de regering om in samenspraak met de eilanden te komen met een plan van aanpak om het onderwijs en de voor- en naschoolse opvang te verbeteren. | Kamerstuk II 2024/25, 36600 IV, nr. 14 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in 2025 geïnformeerd. |
De motie van het lid White c.s.; Verzoekt de regering om in samenspraak met de eilanden te inventariseren wat er nodig is om tot een ov-netwerk in Caribisch Nederland te komen en hierbij de aanbevelingen uit het rapport Een waardig bestaan te betrekken, en de Kamer hierover voor de Voorjaarsnota te informeren. | Kamerstuk II 2024/25, 36600 IV, nr. 12 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in eerste kwartaal 2025 geïnformeerd. |
De motie van de leden White en Paternotte; Spreekt uit dat de Caribische eilanden van het Koninkrijk welkom zijn om, mits zij voldoen aan de voorwaarden, deel uit te gaan maken van de Europese Unie als UPG; Verzoekt de regering om samen met de drie BES-eilanden een analyse te maken van de voordelen en benodigde stappen van het omzetten van de LGO-status naar UPG en deze analyse begin 2025 aan de Kamer en de eilandraden te doen toekomen; Verzoekt de regering voorts om, op verzoek van de drie landen, bijstand te verlenen in het maken van een kosten- en batenanalyse van het toetreden tot de UPG van de Europese Unie. | Kamerstuk II 2023/24, 36560 IV, nr. 11 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in eerste kwartaal 2025 geïnformeerd. |
De motie van het lid Bruyning; Verzoekt de regering om een plan op te stellen waarin de ministeries op een efficiëntere manier interdepartementaal gaan samenwerken wat betreft zaken die de Caribische landen van het Koninkrijk aangaan. | Kamerstuk II 2023/24, 36560 IV, nr. 10 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt voor zomerreces 2025 geïnformeerd. |
De motie van de leden Bruyning en Paternotte; Verzoekt de regering een onderzoek uit te voeren over de wenselijkheid om bij de totstandkoming van wet- en regelgeving een uitvoeringstoets gericht op het perspectief van de BES-eilanden uit te voeren. | Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 65 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt voor zomerreces 2025 geïnformeerd. |
De motie van het lid Michon-Derkzen c.s.; Verzoekt de regering in navolging van Bonaire te bewerkstelligen dat er een centrum voor ondernemerschap komt voor Saba en Sint-Eustatius, dan wel het centrum voor ondernemerschap op Bonaire ook open te stellen voor Saba en Sint-Eustatius. | Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 60 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt voor zomerreces 2025 geïnformeerd. |
De motie van de leden Van Raak en Bosman; Verzoekt de regering, samen met Sint-Eustatius en de Verenigde Staten voorbereidingen te treffen voor een viering op 16 november 2026 op Fort Oranje, liefst in aanwezigheid van onze beide staatshoofden. | Kamerstuk II 2018/19, 35000 IV, nr. 19 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt voor eind 2025 geïnformeerd. |
De motie van het lid Bosman; Verzoekt de regering, om voor 1 oktober 2020 met een voorstel te komen om heldere, duidelijke en werkbare verhoudingen en verantwoordelijkheden vast te leggen binnen het Koninkrijk. | Kamerstuk II 2019/20, 35300 IV, nr. 18 | In behandeling. Eerder werd besloten de thematiek van de motie-Van Raak onderwerp te maken van een Koninkrijksconferentie. Inmiddels is duidelijk dat deze Koninkrijksconferentie geen doorgang vindt. Momenteel wordt bezien wat de beste wijze is aan de thematiek van de motie-Van Raak gevolg te geven. Hierop zal voor de zomer van 2025 worden teruggekomen. |
De motie van de leden Ceder en White; Verzoekt de regering om de CAS-landen actief te betrekken bij de verdere ontwikkeling van het meerjarige programma voor forensische zorg en behandeling en de mogelijkheid te onderzoeken om de beoogde kleinschalige tbs-voorziening ook toegankelijk te maken voor inwoners van Curaçao, Aruba en Sint Maarten. | Kamerstuk II 2024/25, 36600 IV, nr. 21 | Afgedaan. De uitvoering van deze motie is overgenomen door JenV. |
De motie van het lid Ceder c.s.; Verzoekt de regering om een strategie te ontwikkelen om de groeiende Chinese invloed op de CAS-landen te mitigeren, met bijzondere aandacht voor kritieke sectoren, zoals telecommunicatie en energie; Verzoekt de regering jaarlijks de Tweede Kamer te rapporteren over de economische, politieke en technologische invloed van China op de CAS-landen, inclusief maatregelen om deze te beperken. | Kamerstuk II 2024/25, 36600 IV, nr. 22 | Afgedaan. De uitvoering van de motie is overgedragen aan het ministerie van BuZa. |
De motie van het lid Bamenga c.s.; Verzoekt de regering om jaarlijks een voorgangsrapportage op te stellen over het sociaal minimum en de adviezen daarover van de commissie Thodé en om voortaan bij ieder vierjaarlijks onderzoek naar het sociaal minimum in Europees Nederland ook onderzoek te doen naar het sociaal minimum in Caribisch Nederland. | Kamerstuk II 2024/25, 36600 IV, nr. 17 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 6 december 2024 per brief geïnformeerd door stasSZW (Kamerstuk II 2024/25, 36600 IV, nr. 30). |
De motie van het lid White c.s.; Verzoekt de regering om bij de kabinetsreactie op het rapport met een concreet plan van aanpak inclusief tijdlijn te komen hoe de aanbevelingen uit worden gevoerd. | Kamerstuk II 2024/25, 36600 IV, nr. 11 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 6 december 2024 per brief geïnformeerd door stasSZW (Kamerstuk II 2024/25, 36600 IV, nr. 30). |
De motie van het lid Bruyning c.s.; Verzoekt de regering een onderzoek uit te voeren over het verlenen van expertise aan de eilanden en de haalbaarheid van een projectbureau om de eilanden te ondersteunen bij het aanspreken van EU-fondsen. | Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 64 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 18 oktober 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2024/25, 36600 IV, nr. 5). |
De motie van het lid White c.s.; Verzoekt de regering om samen met de eilanden een structuur te (laten) maken waarin een goede dataverzameling geborgd wordt op basis waarvan het toekomstig gevormde beleid kan worden bepaald. | Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 62 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 10 december 2024 per brief geïnformeerd door stasSZW (Kamerstuk II 2024/25, 36600 IV, nr. 31). |
De motie van het lid White c.s.; Verzoekt de regering om voor de drie afzonderlijke eilanden te monitoren of de stappen die nu gezet zijn voldoende zijn en per eiland te inventariseren welke eventuele verdere stappen noodzakelijk zijn om het bestaansminimum te bereiken en de Tweede Kamer hierover voor de begroting Koninkrijksrelaties voor het jaar 2025 te informeren. | Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 61 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 10 december 2024 per brief geïnformeerd door stasSZW (Kamerstuk II 2024/25, 36600 IV, nr. 31). |
De motie van het lid Michon-Derkzen c.s.; Verzoekt de regering om constructief en creatief in gesprek te gaan met de betrokken overheidspartners aan Nederlandse zijde en aan de zijde van Saba opdat Saba de plannen voor de haven kan realiseren; Verzoekt de regering om de Tweede Kamer uiterlijk 15 juni te informeren over de uitslag van de tenderprocedure. | Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 59 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 18 oktober 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2024/25, 36600 IV, nr. 5). |
De motie van het lid Michon-Derkzen c.s.; Verzoekt de regering om te onderzoeken wat het effect is van de verhoging van het minimumloon op kleine, lokale mkb-ondernemers en op het vestigingsklimaat op de BES, en hierbij ook de hoogte van de compensatie te betrekken, en de Tweede Kamer kort na de zomer over de resultaten van het onderzoek te informeren. | Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 58 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 10 december 2024 per brief geïnformeerd door stasSZW (Kamerstuk II 2024/25, 36600 IV, nr. 31). |
De motie van de leden Aukje de Vries en Van de Berg; Verzoekt de regering ervoor te zorgen dat het financieel beheer op Bonaire en Sint-Eustatius, waaronder de jaarrekening, zo snel mogelijk (maar uiterlijk 2024) op orde wordt gebracht en daarvoor de noodzakelijke ondersteuning te leveren. | Kamerstuk II 2021/22, 35925 IV, nr. 11 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 10 juni geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 70). |
De motie van de leden Van den Berg en Wuite; Verzoekt de regering de resultaten daarvan te verwerken in de begroting 2025; Verzoekt de regering met een plan van aanpak te komen om meer overzicht te krijgen over de bijzondere uitkeringen die andere departementen doen en hoe deze structureel gemaakt kunnen worden. | Kamerstukken II 2022/23, 36360 IV, nr. 12 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 10 juni 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 70). |
De motie van de leden Bouchallikh en Wuite; Verzoekt de regering om samen met Aruba, Curaçao en Sint-Maarten te evalueren hoe de onderlinge hulp en bijstand kan worden versterkt. | Kamerstukken II 2022/23, 36200 IV, nr. 87 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 10 juni 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 70). |
De motie van de leden Van den Berg en Kamminga; Verzoekt de regering bij het bepalen van de aflossingscapaciteit van de landen, meerjarige financiële en begrotingseffecten van de hervormingen mee te wegen. | Kamerstuk II 2022/23, 36200 IV, nr. 81 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 5 februari 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 44). |
De motie van het lid Kröger c.s.; Verzoekt de regering om voldoende middelen beschikbaar te stellen om voor de BES-eilanden tot een klimaatadaptatieplan te komen; Verzoekt de regering tevens in kaart te brengen welke internationale klimaatfinanciering toegankelijk is voor het Caribisch deel van het Koninkrijk en tijdens de COP28 en op andere relevante momenten te ijveren voor meer fondsen voor eilandstaten. | Kamerstukken II 2023/24, 36410 IV, nr. 26 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 12 november 2024 per brief door minIenW geïnformeerd (Kamerstuk II 2024/25, 27625, nr. 693). |
De motie van de leden Ceder en Wuite; verzoekt de regering samen met de eilanden te verkennen of men meerwaarde ziet in het opstellen van een Koninkrijkscanon en indien dit het geval is in gezamenlijkheid daartoe over te gaan. | Kamerstukken II 2023/24, 36410 IV, nr. 25 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 10 juni 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 70). |
De motie van het lid Van den Berg c.s.; Verzoekt de regering voor het jaarverslag 2023 een voorstel naar de Tweede Kamer te zenden over hoe de coördinerende rol/regierol van BZK wordt versterkt. | Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 24 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 28 maart 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 52). |
De motie van het lid Wuite; Verzoekt de regering in gesprek te gaan met de Nationale Jeugdraad over de wijze waarop een jongerenvertegenwoordiger Caribische Zaken kan worden aangesteld, en hier de Tweede Kamer voor het eerste kwartaal van 2024 over te informeren. | Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 22 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 28 maart 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 52). |
De motie van het lid Van den Berg; Verzoekt de regering over de resultaten en de voortgang van het verbeterplan voor het onderwijs op Curaçao aan de Tweede Kamer te blijven rapporteren, in ieder geval via de Uitvoeringsrapportages en zo nodig tussentijds. | Kamerstukken II 2023/24, 36200 IV, nr. 100 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 6 februari 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 45). |
De motie van het lid Rosenmöller; Spreekt uit dat het nieuwe kabinet een hogere prioriteit dient te geven aan de Koninkrijksrelaties door op bovengenoemde terreinen de Nederlandse inzet te intensiveren om zo de banden concreet en duurzaam te verbeteren. | Kamerstukken I 2020/21, 35570 IV, nr. L | Afgedaan. De Eerste Kamer is de afgelopen periode geïnformeerd middels brieven, mondelinge overleggen en dergelijke. |
De motie van het lid Van Raan c.s.; Verzoekt de regering om in gesprek met het openbaar lichaam Bonaire ervoor te zorgen dat er geen onomkeerbare stappen worden genomen voor wat betreft bouwen op Plantage Bolivia totdat het ontwikkelingsprogramma is vastgesteld. | Kamerstuk II 2022/23, 36200 IV, nr. 22 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 15 januari 2024 per brief geïnformeerd (Aanhangsel handeling II 2023/24, nr. 798). |
De motie van het lid Wuite; Verzoekt de regering voor het einde van het jaar een overzicht te maken van welke Nederlandse regelgeving van toepassing is op de drie bijzondere gemeenten en welke aparte regels inmiddels voor hen gelden; Verzoekt tevens de burgers actief, bijvoorbeeld via websites, hierover te informeren. | Kamerstukken II 2023/24, 36200 IV, nr. 97 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 26 april 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 55). |
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Ten Horn (SP), toe om een Koninklijk Besluit dat ziet op het vervallen van de rijkswet financieel toezicht ook voor te hangen bij de Eerste Kamer (T01220). | Plenair debat Consensus rijkswetsvoorstellen (32017 t/m 320020, 32026, 32041, 32178 en 32179, 32186, 32213) d.d. 6 juli 2010 (Handelingen II, 2009/10, nr. 36, 1594-1611 en 1566-1582) | In behandeling. De Eerste Kamer wordt eind 2027 geïnformeerd. |
De staatssecretaris Koninkrijksrelaties en Digitalisering zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Rosenmöller (GroenLinks), toe dat de Kamer op de hoogte wordt gehouden van afspraken over de landspakketten en de hervormingen (T03672). | Mondeling overleg commissie Koninkrijksrelaties (KOREL) met de staatssecretaris van BZK d.d. 4 april 2023 (Kamerstukken I 2022/23, 36200 IV, nr. R) | In behandeling. De Eerste Kamer wordt eveneens in 2025 geïnformeerd, zoals in de afgelopen jaren. |
Voor 1 maart 2025 wordt er een voorstel gedaan aan de Tweede Kamer voor stevigere en effectievere aanpak van corruptie en ondermijning. | Plenair debat Begroting Koninkrijksrelaties (36 600 IV) Antwoord 1e termijn + rest d.d. 23 oktober 2024 (Handeling II 2024/25, nr. 17, item 10) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in februari 2025 geïnformeerd. |
De staatssecretaris komt in samenspraak met SZW op een later moment terug op de voorstellen van de Centraal Dialoog op het gebied van het sociaal minimum en de kabinetsreactie daarop (TZ202304-154). | Commissiedebat Verzamel-commissiedebat BES d.d. 13 april 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 36200 IV, nr. 67) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in februari 2025 geïnformeerd. |
De staatssecretaris stuurt in het voorjaar van 2025 de kabinetsreactie op het rapport van de Staatscommissie Demografische Ontwikkelingen CN 2050 aan de Tweede Kamer. | Kamerbrief Antwoorden schriftelijke Kamervragen Ontwerpbegroting 2025 KR d.d. 15 oktober 2024 (2024-0000822490) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in het voorjaar 2025 geïnformeerd. |
In maart 2025 komt de staatssecretaris terug op het voorkómen van kwalijke effecten door het opkopen van stranden en monumentale panden voor commerciële doelen. | Plenair debat Begroting Koninkrijksrelaties (36 600 IV) Antwoord 1e termijn + rest d.d. 23 oktober 2024 (Handeling II 2024/25, nr. 17, item 10) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in het voorjaar 2025 geïnformeerd. |
In Q2 2025 informeert de staatssecretaris van BZK de Kamer over de nadere waarborgen voor comply or explain (TZ202412-094). | Commissiedebat Sociaal minimum Caribisch Nederland d.d. 11 december 2024 (Kamerstuk II 2024/25, 36600 IV, nr. 40) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt voor het zomerreces 2025 geïnformeerd. |
De staatssecretaris zegt toe dat de Tweede Kamer een kabinetsreactie voor de zomer van 2025 zal ontvangen met een concreet tijdspad dat gekoppeld is aan de aanbevelingen van de commissie Thodé. | Plenair debat Begroting Koninkrijksrelaties (36 600 IV) Antwoord 1e termijn + rest d.d. 23 oktober 2024 (Handeling II 2024/25, nr. 17, item 10) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt voor het zomerreces 2025 geïnformeerd. |
De Tweede Kamer wordt in de eerste helft van 2025 geïnformeerd over het voorstel om artikel 1 'versterken rechtsstaat' te herzien. | Kamerbrief Herijking Nederlandse inzet in de rechtsstaat van Aruba, Curaçao en Sint Maarten d.d. 18 oktober 2024 (Kamerstuk II 2024/25, 29279, nr. 911) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt voor het zomerreces geïnformeerd. |
De voortgang op de bestuurlijke afspraken met het OLE wordt gemonitord en besproken in de periodieke bestuurlijke overleggen die met de eilandbesturen worden gevoerd. De Kamers worden eind 2024 geïnformeerd over de voortgang. | Kamerbrief Twaalfde voortgangsrapportage over de bestuurlijke ingreep Sint Eustatius d.d. 16 januari 2024 (Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 40) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt voor in het eerste kwartaal van 2025 geïnformeerd. |
De staatssecretaris van BZK informeert de Tweede Kamer begin februari over de verdere invulling van het jaarlijkse integrale weegmoment koopkrachtmaatregelen en het bijbehorende tijdpad (TZ202412-093). | Commissiedebat Sociaal minimum Caribisch Nederland d.d. 11 december 2024 (Kamerstuk II 2024/25, 36600 IV, nr. 40) | In behandeling. Zal in februari 2025 zijn verzonden. |
De staatssecretaris zegt toe, naar aanleiding van de motie Van Raak en Bosman (35570-IV, nr. 11), de Tweede Kamer te informeren over de wijze waarop een onderzoek naar de besluitvorming rondom de nieuwe staatkundige verhoudingen ("10-10-10") gedaan kan worden, ook in relatie met de eerdere motie Van Raak over dit onderwerp. | Plenair debat Begrotingsbehandeling Koninkrijksrelaties d.d. 6 oktober 2020 (Handelingen II 2020/21, nr. 10, item 14) | In behandeling. Eerder werd besloten de thematiek van de motie-Van Raak onderwerp te maken van een Koninkrijksconferentie. Inmiddels is duidelijk dat deze Koninkrijksconferentie geen doorgang vindt. Momenteel wordt bezien wat de beste wijze is aan de thematiek van de motie-Van Raak gevolg te geven. Hierop zal voor de zomer van 2025 worden teruggekomen. |
De staatsecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Gerkens (SP), toe in gesprek te treden met de Caribische Landen van het Koninkrijk over de uitvoering van de Eerste Kamermotie-De Graaf en de Tweede Kamermotie-Van Raak inzake de verantwoordelijkheidsverdeling binnen het Koninkrijk der Nederlanden (T03275). | Plenair debat Beleidsdebat Koninkrijksrelaties d.d. 6 april 2021 (Handelingen I 2020/21, nr. 33, item 7) | In behandeling. Eerder werd besloten de thematiek van de motie-Van Raak onderwerp te maken van een Koninkrijksconferentie. Inmiddels is duidelijk dat deze Koninkrijksconferentie geen doorgang vindt. Momenteel wordt bezien wat de beste wijze is aan de thematiek van de motie-Van Raak gevolg te geven. Hierop zal voor de zomer van 2025 worden teruggekomen. |
De staatssecretaris informeert de Eerste en Tweede Kamer voor de zomer over de mogelijke oplossingsrichtingen en de voortgang van de besprekingen met de landen met betrekking tot hoe de landen democratisch versterkt kunnen worden. | Kamerbrief Hoofdlijnenbrief Koninkrijksrelaties d.d. 7 maart 2022 (Kamerstukken I 2021/22, 35925 IV, nr. K) | In behandeling. Eerder werd besloten verschillende constitutionele onderwerpen, waaronder het democratisch tekort, onderwerp te maken van een Koninkrijksconferentie. Inmiddels is duidelijk dat deze Koninkrijksconferentie geen doorgang vindt. Momenteel wordt bezien wat de beste wijze is aan deze thematiek gevolg te geven. Hierop zal voor de zomer van 2025 worden teruggekomen. |
De staatssecretaris stuurt voor einde 2024 de kabinetsreactie op het rapport «Een waardig bestaan» aan de Tweede Kamer. | Kamerbrief Antwoorden schriftelijke Kamervragen Ontwerpbegroting 2025 KR d.d. 15 oktober 2024 (Kamerstuk II 2024/25, 36600 IV, nr. 4) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 6 december 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2024/25, 36600 IV, nr. 30). |
In het voorjaar van 2025 gaat de staatssecretaris de Tweede Kamer informeren hoe het verkrijgen van data op de eilanden beter kan. | Plenair debat Begroting Koninkrijksrelaties (36 600 IV) Antwoord 1e termijn + rest d.d. 23 oktober 2024 (Handeling II 2024/25, nr. 17, item 10) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 10 december 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2024/25, 36600 IV, nr. 31). |
De Tweede Kamer wordt in het najaar van 2024 geïnformeerd over de voortgang van de klimaatplannen van de BES-eilanden. | Kamerbrief Beantwoording vragen Kamerlid White over voorbereiding BES-eilanden op het orkaanseizoen d.d. 2 september 2024 (Kamerstuk II 2023/24, 2406) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 12 november 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2024/25, 27625, nr. 693). |
De minister voor Klimaat en Energie zegt toe dat in de brief die het ministerie van BZK voor de zomer naar de Tweede Kamer stuurt over de voortgang van regelingen en fondsen, ook een update wordt gegeven over de voortgang van het gebruik van fondsen voor innovatieve klimaat en energie projecten (TZ202404-046). | Commissiedebat Klimaat Caribisch deel Koninkrijk d.d. 9 april 2024 (Kamerstuk II 2023/24, 32813, nr. 1409). | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 17 juni 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 32813/31239, nr. 1402). |
De staatssecretaris stuurt binnen een week een brief over welke middelen beschikbaar zijn gesteld uit de Regiodeals, het Groeifonds en SDE++ en wat daarvan is benut op de BES-eilanden (TZ202404-004). | Commissiedebat Verzameldebat BES d.d. 2 april 2024 (Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 71). | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 8 april 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 29697, nr. 144). |
De staatssecretaris deelt de definitieve versie van de afsprakenlijst van de Werkconferentie WolBES/FinBES met de Tweede Kamer (TZ202404-003). | Commissiedebat Verzameldebat BES d.d. 2 april 2024 (Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 71). | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 10 juni geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 70). |
De staatssecretaris is in gesprek met departementen over de financiering van de eilandelijke taken, de toereikendheid van de vrije uitkering en in hoeverre bijzondere uitkeringen structureel kunnen worden gemaakt of aan de vrije uitkering kunnen worden toegevoegd. De Tweede Kamer wordt voor de zomer geïnformeerd over de uitkomst van deze besprekingen. | Kamerbrief Beantwoording vragen van het lid White (GroenLinks-PvdA) over het bericht ‘Caribische eilanden krijgen gelijk na gemopper over bureaucratie Nederland’, kenmerk: 2024Z03193 d.d. 20 maart 2024 (Aanhangsel Handeling II 2023/24, nr. 1286) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 18 april 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 36550 IV, nr. 3). |
De staatssecretaris J&V informeert de Tweede Kamer in de eerste helft van 2024 over de voortgang op de aanpak van de vreemdelingenproblematiek in de landen (TZ202402-073). | Parlementair agendapunt: Commissiedebat Verzameldebat CAS d.d. 8 februari 2024 (Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 51) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 13 september 2024 per brief geïnformeerd door min JenV (Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 76). |
De staatssecretaris informeert de Kamer over de uitkomsten van haar aanstaande reis naar de landen en de gesprekken daar over de Onderlinge Regeling, de Landspakketten en de investeringsfondsen (TZ202402-072). | Commissiedebat Verzameldebat CAS d.d. 8 februari 2024 (Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 51) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 19 april 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 54). |
De Staatssecretaris zegt toe de Tweede Kamer te informeren op het moment dat er een voorzitter voor de klimaattafel Bonaire bekend is en het kabinet keuzes heeft gemaakt over de verdere inrichting van het proces. | Kamerbrief Kabinetsreactie op adviesrapport «Het is nooit te laat» d.d. 7 november 2023 (Kamerstuk 2023/24, nr. 2813-1312). | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 12 november 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2024/25, 27625, nr. 693). |
De staatssecretaris Koninkrijksrelaties en Digitalisering zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Recourt (GroenLinks-PvdA), toe de Eerste Kamer uiterlijk op 1 januari 2024 schriftelijk te informeren over de stand van zaken van de herziening van de Landsverordening Aruba financieel toezicht met bijbehorend protocol in relatie tot het Rijkswetsvoorstel financieel toezicht Aruba (36032) en de herfinanciering van de coronaleningen aan Aruba (T03728). | Plenair debat Begroting Koninkrijksrelaties 2023 inzake herfinanciering covidleningen (36401) d.d. 10 oktober 2023 (Handeling 2023/24, nr. 3, item 4) | Afgedaan. De Eerste Kamer is op 20 juni 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk I 2023/24, 36410 IV, nr. H). |
De staatssecretaris zal de agenda en de Nederlandse inzet voor de Koninkrijksconferentie vooraf met de Tweede Kamer delen (TZ202305-130). | Commissiedebat Onderlinge regeling en Wederopbouw Sint Maarten d.d. 25 mei 2023 (Kamerstuk II 2022/23, 36200 IV, nr. 88) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 10 juni 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 70). |
De staatssecretaris verwacht de Tweede Kamer eind van het jaar 2023 een totaaloverzicht aan te bieden van wet- en regelgeving die op de wat langere termijn wordt opgesteld voor Caribisch Nederland. | Kamerbrief Beantwoording schriftelijke inbreng SO vaste commissie voor Koninkrijksrelaties d.d. 22 maart 2023 en periodieke update wetgevingsoverzicht Caribisch Nederland d.d. 11 april 2023 (Kamerstuk II 2022/23, 36200 IV, nr. 63) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 26 april 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 55). |
De staatssecretaris zal de Kamers begin 2024 nader informeren over de geboekte voortgang van de Taskforce Knelpunten Caribisch Nederland (Kamerstuk II 2023/24, 36410-IV-4, Kamerstuk I 2023/24, 36410-IV-A). | Kamerbrief Voortgang Taskforce Knelpunten Caribisch Nederland d.d. 25 september 2023 (Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 4) | Afgedaan. De Kamers zijn op 2 februari 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 42). |
De staatssecretaris van BZK en de minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen informeren ook de Eerste Kamer voor de begrotingsbehandeling SZW over het rapport van de commissie Sociaal minimum CN. | Commissiedebat Mondeling overleg commissie Koninkrijksrelaties (KOREL) met de staatssecretaris van BZK d.d. 4 april 2023 (Kamerstuk I 2022/23, 36200 IV, nr. R) | Afgedaan. De Eerste Kamer is op 2 februari 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk I 2023/24, 36410 IV, nr. 43). |
De staatssecretaris stuurt de Tweede Kamer een brief over de stand van zaken met betrekking tot het stageprogramma binnen het Koninkrijk (TZ202310-148). | Begroting Koninkrijksrelaties - Antwoord 1ste termijn d.d. 19 oktober 2023 (Handeling II 2023/24, nr. 15, item 12) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 10 juni geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 70). |
De staatssecretaris stuurt de Tweede Kamer samen met de minister voor Klimaat en Energie een reactie op de aangenomen motie over klimaatadaptatie van de eilandsraad van Bonaire (TZ202310-146). | Plenair debat Begroting Koninkrijksrelaties d.d. 19 oktober 2023 (Handeling II 2023/24, nr. 15, item 12) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 12 november 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2024/25, 27625, nr. 693). |
De staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van vragen en opmerkingen van het lid Kok (PVV) toe, de discussie over autonomie in Caribisch Nederland en wat de Commissie van Wijzen daarover in haar rapport heeft geschreven, te willen voeren maar niet voor de zomer van 2018 (T02536). | Plenair debat Tijdelijke wet taakverwaarlozing Sint Eustatius (34.877) d.d. 6 februari 2018 (Handeling II, 2017/18, nr. 18, item 5) | Afgedaan. De Eerste Kamer is op 20 juni 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk I 2023/24, 36410 IV, nr. H). |
De staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Dittrich (D66), toe met de Caribische landen van het Koninkrijk te bespreken dat in het Caribisch deel van het Koninkrijk de mogelijkheid wordt geboden tot het aangaan van een huwelijk tussen partners van gelijk geslacht en de Eerste Kamer daarover te informeren (T03273). | Plenair debat Beleidsdebat Koninkrijksrelaties d.d. 6 april 2021 (Handeling I 2020/21, nr. 33, item 7) | Afgedaan. De Eerste Kamer is op 10 september 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk I 2023/24, 36410 IV, nr. I). |
De staatssecretaris zegt toe de Tweede Kamer het rapport van de beleidsdoorlichtingen van artikel 5 (Schuldsanering/lopende inschrijving/leningen) van begrotingshoofdstuk IV Koninkrijksrelaties voor het einde van 2023 toe te sturen. | Kamerbrief Opzet en vraagstelling beleidsdoorlichting artikel 5 Koninkrijksrelaties d.d. 12 september 2022 (Kamerstuk II 2021/22, 30985, nr. 59) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 15 mei 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 33189, nr. 20). |
De staatsecretaris zegt toe om in de Kamerbrief over de uitvoering van de Koninkrijksconferentie in te gaan op welke wijze betrokkenheid van burgers wordt vormgegeven in de voorbereiding en uitvoering van de Koninkrijksconferentie. (toezegging aan het lid Wuite) (TZ202210-177). | Plenair debat Begroting Koninkrijksrelaties Voortzetting d.d. 20 oktober 2022 (Handeling II 2022/23, nr. 15, item 2) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 10 juni 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 70). |
Bijlage 3. Overzicht Rijksuitgaven Caribisch Nederland
Op verzoek van de motie Hachchi c.s. (Kamerstukken II 2011/12, 33 000, nr. 28) wordt jaarlijks een overzicht van alle rijksuitgaven aan Caribisch Nederland (met uitzondering van de vrije uitkering ofwel het BES-fonds) toegevoegd aan de begroting van Koninkrijksrelaties.
Naar aanleiding van de voorlichting van de Afdeling Advisering van de Raad van State (RvS) en het Interdepartementale Beleidsonderzoek Koninkrijksrelaties (IBO) volgt het kabinet de aanbeveling op om het overzicht Rijksuitgaven aan Caribisch Nederland uit te breiden (Kamerstukken II 2019/20, 35 300, nr. 11). Doel hiervan is om de rol van het Ministerie van BZK te verstevigen en een meer integrale afweging van de Rijksuitgaven aan Caribisch Nederland te bevorderen.
Onderstaand is eerst een totaal overzicht te vinden met alle Rijksuitgaven die voor Caribisch Nederland op de (departementale) begrotingen staan.
In de kabinetsreactie is aangekondigd dat naast deze toelichting ook een toelichting gegeven zou worden op de wijze van financiering welke gekoppeld aan de beoogde beleidsdoelen (Kamerstukken II 2019/20, 35 300, nr. 11). In de bijlage van de betreffende (departementale) begrotingen is deze toelichting terug te vinden en hieronder alleen voor de begroting Koninkrijksrelaties.
Op verzoek van de motie Bruyning c.s. (Kamerstukken II 2024/25, 36600 IV, nr 19) wordt de realisatie van de interdepartementale Rijksuitgaven aan Caribisch Nederland in het onderstaande overzicht op artikelniveau gepresenteerd, om zo de Rijksuitgaven Caribisch Nederland inzichtelijker te maken.
Naast de Rijksuitgaven van departementen aan Caribisch Nederland ontvangen de openbare lichamen via het BES-fonds ook een vrije uitkering voor de uitvoering van de eilandelijke taken. Voor een overzicht van het BES-fonds verwijs ik u naar het jaarverslag van het BES-fonds.
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | ||||
Totaal Rijksuitgaven | 515.023 | 553.123 | 532.922 | 534.110 | 621.397 | |||
IIB | Hoge Colleges van Staat, Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad | 339 | 365 | 404 | 447 | 502 | ||
Artikel 3 Nationale ombudsman | Institutionele inrichting | 339 | 365 | 404 | 447 | 502 | ||
IV | Koninkrijksrelaties | 14.975 | 16.548 | 19.175 | 19.215 | 11.789 | ||
Artikel 4 Bevorderen sociaaleconomische structuur | Subsidies (regelingen) | 3.854 | 3.558 | 2.090 | 2.328 | 3.668 | ||
Opdrachten | 478 | 786 | 612 | 1.476 | 978 | |||
Inkomensoverdrachten | 2.263 | 2.138 | 3.135 | 2.583 | 1.632 | |||
Bijdrage aan ZBO's/RWT's | 0 | 0 | 0 | 0 | 32 | |||
Bijdrage aan medeoverheden | 5.035 | 7.549 | 13.338 | 11.960 | 5.479 | |||
Bijdrage aan agentschappen | 0 | 0 | 0 | 868 | 0 | |||
Artikel 8 Wederopbouw Sint Maarten | Bijdrage aan medeoverheden | 3.345 | 2.517 | 0 | 0 | 0 | ||
VI | Justitie en Veiligheid | 34.200 | 38.085 | 44.822 | 50.531 | 70.259 | ||
Artikel 31 Politie | Bijdrage aan ZBO’s/RWT’s1 | |||||||
Bijdrage aan medeoverheden | 22.996 | 24.630 | 28.919 | 31.146 | 33.188 | |||
Artikel 32 Rechtspleging en rechtsbijstand | Opdrachten | 0 | 165 | 0 | 5 | 807 | ||
Bijdrage aan medeoverheden | 0 | 0 | 0 | 0 | 13.955 | |||
Artikel 33 Veiligheid en criminaliteitsbestrijding | Bijdrage aan medeoverheden | 7.451 | 6.800 | 6.553 | 12.076 | 715 | ||
Opdrachten | 0 | 463 | 416 | 383 | 0 | |||
Artikel 34 Straffen en beschermen | Subsidies (regelingen) | 1.726 | 1.684 | 1.976 | 2.140 | 2.406 | ||
Bijdrage aan agentschappen | 8.489 | 10.001 | 12.022 | 15.360 | 17.199 | |||
Bijdrage aan medeoverheden | 989 | 1.142 | 1.489 | 1.497 | 1.989 | |||
VII | Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties | 3.411 | 5.382 | 12.169 | 11.326 | 18.765 | ||
Artikel 3 Woningmarkt | Subsidies (regelingen) | 1.553 | 4.058 | 8.801 | 9.227 | 13.523 | ||
Opdrachten | 54 | 24 | 51 | 14 | 59 | |||
Bijdrage aan ZBO's/RWT's | 0 | 0 | 0 | 30 | 334 | |||
Artikel 4 Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit | Bijdrage aan medeoverheden | 0 | 0 | 1.730 | 0 | 0 | ||
Artikel 6 Overheidsdienstverlening en informatiesamenleving | Subsidies (regelingen) | 17 | 34 | 17 | 0 | 0 | ||
Opdrachten | 40 | 0 | 0 | 67 | 112 | |||
Bijdrage aan ZBO's/RWT's | 0 | 0 | 0 | 0 | 302 | |||
Bijdrage aan medeoverheden | 75 | 0 | 0 | 0 | 0 | |||
Bijdrage aan agentschappen | 1.672 | 1.266 | 1.570 | 1.988 | 3.742 | |||
VIII | Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | 59.432 | 67.059 | 85.501 | 88.038 | 91.908 | ||
Artikel 1 Primair onderwijs | Subsidies (regelingen) | 1.713 | 476 | 2.709 | 129 | 0 | ||
Bekostiging | 19.959 | 23.689 | 28.918 | 30.132 | 32.251 | |||
Opdrachten | 815 | 440 | 564 | 369 | 753 | |||
Bijdragen aan medeoverheden | 4.445 | 5.572 | 8.354 | 15.395 | 12.945 | |||
Artikel 3 Voortgezet onderwijs | Subsidies (regelingen) | 1.383 | 1.323 | 3.612 | 818 | 890 | ||
Bekostiging | 18.211 | 21.532 | 24.775 | 23.434 | 25.779 | |||
Artikel 4 Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie | Subsidies (regelingen) | 454 | 775 | 395 | 449 | 449 | ||
Bekostiging | 5.744 | 6.943 | 9.399 | 10.405 | 10.516 | |||
Bijdrage aan medeoverheden | 1.306 | 1.223 | 1.157 | 1.367 | 1.420 | |||
Artikel 9 Arbeidsmarkt- en personeelsbeleid | Subsidies (regelingen) | 0 | 0 | 0 | 73 | 97 | ||
Artikel 11 Studiefinanciering | Inkomensoverdrachten | 2.852 | 2.554 | 2.684 | 2.058 | 1.959 | ||
Artikel 14 Cultuur | Subsidies (regelingen) | 0 | 26 | 9 | 0 | 0 | ||
Opdrachten | 0 | 6 | 14 | 0 | 20 | |||
Bijdragen aan medeoverheden | 0 | 0 | 403 | 909 | 2.292 | |||
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | 50 | 0 | 0 | 0 | 0 | |||
Artikel 16 Onderzoek en Wetenschapsbeleid | Bekostiging | 2.500 | 2.500 | 2.500 | 2.500 | 2.500 | ||
Artikel 25 Emancipatie | Subsidies (regelingen) | 0 | 0 | 8 | 0 | 134 | ||
IX | Financiën en Nationale Schuld | 14.808 | 18.068 | 18.323 | 21.042 | 20.984 | ||
Artikel 1 Belastingen | Apparaatsuitgaven | 12.216 | 14.347 | 16.432 | 18.080 | 18.385 | ||
Artikel 2 Financiële markten | Storting/onttrekking begrotingsreserve | 1.000 | 1.000 | 1.000 | 0 | 0 | ||
Bijdrage aan ZBO's/RWT's | 1.592 | 2.721 | 891 | 2.962 | 2.599 | |||
X | Defensie | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | ||
Artikel 2 Koninklijke Marine | Opdrachten, Personele en Materiële Uitgaven2 | |||||||
Artikel 3 Koninklijke Landmacht | Opdrachten, Personele en Materiële Uitgaven2 | |||||||
Artikel 5 Koninklijke Marechaussee | Opdrachten, Personele en Materiële Uitgaven2 | |||||||
Artikel 8 Defensie Ondersteuningscommando | Opdrachten, Personele en Materiële Uitgaven2 | |||||||
XII | Infrastructuur en Waterstaat | 61.328 | 36.489 | 29.266 | 18.938 | 25.862 | ||
Artikel 13 Bodem en Ondergrond | Subsidies (regelingen) | 8.114 | 10.144 | 10.912 | 11.609 | 9.295 | ||
Opdrachten | 39 | 60 | 0 | 0 | 0 | |||
Bijdrage aan medeoverheden | 0 | 144 | 0 | 0 | 2.474 | |||
Artikel 14 Wegen en verkeersveiligheid | Bijdrage aan medeoverheden | 13.501 | 11.038 | 9.820 | 0 | 8.313 | ||
Artikel 17 Luchtvaart | Subsidies (regelingen) | 691 | 425 | 420 | 286 | 1.269 | ||
Opdrachten | 1.364 | 940 | 287 | 223 | 176 | |||
Leningen | 0 | 3.774 | 0 | 0 | 0 | |||
Bijdrage aan agentschappen | 6.411 | 5.806 | 5.058 | 3.435 | 465 | |||
Bijdrage aan medeoverheden | 9.049 | 0 | 0 | 1.546 | 512 | |||
Artikel 18 Scheepvaart en havens | Opdrachten | 45 | 61 | 0 | 0 | 57 | ||
Bijdrage aan medeoverheden | 16.714 | 35 | 0 | 0 | 0 | |||
Artikel 21 Duurzaamheid | Opdrachten | 0 | 0 | 0 | 47 | 0 | ||
Bijdrage aan medeoverheden | 2.737 | 1.374 | 350 | 788 | 1.655 | |||
Artikel 22 Omgevingsveiligheid en Milieurisico's | Subsidies (regelingen) | 77 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
Opdrachten | 131 | 122 | 72 | 55 | 106 | |||
Bijdrage aan agentschappen | 0 | 0 | 231 | 252 | 349 | |||
Bijdrage aan medeoverheden | 434 | 501 | 1.197 | 0 | 0 | |||
Artikel 23 Meteorologie, Seismologie en Aardobservatie | Bijdrage aan medeoverheden | 1.043 | 1.064 | 919 | 697 | 1.191 | ||
Artikel 24 Handhaving en toezicht | Bijdrage aan agentschappen | 978 | 1.001 | 0 | 0 | 0 | ||
XIII | Economische Zaken en Klimaat | 30.080 | 62.177 | 40.147 | 24.236 | 27.206 | ||
Artikel 1 Goed functionerende economie en markten | Subsidies (regelingen) | 1.843 | 2.890 | 3.629 | 3.560 | 10.361 | ||
Opdrachten | 29 | 0 | 0 | 0 | 0 | |||
Bijdrage aan ZBO's/RWT's | 651 | 651 | 651 | 651 | 651 | |||
Artikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei | Subsidies (regelingen) | 12.601 | 25.831 | 422 | 0 | 65 | ||
Opdrachten | 496 | 501 | 558 | 961 | 1.030 | |||
Artikel 4 Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatsverandering | Subsidies (regelingen) | 14.460 | 32.304 | 34.887 | 19.064 | 15.099 | ||
XIV | Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit | 3.002 | 4.065 | 3.212 | 2.708 | 1.087 | ||
Artikel 22 Natuur en biodiversiteit | Opdrachten | 2.629 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
Bijdrage aan medeoverheden | 373 | 4.065 | 3.212 | 2.708 | 1.087 | |||
XV | Sociale Zaken en Werkgelegenheid | 80.863 | 68.484 | 79.195 | 94.670 | 130.962 | ||
Artikel 1 Arbeidsmarkt | Subsidies (regelingen) | 28.735 | 15.580 | 25 | 0 | 0 | ||
Artikel 2 Bijstand, Participatiewet en Toeslagenwet | Inkomensoverdrachten | 4.015 | 4.347 | 12.424 | 7.370 | 9.815 | ||
Bijdrage aan medeoverheden | 0 | 0 | 0 | 0 | 2.636 | |||
Artikel 3 Arbeidsongeschiktheid | Inkomensoverdrachten | 690 | 668 | 1.083 | 1.099 | 1.360 | ||
Artikel 5 Werkloosheid | Inkomensoverdrachten | 36 | 294 | 46 | 1 | 0 | ||
Artikel 6 Ziekte en Zwangerschap | Inkomensoverdrachten | 2.963 | 4.958 | 8.129 | 8.677 | 9.415 | ||
Artikel 7 Kinderopvang | Subsidies (regelingen) | 0 | 5.221 | 7.535 | 10.992 | 15.206 | ||
Opdrachten | 953 | 73 | 270 | 753 | 196 | |||
Bijdrage aan medeoverheden | 7.580 | 2.636 | 6.897 | 6.398 | 11.639 | |||
Artikel 8 Oudedagsvoorziening | Inkomensoverdrachten | 22.999 | 22.009 | 28.148 | 39.908 | 54.940 | ||
Artikel 9 Nabestaanden | Inkomensoverdrachten | 1.172 | 1.209 | 1.600 | 2.078 | 2.829 | ||
Artikel 10 Tegemoetkoming ouders | Inkomensoverdrachten | 4.486 | 4.433 | 5.597 | 8.350 | 14.670 | ||
Artikel 11 Uitvoering | Bekostiging | 0 | 0 | 7.441 | 9.044 | 8.256 | ||
Artikel 98 Algemeen | Bekostiging | 7.234 | 7.056 | 0 | 0 | 0 | ||
XVI | Volksgezondheid, Welzijn en Sport | 212.585 | 236.401 | 200.708 | 202.959 | 222.073 | ||
Artikel 1 Volksgezondheid | Subsidies (regelingen) | 0 | 0 | 0 | 252 | 252 | ||
Bijdrage aan agentschappen | 0 | 0 | 0 | 4.482 | 4.205 | |||
Artikel 4 Zorgbreed beleid | Subsidies (regelingen) | 3.316 | 3.182 | 3.864 | 4.023 | 4.733 | ||
Bekostiging | 203.120 | 228.364 | 184.929 | 184.068 | 199.853 | |||
Opdrachten | 0 | 0 | 0 | 3.134 | 3.857 | |||
Bijdrage aan medeoverheden | 6.149 | 4.855 | 11.915 | 6.750 | 9.163 | |||
Artikel 6 Sport en bewegen | Subsidies (regelingen) | 0 | 0 | 0 | 0 | 10 | ||
Artikel 9 Algemeen | Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | 0 | 0 | 0 | 250 | 0 |
- Het deel dat ten goede komt aan Caribisch Nederland is niet te bepalen.
- De taken die bij het Ministerie van Defensie zijn belegd, zijn Koninkrijkstaken. Het deel dat ten goede komt aan Caribisch Nederland is daarom niet te bepalen.
Toelichting
Begroting Koninkrijksrelaties
Hieronder zijn de Rijksuitgaven aan Caribisch Nederland voor de begroting Koninkrijksrelaties afzonderlijk weergegeven, uitgesplitst per instrument. In het overzicht en de bijbehorende toelichtingen wordt aangegeven of het uitgaven zijn ten behoeve van eilandelijke taken of rijkstaken, of er sprake is van incidentele of structurele bekostiging en wordt een toelichting gegeven op de wijze van financiering welke gekoppeld is aan de beoogde beleidsdoelen.
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | |||
Totaal uitgaven | 14.975 | 16.548 | 19.175 | 19.215 | 11.789 | ||
Artikel 4 Bevorderen sociaaleconomische structuur | 11.630 | 14.031 | 19.175 | 19.215 | 11.789 | ||
Subsidies (regelingen) | R | I | 3.854 | 3.558 | 2.090 | 2.328 | 3.668 |
Opdrachten | E | I | 478 | 786 | 612 | 1.476 | 978 |
Inkomensoverdrachten | R | S | 2.263 | 2.138 | 3.135 | 2.583 | 1.632 |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's | R | I | 0 | 0 | 0 | 0 | 32 |
Bijdrage aan medeoverheden | E | I | 5.035 | 7.549 | 13.338 | 11.960 | 5.479 |
Bijdrage aan agentschappen | E | I | 0 | 0 | 0 | 868 | 0 |
Artikel 8 Wederopbouw Sint Maarten | 3.345 | 2.517 | 0 | 0 | 0 | ||
Bijdrage aan medeoverheden | E | I | 3.345 | 2.517 | 0 | 0 | 0 |
Toelichting
Artikel 4 Bevorderen sociaaleconomische structuur
Subsidies (regelingen)
In 2024 is ruim € 3,6 mln. aan subsidies uitgegeven ten behoeve van Caribisch Nederland. Het grootste deel van deze subsidies is verstrekt aan CARTAC, namelijk € 2 mln. Deze subsidies zijn ingezet voor het steunen van activiteiten van verschillende organisaties in het kader van de versterking van de bestuurs- en uitvoeringskracht en armoedebestrijding. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om het Caribisch Uitwisselingsnetwerk van VNG International gericht op het versterken van bestuurlijke en ambtelijke capaciteit en expertise. Daarnaast gaat het om de Voedselbank en de activiteiten het programma van Unicef gericht op het bevorderen van positief opvoeden en participatie van jongeren.
Opdrachten
De opdrachten voor Caribisch Nederland waren in 2024 gericht op het inhuren van beleids- en onderzoeksadvies en faciliteren van de samenwerking en uitwisseling, zo is afgelopen jaar de WolBES FinBES conferentie georganiseerd in Nederland waarbij een afvaardiging aanwezig was vanuit Caribisch Nederland.
Inkomensoverdrachten
Uit deze middelen zijn de pensioenen van gewezen politieke gezagdragers van het land Nederlandse Antillen (bewindspersonen, statenleden en gezaghebbers) afkomstig van Bonaire, Sint Eustatius en Saba gefinancierd. Met het opheffen van het land Nederlandse Antillen in 2010 is bepaald dat deze pensioenen ten laste van Nederland komen (Stcrt. 2010, nr. 14723). Daarmee is dit een structurele rijkstaak.
Bijdrage aan medeoverheden
Om de bestuurs- en uitvoeringskracht van de openbare lichamen op Bonaire, Sint Eustatius en Saba te versterken zijn op basis van afspraken in de bestuurlijke akkoorden financiële bijdragen gegeven ter versterking van de bestuurskracht, organisatieontwikkeling van het bestuur en ambtelijk apparaat. Het gaat hierbij ondere andere om het werven van capaciteit op prioritaire thema’s en strategisch personeelsbeleid en het versterken van financieel beheer. Ook is aan het Openbaar Lichaam Sint Eustatius (OLE) is voor € 4,9 mln. aan bijzondere uitkeringen en een renteloze lening verstrekt voor de klif en een schikking met Eco Statia. De bijzondere uitkeringen en de renteloze lening zijn bedoeld voor het stabiliseren en tegengaan van verdere erosie van de klif aan de havenzijde van het eiland, omdat er nu sprake is van veiligheidsrisico’s.