Jaarverslag Ministerie van Buitenlandse Zaken 2024
Jaarverslag en slotwet Ministerie van Buitenlandse Zaken 2024
Jaarverslag
Nummer: 2025D19988, datum: 2025-05-21, bijgewerkt: 2025-05-28 17:08, versie: 2 (versie 1)
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36740-V-1).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: C.C.J. Veldkamp, minister van Buitenlandse Zaken (Ooit Nieuw Sociaal Contract kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 36740 V-1 Jaarverslag en slotwet Ministerie van Buitenlandse Zaken 2024 .
Onderdeel van zaak 2025Z08686:
- Indiener: C.C.J. Veldkamp, minister van Buitenlandse Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- 2025-05-22 13:00: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- 2025-05-22 14:14: Aansluitend: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-05-28 15:00: Jaarverslag ministerie van Buitenlandse Zaken 2024 (Inbreng feitelijke vragen), vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- 2025-06-19 17:15: Extra procedurevergadering commissie BuZa (groslijst controversieel verklaren) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2024–2025 |
36 740V | Jaarverslag en Slotwet Ministerie van Buitenlandse Zaken 2024 |
Nr. 1 |
Ontvangen 21 mei 2025 |
Gerealiseerde uitgaven en ontvangsten
Figuur 1 Gerealiseerde uitgaven verdeeld over beleidsartikelen en niet-beleidsartikelen (x €1 mln.). Totaal € 11.295,4
Figuur 2 Gerealiseerde ontvangsten verdeeld over beleidsartikelen en niet-beleidsartikelen (x €1 mln.). Totaal € 3.710,1
A. Algemeen
1 1. Aanbieding van het jaarverslag en verzoek tot dechargeverlening
AAN de voorzitters van de Eerste en de Tweede Kamer van de Staten-Generaal.
Hierbij bied ik, het departementale jaarverslag van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) over het jaar 2024 aan.
Onder verwijzing naar de artikelen 2.37 en 2.40 van de Comptabiliteitswet 2016 verzoek ik de beide Kamers van de Staten-Generaal de Minister van Buitenlandse Zaken decharge te verlenen over het in het jaar 2024 gevoerde financiële beheer.
Voor de oordeelsvorming van de Staten-Generaal over dit verzoek tot dechargeverlening stelt de Algemene Rekenkamer als externe controleur op grond van artikel 7.14 van de Comptabiliteitswet 2016 een rapport op. Dit rapport wordt op grond van artikel 7.15 van de Comptabiliteitswet 2016 door de Algemene Rekenkamer aan de Staten-Generaal aangeboden. Het rapport bevat de bevindingen en het oordeel van de Algemene Rekenkamer over:
- het gevoerde begrotingsbeheer, financieel beheer, materiële bedrijfsvoering en de daartoe bijgehouden administraties van het Rijk;
- de centrale administratie van de schatkist van het Rijk van het Ministerie van Financiën;
- de financiële verantwoordingsinformatie in de jaarverslagen;
- de totstandkoming van de niet-financiële verantwoordingsinformatie in de jaarverslagen;
- de financiële verantwoordingsinformatie in het Financieel jaarverslag van het Rijk.
Bij het besluit tot dechargeverlening worden verder de volgende, wettelijk voorgeschreven, stukken betrokken:
- het Financieel jaarverslag van het Rijk over 2024
- het voorstel van de slotwet dat met het onderhavige jaarverslag samenhangt;
- het rapport van de Algemene Rekenkamer over het onderzoek van de centrale administratie van de schatkist van het Rijk en van het Financieel jaarverslag van het Rijk;
- de verklaring van goedkeuring van de Algemene Rekenkamer over de in het Financieel jaarverslag van het Rijk, over 2024 opgenomen rekening van uitgaven en ontvangsten over 2024, alsmede over de saldibalans over 2024 (de verklaring van goedkeuring, bedoeld in artikel 7.14, tweede lid, van de Comptabiliteitswet 2016.
Het besluit tot dechargeverlening kan niet worden genomen, voordat de betrokken slotwet is aangenomen en voordat de verklaring van goedkeuring van de Algemene Rekenkamer is ontvangen.
Minister van Buitenlandse Zaken,
C.C.J.Veldkamp
Dechargeverlening door de Tweede Kamer
Onder verwijzing naar artikel 2.40 van de Comptabiliteitswet 2016 verklaart de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal dat de Tweede Kamer aan het hiervoor gedane verzoek tot dechargeverlening tegemoet is gekomen door een daartoe strekkend besluit, genomen in de vergadering van De Voorzitter van de Tweede Kamer, Handtekening: Datum: |
Op grond van artikel 2.40, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2016 wordt dit originele exemplaar van het onderhavige jaarverslag, na ondertekening van de hierboven opgenomen verklaring, ter behandeling doorgezonden aan de voorzitter van de Eerste Kamer.
Dechargeverlening door de Eerste Kamer
Onder verwijzing naar artikel 2.40 van de Comptabiliteitswet 2016 verklaart de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal dat de Eerste Kamer aan het hiervoor gedane verzoek tot dechargeverlening tegemoet is gekomen door een daartoe strekkend besluit, genomen in de vergadering van De Voorzitter van de Eerste Kamer, Handtekening: Datum: |
Op grond van artikel 2.40 van de Comptabiliteitswet 2016 wordt dit originele exemplaar van het onderhavige jaarverslag, na ondertekening van de hierboven opgenomen verklaring, doorgezonden aan de Minister van Financiën.
2. Leeswijzer
Inleiding
In deze leeswijzer wordt de indeling en opbouw van het jaarverslag voor
het Ministerie van Buitenlandse Zaken voor het jaar 2024 toegelicht. In
die gevallen, waarin afwijkingen van de Rijksbegrotingsvoorschriften
voorkomen, wordt dit beschreven.
Het jaarverslag 2024 vormt in principe een spiegel van de memorie van toelichting zoals deze op Prinsjesdag 2023 aan de Kamer is aangeboden.
De jaarverslagen van Buitenlandse Zaken (BZ) en Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp (BHO) dienen in nauwe samenhang te worden bezien. De inzet op het Nederlandse buitenlandbeleid komt tot uitdrukking in de Homogene Groep Internationale Samenwerking (HGIS). Door deze bundeling wordt de onderlinge samenhang geïllustreerd en samenwerking en afstemming binnen de betrokken ministeries bevorderd.
Buitenlandse betrekkingen zijn een zaak van het Koninkrijk der Nederlanden: Nederland in Europa, Aruba, Curaçao en Sint Maarten, alsmede de Nederlandse openbare lichamen in het Caribisch gebied (Bonaire, Sint Eustatius en Saba). Waar dit jaarverslag spreekt over «Nederland» of «Nederlands» wordt daarmee bedoeld: «(van) het Koninkrijk der Nederlanden», tenzij het gaat om zaken die specifiek het land Nederland betreffen, zoals het EU-lidmaatschap en ontwikkelingssamenwerking.
Focusonderwerp
De Tweede Kamer heeft als focusonderwerp
van de Algemene Rekenkamer voor het Jaarverslag 2024 aangewezen
«Prioriteren van beleid met aandacht voor de uitvoering en
arbeidsmarkt». Hierop wordt ingegaan onder kopje 3.3 «Onderuitputting»
en in het Financieel jaarverslag van het Rijk.
Beleidsverslag
Het beleidsverslag begint met de beleidsprioriteiten van Buitenlandse
Zaken waarbij thematisch wordt ingegaan op de belangrijkste resultaten
die bereikt zijn in 2024. Daarnaast is een tabel opgenomen met daarin de
realisatie van de periodieke rapportages/beleidsdoorlichtingen, de
openbaarheidsparagraaf en een overzicht risicoregelingen.
Vervolgens wordt op hoofdlijnen ingegaan op de algemene doelstelling, de rol en verantwoordelijkheid van de minister en de beleidsconclusies. In de beleidsconclusies is per artikel aangegeven welke beleidswijzigingen hebben plaatsgevonden in de uitvoering van het beleid en welke beleidswijzigingen hebben plaatsgevonden als gevolg van in 2024 afgerond evaluatieonderzoek. Daarbij wordt met name ingegaan op beleidsdoorlichtingen. Kwantitatieve en kwalitatieve indicatoren zijn – daar waar zinvol en haalbaar – naast en in de teksten bij de beleidsartikelen opgenomen, om de voortgang op de doelstellingen van het beleidsprogramma te laten zien.
Budgettaire gevolgen van beleid en toelichting
In de tabel budgettaire gevolgen van beleid zijn de opmerkelijke
verschillen tussen de begroting en de realisatie 2024 opgenomen. Voor de
uitgaven worden ondergrenzen gehanteerd zoals vermeld in de Rijksbegrotingsvoorschriften
2025. EUR 2 miljoen voor beleidsmatige mutaties en
EUR 4 miljoen voor technische mutaties bij een begrotingsartikel met een
omvang tussen EUR 50 miljoen en EUR 200 miljoen, en resp. EUR 5 miljoen
en EUR 10 miljoen bij een begrotingsartikel met een omvang tussen
EUR 200 miljoen en EUR 1.000 miljoen. Bij de verplichtingen en
ontvangsten is een afwijking groter dan 10% op artikelniveau toegelicht.
Waar nodig is verwezen naar de eerste, tweede of incidentele suppletoire
begroting of de suppletoire begroting
In de budgettaire tabellen in het jaarverslag is geen onderscheid gemaakt tussen decommitteringen op oude en nieuwe verplichtingen. Alle decommitteringen worden ten gunste van de begroting gebracht.
Departementale verantwoordingsstaat en
saldibalans
Verschillen in de totalen tussen de verantwoordingsstaat en de
saldibalans zijn het gevolg van afrondingen.
Overige onderdelen van het beleidsverslag
Na de beleidsprioriteiten en beleidsartikelen volgen de
niet-beleidsartikelen. Het artikel 5 is het onderdeel «Geheim». Dit
artikel is bestemd voor de verplichtingen, uitgaven en ontvangsten
waarvoor geldt dat openbaarmaking via toedeling aan een expliciet
beleidsartikel niet in het belang van de Staat is. Artikel 6 «Nog
onverdeeld» bevat de reservering voor loon- en prijsstijgingen en niet
voorziene tegenvallers binnen de HGIS. Ten slotte worden op artikel 7 de
apparaatsuitgaven verantwoord. In de bedrijfsvoeringsparagraaf worden de
belangrijkste tekortkomingen en risico's in het begrotingsjaar benoemd.
Verder wordt aandacht besteed aan de rijksbrede
bedrijfsvoeringsonderwerpen en worden de belangrijke ontwikkelingen en
verbeteringen in de bedrijfsvoering besproken. Het jaarverslag wordt
afgesloten met de jaarrekening van Buitenlandse Zaken en zes bijlagen:
1) Toezichtsrelaties RWT's en ZBO's 2) Moties en toezeggingen, 3)
Afgerond evaluatie- en overig onderzoek, 4) externe inhuur, 5) Sancties
en misbruik en oneigenlijk gebruik en 6) Budgettair overzicht
Oekraïne.
Bedrijfsvoeringsparagraaf
In de bedrijfsvoeringsparagraaf wordt verslag gedaan van de opmerkelijke
zaken in de bedrijfsvoering. De bedrijfsvoeringparagraaf in het
departementaal jaarverslag wijkt af van de bepaling van de
Rijksbegrotingsvoorschriften dat in het jaarverslag integraal
verantwoording wordt afgelegd over de bedrijfsvoering. Bij de splitsing
van de begroting in 2013 in het begrotingshoofdstuk V Buitenlandse Zaken
en het begrotingshoofdstuk XVII Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp
zijn in navolging van een verzoek van de Algemene Rekenkamer de
verantwoordelijkheden van de ministers ten aanzien van de
bedrijfsvoering expliciet vastgelegd. De minister van Buitenlandse Zaken
is verantwoordelijk voor de integrale bedrijfsvoering, met uitzondering
van de procesmatige beheersing van de activiteitencyclus. De
belangrijkste reden voor deze splitsing is dat het merendeel van de
projecten en programma's in het kader van ontwikkelingshulp worden
uitgevoerd. Daarnaast is de huidige opzet van het activiteitenbeheer
gestoeld op de afspraken die de toenmalige minister voor
Ontwikkelingssamenwerking met de Tweede Kamer in 1998 heeft gemaakt over
de reikwijdte van de ministeriële verantwoordelijkheid voor de
rechtmatigheid van besteding van middelen (Kamerstukken 1997–1998 25
860, nr. 2). Het is daarom dat het voorschottenbeleid en
-beheer in het onderdeel financieel en materieelbeheer in de
bedrijfsvoeringsparagraaf van hoofdstuk XVII zijn opgenomen.
Groeiparagraaf
Er zijn geen noemenswaardige aanpassingen.
HGIS-jaarverslag
De Nederlandse uitgaven voor buitenlands beleid, die op verschillende
departementale begrotingen staan, zijn gebundeld in de Homogene Groep
Internationale Samenwerking. In aanvulling op de departementale
jaarverslagen geeft het HGIS-jaarverslag een integraal overzicht van de
besteding van middelen voor buitenlands beleid. Samen met de
jaarverslagen van Buitenlandse Zaken en Buitenlandse Handel en
Ontwikkelingshulp, wordt het HGIS-jaarverslag 2024 aangeboden aan het
parlement.
Grondslagen voor de vastlegging en de
waardering
De verslaggevingsregels en waarderingsgrondslagen die van toepassing
zijn op de in dit jaarverslag opgenomen financiële overzichten zijn
ontleend aan de Comptabiliteitswet
2016 en de daaruit voortvloeiende regelgeving, waaronder de
Regeling rijksbegrotingsvoorschriften.
Voor de departementale begrotingsadministratie wordt het
verplichtingen-kasstelsel toegepast.
Verder werkt het ministerie van Buitenlandse Zaken met een vooraf
vastgestelde wisselkoers ten opzichte van buitenlandse valuta (de
corporate rate). Deze koers wordt samen met de presentatie van
de begroting vastgesteld. De corporate rate wordt gedurende het jaar
gewijzigd wanneer de huidige koers t.o.v. de corporate rate > 20%
wijzigt (voor USD 5%); de USD-koers wordt in de laatste 2 maanden van
het jaar niet meer gewijzigd.
Ontvangsten worden waar van toepassing verantwoord op de ontvangsten
artikelonderdelen van beleidsartikel 2, 3, 4, 5 en 7 met uitzondering
van ontvangsten zijn de restituties van Official Development
Assistance (ODA)-programma’s die op beleidsartikel 5 van de
begroting van BHO worden verantwoord.
Controleverklaring en auditrapport
In het kader van de wettelijke controletaak voert de Auditdienst Rijk
(ADR) jaarlijks onderzoek uit naar:
a. de financiële verantwoordingsinformatie in de jaarverslagen, bedoeld in de artikelen 1.1 en 2.31 van de Comptabiliteitswet 2016;
b. de niet-financiële verantwoordingsinformatie in de jaarverslagen, bedoeld in de artikelen 1.1 en 2.31 van de Comptabiliteitswet 2016.
Daarnaast voert de Auditdienst Rijk onderzoek uit naar het begrotingsbeheer, het financieel beheer, de materiële bedrijfsvoering en de daartoe bijgehouden administraties van het Rijk.
Over de belangrijkste bevindingen van deze onderzoeken en van eventuele onderzoeken naar overige aspecten van de bedrijfsvoering brengt de ADR verslag uit in het jaarlijkse auditrapport waarin zowel hoofdstuk V als XVII zijn opgenomen.
B. Beleidsverslag
3. Beleidsprioriteiten
Een veranderende wereldorde
De aanhoudende Russische oorlog tegen Oekraïne en de escalerende crises in het Midden-Oosten voerden de boventoon in de Nederlandse diplomatieke inzet in 2024. Nederlanders zien de toename van conflicten en geopolitieke spanningen en merken de gevolgen ervan dagelijks. Halverwege 2024 trad een nieuw kabinet aan dat zich als doel stelt om door middel van internationale inzet en versterking van de krijgsmacht de veiligheid en weerbaarheid van Nederland te vergroten. Met een scherp oog voor de eigen belangenbehartiging fungeerde Nederland dit jaar als bruggenbouwer binnen de EU, was het een pleitbezorger van mensenrechten, en een betrouwbare partner in internationale organisaties zoals de NAVO en de VN. Nederland werkte nauw samen met bondgenoten in de EU en NAVO om internationale stabiliteit en veiligheid te bevorderen.
Nederland blijft Oekraïne onverminderd steunen, zo lang als dat nodig is, en speelde in 2024 een actieve rol in deze steun. Het bood militaire hulp, waaronder wapens en training, maakte zich hard voor accountability (rekenschap), speelde een voortrekkersrol op het gebied van luchtverdediging (F-16 coalitie) en bleef aandringen op sancties tegen Rusland. Ontwikkeling van een nationale en Europese defensie-industrie maakt onze militaire steun aan Oekraïne mogelijk. Dit is ook van belang voor onze eigen defensie en economie. Naast de voortzetting van deze inzet heeft Nederland dit jaar meerjarige steun voor 2024-2025 begroot. Hierbij lag de nadruk o.a. op het herstel van kritieke energie infrastructuur, humanitaire noden en ondersteuning van het Nederlandse bedrijfsleven ten behoeve van de wederopbouw van Oekraïne. Al onze bijdragen - zij het militair, wederopbouw, humanitair, accountability, sancties - zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden en even belangrijk om Oekraïne overeind te houden en Rusland te stoppen.
In 2024 namen de conflicten en politieke spanningen in het Midden-Oosten verder toe, maar waren er ook kleine stappen richting diplomatieke oplossingen. Het kabinet richtte zich op het bevorderen van een vreedzame oplossing, het verdedigen van mensenrechten, en de verlichting van de ernstige humanitaire noden in de Gazastrook. Nederland stond voor het bestaansrecht en het recht op veiligheid van de staat Israël, een tweestatenoplossing, het vrijlaten van alle gijzelaars, veel meer humanitaire hulp voor Gaza. De val van het Assad-regime in december markeerde een historisch moment. Een inclusieve politieke transitie die door Syriërs zelf wordt geleid is cruciaal voor een duurzame stabiliteit in Syrië. Het kabinet sprak zich krachtig uit tegen de onderdrukking van protesten in Iran en steunde mensenrechtenactivisten via EU-samenwerking en directe hulp aan ngo’s die zich inzetten voor vrouwenrechten en vrijheid van meningsuiting. Ook drong Nederland aan op strengere sancties tegen het Iraanse regime.
Op het geopolitieke toneel is China de belangrijkste uitdager van de internationale ordening. Deze spanning uitte zich onder meer in economische maatregelen, militaire oefeningen rond Taiwan, assertieve maritieme inzet in de Zuid-Chinese Zee en technologische concurrentie. Ook voor Nederland en de EU vormt China een geopolitieke en economische uitdaging. Nederland werkte proactief, ook samen met zijn strategische partners (in EU en Aziatische regio), aan het vinden van een balans tussen constructieve betrekkingen met China, onder andere op klimaat en economie, en onze essentiële strategische en veiligheidsbelangen. De rol van China als «enabler» van Rusland kan volgens de inzet van Nederland en zijn partners niet zonder consequenties blijven.
Het kabinet voert een realistisch buitenlands beleid met oog voor onze waarden en vrijheden. Als een actieve stem binnen de Verenigde Naties (VN) drong Nederland aan op wereldwijde bescherming van persvrijheid, gendergelijkheid en de rechten van minderheden. Nederland ondersteunde VN-programma's op het gebied van vrede, veiligheid en humanitaire hulp. Het werkte ook aan hervormingen binnen de VN om effectiever te reageren op mondiale crises.
Nederland had oog voor opkomende economieën zoals India, Brazilië en Zuid-Afrika die een grotere geopolitieke rol speelden. 2024 was een jaar van alliantievorming: de BRICS-landen (Brazilië, Rusland, India, China en Zuid-Afrika) breidden hun samenwerkingsverband uit. Met een groeiende economie en sterke diplomatieke inspanningen nam het belang van India, zowel in Azië als in de rest van de wereld, verder toe. Nederland zette actief in op het aangaan van brede partnerschappen met deze opkomende landen, met een focus op Azië, maar ook in Afrika en elders. Het kabinet hanteert een landenbenadering waarbij deelbelangen tegen elkaar worden afgewogen. Dit wordt ook interdepartementaal besproken. In EU-verband pleit het kabinet voor een betere afweging van economische en veiligheidsbelangen en het strategisch gebruik van Europese instrumenten, zoals de Global Gateway.
Europese samenwerking
Brede ontwikkelingen in de Europese Unie
Europa is van groot belang voor onze vrede, veiligheid en brede
welvaart. We verdienen er ons geld; onze banen zijn er voor een groot
deel van afhankelijk. Naast economische voordelen, beschermen we er ook
onze democratische rechtsstaat en de veiligheid, grondrechten en
persoonlijke vrijheden van onze burgers.
Het nieuwe kabinet heeft prioritair ingezet op het realiseren van Nederlandse belangen ten aanzien van asiel en migratie, het landbouwbeleid en de EU-begrotingsonderhandelingen.
Met het aantreden van een nieuwe Europese Commissie, Europees Parlement en voorzitter van de Europese Raad was 2024 een jaar van wisselingen in Europa. De Europese Raad nam in juni de Strategische Agenda aan om richting te geven aan de prioriteiten van de nieuwe Commissie voor de periode 2024-2029. De nieuw aangetreden Europese Commissie laat zich voor haar nieuwe termijn inspireren door de rapporten van Letta (interne markt)1, Draghi (concurrentievermogen)2, en Niinistö (weerbaarheid).
Strategische zelfstandigheid
Nederland heeft zich ingezet voor betere en meer werkbare Europese
regelgeving, die meer toegespitst wordt op de lokale context van
lidstaten. Ook heeft Nederland bijgedragen aan het versterkt engagement
van de EU om samenwerking met partnerlanden te intensiveren, en daarmee
weerbaarheid en het geopolitiek handelingsvermogen verder te versterken.
Nederland werkte middels de Taskforce Strategische Afhankelijkheden
(TFSA) aan het inzichtelijk maken en mitigeren van risico’s van
strategische afhankelijkheden3.Nederland heeft een
bijdrage geleverd aan de totstandkoming van de Net-Zero Industry
Act en Critical Raw Materials Act, waarmee onder andere
wordt gewerkt aan de leveringszekerheid van kritieke grondstoffen.
Nederland heeft zich richting de nieuwe Commissie ingespannen voor een effectiever Gemeenschappelijk Buitenlands- en Veiligheidsbeleid (GBVB). Een meer coherent EU buitenland beleid en betere besluitvorming waren daarbij de speerpunten.
Rechtsstatelijkheid
Nederland heeft zich hard gemaakt voor de bescherming van de rechtsstaat
in de EU en in dit kader onder meer deelgenomen aan de mondelinge
behandeling in de EU-Hofzaak over de Hongaarse anti-lhbtiq+-wetgeving.
De Nederlandse inzet was tevens gericht op de goede implementatie van de
MFK-rechtsstaatverordening door bij de Europese Commissie het belang van
een zorgvuldige toets te blijven benadrukken voordat bevroren middelen
worden vrijgegeven. Dit heeft geleid tot het definitief vervallen van
ca. EUR 1 miljard aan EU-cohesiemiddelen dat bestemd was voor
Hongarije.4
Migratie
Zoals vastgelegd in het regeerprogramma heeft het kabinet aan de
Europese Commissie kenbaar gemaakt dat Nederland een opt-out van de
Europese asiel- en migratiewetgeving wenst wanneer een verdragswijziging
aan de orde is.5Het kabinet heeft tevens per
9 december 2024 grenstoezicht aan de Nederlandse binnengrenzen
heringevoerd en de Commissie hiervan op de hoogte gesteld.
Nederland is in 2024 aan de slag gegaan met de implementatie van het
Asiel- en Migratiepact. Nederland heeft ingestemd met de herziening van
de Schengengrenscode, het opheffen van de persoonscontroles aan de
landsgrenzen met en tussen Bulgarije en Roemenië per 1 januari 2025 en
het verlengen van de richtlijn Tijdelijke Bescherming voor Oekraïense
ontheemden.
Het kabinet heeft de uitbreiding van de brede partnerschapsinzet van de
Commissie (met Egypte en Mauritanië) ondersteund, is één van de
koplopers bij de ontwikkeling van innovatieve partnerschappen, en
daarnaast voorzitter geworden van een werkgroep over terugkeer.
Groene en digitale transities
De groene groeiagenda heeft mede dankzij Nederlandse inspanningen een
centrale plek gekregen in de politieke prioriteiten voor de komende
Commissieperiode, inclusief aandacht voor uitvoeringsproblematiek en
betere regelgeving, implementatie van het Green Deal-wetgevingspakket en
verdere uitwerking van maatregelen om het 2040-doel te bereiken. Zo
heeft Nederland zich hard gemaakt voor aanpassingen in de
Natuurherstelverordening, waardoor onder andere het
verslechteringsverbod aangepast is van een resultaats- naar
inspanningsverplichting.
Nederland heeft bijgedragen aan de afronding van verscheidene Europese digitale wetgeving, waaronder de Europese digitale identiteit (eIDAS), en herziening van de Cyber Security Act. Daarnaast heeft Nederland een actieve rol gespeeld in de totstandkoming en afronding van de artificial intelligence (AI) Act.
Global Gateway
In het kader van de EU Global Gateway strategie heeft Nederland
samen met private partijen een aantal proposities voor grootschalige
projecten ontwikkeld op het gebied van agrologistiek en hernieuwbare
energie.6
Meerjarig Financieel Kader (MFK)
Op 1 februari 2024 bereikte de Europese Raad een politiek akkoord over
de tussentijdse herziening van het Meerjarig Financieel Kader, inclusief
de oprichting van de Oekraïne-faciliteit.
Het kabinet draagt in Brussel actief uit dat het geen voorstander is van het aangaan van gemeenschappelijke schulden voor nieuwe Europese instrumenten.
Bilaterale relaties
In 2024 zijn de relaties met EU-lidstaten verder verdiept en verstevigd.
De relatie met het Verenigd Koninkrijk is geïntensiveerd door o.a. de
bilaterale NL-VK North Sea Neighbours conferentie in Londen met het
gelijktijdige bezoek van Minister Veldkamp en Minister Klever. Ook
vonden er inkomende staatsbezoeken plaats van Spanje en Portugal. De
samenwerking met Polen en Tsjechië werd in 2024 verder versterkt
bijvoorbeeld op onderwerpen met gedeelde belangen. In dat kader bracht
de minister van Buitenlandse Zaken een bezoek aan Praag en ontving hij
zijn Poolse counterpart.
Sancties
Begin 2024 is de nieuwe sanctie-eenheid, die een interdepartementaal
coördinerende rol vervult, bij Buitenlandse Zaken formeel van start
gegaan. Nederland heeft actief bijgedragen aan de vormgeving van het
dertiende tot en met vijftiende sanctiepakket tegen Rusland. Daarnaast
zijn nieuwe regimes ingesteld in reactie op mensenrechtenschendingen in
Rusland en t.a.v. hybride dreigingen door Rusland wereldwijd. Het
Ministerie van Buitenlandse Zaken zette zich in om de anti-omzeiling
campagne voort te zetten: outreach en listings van een aanzienlijk
aantal entiteiten in een aantal derde landen, aanpak van de schaduwvloot
en aanpak van entiteiten betrokken bij Iraanse materiële steun aan
Rusland met drones en raketten.
Nederland heeft zich ook ingezet voor een ambitieuze Europese
sanctie-nalevingsagenda en het afromen van winsten op geblokkeerde
tegoeden van de Russische centrale bank ten faveure van Oekraïne.
Voor de modernisering van het sanctiestelsel heeft het kabinet de Wet internationale sanctiemaatregelen in 2024 in consultatie gebracht en de financiële en uitvoeringsconsequenties in kaart gebracht. Eind 2024 is besloten het centraal meldpunt sanctienaleving, waaraan verschillende departementen bijdragen, bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken onder te brengen.
Westelijke Balkan
Nederland zette zich in voor voortzetting van de intensieve samenwerking
met aandacht voor de verslechterde veiligheidssituatie en een
aanvullende bijdrage aan de missie EUFOR (European Union Force)
Althea in Bosnië en Herzegovina. Extra aandacht ging ook uit naar het
tegengaan van irreguliere migratie. Nederland gaf uitvoering aan een
strikte inzet op rechtsstaatshervormingen binnen het
EU-toetredingstraject en werd volwaardig lid van het investeringskader
voor de Westelijke Balkan (WBIF). Ook de politieke dialoog met
Westelijke Balkanlanden werd voortgezet, onder andere door een
EU-Westelijke Balkantop met deelname van premier Schoof, een bezoek van
voormalig premier Rutte aan Bosnië en Herzegovina en een inkomend bezoek
van de Montenegrijnse president.
Oostelijk partnerschap en Centraal-Azië
Nederland zet zich in voor nauwere banden met partners, de weerbaarheid
en regionale stabiliteit.
Zuidelijk Nabuurschap
Nederland schaarde zich achter de brede partnerschapsinzet van de EU,
die leidde tot het afsluiten van een breed en strategisch partnerschap
tussen de EU en Egypte in maart 2024. Hetzelfde gold voor de blijvende
EU-steun aan landen in de regio, waaronder Libanon, bij de bescherming
van vluchtelingen en migranten, opvang in de regio en
migratiemanagement.
Relaties met het Verenigd Koninkrijk en Zwitserland
Nederland heeft in EU-verband gevraagd opties te verkennen voor het
versterken van samenwerking op het gebied van buitenlandbeleid-,
veiligheid-, en defensiebeleid met het Verenigd Koninkrijk. Prioriteiten
voor Nederland zijn het behouden van zekerheid voor de Nederlandse
visserij en elektriciteitsafspraken die lange termijn zekerheid bieden.
Nederland heeft de Europese Commissie gesteund in de onderhandelingen
met Zwitserland over een pakket van nieuwe en te moderniseren
akkoorden.
EU-Turkije
Nederland bleef bereid om op een gefaseerde, proportionele en omkeerbare
wijze met Turkije samen te werken op onderwerpen van wederzijds belang.
Tijdens de Europese Raad van april is het strategisch belang van een
goede relatie met Turkije benadrukt. Hierbij werd ook onderstreept dat
een dialoog over mensenrechten en de rechtsstaat integraal onderdeel
blijft van deze relatie. Ook hechten de EU en Nederland bijzonder belang
aan voortgang in de onderhandelingen over een regeling voor Cyprus bij
het verder versterken van de samenwerking tussen de EU en Turkije.
EU-uitbreiding
Nederland staat zeer kritisch tegenover verdere uitbreiding van de EU en
houdt streng vast aan de eisen voor lidmaatschap, inclusief de
zogenoemde Kopenhagen-criteria. Hervormingen op het gebied van goed
bestuur, transparantie en de rechtsstaat zijn belangrijk en waar
mogelijk ondersteunt Nederland daarbij. Er worden geen concessies gedaan
aan deze criteria. Nederland bleef consistent aandringen op besluiten
gebaseerd op merites en het voldoen aan de eisen voor lidmaatschap.
Nederland steunde kandidaat-lidstaten bij het voldoen aan de criteria,
onder andere bij rechtsstaathervormingen en corruptiebestrijding.
Daarnaast werd aandacht besteed aan aansluiting bij het Gemeenschappelijk
Buitenlands en Veiligheidsbeleid (GBVB) en migratiesamenwerking. In
maart besloot de Europese Raad het signaal af te geven de
toetredingsonderhandelingen met Bosnië en Herzegovina te openen.
Nederland heeft hierbij benadrukt dat aan de Commissieaanbeveling van
oktober 2022 moet worden voldaan voordat een volgende stap kan worden
gezet. In lijn met aanbevelingen van de Commissie, stemde Nederland in
juni in met het aannemen van onderhandelingsraamwerken met Oekraïne en
Moldavië. Verder werden twee clusters met Albanië geopend en drie
hoofdstukken met Montenegro onder voorbehoud gesloten. De Europese Raad
benadrukte meermaals haar zorgen over de koers van de Georgische
regering en onderstreepte dat het toetredingsproces hiermee de facto tot
stilstand is gebracht. Nederland heeft tevens uitgedragen dat de impact
van uitbreiding in kaart dient te worden gebracht op basis van vier
pijlers: waarden, beleid, begroting en bestuur.7
Veiligheid: vrede, veiligheid en defensie
Oekraïne
Het nieuwe kabinet blijft Oekraïne onverminderd steunen op politiek,
humanitair, financieel, diplomatiek en militair vlak, zo lang als dat
nodig is. De hoge frequentie van bezoeken en contacten van de
minister-president en de ministers van Buitenlandse Zaken en Defensie
demonstreren de sterke groei in de relatie tussen Nederland en Oekraïne.
Belangrijke momenten waren de ondertekening op 1 maart 2024 van een
meerjarige bilaterale veiligheidsovereenkomst tussen Nederland en
Oekraïne, de levering van F-16’s en de medeondertekening van een G7+
steunverklaring over de wederopbouw van Oekraïne tijdens de high
level week van de Algemene Vergadering van de VN (AVVN).
Nederland spande zich in voor een rechtvaardige en duurzame vrede voor Oekraïne en nam deel aan werkgroepen en (online) bijeenkomsten onder de vredesformule, waaronder de vredestop in Buergenstock en conferenties in Parijs en Montreal. Nederland bleef, o.a. tijdens de AVVN high level week, oproepen tot waarborging van de soevereiniteit en territoriale integriteit van Oekraïne binnen de internationaal erkende grenzen en diens recht op zelfverdediging tegen de Russische agressie.
Op 8 februari 2024 is Nederland toegetreden tot het Ukraine Donor Platform, het internationale platform voor de coördinatie van de financiële noden en de wederopbouwinspanningen van Oekraïne. Nederland heeft dit jaar meerjarige steun voor 2024-2025 begroot voor onder meer kritiek herstel en humanitaire noden. Vanwege de aanhoudende, grootschalige aanvallen door Rusland op de Oekraïense energie-infrastructuur heeft de minister-president tijdens zijn bezoek in september 2024 een energiesteunpakket ter beschikking gesteld.
In 2024 is significante voortgang geboekt op ‘Restoring Justice’, punt 7 van het 10-punten-vredesplan van president Zelensky, waarop Nederland als partner van Oekraïne leidend is. Een belangrijke mijlpaal vormde de conferentie ‘Restoring Justice for Ukraine’, georganiseerd door Nederland, Oekraïne en de EU op 2 april 2024. De conferentie markeerde bovendien het operationeel worden van het Schaderegister Oekraïne. Onder voorzitterschap van Nederland vonden in 2024 voorbereidende consultaties plaats voor een claimscommissie, de tweede stap op weg naar een volwaardig compensatiemechanisme. Verder is in 2024 belangrijke voortgang geboekt met de besprekingen over een toekomstig agressietribunaal.
De NAVO als hoeksteen van ons veiligheidsbeleid
De benoeming van oud minister-president Rutte als nieuwe
secretaris-generaal weerspiegelt de goede reputatie van Nederland binnen
de NAVO. Nederland verzekerde daarnaast dat prioriteiten, zoals de steun
aan Oekraïne en een scherpe veroordeling van Rusland en zijn
belangrijkste enablers, terugkwamen in de verklaring van de
NAVO-top 2024. Nederland droeg bij aan NAVO-missies en operaties, zowel
op het NAVO-grondgebied zelf als daarbuiten, bijvoorbeeld via de
Nederlandse commandovoering van de NAVO-missie in Irak.
Gemeenschappelijk Veiligheids- en Defensiebeleid
Nederland behaalde positieve resultaten op het gebied van transparantie
en financieel toezicht tijdens de onderhandelingen over de strategische
herziening van de Europese Vredesfaciliteit. Daarnaast zette Nederland
in op een meer centrale rol voor de EU en Nederlandse belangen in de
onderhandelingen van het Europees Defensie-Industrie Programma, met het
doel een sterke Europese defensie-industrie te bevorderen.
Missies
Nederland leverde een bijdrage aan missies en operaties binnen Europa
(Litouwen, Polen, Moldavië, Bosnië-Herzegovina en Roemenië en
trainingsmissies voor Oekraïne), in de directe omgeving daarvan (Irak)
en (kleinschaliger) verder weg (Sahel, Hoorn, Midden-Oosten en in de
Rode Zee en de Indo-Pacific) t.b.v. maritieme veiligheid.
Ontwapeningsinitiatieven en wapenbeheersing
Nederland maakte het operationeel en financieel mogelijk dat de
Organisatie voor het Verbod van Chemische Wapens (OPCW) na de val van
het Assad regime nog resterende chemische wapens of grondstoffen
opspoort en verifieert, met als doel uiteindelijke vernietiging.
Daarnaast droeg Nederland als lid van de IAEA-bestuursraad actief bij
aan het voorkomen dat Iran kernwapens ontwikkelt, door het steunen van
een IAEA alomvattend rapport als stap naar verdere maatregelen en
financiële steun voor IAEA inspecties in Iran.
Nederland was in 2024 wederom voorzitter van het Non-Proliferation
and Disarmament Initiative. Onder Nederlands voorzitterschap
verschenen er gezamenlijke verklaringen omtrent nucleaire ontwapening,
non-proliferatie en vreedzaam gebruik van kernenergie en
-technologie.Het voorzitterschap van de Governmental Group of
Experts on Legal Autonomous Weapons geeft Nederland van 2024-2026
een sleutelrol in de internationale discussie over de regulering van
autonome/AI wapensystemen.
Het ministerie zette zich actief in voor de nationale Lange Termijn
Ruimte-agenda en nam initiatief voor de eerste interdepartementale
table top respons-oefening voor ruimte-incidenten.
REAIM en AI governance
Nederland was in september 2024 co-host van de tweede REAIM-conferentie
(Summit on Responsible Artificial Intelligence in the Military
Domain) in Seoel. Een door Nederland met Zuid-Korea geïnitieerde
eerste AVVN-resolutie over AI in het militaire domein is aangenomen met
grote internationale steun. De Global Commission on Responsible
Artificial Intelligence in the Military Domain – door Nederland
gelanceerd – is in 2024 van start gegaan.
Cyber
Nederland heeft stappen gezet richting een meer proactieve omgang met
cyberdreigingen. De attributie van een Chinese cyberoperatie tegen het
ministerie van Defensie, de verstoring van een Russische digitale
campagne, en de waarschuwing voor cyberoperaties door de Russische
militaire geheime dienst zijn voorbeelden van deze aanpak.
Nederland heeft ook in 2024 Oekraïne geholpen zijn digitale weerbaarheid
te versterken door cyberveiligheidsproducten ter beschikking te stellen
alsook toegang tot het internet via Starlink-satellieten te
financieren.
In het kader van de cyberweerbaarheid van de NAVO organiseerde Nederland
samen met Roemenië in Den Haag de NAVO Cyber Defence Pledge
Conference.
Nederland was in 2024 voorzitter van de Freedom Online Coalition. Onder het Nederlands voorzitterschap verschenen er verklaringen over o.a. informatie integriteit, cybercrime, AI. Dankzij Nederlandse inzet traden Zuid-Korea, Kaapverdië, Slovenië, Colombia en Armenië in 2024 toe tot de coalitie, die nu 42 leden telt.
Hybride
Het Nederlandse gastheerschap in 2024 van de Countering Foreign
Interference Summit en het International Partnership on
Countering State-Sponsored Disinformation droeg bij aan versterkte
samenwerking met gelijkgezinde landen bij het tegengaan van hybride
dreigingen en ongewenste buitenlandse inmenging.
Contraterrorisme
Nederland heeft een voortrekkersrol gespeeld bij het oprichten van een
nieuw sanctieregime gericht op het tegengaan van steun aan
Hamas/Palestijnse Islamitische Jihad. Nederland organiseerde de
Countering Hamas Conference in Den Haag. Op voordracht van
Nederland is de eerste rechts-terroristische organisatie op de nationale
en de Europese terrorismesanctielijst gezet.
Nationale Veiligheid
Nederland heeft met andere Noordzee-kuststaten een memorandum van
overeenstemming ondertekend ten behoeve van de bescherming van vitale
infrastructuur op zee.
Economische veiligheid
Middels gerichte investeringen in kennis- en capaciteitsopbouw heeft
Nederland een voortrekkersrol op het thema economische veiligheid
verkregen, zowel bilateraal als in EU verband. Nederland heeft
strategische economische veiligheidsdialogen gevoerd met partnerlanden
Verenigd Koninkrijk, Zuid-Korea en Australië.
Betrekkingen met landen en regio’s
Verenigde Staten
De Verenigde Staten zijn een onmisbare partner voor de Nederlandse en
Europese vrede, veiligheid en welvaart. Met veelvuldige contacten en
bezoeken aan de VS, waaronder een bezoek van de minister van
Buitenlandse Zaken in september 2024 is ingezet op het voortzetten en
versterken van de goede betrekkingen tussen Nederland en de VS. Ook in
EU- en NAVO-verband benadrukte Nederland het belang van de
trans-Atlantische relatie.
China
De Chinese opstelling contrasteerde sterk met de EU-visie op het
multilaterale stelsel, de internationale rechtsorde en politieke en
economische stabiliteit. Europese eenheid ten aanzien van China was en
is niet vanzelfsprekend. De Nederlandse besluitvorming over
exportcontrolemaatregelen op halfgeleiderapparatuur zorgde voor
spanningen in de relatie met China. Met veelvuldige contacten en
bezoeken (o.a. de minister-president en de minister van Buitenlandse
Handel en Ontwikkelingshulp) zijn de betrekkingen constructief gehouden.
Nederland werkte via een geïntegreerde aanpak aan weerbaarheid. Alle
departementen hebben actief bijgedragen aan het versterken van het China
Kennisnetwerk (CKN) en aan de Kamerbriefontwikkelingen
China-beleid[8.
Indo-Pacific
Onder meer door het bezoek van het fregat Zr. Ms. Tromp aan de
Indo-Pacific is de Nederlandse zichtbaarheid in de regio als betrouwbare
partner op zowel veiligheid als handel versterkt. Ook hebben Zuid-Korea
en Nederland als uitkomst van het staatsbezoek in 2023 een Strategic
Partnership Agreement (SPA) gesloten, waar in 2024 stappen gezet
zijn op o.a. het gebied van cyber, veiligheid, hightech
innovatiesamenwerking en economische weerbaarheid. Met Japan is de
samenwerking op onder meer economische veiligheid en defensie
verstevigd.
Nederland heeft in 2024 verdere stappen gezet op weg naar versterkte samenwerking met India op het gebied van veiligheid, het verdienvermogen en de weerbaarheid, en de brede bilaterale relatie met Indonesië is versterkt op onder meer economisch, cultureel en veiligheidsterrein.
Latijns-Amerika, Suriname en SIDS
Nederland investeerde in contact op politiek en hoogambtelijk niveau met
landen als Brazilië, Argentinië en Chili, o.a. over Venezuela. Na de
oneerlijk verlopen presidentsverkiezingen in Venezuela bood Nederland de
kandidaat van de oppositie tijdelijk onderdak op de Nederlandse
residentie.
In 2024 werd in nauwe samenwerking met de Surinaamse regering en belangengroeperingen de dialoog over de opvolging van de excuses voor het slavernijverleden voortgezet. De Speciaal Gezant Slavernijverleden beëindigde met het einde van het Herdenkingsjaar haar activiteiten.
In samenwerking met de Koninkrijkslanden werd in 2024 ingezet op een versterkt partnerschap met de SIDS (Small Island Development States) en werd met een brede Koninkrijksdelegatie deelgenomen aan de vierde SIDS-conferentie in mei 2024 in Antigua en Barbuda.
Armenië
In 2024 hebben Nederland en de EU Armenië op verschillende manieren
ondersteund. Zo is de EU Mission Armenia voortgezet en uitgebreid, een
civiele waarnemingsmissie die bijdraagt aan stabiliteit en veiligheid in
de regio. Daarnaast heeft de EU een steunpakket van EUR 10 miljoen
toegekend via de Europese Vredesfaciliteit. Bovendien heeft Nederland
EUR 10 miljoen bijgedragen via de Global Concessional Financing
Facility van de Wereldbank en een bilateraal project opgezet met
PUM (Programma Uitzending Managers), gericht op de economische en
sociale integratie van vluchtelingen in Armenië.
Moldavië
Nederland heeft de samenwerking met Moldavië verder geïntensiveerd door
in te zetten op het versterken van de rechtstaat en de weerstand tegen
hybride dreigingen.
Turkije
Nederland zette in op duurzame samenwerking met Turkije op terreinen van
wederzijds belang, zoals veiligheid, terrorismebestrijding en migratie.
Ter onderstreping van de brede en intensieve relatie vond ook in 2024
weer de Wittenburg-conferentie met Turkije plaats. Mensenrechten en
rechtsstaat blijven een integraal onderdeel van de relatie tussen
Turkije, de EU en Nederland, maar ook in de Raad van Europa.
Midden-Oosten, Noord-Afrika en Golf
De situatie in Gaza was ook in 2024 zeer zorgwekkend. Naast intensief
bilateraal diplomatiek contact met Israël, de Palestijnse Autoriteit en
de landen uit de regio, steunde Nederland de VN-veiligheidsraadresolutie
2735 die tot een onmiddellijk staakt-het-vuren oproept, en bracht een
voorstem uit op 11 december 2024 op de AVVN-resolutie ‘Demand for
Ceasefire Gaza’. Nederland heeft op 19 december 2024 een voorstem
uitgebracht voor de resolutie met een adviesaanvraag aan het
Internationaal Gerechtshof (IGH) over de verplichtingen van Israël ten
aanzien van het faciliteren van humanitaire hulp.
In Europees verband zijn verschillende Raadsconclusies aangenomen waarin de noodzaak van humanitaire hulp voor Gaza werd onderstreept. Tevens zijn conclusies aangenomen om het belang van naleving van het internationaal recht door alle partijen, waaronder ook de voorlopige maatregelen van het IGH, te onderstrepen.9 Het kabinet bleef aandringen op het bijeenkomen van de Associatieraad tussen de EU en Israël, en nam een actieve rol aan bij het tot stand komen van verschillende sanctiesporen, waaronder tegen Hamas en gewelddadige kolonisten. Daarnaast heeft Nederland in Europees verband antisemitisme geagendeerd. Samen met Frankrijk organiseerde Nederland een informele EU-bijeenkomst over antisemitismebestrijding.
Nederland heeft additioneel EUR 72 miljoen bijgedragen aan het verlichten van de noden in de Gazastrook, en heeft bijgedragen aan alternatieve vormen voor het verlenen van hulp, zoals de versterking van de landroute via Jordanië.
In 2024 heeft Nederland in Noord-Afrika ingezet op het uitbreiden en verder verdiepen van de brede bilaterale relaties, om daarmee Nederlandse kernbelangen veilig te stellen. Ook met Egypte, als belangrijke politieke speler in de regio, zijn de banden verder geconsolideerd. In Libië hebben voor het eerst sinds jaren gesprekken plaatsgevonden op hoog politiek niveau.
Golf
De belangrijkste zorgpunten ten aanzien van Iran waren in 2024 het
risico op regionale escalatie, de Iraanse nucleaire dreiging, de
levering van ballistische raketten aan Rusland en ongewenste inmenging
in Nederland. De inzet van Nederland was gericht op het tegengaan
hiervan. Daarnaast heeft Nederland zich ingezet voor de
mensenrechtensituatie in Iran.
Nederland heeft zich in 2024 politiek en militair ingezet voor
verbeterde veiligheid in de Rode Zee en Jemen.
Nederland heeft ingezet op het versterken van strategische samenwerking met de Arabische Golfstaten. Cruciaal gezien hun steeds assertievere rol op het geopolitieke toneel en daarnaast belangrijk voor het Nederlandse bedrijfsleven. De eerste EU-Gulf Cooperation Council (GCC) Top in oktober 2024 droeg hieraan bij.
Hoorn en Sahel
In 2024 bleef de veiligheids-, humanitaire en mensenrechtensituatie in
de Sahel (Mali, Burkina Faso, Niger) verslechteren. Met het oog op onze
belangen op geopolitiek, veiligheid en migratie, en om duurzame
ontwikkelingen in de Sahel en de bredere West-Afrikaanse regio te
bevorderen, blijft Nederland inzetten op dialoog met de regimes. In
navolging van de motie-Paternotte/Boswijk10
en het amendement Paternotte11 heeft het kabinet
EUR 500.000 vrijgemaakt voor journalistiek in West-Afrika.
De oorlog in Soedan leidde in 2024 tot vele burgerslachtoffers en acute hongersnood in delen van het land. Naast humanitaire steun bleef Nederland zich inzetten voor een staakt-het-vuren en humanitaire toegang. Nederland organiseerde o.a. een high-level VN-bijeenkomst in samenwerking met het Verenigd Koninkrijk en Zwitserland ten aanzien van Soedan, en bezocht Ethiopië en de Afrikaanse Unie in april. Tijdens dit bezoek riep Nederland ook op tot de-escalatie van spanningen tussen Ethiopië en Somalië, die verder ten koste konden gaan van regionale stabiliteit en de strijd tegen terreurgroep Al-Shabaab.
Waarden, democratie en internationale rechtsorde
Mondiaal multilateralisme
2024 was het tweede jaar van de implementatie van het Beleidskader
Mondiaal Multilateralisme12, met als doelen het
beschermen van de fundamentele principes van het multilaterale systeem,
het versterken van de positie van Nederland, de EU en gelijkgezinde
landen daarbinnen, en het hervormen van het systeem zodat het effectief
en representatief blijft. In het kader van versterkte Rijksbrede
samenwerking is het periodieke interdepartementaal overleg Mondiaal
Multilateralisme ingesteld en geoperationaliseerd. Daarnaast vonden drie
ministeriële overleggen plaats met het maatschappelijk middenveld via
het Breed Mensenrechten Overleg (BMO)
Mensenrechten, Democratie en Internationale Rechtsorde
De Beleidsnota Mensenrechten, Democratie en Internationale Rechtsorde13 werd verder in uitvoering gebracht.
Het bijbehorende Resultatenkader14 werd in 2024
gepubliceerd. Nederland is vanaf 1 januari 2024 lid van de VN
Mensenrechtenraad (MRR) voor een periode van drie jaar15.
Via de Mensenrechtenraad droeg Nederland succesvol bij aan onder meer de
verlenging van de mandaten voor rapporteurs en missies in Afghanistan,
Rusland, Soedan, Iran en Syrië. Daarnaast was Nederland organisator en
gastland van de eerste Internationale
Conferentie voor Aanklagers voor de bestrijding van
conflict-gerelateerde seksueel geweld. Ook was Nederland, samen
met Frankrijk en Duitsland, initiatiefnemer van het derde
EU-sanctiepakket tegen daders van seksueel en gender gerelateerd geweld
in DPRK, Syrië, Russische Federatie en Haïti.
Berechting IS-strijders
Het kabinet hecht waarde aan berechting, opsporing (waaronder
bewijsvergaring) en vervolging van misdrijven gepleegd door IS en zal
initiatief nemen tot het oprichten van een internationaal tribunaal en
de benodigde nationale stappen zetten. In 2024 zijn voorbereidende
stappen gezet om opties in kaart te
brengen.
MH17
Op 17 juli vond een waardige, door de Stichting Vliegramp MH17
georganiseerde 10-jaar herdenking plaats in aanwezigheid van Koning,
minister-president Schoof en ministers uit binnen- en buitenland. Het
Europees Hof voor de Rechten van de Mens hield op 12 juni een
hoorzitting over de inhoud van de Nederlandse statenklacht. De uitspraak
wordt medio 2025 verwacht. De raad van de Internationale
Burgerluchtvaartorganisatie (ICAO) hield in 2024 twee hoorzittingen over
respectievelijk de feiten en de juridische argumenten van de zaak van
Nederland en Australië tegen de Russische Federatie. Op 17 juni trok de
Russische Federatie zich uit de procedure terug. Conform de geldende
regels wordt de procedure zonder de Russische Federatie voortgezet.
Nederlanders Wereldwijd & Consulair
Consulaire crisisbeheersing en paraatheid
In 2024 speelden wereldwijd wederom meerdere crises waarbij Nederlanders
in nood kwamen. De sinds de Afghanistancrisis versterkte
crisisparaatheid van het ministerie van Buitenlandse Zaken en het
postennet werd bijvoorbeeld effectief ingezet bij de repatriëringen
vanuit Libanon16. De consulaire crisisinzet werd
intern geëvalueerd en geleerde lessen worden gebruikt ter verdere
verbetering o.a. ten aanzien van herziening evacuatie- en
repatriëringsbeleid, het opleiden en trainen van medewerkers, verdere
professionalisering van het Snel Consulair Ondersteuningsteam, het
crisisregistratiesysteem en de samenwerking met partnerlanden.
Voortzetting modernisering en digitalisering van consulaire
dienstverlening
Het digitaliseren van het Schengenvisumproces en het
reisdocumentenproces is in 2024 voortgezet en nadert voltooiing in 2025.
De nieuwe applicatie voor het Schengenvisumproces is in 2024 succesvol
getest en uitgerold op diverse ambassades en locaties van de externe
dienstverlener. De ontwikkelingen in het gebruik van consulaire data
ondersteunde het inzichtelijk maken van ontwikkelingen en het vormen van
beleid.
Ondanks een verder stijgende wereldwijde vraag naar kort verblijf visa is het ministerie erin geslaagd de wacht- en doorlooptijden voor de behandeling van visumaanvragen goeddeels binnen de gestelde termijnen van de EU Visumcode te brengen. Voorts is het visuminstrument strategisch ingezet op Europees niveau, zoals bijvoorbeeld op aandringen van Nederland het voorstel van de Commissie om de visumfaciliteringsovereenkomst tussen de EU en Georgië gedeeltelijk op te schorten.
De in 2024 verwachte snelle toename van aanvragen van aflopende paspoorten van Nederlanders in het buitenland (zogenaamde ‘paspoortpiek’) werd zoveel mogelijk tegemoet getreden in nauwe samenwerking met Nederlandse grensgemeenten, de Schipholbalie en de externe dienstverlener (VFS Global)17.
Internationaal cultuurbeleid
Nederland presenteerde een cultureel programma voor de Osaka wereldtentoonstelling 2025. Nederland was ook gastland van de Leipziger Buchmesse 2024. Middels een panel met voormalig Minister-President Rutte en Bondskanselier Scholz tijdens de Leipziger Buchmesse is het belang van democratie en rechtsstaat besproken. Nederland organiseerde de UNESCO conferentie om het 70-jarig bestaan van het Haags verdrag ter bescherming van cultureel erfgoed bij gewapend conflict te markeren. Voorts realiseerde Nederland een extra culturele inzet in Oekraïne voor bescherming en herstel van door de Russische agressie beschadigd erfgoed.
Het ingezette beleid inzake teruggave van cultureel erfgoed is succesvol voortgezet met onder andere Indonesië. De goede samenwerking met Suriname is op cultureel gebied versterkt, in lijn met de motie Van Hul/Belhaj18. Zo zijn er concrete afspraken gemaakt met Suriname over teruggave van geroofde koloniale kunstobjecten, erfgoedwetgeving, en meer culturele en expert-uitwisseling.
Postennet
Het kabinet heeft in het regeerprogramma een duidelijke richting gegeven aan het buitenlandbeleid. Zoals opgenomen in het regeerprogramma is besloten tot een taakstelling bij de rijksoverheid waarbij voor ambassades, consulaten en permanente vertegenwoordigingen in het buitenland bezuinigingen van tien procent moeten worden gerealiseerd in plaats van de eerder geplande 22 procent.
De posten fungeren als ogen en oren van Nederland in het buitenland, bieden hulp aan burgers, ondersteunen bedrijven en dragen bij aan thema’s zoals mensenrechten en veiligheid. Met name in Oekraïne, het Midden-Oosten en in een aantal landen in Afrika en Zuid-Amerika werd veel van de capaciteit ingezet om de veiligheidsontwikkelingen ter plaatse te volgen en extra consulaire dienstverlening te bieden.
Nederland als gastland
Om Nederland een aantrekkelijk gastland te laten zijn voor diplomatieke missies en internationale organisaties werkte het ministerie nauw samen met andere ministeries, gemeenten, uitvoeringsinstanties en veiligheidsorganisaties. Dit is essentieel voor het onderhouden van bilaterale betrekkingen en het bestendigen van de internationale reputatie van Nederland en het bevorderen van een goed functionerende internationale rechtsorde.
De conflicten om ons heen hebben veel impact op de verantwoordelijkheid van Nederland als gastland, met name op het gebied van beveiliging van ambassadeurs en rechters, alsmede het tegengaan van fysieke en cyber dreigingen richting ambassades en internationale organisaties die in Nederland gevestigd zijn.
3.1 Realisatie periodieke rapportages/beleidsdoorlichtingen
Beleidsdoorlichtingen en Periodieke Rapportages voor Buitenlandse Zaken worden uitgevoerd door de Directie Internationaal Onderzoek en Beleidsevaluatie IOB. Tot 2019 zijn beleidsdoorlichtingen uitgevoerd per beleidsthema. In de periode 2019-2022 zijn beleidsdoorlichtingen uitgevoerd per begrotingsartikel. Sinds 2023 worden periodieke rapportages uitgevoerd per beleidsthema conform de Strategische Evaluatie Agenda.
Voor het meest recente overzicht van de programmering van periodieke rapportages / beleidsdoorlichtingen, zie het overzicht ingepland en uitgevoerd onderzoek op evaluaties.rijksfinancien.nl.
Voor de realisatie van deze en andere grote (evaluatie)onderzoeken, zie Bijlage 3: Afgerond evaluatie- en overig onderzoek.
Veiligheid en stabiliteit | 2.1, 2.2, 2.3, 2.4, 2.5 | x | 31271-38 | ||||||
Wapenbeheersing, non-proliferatie | 2.3 | X | 33694-38 | ||||||
Europees nabuurschapsbeleid | 2.5, 3.2 | X | 22112-2837 | ||||||
Consulaire dienstverlening en uitdragen Nederlandse waarden | 4.1, 4.2, 4.3, 1.3 | X | 31271-33 | ||||||
Nederlandse samenwerking met de ontwikkelingsorganisaties van de Verenigde Naties | 5 | X | 31271-29 | ||||||
Periodieke Rapportage Veiligheid en stabiliteit – conclusies & aanbevelingen
Conclusies:
- Nederland heeft resultaten behaald, samen met bondgenoten en in breder internationaal verband.
- Overkoepelende strategieën behoeven verdere uitwerking om resultaatgerichter te kunnen werken.
- Er wordt, met name voor missies, steeds meer aandacht gegeven aan het dichten van de kloof tussen de beleidsambities en de invloedssfeer van het ministerie.
- Zorgdragen voor coherent beleid vormt een continue uitdaging.
- De binnen BZ aanwezige kennis en menskracht is wisselend.
- Er is onvoldoende aandacht voor monitoring, evaluaties en leren.
Aanbevelingen:
Aanbeveling 1: Breng in de geplande Buitenland en Veiligheidsvisie (BVV) en andere strategieën de oorzaak-gevolgketen tussen activiteiten en einddoelstellingen beter in kaart.
Aanbeveling 2: Blijf realistische doelstellingen formuleren die binnen de invloedssfeer van Nederland liggen en zorg voor realistische rapportages over de voortgang.
Aanbeveling 3: Directies en departementen moeten gezamenlijk constant aandacht blijven besteden aan de coherentie van beleid en de wijze waarop daar organisatorisch zo effectief mogelijk sturing op wordt gegeven.
Aanbeveling 4: In de relatie met andere departementen is het van belang dat BZ duidelijk uitdraagt wat de meerwaarde van BZ is. Daarbij moet BZ aansluiting zoeken bij de belangen van andere departementen.
Aanbeveling 5: Zoek naar manieren om het personeelsbeleid van BZ beter aan te laten sluiten bij de specialistische kennis die nodig is op verschillende deelterreinen van veiligheid en stabiliteit. Dit kan bijvoorbeeld door lopende pilots op het gebied van kennisopbouw en domeinsturing – als deze succesvol zijn – formeel vast te leggen en uit te breiden.
Aanbeveling 6: Geef meer aandacht aan monitoring en evaluatie om resultaatgericht werken te versterken. Het in kaart brengen van de verwachte oorzaak-gevolgketen tussen activiteiten en doelstellingen is daarvoor noodzakelijk.
Aanbeveling 7: Geef invulling aan de in deze rapportage genoemde thema’s (NAVO, hybride dreigingen, economische veiligheid en staatsopbouw) in de komende Strategische Evaluatie Agenda (SEA) en zoek daarvoor – waar relevant – samenwerking met andere betrokken ministeries.
3.2 Openbaarheidsparagraaf
Sinds 1 november 2023 is formeel het Woo-proces belegd bij de nieuwe Directie Open Overheid (DOO). DOO heeft tot doel om vanuit BZ en in het belang van het democratisch proces bij te dragen aan een open en transparante overheid. Het moet voor burgers en de samenleving duidelijk zijn welke besluiten genomen worden en welke afwegingen daaraan ten grondslag liggen. De directie DOO was in 2024 succesvol in het centraal coördineren en afhandelen van Woo- en andere informatieverzoeken, evenals het leveren van informatie aan de Tweede Kamercommissie Parlementaire Enquête Corona (PECO). De organisatie ervaart een positieve rol en ondersteuning door DOO.
Passieve openbaarmaking
In 2024 zijn 155 Woo-verzoeken in behandeling genomen. Dit is een
stijging ten opzichte van de voorgaande jaren. Om de doorlooptijd van
Woo-verzoeken verder te verkorten is in 2024 de procesbeschrijving
verbeterd. Ook besteedde DOO meer dan voorheen aandacht aan de verzoeker
om de informatievraag te specificeren en is energie gestoken in de
ontwikkeling van een Woo Verzoek Volgsysteem (WVV), de eigen
informatiehuishouding en registratie van verzoeken. Door de verbeterde
registratie kon DOO makkelijker en sneller dan eerder cijfers aan
ministerie BZK aanleveren voor het Rijksdashboard Woo-in-cijfers. Tot
slot is ook een start gemaakt met het nemen van meer deelbesluiten om
het proces te versnellen.
Actieve openbaarmaking
In 2024 is de verplichting behaald om de eerste vijf
Woo-informatiecategorieën per 1 november 2024 actief te openbaren.
Daarnaast is geïnventariseerd welke processen en informatie relevant
zijn voor verdere actieve openbaarmaking in 2025 bij de andere
informatiecategorieën.
3.3 Onderuitputting
De Tweede Kamer verzoekt het Kabinet om bij de verantwoording over het jaar 2024 te reflecteren op onderuitputting na de tweede suppletoire begroting. Hieronder wordt de totale onderuitputting gepresenteerd. Daarbij worden de grootste en/of belangrijkste meevallende realisaties apart toegelicht. De overige meevallende realisaties maken deel uit van van de post «overige meevallers beleidsartikelen».
Stabiliteitsfonds | ‒ 14.054 | ‒ 0,1% |
VN-Crisisbeheersingsoperaties | ‒ 15.163 | ‒ 0,1% |
Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband: Overige | ‒ 15.200 | ‒ 0,1% |
Hogere ontvangsten restitutie programma's | ‒ 6.188 | ‒ 0,1% |
Europese Vredesfaciliteit | ‒ 7.667 | ‒ 0,1% |
Hogere consulaire ontvangsten | ‒ 6.140 | ‒ 0,1% |
Overige meevallers beleidsartikelen | ‒ 5.583 | ‒ 0,1% |
HGIS nog onverdeeld | ‒ 17.228 | ‒ 0,2% |
Middelenafspraak | ‒ 62.754 | ‒ 0,6% |
Hoog Risico posten | ‒ 34.800 | ‒ 0,3% |
Overschrijding apparaat | 17.221 | 0,2% |
Totaal | ‒ 167.556 | ‒ 1,6% |
Lagere uitgaven Stabiliteitsfonds (artikel 2)
Op het Stabiliteitsfonds werden uitgaven voor civiele experts
geadministreerd. In lijn met de rijksbegrotingsvoorschriften en op
verzoek van de ADR zijn deze kosten geboekt op het apparaatsbudget, wat
leidt tot een lagere realisatie op het Stabiliteitsfonds budget (zie
Decemberbrief 2024). Daarnaast is sprake van een omlabeling van
specifiek naar generaal, conform instructie vanuit het Ministerie van
Financiën. Dit wordt zichtbaar als onderuitputting op het uitgavenbudget
van dit beleidsartikel.
Lagere uitgaven VN-Crisisbeheersingsoperaties (artikel 2)
De Nederlandse contributie aan VN-vredesmissies viel in 2024 lager
uit dan voorzien. De hoogte van de bijdragen aan VN-vredesmissies wordt
jaarlijks voor elke vredesmissie separaat vastgesteld door de VN waarin
de recente ontwikkelingen rond elke vredesmissie zorgen voor variatie in
de hoogte van de jaarlijkse bijdragen.
Lagere uitgaven Bevordering van veiligheid, stabiliteit en
rechtsorde in internationaal verband: Overige (artikel 2)
Zoals toegelicht in de tweede suppletoire begroting is dit met name het
gevolg van de verdeling van het nog te verdelen non-ODA budget onder
«Overige» over verschillende artikelonderdelen.
Hogere ontvangten restituties programma's (artikel 2)
De hogere ontvangstenrealisatie is grotendeels het gevolg van een
restitutie vanuit het NAVO Afghanistan National Army Trust Fund, zoals
toegelicht in de tweede suppletoire begroting. Daarnaast is een bedrag
terugontvangen vanuit het Northern Dimension Environmental Partnership
(NDEP) fonds van de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling.
Europese Vredesfaciliteit (artikel 3)
De Nederlandse bijdrage aan de Europese Vredesfaciliteit valt in 2024
lager uit dan begroot omdat betaalafroepen door de Europese Commissie
voor EPF-steunmaatregelen in 2024 lager uitvielen dan verwacht.
Hogere consulaire ontvangsten (artikel 4)
In 2024 zijn de consulaire ontvangsten hoger uitgevallen dan verwacht.
Dit komt zowel door hogere paspoort als hogere visa ontvangsten en is
eerder aangegeven in de tweede suppletoire begroting 2024 en in de
Decemberbrief BZ 2024.
HGIS nog onverdeeld (artikel 6)
De middelen op dit artikel hadden geen bestemming. Het is immers een
onverdeeld artikel. Aan het einde van het jaar valt het bedrag op
artikel 6 vrij binnen de HGIS en wordt het via de eindejaarsmarge van de
HGIS opgevraagd in de volgende jaren.
Middelenafspraak huisvesting (artikel 7)
De uitgaven voor huisvesting zijn lager dan oorspronkelijk begroot. De
investeringen voor huisvesting in 2024 vielen lager uit dan begroot. Dat
komt onder meer doordat een aantal projecten is doorgeschoven naar 2025
vanwege langere doorlooptijden van de aanbesteding. Verder zijn de
aankopen van Boedapest en Nairobi later geëffectueerd, zodat de
restantbetalingen in 2025 zullen plaatsvinden.
Hoog Risico posten (artikel 7)
Zoals aangegeven in de tweede suppletoire begroting is het budget
voor de Hoog Risico posten niet besteed in 2024.
Overschrijding apparaat (artikel 7)
Deze overschrijding wordt veroorzaakt doordat in lijn met de
rijksbegrotingsvoorschriften en op verzoek van de ADR ruim
EUR 16 miljoen aan externe inhuur op beleidsartikel 2 en beleidsartikel
4 is overgeveld naar «eigen personeel» op apparaatsartikel 7.
Focusonderwerp Jaarverslag 2024: Prioriteren van beleid met aandacht voor de uitvoering en arbeidsmarkt
Het focusonderwerp voor het jaarverslag 2024 is het thema 'Prioriteren van beleid met aandacht voor de uitvoering en arbeidsmarkt'.
De hierboven gerapporteerde onderuitputting op de programmabudgetten betreft incidentele mutaties en heeft geen directe link met krapte op de arbeidsmarkt.
Afgelopen jaren hebben we wel onderuitputting op de personeelsbudgetten gezien. Dit komt doordat er via intensiveringsmiddelen van twee opeenvolgende kabinetten extra middelen beschikbaar waren gesteld voor fte’s. De volledige uitputting van die intensiveringsmiddelen voor fte’s kostte tijd. Dit kwam niet zozeer door krapte op de arbeidsmarkt, maar door de overplaatsings- en wervingssystematiek bij BZ. Het invullen van nieuwe functies bij BZ geschiedt hoofdzakelijk via doorstroom (interne overplaatsingen). Instroom vindt in hoofdzaak plaats aan de voet van de organisatie mede op basis van beschikbaarheid van startfuncties. Dat leidt ertoe dat de personele groei in een ander, vertraagd jaarritme tot stand komt ten opzicht van de formatieve groei. Arbeidsmarktfactoren spelen daarbij echter geen rol. Via instroom aan de voet is er geen probleem om aan geschikte kandidaten te komen.
In de bedrijfsvoering ervaart BZ met name arbeidsmarktkrapte bij de werving van specialistische functies, zoals IT-specialisten, juristen, financials en binnen het consulaire domein. Met name voor IT-specialisten wordt daarom vaak een beroep gedaan op ZZP-ers. Aangezien er gebudgetteerd wordt op basis van reguliere loonkosten en de inhuur van een IT-specialist substantieel duurder is dan inzet op basis van een reguliere arbeidsovereenkomst, legt dit druk op de begrotingsuitputting. Daardoor leidt arbeidsmarktkrapte van (IT-)specialisten hier paradoxaal genoeg niet tot onderuitputting.
Tijdens het maken van beleid wordt geen onderzoek gedaan naar de arbeidsmarktsituatie en impact hiervan op het beleid, aangezien BZ werft aan de voet van de organisatie en daar juist een overschot aan aanbod is. Voor het uitrollen van projecten, waarbij specialistische IT-functies een cruciale rol spelen, wordt wel rekening gehouden met (verwachte) bezetting en vacatures. Indien nodig stelt BZ haar ambities op het vlak van IT-vernieuwing bij, waarbij projecten worden uitgesteld of niet opgepakt vanwege hogere prioritaire ontwikkelingen die voorrang moeten krijgen.
BZ is momenteel aan het verkennen of het ontwikkelen van een instrumentarium t.a.v. kennismanagement wenselijk is en zo ja of er mogelijkheden zijn om deze te ontwikkelen. Hiernaast wordt gewerkt aan het in kaart brengen van opties voor de duurzame bemensing van het postennet in de toekomst.
3.4 Overzicht risicoregelingen
Artikel 3 (Effectieve Europese Samenwerking) | Raad van Europa | 176.743 | 110.703 | 0 | 287.446 | 0 | 287.446 | 0 |
Totaal | 176.743 | 110.703 | 0 | 287.446 | 0 | 287.446 | 0 |
Raad van Europa
De garanties voor de Ontwikkelingsbank van de Raad van Europa (CEB) zijn
vastgesteld in EUR. De Ontwikkelingsbank van de Raad van Europa is in
1956 opgericht met het doel om de Raad van Europa eigen financiële
middelen te geven om zelfstandig activiteiten te kunnen uitvoeren. De
bank verstrekt leningen voor uitvoering van projecten aan overheden en
andere instanties op de volgende drie gebieden: integratie van
vluchtelingen en migranten, duurzame en inclusieve (economische) groei,
en klimaat. Het vermogen van de bank is opgebouwd uit bijdragen van de
drieënveertig lidstaten en de aandeelhouders. Het Nederlands stemaandeel
binnen de CEB bedraagt 3,669%. Op 31 december 2024 bedroeg het
Nederlandse totale aandeel na de kapitaalverhoging (ingetreden op
29 februari 2024) in de CEB EUR 353.082.000 waarvan EUR 51.113.711
inbetaald en EUR 287.446.343 oproepbaar kapitaal. Het nog niet
volgestorte deel van de verhoging bedraagt EUR 14.521.855.
4. Beleidsartikelen
4.1 Artikel 1: Versterkte internationale rechtsorde
A. Algemene doelstelling
Het bevorderen van een goed functionerende internationale rechtsorde inclusief gastlandbeleid, met een blijvende inzet op mensenrechten, als integraal onderdeel van het buitenlandbeleid.
Een sterke rechtsorde en eerbiediging van mensenrechten maken de wereld stabieler, veiliger, vrijer en welvarender. Dit vereist goed functionerende internationale instellingen en organisaties met een breed draagvlak en voortdurende inzet tegen straffeloosheid. De positie van Nederland als gastland voor Internationale Organisaties (IO’s) en diplomatieke missies, in het bijzonder organisaties met een mandaat op het gebied van vrede en recht, biedt een goed uitgangspunt voor de bevordering van de ontwikkeling van internationale rechtsorde. Deze rechtsorde is onlosmakelijk verbonden met universele mensenrechten. De bevordering van mensenrechten is een kernelement van het Nederlands buitenlandbeleid
B. Rol en verantwoordelijkheid
De regering zet zich concreet in voor de volgende prioritaire thema’s: vrijheid van meningsuiting (off- en online), de vrijheid van religie en levensovertuiging, gelijke rechten voor vrouwen en meisjes, mensenrechtenverdedigers, gelijke rechten voor lesbiennes, homoseksuelen, biseksuelen, transgender, intersekse en queer personen, en de strijd tegen straffeloosheid voor de meest grove mensenrechtenschendingen. Daarnaast heeft Nederland de verantwoordelijkheid de in Nederland gevestigde instellingen te ondersteunen opdat deze onafhankelijk, veilig en efficiënt kunnen functioneren.
De Minister van Buitenlandse Zaken is verantwoordelijk voor:
Stimuleren
- Van een effectief stelsel van internationale organisaties, inclusief financiële bijdrage, om een stabiele internationale omgeving te scheppen en de internationale rechtsorde te versterken.
- Van een betere mensenrechtensituatie mede door het financieren en uitvoeren van projecten via bilaterale en multilaterale kanalen ter bevordering van prioritaire mensenrechtenthema’s.
- Van de internationaal toonaangevende positie van Nederland als gastland voor IO’s door het bijdragen aan een aantrekkelijk vestigingsklimaat voor IO’s, alsmede voor het gastlandbeleid ten aanzien van in Nederland gevestigde diplomatieke missies.
Regisseren
- Interdepartementale coördinatie ten behoeve van een coherente en consistente Nederlandse inzet in internationale organisaties ter bevordering van de internationale rechtsorde en mensenrechten.
- Waarborgen van nauwe rijksbrede samenwerking bij de uitvoering van gastlandbeleid, inclusief de uitvoering van zetelverdragen; waarborgen van eenduidige en heldere communicatie vanuit de Rijksoverheid met IO’s en diplomatieke missies.
Financieren
- Bijdragen ten behoeve van goed functionerende internationale instellingen.
- Bijdragen ter bescherming en bevordering van mensenrechten.
- Bijdragen ten behoeve van goed functioneren van in Nederland gevestigde IO’s en diplomatieke missies en aan de internationale zichtbaarheid van Nederland als gastland van IO’s.
C. Beleidsconclusies
Gastlandbeleid
Het ontwikkelde en uitgevoerde beleid en de bijbehorende resultaten in
2024 waren conform de verwachtingen zoals opgenomen in de
BZ-begroting.
Internationale rechtsorde
Door de praktische en financiële ondersteuning van twee nieuwe
Oekraïne-accountability organisaties (ICPA en Schaderegister) en het
vastleggen van meerjarige financiering t.b.v. het compensatiemechanisme
versterkt Nederland zijn positie als gastland voor organisaties met een
mandaat op het gebied van vrede en recht en draagt Nederland daarmee bij
aan de bevordering van de internationale rechtsorde.
D. Budgettaire gevolgen van beleid
Art. | Verplichtingen | 105.565 | 113.861 | 261.584 | 122.419 | 100.729 | 146.865 | ‒ 46.136 |
Uitgaven | 124.879 | 126.399 | 139.797 | 154.776 | 148.688 | 179.140 | ‒ 30.452 | |
1.1 | Goed functionerende internationale instellingen met een breed draagvlak | 49.795 | 51.060 | 54.524 | 77.390 | 61.587 | 97.875 | ‒ 36.288 |
Subsidies (regelingen) | 3.044 | 3.894 | 1.086 | 2.169 | 2.972 | 33.750 | ‒ 30.778 | |
Internationaal recht | 3.044 | 3.894 | 1.086 | 2.169 | 1.479 | 33.750 | ‒ 32.271 | |
Accountability Oekraïne | 0 | 0 | 0 | 0 | 1.493 | 0 | 1.493 | |
Opdrachten | 0 | 1.034 | 3.118 | 1.062 | 1.518 | 0 | 1.518 | |
Verenigde Naties | 0 | 1.034 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Internationaal recht | 0 | 0 | 3.118 | 1.062 | 1.518 | 0 | 1.518 | |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | 46.751 | 46.132 | 50.320 | 74.159 | 57.097 | 64.125 | ‒ 7.028 | |
Verenigde Naties | 34.650 | 34.065 | 33.650 | 38.268 | 40.134 | 35.295 | 4.839 | |
OESO | 7.245 | 7.423 | 7.543 | 13.958 | 2.513 | 8.345 | ‒ 5.832 | |
Internationaal Strafhof | 4.856 | 4.644 | 6.166 | 4.600 | 5.479 | 4.650 | 829 | |
Internationaal recht | 0 | 0 | 2.961 | 17.333 | 2.218 | 15.835 | ‒ 13.617 | |
Accountability Oekraïne | 0 | 0 | 0 | 0 | 6.753 | 0 | 6.753 | |
1.2 | Bescherming en bevordering van mensenrechten | 68.526 | 62.853 | 68.850 | 68.143 | 67.968 | 67.402 | 566 |
Subsidies (regelingen) | 23.753 | 19.788 | 23.941 | 21.242 | 22.100 | 20.722 | 1.378 | |
Mensenrechtenfonds | 23.753 | 19.788 | 23.941 | 21.242 | 22.100 | 20.722 | 1.378 | |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | 44.773 | 43.065 | 44.909 | 46.901 | 45.868 | 46.680 | ‒ 812 | |
Mensenrechtenfonds | 32.123 | 29.560 | 32.794 | 36.091 | 36.194 | 37.030 | ‒ 836 | |
Mensenrechten multilateraal | 12.650 | 13.505 | 12.115 | 10.810 | 9.674 | 9.650 | 24 | |
1.3 | Gastandbeleid internationale organisaties | 6.558 | 12.486 | 16.423 | 9.243 | 19.133 | 13.863 | 5.270 |
Subsidies (regelingen) | 1.100 | 7.313 | 7.570 | 6.053 | 7.291 | 6.849 | 442 | |
Carnegiestichting | 1.100 | 7.313 | 7.570 | 6.053 | 7.291 | 6.849 | 442 | |
Bijdrage aan agentschappen | 2.048 | 1.356 | 6.513 | 110 | 10.005 | 5.448 | 4.557 | |
Vredespaleis | 2.048 | 1.356 | 6.513 | 110 | 10.005 | 5.448 | 4.557 | |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | 3.410 | 3.817 | 2.340 | 3.080 | 1.837 | 1.566 | 271 | |
Internationaal Strafhof | 993 | 988 | 901 | 861 | 772 | 796 | ‒ 24 | |
Speciaal Tribunaal Libanon | 2.015 | 2.330 | 815 | 1.489 | 0 | 0 | 0 | |
Nederland Gastland | 402 | 499 | 624 | 730 | 1.065 | 770 | 295 | |
Ontvangsten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
E. Toelichting op de instrumenten
Verplichtingen
De verplichtingenrealisatie van artikel 1 Versterkte internationale rechtsorde valt lager uit ten opzichte van de vastgestelde begroting 2024. Dit wordt grotendeels veroorzaakt door een kasschuif van EUR 33 miljoen op het budget voor het toekomstige agressietribunaal voor Oekraïne van 2024 naar 2026, zoals toegelicht in de suppletoire begroting september. Daarnaast daalde het verplichtingenbudget op het Mensenrechtenfonds als gevolg van de minder aangegane meerjarige verplichtingen. In 2025 zal het Mensenrechtenfonds worden herzien en daarom is de posten verzocht geen meerjarige verplichtingen aan te gaan.
Uitgaven
Artikelonderdeel 1.1
De realisatie van artikelonderdeel 1.1 Goed functionerende
internationale instellingen met een breed draagvlak valt ruim
EUR 36 miljoen lager uit ten opzichte van de vastgestelde begroting
2024. Dit is met name het gevolg van een kasschuif van EUR 33 miljoen op
het budget voor het toekomstige agressietribunaal voor Oekraïne van 2024
naar 2026. Daarnaast is binnen dit artikelonderdeel budget voor
accountability Oekraïne overgeheveld naar nieuwe budgetplaatsen, wat
leidt tot een lagere realisatie op het budget voor internationaal recht
en een hogere realisatie op de budgetten voor Oekraïne accountability.
Beide mutaties zijn reeds toegelicht in de suppletoire
begroting september.
Artikelonderdeel 1.2
De uitgavenrealisatie voor Mensenrechtenfonds subsidies valt hoger uit.
In de eerste
suppletoire begroting is een stijging van ongeveer
EUR 1,5 miljoen op artikelonderdeel 1.2 gemeld als gevolg van het
amendement Sjoerdsma 36410-V nr. 15 over het terugdraaien van een
bezuiniging van EUR 2 miljoen op het Mensenrechtenfonds voor het
begrotingsjaar 2024. Dit bedrag is toegevoegd aan het uitgavenbudget
Mensenrechtenfonds bijdragen aan (intern-)nationale organisaties. Na de
tweede suppletoire begroting hebben echter relatief meer uitgaven dan
verwacht plaatsgevonden binnen het financiële instrument subsidies
waardoor het Mensenrechtenfonds subsidies een overschrijding en het
Mensenrechtenfonds bijdragen aan (inter-)nationale organisaties een
onderschrijding vertoont.
Artikelonderdeel 1.3
De uitgavenrealisatie voor de bijdrage aan het Vredespaleis valt met
circa EUR 4,6 miljoen hoger uit dan geraamd tijdens de begroting 2024.
Dit komt voornamelijk door de toevoeging van de eindejaarsmarge van
EUR 5,2 miljoen voor het Vredespaleis ten tijde van de eerste
suppletoire begroting.
4.2 Artikel 2: Veiligheid en stabiliteit
A. Algemene doelstelling
Het bevorderen van de Nederlandse en internationale veiligheid en stabiliteit door doelgerichte bilaterale en multilaterale samenwerking en het bevorderen van democratische transitie in prioritaire gebieden, vooral in de ring rond Europa en het Koninkrijk. Veiligheid is geen vanzelfsprekendheid. De internationale omgeving verandert snel en ingrijpend. Wat er in de wereld om ons heen gebeurt, heeft direct gevolgen voor onze eigen veiligheid en voor onze welvaart. Veel van de grensoverschrijdende dreigingen waaraan Nederland bloot staat, zijn van een dusdanige omvang en complexiteit dat een geïntegreerde aanpak en samenwerking in internationaal verband geboden is. Voorbeelden zijn de proliferatie van massavernietigingswapens, terrorisme en gewelddadig extremisme, ongewenste buitenlandse inmenging door statelijke actoren, grensoverschrijdende, georganiseerde criminaliteit en cyberdreigingen.
B. Rol en verantwoordelijkheid
De basis voor de inzet van het kabinet op nationale veiligheid ligt besloten in de Veiligheidsstrategie voor het Koninkrijk der Nederlanden (Veiligheidsstrategie). Hierin worden de strategische doelstellingen voor de periode van 2023 tot 2029 uiteengezet. De Veiligheidsstrategie combineert de interne en externe dimensie van veiligheid. De minister van Buitenlandse Zaken geeft invulling aan de internationale dimensie van de Veiligheidsstrategie.
De Minister van Buitenlandse Zaken is verantwoordelijk voor:
Stimuleren
Bevorderen en bewaken van de coherentie en consistentie van de Nederlandse inzet in bilateraal en multilateraal verband gericht op grotere veiligheid en duurzame stabiliteit, onder andere door:
- Nederlandse bijdragen in het kader van de EU, de VN, de NAVO en de OVSE.
- Deelname aan ad hoc coalities zoals het Non-Proliferation and Disarmament Initiative (NPDI) en de Friends of the CTBT (Alomvattend Kernstopverdrag).
- Een vooraanstaande rol spelen op het gebied van de versterking van het internationaalrechtelijk en normatief kader betreffende cyberspace, door middel van activiteiten gericht op zowel capaciteitsopbouw als op internationale consultatie.
- De Nederlandse actieve rol binnen het Global Counter Terrorist Forum en de Global Coalition to Counter/Defeat ISIS.
- Preventie aan de bron, door in risicolanden samenwerking te zoeken om de dreiging van radicalisering, gewelddadig extremisme en terrorisme te verminderen.
- Grote inzet op fysieke veiligheid van burgers via het Nederlandse humanitair ontmijnen en clustermunitie programma.
- De veiligheidsbehoeftes van de bevolking centraal te stellen onder andere door conflictpreventie-benadering (Early Warning & Early Action), en het benadrukken van accountability en good governance via Security Sector Reform (SSR) programma’s.
- Deelname aan crisisbeheersingsoperaties in multilateraal verband en inzet voor verbetering van de effectiviteit van deze operaties.
Regisseren
- Artikel 100-procedures ter voorbereiding van besluitvorming betreffende wereldwijde inzet van de krijgsmacht in crisisbeheersingsoperaties conform het Toetsingskader 2014, in nauwe afstemming met de Minister van Defensie, de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp en de Minister van Justitie en Veiligheid.
- De toepassing van terrorismesancties/Sanctieregeling 2007 als onderdeel van het sanctiebeleid, uitgevoerd in overeenstemming met de ministers van Financiën en Justitie en Veiligheid.
- In het kader van een zorgvuldig en transparant wapenexportbeleid draagt de Minister van Buitenlandse Zaken verantwoordelijkheid voor de buitenlandpolitieke toetsing van Nederlandse vergunningaanvragen voor wapenexporten. De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp is eindverantwoordelijk voor het afgeven van de wapenexportvergunningen.
Financieren
- Bijdragen aan goede internationale samenwerking ter bevordering van de eigen en bondgenootschappelijke veiligheid, waaronder aan de NAVO.
- Bijdragen ter bestrijding en terugdringing van internationaal terrorisme en andere vormen van grensoverschrijdende georganisserde criminaliteit, waaronder aan het International Centre for Counter-Terrorism, het Global Counter Terrorism Forum en de Regionale Veiligheidscoördinatoren binnen het BZ postennet.
- Bijdragen ter bevordering van ontwapening en wapenbeheersing en bestrijding van proliferatie van massavernietigingswapens, waaronder aan het Internationaal Atoomenergie Agentschap (IAEA) en de Organisatie voor het Verbod op Chemische Wapens (OPCW).
- Bijdragen ter bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband vanuit het Budget Internationale Veiligheid, in samenspraak met de Minister van Defensie, de Minister van Justitie en Veiligheid en de Minister voor BHO, waaronder bijdragen aan crisisbeheersingsoperaties van de VN, de EU, de NAVO en de OVSE en flankerende activiteiten gefinancierd uit het Stabiliteitsfonds.
- Bijdragen ter bevordering van transitie in prioritaire gebieden, met name in de ring rond Europa via het in 2016 ingestelde Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen (NFRP). Het NFRP bestaat uit het programma voor Maatschappelijke Transformatie (MATRA), gericht op (Zuid)Oost-Europa, en het Shiraka-programma, gericht op de Arabische regio. Ook vanuit het Stabiliteitsfonds worden programma’s in een aantal landen in deze regio’s gefinancierd.
- Bijdragen aan conflictpreventie via uitvoering Early Warning & Early Action beleid, mede gefinancierd vanuit het Stabiliteitsfonds.
- Bijdragen aan normstelling en internationaal recht, bevordering van mensenrechten en capaciteitsopbouw in cyberspace.
- Bijdrage aan de fysieke veiligheid van mensen via meerjarig humanitair ontmijnen en clustermunitieprogramma.
- Bijdragen aan Security Sector Reform (SSR) programma’s ter bevordering van effectiviteit, legitimiteit, oversight en accountability van veiligheidsactoren vanuit het Stabiliteitsfonds.
- Bijdragen aan (NGO/Arms Trade Treaty (ATT)) programma’s, die regulering en transparantie van de internationale wapenhandel bevorderen.
C. Beleidsconclusies
Matra
In 2024 waren er incidentele ophogingen van het MATRA-budget. Dit
betreft EUR 1 miljoen voor projecten in Oekraïne die zich richten op de
versterking van de rechtsstaat en steun aan het maatschappelijk
middenveld. Daarnaast is via European Delegated Cooperation in
2024 wederom EUR 1 miljoen ingezet voor een project m.b.t. het
doorlichten van rechters in Moldavië. Ook vond een ophoging plaats van
het budget van EUR 2 miljoen i.v.m. het amendement van het lid Piri c.s.
(februari 2022)19, die is ingezet voor projecten in
Oekraïne, Servië, Moldavië, Armenië en Belarus. In december 2024 zijn er
2 extra projecten gefinancierd in Georgië ter ondersteuning van
journalisten en voor juridische bijstand van demonstranten.
Shiraka
De uitvoering van het Shiraka programma en de bijbehorende resultaten in
2024 waren conform de doelstellingen, zoals opgenomen in de
BZ-begroting.
Afrikastrategie
2024 was het eerste volle jaar van de uitvoering van de rijksbrede
Afrikastrategie 2023-2032. De Kamer heeft motie Boswijk C.S.20aangenomen, waarin wordt verzocht de
Kamer te informeren over consequenties van beleidskeuzes en
bezuinigingen voor de actieagenda van de Afrikastrategie.
Sahel
In navolging van de motie-Paternotte/Boswijk21
en het amendement Paternotte22 heeft het kabinet
EUR 500.000 vrijgemaakt voor journalistiek in West-Afrika.
Nationale veiligheid
Nederland heeft zijn bijdrage aan crisismanagementoefeningen binnen de
NAVO en de EU vergroot door o.a. deelname met meer personeel en op hoger
niveau. Hiermee is de collectieve weerbaarheid versterkt.
Caribisch gebied en Indo-Pacific (SIDS)
Het DRRS (Dutch Disaster Risk Reduction & Surge Support)
programma van RVO werd met een bijdrage van het ministerie van
Buitenlandse Zaken van EUR 500.000 opengesteld voor de SIDS om
technische expertise te kunnen ontvangen voor onder meer de effecten van
klimaatverandering.
Suriname
Het ministerie van Buitenlandse Zaken financiert de Anton de Kom
leerstoel aan de Vrije Universiteit Amsterdam voor vijf jaar.
V.w.b. de overige beleidsprioriteiten zijn het ontwikkelde en uitgevoerde beleid en de bijbehorende resultaten conform de verwachtingen zoals opgenomen in de begroting 2024.
D. Budgettaire gevolgen van beleid
Art. | Verplichtingen | 229.165 | 220.289 | 259.524 | 317.139 | 280.009 | 278.544 | 1.465 |
Uitgaven | 233.297 | 226.178 | 266.588 | 337.879 | 274.215 | 288.528 | ‒ 14.313 | |
2.1 | Goede internationale samenwerking ter bevordering van de eigen en bondgenootschappelijke veiligheid | 16.458 | 13.504 | 15.688 | 92.826 | 37.518 | 19.133 | 18.385 |
Subsidies (regelingen) | 555 | 563 | 576 | 564 | 586 | 565 | 21 | |
Atlantische Commissie | 555 | 563 | 576 | 564 | 586 | 565 | 21 | |
Opdrachten | 0 | 0 | 0 | 0 | 13.592 | 0 | 13.592 | |
NAVO-top Nederland 2025 | 0 | 0 | 0 | 0 | 13.592 | 0 | 13.592 | |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | 15.903 | 12.941 | 15.112 | 92.262 | 23.340 | 18.568 | 4.772 | |
NAVO | 8.031 | 8.714 | 10.102 | 12.746 | 14.224 | 13.600 | 624 | |
WEU | 653 | 651 | 750 | 793 | 829 | 690 | 139 | |
Programma Ondersteuning Buitenlands Beleid | 5.620 | 2.136 | 2.333 | 2.170 | 2.507 | 2.428 | 79 | |
Veiligheidsfonds | 1.599 | 1.440 | 1.927 | 1.553 | 5.780 | 1.850 | 3.930 | |
NAVO Ukraine Comprehensive Assistance Package (UCAP) TF | 0 | 0 | 0 | 75.000 | 0 | 0 | 0 | |
2.2 | Bestrijding internationale criminaliteit en terrorisme | 15.430 | 12.135 | 16.876 | 15.916 | 18.095 | 18.027 | 68 |
Subsidies (regelingen) | 9.700 | 7.365 | 6.975 | 10.679 | 11.462 | 12.827 | ‒ 1.365 | |
Anti-terrorisme instituut | 484 | 877 | 744 | 819 | 629 | 630 | ‒ 1 | |
Contra-terrorisme | 7.073 | 4.991 | 4.204 | 4.733 | 5.415 | 7.420 | ‒ 2.005 | |
Cyber security | 2.143 | 1.497 | 2.027 | 3.371 | 3.382 | 3.852 | ‒ 470 | |
Global Forum on Cyber Expertise | 0 | 0 | 0 | 1.756 | 2.036 | 925 | 1.111 | |
Opdrachten | 2.322 | 1.091 | 1.695 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Global Forum on Cyber Expertise | 1.803 | 1.018 | 1.695 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Contra-terrorisme | 519 | 73 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | 3.408 | 3.679 | 8.206 | 5.237 | 6.633 | 5.200 | 1.433 | |
Contra-terrorisme | 2.872 | 2.650 | 5.023 | 1.963 | 2.733 | 880 | 1.853 | |
Cyber security | 536 | 1.029 | 3.183 | 3.274 | 3.900 | 4.320 | ‒ 420 | |
2.3 | Wapenbeheersing | 7.670 | 9.199 | 13.386 | 14.917 | 13.018 | 10.982 | 2.036 |
Opdrachten | 0 | 0 | 4.114 | 2.522 | 1.898 | 465 | 1.433 | |
OPCW en andere ontwapeningsorganisaties | 0 | 0 | 389 | 339 | 1.129 | 465 | 664 | |
Conferentie REAIM en follow up | 0 | 0 | 3.725 | 2.183 | 769 | 0 | 769 | |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | 7.670 | 9.199 | 9.272 | 12.395 | 11.120 | 10.517 | 603 | |
IAEA | 6.220 | 6.281 | 6.549 | 7.134 | 7.556 | 7.317 | 239 | |
OPCW en andere ontwapeningsorganisaties | 1.450 | 1.334 | 1.219 | 1.729 | 1.743 | 1.280 | 463 | |
CTBTO | 0 | 1.584 | 1.504 | 3.532 | 1.821 | 1.920 | ‒ 99 | |
2.4 | Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband | 167.539 | 164.903 | 194.553 | 181.233 | 172.441 | 206.564 | ‒ 34.123 |
Subsidies (regelingen) | 13.846 | 34.246 | 27.738 | 32.491 | 25.996 | 32.528 | ‒ 6.532 | |
Nederland Helsinki Comité | 28 | 28 | 28 | 28 | 26 | 28 | ‒ 2 | |
Stabiliteitsfonds | 11.318 | 32.818 | 25.767 | 28.756 | 22.848 | 30.000 | ‒ 7.152 | |
Training buitenlandse diplomaten | 2.500 | 1.400 | 1.943 | 3.707 | 3.122 | 2.500 | 622 | |
Opdrachten | 0 | 585 | 434 | 1.462 | 1.895 | 3.170 | ‒ 1.275 | |
Makandra | 0 | 585 | 434 | 1.462 | 1.895 | 3.170 | ‒ 1.275 | |
Bijdrage aan agentschappen | 0 | 131 | 153 | 307 | 220 | 330 | ‒ 110 | |
Makandra | 0 | 131 | 153 | 307 | 220 | 330 | ‒ 110 | |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | 153.693 | 129.941 | 166.228 | 146.973 | 144.330 | 144.129 | 201 | |
OVSE | 5.607 | 5.466 | 7.218 | 5.310 | 5.426 | 6.000 | ‒ 574 | |
Stabiliteitsfonds | 67.737 | 51.815 | 80.805 | 65.143 | 70.383 | 55.099 | 15.284 | |
VN-contributie voor crisisbeheersingsoperaties | 80.349 | 72.660 | 78.205 | 76.520 | 67.774 | 82.937 | ‒ 15.163 | |
Overige | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 93 | ‒ 93 | |
Tegengaan internationale georganiseerde criminaliteit | 0 | 0 | 0 | 0 | 747 | 0 | 747 | |
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 25.230 | ‒ 25.230 | |
Inzet hoog-risico posten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 25.230 | ‒ 25.230 | |
Nog te verdelen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 1.177 | ‒ 1.177 | |
Nog te verdelen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 1.177 | ‒ 1.177 | |
2.5 | Bevordering van transitie in prioritaire gebieden | 26.200 | 26.437 | 26.085 | 32.987 | 33.143 | 33.822 | ‒ 679 |
Subsidies (regelingen) | 18.892 | 16.021 | 15.344 | 19.646 | 18.432 | 20.215 | ‒ 1.783 | |
Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen MATRA | 11.356 | 11.225 | 12.260 | 16.728 | 16.069 | 15.822 | 247 | |
Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen Shiraka | 7.536 | 4.796 | 3.084 | 2.918 | 2.363 | 4.393 | ‒ 2.030 | |
Opdrachten | 1.008 | 3.134 | 4.582 | 4.785 | 5.752 | 4.563 | 1.189 | |
Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen Shiraka | 1.008 | 3.134 | 4.582 | 4.785 | 5.752 | 4.563 | 1.189 | |
Bijdrage aan agentschappen | 0 | 449 | 551 | 1.101 | 665 | 648 | 17 | |
Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen Shiraka | 0 | 449 | 551 | 694 | 391 | 648 | ‒ 257 | |
Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen MATRA | 0 | 0 | 0 | 407 | 274 | 0 | 274 | |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | 6.300 | 6.833 | 5.608 | 7.455 | 8.294 | 8.396 | ‒ 102 | |
Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen Shiraka | 6.300 | 6.833 | 5.608 | 7.455 | 8.294 | 8.396 | ‒ 102 | |
Ontvangsten | 0 | 0 | 18.361 | 5.572 | 12.273 | 1.000 | 11.273 | |
Art. | Ontvangsten | 0 | 0 | 18.361 | 5.572 | 12.273 | 1.000 | 11.273 |
2.40 | Restituties programma's | 0 | 0 | 18.361 | 5.572 | 12.273 | 1.000 | 11.273 |
Restituties programma's | 0 | 0 | 18.361 | 5.572 | 12.273 | 1.000 | 11.273 | |
Restituties programma's | 0 | 0 | 18.361 | 5.572 | 12.273 | 1.000 | 11.273 |
E. Toelichting op de instrumenten
Verplichtingen
Geen toelichting nodig.
Uitgaven
Artikelonderdeel 2.1
De uitgavenrealisatie voor goede internationale samenwerking ter
bevordering van eigen en bondgenootschappelijke veiligheid valt ruim
EUR 18 miljoen hoger uit ten opzichte van de vastgestelde begroting
2024. Dit is met name het gevolg van de organisatie van de NAVO-top 2025
en de stijging van het budget van het Veiligheidsfonds, zoals toegelicht
in de eerste
suppletoire begroting. Onderdeel van het budget voor de
organisatie van de NAVO-top 2025 is een bedrag van c.a. EUR 1 miljoen
voor externe inhuur, formeel betreffen dit apparaatskosten maar in
overleg met Financiën is afgesproken dat deze uitgaven onder artikel
2 blijven geadministreerd.
Artikelonderdeel 2.4
De realisatie voor de bevordering van veiligheid, stabiliteit en
rechtsorde in internationaal verband is c.a. EUR 34 miljoen lager dan
begroot. Een deel hiervan is toegelicht in de eerste
suppletoire begroting, en betreft een overheveling naar het
Ministerie van Defensie voor de beveiliging van personeel van een aantal
hoog-risico posten. Daarnaast viel de Nederlandse contributie aan
VN-crisisbeheersingsoperaties lager uit dan geraamd. De VN heeft eind
2024 de lidmaatschapspercentages opnieuw vastgesteld waardoor de
facturering is opgesplitst in twee halfjaarlijkse betalingen. De eerste
helft is in juli 2024 betaald. De tweede overmaking vond plaats in
december 2024 waarbij de hoogte van de betaling was gebaseerd op een
voorlopige schatting, mogelijk volgen in 2025 nog nabetalingen. De
realisatie op het Stabiliteitsfonds valt hoger uit dan begroot als
gevolg van extra bijdragen aan ontmijning, zoals toegelicht in de
tweede nota van wijziging, en een extra bijdrage voor de
VN-gazant voor vredesopbouw voor Gaza, zoals toegelicht in de eerste
suppletoire begroting.
Ontvangsten
De ontvangstenrealisatie valt ruim EUR 11 miljoen hoger uit dan begroot.
Dit is grotendeels het gevolg van een restitutie vanuit het het NAVO
Afghanistan National Army Trust Fund, zoals toegelicht in de tweede
suppletoire begroting. Daarnaast is een bedrag terugontvangen
vanuit het Northern Dimension Environmental Partnership (NDEP) fonds van
de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling.
4.3 Artikel 3: Effectieve Europese samenwerking
A. Algemene doelstelling
De algemene doelstelling is een effectieve Europese samenwerking om de Europese Unie en haar lidstaten zo vreedzaam, welvarend en sterk mogelijk de toekomst in te loodsen. Europa is essentieel voor onze welvaart, vrijheid en veiligheid. Een actieve opstelling van Nederland in het Europese besluitvormingsproces en in de bilaterale relaties met Europese partners is dan ook in het directe belang van Nederlandse burgers en bedrijven. Door consequent en constructief optreden kan Nederland zijn invloed binnen de Europese Unie vergroten. Zo kan Nederland mede vormgeven aan ontwikkelingen in Europa die direct van invloed zijn op onze economische, sociale en politieke toekomst.
B. Rol en verantwoordelijkheid
Binnen de Europese Unie wordt gewerkt aan economische groei, werkgelegenheid, gezonde overheidsfinanciën van de lidstaten en toekomstbestendige Europese samenwerking gericht op hoofdzaken en toegevoegde waarde. Daarnaast zullen de post-Brexit relatie met het Verenigd Koninkrijk, de Europese migratieproblematiek en de (aanloop naar) onderhandelingen over een nieuw meerjarig financieel kader de aandacht vragen. Tot slot zet Nederland zich in voor de open strategische autonomie van de Unie, waaronder effectief extern beleid, inclusief een versterkt gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid. De Staat van de Unie bevat de geïntegreerde visie van de regering op de Europese samenwerking en de rol van Nederland daarbij.
De Minister van Buitenlandse Zaken is verantwoordelijk voor:
Regisseren
- Het bevorderen en bewaken van de coherentie en de consistentie van het Nederlandse Europabeleid, inclusief de voorbereiding van de Europese Raad en horizontale dossiers.
- Het interdepartementaal afstemmen van de Nederlandse inzet in de verschillende, afzonderlijke Raadsformaties.
- Het vormgeven van het Europese externe beleid ten opzichte van derde landen, inclusief uitbreiding van de EU, uittreding uit de EU, regio’s en ontwikkelingslanden.
- De gedachtenvorming over de institutionele structuur van de EU.
- Het onderhouden en intensiveren van de bilaterale relaties met andere Europese landen en het bevorderen van een Europese waardengemeenschap.
Financieren
- Nederlandse afdrachten aan de Europese begroting en aan het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF).
- Bijdragen aan een hechtere Europese waardengemeenschap middels een bijdrage aan de Raad van Europa.
- Bijdragen ter versterking van de Nederlandse positie in de Unie van 27, waaronder aan de Benelux.
C. Beleidsconclusies
Migratie
Nederland zet in Europees verband in op het omlaag brengen van de
aantallen asielaanvragen en het verbeteren van terugkeer van personen
van wie asielverzoek is afgewezen, voor zover in overeenstemming met
Europese regelgeving en internationale verdragen. In 2024 is hieraan
bijgedragen door de totstandkoming van het Asiel- en Migratiepact en de
start van het implementatietraject door Nederland, andere lidstaten en
de Commissie. Ook heeft Nederland de uitbreiding van de brede
partnerschapsinzet van de Commissie (met Egypte en Mauritanië)
ondersteund en is Nederland één van de koplopers bij de ontwikkeling van
innovatieve partnerschappen. Nederland is daarnaast voorzitter geworden
van een werkgroep over terugkeer.
Landbouw
Veel besluitvorming op het terrein van landbouw en visserij vindt in de
Europese Unie plaats. Om de Nederlandse belangen zo goed mogelijk in die
besluitvorming te laten landen, is het van belang om een constructieve
partner te zijn in de Europese Unie. Zo heeft Nederland zich in 2024 ook
opgesteld. Conform het regeerprogramma heeft dit kabinet zich actief
ingezet om in de Europese context te werken aan zorgvuldige, haalbare en
uitvoerbare Europese wetgeving.
MFK
Nederland streeft in de uitvoering van het MFK naar een begroting die
aansluit bij de voor Nederland prioritaire beleidsterreinen. Zo heeft
Nederland zich tijdens de onderhandelingen voor de Europese jaarbegroting
2025 ingezet voor een prudente, realistische en moderne begroting. De
tussentijdse MFK-herziening leidt in de jaren 2024 tot en met 2027 tot
een toename in de raming van de Nederlandse EU-afdrachten met in totaal
EUR 1,2 miljard, waarvan EUR 1 miljard voor Oekraïne. Ten aanzien van
het volgende MFK (vanaf 2028) zet het kabinet conform het
hoofdlijnenakkoord in op een beperking van de stijging van de
EU-afdrachten en modernisering van de Europese begroting.
Concurrentievermogen
De Nederlandse belangen zijn gebaat bij een sterke EU die doortastend
kan optreden, met een gezonde, concurrerende en weerbare Europese
economie. Conform het regeerprogramma zet het kabinet in op de groene
groei en het innovatie- en concurrentievermogen van de EU. De concrete
inzet is gereflecteerd in de in december gepresenteerde kabinetsvisie op
EU-concurrentievermogen.23
Bilaterale relaties
Geplande regeringsconsultaties met Nordrhein-Westfalen zijn verschoven
naar de eerste helft van 2025.
Raad van Europa
De verhoogde contributie aan de Raad van Europa behelst een
inflatiecorrectie en extra investeringen op prioriteiten van de
Reykjavik Top van 2023, waaronder het Schaderegister voor Oekraïne, het
EHRM, de Parlementaire Assemblée (PACE) en het Congres van Lokale en
Regionale Overheden. Tevens is besloten dat compensatie voor de
weggevallen contributie van het Russische lidmaatschap wordt
voortgezet.
D. Budgettaire gevolgen van beleid
Art. | Verplichtingen | 9.609.669 | 10.702.585 | 11.354.504 | 10.856.812 | 10.030.362 | 11.322.114 | ‒ 1.291.752 |
Uitgaven | 9.905.692 | 10.885.024 | 11.489.868 | 10.566.313 | 9.691.789 | 11.494.506 | ‒ 1.802.717 | |
3.1 | Afdrachten aan de Europese Unie | 9.665.987 | 10.677.438 | 11.311.410 | 10.392.224 | 5.264.608 | 5.970.130 | ‒ 705.522 |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | 9.665.987 | 10.677.438 | 11.311.410 | 10.392.224 | 5.264.608 | 5.970.130 | ‒ 705.522 | |
BNI-afdrachten | 5.168.886 | 5.531.713 | 4.897.610 | 4.222.903 | 3.561.867 | 4.272.701 | ‒ 710.834 | |
BTW-afdrachten | 553.463 | 1.049.051 | 1.245.233 | 1.409.352 | 1.467.433 | 1.461.809 | 5.624 | |
Invoerrechten | 3.943.638 | 3.891.582 | 4.991.221 | 4.526.754 | 0 | 0 | 0 | |
Plastic-grondslag | 0 | 205.092 | 177.346 | 233.215 | 235.308 | 235.620 | ‒ 312 | |
3.2 | Europees Ontwikkelingsfonds | 224.729 | 179.482 | 131.506 | 98.094 | 71.245 | 85.983 | ‒ 14.738 |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | 224.729 | 179.482 | 131.506 | 98.094 | 71.245 | 85.983 | ‒ 14.738 | |
Europees Ontwikkelingsfonds | 224.729 | 179.482 | 131.506 | 98.094 | 71.245 | 85.983 | ‒ 14.738 | |
3.3 | Een hechtere Europese waardengemeenschap | 10.502 | 10.899 | 12.062 | 34.377 | 21.435 | 18.261 | 3.174 |
Garanties | 0 | 0 | 0 | 0 | 1 | 0 | 1 | |
Garantie Raad van Europa (CEB) | 0 | 0 | 0 | 0 | 1 | 0 | 1 | |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | 10.502 | 10.899 | 12.062 | 34.377 | 21.434 | 18.261 | 3.173 | |
Raad van Europa | 10.502 | 10.899 | 12.062 | 12.594 | 14.173 | 11.000 | 3.173 | |
Kapitaalaanvullingen bij regionale ontwikkelingsbank | 0 | 0 | 0 | 21.783 | 7.261 | 7.261 | 0 | |
3.4 | Versterkte Nederlandse positie in de Unie | 4.474 | 4.511 | 4.973 | 5.117 | 5.275 | 5.376 | ‒ 101 |
Subsidies (regelingen) | 348 | 279 | 417 | 348 | 1 | 348 | ‒ 347 | |
EIPA | 348 | 279 | 417 | 348 | 1 | 348 | ‒ 347 | |
Opdrachten | 0 | 128 | 309 | 275 | 227 | 778 | ‒ 551 | |
Programmatische ondersteuning: CECP | 0 | 8 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Europa College beurzenprogramma | 0 | 0 | 190 | 190 | 0 | 570 | ‒ 570 | |
Programmatische ondersteuning: Taskforce Verenigd Koninkrijk | 0 | 120 | 119 | 7 | 0 | 0 | 0 | |
EU-sanctiebeleid | 0 | 0 | 0 | 78 | 227 | 208 | 19 | |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | 4.126 | 4.104 | 4.247 | 4.494 | 5.047 | 4.250 | 797 | |
Benelux bijdrage | 4.126 | 4.104 | 4.247 | 4.494 | 5.047 | 4.250 | 797 | |
3.5 | Europese Vredesfaciliteit | 0 | 12.694 | 29.917 | 36.501 | 116.013 | 430.756 | ‒ 314.743 |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | 0 | 12.694 | 29.917 | 36.501 | 116.013 | 430.756 | ‒ 314.743 | |
Europese Vredesfaciliteit | 0 | 12.694 | 29.917 | 36.501 | 116.013 | 430.756 | ‒ 314.743 | |
3.6 | Invoerrechten aan de Europese Unie | 0 | 0 | 0 | 0 | 4.213.213 | 4.984.000 | ‒ 770.787 |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | 0 | 0 | 0 | 0 | 4.213.213 | 4.984.000 | ‒ 770.787 | |
Invoerrechten | 0 | 0 | 0 | 0 | 4.213.213 | 4.984.000 | ‒ 770.787 | |
Ontvangsten | 787.047 | 909.424 | 1.235.495 | 1.197.200 | 3.567.077 | 3.882.204 | ‒ 315.127 | |
Art. | Ontvangsten | 787.047 | 909.424 | 1.235.495 | 1.197.200 | 3.567.077 | 3.882.204 | ‒ 315.127 |
3.10 | Diverse ontvangsten EU | 786.889 | 909.228 | 1.235.143 | 1.196.842 | 2.234.131 | 1.245.998 | 988.133 |
Diverse ontvangsten EU | 786.889 | 909.228 | 1.235.143 | 1.196.842 | 2.234.131 | 1.245.998 | 988.133 | |
Invoerrechten | 769.745 | 909.228 | 1.226.498 | 1.109.806 | 1.060.979 | 1.245.998 | ‒ 185.019 | |
Overige ontvangsten EU | 17.144 | 0 | 8.645 | 87.036 | 1.173.152 | 0 | 1.173.152 | |
3.11 | Europees herstelfonds | 0 | 0 | 0 | 0 | 1.332.777 | 2.635.956 | ‒ 1.303.179 |
Europees herstelfonds | 0 | 0 | 0 | 0 | 1.332.777 | 2.635.956 | ‒ 1.303.179 | |
Europees herstelfonds | 0 | 0 | 0 | 0 | 1.332.777 | 2.635.956 | ‒ 1.303.179 | |
3.30 | Restitutie Raad van Europa | 158 | 196 | 352 | 358 | 169 | 250 | ‒ 81 |
Restitutie Raad van Europa | 158 | 196 | 352 | 358 | 169 | 250 | ‒ 81 | |
Restitutie Raad van Europa | 158 | 196 | 352 | 358 | 169 | 250 | ‒ 81 |
Verplichtingen | 9 609 669 | 10 702 585 | 11 354 504 | 10 856 812 | 10 030 362 | 11 322 114 | ‒ 1 291 752 |
waarvan garantieverplichtingen | 110 703 | 0 | 110 703 | ||||
waarvan overige verplichtingen | 9 919 659 | 11 322 114 | ‒ 1 402 455 |
E. Toelichting op de instrumenten
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget voor artikel 3 Effectieve Europese
Samenwerking neemt per saldo af. De verplichtingenmutaties op
artikelonderdeel 3.1 Afdrachten aan de Europese Unie en artikelonderdeel
3.6 Invoerrechten muteren mee met de uitgaven, zoals hieronder
toegelicht.
Daarnaast stijgt het verplichtingenbudget in 2024 voor de Nederlandse
bijdrage aan de Europese Vredesfaciliteit (EPF) vanwege een technische
correctie zodat de verplichtingen naar het juiste jaar zijn geboekt. Dit
staat vermeld in de Decemberbrief
Buitenlandse Zaken 2024. Tenslotte stijgt het
verplichtingenbudget vanwege de garantie aan de Ontwikkelingsbank van de
Raad van Europa (CEB).
Uitgaven en ontvangsten
Artikelonderdeel 3.1, 3.6 en 3.10
MN 2024 | Beginstand: Miljoenennota 2024 | 9.708.132 | 4.272.701 | 1.461.809 | 235.620 | 4.984.000 | 1.245.998 | ‒ |
Bijstelling 1: ISB OEK faciliteit | 295.000 | 295.000 | ||||||
1e sup | Bijstelling 2: Correctie OEK faciliteit | ‒ 817 | ‒ 817 | |||||
Bijstelling 3: MTR speciale instrumenten | 39.689 | 39.689 | ||||||
Bijstelling 4: onderuitputting 2024 | ‒ 1.306.172 | ‒ 1.306.172 | ||||||
Bijstelling 5: DAB4 2023 BNI-afdrachten | ‒ 192.673 | ‒ 192.673 | ||||||
Bijstelling 6: Correctie nacalculatie 2022 | ‒ 43.540 | 556.150 | 599.690 | |||||
Bijstelling 7: actualisatie invoerrechten CEP | ‒ 400.000 | ‒ 400.000 | ||||||
Bijstelling 8: bijstelling perceptiekostenvergoeding | 100.000 | ‒ 100.000 | ||||||
Bijstelling 9: verrekening voorschotten verschillende casussen met EC | ‒ 606.900 | 606.900 | ||||||
Stand Voorjaarsnota 2024 | 7.592.719 | 3.663.878 | 1.461.809 | 235.620 | 4.584.000 | 1.145.998 | 1.206.590 | |
MN 2025 | Bijstelling 10: technische aanpassing VK-bijdragen en landenkorting | 29.804 | 29.804 | |||||
MN 2025 | Bijstelling 11: Technische aanpassing MFK-plafonds | 21.923 | 21.923 | |||||
MN 2025 | Bijstelling 12: Omlabeling OEK mutatie | 294.183 | 294.183 | |||||
MN 2025 | Bijstelling 13: Surplus EU-begroting | ‒ 37.222 | ‒ 37.222 | |||||
MN 2025 | Bijstelling 14: ACOR 2024 bni | 456.307 | 456.307 | |||||
MN 2025 | Bijstelling 15: Omlabeling OEK mutatie | ‒ 294.183 | ‒ 294.183 | |||||
MN 2025 | Bijstelling 16: bijstelling BNI-afdracht DAB4 | 39.141 | 39.141 | |||||
MN 2025 | Bijstelling 17: ACOR 2024 btw | 5.623 | 5.623 | |||||
MN 2025 | Bijstelling 18: ACOR 2024 plastic | ‒ 312 | ‒ 312 | |||||
MN 2025 | Bijstelling 19: Nabetaling TEM | 20.514 | 20.514 | |||||
MN 2025 | Bijstelling 20: Actualisatie invoerrechten | ‒ 655.000 | ‒ 655.000 | |||||
MN 2025 | Bijstelling 21: Actualisatie perceptiekosten | 163.750 | ‒ 163.750 | |||||
Stand Miljoenennota 2025 | 7.637.247 | 4.173.831 | 1.467.432 | 235.308 | 3.949.514 | 982.248 | 1.206.590 | |
2e sup | Bijstelling 22: Verwerking DAB5 | ‒ 170.340 | ‒ 170.340 | |||||
2e sup | Bijstelling 23: Aanpassing betalingsniveau DAB5 | ‒ 437.929 | ‒ 437.929 | |||||
2e sup | Bijstelling 24: Nabetaling TEM | 1.057 | 1.057 | |||||
2e sup | Bijstelling 25: correctie TEM 2e sup | ‒ | 143 | 143 | ||||
2e sup | Bijstelling 26: correctie TEM MN | ‒ | 5.208 | 5.208 | ||||
2e sup | Bijstelling 27: Actualisatie invoerrechten NJN | 202.047 | 269.396 | 67.349 | ||||
Stand Najaarsnota 2024 | 7.232.082 | 3.565.562 | 1.467.432 | 235.308 | 4.225.318 | 1.054.948 | 1.206.590 | |
Slotwet | Delta raming en realisatie | 11.608 | ‒ 3.695 | 1 | ‒ | ‒ 12.105 | 6.031 | ‒ 33.438 |
Realisatie | 7.243.690 | 3.561.867 | 1.467.433 | 235.308 | 4.213.213 | 1.060.979 | 1.173.152 |
Bovenstaande tabel geeft een overzicht van alle mutaties die in 2024 hebben plaatsgevonden in het kader van de EU-afdrachten. De EU-afdrachten (artikelonderdeel 3.1), de invoerrechten (artikelonderdeel 3.6) en de ontvangsten (artikelonderdeel 3.10) samen bepalen de netto afdrachten aan de EU. Afwijkingen op totaalbedragen ten opzichte van de tabel budgettaire gevolgen van beleid kunnen ontstaan door toepassing van voorschriften op afrondingen.
Hieronder worden de mutaties kort toegelicht. Voor een uitgebreidere toelichting verwijzen we naar de betreffende begrotingsstukken.
Incidentele Suppletoire Begroting (ISB)
Middels een ISB werd er EUR 295 miljoen verhoogd op de EU-afdrachten voor de zogeheten ‘Oekraïne faciliteit’ voor het herstel, de wederopbouw en de modernisering van Oekraïne. Daarin wordt van 2024 tot 2027 voorspelbare financiële steun geleverd. Deze is in de eerste suppletoire begroting preciezer berekend en met EUR 817.000 verlaagd.
Voorjaarsnota
Bij de Voorjaarsnota (eerste suppletoire begroting) heeft een aantal correcties op de raming van 2024 plaatsgevonden. Hieronder worden de belangrijkste genoemd. De eerste is een correctie in de afrekening van de vierde aanvullende EU-begroting, DAB 4 (Draft Amending Budget, EUR -193.000 bni-afdracht). Deze betalingen zijn over de jaargrens heen geschoven en het budgettaire kaseffect is daardoor niet in 2023, maar in 2024 neergeslagen. De tweede is een neerwaartse bijstelling van EUR 1,3 miljard als gevolg van verwachte onderuitputting op de cohesiefondsen in 2024 en 2025. Dit leidde tot een kasschuif naar de jaren 2026 en 2027. Tevens zijn in de bijstelling van de bni-afdracht ook overige ontvangsten, de VK-bijdrage en een bijstelling van de plasticafdracht grondslag ter grootte van EUR 39 miljoen verwerkt.
De nacalculatie (over het boekjaar 2022) werd verwerkt (cumulatief EUR 556 miljoen).
De raming van de invoerrechten werd door een reguliere technische correctie met EUR 400 miljoen naar beneden bijgesteld. Dit was het gevolg van een bijstelling van de raming van de invoerrechten op basis van de CEP-cijfers (Centraal Economisch Plan – raming van het CPB). Tevens werden de perceptiekosten met EUR 100 miljoen naar beneden bijgesteld.
Als laatste zijn in 2024 naar aanleiding van de afronding van de constructieve dialoog twee onder voorbehoud betaalde voorschotten aan de Europese Commissie verrekend. Het gaat hierbij om de zonnepanelencasus en verschillende casussen waar Nederland voor respectievelijk EUR 405,6 miljoen en EUR 167,3 miljoen de maandelijkse afdrachten aan de EU-begroting mocht verlagen. In het dossier waar sprake was van fraude met onderwaardering van textiel en schoenen (LWTS) uit China is afgesproken dat Nederland EUR 34 miljoen zal terugontvangen. Deze verrekening heeft nog niet plaatsgevonden en wordt later verwacht.
Miljoenennota
Bij de Miljoenennota (suppletoire begroting september) is tevens een aantal correcties op de raming van de NL-afdrachten aan de EU doorgevoerd. De eerste betreft de jaarlijkse technische aanpassing van de Europese Commissie (EUR 20 miljoen bni-afdracht). De tweede betreft de effecten van de Lenteraming van de Europese Commissie op de bni-afdracht, btw-afdracht, invoerrechten en plasticafdracht, de overige inkomsten van de EU-begroting en de bijdrage van het VK aan de EU-begroting (cumulatief EUR - 461 miljoen). Tevens is het verschil tussen de inkomsten en de uitgaven (het surplus) van de Europese begroting 2023 (EUR -37 miljoen bni-afdracht) verwerkt. Aan de hand van de vierde aanvullende Europese begroting (draft amending budget 4, DAB4 2024) werd de raming van de NL bni-afdracht aan de EU opnieuw bijgesteld (EUR 39 miljoen).
Tot slot zijn de invoerrechten tweemaal geactualiseerd. Als eerste vanwege nabetalingen (circa EUR 21 miljoen) en als tweede als gevolg van een bijstelling in de raming van de invoerrechten op basis van de MEV-cijfers (raming van het CPB) (EUR -655 miljoen). Dit leidde tot een actualisatie van de perceptiekosten van EUR 164 miljoen. Overige mutaties zijn van technische aard.
Najaarsnota
Bij de Najaarsnota (tweede suppletoire begroting) namen de bni-afdrachten aan de Europese Unie af met EUR 608 miljoen vanwege twee oorzaken: hogere dan verwachte binnengekomen boetes en strafbetalingen bij de Europese Unie (EUR -170 miljoen bni-afdracht) en een bijstelling van de raming door een lager dan voorzien betalingsniveau van de Europese Commissie (EUR -438 miljoen bni-afdracht).
De ramingen voor de invoerrechten aan de Europese Unie werden naar boven bijgesteld met EUR 276 miljoen. Dit werd veroorzaakt door een actualisatie van invoerrechten (EUR 270 miljoen), een invoerrechten-nabetaling (EUR 1,2 miljoen) en een correctie op geboekte nabetalingen (EUR 5 miljoen).
Aan de ontvangstenzijde werd bij de tweede suppletoire begroting de raming van de perceptiekostenvergoeding verhoogd met cumulatief EUR 73 miljoen.
Tenslotte is bij de Slotwet de realisatie over 2024 verwerkt. De uiteindelijke gerealiseerde afdracht aan de Europese Unie viel cumulatief EUR 16 miljoen lager uit. De bni-afdrachten en de invoerrechten zijn respectievelijk met EUR -4 miljoen en EUR -12 miljoen bijgesteld. Voor de ontvangsten betrof dit bijstellingen van EUR 6 miljoen voor de perceptiekosten en EUR -33 miljoen voor de overige ontvangsten EU.
Uitgaven
Artikelonderdeel 3.2
In 2024 valt de Nederlandse bijdrage aan het Europees Ontwikkelingsfonds
EUR 14,7 miljoen lager uit vanwege een geactualiseerde raming van de
Europese Commissie. Deze lagere bijdrage staat vermeld in de eerste
suppletoire begroting.
Artikelonderdeel 3.3
Zoals gemeld in de eerste
suppletoire begroting en in de tweede
suppletoire begroting stijgt de contributie aan de Raad van
Europa (RvE) met EUR 3,2 miljoen, onder andere als gevolg van het
wegvallen van de contributie van Rusland en de financiering van nieuwe
prioriteiten voortkomend uit de RvE-top van Reykjavik.
Artikelonderdeel 3.5
In de suppletoire
begroting september is aangegeven dat het uitgavenbudget voor
de Nederlandse EPF-bijdrage voor Oekraïne in 2024 verlaagd wordt met
EUR 276 miljoen op basis van een geactualiseerde meerjarige allocatie
van de Europese Vredesfaciliteit (EPF) wordt. Dit bedrag is via een
kasschuif doorgeschoven naar 2025, 2026 en 2027.
Na de tweede
suppletoire begroting daalde het uitgavenbudget voor 2024
verder met EUR 38,9 miljoen omdat betaalafroepen door de Europese
Commissie voor EPF-steunmaatregelen in 2024 lager uitvielen dan
verwacht.
Ontvangsten
Artikelonderdeel 3.11
In de eerste
suppletoire begroting en in de tweede
suppletoire begroting is gemeld dat de invulling van de
geplande betaalverzoeken is gewijzigd. Dit leidde tot een kasschuif in de
verwachte ontvangsten waardoor voor 2024 het ontvangstenbudget voor het
Europees Herstelfonds is bijgesteld naar EUR 1,332 miljard, de omvang van
het eerste betaalverzoek.
Geldstromen richting de EU
Om een integraal beeld te geven van alle geldstromen richting de EU
wordt met ingang van de Ontwerpbegroting 2024 in de BZ-begrotingsstukken
een extracomptabele tabel opgenomen met een totaaloverzicht van:
– Artikel 3.1: Nationale afdrachten aan de Europese Unie (bni, btw en
plasticafdrachten);
– Artikel 3.6: Traditionele eigen middelen (TEM; invoerrechten);
– Artikel 3.10: Perceptiekostenvergoeding
– Artikel 9 Begroting Financiën: Vertragingsrente betaald aan de
Europese Commissie
V (BZ) | 3.1 | Nationale afdrachten | 5 264 608 |
Bni-afdracht | 3 561 867 | ||
Btw-afdracht | 1 467 433 | ||
Plastic | 235 308 | ||
V (BZ) | 3.6 | Invoerrechten | 4 213 213 |
V (BZ) | 3.10 | Ontvangsten EU | 2 234 131 |
Perceptiekostenvergoeding | 1 060 979 | ||
Overige ontvangsten EU | 1 173 152 | ||
IX (FIN) | 9.44.2 | Vertragingsrente | 184 146 |
Totaal | 7 427 836 |
4.4 Artikel 4 Consulaire dienstverlening en uitdragen Nederlandse waarden
A. Algemene doelstelling
Het verlenen van goede consulaire diensten aan Nederlanders in nood in het buitenland, evenals het verstrekken van reisdocumenten aan Nederlanders in het buitenland. Daarnaast levert het kabinet een bijdrage aan een gereguleerd personenverkeer door de Nederlandse inbreng in het Europese visumbeleid en is verantwoordelijk voor de visumverlening kort verblijf.
Het versterken van de Nederlandse cultuursector door internationale uitwisseling en presentatie; verbindingen leggen met economische diplomatie en andere prioriteiten van geïntegreerd buitenlandbeleid, zoals het mensenrechtenbeleid en veiligheidsbeleid.
De strategische inzet van publieksdiplomatie door het postennetwerk en BZ heeft als doel begrip en draagvlak te vergroten voor het geïntegreerde buitenlandbeleid (HGIS) en het eenduidig versterken van de beeldvorming over Nederland bij buitenlandse doelgroepen via de publieke band. De aanpak verstevigt het netwerk van beleidsbeïnvloeders die de besluitvorming op voor Nederland relevante beleidsterreinen kunnen beïnvloeden.
B. Rol en verantwoordelijkheid
De Minister van Buitenlandse Zaken is verantwoordelijk voor:
Consulaire dienstverlening
Uitvoeren
- Visumbeleid kort verblijf van het Koninkrijk der Nederlanden.
- Afgifte van machtigingen voorlopig verblijf (MVV’s) op de posten.
- Afname van inburgeringsexamens buitenland.
- Orange Carpet-beleid, ter bevordering van het Nederlandse bedrijfsleven.
- Bijstand aan Nederlanders in nood in het buitenland.
- Begeleiding van Nederlanders die in het buitenland gedetineerd zijn.
- Uitbrengen van reisadviezen.
- Crisisresponse.
- Afgifte van Nederlandse reisdocumenten in het buitenland en van diplomatieke en dienstpaspoorten.
- Afgifte van consulaire verklaringen en legalisaties.
Visumbeleid kort verblijf van het Koninkrijk der NederlandenDoorlooptijden visumaanvragen: percentage visumaanvragen kort verblijf dat binnen 15 dagen wordt afgehandeld.
Streefwaarde | 85% | 85% | 85% |
Realisatie | 76% | 52,3% | 70,01% |
Bron: Ministerie van Buitenlandse Zaken
De norm voor de doorlooptijd, het aantal dagen dat zit tussen het indienen van een visumaanvraag tot aan het moment van bekendmaken of uitreiken van de beslissing op de aanvraag van visumaanvragen (Schengen), bedraagt conform de EU Visumcode (in werking getreden per 2 februari 2020) 15 kalenderdagen vanaf het moment dat de aanvraag ontvankelijk wordt verklaard. In bijzondere gevallen kan de doorlooptijd worden verlengd tot 45 kalenderdagen.
In vergelijking met vorig jaar is het percentage van de aanvragen die op tijd werden verwerkt weliswaar toegenomen, maar blijft deze nog steeds onder de norm. In 2024 is de vraag naar visa voor kort verblijf toegenomen met circa 8,5%. Deze groei is met de bestaande bezetting opgevangen en verwerkt, met als gevolg dat doorlooptijden vooral in de piekperiodes onder druk komen te staan. Normaliter kunnen achterstanden na een piekperiode binnen afzienbare tijd weer worden weggewerkt. Echter, in 2024 viel het einde van de piekperiode samen met een aantal weken waarin de (verouderde) verwerkingssystemen mede ten gevolge van verstoringen in de applicatieomgeving frequent uitvielen waardoor het proces wekelijks voor circa een dag stil kwam te liggen. Dat heeft ertoe geleid dat doorlooptijden bleven toenemen en het jaargemiddelde uiteindelijk onder de streefwaarde is uitgekomen.
Regisseren
- Europees visum- en migratiebeleid en Caraïbisch visumbeleid.
- Bilaterale dimensie van visum- en migratiebeleid.
Nederlandse cultuur
De uitvoering van het Internationaal Cultuurbeleid (ICB) is een gedeelde verantwoordelijkheid van de Minister van Buitenlandse Zaken (bij wie ook de coördinatie ligt), de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp. Het beleidskader voor het ICB wordt steeds voor een periode van vier jaar vastgesteld (beleidskader internationaal cultuurbeleid 2021–2024). De inzet op het gebied van Publieksdiplomatie valt onder de verantwoordelijkheid van de Minister van Buitenlandse Zaken.
Stimuleren
- Promotie van Nederlandse kunst en cultuur in het buitenland en identificatie van internationale kansen en ontwikkelingen voor de Nederlandse culturele sector en creatieve industrie.
- Behoud, beheer en ontsluiting van gedeeld cultureel erfgoed.
Regisseren
- Beleidsvorming en uitvoering van het Internationaal Cultuurbeleid.
- Afstemming met culturele fondsen en ondersteunende instellingen over internationale activiteiten.
- Ondersteuning van het buitenlandpolitieke- en economische beleid door cultuur in te zetten, bijvoorbeeld als instrument in de dialoog over mensenrechten.
Financieren
- Ondersteuning van culturele fondsen, instellingen en activiteiten binnen het beleidskader Internationaal Cultuurbeleid (2021–2024).
- Nederlands-Vlaamse samenwerking (via ondersteuning van Huis DeBuren in Brussel).
- Bezoekersprogramma’s.
- Subsidieregeling voor programma’s gericht op jeugd en sociale innovatie in de ring van landen grenzend aan de EU.
Publieksdiplomatie
De inzet op het gebied van publieksdiplomatie valt onder de verantwoordelijkheid van de Minister van Buitenlandse Zaken.
Stimuleren
- Het inzetten van publieksdiplomatie door het postennetwerk en BZ om de beeldvorming over Nederland in het buitenland eenduidig te versterken en het netwerk van beïnvloeders te verstevigen.
- Inkomende en uitgaande buitenlandse bezoekersprogramma’s
Regisseren
- Ondersteuning van het buitenlandpolitieke- en economische beleid door strategische inzet publieksdiplomatie, bijvoorbeeld tijdige inzet van een instrument ter bevordering van de dialoog over persvrijheid of gendergelijkheid.
- Ondersteuning communicatie tijdens belanghebbende conferenties en inzet tijdens crises.
- Ondersteuning programma’s gericht op agendering en bevordering van de Sustainable Development Goals (SDGs).
Financieren
- Gedelegeerde activiteiten publieksdiplomatie door Nederlandse ambassades.
C. Beleidsconclusies
Consulaire dienstverlening
Het ontwikkelde en uitgevoerde consulaire en visumbeleid en de
bijbehorende resultaten in 2024 waren conform de verwachtingen zoals
opgenomen in de BZ-begroting.
Internationaal Cultuurbeleid
Conform de doelstellingen is middels het Internationaal Cultuurbeleid in
2024, markt, publiek en zichtbaarheid in het buitenland van de
Nederlandse culturele en creatieve sector gerealiseerd.
Internationale culturele samenwerking zette hierdoor Nederland ook in
2024 neer als een innovatief land met vernieuwd aanbod uit de culturele
en creatieve sector. Ook droegen projecten (mede) bij aan het versterken
van de bilaterale relaties, en boden deze toegang tot nieuwe netwerken
en publiek, ook op onderwerpen die in het buitenland beleid belangrijk
zijn.
China Kennisnetwerk
In 2024 werd het China Kennisnetwerk als goed voorbeeld aangehaald van
interbestuurlijke samenwerking voor kennisontwikkeling en borgen van
kennis bij de rijksoverheid, in het WRR rapport ‘Nederland
in een fragmenterende wereldorde’ (2024). In lijn met de oproep
uit het SGO-rapport vraagt de WRR aandacht voor het vanuit diverse
perspectieven analyseren van complexe processen, waarbij opkomende
landen en divergerende wereldbeelden om grotere aandacht vragen.
D. Budgettaire gevolgen van beleid
Art. | Verplichtingen | 78.029 | 72.089 | 74.139 | 68.928 | 64.052 | 63.008 | 1.044 |
Uitgaven | 80.244 | 66.116 | 60.479 | 72.838 | 72.687 | 61.491 | 11.196 | |
4.1 | Consulaire dienstverlening Nederlanders in het buitenland | 22.987 | 17.974 | 11.745 | 16.113 | 15.765 | 14.857 | 908 |
Subsidies (regelingen) | 1.858 | 2.324 | 813 | 1.204 | 2.113 | 1.830 | 283 | |
Gedetineerdenbegeleiding | 1.858 | 2.324 | 813 | 1.204 | 2.113 | 1.830 | 283 | |
Inkomensoverdrachten | 220 | 261 | 300 | 344 | 233 | 540 | ‒ 307 | |
Gedetineerdenbegeleiding | 220 | 261 | 300 | 344 | 233 | 540 | ‒ 307 | |
Opdrachten | 20.765 | 15.327 | 10.632 | 14.565 | 13.419 | 12.487 | 932 | |
Consulaire bijstand | 7.016 | 3.498 | 422 | 2.428 | 83 | 409 | ‒ 326 | |
Reisdocumenten en verkiezingen | 1.453 | 1.933 | 2.013 | 2.650 | 5.084 | 5.314 | ‒ 230 | |
Consulaire opleidingen | 80 | 10 | 101 | 8 | 230 | 400 | ‒ 170 | |
Consulaire informatiesystemen | 6.181 | 2.486 | 2.936 | 7.307 | 8.022 | 6.364 | 1.658 | |
Loket buitenland | 6.035 | 7.400 | 5.160 | 2.172 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdrage aan agentschappen | 144 | 62 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Loket buitenland | 144 | 62 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
4.2 | Samen met (keten)partners het personenverkeer reguleren | 19.822 | 19.762 | 19.950 | 22.310 | 22.064 | 16.827 | 5.237 |
Opdrachten | 19.126 | 18.833 | 19.134 | 21.209 | 20.446 | 15.799 | 4.647 | |
Ambtsberichtenonderzoek | 82 | 99 | 91 | 41 | 99 | 150 | ‒ 51 | |
Visumverlening | 3.022 | 1.746 | 1.276 | 1.773 | 2.540 | 2.858 | ‒ 318 | |
Legalisatie en verificatie | 38 | 42 | 4 | 47 | 40 | 80 | ‒ 40 | |
Consulaire informatiesystemen | 15.925 | 16.858 | 17.763 | 19.348 | 17.767 | 12.711 | 5.056 | |
Informatie ondersteunend beslissen | 59 | 88 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | 696 | 929 | 816 | 1.101 | 1.618 | 1.028 | 590 | |
Bijdragen asiel en migratie | 696 | 929 | 816 | 1.101 | 1.618 | 1.028 | 590 | |
4.3 | Grotere buitenlandse bekendheid met de Nederlandse cultuur | 6.133 | 6.496 | 6.638 | 8.306 | 8.908 | 7.500 | 1.408 |
Subsidies (regelingen) | 4.559 | 4.234 | 3.196 | 4.376 | 4.791 | 4.762 | 29 | |
Internationaal cultuurbeleid | 4.559 | 4.234 | 3.196 | 4.376 | 4.791 | 4.762 | 29 | |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | 1.574 | 2.262 | 3.442 | 3.930 | 4.117 | 2.738 | 1.379 | |
Internationaal cultuurbeleid | 1.574 | 2.262 | 3.442 | 3.930 | 4.117 | 2.738 | 1.379 | |
4.4 | Uitdragen Nederlandse waarden en belangen | 31.302 | 21.884 | 22.146 | 26.109 | 25.950 | 22.307 | 3.643 |
Subsidies (regelingen) | 8.904 | 7.888 | 8.559 | 8.694 | 8.279 | 8.436 | ‒ 157 | |
Instituut Clingendael | 786 | 800 | 814 | 791 | 688 | 2.800 | ‒ 2.112 | |
Programma Ondersteuning Buitenlands Beleid | 5.911 | 4.777 | 5.184 | 5.265 | 4.818 | 3.058 | 1.760 | |
Internationale manifestaties en diverse bijdragen | 69 | 95 | 0 | 41 | 20 | 49 | ‒ 29 | |
Publieksdiplomatie | 2.059 | 1.969 | 2.437 | 2.040 | 2.270 | 2.229 | 41 | |
Onderzoeksprogramma | 79 | 247 | 121 | 352 | 311 | 100 | 211 | |
Academische Leerstoel Anton de Kom | 0 | 0 | 3 | 205 | 172 | 200 | ‒ 28 | |
Opdrachten | 10.198 | 8.896 | 9.868 | 12.287 | 14.193 | 10.612 | 3.581 | |
Adviesraad Internationale Vraagstukken | 423 | 392 | 489 | 497 | 605 | 597 | 8 | |
Instituut Clingendael | 2.310 | 2.965 | 2.635 | 3.519 | 4.484 | 1.150 | 3.334 | |
Bezoeken VIPS en uitgaven CD en Internationale organisaties | 259 | 202 | 523 | 770 | 1.012 | 1.000 | 12 | |
Algemene voorlichting | 2.469 | 917 | 1.071 | 1.335 | 1.144 | 2.790 | ‒ 1.646 | |
Koninklijk Huis ¿ inkomende en uitgaande bezoeken, officiële ontvangsten | 957 | 811 | 3.054 | 2.657 | 2.677 | 2.000 | 677 | |
China-strategie | 233 | 34 | 80 | 29 | 0 | 0 | 0 | |
Onderzoeksprogramma | 221 | 158 | 1.988 | 1.765 | 2.885 | 3.075 | ‒ 190 | |
Programma Ondersteuning Buitenlands Beleid | 3.326 | 3.417 | 28 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Kennisplatform Oost-Europa | 0 | 0 | 0 | 0 | 1.380 | 0 | 1.380 | |
Conferenties uitdragen Nederlandse waarden en belangen | 0 | 0 | 0 | 1.715 | 6 | 0 | 6 | |
Bijdrage aan agentschappen | 3.117 | 1.086 | 1.429 | 2.485 | 598 | 400 | 198 | |
Algemene voorlichting | 2.217 | 827 | 1.142 | 2.143 | 598 | 0 | 598 | |
Publieksdiplomatie | 900 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Verkeersnotificaties | 0 | 259 | 287 | 342 | 0 | 400 | ‒ 400 | |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's | 255 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Verkeersnotificaties | 255 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | 8.828 | 4.014 | 2.290 | 2.643 | 2.880 | 2.859 | 21 | |
Europese bewustwording | 546 | 334 | 20 | 0 | 0 | 463 | ‒ 463 | |
Publieksdiplomatie | 1.606 | 1.839 | 2.270 | 2.643 | 2.880 | 2.396 | 484 | |
Programma Ondersteuning Buitenlands Beleid | 6.676 | 1.841 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Ontvangsten | 21.241 | 28.082 | 56.025 | 77.969 | 94.724 | 67.674 | 27.050 | |
Art. | Ontvangsten | 21.241 | 28.082 | 56.025 | 77.969 | 94.724 | 67.674 | 27.050 |
4.10 | Consulaire dienstverlening Nederlanders in het buitenland | 7.381 | 13.975 | 10.689 | 11.836 | 20.525 | 21.000 | ‒ 475 |
Consulaire dienstverlening Nederlanders in het buitenland | 7.381 | 13.975 | 10.689 | 11.836 | 20.525 | 21.000 | ‒ 475 | |
Consulaire dienstverlening Nederlanders in het buitenland | 7.381 | 13.975 | 10.689 | 11.836 | 20.525 | 21.000 | ‒ 475 | |
4.20 | Consulaire dienstverlening aan vreemdelingen | 13.448 | 13.768 | 44.962 | 65.779 | 72.348 | 45.600 | 26.748 |
Consulaire dienstverlening aan vreemdelingen | 13.448 | 13.768 | 44.962 | 65.779 | 72.348 | 45.600 | 26.748 | |
Consulaire dienstverlening aan vreemdelingen | 13.448 | 13.768 | 44.962 | 65.779 | 72.348 | 45.600 | 26.748 | |
4.40 | Doorberekening Defensie diversen | 74 | 74 | 74 | 0 | 1.500 | 874 | 626 |
Doorberekening Defensie diversen | 74 | 74 | 74 | 0 | 1.500 | 874 | 626 | |
Doorberekening Defensie diversen | 74 | 74 | 74 | 0 | 1.500 | 874 | 626 | |
4.41 | Ontvangsten verkeersnotificaties | 338 | 265 | 300 | 354 | 351 | 200 | 151 |
Ontvangsten verkeersnotificaties | 338 | 265 | 300 | 354 | 351 | 200 | 151 | |
Ontvangsten verkeersnotificaties | 338 | 265 | 300 | 354 | 351 | 200 | 151 |
E. Toelichting op de instrumenten
Verplichtingen
Geen toelichting nodig.
Uitgaven
Artikelonderdeel 4.1
De realisatie van het uitgavenbudget Consulaire
informatiesystemen Consulaire dienstverlening Nederlanders in het
buitenland valt hoger uit. In de eerste
suppletoire begroting is een verhoging gemeld van EUR 1 miljoen
als gevolg van betalingen uit 2023 die zijn doorgeschoven naar 2024. Een
verdere verhoging van het budget voor informatiesystemen is gemeld in de
tweede
suppletoire begroting.
Artikelonderdeel 4.2
De realisatie van het uitgavenbudget Consulaire
Informatiesystemen Vreemdelingenbeleid valt EUR 5,1 miljoen hoger uit.
Deze stijging is deels het gevolg van het uitstellen van betalingen uit
2023 naar 2024 (zie eerste
suppletoire begroting). Daarnaast bleek EUR 3,8 miljoen extra
budget nodig om het oude consulaire informatiesysteem in de lucht te
houden omdat het nieuwe systeem nog niet gereed was (zie tweede
suppletoire begroting).
Artikelonderdeel 4.3
De realisatie van het uitgavenbudget voor Intenationaal
Cultuurbeleid is EUR 1,4 miljoen hoger dan begroot door de organisatie
van de UNESCO Conferentie in 2024 en is reeds gemeld in de eerste
suppletoire begroting.
Artikelonderdeel 4.4
De realisatie op het uitgavenbudget Uitdragen Nederlandse
waarden en belangen valt per saldo hoger uit. Dit wordt met name
veroorzaakt door:
- Instituut Clingendael en Kennisplatform Oost-Europa: in de eerste suppletoire begroting is een ophoging van EUR 300.000 gemeld voor een opdracht voor het inwinnen van kennis via het China Kennisnetwerk en de Rusland/Oost-Europa Kennis Alliantie van Clingendael. In de tweede suppletoire begroting is een ophoging van het budget Instituut Clingendael voor het Progress 2.0 programma gemeld en is het Kennisplatform Oost-Europa zichtbaar op de begroting gemaakt (viel voorheen onder de algemene gelden voor onderzoek van Clingendael).
- Verhoging uitgavenbudget Programma Ondersteuning Buitenland Beleid (POBB): vanwege het toegenomen belang meer te investeren in de bilaterale relaties door de veranderende geopolitieke situatie is het budget ten tijde van de eerste suppletoire begroting verhoogd met EUR 2 miljoen.
- In de eerste suppletoire begroting is een verlaging van het uitgavenbudget Algemene voorlichting opdrachten gemeld door een verschuiving van het financiële instrument opdrachten naar het instrument bijdragen agentschappen.
Ontvangsten
Het ontvangstenbudget valt EUR 27 miljoen hoger uit dan
begroot, met name omdat er meer paspoort en visa aanvragen zijn gedaan.
Stijgingen van de ontvangstenbudgetten zijn gemeld in de eerste
suppletoire begroting, de tweede
suppletoire begroting en in de Decemberbrief.
5. Niet-beleidsartikelen
5.1 Artikel 5: Geheim
Verplichtingen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Uitgaven | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Programma-uitgaven | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Financieel instrument yyy | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Ontvangsten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
5.2 Artikel 6: Nog Onverdeeld (HGIS)
A: De Homogene Groep Internationale Samenwerking
De HGIS is een budgettaire overzichtsconstructie binnen de Rijksbegroting die is ingesteld in 1997 als onderdeel van de herijking van het buitenlandbeleid. In de HGIS worden de buitenlandactiviteiten van de departementen gebundeld. Daarmee is in één oogopslag zichtbaar welke uitgaven Nederland doet in het kader van de internationale samenwerking. Jaarlijks wordt de inzet van HGIS gepubliceerd door middel van het HGIS-jaarverslag en de HGIS-nota. Deze verschijnen tegelijkertijd met de overige begrotingsstukken respectievelijk op Verantwoordings- en Prinsjesdag.
De middelen, die onderdeel zijn van de HGIS, staan op de diverse departementale begrotingen. De betreffende ministers zijn verantwoordelijk voor de eigen HGIS-onderdelen binnen hun begroting. De HGIS werkt als een parapluconstructie om de uitgaven te kunnen bundelen. Voor loon- en prijsstijgingen - inclusief wisselkoers-ontwikkelingen - en niet-voorziene tegenvallers is binnen de HGIS vanuit de Bruto Nationaal Inkomen (BNI)- bijstelling een reservering opgenomen op dit BZ-begrotingsartikel 6 (nog onverdeeld, HGIS). Compensatie voor loon- en prijsbijstelling van apparaatsuitgaven (zoals BZ-apparaat en attachés van andere departementen) vindt met voorrang plaats uit deze reservering. Hierbij wordt rekening gehouden met de buitenlandcomponent van deze uitgaven.
Art. | Omschrijving | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2024 | 2024 |
Verplichtingen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 11.875 | ‒ 11.875 | |
Uitgaven | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 11.875 | ‒ 11.875 | |
06.01 | Nog onverdeeld (HGIS) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 11.875 | ‒ 11.875 |
Nog onverdeeld (HGIS) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 11.875 | ‒ 11.875 | |
Toelichting
Uitgaven en verplichtingen
Het budget voor begrotingsartikel 6 Nog Onverdeeld
heeft betrekking op de HGIS en hierop heeft geen realisatie
plaatsgevonden.
Zoals opgenomen in de eerste
suppletoire begroting betreft de mutatie het saldo van
bijstellingen op grond van aanpassing van bbp-ramingen door het CPB,
verwerking van de HGIS-eindejaarsmarge 2023, het verwerken van de loon-
en prijsbijstellingen binnen de HGIS en overboekingen naar diverse
begrotingen zoals binnen de HGIS is overeengekomen. Binnen de HGIS is
budget vrijgemaakt voor het oplossen van een aantal knelpunten, waaronder
de organisatie van de NAVO-Top in 2025 en het opvangen van verhogingen
van verschillende contributies.
Verder wordt een deel van het budget opgevraagd in 2025 via de
eindejaarsmarge zoals opgenomen in de tweede
suppletoire begroting.Dit resulteert uiteindelijk in
realisatiestand van 0.
5.3 Artikel 7: Apparaat
Personele en materiële uitgaven
Dit artikel betreft de apparaatsuitgaven van zowel postennet in het
buitenland als het departement in Den Haag exclusief de personele
uitgaven voor de politieke leiding en attachés van andere ministeries.
In dit begrotingsartikel zijn de verplichtingen voor en uitgaven aan het
personeel en het materieel opgenomen.
Personeel
De uitgaven voor eigen personeel vallen uiteen in drie
categorieën:
- Uitgaven voor het ambtelijk personeel; dit betreft de algemene ambtelijke leiding van het departement - exclusief secretaris-generaal, plaatsvervangend secretaris-generaal en directeuren-generaal - de beleidsdirecties en de ondersteunende diensten;
- Uitgaven voor het uitgezonden personeel op de Nederlandse vertegenwoordigingen in het buitenland. Dit betreft o.a. salaris, vergoedingen en dienstreizen;
- Uitgaven voor het lokaal aangenomen personeel op de Nederlandse vertegenwoordigingen in het buitenland;
- Bedrijfsvoeringsuitgaven.
Materieel
De materiële uitgaven hebben betrekking op de uitgaven voor de
exploitatie van en investeringen in het departement in Den Haag en op de
Nederlandse vertegenwoordigingen in het buitenland. Hieronder vallen
o.a. de verplichtingen en uitgaven voor:
- Huisvesting zoals huur van kanselarijen, residenties, personeelswoningen en het kantoor in Den Haag, klein onderhoud en bouwkundige projecten;
- Beveiligingsmaatregelen;
- ICT uitgaven zoals automatisering en communicatiemiddelen.
Bij de materiële uitgaven wordt specifiek aangegeven welk deel hiervan betrekking heeft op de ICT-uitgaven en hoeveel van de uitgaven plaatsvinden via een Rijksbrede Shared Service Organisatie (SSO). De ICT uitgaven, die via SSO plaatsvinden, zijn opgenomen onder de categorie «Bijdrage aan SSO’s».
Verplichtingen | 806 524 | 822 922 | 951 345 | 1 067 724 | 1 120 899 | 1 077 118 | 43 781 | |
Uitgaven | 806 524 | 822 922 | 943 635 | 1 013 749 | 1 108 069 | 1 118 718 | ‒ 10 649 | |
7.1.13 | Personele uitgaven | 535 552 | 543 541 | 610 262 | 679 695 | 752 235 | 667 523 | 84 712 |
Eigen personeel | 447 903 | 450 293 | 484 660 | 532 189 | 590 859 | 655 523 | ‒ 64 664 | |
Inhuur externen | 27 207 | 32 390 | 43 920 | 47 576 | 64 294 | 12 000 | 52 294 | |
Overige personele uitgaven | 60 442 | 60 858 | 81 682 | 99 930 | 97 083 | 0 | 97 083 | |
7.1.14 | Materiële uitgaven | 270 972 | 279 381 | 333 373 | 334 054 | 355 834 | 451 195 | ‒ 95 361 |
ICT | 54 751 | 50 749 | 65 782 | 64 832 | 72 522 | 71 758 | 764 | |
Bijdrage aan SSO's | 53 144 | 49 699 | 53 591 | 74 942 | 69 119 | 54 147 | 14 972 | |
Overige materiële uitgaven | 163 077 | 178 933 | 214 000 | 194 280 | 214 193 | 325 290 | ‒ 111 097 | |
7.10 | Diverse ontvangsten | 41 696 | 56 147 | 28 682 | 46 536 | 36 429 | 31 671 | 4 758 |
7.11 | Koersverschillen | 12 738 | 0 | 0 | 12 678 | ‒ 417 | 0 | ‒ 417 |
Verplichtingen
Zoals vermeld in de eerste suppletoire begroting is het budget van de verplichtingen gelijk aan de uitgaven. Voor de aankoop van het pand in Brussel is dit deels gecorrigeerd.
De verplichtingen zijn hoger dan de uitgaven door relatief hoge verplichtingen voor huisvesting. Daarnaast zijn er extra verplichtingen aangegaan voor verhuisdiensten.
Uitgaven
7.1.13 Personele uitgaven:
- Voor eigen personeel was circa EUR 655,5 miljoen begroot. Dit was
inclusief het deel van de overige personele uitgaven van circa EUR 100
miljoen.
De gerealiseerde uitgaven voor eigen personeel zijn uitgaven voor zowel het personeel op het departement in Nederland als op de posten wereldwijd.
De stijging in de algehele personele uitgaven is ontstaan door o.a. EUR 8 miljoen loon- en prijsbijstelling (LPB) zoals vermeld in de eerste suppletoire begroting en EUR 13,2 miljoen vanwege de hogere loonkosten uit hoofde van de nieuwe afspraken in de CAO Rijk die per 1 juli 2024 zijn geëffectueerd zoals vermeld in de tweede suppletoire begroting.
Verder is in lijn met de rijksbegrotingsvoorschriften en op verzoek van de ADR circa EUR 9 miljoen t.b.v. civiele experts en verkiezingswaarnemers overgeheveld van beleidsartikel 2 naar eigen personeel van niet beleidsartikel 7. - De gerealiseerde uitgaven voor Inhuur externen zijn hoger dan
begroot doordat deze uitgaven achteraf verantwoord worden op basis van
de daadwerkelijk gerealiseerde uitgaven en deze bij voorbaat zo laag
mogelijk geraamd worden.
In lijn met de rijksbegrotingsvoorschriften en op verzoek van de ADR is externe inhuurbudget van beleidsartikel 4 overgeheveld naar niet beleidsartikel 7 Apparaat. Dit betreft circa EUR 8,3 miljoen m.b.t. consulaire dienstverlening. - De gerealiseerde overige personele uitgaven worden niet geraamd in de ontwerpbegroting, maar achteraf vastgesteld op basis van de daadwerkelijk gerealiseerde uitgaven. Dit verklaart de mutatie. Deze overige personele uitgaven betreffen geen homogene uitgaven, maar bevatten uitgaven met betrekking tot o.a. reis- en verblijfkosten in het binnen- en buitenland, onderwijskosten voor de kinderen van uitgezonden personeel, verhuizingen, suppletieuitkeringen aan voormalig lokaal personeel, opleidingen, Vergoeding Actieve Representatie (VAR) en overige. De diversiteit en het vaak incidentele karakter van deze uitgaven bemoeilijken accurate ramingen.
- De uitgaven ten behoeve van bedrijfsvoering waren in de ontwerpbegroting opgenomen als onderdeel van de materiële uitgaven. Deze bedrijfsvoering uitgaven worden nu ondergebracht bij personele uitgaven conform de rijksbegrotingsvoorschriften. Het betreft een bedrag van ongeveer EUR 36 miljoen voor onder andere reiskosten.
7.1.14 Materiële uitgaven:
- De stijging door de loon en prijsontwikkeling is in de eerste suppletoire begroting toegelicht.
- De uitgaven van huisvesting is lager als oorspronkelijk begroot. Dit is toegelicht in de tweede suppletoire begroting.
- De investeringen voor huisvesting vallen in 2024 veel lager uit dan begroot. Dat komt onder meer doordat een aantal projecten zijn doorgeschoven naar 2025 vanwege langere doorlooptijden van de aanbesteding. Verder zijn de aankopen van Boedapest en Nairobi later geeffectueerd zodat de restantbetalingen in 2025 zullen plaatsvinden.
Ontvangsten
Voor de ontvangsten is een ontvangst van EUR 95 miljoen verschoven van 2024 naar 2025. Dit is toegelicht in de tweede suppletoire begroting.
In de ontvangsten zit ook een koersverlies van EUR 0,4 miljoen. Dit komt met name door de koers van de dollar. Daarnaast is er ook een koersverlies op de uitgaven. Dit betreft een bedrag van EUR 3,3 miljoen.
I: Huisvesting
Doel van het huisvestingsbeleid van BZ is om haar vastgoed waar mogelijk duurzaam, doelmatig, veilig en toekomstbestendig in te richten ter ondersteuning van de modernisering van de diplomatie. Panden worden afgestoten, aangeschaft of verbouwd conform de huisvestingsvisie.
Teneinde de gewenste slagen te kunnen maken is in 2013 een middelenafspraak overeengekomen tussen BZ en Financiën (het zogenaamde 'Huisvestingsfonds'). Deze afspraak is in vergelijkbare vorm in 2019 verlengd tot en met 2025. Daarbij is afgesproken dat ontvangsten uit de verkoop van onroerend goed in het buitenland in latere jaren kunnen worden ingezet voor investeringen die samenhangen met de voorgenomen aanpassingen in de huisvesting in het buitenland en de verduurzaming van de huisvestingsportefeuille.
Zoals toegezegd tijdens het Wetgevingsoverleg op 12 juni 2017 over het jaarverslag van het Ministerie van Buitenlandse Zaken 2016 is hieronder een overzicht opgenomen van de onroerend goed mutaties die gemoeid zijn met de middelenafspraak van de afgelopen vijf jaar. De uiteindelijke opbrengsten van verkoop zijn onder meer afhankelijk van de vastgoedmarkt in de betreffende landen. Op 31 december 2024 was het saldo voor investeringen EUR 63,7 miljoen. Vastgoed investeringen en/of aankopen zijn verricht in 2024 voor EUR 56,2 miljoen en voor EUR 2,5 miljoen aan vastgoed is verkocht in 2024. De kassschuif in 2024 kent meerdere oorzaken zoals doorschuiven van projecten, aankopen die later dan verwacht zijn gerealiseerd.
Stand aanvang begrotingsjaar | 3,6 | 26 | 4,2 | 33,7 | 39,7 | 28,9 | ||
Opbrengsten | 37,8 | 5,4 | 34,7 | 62,8 | * | 10 | 90,9 | ** |
Investeringen en/of aankopen | 15,4 | 27,2 | 5,2 | 56,8 | 20,8 | 56,2 | ||
Stand einde van het begrotingsjaar | 26 | 4,2 | 33,7 | 39,7 | 28,9 | 63,7 | ||
* Dit betreft voor EUR 60 miljoen een kasschuif. | ||||||||
** Dit betreft voor EUR 48,6 miljoen en EUR 35 miljoen een kasschuif. Dit vooruitlopend op verkopen in 2025. |
- 2020: De verwachte verkopen in o.a Lima, San Jose en Kiev zijn gerealiseerd. Andere verkopen zijn vertraagd door COVID-19. Investeringen in o.a. Washington, Rabat en Ankara.
- 2021: Gerealiseerde verkopen en uitgaven in diverse panden conform de meerjarenplanning: verkoop in Seoul. Investeringen o.a. in Sydney, Caracas, Atlanta, Bangalore en wereldwijd veiligheidsproject
- 2022: Inkomsten uit verkoop van o.a. pand in Lagos. Daarnaast is er budget toegevoegd middels een kasschuif vooruitlopend op toekomstige ontvangsten. Investeringen hebben plaatsgevonden conform de meerjarenplanning in Brussel, Londen, Milaan en Beiroet.
- 2023: Geen verkopen, wel opbrengsten van eerdere jaren. Investeringen in o.a. aankoop residentie Kopenhagen, verbouwing residentie Beiroet, nieuwe kanselarij Jerevan, verbouwing Washington en renovatie residentie Parijs.
- 2024: Inkomsten uit verkoop pand in Ankara. Investeringen in o.a. Brussel, San Francisco, Beiroet, Luanda en Dublin
II: Kengetallen Personeel
Loonkosten departement | ||
Gemiddelde bezetting (fte) | 2.906 | 2.771 |
Gemiddelde prijs (EUR) | 109.589 | 102.521 |
Toegelicht begrotingsbedrag (x EUR 1.000) | 318.466 | 284.086 |
Loonkosten posten | ||
Gemiddelde bezetting (fte) | 838 | 788 |
Gemiddelde prijs (EUR) | 128.036 | 120.953 |
Toegelicht begrotingsbedrag (x EUR 1.000) | 107.294 | 95.311 |
Totaal loonkosten ambtelijk personeel (A) | ||
Gemiddelde bezetting (fte) | 3.744 | 3.559 |
Gemiddelde prijs (EUR) | 113.718 | 106.602 |
Toegelicht begrotingsbedrag (x EUR 1.000) | 425.760 | 379.397 |
Vergoedingen uitgezonden personeel (B) | ||
Gemiddelde bezetting (fte) | 838 | 788 |
Gemiddelde prijs (EUR) | 93.060 | 97.666 |
Toegelicht begrotingsbedrag (x EUR 1.000) | 77.985 | 76.960 |
Loonkosten lokaal personeel (C) | ||
Gemiddelde bezetting (fte) | 2.095 | 2.040 |
Gemiddelde prijs (EUR) | 65.711 | 66.006 |
Toegelicht begrotingsbedrag (x EUR 1.000) | 137.667 | 134.655 |
Totaal loonkosten (A-C) (x EUR 1.000) | 641.411 | 591.013 |
Toelichting:
- De gemiddelde bezetting van ambtelijk personeel nam in 2024 met ongeveer 185 fte's toe. De stijging in het postennet was verhoudingsgewijs iets hoger dan op het departement.
- De loonkosten ambtelijk personeel stegen in 2024 uit hoofde van afspraken in de CAO Rijk en door loonontwikkeling uit hoofde van bevorderingen en schaalstappen.
- De gemiddelde bezetting van het lokaal personeel steeg in 2024, procentueel wat minder dan het ambtelijk personeel.
- De loonkosten lokaal personeel stegen van EUR 134,7 miljoen (2023) naar EUR 137,7 miljoen (2024) door loonaanpassingen gebaseerd op loononderzoeken via de markersystematiek, schaalstappen en een in 2022 geïntroduceerde (tijdelijke) inflatietoeslag. Er is ook altijd sprake van koerseffecten door periodieke aanpassingen van interne omrekenkoersen (corporate rates) voor loonbestanddelen die in vreemde valuta worden uitbetaald.
6. Bedrijfsvoeringsparagraaf
Deze paragraaf gaat in op de bedrijfsvoeringvraagstukken die zich gedurende het begrotingsjaar 2024 hebben voorgedaan en waarvan de informatieverstrekking voor het inzicht en de oordeelsvorming door de Tweede Kamer van belang is. Op basis van de Rijksbegrotingsvoorschriften informeren wij u over onder meer risico’s van misbruik en oneigenlijk gebruik (M&O), fraude en corruptie, verduurzaming van de BZ-organisatie en informatiebeveiliging.
Het ministerie van Buitenlandse Zaken (BZ) besteedt op een gestructureerde wijze aandacht aan de bedrijfsvoering. Via de interne planning- en controlcyclus waaronder de begrotings- en jaarplancyclus en de Integrale Monitor Bedrijfsvoering bewaakt BZ of de doelstellingen op doelmatige en rechtmatige wijze worden gerealiseerd. Waar nodig wordt bijgestuurd.
Paragraaf 1: Uitzonderingsrapportage
Artikel 4 verplichtingen | 64.052 | 6.405 | 1.080 | 1.800 | 2.880 | * |
Artikel 7 verplichtingen | 1.120.899 | 56.045 | 32.869 | 31.036 | 63.905 | 5,7% |
Artikel 1 uitgaven/ontvangsten | 148.688 | 14.869 | 11.517 | 0 | 11.517 | ** |
* Verplichtingen artikel 4 Consulaire dienstverlening en uitdragen Nederlandse waarden
De ‘meest waarschijnlijke fout’ (kolom 4) is lager dan de rapporteringstolerantie. De gepresenteerde bedragen worden toegelicht in de tabel omdat het ‘maximale bedrag aan fouten en onzekerheden’ de rapporteringstolerantie heeft overschreden door toepassing van de gehanteerde steekproeftechniek. De bevindingen betreffen het volgende:
In één geval was het dossier onvolledig, bij één casus sloot het verleende subsidiebedrag niet aan op de geleverde begroting en bij één casus was er sprake van een onrechtmatige verlenging van een overeenkomst voor een applicatie welke vanuit overwegingen over de bedrijf continuïteit moest worden verlengd.
Verplichtingen artikel 7 Apparaat
De overschrijding van de rapporteringstolerantie wordt veroorzaakt door een aantal onrechtmatigheden. De belangrijkste betreffen de volgende:
- In enkele gevallen bevatten de overeenkomsten, welke waren aangegaan in 2023 of eerder, een open -einde formuleringen bij externe inhuur. Sinds het najaar 2023 gebeurt dit niet meer;
- Een verplichting in het kader van de onrechtmatige Rijksbrede tussenovereenkomst Interim-Management (IMOA),
- Een geïmporteerde rechtmatigheidsfout voor een EU aanbesteding waarin de geschiktheidseisen niet (zichtbaar) zijn beoordeeld en de gunningsbeslissing onvoldoende is onderbouwd;
- Voor twee verplichtingen is geen onderbouwing aangetroffen waardoor de rechtmatigheid niet kon worden aangetoond.
** Uitgaven/ontvangsten Artikel 1 Versterkte internationale rechtsorde
De ‘meest waarschijnlijke fout’ (kolom 4) is lager dan de rapporteringstolerantie. De gepresenteerde bedragen worden toegelicht in de tabel omdat het ‘maximale bedrag aan fouten en onzekerheden’ de rapporteringstolerantie heeft overschreden door toepassing van de gehanteerde steekproeftechniek. De bevindingen betreffen het volgende:
Voor drie bijdragen verstrekt door respectievelijk de posten Dakar, San José en Khartoem is niet tijdig een liquiditeitsprognose verstrekt door de ontvanger waardoor de verstrekking van middelen als onrechtmatig is aangemerkt.
Totstandkoming niet-financiële verantwoordingsinformatie
Er zijn geen bijzonderheden te melden.
Begrotingsbeheer, financieel beheer en de materiële bedrijfsvoering
Inkopen
De Algemene Rekenkamer merkte het inkoopbeheer over 2023 aan als aandachtspunt, omdat het oude IT-systeem voor visumverlening onrechtmatig moest worden verlengd en bij inhuur van externen de verlengingsopties niet altijd voorzien waren van een einddatum. Deze zaken zijn opgelost. Het vernieuwde visumsysteem wordt dit jaar geïntroduceerd. Sinds het najaar van 2023 zijn bij inhuur van externen de verlengingsopties voorzien van een einddatum. Het ministerie van Buitenlandse Zaken maakt gebruik van Rijksbrede raamovereenkomsten die in beheer zijn van andere ministeries. Deze ministeries hebben melding gemaakt van enkele onrechtmatigheden, waarover in de bedrijfsvoeringparagraaf van de betreffende ministeries een toelichting is opgenomen. Als gevolg daarvan zijn de verplichtingen die op deze nadere overeenkomsten onder deze overbruggingsovereenkomsten zijn aangegaan als onrechtmatig bestempeld. In het verslagjaar gaat het bij het ministerie van Buitenlandse Zaken om circa 535.000 euro.
Vastleggen verplichtingen
Over 2023 was geconstateerd dat het Ministerie de regel ‘verplichting=kas’, (ref. regeling financieel beheer van het Rijk, art. 21) te breed toepaste. In 2024 zijn acties ondernomen om de naleving van de regel te verbeteren en te herstellen. Hier is voortgang op geboekt, maar deze zijn nog niet voltooid. Medio 2024 is het project ‘verbetering van het verplichtingenbeheer’ gestart met als doel structurele verbetering van het verplichtingenbeheer door verdere waarborgen in te bouwen in het proces van de registratie van verplichtingen. Een aantal aanbevelingen vanuit het project is nog in 2024 afgerond. Vervolgacties staan gepland in 2025 met als streven aantoonbaar structurele en daarmee duurzame verbetering van het verplichtingenbeheer per medio 2025.
Beheer vastgoed en huisvesting
De directie Huisvesting en Facilitaire Zaken (DHF) heeft in 2024 verder gewerkt aan de implementatie van de huisvestingsvisie en aan de versterking van de interne organisatie. DHF werkt aan de afronding van het ingezette verbetertraject en staat daarover in nauw contact met de Algemene Rekenkamer. Een belangrijke mijlpaal in dit verband is de ontwikkeling door DHF van het zogenaamde huisvesting-dashboard voor BZ dat integraal zicht geeft op de voortgang van de implementatie van de huisvestingsvisie in zijn wereldwijde vastgoedportefeuille. Daarnaast is de jaarlijkse huisvesting-meerjarenprogrammering vastgesteld en is daarbij opnieuw gebruik gemaakt van het, verder doorontwikkelde, vastgoed-wegingsmodel. In dit model worden alle vastgoedprojecten langs een meetlat gelegd op basis van de vier strategische speerpunten uit de huisvestingsvisie. Voorts is verder gewerkt aan grote (nieuwbouw) projecten in een zestal steden en zijn op basis van een kosten-baten analyse twee nieuwe residenties gekocht.
In het kader van de masterplannen Rijkskantoorhuisvesting is in het voorjaar van 2024 door de minister van BZK het besluit genomen over de toekomstige unilocatie van het ministerie van BZ in de Hoftoren. Het parlement is over de masterplannen geïnformeerd.
Misbruik en oneigenlijk gebruik
Misbruik en oneigenlijk gebruik (externe fraude)
In deze rapportage wordt onder misbruik en oneigenlijk gebruik (hierna: externe fraude) verstaan het opzettelijk handelen van externe partijen in de activiteitencyclus waarbij gebruik wordt gemaakt van misleiding om een onrechtmatig of onwettig voordeel te verkrijgen. BZ beschikt over beleid en procedurebeschrijvingen bij vermoedens van externe fraude binnen de activiteitencyclus. Volgens afspraak worden deze vermoedens en gevallen van fraude en corruptie gemeld bij het Expertisecentrum Malversaties (ECM) van het ministerie. De activiteitencyclus wordt zowel binnen Buitenlandse Zaken als Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp (BHO) gebruikt. Meer informatie ten aanzien van (vermoedens van) misbruik en oneigenlijk gebruik rond BHO-activiteiten is opgenomen in de bijlage ‘misbruik en oneigenlijk gebruik’ van het jaarverslag van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking 2024.
Voor de BZ-activiteiten zijn in 2024 geen vermoedens van externe fraude en corruptie gemeld bij ECM. Sinds het eerste kwartaal van 2024 is een meldpagina online die toegankelijk is via de Rijksoverheidspagina van BZ. Via het e-mailadres dat vermeld staat op deze pagina kan een vermoeden eenvoudig (anoniem) worden gemeld door externe melders.
Overige aspecten van de bedrijfsvoering
Implementatie SAP BZ, IMPACT en MIBZ
In de interim rapportage heeft de Auditdienst Rijk geconstateerd dat er assurance afspraken ontbreken omtrent de cloudomgeving van beide applicaties. BZ heeft in 2024 een assurance plan voor het bedrijfsvoeringsysteem (SAP) opgesteld welke in 2025 zal worden geïmplementeerd. In 2025 zal dit ook voor IMPACT gebeuren.
De verdere ontwikkeling van IMPACT, SAP en het Managementinformatiesysteem (MI-BZ) vergde meer inspanning dan vooraf was voorzien. Deze systemen moeten de kwaliteit van het beheer van de activiteitencyclus op een hoger niveau tillen en moeten bijdragen aan meer efficiëntie.
Ter ondersteuning van de jaarafsluiting is IMPACT in de 2e helft van 2024 functioneel aangepast. Voor het ontsluiten van specifieke data voor de controle van de bestedingen was het nodig om een managementinformatie overzicht op te stellen omdat deze niet eenvoudig uit SAP BZ te halen waren. Deze zaken hebben geleid tot een vertraging in de controles en een late oplevering van de jaarverslagen van BZ en BHOS.
Informatiehuishouding
Als onderdeel van het rijksbrede programma Open Overheid is, conform het actieplan Verbetering Informatiehuishouding BZ 2023-2024, in 2024 door BZ verder gewerkt aan de verbetering van de informatiehuishouding (IHH). In het kader van het project Kwaliteitsverbetering IHH worden dienstonderdelen (10 in 2024) door een multidisciplinair team bijgestaan om de informatiehuishouding op orde te brengen. Het team van adviseurs is in 2024 uitgebreid, hetgeen structurele ondersteuning mogelijk maakt.
Via het project Digitale Infrastructuur Woo (DWoo) verbetert BZ de openbaarmaking van overheidsinformatie. Dit project is in 2024 deels uitgevoerd en wordt in 2025 voortgezet. Verder heeft BZ geparticipeerd in de rijksbrede implementatietrajecten voor e-mailarchivering en chatarchivering. Implementatie van de hiervoor op te leveren generieke voorzieningen binnen de BZ-organisatie vindt naar verwachting plaats in 2025.
In het kader van eenduidige communicatie over informatiehuishouding is in 2024 gestart met een communicatiecampagne IHH, gevolgd in 2025 door een bewustwordings- en gedragscampagne IHH gericht op medewerkers en leidinggevenden.
Voor de informatievoorziening van BZ is SSC/ICT een belangrijke dienstverlener. Na vaststelling in 2023 dat specifieke behoeften van BZ niet goed kunnen worden ingevuld in een shared-service-achtige setting en het besluit om de huidige inrichting van de IT-dienstverlening te heroverwegen is in 2024 hiertoe een onderzoek gestart.
Informatiebeveiliging
Informatiebeveiliging (IB) heeft in 2024 in het teken gestaan van het op orde brengen van de formatie, grotendeels door inhuur van externen. De continuïteit is hierdoor nog niet gewaarborgd. Desondanks is het Ministerie in staat geweest om stappen te zetten op het gebied van bewustwording en de rol van informatiebeveiliging binnen BZ. Het optimaliseren van processen en de voortgang van de projecten hebben centraal gestaan.
In 2024 zijn de IB-dashboards met daarin de status van alle kritieke en niet-kritieke informatiesystemen verder ontwikkeld. Daarmee is het proces van opstellen, afstemmen en bespreken verbeterd. Meer risicogericht rapporteren over het beveiligingsbeeld per ambassade is ingezet met een daartoe in 2024 vastgestelde vragenlijst waarvan uitwerking, uitvraag en analyse doorlopen in 2025.
Ook is het proces van risicomanagement aangepast. In 2025 moet het risicomanagement verder worden uitgewerkt opdat het IB-team beter in staat is om directies te ondersteunen en te prioriteren en rapporteren.
Projecten voor toegang tot BZ-informatie, de vervanging van het VPN-netwerk, de inrichting van het centraal beveiligingscentrum CSOC en de vernieuwing van de hoog beveiligde omgeving lopen grotendeels volgens planning en zullen ook 2025 nog tijd vergen.
Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG)
De tweedelijnswerkzaamheden konden door capaciteitsgebrek aanvankelijk niet volledig worden uitgevoerd, maar in 2024 is het Privacy team op volle sterkte gebracht en bij het merendeel van de directies. Daarmee is de functie van AVG-coördinator nu ingevuld.
In 2024 heeft de Auditdienst Rijk een rijksbreed AVG-onderzoek uitgevoerd bij de directies Financieel-Economische Zaken (FEZ) en Protocol en Gastlandzaken (DPG). Het onderzoek richtte zich op naleving van maatregelen vanuit Data Protection Impact Assessments (DPIA’s) (art. 35 AVG) en het hanteren van Privacy by Design (art. 25 AVG). De BZ-brede aanbevelingen uit het onderzoek betreffen het maken van een update van het privacy beleid eens in de vier jaar, het aanscherpen van de DPIA-procedure op uitvoering en controle en voor FEZ en DPG specifiek tijdige herziening van DPIA’s.
Eind 2024 is er door de Auditdienst Rijk een vraag gestuurd onderzoek gestart (ingegeven door de functionaris gegevensbescherming van BZ) naar de organisatie en het beheer van de AVG binnen BZ. Zodra de resultaten bekend zijn, zullen de aanbevelingen tegen het licht worden gehouden. In 2024 is zowel aandacht besteed aan het verhogen van het kennisniveau van Informatiebeveiliging en Privacy (IB&P) als aan het op orde brengen van de basis met betrekking tot instructies. In 2025 wordt de effectiviteit van de genomen maatregelen beoordeeld aan de hand van de IB&P-vragenlijst.
In september 2023 is de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) een onderzoek gestart naar de rechtmatigheid van de verwerking van persoonsgegevens in het beoordelingsproces bij aanvragen voor visa kort verblijf. Dit onderzoek was ingegeven door zorgen van de AP ten aanzien van het gebruik van het aspect nationaliteit bij de profilering van aanvragers door middel van een algoritme in de ‘Buitenlandse Zaken Analyse Omgeving’ (BAO) in het kader van het ‘Informatie Ondersteund Beslissen’ (IOB). Op 11 september 2024 is het voorlopige rapport van bevindingen van de AP ontvangen. Naar aanleiding hiervan heeft BZ een zienswijze opgesteld, die inmiddels met de AP is gedeeld.
Ten behoeve van een adequate coördinatie en monitoring van de processen op het gebied van privacy en informatiebeveiliging bij de hoofddirectie Consulaire en Visumzaken, alsmede de rapportering hierover aan het management, is een nieuwe database ontwikkeld waarin de voortgang m.b.t. verschillende activiteiten en verbetermaatregelen worden opgenomen.
Voorschottenbeheer
In 2024 is een stelstelwijziging doorgevoerd met betrekking tot voorschottenbeheer. Besloten is om niet meer na ontvangst van jaarlijkse verantwoordingen af te boeken, maar alleen nog op basis van de eindrapportage. De voorschottenstand zal hierdoor de komende jaren oplopen. Nieuwe KPI’s om de voorschottenstand actueel te houden worden ontwikkeld.
Risico-afweging
In de huidige systematiek ten behoeve van de interne beheersing worden er op operationeel niveau risicoanalyses opgesteld per budgethouder. In 2024 is een eerste verkenning geweest om de risico-afweging meer op verantwoordingsniveau in te steken, op land, thema of uitvoerder. Dit is enerzijds ingegeven door de komende taakstelling en de behoefte tot een meer overkoepelende risicoanalyse te komen en anderzijds om beter aan te kunnen sluiten op de werkwijze van de Auditdienst Rijk. Dit traject zal in 2025 verder worden opgepakt.
Specialistische kennis
Afgelopen jaren is het nodig geweest om voor een aantal kritische functies een beroep te doen op inhuurkrachten omdat de benodigde expertise binnen BZ niet vrij beschikbaar was. Dat is kwetsbaar en inefficiënt. In 2025 zal verbreding van de aanwezigheid van specialistische kennis met voorrang opgepakt worden.
Fraude en corruptie
Fraude- en corruptierisico’s
Naast fraude door derden (zie de eerdere passage ten aanzien van misbruik en oneigenlijk gebruik), hebben de eerste en tweede lijn van BZ een verantwoordelijkheid in het voorkomen en tijdig detecteren van interne fraude en corruptie, gepleegd door BZ-medewerkers. BZ spant zich dan ook in om malafide/niet-integer gedrag door medewerkers te voorkomen, waaronder de aanpak van corruptie en fraude. Deze aanpak is gestoeld op de «Gedragscode Integriteit Rijk voor BZ». De maatregelen die hierin zijn opgenomen liggen hoofdzakelijk in de preventieve sfeer. In de repressieve sfeer is er sprake van opvolging van klachten en meldingen van fraude en corruptie door de integriteitsonderzoekers. Hierbij wordt vaak samengewerkt met het expertisecentrum Malversaties (ECM). De beheersing van risico’s vraagt maatwerk per aandachtsgebied.
Inkoop:
- Functiescheidingen: de inkoopuitvoering door BZK/Rijksinkoopsamenwerking en BZ/FSO-Inkoop zijn apart georganiseerd ter ondersteuning van de opdrachtgevende directies en Posten van BZ.
- Zowel RIS als FSO volgt de aanbestedingsrichtlijn (AW 2012) en de gids proportionaliteit. Vanuit CDI zijn geen noemenswaardige onregelmatigheden waargenomen of signalen daarover van directies ontvangen.
Factuurverwerkingproces:
- Vier-ogen-principe: om te voorkomen dat ongeautoriseerde betalingen plaatsvinden, zoals bijvoorbeeld vanwege spookfacturen of opzettelijk dubbel aangeleverde facturen.
Consulaire processen:
- Visum/reisdocumenten: BZ voert op halfjaarlijkse basis een totaal omspannende verbandscontrole uit op de ontvangsten van reisdocumenten en visa;
- Functiescheiding in de consulaire systemen zodat alleen medewerkers die geautoriseerd zijn toegang hebben met de toegewezen rollen;
- Jaarlijkse controle op conflicterende rollen in de consulaire systemen;
- Door CSO wordt toegezien op evt. fraude met consulaire tarieven. Dit geschiedt onder andere door een functiescheiding van het frontoffice bij het innemen visa bij externe dienstverleners. Normaal controleert CSO ook of ‘gratis afgegeven visa’ conform de regelgeving worden afgegeven. Deze laatste maatregel heeft CSO in 2024 niet uitgevoerd. De ADR heeft deze controle gedaan;
- Jaarlijkse controle op waardedocumenten.
Vastgoed/(des)investeringsprojecten:
- Standaard onderdeel bij aan- en verkopen is de uitvoering van een legal due dilligence op de koper of de verkoper door een door BZ geselecteerde advocaat.
Voorafgaand aan aan- en verkopen vinden o.a. de volgende onderzoeken plaats:
- Kredietwaardigheidscontrole;
- Bedrijfsstructuur onderzoek (ultimate benificial owners);
- Onderzoeken naar lopende procedures en geschillen, claim;
- Verificatie eigendomsrechten;
- Anti money laundering act (witwas wetgeving bij ontvangsten) door de huisbank;
- Daarnaast gebruiken we als afwegingskader voor aan- en verkopen dat de prijs binnen 10% van de getaxeerde waarde moet zijn (RICS-taxatie < 6mnd);
- Tot slot maakt een risicoanalyse (o.a. MVO-risico checker) onderdeel uit van investeringsbesluiten. Hierin wordt expliciet aandacht besteed aan risico op fraude en corruptie.
In 2024 heeft interne fraude zich in beperkte mate voorgedaan. Het betrof voor zover bekend minder dan vijf gevallen, waarmee een totaalbedrag van circa EUR 19.000 was gemoeid.
Paragraaf 2: Rijksbrede bedrijfsvoeringsonderwerpen
ICT-projecten
I-portfolio2024 heeft in het teken gestaan van de herijking van het I-portfolio- en projecten proces. Daartoe is een Portfolio Advies Groep (PAG) gestart ter verbetering van advisering over de I-portfolio -en projecten. Verantwoording over grote ICT-projecten (> € 5 miljoen) vindt plaats via het Rijks ICT-dashboard, waar momenteel 4 projecten genoemd worden: in het consulaire domein Front Office Back Office (FOBO), in het financiële domein Vervanging Bedrijfsvoeringsysteem (VBS SAP), in het primaire proces Modernisering Activiteitencyclus (MAC/IMPACT) en in de informatiehuishouding de vernieuwing van SharePoint.
Open source – open standaarden ICT-projecten
De instructie rijksdienst inzake open standaarden en open source wordt over het algemeen gevolgd, maar is nog niet bij alle relevante inkoop- of verwervingsprocessen onderdeel van de standaard werkwijze. In de in het eerste kwartaal van 2025 vast te stellen Sourcingstrategie BZ zal deze instructie worden verwerkt. Met de implementatie van de Sourcingstrategie zal naleving van de instructie naar verwachting verder worden geborgd.
Evaluatie audit committee
Er staat een evaluatie gepland voor 2025. In 2024 heeft geen evaluatie plaatsgevonden.
Departementale checks and balances subsidieregelingen
BZ heeft in 2020 voor het laatst deze check uitgevoerd en zal deze in 2025 opnieuw uitvoeren.
Paragraaf 3: Belangrijke ontwikkelingen en verbeteringen in de bedrijfsvoering
Bedrijfsvoeringsbeleid
De BZ-brede bedrijfsvoering is georganiseerd volgens het zogenaamde drie-lijnenmodel van rollen en verantwoordelijkheden. In 2024 is geïnvesteerd in het efficiënter maken van de dienstverlening vanuit de tweede lijn, waarbij de eerste lijn waar mogelijk wordt ontzorgd en begrijpelijke en goed uitvoerbare handreikingen krijgt en waarbij de mogelijkheden van digitalisering en robotisering maximaal worden benut. Daarbij is ook de apparaatstaakstelling, die rijksbreed tot 2029 oploopt tot 22% voor kerndepartementen en 10% voor het postennet, in ogenschouw genomen.
Personeelsbeleid
Naar aanleiding van het rapport ‘evaluatie HR-beleid’ van de Auditdienst Rijk in maart 2024, zijn de aanbevelingen door de hoofddirectie Personeel en Organisatie (HDPO) in 2024 vertaald in concrete actiepunten ter wijziging van het personeelsbeleid. De actiepunten zijn vastgelegd in de HR‑notitie zoals vastgesteld in mei 2024. Hoofdpunten van deze HR-notitie zijn onder andere:
- HDPO gaat meer aandacht en ondersteuning geven aan de medewerker;
- Verruiming van mogelijkheden van (P)SG en DG’s om P‑verantwoordelijkheden te mandateren aan directeuren en CdP’s;
- Versterking van objectiviteit en zorgvuldigheid in het plaatsingsproces en verbetering van selectieprocessen;
- D&I als extra kerndoelstelling van HR-beleid
Om de overzichtelijkheid en toegankelijkheid te verbeteren, zal BZ het nieuwe personeelsbeleid vatten in één hoofddocument, te beginnen met de regels voor de aanstaande zomerronde (Functiebekendstelling 2025).
Integriteit, veilige werkomgeving, diversiteit en inclusie
Een (sociaal) veilige werkomgeving, integer gedrag en diversiteit & inclusie (D&I) zijn voor BZ belangrijke waarden. Dit blijkt ook uit de handreiking ‘Respectvolle relaties’, waarin de missie, visie, kernwaarden, 1BZ en de Gedragscode Integriteit Rijk zijn samengevat. In 2024 is bij BZ opnieuw veel inzet geweest op deze onderwerpen. Zo werd de Gedragscode Integriteit Rijk voor BZ geïntroduceerd en is een duidelijk stijgende lijn waarneembaar voor de mate waarin posten en directies concreet de onderwerpen integriteit, veilige werkomgeving en D&I incorporeren.
Ook is gestart met een nieuwe manier van werken waarbij op integrale wijze wordt gekeken naar de juiste opvolging van signalen over onveiligheid. Dit is belegd bij een daartoe opgericht organisatieonderdeel (Organisatie & Ontwikkeling) bij HDPO waar de thema’s (sociaal) veilige werkomgeving en D&I zijn geclusterd. Tevens werd een aanvang gemaakt met de implementatie van de maatregelen uit de notitie «Breed werven en objectief Selecteren» door deze toe te passen in een aantal vacatures van de Commissie Topfuncties (CTF). Ter bevordering van inclusiviteit werd een enquête uitgezet waarmee beoogd wordt inzicht te krijgen in de fysieke toegankelijkheid van de posten, zodat collega’s met een (arbeids)beperking zelfstandig kunnen beoordelen wat de mogelijkheden zijn om op een specifieke post te werken of deze te bezoeken. Op de posten verkrijgt men op die manier nuttige informatie ten behoeve van het ontvangen van bezoekers.
In april 2024 publiceerde de Algemene Rekenkamer haar adviezen met betrekking tot het integriteitsbeleid van BZ waaruit blijkt dat BZ grotendeels voldoet aan de rijksbrede gestelde normen voor integriteitsbeleid. Aandachtspunten voor BZ zijn onder meer de bespreekcultuur, risicoanalyse en evaluatie. Hier wordt het komende jaar dan ook op ingezet vanuit de betrokken directies.
In juni werd het adviesrapport doorstroom vrouwen «Meer sturen, beter beoordelen en maatwerk bieden» met alle collega’s gedeeld. De Bestuursraad ziet dit advies als een positieve bijdrage aan de ingeslagen weg, en neemt alle gegeven adviezen serieus.
Crisiscoördinatie
Op het gebied van crisismanagement stond 2024 vooral in het teken van de regionale crisis in het Midden-Oosten, die soms verregaande consequenties had voor de Nederlandse posten Beiroet, Ramallah (vertegenwoordigerskantoor bij de Palestijnse Autoriteit), Tel Aviv, Amman, Teheran en Nicosia. Waar de focus de eerste helft van het jaar vooral lag op de situatie in Gaza, verschoof deze gaandeweg de crisis naar het conflict tussen Israël en Hezbollah, culminerend in de repatriëring van ruim 200 Nederlanders uit Libanon. Er is opnieuw veel aandacht geweest voor de situatie in de Sahel. Daarnaast is het Departementaal Crisiscentrum (DCC) erin geslaagd het postennet breed te ondersteunen met o.a. 12 ondersteuningsmissies op locatie, 30 (crisis)simulatie-oefeningen en 4 meerdaagse trainingen voor de beveiligingscoördinatoren (BVC’s) op posten wereldwijd. Voorts is gestart met de implementatie van geleerde lessen van de Soedan-crisis (april 2023), onder meer door de samenwerking met zowel het Ministerie van Defensie als het Nationaal Crisiscentrum verdere inkleuring te geven. Binnen BZ trekt het DCC sinds enige tijd nauw op met andere directies binnen BZ wat de rijksbrede weerbaarheidsagenda betreft. Tot slot heeft het DCC zich, naast de crisisgereedstelling van het postennet, sinds het najaar van 2024 meer toegelegd op de crisisgereedstelling van het departement zelf.
Verduurzaming van de BZ-organisatie: Mission Sustainable
In het kader van het programma BZ Mission Sustainable is er in 2024 vooruitgang geboekt voornamelijk met betrekking tot de doelstellingen 1) klimaat en 2) circulaire economie. Zo groeit het bewustzijn rondom vliegen en vanaf april 2024 hebben er sessies plaatsgevonden met 15 van de top-20 van de directies met de meeste vlieguren, waarbij de kansen van duurzaam reizen samen met medewerkers werden verkend. Bovendien is het elektriciteitsverbruik van het postennet verduurzaamd door voor het eerst internationale certificaten voor groene stroom in te kopen. Ook is in 2024 besloten tot het vaststellen van een nieuw CO2-reductiedoel aangezien het doel klimaatneutraal niet langer realiseerbaar is. Ter verduurzaming van het vastgoed is een klimaatzonestudie afgerond. In het kader van de derde doelstelling van Mission Sustainable (sociale ketenverantwoordelijkheid) is verder gewerkt aan een beleidskader voor het uitbetalen van een leefbaar loon aan ingehuurd personeel op de posten.
C. Jaarrekening
7. Departementale verantwoordingsstaat
Totaal | 12.899.524 | 13.154.258 | 4.075.549 | 11.596.051 | 11.295.448 | 3.710.084 | ‒ 1.303.473 | ‒ 1.858.810 | ‒ 365.465 | |
Beleidsartikelen | ||||||||||
1 | Versterkte internationale rechtsorde | 146.865 | 179.140 | 0 | 100.729 | 148.688 | 0 | ‒ 46.136 | ‒ 30.452 | 0 |
2 | Veiligheid en stabiliteit | 278.544 | 288.528 | 1.000 | 280.009 | 274.215 | 12.273 | 1.465 | ‒ 14.313 | 11.273 |
3 | Effectieve Europese samenwerking | 11.322.114 | 11.494.506 | 3.882.204 | 10.030.362 | 9.691.789 | 3.567.077 | ‒ 1.291.752 | ‒ 1.802.717 | ‒ 315.127 |
4 | Consulaire dienstverlening en uitdragen Nederlandse waarden | 63.008 | 61.491 | 67.674 | 64.052 | 72.687 | 94.724 | 1.044 | 11.196 | 27.050 |
Niet-beleidsartikelen | ||||||||||
6 | Nog onverdeeld | 11.875 | 11.875 | 0 | 0 | 0 | 0 | ‒ 11.875 | ‒ 11.875 | 0 |
7 | Apparaat | 1.077.118 | 1.118.718 | 124.671 | 1.120.899 | 1.108.069 | 36.010 | 43.781 | ‒ 10.649 | ‒ 88.661 |
8. Saldibalans per 31 december 2024 en toelichting begroting Buitenlandse Zaken (V)
Intra-comptabele posten | ||||||||
1 | Uitgaven ten laste van de begroting | 11.295.440 | 12.145.546 | 2 | Ontvangsten ten gunste van de begroting | 3.710.083 | 1.339.952 | |
3 | Liquide middelen | 67.434 | 54.184 | |||||
4 | Rekening-courant RHB | 0 | 0 | 4a | Rekening-courant RHB | 7.665.228 | 10.876.632 | |
5 | Rekening-courant RHB Begrotingsreserve | 0 | 0 | 5a | Begrotingsreserves | 0 | 0 | |
6 | Vorderingen buiten begrotingsverband | 83.374 | 86.792 | 7 | Schulden buiten begrotingsverband | 70.937 | 69.938 | |
8 | Kas-transverschillen | 0 | 0 | |||||
Subtotaal intra-comptabel | 11.446.248 | 12.286.522 | Subtotaal intra-comptabel | 11.446.248 | 12.286.522 | |||
Extra-comptabele posten | ||||||||
9 | Openstaande rechten | 0 | 0 | 9a | Tegenrekening openstaande rechten | 0 | 0 | |
10 | Vorderingen | 16.542 | 37.322 | 10a | Tegenrekening vorderingen | 16.542 | 37.322 | |
11a | Tegenrekening schulden | 0 | 10 | 11 | Schulden | 0 | 10 | |
12 | Voorschotten | 658.376 | 1.401.067 | 12a | Tegenrekening voorschotten | 658.376 | 1.401.067 | |
13a | Tegenrekening garantieverplichtingen | 287.447 | 176.743 | 13 | Garantieverplichtingen | 287.447 | 176.743 | |
14a | Tegenrekening andere verplichtingen | 1.574.613 | 1.384.694 | 14 | Andere verplichtingen | 1.574.613 | 1.384.694 | |
15 | Deelnemingen | 51.114 | 22.070 | 15a | Tegenrekening deelnemingen | 51.114 | 22.070 | |
Subtotaal extra-comptabel | 2.588.092 | 3.021.906 | Subtotaal extra-comptabel | 2.588.092 | 3.021.906 | |||
Totaal | 14.034.340 | 15.308.428 | Totaal | 14.034.340 | 15.308.428 |
Inleiding
Algemeen
De saldibalans is een financiële staat waarop de standen van de intra- en extracomptabele rekeningen van de begroting van Buitenlandse Zaken worden verantwoord.
Het intracomptabele deel van de saldibalans geeft inzicht in de kasstromen. Het gaat hier voornamelijk om de uitgaven en ontvangsten van dienstjaar 2024, die nog met het Ministerie van Financiën moeten worden verrekend. Na goedkeuring van de Rijksrekening vindt de verrekening plaats. De tegenrekening van de uitgaven en ontvangsten is de post «Rijkshoofdboekhouding» (RHB), de rekening-courant tussen de Ministeries van Buitenlandse Zaken en Financiën.
Onder het intracomptabele deel zijn alle liquide middelen van het Ministerie opgenomen (met uitzondering van de RHB-rekening van BHO). De uitgaven en ontvangsten buiten begrotingsverband, die met derden zullen worden verrekend en niet ten laste of ten gunste van de begroting zijn gebracht, zijn verantwoord onder de intracomptabele vorderingen en schulden.
Het extracomptabele deel van de saldibalans geeft enerzijds inzicht in de standen van de uitstaande vorderingen en voorschotten die in het verleden tot kasstromen hebben geleid (ten laste van de begrotingen van BZ in voorgaande jaren). Anderzijds bevat dit deel van de saldibalans de post openstaande verplichtingen. Deze post geeft inzicht in de toekomstige kasstromen. Openstaande verplichtingen kunnen leiden tot uitgaven ten laste van begrotingen van volgende jaren. De extracomptabele rekeningen worden met behulp van diverse tegenrekeningen in evenwichtsverband geboekt.
Waarderingsgrondslagen
Uitgaven, ontvangsten, verplichtingen en mutaties op balansrekening in vreemde valuta worden gedurende het jaar met behulp van een vaste verrekenkoers (de corporate rate) omgerekend naar EUR. De coorporate rate 2024 van de US Dollar (USD) was per 1 januari 2024 vastgesteld op 1 USD = 0,925 EUR. Voor 2025 is deze vastgesteld op 0,895 EUR.
Alle ODA ontvangsten (zowel op de BHO als de BZ begroting) worden verantwoord op artikel 5.21 ‘ontvangsten OS’ van de BHO begroting. NON-ODA ontvangsten worden waar van toepassing verantwoord op respectievelijk artikel 2.4 ‘Restituties programma’s op de BZ begroting’ dan wel op artikel 5.23 ‘Diverse ontvangsten NON-ODA op de BHO begroting.
De liquide middelen en de extracomptabele balansstanden voor geconditioneerde vorderingen en borgsommen, voorschotten, deelnemingen zijn gewaardeerd tegen de corporate rate van het volgend boekjaar. Ook de balansstand extracomptabele verplichtingen is gewaardeerd tegen de corporate rate van het volgend boekjaar. De herwaardering die hieruit voortvloeit is verwerkt in de verplichtingenrealisatie van het verantwoordingsjaar.
Extracomptabele vorderingen zijn de per balansdatum bestaande rechten om geldmiddelen te ontvangen van een wederpartij die niet tot het Rijk behoort. Voor de geconditioneerde vorderingen geldt de nominale waarde. De deelnemingen zijn gewaardeerd op basis van het gestort kapitaal. De overige in de saldibalans en de toelichting opgenomen bedragen zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde.
Toelichting op de saldibalans per 31 december 2024
1 Uitgaven ten laste van de begroting
Uitgaven ten laste van de begroting | 11.295.440 | 12.145.546 |
Onder deze post zijn de gerealiseerde uitgaven op de begroting van BZ in het jaar 2024 opgenomen. Splitsing van de uitgaven heeft plaatsgevonden op basis van de verdeling van de budgeteenheden per hoofdstuk. Na goedkeuring van de Slotwet door de Staten-Generaal wordt dit bedrag vereffend met het Ministerie van Financiën.
2 Ontvangsten ten gunste van de begroting
Ontvangsten ten gunste van de begroting | 3.710.083 | 1.339.952 |
Onder deze post zijn de gerealiseerde ontvangsten in het jaar 2024 opgenomen. Splitsing van de ontvangsten heeft plaatsgevonden op basis van de verdeling van de budgeteenheden per hoofdstuk. Na goedkeuring van de slotwet door de Staten-Generaal wordt dit bedrag vereffend met het Ministerie van Financiën.
3 Liquide middelen
Reguliere kassaldi | 1.997 | 2.343 |
Kas noodreserve Vertegenwoordigingen | 4.318 | 4.142 |
Banksaldi | 61.126 | 47.486 |
Kruisposten | 75 | 273 |
Betalingsopdrachten Vertegenwoordigingen | ‒ 82 | ‒ 60 |
Totaal | 67.434 | 54.184 |
De liquide middelen omvatten girale en chartale gelden, alsmede gelden onderweg en hebben betrekking op het Departement en de Vertegenwoor- digingen in het buitenland. Het treasury beleid is er, met betrekking tot de gelden van Hoofdstuk V van de Rijksbegroting, op gericht te komen tot een optimale beheersing van de geldomvang en een kostenminimalisatie ten aanzien van bankkosten en rentederving. Hierbij spelen aspecten als liquiditeitenbeheer, valutarisicobeheer, debiteuren- en crediteurenbeheer een grote rol.
Omdat de administratie en de liquide middelenstroom voor beide begrotingen via één administratief systeem verlopen, is er voor gekozen alle lopende rekeningen op te nemen op de balans van BZ en het saldo van de uitgaven met betrekking tot BHO achteraf middels een intern verrekenstuk tussen de RHB-rekeningen van BZ en BHO te verrekenen.
Uit oogpunt van een adequaat liquiditeitenbeheer wordt ernaar gestreefd de hoogte van de kassaldi en het aantal kasbetalingen te beperken. Naast de normale kassaldi worden op diverse Vertegenwoordigingen contanten in voorraad gehouden in verband met eventuele calamiteiten. Enkele Vertegenwoordigingen worden regelmatig voorzien van contanten, omdat giraal bankverkeer niet mogelijk is. Het merendeel van de kassaldi wordt in vreemde valuta aangehouden.
Het aanwezige banksaldo ontstaat merendeels door bankrekeningen die BZ aanhoudt in het buitenland in beheer bij de Nederlandse Vertegenwoordigingen.
Betalingsopdrachten Vertegenwoordigingen betreffen uitgegeven cheques die per 31 december nog niet zijn afgeschreven van de bankrekeningen van de Vertegenwoordigingen en de Kruisposten bevat onder andere uit Nederland overgemaakte gelden welke nog niet op lokale bankrekeningen zijn bijgeschreven per 31 december.
4a Rekening-courant RHB
Rekening-courant RHB | 7.640.670 | 10.874.825 |
Te verrekenen tussen BZ en BHO | 24.558 | 1.807 |
Totaal | 7.665.228 | 10.876.632 |
Op de rekening-courant met de Rijkshoofdboekhouding is de financiële verhouding met het Ministerie van Financiën weergegeven. Het verschuldigde saldo op de rekening-courant met de Rijkshoofdboekhouding is in overeenstemming met de opgave van de RHB. Door de splitsing van de balans tussen BHO en BZ is er een te verrekenen bedrag tussen de twee balansen noodzakelijk om evenwicht te creëren. Het te verrekenen bedrag ontstaat doordat er ná de verrekening van de maand december nog correcties plaatsvinden die invloed hebben op de verhouding BZ en BHO. De verrekening van dit bedrag zal bij de RHB plaatsvinden met verrekenstukken in het komende jaar.
6 Vorderingen buiten begrotingsverband
Onder deze post zijn de vorderingen opgenomen, die zijn ontstaan als gevolg van uitgaven ten behoeve van derden.
6.1 Ministeries | 8.762 | 12.140 |
6.2 Overige vorderingen | 13.490 | 11.523 |
6.3 ICC | 61.122 | 63.129 |
Totaal | 83.374 | 86.792 |
Het bedrag bij 6.3 ICC betreft de lening die verstrekt is ten behoeve van de nieuwbouw van het International Criminal Court. De vordering is een 2,5% annuiteitenlening met een looptijd tot en met 2046.
Direct opeisbaar ministeries | 8.762 | 8.742 | 14 | 0 | 6 |
Direct opeisbaar overige vorderingen | 8.026 | 5.197 | 1.205 | 250 | 1.374 |
Totaal direct opeisbare vorderingen | 16.788 | 13.939 | 1.219 | 250 | 1.380 |
Op termijn opeisbare vorderingen | 66.492 | ||||
Geconditioneerde vorderingen | 94 | ||||
Totaal | 83.374 |
6.1 Ministeries
Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | 151 | 114 |
Sociale Zaken en Werkgelegenheid | 48 | 115 |
Infrastructuur en Waterstaat | 464 | 411 |
Volksgezondheid, Welzijn en Sport | 144 | 134 |
Economische Zaken en Klimaat | 4.033 | 5.804 |
Algemene Zaken | 52 | 25 |
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties | 690 | 831 |
Financiën | 500 | 353 |
Defensie | 947 | 1.790 |
Justitie en Veiligheid | 1.733 | 2.563 |
Totaal | 8.762 | 12.140 |
6.2 Overige vorderingen
Deze categorie vorderingen heeft betrekking op derden zoals particulieren, bedrijven en dergelijke. Deze vorderingen ontstaan zowel op het departement als op de Vertegenwoordigingen in het buitenland.
Persoonlijke rekeningen | 558 | 512 |
In te vorderen externe debiteuren | 517 | 352 |
Te vorderen BTW (buitenland) | 5.877 | 4.951 |
Ter plaatse te verrekenen uitgaven buitenland | 5.370 | 4.833 |
Ingevorderd overige | 1.168 | 875 |
Totaal | 13.490 | 11.523 |
7 Schulden buiten begrotingsverband
Hieronder vallen schulden ontstaan door ontvangsten en inhoudingen die met derden verrekend zullen worden.
Nog af te dragen loonheffing en premies | 0 | 0 |
Af te lossen ICC-lening | 62.577 | 65.981 |
Ter plaatse te verrekenen | 1.013 | 701 |
Silent partnerships | 7.170 | 3.058 |
Diverse overige schulden | 177 | 198 |
Totaal | 70.937 | 69.938 |
Van het Ministerie van Financien is een lening ontvangen ter financiering van de nieuwbouw van het International Criminal Court. De lening wordt tot en met 2039 in de vorm van een 3,56% annuiteitenlening afgelost. Zie de toelichting bij 6.3 inzake de verstrekte lening aan het ICC.
Intracomptabele schulden | 70.937 | 6.583 | 1.777 | 62.577 |
10 Vorderingen
Dit betreffen vorderingen die reeds ten laste van de begroting zijn gebracht en extracomptabel worden bewaakt. Deze vorderingen hebben vaak een langdurig karakter.
(Huur) Waarborgsommen | 4.958 | 4.503 |
Buiteninvordering gestelde vorderingen | 4.831 | 4.846 |
Voorschot op ontslaguitkeringen | 500 | 610 |
Overige | 6.253 | 27.363 |
Totaal | 16.542 | 37.322 |
Direct opeisbaar overige vorderingen | 11.084 | 5.453 | 5.472 | 0 | 159 |
Geconditioneerde vorderingen | 5.458 | ||||
Totaal | 16.542 |
11 Schulden
Diverse extracomptabele schulden | 0 | 10 |
Totaal | 0 | 10 |
De extracomptabele schuld bestaat uit vooruit ontvangen gelden van het EU Raadsbudget voor de reisenvelop (inclusief een overheveling van het overschot van de vertaalenvelop). In het volgende jaar worden de gemaakte kosten gedeclareerd en het teveel ontvangen voorschot wordt, na accordering van de declaratie, teruggestort aan de EU. In 2024 zijn alle gemaakte kosten gedeclareerd en het eventueel te veel ontvangen voorschot teruggestort aan de EU.
12 Voorschotten
Dit betreffen nog openstaande voorschotten, waarvan de uitgaven reeds ten laste van de begroting zijn gebracht. Afwikkeling vindt plaats op basis van ontvangen verantwoordingen.
Voorschotten | 588.630 | 467.189 |
Voorschot Loyalis | 2.340 | 2.057 |
EU-afdracht onder voorbehoud | 49.590 | 919.952 |
Subtotaal | 640.560 | 1.389.198 |
Voorschotten RVO | 17.816 | 11.869 |
Voorschotten Invest | 0 | 0 |
Totaal | 658.376 | 1.401.067 |
Tot en met 2023 kende BZ een systeem van tussentijds verantwoorden van voorschotten op basis van monitoringsinformatie van de contractpartij. Deze informatie bestaat uit inhoudelijke en financiële informatie. Afhankelijke van de financiële omvang wordt deze informatie aangevuld met een accountantsrapportage. Per 1 januari 2024 heeft een systeemwijziging plaatsgevonden. Met de systeemwijziging is het systeem van tussentijdse verantwoorden komen te vervallen. Het effect van de systeemwijziging is dat de financiële omvang van de openstaande voorschotten is toegenomen.
In de periode 2020 tot en met 2023 is een aantal EU-afdrachten aan de
Europese Commissie onder voorbehoud gedaan. Een betaling onder
voorbehoud houdt in dat Nederland het gevraagde bedrag afdraagt aan de
Europese Commissie met een voorbehoud ten aanzien van de gegrondheid van
het standpunt van de Europese Commissie. In 2024 is een bedrag van
€ 870 miljoen van het openstaand voorschot afgeboekt. De afboeking kon
plaats vinden omdat de Europese Commissie een deel van de voorbehoud
heeft gehonoreerd. Het gehonoreerde deel is terugontvangen of verrekend.
Een ander deel is definitief afgedragen.
Voor een toelichting op mutaties van 2024 wordt verwezen naar Kamerbrief
overeenstemming Traditionele Eigen Middelen | Kamerstuk |
Rijksoverheid.nl
Verstrekt in 2017 en ouder | 171 | 287 | |
Verstrekt in 2018 | 7.959 | 8.506 | |
Verstrekt in 2019 | 5.362 | 6.414 | |
Verstrekt in 2020 | 17.738 | 664.920 | |
Verstrekt in 2021 | 36.756 | 286.338 | |
Verstrekt in 2022 | 118.265 | 247.320 | |
Verstrekt in 2023 | 233.566 | 187.281 | |
Verstrekt in 2024 | 238.559 | 0 | |
Totaal | 658.376 | 1.401.066 |
Openingsbalans | 1.389.198 | 1.388.757 | |
Bij: Correctie begingstand | 11.869 | 0 | |
Bij: Verstrekte voorschotten | 243.972 | 275.378 | |
Af: Verantwoorde voorschotten | 980.411 | 268.799 | |
Af/Bij: Herwaardering naar nieuwe corporate rate | ‒ 6.252 | ‒ 6.138 | |
Eindbalans | 658.376 | 1.389.198 |
De voorschottenstand bestaat uit alle betalingen voor activiteiten waarover verantwoording moet plaatsvinden.
De correctie op de beginstand komt doordat het verloopoverzicht voorschotten in 2024 voor het eerst is uitgebreid met de openstaande voorschotten van RVO.
13 Garantieverplichtingen
Specificatie x 1.000 EUR | 31 december 2024 | 31 december 2023 |
Openingsbalans | 176.743 | 176.743 |
Bij: Aangegane verplichtingen | 110.704 | 0 |
Af: Tot betaling gekomen verplichtingen | 0 | 0 |
Af: negatieve bijstellingen | 0 | 0 |
Eindbalans | 287.447 | 176.743 |
Specificatie x 1.000 EUR | 31 december 2024 | 31 december 2023 | |
Council of Europe Development Bank (CEB) | 287.447 | 176.743 | |
287.447 | 176.743 |
De garantieverplichting die uitstaat bij de CEB betreft het niet volgestorte aandelenkapitaal.
14 Andere verplichtingen
Opbouw openstaande verplichtingen:
Specificatie x 1.000 EUR | 31 december 2024 | 31 december 2023 | |
Openingsbalans | 1.384.694 | 768.252 | |
Bij: Correctie beginstand | 0 | 328.932 | |
Bij: Correctie eindstand conversie | 24 | 42 | |
Bij: Aangegane verplichtingen | 11.485.334 | 12.433.013 | |
Af: Tot betaling gekomen verplichtingen | 11.295.439 | 12.145.545 | |
Af: Negatieve bijstellingen | 0 | 0 | |
Eindbalans | 1.574.613 | 1.384.694 |
Er hebben geen omvangrijke negatieve bijstellingen op verplichtingen boven de EUR 25 miljoen uit voorgaande boekjaren plaatsgevonden in 2024.
15 Deelnemingen
De post deelnemingen bestaat uit aandelen in internationale instellingen. Voor het niet volgestorte deel (callable capital) is een garantieverplichting verstrekt die onder 13. Garantieverplichtingen is opgenomen.
De deelneming kan als volgt gespecificeerd worden. De laatste kolom van het overzicht vermeldt de voting power ultimo 2024. Naast de omvang van de deelneming in aandelen kan dit percentage ook beinvloed zijn door bijvoorbeeld de omvang van de middelenaanvullingen.
Specificatie x 1.000 EUR | 31 december 2024 | 31 december 2023 | Voting power in % | |
Council of Europe Development Bank (CEB) | 51.114 | 22.070 | 3,669 |
Niet uit de saldibalans blijkende bestuurlijke verplichtingen:
Convenant Ministerie van Defensie
In 2021 is het convenant inzake de inzet van KMAR bij de beveiliging van Nederlandse Hoog Risico Vertegenwoordigingen van het Koninkrijk der Nederlanden in het Buitenland, vernieuwd. Jaarlijks vindt een voortgangs-overleg plaats, in 2024 vindt een schriftelijke evaluatie plaats. De kosten voor de periode tot en met 2025 worden geraamd op EUR 25,2 miljoen per jaar. Op begrotingsniveau wordt dit verrekend met het Ministerie van Defensie.
Niet uit de saldibalans blijkende financiële risico's voortkomend uit lopende juridische procedures
Op dit moment zijn op het beleidsterrein van Buitenlandse Zaken geen rechtszaken aanhangig bij het ministerie van Buitenlandse Zaken met een substantieel geclaimd bedrag van EUR 25 miljoen of hoger.
9. WNT-verantwoording 2024 Ministerie van Buitenlandse Zaken
De Wet normering topinkomens (WNT) bepaalt dat de bezoldiging en eventuele ontslaguitkeringen van topfunctionarissen in de publieke en semi-publieke sector op naamsniveau vermeld moeten worden in het financieel jaarverslag. Deze publicatieplicht geldt tevens voor topfunctionarissen die bij een WNT-instelling geen - al dan niet fictieve - dienstbetrekking hebben of hadden. Daarnaast moeten van niet-topfunctionarissen de bezoldiging (zonder naamsvermelding) gepubliceerd worden indien deze het wettelijk bezoldigingsmaximum te boven gaan. Niet-topfunctionarissen zonder dienstverband vallen echter buiten de reikwijdte van de wet.
De bezoldigingsgegevens van de leden van de Top Management Groep zijn opgenomen in het jaarverslag van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Het algemeen bezoldigingsmaximum bedraagt in 2024 EUR 233.000.
Er zijn geen functionarissen die in 2024 een bezoldiging boven het toepasselijke bezoldigingsmaximum hebben ontvangen, of waarvoor in eerdere jaren een vermelding op grond van de WOPT of de WNT heeft plaatsgevonden of had moeten plaatsvinden. Er zijn in 2024 geen functionarissen die hun werkzaamheden als topfunctionaris hebben neergelegd en die op grond van hun voormalige functie nog 4 jaar aangemerkt worden als topfunctionaris. Er zijn in 2024 geen ontslaguitkeringen betaald die op grond van de WNT dienen te worden gerapporteerd.
D. Bijlagen
Bijlage 1: Toezichtrelaties rwt's en zbo's
Buitenlandse Zaken is niet verantwoordelijk voor rechtspersonen met een wettelijke taak (RWT's) of zelfstandige bestuursorganen (ZBO's), vandaar dat de onderstaande tabel leeg is.
Bedrag | 0 | 0 | 0 | 0 | Ja/Nee |
Bijzonderheden | Indien bij bijzonderheden «ja» ingevuld, uitleggen welke bijzonderheid er bij deze ZBO/RWT speelt inclusief duiding. |
Bijlage 2: Moties en toezeggingen
Motie 21 501-02, nr. 2806 - Dassen c.s. over Israël oproepen zich te houden aan resolutie 2417 van de VN-Veiligheidsraad ten aanzien van het verbod op uithongering als oorlogsmiddel | Tweeminutendebat Raad Buitenlandse Zaken van 22 januari 2024 d.d. 18 januari 2024 | Aan voldaan per brief d.d. 16 mei 2024, Kamerstuk 23 432 nr. 519 |
Motie 21 501-02, nr. 2811 - Boswijk en Brekelmans over pleiten voor het toelaten van meer onafhankelijke waarnemers tot Gaza en de Westbank | Tweeminutendebat Raad Buitenlandse Zaken van 22 januari 2024 d.d. 18 januari 2024 | Aan voldaan per brief d.d. 30 april 2024, Kamerstuk 21 501-02 nr. 2892 |
Motie 21 501-02, nr. 2801 - Dobbe c.s. over hulpgoederen via luchtdroppingen of schepen aan de bevolking van Gaza leveren zolang dat over land niet kan | Tweeminutendebat Raad Buitenlandse Zaken van 22 januari 2024 d.d. 18 januari 2024 | In behandeling |
Motie 21 501-02, nr. 2798 - Tuinman c.s. over de terreur van Houthi's op de agenda zetten | Tweeminutendebat Raad Buitenlandse Zaken van 22 januari 2024 d.d. 18 januari 2024 | In behandeling |
Motie 21 501-02, nr. 2803 - Brekelmans c.s. over zich er voor inzetten dat alle (politieke en militaire) topfiguren en kaderleden die betrokken zijn bij de gevechtsoperaties en financiering van Hamas op de terreurlijst of sanctielijst worden geplaatst | Tweeminutendebat Raad Buitenlandse Zaken van 22 januari 2024 d.d. 18 januari 2024 | In behandeling |
Motie 21 501-02, nr. 2820 - Emiel van Dijk c.s. over duidelijk maken dat het Nederlandse medisch beroepsgeheim strikt gehandhaafd zal worden | Tweeminutendebat Raad Algemene Zaken van 29 januari 2024 d.d. 25 januari 2024 | Aan voldaan per brief door VWS d.d. 22 april 2024, Kamerstuk 27 529 nr. 317 |
Motie 21 501-20, nr. 2013 - Van Campen en Klaver over zich inzetten voor voorspelbare en duurzame financiële steun aan Oekraïne, zonder daarbij concessies te doen aan Hongarije | Nota-overleg Europese Raad van 1 februari 2024 d.d. 25 januari 2024 | In behandeling |
Motie 21 501-20, nr. 2010 - Van Baarle en Dassen over spoedig aanvullende middelen vrijmaken voor noodhulp aan de burgerbevolking in Gaza en de bezette Palestijnse gebieden | Nota-overleg Europese Raad van 1 februari 2024 d.d. 25 januari 2024 | Aan voldaan per brief d.d. 11 april 2024, Kamerstuk 36 180 nr. 97 |
Motie 21 501-02, nr. 2825 - Dassen c.s. over in Europees- en NAVO-verband oproepen tot een worst case scenario met bijbehorende strategie | Tweeminutendebat Raad Buitenlandse Zaken d.d. 18 januari 2024 | In behandeling |
Motie 36 410-V, nr. 60 - Boswijk c.s. over een Kamerbrief over de situatie in Oost-Congo en een EU-vertegenwoordiger aanstellen voor de Grote Merenregio | Begrotingsbehandeling Buitenlandse Zaken d.d. 14 februari 2024 | In behandeling |
Motie 36 410-V, nr. 63 - Ceder c.s. over bij de Nigeriaanse regering pleiten voor afschaffing van de doodstraf op blasfemie | Begrotingsbehandeling Buitenlandse Zaken d.d. 14 februari 2024 | In behandeling |
Motie 36 410-V, nr. 64 - Ceder c.s. over er bij de Nigeriaanse regering op aandringen dat zij haar burgers beter beschermt tegen aanvallen van gewapende bendes en terreurgroepen | Begrotingsbehandeling Buitenlandse Zaken d.d. 14 februari 2024 | In behandeling |
Motie 36 410-V, nr. 57 - Paternotte en Brekelmans over aanvullende maatregelen om de destabiliserende rol van Iran in het Midden-Oosten aan te pakken | Begrotingsbehandeling Buitenlandse Zaken d.d. 14 februari 2024 | In behandeling |
Motie 36 410-V, nr. 54 - Piri c.s. over ook in 2024 minstens 50 studiebeurzen beschikbaar stellen voor Belarussische studenten | Begrotingsbehandeling Buitenlandse Zaken d.d. 14 februari 2024 | In behandeling |
Motie 36 410-V, nr. 55 - Paternotte en Piri over de koppeling maken tussen diplomatieke toenadering op Europees niveau en de uitvoering van de EHRM-besluiten inzake de vrijlating van Osman Kavala en Selahattin Demirtaş | Begrotingsbehandeling Buitenlandse Zaken d.d. 14 februari 2024 | In behandeling |
Motie 36 410-V, nr. 65 - Dobbe c.s. over de bevroren Russische tegoeden inzetten voor de wederopbouw van Oekraïne en het onder druk zetten van Rusland om de agressie te staken | Begrotingsbehandeling Buitenlandse Zaken d.d. 14 februari 2024 | In behandeling |
Motie 36 410-V, nr. 71 - Van Baarle en Piri over een sanctiepakket niet uitsluiten als premier Netanyahu zijn plannen voor een grondoffensief in Rafah doorzet | Begrotingsbehandeling Buitenlandse Zaken d.d. 14 februari 2024 | In behandeling |
Motie 36410-V, nr. 78 - Dassen c.s. over sancties opleggen aan Israëlische kolonisten die zich schuldig maken aan misdaden op de Westelijke Jordaanoever, en een Europese coalition of the willing vormen | Begrotingsbehandeling Buitenlandse Zaken d.d. 14 februari 2024 | In behandeling |
Motie 36 410-V, nr. 56 - Paternotte en Boswijk over een inreisverbod voor kolonisten die aantoonbaar geweld hebben gepleegd of verheerlijkt | Begrotingsbehandeling Buitenlandse Zaken d.d. 14 februari 2024 | Aan voldaan per brief d.d. 21 mei 2024, Kamerstuk 21 501-04 nr. 272 |
Motie 36410-V, nr. 77 - Tuinman c.s. over samen met andere westerse VN-lidstaten pleiten voor het tegengaan van antisemitisme in Gaza en educatiemethoden van UNRWA-medewerkers meenemen in het VN-onderzoek naar terrorisme | Begrotingsbehandeling Buitenlandse Zaken d.d. 14 februari 2024 | Aan voldaan per brief d.d. 26 april 2024, Kamerstuk 26 150 nr. 211 |
Motie 36 410-V, nr. 58 -Boswijk over pleiten voor een ambitieus Europees defensie-industriebeleid en dit beleggen bij één verantwoordelijke Eurocommissaris | Begrotingsbehandeling Buitenlandse Zaken d.d. 14 februari 2024 | Aan voldaan per brief d.d. 8 mei 2024, Kamerstuk 21501-28 nr. 265 |
Motie 36 410-V, nr. 69 - Van Baarle c.s. over bevorderen dat in Europees verband gezamenlijk wordt opgetrokken om Europese staatsburgers in Gaza zo snel mogelijk terug te halen | Begrotingsbehandeling Buitenlandse Zaken d.d. 14 februari 2024 | Aan voldaan per brief d.d. 28 juni 2024, Kamerstuk 36 410-V nr. 88 |
Motie 36 410-V, nr. 44 - De Roon over een plan om de exportcontroles naar Iran op te voeren | Begrotingsbehandeling Buitenlandse Zaken d.d. 14 februari 2024 | Aan voldaan per brief d.d. 7 juni 2024, Kamerstuk 36 410-V nr. 85 |
Motie 36 410-V, nr. 59 - Boswijk c.s. over onderzoek doen naar de opzet van een democratiefonds | Begrotingsbehandeling Buitenlandse Zaken d.d. 14 februari 2024 | Aan voldaan per brief d.d. 12 november 2024, Kamerstuk 36 600-V nr. 7 |
Motie 36 410-V, nr. 49 - Brekelmans c.s. over jaarlijks een migratierapportage opstellen | Begrotingsbehandeling Buitenlandse Zaken d.d. 14 februari 2024 | In behandeling |
Motie 36 410-V, nr. 66 - Dobbe c.s. over landen aanspreken op ernstige vrouwenrechtenschendingen en met name feller stelling nemen tegen Saudi-Arabië | Begrotingsbehandeling Buitenlandse Zaken d.d. 14 februari 2024 | In behandeling |
Motie 36 410-V, nr. 47 - Brekelmans c.s. over binnen de NAVO een dialoog tussen de VS en Europa aanjagen over hoe Europese landen geleidelijk meer strategische militaire capaciteiten kunnen ontwikkelen en overnemen | Begrotingsbehandeling Buitenlandse Zaken d.d. 14 februari 2024 | In behandeling |
Motie 36 410-V, nr. 48 - Brekelmans en Veldkamp over het inrichten van een geopolitieke raad | Begrotingsbehandeling Buitenlandse Zaken d.d. 14 februari 2024 | In behandeling |
Motie 36 410-V, nr. 50 - Brekelmans c.s. over een betrouwbare partner blijven binnen het F-35-programma en toekomstige internationale defensiesamenwerking | Begrotingsbehandeling Buitenlandse Zaken d.d. 14 februari 2024 | In behandeling |
Motie 36 410-V, nr. 51 - Piri en Veldkamp over de versterking van de Nederlandse diplomatieke slagkracht middels het postennetwerk | Begrotingsbehandeling Buitenlandse Zaken d.d. 14 februari 2024 | In behandeling |
Motie 21 501-02, nr. 2854 - Paternotte en Brekelmans over de mogelijkheid van nadere veiligheidssamenwerking met Moldavië bezien | Tweeminutendebat Raad Buitenlandse Zaken d.d. 13 maart 2024 | In behandeling |
Motie 21 501-02, nr. 2850 - Brekelmans c.s. over zich in de EU inzetten voor meer bewijsgaring voor de betrokkenheid van Belarus bij oorlogsmisdaden tegen Oekraïne | Tweeminutendebat Raad Buitenlandse Zaken d.d. 13 maart 2024 | Aan voldaan per brief d.d. 8 april 2024, Kamerstuk 21 501-02 nr. 2866 |
Motie 21 501-02, nr. 2846 - Dobbe c.s. over tegemoetkomen aan de VN-oproep voor humanitaire hulp aan Sudan | Tweeminutendebat Raad Buitenlandse Zaken d.d. 13 maart 2024 | Aan voldaan per brief d.d. 11 april 2024, Kamerstuk 36 180 nr. 97 |
Motie 21 501-02, nr. 2852 - Boswijk c.s. over bezien hoe Nederland financieel of operationeel kan bijdragen aan de humanitaire corridor via de zee | Tweeminutendebat Raad Buitenlandse Zaken d.d. 13 maart 2024 | Aan voldaan per brief d.d. 11 april 2024, Kamerstuk 36 180 nr. 97 |
Motie 21 501-02, nr. 2856 - Van Baarle c.s. over zich inspannen voor onafhankelijke waarnemers bij de controle op toegang van humanitaire hulpmiddelen | Tweeminutendebat Raad Buitenlandse Zaken d.d. 13 maart 2024 | Aan voldaan per brief d.d. 11 april 2024, Kamerstuk 21 501-20 nr 2065 |
Motie 21 501-02, nr. 2853 - Paternotte en Piri over het aantal Nederlanders in Gaza in kaart brengen en Nederlandse ingezetenen zo snel mogelijk weg krijgen uit de Gazastrook | Tweeminutendebat Raad Buitenlandse Zaken d.d. 13 maart 2024 | Aan voldaan per brief d.d. 28 juni 2024, Kamerstuk 36410-V nr. 88 |
Motie 21 501-02, nr. 2849 - Dobbe c.s. over bijzondere aandacht voor de positie en veiligheid van vrouwen en meisjes in conflictgebieden en in het bijzonder in Oekraïne, Israël en Gaza | Tweeminutendebat Raad Buitenlandse Zaken d.d. 13 maart 2024 | In behandeling |
Motie 21 501-20, nr. 2035 - Brekelmans en Paternotte over de Russische verkiezingen in Oekraïense bezette gebieden niet erkennen en in krachtige termen veroordelen | Debat staat van oorlog in Europa d.d. 14 maart 2024 | In behandeling |
Motie 21 501-20, nr. 2029 – Piri c.s. over steun van het kabinet aan maatschappelijke initiatieven voor levensreddende steun en de wederopbouw in Oekraïne | Debat staat van oorlog in Europa d.d. 14 maart 2024 | Aan voldaan per brief d.d. 7 juni 2024, Kamerstuk 36 045 nr. 183 |
Motie 21 501-20, nr. 2026 – Piri en Boswijk over onderzoeken hoe het bilaterale veiligheidsarrangement met Oekraïne verder kan worden bestendigd | Debat staat van oorlog in Europa d.d. 14 maart 2024 | Aan voldaan per brief d.d. 13 augustus 2024, Kamerstuk 28 676 nr. 465 |
Motie 21 501-20, nr. 2034 – Brekelmans c.s. over een voortrekkersrol nemen voor een plan om bevroren Russische tegoeden in te zetten als onderpand voor financiële steun aan Oekraïne | Debat staat van oorlog in Europa d.d. 14 maart 2024 | Aan voldaan per brief d.d. 1 juli 2024, Kamerstuk 21 501-02 nr. 2917 |
Motie 21 501-20, nr. 2027 – Piri c.s. over sanctieomzeiling via de Euraziatische Economische Unie steviger aanpakken | Debat staat van oorlog in Europa d.d. 14 maart 2024 | In behandeling |
Motie 21501-20, nr. 2055 - Tuinman en Van Campen over geen onderhandelingsgesprekken openen indien Bosnië en Herzegovina niet voldoet aan de in december 2023 opgestelde acht criteria | Debat Europese Top 21-22 maart 2024 d.d. 19 maart 2024 | In behandeling |
Motie 21501-20, nr. 2057 - Van Campen c.s. over uitdragen dat hervormingen voor uitbreidingen dienen plaats te vinden om de EU in Nederlands belang slagvaardig en betaalbaar te houden | Debat Europese Top 21-22 maart 2024 d.d. 19 maart 2024 | In behandeling |
Motie 21501-20, nr. 2048 - Paternotte en Klaver over aandringen op het instellen van een fasttrackimportregime over land om versneld bijstand te verlenen aan de meest kwetsbaren in Gaza | Debat Europese Top 21-22 maart 2024 d.d. 19 maart 2024 | Aan voldaan per brief d.d. 11 april 2024, Kamerstuk 21 501-20 nr 2065 |
Motie 21501-20, nr. 2064 - Koekkoek en Dassen over een pakket aan maatregelen teneinde de situatie omtrent de Russische schaduwvloot in Zeeland aan te pakken | Debat Europese Top 21-22 maart 2024 d.d. 19 maart 2024 | In behandeling |
Motie 21 501-20, nr. 2072 - Piri en Kahraman over modernisering van de douane-unie ten minste voorwaardelijk maken aan het door Turkije respecteren van uitspraken van het EHRM | Debat buitengewone Europese Top van 17 en 18 april 2024 d.d. 16 april 2024 | In behandeling |
Motie 21 501-20, nr. 2073 - Piri c.s. over de nodige financiële middelen vrij blijven maken voor de strijd van Oekraïne tegen de Russische agressor | Debat buitengewone Europese Top van 17 en 18 april 2024 d.d. 16 april 2024 | Aan voldaan door MinFin d.d. 4 oktober 2024, Kamerstuk 36 045 nr. 186 |
Motie 21 501-20, nr. 2080 - Diederik van Dijk c.s. over het bepleiten van het "one in, one out"-principe aan diverse EU-tafels | Debat buitengewone Europese Top van 17 en 18 april 2024 d.d. 16 april 2024 | In behandeling |
Motie 21 501-20, nr. 2076 - Van Campen c.s. over het kritisch volgen van de ontwikkelingen rond de rechtsstaat in Slowakije | Debat buitengewone Europese Top van 17 en 18 april 2024 d.d. 16 april 2024 | Aan voldaan per brief d.d. 13 mei 2024, Kamerstuk 21 501-02 nr. 2894 |
Motie 21 501-20, nr. 2077 - Kahraman over het openbaar maken van het rapport-Draghi vóór de komende Europese verkiezingen | Debat buitengewone Europese Top van 17 en 18 april 2024 d.d. 16 april 2024 | Aan voldaan per brief d.d. 26 april 2024, Kamerstuk 21 501-20 nr 2085 |
Motie 21 501-20, nr. 2081 - Diederik van Dijk c.s. over de wapenexportvergunningen heroverwegen en bezien op welke wijze het doorvoeren van F-35-onderdelen zo spoedig mogelijk kan worden hervat | Debat buitengewone Europese Top van 17 en 18 april 2024 d.d. 16 april 2024 | Aan voldaan per brief d.d. 24 april 2024, Kamerstuk 22054 nr. 417 |
Motie 21501-20, nr. 2084 - Ceder c.s. over zich inzetten in de Raad om de Iraanse Revolutionaire Garde op de terreurlijst geplaatst te krijgen | Debat buitengewone Europese Top van 17 en 18 april 2024 d.d. 16 april 2024 | Aan voldaan per vertrouwelijke brief d.d. 11 september |
Motie 21 501-20, nr. 2075 - Van Campen en Boswijk over de Oekraïense landbouwsector maximaal ondersteunen en Russische ondermijning daarvan tegengaan | Debat buitengewone Europese Top van 17 en 18 april 2024 d.d. 16 april 2024 | Aan voldaan per brief d.d. 26 april 2024, Kamerstuk 21 501-20 nr. 2086 |
Motie 21 501-02 nr. 2877 - Veldkamp en Brekelmans over in alle EU-raden waar het thema Midden-Oosten op de agenda staat consequent het belang van vrijlating van de Israëlische gegijzelden aan de orde stellen | Tweeminutendebat Raad Buitenlandse Zaken van 22 april 2024 d.d. 18 april 2024 | Aan voldaan per brief d.d. 26 november 2024, Kamerstuk 21501-02 nr. 2979 |
Motie 21 501-02 nr. 2879 - Van Baarle c.s. over blijvend verkennen hoe effectief en met Europees draagvlak aanvullende stappen genomen kunnen worden om het illegale nederzettingenbeleid en gewelddadige uitwassen daarvan te stoppen | Tweeminutendebat Raad Buitenlandse Zaken van 22 april 2024 d.d. 18 april 2024 | Aan voldaan per brief d.d. 26 november 2024, Kamerstuk 21501-02 nr. 2979 |
Motie 21 501-02 nr. 2871 - Piri c.s. over binnen de EU draagvlak zoeken voor steun aan de participatie van Taiwan binnen internationale organisaties | Tweeminutendebat Raad Buitenlandse Zaken van 22 april 2024 d.d. 18 april 2024 | In behandeling |
Motie 21 501-02 nr. 2875 - Teunissen c.s. over zich inspannen voor meer ondersteuning en versterking van internationale waarnemers op de Westelijke Jordaanoever | Tweeminutendebat Raad Buitenlandse Zaken van 22 april 2024 d.d. 18 april 2024 | Aan voldaan per brief d.d. 30 april 2024, Kamerstuk 21 501-02 nr. 2892 |
Motie 21 501-02 nr. 2876 - Veldkamp en Boswijk over de druk op Israel opvoeren om ook een noordelijke grensovergang met de Gazastrook zo snel mogelijk open te stellen voor doorlaten van humanitaire hulp | Tweeminutendebat Raad Buitenlandse Zaken van 22 april 2024 d.d. 18 april 2024 | In behandeling |
Motie 21 501-02 nr. 2878 - Brekelmans c.s. over maximale flexibiliteit en creativiteit toepassen om samen met andere partnerlanden meer Patriotsystemen en -raketten aan Oekraïne te leveren | Tweeminutendebat Raad Buitenlandse Zaken van 22 april 2024 d.d. 18 april 2024 | In behandeling |
Motie 21 501-02 nr. 2883 - Paternotte en Dassen over in EU- en NAVO-verband pleiten voor de versterking van gezamenlijke en geïntegreerde Europese luchtverdediging en een bijbehorende Europese industrie | Tweeminutendebat Raad Buitenlandse Zaken van 22 april 2024 d.d. 18 april 2024 | In behandeling |
Motie 21 501-02 nr. 2884 - Dassen c.s. over in overleg met bondgenoten en de industrie zoeken naar oplossingen om levertijden van luchtverdedigingscapaciteiten en -munitie aan Oekraïne te verkorten | Tweeminutendebat Raad Buitenlandse Zaken van 22 april 2024 d.d. 18 april 2024 | In behandeling |
Motie 21 501-02 nr. 2870 - Piri c.s. over pleiten voor op zijn minst het gelijktrekken van sanctielijsten voor gewelddadige kolonisten met die van de VS en het VK | Tweeminutendebat Raad Buitenlandse Zaken van 22 april 2024 d.d. 18 april 2024 | Aan voldaan per brief d.d. 26 november 2024, Kamerstuk 21501-02 nr. 2979 |
Motie 36 514 nr. 4 - Van Oostenbruggen en Palmen over waarborgen dat bij de inzet van wetenschappelijke onderbouwing alle relevante perspectieven worden meegenomen en belicht | Tweeminutendebat EU-voorstellen inzake het Pakket ter verdediging van de democratie d.d. 17 april 2024 | Motie overgenomen door BZK |
Motie 36 514 nr. 5 - Chakor en Inge van Dijk over concrete voorstellen uitwerken voor het verbeteren van de betrokkenheid van jongeren bij de EU-besluitvorming | Tweeminutendebat EU-voorstellen inzake het Pakket ter verdediging van de democratie d.d. 17 april 2024 | Motie overgenomen door BZK |
Motie 21 501-02 nr. 2890 - Tuinman en Stoffer over proactief verkennen om samen met de Verenigde Staten op te trekken voor de verdediging van Israel tegen luchtaanvallen binnen de geldende kaders van de artikel 100-procedure | Tweeminutendebat Raad Buitenlandse Zaken van 22 april 2024 d.d. 18 april 2024 | In behandeling |
Motie 26 643 nr. 1160 - Six Dijkstra c.s. over het in kaart brengen van de rechtsstaat bedreigende AI-ontwikkelingen | Nota-overleg Digitalisering d.d. 22 april 2024 | In behandeling |
Motie 23 432, nr. 525 - Veldkamp c.s. over beschikbare diplomatieke kanalen inzetten om toegang van waarnemers tot onder meer de Sde Teiman-gevangenis in Israël tot stand te brengen | Debat over de situatie in Gaza d.d. 16 mei 2024 | In behandeling |
Motie 23 432, nr. 527 - Ceder c.s. over in bilateraal en Europees verband er bij de Israëlische regering op aandringen het maximale te doen voor de veiligheid van burgers en ontheemden in Rafah | Debat over de situatie in Gaza d.d. 16 mei 2024 | Aan voldaan per brief d.d. 9 december 2024, Kamerstuk 23 432 nr. 544 |
Motie 23 432, nr. 524 - Dobbe over in gesprek gaan met vredesorganisaties in Israël en Palestina om te inventariseren wat zij nodig hebben om hun werk te blijven doen | Debat over de situatie in Gaza d.d. 16 mei 2024 | In behandeling |
Motie 36 476, nr.7 – Ceder c.s. over zich richting de huidige en nieuwe Europese Commissie hardmaken voor de bevordering van godsdienstvrijheid, onder andere door de instandhouding van de gezant voor godsdienstvrijheid | Debat over de Staat van de Europese Unie d.d. 16 mei 2024 | In behandeling |
Motie 36 476, nr. 4 – Van Campen c.s. over samen met andere EU-lidstaten druk zetten op Georgië om de foreign agents law terug te draaien | Debat over de Staat van de Europese Unie d.d. 16 mei 2024 | Aan voldaan per brief d.d. 1 juli 2024, Kamerstuk 21 501-02 nr. 2917 |
Motie 23 432, nr. 520 - Van Baarle en Piri over de Kamer voor juli 2024 informeren over of het kabinet voornemens is om UNRWA aanvullend te financieren | Debat over de situatie in Gaza d.d. 16 mei 2024 | Aan voldaan per brief d.d. 10 juni 2024, Kamerstuk 23 432 nr. 534 |
Motie 36 476, nr. 6 – Diederik van Dijk over zich er in Europees verband voor inspannen dat organisaties zoals Samidoun op de Europese lijst van terroristische organisaties worden geplaatst | Debat over de Staat van de Europese Unie d.d. 16 mei 2024 | In behandeling |
Motie 21 501-02, nr. 2908 - Ceder en Brekelmans over de Raad ertoe oproepen er bij de Egyptische regering op aan te dringen zich in te spannen om het gebruik van tunnels te stoppen | Tweeminutendebat Raad Buitenlandse Zaken van 27 mei 2024 d.d. 23 mei 2024 | In behandeling |
Motie 21 501-02, nr. 2899 - Paternotte c.s. over blijven aangeven aan China dat de levering van letale wapens aan Rusland een gamechanger zou zijn voor de relatie met zowel Nederland als de EU | Tweeminutendebat Raad Buitenlandse Zaken van 27 mei 2024 d.d. 23 mei 2024 | In behandeling |
Motie 21 501-02, nr. 2903 - Brekelmans en Paternotte over zich inspannen voor een gezamenlijke inzet van de EU of een groep gelijkgezinde Europese landen voor het handhaven van de status quo rond Taiwan | Tweeminutendebat Raad Buitenlandse Zaken van 27 mei 2024 d.d. 23 mei 2024 | In behandeling |
Motie 21 501-02, nr. 2901 - Ceder en Boswijk over een onafhankelijk onderzoek naar de val van de enclave in Nagorno-Karabach op basis waarvan vastgesteld kan worden of sprake is geweest van etnische zuivering of andere schendingen van humanitair recht | Tweeminutendebat Raad Buitenlandse Zaken van 27 mei 2024 d.d. 23 mei 2024 | In behandeling |
Motie 21 501-02, nr. 2906 - Van Baarle en Piri over in alle relevante internationale gremia uitdragen dat de bevelen en het beleid van het Internationaal Strafhof niet bewust ondermijnd mogen worden | Tweeminutendebat Raad Buitenlandse Zaken van 27 mei 2024 d.d. 23 mei 2024 | In behandeling |
Motie 21 501-02, nr. 2898 - Paternotte en Brekelmans over in NAVO-verband pleiten voor een strategie om een robuust luchtafweersysteem op te bouwen voor de lange termijn | Tweeminutendebat Raad Buitenlandse Zaken van 27 mei 2024 d.d. 23 mei 2024 | In behandeling |
Motie 21 501-20 nr. 2092 - Piri en Paternotte over in de onderhandelingen over het programma van de nieuwe Europese Commissie de bescherming van democratie en rechtsstaat in Europa als prioriteit behouden | Tweeminutendebat Informele Europese Raad d.d. 12 juni 2024 | In behandeling |
Motie 21 501-20 nr. 2093 - Piri en Paternotte over in de Europese Raad pleiten voor onderzoek naar buitenlandse inmenging in de Europese Parlementsverkiezingen | Tweeminutendebat Informele Europese Raad d.d. 12 juni 2024 | Aan voldaan per brief d.d. 20 juni 2024, Kamerstuk 21 501-20 nr. 2095 |
Motie 36 027 nr 12 - Van der Lee over een nader advies van de CAVV over de rechtmatigheid van confiscatie van vreemde staatseigendommen | Debat Goedkeuring van het op 2 december 2004 te New York tot stand gekomen Verdrag van de Verenigde Naties inzake de immuniteit van rechtsmacht van staten en hun eigendommen d.d. 13 juni 2024 | In behandeling |
Motie 36 027 nr 13 - Van der Lee over bij de ratificatie aangeven dat Nederland het verdrag zo opvat dat de staatsimmuniteit ingeperkt kan worden in het geval van oorlogsmisdaden en daden van agressie | Debat Goedkeuring van het op 2 december 2004 te New York tot stand gekomen Verdrag van de Verenigde Naties inzake de immuniteit van rechtsmacht van staten en hun eigendommen d.d. 13 juni 2024 | In behandeling |
Motie 36 550-V nr 5 - Piri Paternotte over van harte ermee instemmen de EU-toetredingsonderhandelingen met Oekraïne en Moldavië te starten | Debat wijziging van de begrotingsstaat van het ministerie van Buitenlandse Zaken voor het jaar 2024 d.d. 19 juni 2024 | In behandeling |
Motie 32 735 nr 397- Ceder-Stoffer over het Nederlandse lidmaatschap van de VN-Mensenrechtenraad aanwenden om geweld tegen christenen en andere religieuze groepen in Nigeria op de agenda van de Mensenrechtenraad te zetten | Nota-overleg Mensenrechtenbeleid d.d. 17 juni 2024 | In behandeling |
Motie 32 735 nr 396 - Ceder-Stoffer over in Europees verband het standpunt uitdragen dat bij een besluit over verlenging van de GSP+-status van Pakistan zwaar dient mee te wegen of Pakistan effectieve maatregelen neemt om de christelijke minderheid beter te beschermen | Nota-overleg Mensenrechtenbeleid d.d. 17 juni 2024 | Aan voldaan per brief d.d. 23 oktober 2024, Kamerstuk 21 501-02 nr. 2954 |
Motie 32 735 nr 385 - Paternotte-Boswijk over een gecoordineerde aanpak om de toegang tot diverse bronnen en kwaliteitsjournalistiek te waarborgen | Nota-overleg Mensenrechtenbeleid d.d. 17 juni 2024 | In behandeling |
Motie 32 735 nr 386 - Dobbe cs over multiple-entry Schengenvisa voor Russische mensenrechtenactivisten en journalisten verschaffen als zij in eigen land gevaar lopen | Nota-overleg Mensenrechtenbeleid d.d. 17 juni 2024 | In behandeling |
Motie 32 735 nr 387 - Dobbe over alle diplomatieke middelen inzetten om de rechten van politieke gevangenen in Rusland te verbeteren | Nota-overleg Mensenrechtenbeleid d.d. 17 juni 2024 | In behandeling |
Motie 32 735 nr 388 - Dobbe cs over extra maatregelen om het werk voor vrouwenrechten en van vrouwelijke mensenrechtenactivisten te beschermen en te ondersteunen | Nota-overleg Mensenrechtenbeleid d.d. 17 juni 2024 | In behandeling |
Motie 32 735 nr 393 - Piri cs over steun aan maatschappelijke organisaties die ontvoerde Oekraiense kinderen proberen te repatrieren | Nota-overleg Mensenrechtenbeleid d.d. 17 juni 2024 | In behandeling |
Motie 32 735 nr 394 - Piri cs over zich inzetten voor de onafhankelijkheid van de internationale gerechtshoven en voor de bescherming van VN-medewerkers en getuigen op Nederlands grondgebied | Nota-overleg Mensenrechtenbeleid d.d. 17 juni 2024 | In behandeling |
Motie 21 501-20 nr. 2104 - Ceder over een gezamenlijk signaal namens de Raad aan de Commissie om onderzoek te doen naar pushbacks aan de Europese grenzen | Debat over de Europese top van 27 en 28 juni 2024 d.d. 25 juni 2024 | In behandeling |
Motie 21 501-20 nr. 2102 - Van Baarle over in alle EU-Raden consequent het belang van massieve humanitaire hulp voor Gaza en een realistisch perspectief op zelfbeschikking voor de Palestijnen aan de orde stellen | Debat over de Europese top van 27 en 28 juni 2024 d.d. 25 juni 2024 | In behandeling |
Motie 21 501-20 nr. 2100 - Paternotte c.s. over vasthouden aan het standpunt dat Oekraïne door ons geleverde wapens mag inzetten tegen alle volgens het internationaal recht gelegitimeerde doelwitten | Debat over de Europese top van 27 en 28 juni 2024 d.d. 25 juni 2024 | In behandeling |
Motie 21 501-20 nr. 2099 - Dassen c.s. over de minister-president zijn zorgen laten overbrengen aan zijn Slowaakse collega over de ontwikkelingen in Slowakije | Debat over de Europese top van 27 en 28 juni 2024 d.d. 25 juni 2024 | Aan voldaan per brief d.d. 8 juli 2024, Kamerstuk 21 501-20 nr. 2106 |
Motie 33 997 nr 183 - Paternotte cs over op 17 juli 2024 de vlag op alle regeringsgebouwen halfstok hangen | Tweeminutendebat MH17 d.d. 27 juni 2024 | In behandeling |
Motie 26 150, nr. 214 - Paternotte cs - erkennen dat VN-resolutie 2758 niet oordeelt over de toekomstige deelname van Taiwan aan de VN | Tweeminutendebat AVVN d.d. 12 september 2024 | In behandeling |
Motie 36 600, nr. 22 – Stoffer c.s. over de aanpak van christenvervolging hoge prioriteit geven | Algemene Politieke Beschouwingen d.d. 19 september 2024 | In behandeling |
Motie 22 054 nr 431 - Ceder en Kamminga over juridische kader voor wapenexportvergunningen | Dertigledendebat wapenexportvergunningen d.d. 26 september 2024 | In behandeling |
Motie 21 501-02, nr. 2941- Dobbe over zich inspannen en pleiten voor het instellen van een VN-wapenembargo voor heel Soedan | Tweeminutendebat Raad Buitenlandse Zaken d.d. 10 oktober 2024 | In behandeling |
Motie 21 501-02, nr. 2940 - Paternotte c.s. over actief deelnemen aan de internationale alliantie en de internationale positie van Nederland inzetten om gesprekken richting een tweestatenoplossing te stimuleren | Tweeminutendebat Raad Buitenlandse Zaken d.d. 10 oktober 2024 | Aan voldaan per brief d.d. 26 november 2024, Kamerstuk 21501-02 nr. 2979 |
Motie 21 501-02, nr. 2943 - Van Baarle over internationaal draagvlak zoeken voor aanvullende inspanningen om schendingen van het internationaal recht op de Westelijke Jordaanoever te beëindigen | Tweeminutendebat Raad Buitenlandse Zaken d.d. 10 oktober 2024 | Aan voldaan per brief d.d. 9 december 2024, Kamerstuk 23 432 nr. 544 |
Motie 21 501-02, nr. 2944 - Van der Burg c.s. over pleiten voor het belang van een langtermijnplan voor een stabiele Libanese staat en hierover met Israel en relevante Libanese politieke actoren in dialoog gaan | Tweeminutendebat Raad Buitenlandse Zaken d.d. 10 oktober 2024 | In behandeling |
Motie 21 501-02, nr. 2945 - Piri en Paternotte over niet uitsluiten om EU-sancties tegen Israëlische kabinetsleden te steunen | Tweeminutendebat Raad Buitenlandse Zaken d.d. 10 oktober 2024 | Aan voldaan per brief d.d. 26 november 2024, Kamerstuk 21501-02 nr. 2979 |
Motie 21 501-02, nr. 2946 - Piri en Paternotte over pleiten voor een staakt-het-vuren in Libanon | Tweeminutendebat Raad Buitenlandse Zaken d.d. 10 oktober 2024 | Aan voldaan per brief d.d. 26 november 2024, Kamerstuk 21501-02 nr. 2979 |
Motie 21 501-02, nr. 2948 - Ceder over berekenen hoeveel geld de Palestijnse Autoriteit jaarlijks uitgeeft aan uitkeringen aan veroordeelde terroristen en alleen instemmen met EU-steun als dit bedrag daarvan wordt afgetrokken | Tweeminutendebat Raad Buitenlandse Zaken d.d. 10 oktober 2024 | Aan voldaan per brief d.d. 26 november 2024, Kamerstuk 21501-02 nr. 2979 |
Motie 21 501-02, nr. 2950 - Ceder over uitspreken dat de Iraanse Revolutionaire Garde een terroristische organisatie is en deze organisatie als zodanig behandelen | Tweeminutendebat Raad Buitenlandse Zaken d.d. 10 oktober 2024 | In behandeling |
Motie 21 501-02, nr. 2947 - Kahraman en Ceder over zich inzetten voor bescherming van Armeens cultureel erfgoed zowel in EU-kader alsook in het kader van het Haags verdrag UNESCO 1954 | Tweeminutendebat Raad Buitenlandse Zaken d.d. 10 oktober 2024 | In behandeling |
Motie 21 501-02, nr. 2949 - Ceder c.s. over samen met andere Europese landen de druk op Azerbeidzjan opvoeren om zo spoedig mogelijk alle Armeense krijgsgevangenen vrij te laten | Tweeminutendebat Raad Buitenlandse Zaken d.d. 10 oktober 2024 | In behandeling |
Motie 22 0654, nr. 433 - Eerdmans over de Israëlische regering maximaal assisteren en aanzetten tot de bevrijding van de gijzelaars | Dertigledendebat over de gerechtelijke uitspraak over de uitvoer naar Israël van onderdelen voor F-35 d.d. 26 september 2024 | Aan voldaan per brief d.d. 9 december 2024, Kamerstuk 23 432 nr. 544 |
Motie 21 501-20, nr. 2115 - Ceder c.s. over pleiten voor een oproep tot volledige implementatie van VN-Veiligheidsraadresolutie 1701 | Debat Europese Top d.d. 15 oktober 2024 | Aan voldaan per brief d.d. 26 november 2024, Kamerstuk 21501-02 nr. 2979 |
Motie 21 501-20, nr. 2128 - Klaver c.s. over pleiten om nog dit kalenderjaar een EU-Israël-associatieraad te organiseren en het tijdelijk opschorten van het associatieverdrag niet uit te sluiten | Debat Europese Top d.d. 15 oktober 2024 | Aan voldaan per brief d.d. 26 november 2024, Kamerstuk 21501-02 nr. 2979 |
Motie 21 501-20, nr. 2129 - Klaver c.s. over in Europees verband toewerken naar een meerderheidsvoorstel voor een artikel 7-hoorzitting in 2024 voorgezeten door een andere lidstaat dan de huidige voorzitter | Debat Europese Top d.d. 15 oktober 2024 | In behandeling |
Motie 21 501-20, nr. 2121 - Van Campen c.s. over maatregelen steunen binnen de kaders van de Schengengrenscode tegen Hongarije | Debat Europese Top d.d. 15 oktober 2024 | In behandeling |
Motie 21 501-20, nr. 2124 - Diederik van Dijk c.s. over binnen de EU en bij lidstaten aandringen op een betere verantwoording van EU-uitgaven | Debat Europese Top d.d. 15 oktober 2024 | In behandeling |
Motie 21 501-20, nr. 2116 - Ceder over mishandelingen van vluchtelingen en de schending van mensenrechtenverdragen aanpakken en zich hiertegen uitspreken | Debat Europese Top d.d. 15 oktober 2024 | Aan voldaan per brief d.d. 14 november 2024, Kamerstuk 30 573 nr. 219 |
Motie 21 501-20, nr. 2120 - Kahraman c.s. over nationale veiligheid een belangrijker onderdeel maken van de afweging bij het verstrekken van visa en werkvergunningen | Debat Europese Top d.d. 15 oktober 2024 | Aan voldaan per brief door MinAenM d.d. 8 november 2024, Kamerstuk 30 573 nr. 218 |
EK - Gewijzigde motie-Van Meenen (D66) c.s. over het realiseren van de toezeggingen met betrekking tot Afghaanse ambassadebewakers | Algemene Politieke Beschouwingen d.d. 8 oktober 2024 | In behandeling |
Motie 21 501-02 nr. 2967 - Ceder over met gelijkgezinde lidstaten en samen met constructieve landen in het Midden-Oosten werken aan een plan voor het beëindigen van de oorlog en de toekomst van Gaza | Tweeminutendebat Raad Buitenlandse Zaken d.d. 14 november 2024 | Aan voldaan per brief d.d. 26 november 2024, Kamerstuk 21501-02 nr. 2979 |
Motie 21 501-02 nr. 2962 - Boswijk c.s. over de aanstaande Hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid steunen in haar voornemen om alle Russische bevroren tegoeden in te zetten ten behoeve van Oekraïne | Tweeminutendebat Raad Buitenlandse Zaken d.d. 14 november 2024 | In behandeling |
Motie 36 600-V, nr. 30 - Boswijk c.s. over de Kamer uiterlijk voor de Voorjaarsnota informeren over de consequenties van beleidskeuzes en bezuinigingen voor de actieagenda van de Afrikastrategie | Begrotingsbehandeling Buitenlandse Zaken d.d. 21 november 2024 | In behandeling |
Motie 36 600-V, nr. 36 - Dobbe en Paternotte over de fact-finding mission in Sudan van steun garanderen en strijdende partijen oproepen zich aan het humanitair oorlogsrecht te houden | Begrotingsbehandeling Buitenlandse Zaken d.d. 21 november 2024 | In behandeling |
Motie 36 600-V, nr. 47 - Ceder over een onderzoek naar de connecties en de financiering van terreurbewegingen als Boko Haram | Begrotingsbehandeling Buitenlandse Zaken d.d. 21 november 2024 | In behandeling |
Motie 36 600-V, nr. 48 - Ceder over de bevordering van veilige en waardige vrijwillige terugkeer van ontheemden naar Nigeria | Begrotingsbehandeling Buitenlandse Zaken d.d. 21 november 2024 | In behandeling |
Motie 36 600-V, nr. 26 - Paternotte en Boswijk over in Europees verband pleiten voor het toelaten van onafhankelijke internationale waarnemers bij het conflict tussen Israël en Hezbollah | Begrotingsbehandeling Buitenlandse Zaken d.d. 21 november 2024 | In behandeling |
Motie 36 600-V, nr. 29 - Van der Burg c.s. over onderzoeken of een rechtsbijstandovereenkomst met Taiwan naar Duits model wenselijk is voor Nederland | Begrotingsbehandeling Buitenlandse Zaken d.d. 21 november 2024 | In behandeling |
Motie 36 600-V, nr. 53 - Van Baarle over in Europees verband aanvullende stappen zetten om producten te weren die vervaardigd zijn met Oeigoerse dwangarbeid | Begrotingsbehandeling Buitenlandse Zaken d.d. 21 november 2024 | In behandeling |
Motie 36 600-V, nr. 38 - Van Baarle over een voortrekkersrol vervullen bij de uitbreiding van de sancties tegen de junta in Myanmar en landen die de sancties omzeilen hierop aanspreken | Begrotingsbehandeling Buitenlandse Zaken d.d. 21 november 2024 | In behandeling |
Motie 36 600-V, nr. 46 - Stoffer en Paternotte over verhinderen dat leiders en leden van Hamas zich in Turkije vestigen | Begrotingsbehandeling Buitenlandse Zaken d.d. 21 november 2024 | In behandeling |
Motie 36 600-V, nr. 21 - Piri cs over gehoor geven aan het arrestatiebevel voor premier Netanyahu en oud-minister Gallant en alle niet-essentiële contacten met premier Netanyahu direct bevriezen | Begrotingsbehandeling Buitenlandse Zaken d.d. 21 november 2024 | In behandeling |
Motie 36 600-V, nr. 45 - Stoffer c.s. over het vaker ontmoeten van christenen tijdens werkbezoeken aan landen waar veel christenvervolging plaatsvindt | Begrotingsbehandeling Buitenlandse Zaken d.d. 21 november 2024 | In behandeling |
Motie 36 600-V, nr. 25 - Paternotte cs over streven naar een bemiddelende rol bij het leveren van Taurusraketten en andere langeafstandsraketten aan Oekraïne | Begrotingsbehandeling Buitenlandse Zaken d.d. 21 november 2024 | In behandeling |
Motie 36 410-V, nr. 90 – Paternotte en Van der Burg over er in EU-verband voor pleiten alle diensten te sanctioneren die bijdragen aan gesanctioneerde economische activiteiten van Rusland | Tweeminutendebat Sancties d.d. 19 november 2024 | In behandeling |
Motie 36 410-V, nr. 92 – Dobbe over in Europees verband tot een nieuw en aanvullend sanctiepakket komen | Tweeminutendebat Sancties d.d. 19 november 2024 | In behandeling |
Motie 36 410-V, nr. 93– Van der Burg c.s. over een structureel samenwerkingsplatform oprichten om best practices en praktische oplossingen voor de naleving van sancties te delen | Tweeminutendebat Sancties d.d. 19 november 2024 | In behandeling |
Motie 36 410-V, nr. 94 – Van der Burg c.s. over onderzoeken op welke wijze inlichtingen van veiligheidsdiensten kunnen worden ingezet om sancties sneller en nauwkeuriger op te leggen aan individuen | Tweeminutendebat Sancties d.d. 19 november 2024 | In behandeling |
Motie 36 600-V, nr. 22 - Piri-Paternotte over in lijn met het kabinetsbeleid in Brussel pleiten voor sancties tegen Yossi Dagan | Begrotingsbehandeling Buitenlandse Zaken d.d. 21 november 2024 | In behandeling |
Motie 36 600-V, nr. 50 - Koekkoek en Van der Burg over mogelijkheden onderzoeken om een data-ambassade te creëren voor Nederland | Begrotingsbehandeling Buitenlandse Zaken d.d. 21 november 2024 | In behandeling |
Motie 36 600-V, nr. 31 - Boswijk c.s. over in het onderzoek naar elektrische auto’s de economische risico’s van alle mobiliteitsproducten uit China onderzoeken | Begrotingsbehandeling Buitenlandse Zaken d.d. 21 november 2024 | In behandeling |
Motie 28 676, nr. 476 – Paternotte over bilaterale steun en expertise aan Oekraïne bieden bij het voldoen aan de NAVO-toetredingseisen zoals vastgelegd in het Noord-Atlantisch Verdrag | Tweeminutendebat NAVO en OVSE d.d. 27 november 2024 | In behandeling |
Motie 28 676, nr. 475 – Paternotte en Boswijk over de Oekraïense wapenindustrie ondersteunen door directe investeringen in de lokale productiecapaciteit met de middelen die zijn gereserveerd voor militaire steun aan Oekraïne | Tweeminutendebat NAVO en OVSE d.d. 27 november 2024 | In behandeling |
Motie 21 501-02, nr. 2991 – Paternotte en Kahraman over er voor pleiten zo snel als mogelijk in kaart te brengen welke sancties tegen het Assad-regime tijdelijk kunnen worden verlicht of opgeschort | Tweeminutendebat Raad Buitenlandse Zaken d.d. 12 december 2024 | In behandeling |
Motie 21 501-02, nr. 2999 - Van der Burg over in de gezamenlijke Europese aanpak wat betreft Syrië de bescherming van minderheden voor extremisme, jihadisme en terrorisme centraal stellen | Tweeminutendebat Raad Buitenlandse Zaken d.d. 12 december 2024 | In behandeling |
Motie 21 501-02, nr. 2989 – Paternotte en Dassen over actief pleiten voor EU-brede sancties tegen de partijtop en bewindspersonen van de Georgian Dreampartij | Tweeminutendebat Raad Algemene Zaken en EU-uitbreiding d.d. 12 december 2024 | In behandeling |
Motie 21 501-02, nr. 2990 – Piri en Paternotte over bilateraal en in EU-verband de Turkse regering oproepen tot onmiddellijke beëindiging van aanvallen op de Koerden in Syrië | Tweeminutendebat Raad Buitenlandse Zaken d.d. 12 december 2024 | In behandeling |
Motie 21 501-02, nr. 2998 – Van der Burg c.s. over in navolging van de Baltische staten primair inzetten op sancties aan de Georgische leiders | Tweeminutendebat Raad Buitenlandse Zaken d.d. 12 december 2024 | In behandeling |
Motie 21 501-02, nr. 2987 – Piri en Van Campen over niet akkoord gaan met het openen van een cluster voor Servië tijdens de volgende EU-top | Tweeminutendebat Raad Algemene Zaken en EU-uitbreiding d.d. 12 december 2024 | In behandeling |
Motie 21 501-02, nr. 2988 – Paternotte over zich inzetten voor een onderzoek naar spionagepraktijken door Hongaarse inlichtingendiensten | Tweeminutendebat Raad Algemene Zaken en EU-uitbreiding d.d. 12 december 2024 | In behandeling |
Motie 21 501-02, nr. 2997 – Van der Burg en Kahraman over de Adviesraad Internationale Vraagstukken om een advies vragen waarin zij strategieën vanuit het principe van ‘gefaseerde toetreding’ verkent om kandidaat-lidstaten een (economisch) perspectief te bieden | Tweeminutendebat Raad Buitenlandse Zaken d.d. 12 december 2024 | In behandeling |
Motie 21 501-02, nr. 2995 – Van Baarle over het voortzetten van de gezamenlijke procedure met Canada tegen het oudregime in Syrië en internationaal draagvlak zoeken voor de voortzetting en versterking van de VN-bewijsbank voor Syrië | Tweeminutendebat Raad Buitenlandse Zaken d.d. 12 december 2024 | In behandeling |
Motie 21 501-02, nr. 2994 – Van Baarle over bij de aankomende Raad Buitenlandse Zaken inventariseren wat de maximaal mogelijk haalbare steun voor Syrië kan zijn | Tweeminutendebat Raad Buitenlandse Zaken d.d. 12 december 2024 | Aan voldaan per brief d.d. 20 december 2024, Kamerstuk 21 501-02 nr. 3003 |
Motie 21 501-02, nr. 2993 – Paternotte en Piri over tijdens de JEF-top in Estland pleiten voor lidmaatschap van Oekraïne van de Joint Expeditionary Force | Tweeminutendebat Raad Buitenlandse Zaken d.d. 12 december 2024 | In behandeling |
Motie 21 501-02, nr. 3000 - Van der Burg en Piri over een zwart reisadvies onderzoeken voor (regio’s van) landen die zich schuldig maken aan gijzeldiplomatie | Tweeminutendebat Raad Buitenlandse Zaken d.d. 12 december 2024 | In behandeling |
Motie 21 501-20, nr. 2162 - Paternotte c.s. over zich constructief opstellen ten aanzien van de Franse en Poolse ideeën over een naoorlogse vredesmacht in Oekraïne | Debat Europese Top van 19 en 20 december 2024 d.d. 17 december 2024 | In behandeling |
Motie 21 501-20, nr. 2138 - Piri c.s. over sancties tegen de Georgische machthebbers die verantwoordelijk zijn voor het buitensporige geweld tegen de demonstranten in Georgië | Debat Europese Top van 19 en 20 december 2024 d.d. 17 december 2024 | In behandeling |
Motie 21 501-20, nr. 2139 - Piri c.s. over het onverminderd blijven steunen van Oekraïne en vasthouden aan het standpunt dat Kyiv zelf bepaalt of en onder welke voorwaarden gesprekken met Rusland worden gevoerd | Debat Europese Top van 19 en 20 december 2024 d.d. 17 december 2024 | In behandeling |
Motie 21 501-20, nr. 2145 - Van Baarle over de Israëlische annexatieplannen voor nieuwe nederzettingen op de Golanhoogten veroordelen als een schending van het internationaal recht | Debat Europese Top van 19 en 20 december 2024 d.d. 17 december 2024 | In behandeling |
Motie 21 501-20, nr. 2146 - Dijk over een visie uitwerken om meer zeggenschap te krijgen over de staalindustrie, zowel in nationaal als in EU-verband | Debat Europese Top van 19 en 20 december 2024 d.d. 17 december 2024 | In behandeling |
Motie 21 501-20, nr. 2148 - Ceder over tijdens de Raad bespreekbaar maken hoe om te gaan met de directe veiligheidsdreiging rond de detentie van IS-gangers in Noordoost-Syrië | Debat Europese Top van 19 en 20 december 2024 d.d. 17 december 2024 | In behandeling |
Motie 21 501-20, nr. 2149 - Ceder over tijdens de Raad aandringen op het garanderen van de veiligheid van (geloofs)minderheden en een mogelijke rol van de EU-gezant voor geloofsvrijheid hierin | Debat Europese Top van 19 en 20 december 2024 d.d. 17 december 2024 | In behandeling |
Motie 21 501-20, nr. 2150 - Ceder over zich inzetten voor een oproep van de Raad aan Turkije om de aanvallen op Noord-Syrië via milities te staken | Debat Europese Top van 19 en 20 december 2024 d.d. 17 december 2024 | In behandeling |
Motie 21 501-20, nr. 2152 - Van Campen c.s. over in de Europese Raad pleiten voor sancties tegen Ivanishvili | Debat Europese Top van 19 en 20 december 2024 d.d. 17 december 2024 | In behandeling |
Motie 21 501-20, nr. 2153 - Van Campen c.s. over volledige en proactieve medewerking verlenen aan gelijkgestemde partners in de Europese Raad om sancties tegen Rusland effectiever en consistenter te handhaven | Debat Europese Top van 19 en 20 december 2024 d.d. 17 december 2024 | In behandeling |
Motie 21 501-20, nr. 2163 - Teunissen c.s. over op Europees niveau inzetten op een boycot van Russische vis | Debat Europese Top van 19 en 20 december 2024 d.d. 17 december 2024 | In behandeling |
Motie 21 501-20, nr. 2157 - Eerdmans over zich in alle Europese onderhandelingen en besluitvorming ondubbelzinnig uitspreken tegen het afschaffen van het vetorecht | Debat Europese Top van 19 en 20 december 2024 d.d. 17 december 2024 | In behandeling |
Motie 21 501-20, nr. 2159 - Omtzigt en Van Campen over de Kamer binnen drie maanden informeren over de banden die HTS heeft of had met Da'esh en Al Qaida | Debat Europese Top van 19 en 20 december 2024 d.d. 17 december 2024 | In behandeling |
Motie 21 501-20, nr. 2160 - Omtzigt c.s. over bij de Europese Raad van december 2024 helder mededelen dat Nederland tegen nieuwe eurobonds en Europese schulden is | Debat Europese Top van 19 en 20 december 2024 d.d. 17 december 2024 | In behandeling |
De minister zegt toe om zo snel mogelijk een brief te sturen over de stappen die zij in Europees verband neemt met betrekking tot de mogelijkheden om sancties op te leggen aan kolonisten die extremistisch geweld plegen | TZ202401-022, Commissiedebat Raad Buitenlandse Zaken van 22 januari 2024 d.d. 18 januari 2024 | Aan voldaan per brief d.d. 4 maart 2024, Kamerstuk 21 501-02 nr. 2838 |
De minister zegt toe om in het verslag van de eerstvolgende Raad Buitenlandse Zaken terug te komen op het terugvorderen van rendement en andere mogelijkheden rondom bevroren Russische tegoeden | TZ202401-023, Commissiedebat Raad Buitenlandse Zaken van 22 januari 2024 d.d. 18 januari 2024 | Aan voldaan per brief d.d. 30 januari 2024, Kamerstuk 21 501-02 nr. 2822 |
De minister zegt toe om de Kamer rond 24 februari 2024 per brief te informeren over stand van zaken Oekraïne | TZ202401-060, Commissiedebat Raad Buitenlandse Zaken Gymnich d.d. 30 januari 2024 | Aan voldaan per brief d.d. 23 februari 2024, Kamerbrief 21501-20 nr. 2019 |
De minister zegt toe om voor de de begrotingsbehandeling Buitenlandse Zaken 2024 een reactie te sturen op het verzoek van de Kamer over de voorlopige voorziening van het Internationaal Gerechtshof in de zaak Zuid-Afrika v. Israël over de toepasselijkheid van de Genocideconventie | TZ202401-061, Commissiedebat Raad Buitenlandse Zaken Gymnich d.d. 30 januari 2024 | Aan voldaan per brief d.d. 13 februari 2024, Kamerstuk 23 432 nr. 511 |
De minister zegt toe om de Kamer in het volgende verslag Raad Algemene Zaken een appreciatie te geven van de motie-Dassen (36410-V-74) over het in Europees verband pleiten voor de ontwikkeling van een wholesale-variant van de digitale euro | TZ202402-117, Begrotingsbehandeling Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking antwoord 1e termijn d.d. 14 februari 2024 | Aan voldaan per brief d.d. 7 maart 2024, Kamerstuk 21 501-02 nr. 2839 |
De minister zegt toe om de Kamer op hoofdlijnen te zullen informeren over de uitkomst van het onderzoek naar het lekken door ambtenaren van het ministerie van vertrouwelijke stukken naar de pers en een anonieme brief in een rechtszaak | TZ202402-118, Begrotingsbehandeling Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking antwoord 1e termijn d.d. 14 februari 2024 | Aan voldaan per brief d.d. 30 mei 2024, Kamerstuk 36 410-V nr. 84 |
De minister zegt toe om de Kamer te informeren als er gedurende het begrotingsjaar 2024 te weinig geld blijkt te zijn in artikel 1 Versterkte internationale rechtsorde voor de financiering van projecten | TZ202402-116, Begrotingsbehandeling Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking antwoord 1e termijn d.d. 14 februari 2024 | In behandeling |
De minister zegt toe om in een volgende GA Raad Buitenlandse Zaken toelichten hoe de Nederlandse bijdrage aan het Ukraine Assistance Fund begrotingstechnisch wordt verwerkt | TZ202403-080, Debat over de staat van de oorlog in Europa d.d. 14 maart 2024 | Aan voldaan per brief d.d. 8 april 2024, Kamerstuk 21 501-02 nr. 2866 |
De minister zegt toe om de Kamer te informeren over de voortgang op de bilaterale veiligheidsovereenkomsten met Oekraïne en onderlinge coördinatie van die overeenkomsten | TZ202403-090, Commissiedebat NAVO d.d. 27 maart 2024 | Aan voldaan per brief d.d. 13 augustus 2024, Kamerstuk 28 676 nr. 465 |
De minister zegt toe om MinBHOS te vragen om in de kabinetsreactie UNRWA in te gaan op de diversiteit van hulporganisaties in Gaza en het werk dat zij in generieke zin doen | TZ202404-147, Commissiedebat Raad Buitenlandse Zaken d.d. 18 april 2024 | Aan voldaan per brief d.d. 26 april 2024, Kamerstuk 26 150 nr. 211 |
De minister zegt toe om in het verslag van een Raad Buitenlandse Zaken terug te komen op de nieuwe analyse van de juridische dienst van de Raad over het plaatsen van de Iraanse Revolutionaire Garde op de EU-terrorismelijst | TZ202404-185, Commissiedebat Art 100 aanvullende bijdrage aan maritieme veiligheid in de Rode Zee d.d. 23 april 2024 | Aan voldaan per vertrouwelijke brief d.d. 11 september |
De minister zegt toe om de Kamer te informeren als daar aanleiding toe is over eventuele gevolgen van operatie Poseidon Archer op humanitaire hulp in Jemen | TZ202404-184, Commissiedebat Art 100 aanvullende bijdrage aan maritieme veiligheid in de Rode Zee d.d. 23 april 2024 | In behandeling |
De minister zegt toe om een brief aan de Kamer te sturen over de uitvoering van de motie-Brekelmans c.s. over een oplossing zoeken voor de lacune opdat aanwijzing van de Iraanse Revolutionaire Garde als terreurorganisatie kan geschieden | TZ202405-046, Debat over de situatie in Gaza d.d. 16 mei 2024 | Aan voldaan per vertrouwelijke brief d.d. 11 september |
De minister zegt toe om de Kamer in de eerstvolgende geannoteerde agenda Raad Buitenlandse Zaken op hoofdlijnen te informeren over de conferentie van 15 mei 2024 inzake sancties tegen Hamas | TZ202405-047, Debat over de situatie in Gaza d.d. 16 mei 2024 | Aan voldaan per brief d.d. 22 mei 2024, Kamerstuk 21 501-02 nr. 2897 |
De minister zegt toe om de Kamer te informeren over de implicaties van een mogelijke opschorting van het EU-Israël Associatieakkoord | TZ202405-045, Debat over de situatie in Gaza d.d. 16 mei 2024 | Aan voldaan per brief d.d. 4 juni 2024, Kamerstuk 21 501-02 nr. 2911, en per brief d.d. 26 november 2024, Kamerstuk 21 501-02 nr. 2979 |
De minister zegt toe om samen met MinDef een appreciatie te sturen van het Clingendaelrapport over de toekomst van EU-missies | TZ202405-049, Commissiedebat Raad Buitenlandse Zaken d.d. 23 mei 2024 | Aan voldaan per brief d.d. 28 juni 2024, Kamerstuk 21 501-28 nr. 268 |
De minister zegt toe om de Kamer in het verslag Raad Buitenlandse Zaken te informeren over stavaza van de motie inzake het maatschappelijk middenveld in Afghanistan | TZ202406-041, Nota-overleg Mensenrechten d.d. 17 juni 2024 | Aan voldaan per brief d.d. 1 juli 2024, Kamerstuk 36 180 nr. 103 |
De minister zegt toe om in het verslag vd 79. zitting vd AVVN een terugkoppeling te geven over die gesprekken die hij in VN-verband heeft gevoerd | TZ202409-039, Commissiedebat AVVN d.d. 12 september 2024 | Aan voldaan per brief d.d. 6 november 2024, Kamerstuk 26 150 nr. 222 |
De minister zegt toe om in het verslag van de 79. zitting vd AVVN aan te geven op welke manier NL financiele bijdrage gaat leveren aan de fact-finding mission | TZ202409-040, Commissiedebat AVVN d.d. 12 september 2024 | Aan voldaan per brief d.d. 6 november 2024, Kamerstuk 26 150 nr. 222 |
De minister zegt toe om de Kamer op de hoogte te houden vd vorderingen inzake de totstandkoming van een internationaal tribunaal | TZ202409-021, Tweeminutendebat AVVN d.d. 12 september 2024 | Aan voldaan per brief d.d. 6 november 2024, Kamerstuk 26 150 nr. 222 |
De minister zegt toe om een uitgebreidere reactie op het Draghi-rapport mee te sturen met de geannoteerde agenda voor de informele Europese Raad op 8 november | TZ202410-109, Commissiedebat Raad Algemene Zaken d.d. 10 oktober 2024 | Aan voldaan per brief d.d. 4 november 2024, Kamerstuk 21 501-02 nr. 2956 |
De minister zegt toe om de Kamer in een volgende geannoteerde agenda Raad Buitenlandse Zaken nader te informeren over de berichtgeving dat Frankrijk het wapenembargo tegen Darfur zou hebben geschonden, waarover hij bij Frankrijk navraag zal doen. Daarbij zal de minister ook een nadere terugkoppeling geven over de mogelijkheid van de ‘fact-finding mission for the Sudan’ om haar werk te blijven doen | TZ202411-124, Begrotingsbehandeling Buitenlandse Zaken d.d. 21 november 2024 | Aan voldaan per brief d.d. 6 december 2024, Kamerstuk 21 501-02 nr. 2983 |
De minister zegt toe om binnen twee weken een brief aan de Kamer te sturen over de stukken die genoemd worden in de berichtgeving van RTL d.d. 21 november 2024, waarbij hij zal nagaan welke van de genoemde stukken met de Kamer gedeeld kunnen worden | TZ202411-126, Begrotingsbehandeling Buitenlandse Zaken d.d. 21 november 2024 | Aan voldaan per brief d.d. 5 december 2024, Kamerstuk 36 600-V nr. 55 |
De minister zegt toe om in het eerste kwartaal van 2025 een alomvattende brief aan de Kamer zal sturen over de uitwerking van de passage uit het Hoofdlijnenakkoord inzake het initiatief tot de oprichting van een internationaal tribunaal voor de berechting van misdrijven door IS | TZ202411-125, Begrotingsbehandeling Buitenlandse Zaken d.d. 21 november 2024 | In behandeling |
De minister zegt toe om de Kamer voor de zomer van 2025 per brief te informeren over het proces inzake het voornemen uit het Hoofdlijnenakkoord over de verplaatsing van de Nederlandse ambassade in Israël naar Jeruzalem | TZ202411-127, Begrotingsbehandeling Buitenlandse Zaken d.d. 21 november 2024 | In behandeling |
De minister zegt toe om in het verslag van de NAVO Ministeriële van 3 en 4 december de Kamer nader te informeren over de vraag welke NAVO-lidstaat-ambassade in Japan als contactpunt tussen Japan en de NAVO functioneert | TZ202411-117, Commissiedebat NAVO OVSE d.d. 27 november 2024 | Aan voldaan per brief d.d. 16 december 2024, Kamerstuk 28 676 nr. 478 |
De minister zegt toe om in het verslag van de NAVO Ministeriële van 3 en 4 december nader in te gaan op de juridische mogelijkheden om schepen die in internationale wateren verdacht worden van acties in het kader van hybride oorlogsvoering, aan te houden of te enteren | TZ202411-118, Commissiedebat NAVO OVSE d.d. 27 november 2024 | Aan voldaan per brief d.d. 16 december 2024, Kamerstuk 28 676 nr. 478 |
De minister zegt toe om de Kamer vertrouwelijk te informeren over het bedrag van € 6 mld. aan steun voor Oekraïne, die reeds is vastgelegd in verwervingstrajecten | TZ202411-119, Commissiedebat NAVO OVSE d.d. 27 november 2024 | In behandeling |
De minister zegt toe om in het verslag van de eerstvolgende Raad Buitenlandse Zaken terug te komen op de mogelijkheden voor het bilateraal instellen van sancties tegen Georgiërs waarvoor geen Europese unanimiteit kan worden bereikt | TZ202412-095, Commissiedebat Raad Buitenlandse Zaken d.d. 12 december 2024 | Aan voldaan per brief d.d. 20 december 2024, Kamerstuk 21 501-02 nr. 3003 |
Bijlage 3: Afgerond evaluatie- en overig onderzoek
Versterkte internationale rechtsorde | Internationale rechtsorde | Beleidsevaluatie Nederlands beleid voor Internationale rechtsorde | ex post evaluatie | 2022 | afgerond | Resultaten- Evaluatie Nederlands Beleid voor Internationale rechtsorde | 1.1 | Evaluatie Nederlandse beleid voor internationale rechtsorde |
Veiligheid en stabiliteit | Periodieke Rapportage Veiligheid en Stabiliteit | Periodieke Rapportage | 2024 | afgerond | Resultaten - Evaluatie Veiligheid en stabiliteit | 2.1, 2.2, 2.3, 2.4, 2.5 | Rapport Veiligheid en stabiliteit | |
Bestrijding internationale criminaliteit en terrorisme | Evaluatie buitenlands beleid contra-terrorisme | ex post evaluatie | 2021 | afgerond | Resultaten — Evaluatie contraterrorismebeleid | 2.2 | Rapport - Evaluatie buitenlands beleid contra-terrorisme | |
Beleidsevaluatie cyberterrorisme | ex post evaluatie | 2021 | afgerond | Resultaten — Evaluatie internationaal cybersecuritybeleid | 2.2 | Rapport - Evaluatie Internationaal Cybersecuritybeleid | ||
Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband | Eindevaluatie Nederlandse bijdrage MINUSMA | ex post evaluatie | 2022 | afgerond | Resultaten – De Nederlandse bijdrage aan de VN-missie MINUSMA in Mali (2014-2019) | 2.4 | Rapport – Evaluatie van de Nederlandse bijdrage aan MINUSMA | |
Resolute Support Missie Afghanistan | ex post evaluatie | 2023 | afgerond | Resultaten - Nederlandse bijdrage aan de Resolute Support | 2.4 | Rapport – Evaluatie Nederlandse bijdrage aan de Resolute Support-missie in Afghanistan 2015-2021 | ||
Inzet C-130 Hercules transportvliegtuig Mali | ex post evaluatie | 2023 | afgerond | Resultaten - NL C-130 bijdrage aan MINUSMA | 2.4 | Rapport – Evaluatie van de Nederlandse C130-bijdrage aan MINUSMA (2021-2022) | ||
Inzet C-130 MINUSMA | ex post evaluatie | 2024 | afgerond | Resultaten - NL C-130 MINUSMA | 2.4 | Rapport - NL bijdrage C-130 MINUSMA | ||
Bevordering transitie in prioritaire gebieden | Beleidsevaluatie Nederlandse inzet op stabiliteit in fragiele context | ex post evaluatie | 2023 | lopend; vertraging door aangaan extra opdracht consultants | 2.5 en BHOS art 4.3 | |||
Effectenonderzoek NFRP politieke partijenprogramma | effectenonderzoek | 2021 | afgerond | 2.5 | Evaluatie NFRP politieke partijen programma | |||
Evaluatie centrale en decentrale Matra instrumenten | ex post evaluatie | 2024 | afgerond | 2.5 | Rapport A seat at the table / centrale en decentrale Matra middelen | |||
Evaluatie Shiraka overheids-samenwerking | ex post evaluatie | 2023 | afgerond | 2.5 | Evaluatie van de STP- en G2G componenten van het Shiraka Programma (2016-2021), RVO | |||
Effectieve Europese samenwerking | Evaluatie van de Nederlandse invloed in de Europese Unie | ex post evaluatie | 2024 | afgerond | Resultaten NL invloed in EU | 3 | Rapport NL invloed in EU | |
Versterkte Nederlandse positie in de Unie | Evaluatie coördinatie Nederlands EU beleid | ex post evaluatie | 2021 | afgerond | Resultaten — Evaluatie Nederlandse EU-coördinatie | 3.1, 3.4 | Rapport - Evaluatie Coordinatie Nederlands EU beleid |
Toelichting
Beleidsdoorlichtingen voor Buitenlandse Zaken worden uitgevoerd door de Directie Internationaal Onderzoek en Beleidsevaluatie IOB.
Tot 2019 zijn beleidsdoorlichtingen uitgevoerd per beleidsthema. In de periode 2019-2022 zijn beleidsdoorlichtingen uitgevoerd per begrotingsartikel. Vanaf 2023 worden periodieke rapportages uitgevoerd per beleidsthema volgens de indeling uit de Strategische Evaluatie Agenda.
Zie ook de interactieve database met de beleidsdoorlichtingen en periodieke rapportages op rijksfinancien.nl (Ingepland en uitgevoerd onderzoek | Ministerie van Financiën - Rijksoverheid (rijksfinancien.nl).
Bijlage 4: Inhuur externen
1. Interim-management | 377 |
2. Organisatie- en Formatieadvies | 41 |
3. Beleidsadvies | 2.068 |
4. Communicatieadvisering | 0 |
Beleidsgevoelig (som 1 t/m 4) | 2.486 |
5. Juridisch Advies | 175 |
6. Advisering opdrachtgevers automatisering | 81 |
7. Accountancy, financiën en administratieve organisatie | 360 |
(Beleids)ondersteunend (som 5 t/m 7) | 616 |
8. Uitzendkrachten (formatie & piek) | 62.051 |
Ondersteuning bedrijfsvoering | 62.051 |
Totaal uitgaven inhuur externen | 65.152 |
Toelichting | |
Uitgaven eigen personeel1 | 636.755 |
Uitgaven externe inhuur2 | 64.294 |
Totaal van de personele uitgaven | 701.049 |
percentage inhuur | 9,17% |
1 Na aftrek van de toelagen voor verblijf in het buitenland | |
2 Na aftrek van de inhuur op programma ten behoeve van de NAVO Top |
Toelichting |
Bijlage 5: Sanctiesbeleid en externe fraude
In deze bijlage wordt informatie gegeven over meldingen van externe fraude ten aanzien van activiteiten gefinancierd vanuit begrotingshoofdstuk V Buitenlandse Zaken (hierna: BZ activiteiten).
Meer informatie ten aanzien van meldingen van malversatie rond activiteiten gefinancierd vanuit begrotingshoofdstuk XVII Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp (hierna: BHO-activiteiten) staat in bijlage 3 van het jaarverslag van begrotingshoofdstuk XVII.
Gegrond verklaarde externe fraude BZ-activiteiten 2024
In 2024 zijn er geen externe fraudezaken gegrond verklaard die alleen betrekking hebben op door het ministerie gefinancierde BZ-activiteiten.
Bijlage 6: Budgettair overzicht Oekraïne
1.1 | Goed functionerende internationale instellingen met een breed draagvlak | Steun voor de strijd tegen straffeloosheid van internationale misdrijven | 12.700 | 8.333 | Kamerstuk 36 045 nr. 171 |
1.2 | Bescherming en bevordering van mensenrechten | Steun via mensenrechtenfonds | 1.866 | 1.544 | |
2.2 | Bestrijding internationale criminaliteit en terrorisme | Cyberweerbaarheid | 3.000 | 3.000 | Kamerstuk 36 045 nr. 171 |
2.3 | Wapenbeheersing | OPCW Trustfund Oekraïne | 500 | 500 | |
2.4 | Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband | Humanitair ontmijnen, DNA-re-unificatie, nucleaire veiligheid, psychosociale steun nationale politie | 25.441 | 25.441 | Kamerstuk 36 045 nr. 172 |
Kamerstuk 36 045 nr. 183 | |||||
2.5 | Bevordering van transitie in prioritaire gebieden | Activiteiten vanuit het Matra-programma | 2.074 | 2.781 | |
3.1 | Afdrachten aan de Europese Unie | Oekraïne-faciliteit | 218.512 | 218.512 | Incidentele suppletoire begroting 2024 BZ |
Eerste suppletoire begroting 2024 BZ | |||||
3.5 | Europese Vredesfaciliteit | Europese Vredesfaciliteit | 85.282 | 85.282 | Kamerstuk 36 045 nr. 171 |
4.3 | Grotere buitenlandse bekendheid met de Nederlandse cultuur | Steun voor Cultural Emergency Response | 272 | 272 | |
TOTAAL | 349.647 | 345.665 |
Artikelonderdeel 1.1
Nederland draagt bij aan de internationale accountability-inspanningen
voor Oekraïne door financiële en politieke steun. Dit omvat het
gastlandschap voor het agressietribunaal en het schaderegister, evenals
ondersteuning bij opsporing en vervolging van internationale misdrijven.
Hoewel de planning was om in 2024 een vervolgbijdrage te verstrekken
voor de activiteiten op het gebied van opsporing en vervolging van
internationale misdrijven, is dit, door vertraging bij het opstarten van
deze projecten, uitgesteld naar 2025.
Artikelonderdeel 1.2
Vanaf artikelonderdeel 1.2 worden middelen uit het Mensenrechtenfonds
ingezet, onder andere voor de ondersteuning van
mensenrechtenverdedigers.
Artikelonderdeel 2.2
Vanaf artikelonderdeel 2.2 werd de Incident Response en onderzoeks- en
forensische capaciteiten van regionale cybersecurity centers in Oekraïne
versterkt.
Artikelonderdeel 2.3
Gezien de aanhoudende risico’s van de Russische inval in Oekraïne voor
de nucleaire veiligheid, heeft Nederland EUR 500.000 bijgedragen aan het
trustfund voor nucleaire veiligheid in Oekraïne, waaruit onder meer
missies van de OPCW naar Oekraïne gefinancierd worden.
Artikelonderdeel 2.4
Nederland deed ook in 2024 bijdragen voor humanitaire ontmijning (in
kaart brengen en ontmijnen; trainen en bewustmaken; rehabiliteren van
slachtoffers) in Oekraïne, via de VN en Oekraïnse autoriteiten en via
vier gespecialiseerde NGOs. Ook droeg Nederland bij aan een programma
via de EU Advisory Mission (EUAM) om de capaciteit van de Nationale
Politie van Oekraine (NPU) te versterken om psychosociale steun voor
NPU-agenten te bieden (preventie en behandeling van opgelopen problemen
zoals trauma, angst of agressie, depressie).
Artikelonderdeel 2.5
Het decentrale Matra-budget voor Oekraïne is opgehoogd ter ondersteuning
van het maatschappelijk middenveld. Hiermee worden onder andere
projecten gesteund gericht op de re-integratie van veteranen en het
versterken van sociale cohesie in gemeentes in regio's in de
frontlinie.
Artikelonderdeel 3.1
De Europese Raad heeft op 1 februari 2024 een politiek akkoord bereikt
op de tussentijdse herziening (Mid Term Review) van het Meerjarig
Financieel Kader (MFK) en in het bijzonder de oprichting van de
Oekraïne-faciliteit. In 2024 bedroeg het Nederlandse aandeel aan de
Oekraïne-faciliteit ruim EUR 218 miljoen.
Artikelonderdeel 3.5
Vanuit de Europese Vredesfaciliteit (EPF) wordt Oekraïne met meerdere
steunmaatregelen ondersteund. Het gaat om lethale en niet-lethale steun
alsook om de ondersteuning van EUMAM Oekraïne. De afdracht van
Buitenlandse Zaken voor deze steunmaatregelen betrof in 2024
EUR 85,3 miljoen. De EPF wordt naast militaire steun aan Oekraïne
ingezet voor lopende EU-missies en -operaties en steun aan andere
partners in de wereld. Hierdoor wijkt het bedrag in de bovenstaande
tabel af van de bedragen die vermeld staan in de tabel ‘Budgettaire
gevolgen van beleid’ onder beleidsartikel 3 ‘Effectieve Europese
Samenwerking’.
Artikelonderdeel 4.3
Vanaf artikelonderdeel 4.3 werd de bescherming van cultureel erfgoed in
Oekraïne ondersteund.
__Raad voor Concurrentievermogen | Tweede Kamer der Staten-Generaal↩︎
__Raad voor Concurrentievermogen | Tweede Kamer der Staten-Generaal↩︎
__Nationale Veiligheid | Tweede Kamer der Staten-Generaal↩︎
__Raad voor Economische en Financiële Zaken | Tweede Kamer der Staten-Generaal↩︎
__pdf↩︎
__Kamerbrief-rapportage-Europese-ontwikkelingssamenwerking-2024↩︎
__Conform file↩︎
__China | Tweede Kamer der Staten-Generaal↩︎
__European Council conclusions, 27 June 2024 - Consilium↩︎
__Kamerstuk 32735, nr. 385 | Overheid.nl > Officiële bekendmakingen↩︎
__Kamerstuk 36600-V, nr. 14 | Overheid.nl > Officiële bekendmakingen↩︎
__Beleidskader Mondiaal Multilateralisme | Beleidsnota | Rijksoverheid.nl↩︎
__Beleidsnota Mensenrechten - Democratie - Internationale Rechtsorde↩︎
__Mensenrechtenraportage 2023 Resultatenkader↩︎
__Kamerbrief-over-de-inzet-van-het-Koninkrijk-der-Nederlanden-in-de-VN-Mensenrecht↩︎
__De situatie in het Midden-Oosten | Tweede Kamer der Staten-Generaal↩︎
__Antwoord op vragen van de leden Paternotte, Sneller en Veldkamp over het artikel «Gemeenten bereiden zich voor op ‘paspoortpiek’, vacatures staan open en noodplannen liggen klaar» | Tweede Kamer der Staten-Generaal↩︎
__Suriname | Tweede Kamer der Staten-Generaal↩︎
__Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2024 | Tweede Kamer der Staten-Generaal↩︎
__Kamerstuk 21501-02, nr. 2962 | Overheid.nl > Officiële bekendmakingen↩︎
__Kamerstuk 32735, nr. 385 | Overheid.nl > Officiële bekendmakingen↩︎
__Kamerstuk 36600-V, nr. 14 | Overheid.nl > Officiële bekendmakingen↩︎
__Kamerbrief over kabinetsvisie EU-concurrentievermogen | Kamerstuk | Rijksoverheid.nl↩︎