Memorie van toelichting
Jaarverslag en slotwet Nationaal Groeifonds 2024
Memorie van toelichting
Nummer: 2025D20062, datum: 2025-05-21, bijgewerkt: 2025-05-21 10:36, versie: 2 (versie 1)
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36740-L-4).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: D.S. Beljaarts, minister van Economische Zaken
Onderdeel van kamerstukdossier 36740 L-4 Jaarverslag en slotwet Nationaal Groeifonds 2024.
Onderdeel van zaak 2025Z08703:
- Indiener: D.S. Beljaarts, minister van Economische Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Economische Zaken
- 2025-05-22 14:14: Aansluitend: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-05-27 14:00: Slotwet Nationaal Groeifonds 2024 (Inbreng feitelijke vragen), vaste commissie voor Economische Zaken
- 2025-06-18 20:15: Extra procedurevergadering commissie Economische Zaken (groslijst controversieel verklaren) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Economische Zaken
- 2025-07-01 16:45: Procedurevergadering vaste commissie voor Economische Zaken (Procedurevergadering), vaste commissie voor Economische Zaken
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2024–2025 |
36 740L | Jaarverslag en slotwet van het Nationaal Groeifonds 2024 |
Nr. 4 |
|
A Artikelgewijze toelichting bij het wetsvoorstel
Wetsartikelen 1
De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 afzonderlijk bij wet vastgesteld en ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2024 wijzigingen aan te brengen in de begrotingsstaat van het Nationaal Groeifonds (L).
De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht.
De Minister van Economische Zaken,
D.S.Beljaarts
B Artikelgewijze toelichting bij de begrotingsartikelen (slotverschillen)
1 Leeswijzer
De beleidsmatige mutaties en technische mutaties groter of gelijk aan de ondergrenzen in onderstaande staffel worden op het niveau van de financiële instrumenten (en eventueel artikelonderdeel) toegelicht.
< 50 | 1 | 2 |
=> 50 en < 200 | 2 | 4 |
=> 200 < 1000 | 5 | 10 |
=> 1000 | 10 | 20 |
In sommige gevallen, waar politiek relevant, worden ook posten toegelicht beneden deze ondergrenzen.
2 Beleidsartikelen
Beleidsartikel 1 Kennisontwikkeling
In de derde toekenningsronde van het Nationaal Groeifonds was het mogelijk voor veldpartijen (zoals bedrijven en kennisinstellingen) om investeringsvoorstellen rechtstreeks in te dienen bij het Nationaal Groeifonds. Dit kon op basis van de Subsidieregeling Nationaal Groeifonds (ook wel de «subsidieroute» genoemd). Daarnaast was er in alle drie de rondes altijd sprake van de 'departementale route'. Voor projecten die een toekenning via deze route kregen werden de middelen overgeheveld naar de begroting van het departement dat het project gaat uitvoeren.
Verplichtingen
Alle middelen voor de departementale route zijn reeds overgeboekt naar departementen of doorgeschoven naar 2025 en/of verder. Daarnaast is er op artikel 1 nooit subsidie toegekend via de Subsidieregeling Nationaal Groeifonds. Om die reden zijn er geen slotwetmutaties om toe te lichten.
Uitgaven
Alle middelen voor de departementale route zijn reeds overgeboekt naar departementen of doorgeschoven naar 2025 en/of verder. Daarnaast is er op artikel 1 nooit subsidie toegekend via de Subsidieregeling Nationaal Groeifonds. Om die reden zijn er geen slotwetmutaties om toe te lichten.
Ontvangsten
Er zijn geen slotwetmutaties om toe te lichten.
Beleidsartikel 2 Onderzoek, ontwikkeling en innovatie
In de derde toekenningsronde van het Nationaal Groeifonds was het mogelijk voor veldpartijen (zoals bedrijven en kennisinstellingen) om investeringsvoorstellen rechtstreeks in te dienen bij het Nationaal Groeifonds. Dit kon op basis van de Subsidieregeling Nationaal Groeifonds (ook wel de «subsidieroute» genoemd). Daarnaast was er in alle drie de rondes altijd sprake van de 'departementale route'. Voor projecten die een toekenning via deze route kregen werden de middelen overgeheveld naar de begroting van het departement dat het project gaat uitvoeren.
Verplichtingen
Er was een overschrijding van € 2,7 mln op het subsidiebudget vanwege een toegekend bezwaar van één van de projecten. Daardoor moest dit bedrag alsnog verplicht worden. Daarnaast is € 266,6 mln aan onverdeelde middelen niet overgeheveld of doorgeschoven naar latere jaren. Dit is daarom afgeboekt. Het wordt door middel van de 100% eindejaarsmarge in het voorjaar van 2025 weer opgevraagd.
Uitgaven
Er was een overschrijding van € 0,7 mln op het subsidiebudget. Daarnaast is € 70,8 mln aan onverdeelde middelen niet overgeheveld of doorgeschoven naar latere jaren. Dit is daarom afgeboekt. Het wordt door middel van de 100% eindejaarsmarge in het voorjaar van 2025 weer opgevraagd.
Ontvangsten
Er zijn geen slotwetmutaties om toe te lichten.
Beleidsartikel 3 Infrastructuur
De pijler Infrastructuur is opgeheven als gevolg van het coalitieakkoord van kabinet-Rutte IV.
Artikel 3 blijft (voorlopig) in stand omdat de uitkomst van de tweede ronde een voorwaardelijke toekenning heeft opgeleverd voor het project Rail Gent-Terneuzen, dat onder pijler Infrastructuur was ingediend. Dat was mogelijk omdat tot de opheffing van de pijler Infrastructuur werd besloten nadat alle projecten voor de tweede ronde al waren ingediend. Er is destijds besloten om de infrastructuurprojecten in deze ronde alsnog wel te beoordelen. Mocht de voorwaardelijke toekenning in een definitieve toekenning worden omgezet, dan zullen deze middelen overgeboekt worden naar I&W en komt artikel 3 definitief te vervallen.
Deze voorwaardelijke toekenning van € 105,0 mln is in 2024 gedeeltelijk omgezet in een definitieve toekenning (Kamerstuk 36 410 L, nr. 7). € 103,3 is met de ontwerpbegroting 2025 overgeheveld naar de begroting van I&W en het restant is teruggevloeid naar de onverdeelde middelen van het Nationaal Groeifonds. Het project is overgedragen aan het Mobiliteitsfonds, omdat infrastructuurprojecten geen onderdeel zijn van de tijdelijke wet Nationaal Groeifonds, die opgesteld werd na het opheffen van de pijler Infrastructuur.
Hiermee is artikel 3 met ingang van 2025 definitief vervallen.
Verplichtingen
Er zijn geen slotwetmutaties om toe te lichten.
Uitgaven
Er zijn geen slotwetmutaties om toe te lichten.
Ontvangsten
Er zijn geen slotwetmutaties om toe te lichten.