[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Memorie van toelichting

Jaarverslag en slotwet Ministerie van Buitenlandse Zaken 2024

Memorie van toelichting

Nummer: 2025D20064, datum: 2025-05-21, bijgewerkt: 2025-05-28 17:07, versie: 2 (versie 1)

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36740-V-4).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 36740 V-4 Jaarverslag en slotwet Ministerie van Buitenlandse Zaken 2024 .

Onderdeel van zaak 2025Z08700:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2024–2025
36 740V Jaarverslag en slotwet van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2024
Nr. 4

Memorie van toelichting

A Artikelgewijze toelichting bij het wetsvoorstel

Wetsartikelen 1 tot en met 3

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 afzonderlijk bij wet vastgesteld en ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2024 wijzigingen aan te brengen in de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken.

De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

C.C.J. Veldkamp

B Artikelgewijze toelichting bij de begrotingsartikelen (slotverschillen)

1 Leeswijzer

De beleidsmatige mutaties en technische mutaties groter of gelijk aan de ondergrenzen in onderstaande staffel worden op het niveau van de financiële instrumenten (en eventueel artikelonderdeel) toegelicht.

< 50 1 2
=> 50 en < 200 2 4
=> 200 < 1000 5 10
=> 1000 10 20

2 Beleidsartikelen

2.1 Artikel 1 Versterkte internationale rechtsorde

Toelichting

Verplichtingen
De verplichtingenrealisatie op artikel 1 Versterkte internationale rechtsorde valt ruim EUR 25 miljoen lager uit ten opzichte van de tweede suppletoire begroting. Deze daling houdt voornamelijk verband met het aangaan van minder meerjarige verplichtingen binnen het Mensenrechtenfonds. Daarnaast kon een vooruitbetaling aan de OESO niet doorgaan wat zorgt voor een lagere realisatie op het budget voor de OESO-contributie.

Uitgaven
De realisatie van diverse uitgaven op dit beleidsartikel is in totaal bijna EUR 9 miljoen lager dan werd verwacht bij de tweede suppletoire begroting. Dit is met name het gevolg van een lagere realisatie op het budget voor de OESO-contributie en een onderuitputting van ruim EUR 1 miljoen op het Mensenrechtenfonds vanwege een lagere dan voorziene liquiditeitsbehoefte bij de door het ministerie en de posten gefinancierde organisaties.

2.2 Artikel 2 Veiligheid en stabiliteit

Toelichting

Verplichtingen
De verplichtingenrealisatie op artikel 2 Veiligheid en stabiliteit valt ruim EUR 53 miljoen lager uit ten opzichte van de tweede suppletoire begroting. De Nederlandse contributie voor VN-Crisisbeheersingsoperaties viel lager uit dan geraamd, wat ook zorgt voor een lagere verplichtingenrealisatie. Daarnaast zijn voor de NAVO-top een aantal contractonderhandelingen nog gaande waardoor deze in 2024 nog niet konden worden verplicht. Uitgaven voor civiele experts die werden geboekt op het Stabiliteitsfonds worden conform de Rijksbegrotingsvoorschriften geboekt op artikel 7 (personele uitgaven) wat leidt tot een lagere verplichtingenrealisatie op het Stabiliteitsfonds. Tot slot worden voor een aantal activiteiten binnen het Stabiliteitsfonds waarvoor de verplichtingen in 2024 aangegaan zouden worden, waaronder op gebied van humanitaire ontmijning, de verplichtingen pas in 2025 aangegaan.

Uitgaven
De uitgavenrealisatie op dit beleidsartikel valt ruim EUR 23 miljoen lager uit dan begroot. Dit wordt grotendeels verklaard door de lagere Nederlandse contributie voor VN-Crisisbeheersingsoperaties en de boeking van uitgaven voor civiele experts op het apparaatsbudget, zoals hierboven toegelicht.

Ontvangsten
De ontvangstenrealisatie op artikel 2 valt ruim EUR 6 miljoen hoger uit dan begroot. Dit is grotendeels het gevolg van een restitutie vanuit het het NAVO Afghanistan National Army Trust Fund. Daarnaast is een bedrag terugontvangen vanuit het Northern Dimension Environmental Partnership (NDEP) fonds van de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling.

2.3 Artikel 3 Effectieve Europese Samenwerking

Toelichting

Verplichtingen
Het verplichtingenbudget voor artikel 3 Effectieve Europese Samenwerking neemt per saldo toe. De verplichtingenmutaties op artikelonderdeel 3.1 Afdrachten aan de Europese Unie en artikelonderdeel 3.6 Invoerrechten muteren mee met de uitgaven, zoals hieronder toegelicht. Het verplichtingenbudget stijgt voor de Nederlandse bijdrage aan de Europese Vredesfaciliteit (EPF) vanwege een technische correctie zodat de verplichtingen naar het juiste jaar zijn geboekt. Dit staat vermeld in de Decemberbrief Buitenlandse Zaken 2024. Tenslotte stijgt het verplichtingenbudget door de garantie aan de Ontwikkelingsbank van de Raad van Europa (CEB).

Uitgaven
De uiteindelijke gerealiseerde afdracht aan de Europese Unie viel cumulatief EUR 16 miljoen lager uit. De bni-afdrachten en de invoerrechten zijn respectievelijk met EUR -4 miljoen en EUR -12 miljoen bijgesteld.
Na de tweede suppletoire begroting daalde het uitgavenbudget voor de Nederlandse bijdrage aan het EPF met bijna EUR 40 miljoen omdat betaalafroepen door de Europese Commissie voor EPF-steunmaatregelen in 2024 lager uitvielen dan verwacht.

Ontvangsten
De realisatie op diverse ontvangsten EU viel per saldo lager uit ten opzichte van de tweede suppletoire begroting. Voor de perceptiekosten betrof dit een bijstelling van EUR 6 miljoen en EUR -33 miljoen voor de overige ontvangsten EU.

2.4 Artikel 4 Consulaire dienstverlening en uitdragen Nederlandse waarden

Toelichting

Verplichtingen
De verplichtingenrealisatie op artikel 4 Consulaire dienstverlening en uitdragen Nederlandse waarden valt ruim EUR 26 miljoen lager uit ten opzichte van de tweede suppletoire begroting. Deze daling houdt voornamelijk verband met uitgestelde nadere overeenkomsten voor het programma Progress 3.0. Wel is hiervoor een raamovereenkomst afgesloten.

Uitgaven
De realisatie van diverse uitgaven op dit beleidsartikel is in totaal bijna EUR 13 miljoen lager dan werd verwacht bij de tweede suppletoire begroting 2024. Dit is met name het gevolg van de overheveling van het budget voor externe inhuur. Dit stond eerst onder artikel 4 en is overgeheveld naar apparaat op artikel 7. Dit is vermeld in de Decemberbrief Buitenlandse Zaken 2024.

Ontvangsten
In 2024 zijn de consulaire ontvangsten ruim EUR 6 miljoen hoger uitgevallen dan verwacht. Dit komt door hogere paspoort en visa ontvangsten. Doordat de paspoorten vanaf 2014 tien jaar geldig zijn, is er vanaf eind 2023 sprake van een stijging in de uitgegeven paspoorten op ambassades.

3 Niet-Beleidsartikelen

3.1 Artikel 6 Nog onverdeeld

Op dit artikel is een mutatie van circa EUR 6,4 miljoen ten behoeve van HGIS-eindejaarsmarge.
Op dit begrotingsartikel staan de onverdeelde middelen van HGIS (Homogene Groep Internationale Samenwerking).

3.2 Artikel 7 Apparaat

Toelichting

Verplichtingen
Niet van toepassing.

Uitgaven
De mutatie van circa EUR 40 miljoen komt onder andere door vertraagde investeringsprojecten in huisvesting (middelenafspraak) en hiernaast de overhevelingen van beleidsartikel 2 en 4 naar niet-beleidsartikel 7 zoals vermeld in de Decemberbrief Buitenlandse Zaken 2024.

Ontvangsten
Geen toelichting nodig.