[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Memorie van toelichting

Jaarverslag en slotwet Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties 2024

Memorie van toelichting

Nummer: 2025D20071, datum: 2025-05-21, bijgewerkt: 2025-06-12 10:17, versie: 2 (versie 1)

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36740-VII-4).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 36740 VII-4 Jaarverslag en slotwet Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties 2024 .

Onderdeel van zaak 2025Z08697:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2024–2025
36 740VII Jaarverslag en slotwet van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties 2024
Nr. 4

Memorie van toelichting

A Artikelsgewijze toelichting bij het wetsvoorstel

Wetsartikelen 1 tot en met 3

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 afzonderlijk bij wet vastgesteld en ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2024 wijzigingen aan te brengen in:

  1. de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;
  2. de begrotingsstaten inzake de agentschappen van dit ministerie.

De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J.J.M.Uitermark

Mede namens,

De minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening

M.C.G.Keijzer

B Artikelgewijze toelichting bij de begrotingsartikelen (slotverschillen)

1 Leeswijzer

De beleidsmatige mutaties en technische mutaties groter of gelijk aan de ondergrenzen zoals deze in de Rijksbegrotingsvoorschriften (RBV) zijn opgenomen, worden toegelicht. In het kader van transparantie of anderszins kan het voorkomen dat mutaties beneden deze ondergrenzen ook worden toegelicht.

1. Openbaar bestuur en democratie Verplichtingen/Uitgaven: 5 mln.
Ontvangsten: 1 mln.
Verplichtingen/Uitgaven: 10 mln.
Ontvangsten: 2 mln.
2. Nationale Veiligheid Verplichtingen/Uitgaven: 5 mln.
Ontvangsten: 1 mln.
Verplichtingen/Uitgaven: 10 mln.
Ontvangsten: 2 mln.
3. Woningmarkt Verplichtingen/Uitgaven: 10 mln.
Ontvangsten: 5 mln.
Verplichtingen/Uitgaven: 20 mln.
Ontvangsten: 10 mln.
4. Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit Verplichtingen/Uitgaven: 10 mln.
Ontvangsten: 1 mln.
Verplichtingen/Uitgaven: 20 mln.
Ontvangsten: 2 mln.
5. Ruimtelijke ordening en omgevingswet Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.
Ontvangsten: 1 mln.
Verplichtingen/Uitgaven: 4 mln.
Ontvangsten: 2 mln.
6. Overheidsdienstverlening en informatiesamenleving Verplichtingen/Uitgaven: 5 mln.
Ontvangsten: 1 mln.
Verplichtingen/Uitgaven: 10 mln.
Ontvangsten: 2 mln.
7. Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.
Ontvangsten: 1 mln.
Verplichtingen/Uitgaven: 4 mln.
Ontvangsten: 2 mln.
9. Uitvoering Rijksvastgoedbeleid Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.
Ontvangsten: 2 mln.
Verplichtingen/Uitgaven: 4 mln.
Ontvangsten: 4 mln.
11. Centraal apparaat Verplichtingen/Uitgaven: 5 mln.
Ontvangsten:1 mln.
Verplichtingen/Uitgaven: 10 mln.
Ontvangsten: 2 mln.
12. Algemeen Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.
Ontvangsten: 1 mln.
Verplichtingen/Uitgaven: 4 mln.
Ontvangsten: 2 mln.
13. Nog onverdeeld Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln.
Ontvangsten: 1 mln.
Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.
Ontvangsten: 2 mln.
14. Slavernijverleden: fonds en herdenkingscomité Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.
Ontvangsten: 1 mln.
Verplichtingen/Uitgaven: 4 mln.
Ontvangsten: 2 mln.

2 Beleidsartikelen

2.1 Artikel 1. Openbaar bestuur en democratie

Op artikel 1 is in 2024 € 17,2 mln. minder verplicht dan begroot. De uitgaven zijn € 26,5 mln. lager uitgevallen dan begroot. De ontvangsten zijn € 1,5 mln. lager dan begroot.

Toelichting

De grootste posten worden hieronder toegelicht.

Het POK-basisinfrastuctuur budget is niet volledig uitgeput en dit veroorzaakt een onderuitputting van € 7,8 mln. op de verplichtingen en € 8,6 mln. op de uitgaven. Dit komt omdat er minder subsidie aanvragen zijn gedaan dan initieel was verwacht.

Er zijn geen nieuwe verplichtingen aangegaan in 2024 voor de Spuk incidentele bijdrage coronacompensatie 2021 omdat deze in 2021 al volledig verplicht is voor de hele looptijd van de Spuk. Dit heeft geleid tot een onderuitputting van € 3,4 mln.

Een afdracht van in totaal € 11,2 mln. aan het BTW-compensatiefonds heeft plaatsgevonden. Deze overboeking, bedoeld voor de regiodeals die in 2024 zijn uitgekeerd, is niet tijdens de tweede suppletoire begroting van 2024 uitgevoerd, maar bij de slotwet. Dit is in de veegbrief van december 2024 (Kamerstukken II, 2024/2025, 36600, nr. 123) gemeld aan de Tweede Kamer.

De lagere uitgaven van € 2,8 mln. op het opdrachtenbudget verbinding inwoner en overheid komen onder andere door het besluit om direct een wetsvoorstel in te dienen en niet eerst in een aantal gemeenten te experimenteren met bijstand in het stemhokje. Daarnaast wordt er gewerkt aan het wijzigen van de wetgeving voor versterking van de kwaliteit van de kandidaatstellingsprocedure waardoor de uitgaven in dit traject niet in 2024 vielen.

Met de tweede suppletoire begroting 2024 is de ontvangstenraming te hoog naar boven bijgesteld. Hierdoor zijn de ontvangsten lager uitgevallen dan begroot.

2.2 Artikel 2. Nationale veiligheid

Op artikel 2 is in 2024 circa € 45,2 mln. minder verplicht dan begroot. Bij de ontvangsten is circa € 3,3 mln. meer aan ontvangen dan begroot.

Toelichting

De onderschrijding op het verplichtingenbudget met circa € 45,2 mln. is veroorzaakt doordat er in 2023 meerdere langlopende contracten meerjarig zijn vastgelegd en het verplichtingenbudget in 2024 hiervoor niet meer nodig was.

De meer ontvangsten hebben voornamelijk betrekking op meer verrichte veiligheidsonderzoeken voor andere (overheids-)organisaties door de Unit Veiligheidsonderzoeken (UVO), het samenwerkingsverband tussen de AIVD en de MIVD.

2.3 Artikel 3. Woningmarkt

Op artikel 3 is in 2024 € 768,5 mln. minder verplicht dan begroot. De uitgaven zijn € 466,8 mln. lager uitgevallen. Aan ontvangsten is € 5,0 mln. meer gerealiseerd dan begroot.

Toelichting

De grootste posten worden hieronder toegelicht.

Bij de huurtoeslag is in 2024 € 369,5 mln. minder verplicht en uitgegeven dan begroot. De huurtoeslag is verschillende keren verhoogd. Daardoor is in de raming rekening gehouden met hogere uitgaven, maar de realisatie is door onder andere door niet gebruik en hogere inkomens, lager dan verwacht. Dit is in de veegbrief in december 2024 (Kamerstukken II, 2024/2025, 36600, nr. 123) gemeld aan de Tweede Kamer.

Omdat er minder aanvragen zijn gedaan voor de Regeling Tegemoetkoming Herplaatsing Flexwoningen (financiële herplaatsingsgarantie) dan verwacht, is op het verplichtingenbudget in 2024 minder gerealiseerd dan geraamd. Daarom is het verplichtingenbudget met € 226,2 mln. verminderd. Dit is in de veegbrief in december 2024 (Kamerstukken II, 2024/2025, 36600, nr. 123) gemeld aan de Tweede Kamer.

Bij de subsidie bevordering eigen woningbezit is € 4,6 mln. minder aan uitgaven en € 6,2 mln. minder aan verplichtingen gerealiseerd. Deze gelden zijn minder uitgeput omdat er minder aanspraak op deze subsidie is gemaakt door de deelnemers aan deze regeling.

Bij de subsidie stimuleringsmiddelen wooncoöperaties is € 38,8 mln. minder aan verplichtingen uitgegeven dan begroot. Dit komt omdat de subsidie nog niet is toegekend. De subsidieaanvraagperiode wordt pas in het eerste kwartaal van 2025 afgerond.

Bij de subsidie ouderenhuisvesting is het aantal omgevingsvergunningen achtergebleven bij de eerdere inschatting en is de realisatie van de huisvesting vertraagd. Hierdoor zijn de uitgaven € 10,8 mln. minder en de verplichtingen € 8,8 mln. minder dan begroot.

Voor de Stimuleringsregeling Flex- en Transformatiewoningen vindt een onderschrijding van € 38,9 mln. op de verplichtingen en € 28,4 mln. op de uitgaven plaats, waarvan circa € 27 mln. aan kasuitgaven al in de veegbrief in december 2024 (Kamerstukken II, 2024/2025, 36600, nr. 123) gemeld is aan de Tweede Kamer. Deze onderschrijdingen komen omdat er in 2024 minder aanvragen zijn gedaan dan geraamd. Daarnaast is een deel van de kasuitgaven voor de eerste tranches van de regeling vertraagd, omdat er bij de verschillende woningbouwprojecten nog geen sprake is van de start van de bouwwerkzaamheden.

Bij onderdeel Rijksvastgoedbedrijf (RVB) zijn de verplichtingen € 55,8 mln. minder dan begroot. Dit komt dat deze verplichtingen al in eerdere jaren waren aangegaan. Daarnaast zijn de uitgaven € 29,8 mln. minder dan begroot omdat een aantal opdrachten waaronder de inkoop van flexwoningen en transformatie van panden in 2024 nog niet tot volledige besteding zijn gekomen. De bovenstaande onderschrijdingen zijn inclusief de in de veegbrief 2024 gemelde onderschrijding op de uitgaven en verplichtingen van € 17,3 mln. (Kamerstukken II 2024/2025, 36600 nr. 123).

Bij onderdeel grootschalige rijksprojecten zijn de uitgaven en verplichtingen beiden € 11,4 mln. minder dan begroot. De reden is dat het grootschalige woningbouwproject Zuiderhage in Lelystad in 2024 nog niet tot uitgaven heeft geleid.

Bij de ontvangsten is circa € 5,0 mln. minder gerealiseerd dan begroot. Door een vertraagde plaatsing van de door het RVB ingekochte flexwoningen (programma Versnelling Tijdelijke Huisvesting) is er € 54,3 mln. minder ontvangen dan eerder geraamd. Voorts is er op de regeling Tegemoetkoming Herplaatsing Flexwoningen (financiële herplaatsingsgarantie) ca. € 10 mln. minder gerealiseerd. Daarmee is de ontvangstenraming op artikel 3 in totaal met € 64,3 mln. verlaagd. In de veegbrief 2024 zijn deze minderontvangsten gemeld (Kamerstukken II 2024/2025, 36600 nr. 123).

Daarnaast zijn er meerontvangsten van € 59,3 mln. Deze bestaan voor € 55,7 mln. uit meer ontvangen Huurtoeslag als waar eerder in de raming rekening mee werd gehouden. Er is meer huurtoeslag teruggevorderd doordat de inkomens hoger zijn dan verwacht. Verder zijn er diverse kleinere meerontvangsten op het woondomein.

2.4 Artikel 4. Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit

Op artikel 4 is in 2024 € 109,3 mln. minder verplicht dan begroot. De uitgaven zijn € 26,6 mln. lager uitgevallen. Aan ontvangsten is € 4,3 mln. meer gerealiseerd dan begroot.

Toelichting

De grootste posten worden hieronder toegelicht.

De onderschrijding van € 3,5 mln. bij de uitgaven en € 6,9 mln. bij de verplichtingen op de regeling Subsidie Vereniging van Eigenaren komt omdat in 2024 de betalingen niet meer hebben plaatsgevonden. Het budget is wel verplicht en zal in 2025 tot uitbetaling komen. De onderschrijding op het verplichtingenbudget komt doordat minder is verplicht dan raming.

Op de subsidie renovatieversneller is € 5,0 mln. minder uitgegeven en € 3,3 mln. minder aan verplichtingen vastgelegd dan begroot. De regeling Renovatieversneller bestaat uit drie subsidieonderdelen. De onderuitputting van € 5,0 mln. bestaat uit € 4,5 mln. voor de subsidie industriële aanpak en € 0, 5 mln voor de regeling Subsidie Procesondersteuning. Op beide regelingen loopt de vraag achter bij de raming waardoor een deel niet meer in 2024 is afgehandeld.

Bij de subsidie voor het Warmtefonds is € 74,0 mln. minder aan verplichtingen vastgelegd dan begroot. Er zijn in 2024 meerjarige verplichtingen aangegaan voor een lager bedrag dan eerder geraamd Verder is een deel van het restant verplichtingenbudget van een beschikking uit 2022 ingezet voor deze meerjarige verplichting.

Bij de subsidie verduurzaming en onderhoud huurwoningen is € 7,1 mln. minder verplicht en € 2,2 mln. minder uitgegeven dan begroot. De onderschrijding op de uitgaven komt omdat aanvragen niet zijn vastgesteld en daarom niet meer tot betaling zijn gekomen in 2024. Dit komt onder andere doordat vaststellingen van (eerdere) aanvragen langer duren door uitstel van verstrekte aanvragen. De aanvragen trekken aan ten opzichte van vorig jaar, desondanks is de raming van de verplichtingen niet gehaald.

Bij de subsidie verduurzaming maatschappelijk vastgoed is € 6,1 mln. minder verplicht dan eerder begroot. De raming van de verplichtingen was aan de hoge kant.

Op de ontvangsten is circa € 4,3 mln. meer ontvangen dan begroot. Dit betreft meerontvangsten uit afrekeningen van eerder verstrekte subsidies door RVO dan eerder geraamd.

2.5 Artikel 5. Ruimtelijke ordening en omgevingswet

Op artikel 5 is in 2024 € 21,0 mln. minder verplicht dan begroot.

Toelichting

De lagere verplichtingen worden voornamelijk veroorzaakt op het verplichtingenbudget van het Kadaster (€ 18,2 mln.). Dit komt omdat de opdrachtverlening lager was dan verwacht, waardoor de verplichtingenrealisatie ook lager is uitgevallen.

De lagere verplichtingen bij de subsidie eenvoudig beter van € 4,2 mln. wordt voornamelijk veroorzaakt doordat de verplichtingen in 2023 al meerjarig zijn aangegaan.

2.6 Artikel 6. Overheidsdienstverlening en informatiesamenleving

Op artikel 6 is in 2024 € 18,3 mln. minder uitgegeven dan begroot en € 8,3 mln. meer verplicht dan begroot. Aan ontvangsten is € 13,3 mln. meer gerealiseerd dan begroot.

Toelichting

De grootste posten worden hieronder toegelicht.

Bij de 2e suppletoire begroting 2024 waren er middelen gereserveerd (€ 14,9 mln.) in het geval het Europese Hof van Justitie over zou gaan tot vaststelling van een forfaitaire som vanwege de te late omzetting van de Europese Open Data Richtlijn in Nederlandse wetgeving. De vaststelling van een forfaitaire som heeft echter niet plaatsgevonden in 2024. Dat is de voornaamste oorzaak geweest van de onderschrijding.

Het verplichtingenbudget bij Logius is € 26,0 mln. hoger uitgevallen omdat voor sommige bijdragen (zoals Herbouw Digipoort) de verplichting in 2024 meerjarig is aangegaan.

De meerontvangsten in 2024 van circa € 13,3 mln. zijn het gevolg van bijdragen (o.a. aan Logius en RvIG) die gedurende het jaar lager vastgesteld zijn op basis van de ingediende verantwoordingen. Daarnaast zijn er meerontvangsten geweest van de Generieke Digitale Infrastructuur (GDI).

2.7 Artikel 7. Werkgevers-en bedrijfsvoeringsbeleid

Op artikel 7 is in 2024 € 6,4 mln. minder verplicht dan begroot. De uitgaven zijn € 12,2 mln. lager uitgevallen.

Toelichting

De grootste posten worden hieronder toegelicht.

De uitgaven (€ 4,6 mln.) en verplichtingen (€ 6,5 mln.) in 2024 voor bedrijfsvoeringbeleid zijn op diverse onderdelen per saldo lager uitgekomen dan begroot. Het betreft onder andere lagere uitgaven en aangegane verplichtingen voor inkoop en aanbesteding, facilitair en huisvesting, beleidsinformatie, informatiebeveiliging en privacy en I-functie rijk.

De facturatie voor sommige ICT activiteiten voor de informatiehuishoudingen heeft niet plaatsgevonden in 2024, derhalve is het kasbudget (€ 4,1 mln.) niet volledig uitgeput in 2024.

Daarnaast zijn geen verplichtingen aangegaan voor de kamerstukmodule in 2024. De verwachting was dat eind 2024 een nieuwe beschikking voor 2025 zou worden opgesteld. Uiteindelijk is de beschikking pas in 2025 vastgesteld. Dit heeft geleid tot een onderuitputting op de verplichtingen van € 2,7 mln.) in 2024.

2.8 Artikel 9 Uitvoering Rijksvastgoedbeleid

Er zijn geen slotwetverschillen op dit artikel.

2.9 Artikel 14. Slavernijverleden: fonds en herdenkingscomité

Op artikel 14 is in 2024 € 7,9 mln. minder verplicht en uitgegeven dan begroot.

Toelichting

Op 25 oktober 2024 is de voorhangprocedure voor het voorgenomen besluit tot oprichting van de Stichting Herdenkingscomité Slavernijverleden gestart. Pas na afronding van de voorhangprocedure kan de stichting worden opgericht. Daarom is het budget in 2024 niet uitgegeven. Dit is in de veegbrief in december 2024 (Kamerstukken II, 2024/2025, 36600, nr. 123) gemeld aan de Tweede Kamer.

3 Niet-Beleidsartikelen

3.1 Artikel 11. Centraal apparaat

Op artikel 11 zijn de uitgaven in 2024 € 48,5 mln. lager uitgevallen dan begroot. De verplichtingen zijn € 12,2 mln hoger uitgevallen dan begroot. Aan ontvangsten is € 2,9 mln. minder gerealiseerd dan begroot.

Toelichting

De grootste posten worden hieronder toegelicht.

Bij eigen personeel is er een onderschrijding van € 20,2 mln. op de uitgaven en € 13,4 mln. op de verplichtingen. Dit wordt veroorzaakt doordat niet alle openstaande vacatures ingevuld konden worden.

Bij inhuur is er onderschrijding van € 15,2 mln. op de uitgaven en € 6,4 mln. op de verplichtingen. De onderschrijding wordt voornamelijk veroorzaakt doordat facturen van eind 2024, in 2025 zijn ontvangen en worden betaald.

De uitgaven (€ 9,3 mln.) en verplichtingen (€ 1,6 mln.) aan ICT zijn lager uitgevallen. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door lagere uitgaven en verplichtingen voor de ICT van de Rijksorganisatie voor Informatiehuishouding (RvIHH) dan begroot.

Op de bijdrage aan SSO's is er overschrijding van € 37,5 mln op de verplichtingen, aangezien de verplichting voor de bijdrage voor 2025 aan SSC-ICT en de meerjarige verplichting voor RvIHH in 2024 zijn aangegaan.

De minderontvangsten worden veroorzaakt doordat diverse facturen van Rijksorganisatie voor Informatiehuishouding (RvIHH) die ten laste komen van 2025 in plaats van 2024. Dit is in de veegbrief in december 2024 (Kamerstukken II, 2024/2025, 36600, nr. 123) gemeld aan de Tweede Kamer.

3.2 Artikel 12. Algemeen

Op artikel 12 zijn in 2024 de uitgaven € 31,2 mln. lager uitgevallen dan begroot. De verplichtingen zijn € 31,1 mln. lager uitgevallen dan begroot. De ontvangsten zijn € 9,0 mln. lager uitgevallen dan begroot.

Toelichting

De grootste posten worden hieronder toegelicht.

De realisatie op de uitgaven (€ 14,3 mln.) en de verplichtingen (€ 14,4 mln.) van de kwijtschelding publieke schulden is lager uitgevallen dan geraamd doordat de uitgaven en de derving van inkomsten als gevolg van de kwijtschelding bij gemeenten en waterschappen lager uitvielen dan begroot.

Verder is de realisatie op de uitgaven (€ 15,0 mln.) en verplichtingen (€ 15,0 mln.) van de schuldenregeling ex-partners lager uitgevallen dan geraamd doordat de uitgaven en de derving van inkomsten als gevolg van de kwijtschelding bij gemeenten lager uitvielen dan begroot.

De raming van de ontvangsten is inclusief de terugstorting naar BZK van het surplus van 2023 van het agentschap Organisatie & Personeel Rijk (€ 9,1 mln.). Dit is echter nog niet gebeurd.

3.3 Artikel 13. Onverdeeld

Er zijn geen slotwetverschillen op dit artikel.