Rapport Evaluatie wijzigingen Wet Arbeid Vreemdelingen 2022
Wijziging van de Wet arbeid vreemdelingen in verband met het toekomstbestendig maken van de wetgeving op het terrein van arbeidsmigratie
Brief regering
Nummer: 2025D20240, datum: 2025-05-07, bijgewerkt: 2025-05-14 13:27, versie: 2 (versie 1)
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: Y.J. van Hijum, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Ooit Nieuw Sociaal Contract kamerlid)
- Rapport Evaluatie wijzigingen Wet Arbeid Vreemdelingen 2022
- Beslisnota bij Kamerbrief over rapport Evaluatie wijzigingen Wet Arbeid Vreemdelingen 2022
Onderdeel van kamerstukdossier 35680 -24 Wijziging van de Wet arbeid vreemdelingen in verband met het toekomstbestendig maken van de wetgeving op het terrein van arbeidsmigratie.
Onderdeel van zaak 2025Z08814:
- Indiener: Y.J. van Hijum, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2025-05-13 16:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-05-20 16:30: Procedures en brieven SZW (Procedurevergadering), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Preview document (🔗 origineel)
35 680 Wijziging van de Wet arbeid vreemdelingen in verband met het toekomstbestendig maken van de wetgeving op het terrein van arbeidsmigratie
Nr. 24 Brief van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 mei 2025
In 2022 is de Wet arbeid vreemdelingen (Wav), die de toegang regelt tot
de Nederlandse arbeidsmarkt voor vreemdelingen, op drie punten
gewijzigd. De wijzigingen volgden uit het regeerakkoord van Rutte III en
hadden als doel om voor Nederland gunstige arbeidsmigratie te
faciliteren en misstanden tegen te gaan. Daarnaast moesten de
wijzigingen de wet en regelgeving flexibeler en toekomstbestendiger
maken. Bovendien zouden deze wijzigingen de positie van arbeidsmigranten
moeten versterken.
Tijdens de plenaire behandeling van het wetsvoorstel in de Tweede Kamer is toegezegd dat uw Kamer een evaluatie ontvangt. Deze evaluatie gaat over of de beoogde doelen zijn bereikt en of er neveneffecten zijn in de praktijk. Daarnaast heeft uw Kamer de motie van het lid Van Baarle aangenomen,1 die de regering verzoekt om binnen drie jaar na inwerkingtreding van de wijziging van de Wet arbeid vreemdelingen een evaluatie van het wijzigingsvoorstel te doen toekomen aan de Tweede Kamer. Bij deze ontvangt uw Kamer deze evaluatie, waarmee ik mijn toezegging nakom en uitvoering geef aan de motie. In deze brief geef ik een toelichting op de wijzigingen en de conclusies van de evaluatie, en geef ik een reactie op de aanbevelingen en neveneffecten.
De evaluatie is uitgevoerd door het externe onderzoeksbureau De Beleidsonderzoekers. Ik wil de onderzoekers danken voor hun gedane werk en het duidelijke rapport. De Beleidsonderzoekers hebben zich uitsluitend gericht op de wijzigingen uit 2022, en niet op het functioneren van de Wet arbeid vreemdelingen in den brede.
De herziening in 2022 omvatte drie wetswijzigingen:
Duur van een tewerkstellingsvergunning (TWV) verruimd van één naar maximaal drie jaar
Sinds de wijziging is het via de Wav mogelijk om een vergunning af te geven voor maximaal drie jaar.
In lagere regelgeving, in het Besluit uitvoering Wet arbeid vreemdelingen 2022 (BuWav 2022), is geregeld dat een TWV voor ten hoogste twee jaar kan worden verleend bij aanvragen met een volledige arbeidsmarkttoets. Voorheen gold een maximale duur van één jaar. De wetgever kan deze termijn aanpassen tot een maximum van drie jaar via lagere regelgeving. Deze wijziging moest leiden tot een meer flexibel en toekomstbestendig arbeidsmigratiebeleid. Middels het aanpassen van de termijn zou er ingespeeld kunnen worden op conjuncturele ontwikkelingen en de situatie op de arbeidsmarkt.
Verplichte periodieke girale betaling
Een TWV of gecombineerde vergunning van verblijf en arbeid (GVVA) kan geweigerd worden als er geen sprake is van een periodieke (maandelijks) en girale betaling. Giraal betalen leidt tot grotere zekerheid dan bij contante betaling dat de arbeidsmigrant vrijelijk over zijn loon kan beschikken. Tevens kan het toezicht op naleving van de juiste beloning effectiever plaatsvinden. Dit versterkt de positie van de werknemer.Weigeren bij geen economische activiteit
Een TWV of GVVA kan tevens geweigerd worden als er geen sprake (meer) is van economische activiteiten, door bijvoorbeeld een faillissement. Dit voorkomt dat een arbeidsmigrant naar Nederland wordt gehaald door een werkgever terwijl deze niet in staat is om het loon te betalen. Dit beschermt de positie van de werknemer. Als een (startende) onderneming aannemelijk kan maken dat in de toekomst economische activiteiten gaan plaatsvinden, kan een TWV/GVVA worden verleend onder voorschrift.
Conclusies evaluatie
De evaluatie concludeert dat de wijzigingen in enge zin hebben bijgedragen aan meer flexibele en toekomstbestendige wetgeving. SZW heeft de mogelijkheid om via lagere regeling de duur waarvoor de TWV kan worden afgegeven aan te passen en kan daarmee beter inspelen op conjuncturele ontwikkelingen en de situatie op de arbeidsmarkt. In de drie jaar dat de wijzigingen nu in werking zijn, is er tot op heden nog geen gebruik gemaakt van deze mogelijkheid (de termijn is op twee jaar gebleven). De onderzoekers kunnen daarom niet concluderen of deze
flexibiliteit in de praktijk ook als zodanig wordt ervaren.
Verder concluderen de onderzoekers dat de toevoeging van extra weigeringsgronden voor de TWV-aanvraag hebben bijgedragen aan het versterken van de positie van de werknemer, vooral door verbeterde mogelijkheden tot controle. De wijzigingen dragen bij aan een formalisering van de relatie tussen werkgever en werknemer op het punt van girale en periodieke betaling (in plaats van contant). Vanuit het perspectief van de uitvoering (UWV) is eveneens geconcludeerd dat er meer mogelijkheden zijn om de positie van de werknemer te waarborgen. UWV heeft meer mogelijkheden een vergunningaanvraag te weigeren indien er geen periodieke girale betaling plaatsvindt of in situaties waarin er geen sprake is van economische activiteit.
Aanbevelingen en beleidsreactie
Het evaluatierapport bevat vier aanbevelingen. Hieronder licht ik toe of en hoe ik deze zal opvolgen.
Ten eerste adviseren de Beleidsonderzoekers een niet-doorgevoerde wetswijziging te heroverwegen. De wetswijziging zou van het ‘voldoende wervingsinspanningen leveren door de werkgever’ een facultatieve weigeringsgrond maken in plaats van een dwingendrechtelijke. Dat zou het mogelijk maken om gemakkelijker vergunningen te verlenen, namelijk ook wanneer niet aan de wervingsinspanningen is voldaan. Deze wijziging was oorspronkelijk opgenomen in het wetsvoorstel, maar werd middels een amendement vanuit de Kamer tijdens de plenaire behandeling uit het voorstel gehaald.2 Dit kabinet kiest ervoor om de arbeidsmarkttoets zoals die nu geldt in stand te houden. Dit past binnen het restrictieve beleid gericht op selectieve en gerichte arbeidsmigratie dat het kabinet voert en zorgt voor bescherming van de Nederlandse arbeidsmarkt. Deze aanbeveling zal ik daarom niet opvolgen.
De tweede aanbeveling vraagt om een onderzoek naar hoe andere landen omgaan met TWV’s in het licht van de krapte op de arbeidsmarkt. Het kabinet vindt het uiteraard van belang om te weten hoe andere landen hiermee omgaan. Het kabinet neemt daarom met interesse kennis van de goede praktijken in andere landen om daarvan te leren. Het kabinet is doorlopend in gesprek met Europese lidstaten en andere landen over (wijzigingen op het gebied van) arbeidsmigratie. Het instellen van een nieuw onderzoek acht ik daarom niet nodig. Wel is het kabinet zich bewust van de uiteenlopende situaties en uitdagingen in verschillende landen (bijvoorbeeld op het gebied van de arbeidsmarkt en demografie) en blijft het beleid in andere landen actief volgen.
Ten derde bevelen de Beleidsonderzoekers aan om te heroverwegen of de geldigheidsduur van twee jaar voldoet aan de huidige situatie op de arbeidsmarkt. Op dit moment kiest het kabinet er niet voor om de duur te verlengen naar drie jaar. Het kabinet wil toe naar een selectiever en gerichter arbeidsmigratiebeleid, en een verruiming van de duur van werkvergunningen past niet in dat beleid.
Tot slot vragen de onderzoekers een knelpunt rondom het giraal betalen op te lossen. Uit een enkel interview is gebleken dat een werkgever bij een controle heeft aangeven de eerste loonbetaling niet altijd giraal te kunnen uitvoeren. Daarbij is als reden genoemd dat de arbeidsmigrant nog geen BSN heeft en daardoor geen Nederlandse bankrekening kan afsluiten. Er zijn een aantal mogelijkheden voor een dergelijke situatie. Zo kan de werkgever of arbeidsmigrant contact opnemen met de gemeente om de situatie uit te leggen en na te gaan of en hoe de inschrijving kan worden bespoedigd. Daarnaast kan het salaris op een buitenlandse bankrekening worden uitbetaald. Het kabinet ziet daarom geen aanleiding om de regelgeving hierop aan te passen.
Positieve en negatieve neveneffecten
De evaluatie noemt drie positieve neveneffecten. Zo leidt de verruiming van de duur van TWV’s in de praktijk tot minder administratieve lasten bij werkgevers. Werkgevers hoeven het traject minder vaak te doorlopen, omdat zij een vergunning met een langere geldigheidsduur verkrijgen. Een tweede effect daarmee is dat de arbeidsmigrant langer baanzekerheid heeft. Tot slot stellen de onderzoekers dat het aannemelijk is dat de hoeveelheid werk voor de uitvoering groter was geweest als de verruiming niet had plaatsgevonden.
De evaluatie stelt ook dat er – in theorie – twee negatieve neveneffecten mogelijk zijn. In een interview met een werkgever werd gesteld dat er een onbedoeld effect is richting internationale bedrijven die zich in Nederland willen uitbreiden, vanwege de verplichting economisch actief te moeten zijn. Dit is echter niet kloppend, want het is geen voorwaarde om reeds in Nederland economisch actief te zijn. Het bedrijf moet kunnen aantonen economisch actief te zijn, wat ook in het buitenland mag zijn. Een internationaal bedrijf heeft daarom geen belemmering op dit punt om uit te breiden naar Nederland. Daarnaast kan er, zoals hierboven genoemd, een vergunning met een voorschrift worden verleend als er sprake is van een nog op te zetten bedrijf.
Als tweede neveneffect noemen de onderzoekers dat de strengere regelgeving tot gevolg heeft dat het aanvragen van een TWV als ingewikkelder kan worden ervaren. Dit kan ervoor zorgen dat werkgevers andere constructies toepassen om werknemers te werven. In het slechtste geval kan dit leiden tot illegale tewerkstelling. De onderzoekers geven echter aan hiervoor geen aanwijzingen te hebben gevonden.
Tot slot
Ik wil de onderzoekers nogmaals danken voor hun evaluatie van de wetswijzigingen. Ik zie in de evaluatie in algemene zin een bevestiging dat de doorgevoerde wijzigingen bijdragen aan het bereiken van de achterliggende doelstellingen. Graag houd ik de wijzigingen dan ook in stand. De betere handvatten voor toetsing en handhaving, de mogelijkheid tot flexibele en toekomstbestendige regelgeving en de bescherming van de arbeidsmigrant bevestigen dit. Daarnaast sluiten de wijzigingen aan bij het streven van het kabinet om misstanden tegen te gaan, en selectief en gericht arbeidsmigratiebeleid te voeren.
De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Y.J. van Hijum