Position paper VNO-NCW en MKB-Nederland t.b.v. vergadering Gesprek rapporteurs internationale sanctiewetgeving d.d. 19 mei 2025
Position paper
Nummer: 2025D20290, datum: 2025-05-06, bijgewerkt: 2025-05-08 12:36, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Onderdeel van zaak 2025Z08839:
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- 2025-05-15 12:30: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
Preview document (š origineel)
Position Paper ā Wetsvoorstel Internationale Sanctiemaatregelen
Aan: Commissie Buitenlandse Zaken, Tweede Kamer der Staten-Generaal
Van: VNO-NCW en MKB-Nederland
Datum: 6 mei 2025
Onderwerp: Positionering VNO-NCW en MKB-Nederland bij wetsvoorstel ter vervanging van de Sanctiewet 1977 t.b.v. gesprek 19 mei 2025
Inleiding
VNO-NCW en MKB-Nederland onderschrijven het belang van een effectief en toekomstbestendig sanctieregime. We hebben ons voor deze position paper gebaseerd op de internetconsultatie en brieven van de minister aan de Tweede Kamer. De voorliggende ideeƫn bieden op meerdere fronten noodzakelijke verbeteringen ten opzichte van de Sanctiewet 1977. In deze notitie belichten wij de elementen daarvan die wij ondersteunen, de aandachtspunten die wij signaleren en doen wij suggesties voor verdere aanscherping, met als doel het sanctiekader effectiever, uitvoerbaarder en rechtsstatelijk geborgd te maken.
1. Bestuursrechtelijke handhaving ā positieve aanvulling met waarborgen
Wij steunen het toevoegen van bestuursrechtelijke handhaving als alternatief voor het strafrecht. Dit vergroot de flexibiliteit en vermindert druk op de strafrechtketen. Wel vragen wij om nadere afbakening bij gecombineerde inzet van straf- en bestuursrecht. Zonder duidelijke coƶrdinatie kan dit leiden tot rechtsongelijkheid of dubbele bestraffing (in strijd met āne bis in idemā). Wij pleiten daarom voor een politiek bekrachtigd afstemmingsprotocol tussen het desbetreffende bestuursorgaan en het OM.
Daarnaast wijzen wij op het reputatierisico van publicatie van bestuursrechtelijke sancties. Publicatie bij lichte vergrijpen moet zorgvuldig worden overwogen, mede in het licht van proportionaliteit en herstelmogelijkheden voor bedrijven.
2. Bijzondere handhavingsbevoegdheid ā meer kaders vereist
De mogelijkheid voor de minister om tijdelijk het bestuur van een onderneming over te nemen is verstrekkend. Hoewel wij het doel begrijpen (stopzetten van structurele sanctieomzeiling), achten wij nadere invulling van de voorwaarden cruciaal. Heldere juridische criteria in de Memorie van Toelichting zijn noodzakelijk om rechtszekerheid te garanderen en willekeur te voorkomen.
3. Beheer en bewind ā belangrijke innovatie
Wij zien de mogelijkheid om bevroren bezit of gesanctioneerde bedrijven tijdelijk los te koppelen van het sanctieregime, onder strikte voorwaarden, als een waardevolle toevoeging. Hiermee kan faillissement of maatschappelijk ongewenst gedrag worden voorkomen. Wel is te verwachten dat dit nieuwe regime tot bezwaar- en beroepsprocedures leidt, wat wij acceptabel achten gelet op het belang van rechtsbescherming.
Wij vragen aandacht voor de beperkte toepassing op alleen onroerende zaken. Ook bevroren roerende goederen zoals voertuigen kunnen grote maatschappelijke risicoās opleveren. Wij pleiten voor uitbreiding van deze maatregel naar andere typen activa.
4. Aantekening in registers ā transparantie, mits zorgvuldig toegepast
Het voorstel om in registers (zoals het Kadaster of UBO-register) aantekeningen te maken bij gesanctioneerde relaties draagt bij aan transparantie en rechtszekerheid. Wij vragen wel om waarborgen tegen onnodige stigmatisering en pleiten voor een betere koppeling met UBO-registratie en de implementatie van het wetsvoorstel beperking toegang UBO-registers.
5. Informatie-uitwisseling ā noodzakelijke grondslag
Wij ondersteunen de voorgestelde nationale grondslag voor gegevensuitwisseling, aanvullend op de EU-regels. Dit bevordert consistente handhaving en rechtszekerheid. Cruciaal is dat deze uitwisseling juridisch goed wordt onderbouwd en dat het bedrijfsleven duidelijkheid heeft over de omgang met vertrouwelijke gegevens.
6. Centraal meldpunt ā essentieel voor uitvoering
Wij pleiten sterk voor de inrichting van ƩƩn centraal meldpunt voor alle sanctiemeldingen. De huidige versnippering leidt tot inefficiĆ«ntie, onduidelijkheid en gemiste signalen. Daarnaast dringen wij aan op een structurele āvraagbaakfunctieā en centrale expertise, die bedrijven helpt bij interpretatie en uitvoering van sanctieregels. Zonder goede guidance (zo veel mogelijk/waar nodig Europees afgestemd) wordt correcte naleving ernstig bemoeilijkt.
7. Uitbreiding toezicht naar juridische beroepsgroepen
De uitbreiding van toezicht naar juridische beroepsgroepen achten wij begrijpelijk, mits met respect voor de vertrouwensrelatie tussen advocaat en cliƫnt. De reikwijdte van de meldplicht dient beperkt te blijven tot transactiefase en opzet tot sanctieontduiking. Wij ondersteunen de voorgestelde balans, waarbij de kern van de geheimhoudingsplicht intact blijft.
8. FinanciĆ«le sector ā regeldruk beperken
Wij pleiten er voor om ook nog eens naar de Sanctiewet te kijken vanuit het oogpunt van regeldruk voor zowel ondernemers, als voor de financiĆ«le sector. Dit zou goed in de tweede tranche van de modernisering Sanctiewet kunnen plaatsvinden. Zo is er dankzij de Regeling toezicht Sanctiewet 1977 nu bijvoorbeeld een erg breed ārelatiebegripā, waardoor financials bijvoorbeeld ook de UBOās van gemeenten en leveranciers van kantoorartikelen moeten controleren, in plaats van āalleenā hun klanten. Verder zou voor niet-Wwft gereguleerde financiĆ«le ondernemingen (zoals schadeverzekeraars) een toets op het UBO register moeten volstaan, in plaats van de vereiste dat er altijd een tweede bron geraadpleegd moet worden. Aanvullend hierop pleiten wij er voor dat gereguleerde financiĆ«le ondernemingen ook toegang krijgen tot de geboortedag uit het UBO register: ook dat beperkt de uitvoeringslasten en zorgt voor minder uitvragen bij ondernemers.
Conclusie
De ideeƫn voor een nieuwe sanctiewet zijn een noodzakelijke stap richting een moderner sanctiekader. Wij ondersteunen veel van de voorstellen, mits voorzien van duidelijke waarborgen. Een werkbaar en rechtsstatelijk systeem vergt heldere kaders, effectieve uitvoering Ʃn goede ondersteuning van bedrijven die te goeder trouw willen handelen. Wij zijn bereid hierover verder met u in gesprek te gaan.
Contactpersoon bij VNO-NCW en MKB-Nederland:
Marhijn Visser
Strategisch Beleidsadviseur Internationaal Ondernemen
E: mvisser@vnoncw-mkb.nl | T: 070-3490438