Geannoteerde agenda voor de Raad Buitenlandse Zaken Handel van 15 mei 2025
Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken
Brief regering
Nummer: 2025D20469, datum: 2025-05-09, bijgewerkt: 2025-05-15 15:55, versie: 2 (versie 1)
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: R.J. Klever, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp (Ooit PVV kamerlid)
- Geannoteerde agenda voor de Raad Buitenlandse Zaken Handel van 15 mei 2025
- Voortgangsrapportage handelsakkoorden mei 2025
- Beslisnota bij Kamerbrief Geannoteerde agenda voor de Raad Buitenlandse Zaken Handel van 15 mei 2025
Onderdeel van kamerstukdossier 21501 02-3136 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken .
Onderdeel van zaak 2025Z08924:
- Indiener: R.J. Klever, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp
- 2025-05-13 16:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-05-13 16:30: Raad Buitenlandse Zaken Handel op 15 mei 2025 (Commissiedebat), vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp
- 2025-05-22 13:30: Procedurevergadering (nieuwe datum) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp
Preview document (🔗 origineel)
21501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken
Nr. 3136 Brief van de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 9 mei 2025
Hierbij bied ik u de geannoteerde agenda aan voor de Raad Buitenlandse Zaken Handel van 15 mei 2025.
De minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp,
R.J. Klever
GEANNOTEERDE AGENDA RAAD BUITENLANDSE ZAKEN HANDEL VAN 15 MEI 2025
Introductie
Op donderdag 15 mei a.s. vindt, onder Pools voorzitterschap, de Raad Buitenlandse Zaken (RBZ) Handel plaats in Brussel. Tijdens de plenaire vergadering van de Raad zal worden gesproken over de handelsbetrekkingen tussen de Europese Unie (EU) en de Verenigde Staten (VS) en over economische veiligheid. Tijdens de lunch zal van gedachten worden gewisseld over de stand van zaken wat betreft de onderhandelingen met derde landen over (handels-)akkoorden.
Na een annotatie van de verschillende onderwerpen op de agenda van de RBZ handel wordt onder het kopje overig hieronder ingegaan op een aantal aan de RBZ handel gerelateerde onderwerpen (stand van zaken beleidsbrief; implementatie CSDDD; uitvoering motie De Korte-Ceder).
Handelsbetrekkingen met de VS
De Raad zal spreken over de handelsbetrekkingen met de VS in de context van de oplopende handelsspanningen als gevolg van de Amerikaanse importheffingen. Op dit moment hanteert de VS als uitgangspunt voor (bijna) alle handelspartners een extra importheffing. Deze is momenteel voor de meeste handelspartners, waaronder de EU, 10 procent. De eerder aangekondigde nog hogere landen-specifieke importheffingen (voor de EU: 20 procent) zijn opgeschort tot half juli, behoudens voor China.
Een aantal substantiële productcategorieën is uitgezonderd van de landen-specifieke importheffingen. Het betreft onder andere auto’s, auto-onderdelen en metalen (waaronder staal) waarvoor een universeel extra heffing van 25 procent geldt. Daarnaast worden er mogelijk al op korte termijn aanvullende heffingen aangekondigd op andere productcategorieën, waaronder farmaceutische goederen, halfgeleiders en kritieke mineralen.
Deze heffingen en de onzekerheid die ermee gepaard gaat zijn ongunstig voor de Nederlandse en de Europese economie (zie ook hieronder onder kopje “overig” voor recente CPB-studie). Nederland steunt dan ook de inzet van de Europese Commissie om de dialoog met de VS op te blijven zoeken met als doel om de Amerikaanse importheffingen van tafel te krijgen. Wat betreft het kabinet zijn daarbij met name de volgende vier sporen van belang. Ten eerste moet gewerkt worden aan een positieve agenda met de VS, waarbij gekeken dient te worden welke kansen er zijn om samen te werken met de VS en bilaterale handel verder te faciliteren. Het kabinet steunt het voorstel van de Commissie om een akkoord te sluiten met wederzijds nul procent-heffingen op industriële goederen. Daarmee wordt ook uitvoering gegeven aan de motie-Bamenga.1 Ten tweede dient ingezet te worden op een reactief spoor waarbij de EU bereid moet zijn tegenmaatregelen te nemen indien onderhandelingen met de VS niet tot een aanvaardbaar resultaat leiden. Deze tegenmaatregelen versterken bovendien de onderhandelingspositie van de EU in het eerste spoor. Ten derde pleit het kabinet voor internationale samenwerking waarbij de EU als groot handelsblok een voortrekkersrol dient te spelen in het beschermen van de op regels gebaseerde internationale handelsorde. Deze inzet is ook belangrijk om de handelsstromen van de EU te diversifiëren, waarbij ook nieuwe handelsakkoorden een belangrijke rol kunnen spelen. Ten slotte pleit het kabinet in EU verband voor het versterken van het concurrentievermogen, waaronder via het versterken van de EU interne markt en kapitaalmarktunie, wat in de huidige context des te urgenter is. Daarnaast roept het kabinet op om bestaande handelsbelemmeringen tussen EU-landen te adresseren en daarmee de EU interne markt te verdiepen, conform de rapporten van Letta2 en Draghi3. Voor al deze elementen geldt dat EU eenheid cruciaal is voor een succesvolle aanpak.
Economische veiligheid
De Raad zal spreken over economische veiligheid. Naar verwachting zal de discussie zich richten op de implementatie van de Europese Economische Veiligheidsstrategie (EEV). Daarbij zal specifiek ingegaan worden op de ontwikkelingen op het gebied van Foreign Direct Investment (FDI) screening. Het kabinet is voorstander van meer Europese coördinatie op het terrein van economische veiligheid en zal verdere implementatie van de EEV dan ook verwelkomen. Dit draagt immers bij aan de effectiviteit van maatregelen en is belangrijk voor het gelijk speelveld in de EU. Daarbij merkt het kabinet wel op dat de implementatie gestoeld moet zijn op gedegen risicoanalyses en gericht en precies dient te zijn, zonder onnodige marktverstorende werking. Nederland zal in de Raad met name aandacht vragen voor de zogenaamde ‘partner’ en ‘promote’ pijlers van de EEV. Het verstevigen en optimaal benutten van bestaande handelsrelaties en het aanboren van nieuwe handelsrelaties (‘partner’) is in de huidige geopolitieke context immers belangrijk en kan een positief effect hebben op onze economische veiligheid. Ditzelfde geldt voor de ‘promote’ pijler, waarmee door middel van versterking van het concurrentievermogen van de EU gewerkt wordt aan de economische veiligheid. Hierbij zijn met name versterking van strategische sectoren en kritieke technologieën van belang.
Specifiek met betrekking tot FDI-screening zal Nederland in de Raad aangeven het belang hiervan te onderschrijven en ook verbeterde samenwerking en coördinatie in EU-verband op dit gebied te verwelkomen conform de inzet voor de herziening van de FDI-screeningsverordening zoals geformuleerd in het BNC-fiche4. Hoewel FDI-screening nationale veiligheid betreft en daarmee een nationale competentie is, heeft samenwerking in EU-verband meerwaarde, zoals geldt voor meer onderwerpen op het gebied van economische veiligheid. Wat het kabinet betreft is een goede balans tussen een effectieve aanpak enerzijds, en het beheersbaar houden van administratieve lasten en beperken van negatieve impact op het investeringsklimaat anderzijds, daarbij essentieel. Dit zal Nederland dan ook binnen de Raad benadrukken.
Lunch: stand van zaken handelsakkoorden
De Raad zal naar aanleiding van een toelichting van de Commissie stilstaan bij verschillende bilaterale handelsrelaties, inclusief aangekondigde, lopende en afgeronde onderhandelingen over handelsakkoorden. Naar verwachting betreft dit onder andere de onderhandelingen met Indonesië, de vier Mercosur-landen, Mexico, de Verenigde Arabische Emiraten en Australië. Een geactualiseerde versie van de voortgangsrapportage handelsakkoorden met een overzicht van de lopende onderhandelingen is bijgevoegd bij deze geannoteerde agenda.
Zoals bekend zet het kabinet in op een actief handelsbeleid, waarin handelsakkoorden een belangrijk instrument zijn. Handelsakkoorden kunnen bijdragen aan het vergroten van de economische weerbaarheid en slagvaardigheid van Nederland en de EU en zorgen voor verbeterde markttoegang voor ondernemers. Bovendien faciliteren handelsakkoorden de diversificatie van handelspartners en mitigeren daarmee de risico’s van strategische afhankelijkheden. Tegelijkertijd blijft gelden dat het kabinet ieder nieuw akkoord op de merites beoordeelt voorafgaand aan besluitvorming, met als uitgangspunt dat deze akkoorden moeten bijdragen aan het versterken van de Nederlandse economie.
Overig
Hieronder wordt ingegaan op een aantal onderwerpen die niet op de agenda van de RBZ Handel staan maar waar het kabinet uw Kamer graag over informeert. Het betreft het rappel van de commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp over de Beleidsbrief Handel, de implementatie van de Richtlijn Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen en de uitvoering van de motie De Korte-Ceder.5
Rappel Beleidsbrief Handel6
In reactie op het rappel om de beleidsbrief handel te ontvangen voorafgaand aan het Commissiedebat Raad Buitenlandse Zaken Handel kan ik aangeven dat uw Kamer deze brief voor het einde van het tweede kwartaal ontvangt. Het lukt echter niet deze brief al voorafgaand aan het op 13 mei a.s. door uw Kamer ingeplande Commissiedebat RBZ Handel aan te bieden. Momenteel wordt de laatste hand gelegd aan de brief, waarbij recente geopolitieke verschuivingen in het handelssysteem worden meegenomen.
Voortgang implementatie Corporate Sustainability Due Diligence Directive (CSDDD).7
Ten behoeve van de implementatie van de CSDDD werkt het kabinet aan een implementatiewetsvoorstel waarover uw Kamer, zoals eerder toegezegd, via de geannoteerde agenda’s doorlopend wordt geïnformeerd.
Op 26 februari jl. presenteerde de Europese Commissie het Omnibus I-voorstel met wijzigingen van drie Europese wetten: de Corporate Sustainability Due Diligence Directive (CSDDD), Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) en het Carbon Border Adjustment Mechanism (CBAM), waarover uw Kamer een BNC-fiche heeft ontvangen.8 De onderhandelingen over het voorstel voor inhoudelijke aanpassingen van de CSDDD vinden momenteel plaats. Zoals vermeld in het BNC-fiche verwelkomt het kabinet de voorstellen, omdat deze bijdragen aan regeldrukvermindering en het concurrerend vermogen van de EU. Wel ziet het kabinet graag dat het gelijke speelveld geborgd blijft door EU-regels voor civiele aansprakelijkheid en boetebepalingen te harmoniseren. Ook heeft het kabinet vragen en aandachtspunten bij de bepalingen over opschorting en de definitie van stakeholders. Ten aanzien van het voorstel om gepaste zorgvuldigheid te beperken tot directe zakenrelaties zal het kabinet waar nodig aanpassingen voorstellen die regeldrukvermindering behouden, maar bijdragen aan de effectiviteit van de CSDDD, duidelijkheid scheppen voor ondernemingen en het mogelijke risico op afwenteling van risico’s op (kleinere) ondernemingen verkleinen.
Het Omnibus I-voorstel bevat voorts nog een onderdeel dat relevant is voor de implementatie van de CSDDD, namelijk de “Stop-the-clock”-richtlijn. Dit betreft een technische aanpassing van de te implementeren CSDDD-richtlijn die de implementatietermijn met één jaar verlengt naar juli 2027 (in plaats van 2026) en toepassingsdatum opschuift naar juli 2028 (in plaats van 2027) voor de eerste groep bedrijven onder de CSDDD. Op 7 april jl. informeerde ik uw Kamer over het voornemen van het kabinet om in te stemmen met het ongewijzigd vaststellen van het “Stop-the-clock”-voorstel als algemene oriëntatie van de Raad. Zowel de Raad als het Europees Parlement hebben geen wijzigingen in het Commissievoorstel aangebracht, waarmee zonder triloog tot overeenstemming is gekomen. De “Stop-the-clock”-richtlijn is op 16 april jl. gepubliceerd en in werking getreden.
Gezien de nog lopende onderhandelingen over Omnibus I en de aannemelijkheid dat dit tot aanpassingen zal leiden van de CSDDD, zal het kabinet na overeenstemming binnen de EU over de aanpassingen van de CSDDD het implementatietraject van de huidige Wet internationaal verantwoord ondernemen (Wivo) weer oppakken. Het kabinet zal de Kamer informeren over het tijdspad zoals verzocht in de motie Ceder Hirsch (Motie 501-02, nr. 3031).
Motie De Korte-Ceder
Het CPB publiceerde op 1 mei op de website een studie naar de effecten van Amerikaanse importheffingen in twee verschillende scenario’s.9 In navolging van de motie De Korte-Ceder informeer ik uw Kamer via deze weg en beschouw ik de motie als uitgevoerd.10
Kamerstukken II, vergaderjaar 2023-2024, 36 410 XVII, nr. 29.↩︎
https://www.consilium.europa.eu/media/ny3j24sm/much-more-than-a-market-report-by-enrico-letta.pdf↩︎
https://commission.europa.eu/topics/eu-competitiveness/draghi-report_en↩︎
Kamerstukken II, vergaderjaar 2023-2024, 22 112, nr. 3905.↩︎
Kamerstukken II, vergaderjaar 2024-2025, 21 501-02, nr. 3096↩︎
2025Z00530/2025D19050↩︎
TZ202406-004 (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2921)↩︎
Kamerstukken II, vergaderjaar 2024-2025, 22 112, nr. 4012.↩︎
https://www.cpb.nl/economische-effecten-van-importheffingen↩︎
Kamerstukken II, vergaderjaar 2024-2025, 21 501-02, nr. 3096.↩︎