Stand van zaken energiefonds 2025
Voorzienings- en leveringszekerheid energie
Brief regering
Nummer: 2025D20673, datum: 2025-05-12, bijgewerkt: 2025-05-15 09:07, versie: 2 (versie 1)
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J.N.J. Nobel, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Onderdeel van kamerstukdossier 29023 -568 Voorzienings- en leveringszekerheid energie.
Onderdeel van zaak 2025Z09002:
- Indiener: J.N.J. Nobel, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Volgcommissie: vaste commissie voor Klimaat en Groene Groei
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2025-05-13 16:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-05-20 16:30: Procedures en brieven SZW (Procedurevergadering), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Preview document (🔗 origineel)
29023 Voorzienings- en leveringszekerheid energie
Nr. 568 Brief van de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 april 2025
Middels deze brief informeer ik uw Kamer, mede namens de minister van Klimaat en Groene Groei, over de laatste stand van zaken van het energiefonds 2025 en kom ik terug op de toezegging uit de brief aan de Tweede Kamer van 4 april jongstleden inzake de inzet met betrekking tot de toeleiding naar verduurzamingshulp. Tot slot informeer ik de Tweede Kamer over de inzet op de lange termijn.
Maatschappelijke opgave
De betaalbaarheid van energie voor een groep huishoudens staat onder druk. Hier ligt een maatschappelijke opgave waar burgers, energiepartijen en de overheid een gedeelde verantwoordelijkheid hebben.
Ik ben de energieleveranciers en netbeheerders daarom zeer erkentelijk dat zij (ook) dit jaar bereid waren om een bijdrage te leveren aan het ondersteunen van de meest behoeftige huishoudens in hun energierekening. De afgelopen jaren vond deze ondersteuning plaats via het Tijdelijk Noodfonds Energie (TNE). Ook het fonds ben ik zeer dankbaar voor hun inzet. De ondersteuning via TNE kende verschillende voordelen, waaronder de snelheid waarmee de infrastructuur om kwetsbare huishoudens te kunnen ondersteunen tot stand kon komen. Daarnaast is het een doelmatige manier van ondersteuning, waarmee zoveel mogelijk gericht huishoudens kunnen worden geholpen met een beperkt beschikbaar budget. Omdat energieleveranciers en netbeheerders zich bereid toonden om de uitvoeringskosten van het fonds voor hun rekening te nemen, komt het volledige beschikbaar gestelde budget vanuit het Rijk ten gunste van huishoudens.
Een duurzame oplossing voor een betaalbare energierekening is het verlagen van het energieverbruik via het verduurzamen van woningen. Voor het gros van de Nederlandse huishoudens is de energierekening inmiddels betaalbaar en loopt de verduurzamingsoperatie. Een kleiner, maar nog steeds aanzienlijk, aantal huishoudens loopt evenwel nog altijd betaalbaarheidsrisico’s door de hoge energierekening. Voor die groep was het Tijdelijk Noodfonds Energie van 22 april tot en met 29 april open. Het loket is gesloten bij 210.000 aanvragen. Deze grote belangstelling laat zien dat er veel huishoudens zijn die moeite hebben met het betalen van hun energierekening. Energiebesparing en verduurzaming van woningen blijft een belangrijke route om bij te dragen aan een betaalbare energierekening.
Verduurzaming als structurele oplossing
Er is al een breed aanbod aan hulp bij verduurzaming, maar deze bereikt niet altijd de meest kwetsbare doelgroep. Juist het bereik en het vertrouwen dat het energiefonds heeft, draagt eraan bij ook de hulp voor verduurzaming op de juiste plek aan te kunnen bieden. In de brief van 4 april heb ik al aangekondigd dat met verschillende partijen wordt gewerkt aan de doorverwijzing naar hulp bij verduurzaming. In deze brief heb ik de Tweede Kamer ook toegezegd om nader toe te lichten hoe deze doorverwijzing uiteindelijk is ingericht tijdens de looptijd van het fonds. De volgende acties zijn daartoe genomen.
De Nederlandse Schuldhulproute (NSR) heeft, dankzij een subsidie van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW), haar landelijk dekkende sociale kaart in samenwerking met Landelijk Steunpunt Thuisadministratie (LSTA) ingezet tijdens de looptijd van het TNE. Er is een doorverwijsroute ingericht naar lokale hulp voor mensen die moeite hebben met het aanvraagproces. De vrijwilligershulp bij de inlooppunten en keukentafelgesprekken zijn hiervoor benut. In deze gesprekken worden bewoners ook gewezen op de beschikbare (lokale) hulp voor verduurzaming, zoals de lokale energiecoach, fixers en informatiepunten. Op de website van TNE is deze doorverwijzing ook geborgd. Zo kan een huishouden naast een aanvraag voor tijdelijke steun op de energierekening ook direct stappen zetten bij het meer grip krijgen op de hoogte van de energierekening óf geldzaken via Geldfit.nl.
Daarnaast zijn bewoners bij het aanvragen van steun bij TNE twee vragen voorgelegd. Allereerst of zij vrijblijvend toestemming gaven om hun contactgegevens in de toekomst aan de eigen gemeente te verstrekken, zodat er nog gerichte hulp op het gebied van verduurzaming aangeboden mag worden. De keuze om dit wel of niet te doen, had uiteraard geen invloed op de beoordeling van de aanvraag. Daarnaast kon de aanvrager in het ‘MijnAanvraag portaal’ aangeven of het huishouden in een koop- of huurhuis woont. Deze informatie biedt de mogelijkheid om huishoudens in de toekomst met gepaste hulp te kunnen benaderen.
Stichting Tijdelijk Noodfonds Energie (TNE)
De Stichting Tijdelijk Noodfonds Energie (TNE) behandelt op dit moment alle aanvragen. De eerste verwachting nu is dat ongeveer 110.000 huishoudens van alle ingediende aanvragen voldoen aan de vooraf gecommuniceerde voorwaarden en steun zullen ontvangen. Daarbij zal het gaan om een gemiddeld steunbedrag van ongeveer 80 euro per maand, gedurende 6 maanden.
Vanwege de drukte in de eerste uren waren er technische problemen in de wisselwerking tussen verschillende systemen. Daardoor konden meerdere huishoudens hun aanvraag niet (volledig) indienen. In de beantwoording van de vragen van de leden Kathmann, Lahlah en Kröger van 25 april jl. is uw Kamer hierover nader geïnformeerd. Het is heel frustrerend en vervelend voor mensen dat het indienen van een aanvraag in eerste instantie niet (goed) lukte. TNE heeft de mensen die een aanvraag in wilden dienen en niet konden voltooien, actief benaderd om het opnieuw te proberen. Mensen die daarbij hulp nodig hadden, werden hierin intensief ondersteund.
Uiteindelijk zijn er dankzij de medewerkers van het klantcontactcentrum van TNE, vrijwilligers- en andere hulporganisaties ontzettend veel huishoudens geholpen bij het doen van een aanvraag. Ik ben hen zeer erkentelijk dat zij ook in de avond- en weekenduren hebben gewerkt om zoveel mogelijk mensen nog te helpen bij het doen van een aanvraag.
Besluit over sluiting
In de brief aan uw Kamer op 4 april heb ik aangegeven dat het de verwachting was dat TNE op basis van de huidige energieprijzen circa 100.000 huishoudens zou kunnen helpen.1 Daarbij heb ik ook aangegeven dat het goed is dat uw Kamer zich realiseert dat met de beschikbare middelen mogelijk niet alle aanvragen konden worden gehonoreerd. Dat betekent dat op het moment dat een marge tot aan de grens van de € 56,3 miljoen zou worden bereikt, TNE zou overgaan tot sluiting. Hierbij is ook aangegeven dat er zowel vanuit het Rijk als van derde partijen geen extra middelen beschikbaar zijn. Het was een keuze tussen geen steun verlenen in 2025 of voor een gelimiteerde, maar toch omvangrijke groep open te gaan. In nauw overleg met betrokken stakeholders en samenwerkingspartners is uiteindelijk voor het laatste gekozen. Verschillende moties en Kamervragen van uw Kamer vroegen hier ook expliciet om.2
Ik erken dat het ontzettend spijtig is dat met de € 56,3 miljoen niet alle huishoudens geholpen konden worden. De privaat-publieke samenwerking heeft tot zeer gerichte hulp voor huishoudens geleid, maar kent ook evidente beperkingen. Ik wil benadrukken dat we blij zijn dat er voldoende bijdragen beschikbaar waren gesteld door de energiesector, zodat het fonds van start kon en veel huishoudens heeft bereikt.
Lange termijn: inzet op Social Climate Fund
De grote belangstelling voor het energiefonds toont dat de betaalbaarheid van energie voor een groep huishoudens nog altijd in het geding is. Huishoudens zijn gebaat bij structurele oplossingen, zoals de verduurzaming van woningen, en de overstap op duurzamere energiebronnen. Alleen op die manier kunnen huishoudens structureel grip krijgen op hun energierekening. Daarnaast is de verduurzaming ook erg belangrijk voor bijvoorbeeld het welzijn van huishoudens.
Voor de lange termijn werken het ministerie van SZW en het ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO) daarom gezamenlijk aan de verdere uitwerking van een maatregel binnen het Nederlandse Social Climate Fund (SCF) plan, gericht op meerjarige financiële steun voor huishoudens in combinatie met de verduurzaming van woningen. Het SCF is opgericht om de effecten van het ETS-2-systeem op huishoudens in de meest (financiële) kwetsbare posities te verzachten.3
Het kabinet heeft besloten, onder voorbehoud van goedkeuring van de Europese Commissie, om uit de middelen voor het SCF € 174,5 miljoen in te zetten voor dit fonds.4 Samen met de € 60 miljoen uit de Rijksbegroting is er € 234,5 miljoen beschikbaar voor de periode van 2026 tot 2032. De hoogte van dit bedrag vraagt dus (opnieuw) om keuzes bij de uitvoering zoals de looptijd en doelgroep. Lessen en signalen op basis van het energiefonds van 2025 worden meegenomen in mogelijke vervolgtraject van het SCF.
Bij de Voorjaarsnota is besloten om € 600 miljoen in te zetten voor het verlagen van de energiebelasting. Dit is, in tegenstelling tot het energiefonds, geen gerichte maatregel voor de doelgroep van het energiefonds, maar zal ook voor deze huishoudens zorgen voor een lagere energierekening.
Ik wil nogmaals mijn dank uitspreken aan alle betrokken partijen, zonder wie de uitvoering van het energiefonds in 2025 niet mogelijk was geweest. Dit betreft onder meer de Stichting Tijdelijk Noodfonds Energie, de energieleveranciers5, netbeheerders6, banken, de VNG, een aantal betrokken gemeenten en diverse maatschappelijke organisaties en vrijwilligers. Dankzij de inzet van deze organisaties in deze unieke privaat-publieke samenwerking kunnen ook in 2025 huishoudens geholpen worden bij het betalen van hun energierekening.
De staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
J.N.J. Nobel
Kamerstuk 29 023, nr. 562↩︎
O.a.: Motie van het Lid Kröger, Kamerstuk 30196, nr. 836; Motie van het lid Postma c.s. over alles in gereedheid brengen om het energiefonds vanaf 1 januari 2025 te kunnen inzetten, Kamerstuk 36 600 XXIII, nr. 34↩︎
Hiermee geeft het kabinet invulling aan de motie van lid Postma c.s. over het onderzoeken of middelen uit het Social Climate Fund ingezet kunnen worden om ook in de toekomst over een vorm van een energiefonds te kunnen beschikken. Kamerstuk 36 600 XXIII, nr. 33↩︎
‘Kamerstuk 33 043, nr. 114↩︎
Vattenfall, Essent, Eneco, Greenchoice, Budgetenergie, Engie, Innova Energie, Clean Energy en Pure Energie↩︎
TenneT, Gasunie, Stedin, Alliander en Enexis↩︎