Verslag van een werkbezoek aan Zweden door een delegatie van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken van 2 tot 4 april 2025
Verslag van een werkbezoek aan Zweden door een delegatie van de commissie voor Buitenlandse Zaken
Verslag van een werkbezoek
Nummer: 2025D20720, datum: 2025-05-12, bijgewerkt: 2025-05-15 13:54, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J.M. Paternotte, Tweede Kamerlid (D66)
- Mede ondertekenaar: L.B. Blom, adjunct-griffier
Onderdeel van kamerstukdossier 36738 -1 Verslag van een werkbezoek aan Zweden door een delegatie van de commissie voor Buitenlandse Zaken.
Onderdeel van zaak 2025Z09021:
- Indiener: J.M. Paternotte, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: L.B. Blom, adjunct-griffier
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- 2025-05-15 12:30: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
Preview document (🔗 origineel)
36 738 Verslag van een werkbezoek aan Zweden door een delegatie van de commissie voor Buitenlandse Zaken
Nr.1 Verslag van een werkbezoek aan Zweden door een delegatie van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken van 2 tot 4 april 2025
Vastgesteld 12 mei 2025
Een delegatie van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken heeft van 2 tot 4 april 2025 een werkbezoek gebracht aan Stockholm. Dit bezoek vond plaats in het kader van het thema China dat op de kennisagenda van de commissie voor Buitenlandse Zaken staat. Doel van het bezoek was om inzicht te krijgen in het Zweedse Chinabeleid door te spreken met parlementariërs, denktanks, (oud-)diplomaten en overheidsinstanties. De delegatie bestond uit twee leden van de voorbereidingsgroep: de leden Van der Burg (VVD) en Paternotte (D66).
De delegatie dankt alle gesprekspartners en degenen die betrokken zijn geweest bij het organiseren van dit werkbezoek. De delegatie heeft zowel in de voorbereiding op, als tijdens het werkbezoek uitstekende ondersteuning ontvangen van de Nederlandse ambassade in Stockholm en is ambassadeur Reintjes en zijn staf daarvoor zeer erkentelijk.
Algemeen
Zweden ging als eerste westerse land betrekkingen aan met de Volksrepubliek China en onderhield tot 2016 goede economische betrekkingen met het land. Sinds 2016 verslechterden de banden. De arrestatie van de Zweedse auteur Gui Minhai in 2015 wordt vaak gezien als keerpunt in de relatie, gevolgd door Zweedse kritiek op het Chinese mensenrechtenbeleid en besluit om bedrijven als Huawei en ZTE geen toegang te geven tot de uitrol van het 5g-netwerk in Zweden. De toenmalige Chinese ambassadeur in Zweden, Gui Congyou, droeg bij aan de gespannen relatie met zijn zeer uitgesproken kritiek op de Zweedse media, journalisten, onderzoekers en politieke partijen.
In 2019 bracht de Zweedse regering een China-strategie uit, die getypeerd kan worden als gematigd en het EU-beleid ten aanzien van China volgt. Sinds 2021 is de bilaterale relatie verbeterd, hoewel de Zweedse veiligheidsdienst (Säpo) China beschouwt als een ‘langdurige en groeiende bedreiging’ voor de Zweedse veiligheid. Sinds eind 2024 zijn er voor het eerst in lange tijd weer ontmoetingen geweest op ministerieel niveau, met onder meer een bezoek van de Zweedse minister voor Internationale Ontwikkelingssamenwerking en Buitenlandse Handel aan China.
Gesprekken met politici, ambtenaren, experts
Op donderdag 3 april had de delegatie een ontmoeting met de commissie Buitenlandse Zaken van het Zweedse parlement, de Riksdag. Tijdens de ontmoeting werd gesproken over de belangrijkste onderwerpen van het politieke debat over China. Het Zweedse beleid komt overeen met de EU-strategie en richt zich op het beperken van afhankelijkheden in brede zin. Zo is in 2023 wetgeving aangenomen op het gebied van directe buitenlandse investeringen. Daarbij trekt Zweden op met gelijkgestemde landen in Noord-Europa en de Baltische staten. De Zweedse China-strategie wordt op verschillende vlakken herzien. Tijdens het gesprek werd duidelijk dat de verschillende partijen in het Zweedse parlement eensgezind zijn ten opzichte van China, waarbij wel verschillende opvattingen bestaan over de beste manier om de afhankelijkheden te verminderen en tegen welke prijs.
Vervolgens had de delegatie een werklunch met de commissie voor Industrie en Handel. Waar voorheen Rusland als grootste dreiging voor Zweden werd gezien, zijn daar nu ook China en Iran bijgekomen. Er is brede consensus in de Zweedse politiek dat de dreiging vanuit deze landen serieus genomen moet worden. Tijdens het gesprek kwamen dilemma’s aan de orde bij het afbouwen van de afhankelijkheden van China, onder meer op het gebied van wetgeving en investeringen. Daarnaast werd het belang van een Europese defensie-industrie benadrukt en werd opgeroepen om meer in Europees verband te doen op dit vlak.
In de middag had de delegatie een ontmoeting met een voormalig ambassadeur van Zweden in China. De ambassadeur gaf inzicht in de ontwikkelingen in China en benadrukte het belang van kennis van de Chinese taal en cultuur bij het beleid ten aanzien van China. Zweden kent een uitgebreide kennisbasis op het gebied van sinologie binnen de universiteiten.
Daarna bezocht de commissie een rondetafelgesprek georganiseerd door het Zweedse Nationale Chinacentrum. Experts van ministeries, denktanks en het bedrijfsleven spraken over verschillende vraagstukken ten aanzien van China. Zo ging het over de omvang van Chinese investeringen in Zweden en de screeningmechanismen. Ook kennisveiligheid kwam ter sprake, hoewel dat in Zweden meestal onder de noemer ‘responsible internationalisation’ aan de orde komt. Over het belang van kennis(veiligheid) en innovatie sprak de delegatie ook met een vertegenwoordiger van Vinnova, het nationale innovatie-agentschap. Hierbij ging het onder andere over het belang om binnen Europa sneller te kunnen opschalen en kennis en kunde ook om te zetten in producten en patenten.
Vrijdagochtend bezocht de delegatie het Raoul Wallenberg Institute for Human Rights and Humanitarian Law. Dit instituut was sinds 2000 actief in Beijing en probeert de dialoog aan te gaan over mensenrechtenvraagstukken, waarbij ook de verantwoordelijkheid van het bedrijfsleven wordt betrokken.
Daarna bracht de delegatie een bezoek aan het Taipei Representative office waar ze de Taiwanese vertegenwoordiger onmoetten. Hierbij werd gesproken over de betrekkingen die Zweden met Taiwan onderhoudt.
Tot slot ging de delegatie langs bij de Chinaconferentie die die dag in Stockholm gehouden werd. Hierbij is gesproken met een expert over de rol van China in het Arctische gebied. China wil een polaire grootmacht worden in 2030 en het gebied is voor China van strategisch belang als het gaat om grondstoffen, scheepvaartroutes en onderzoek. Ook spraken zij met het voormalig hoofd van het Confucius instituut dat aan de universiteit van Stockholm verbonden was. Zweden was het eerste land dat een Confucius instituut oprichtte maar ook het eerste land dat deze allemaal gesloten had in 2020 wegens zorgen over de samenwerking.
Algemene bevindingen
Uit het bezoek bleek dat ook in Zweden de betrekkingen met China een belangrijk onderwerp van gesprek zijn. Er zijn verschillende visies over de lijn die gekozen moet worden, hoewel de zorgen breed gedeeld worden. Met name de in Zweden gevestigde industrie is afhankelijk van Chinese investeringen en bedrijven, bijvoorbeeld rond de auto-industrie of mijnbouw. Meerdere Zweedse gesprekspartners benadrukten de uitgebreide screeningsmechanismen die Zweden geïntroduceerd had, al leiden deze soms ook tot dilemma’s rondom het afbouwen van afhankelijkheden. In recente jaren lijkt de Zweedse overheid de betrekkingen met China opnieuw te willen aanhalen, na een koele periode tot 2021. Het herstarten van ministeriële bezoeken en grote conferenties voor het bedrijfsleven, zoals in Stockholm ten tijde van het werkbezoek, laten zien dat de (handels)betrekkingen voor Zweden van groot belang zijn. Veel gesprekspartners benadrukten echter de noodzaak om een balans in het beleid te vinden. Ook gaven zij aan, net als gesprekspartners tijdens het bezoek aan Berlijn, dat ze ernaar streven binnen de EU een heldere, gezamenlijke lijn te kiezen. Nederland wordt hierbij onder andere als belangrijke partner gezien.
De delegatieleider,
Paternotte
De griffier van de delegatie
Blom