[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Verslag van een schriftelijk overleg over o.a. de geannoteerde agenda voor de informele NAVO Foreign Ministers Meeting van 14 en 15 mei 2025 (Kamerstuk 28676-500)

NAVO

Verslag van een schriftelijk overleg

Nummer: 2025D20773, datum: 2025-05-12, bijgewerkt: 2025-06-12 08:55, versie: 3 (versie 1, versie 2)

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-28676-502).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 28676 -502 NAVO.

Onderdeel van zaak 2025Z09041:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2024-2025

28 676 NAVO

Nr. 502 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 12 mei 2025

De vaste commissie voor Buitenlandse Zaken heeft een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de Minister van Buitenlandse Zaken over:

– de geannoteerde agenda voor de informele NAVO Foreign Ministers Meeting van 14 en 15 mei 2025 (Kamerstuk 28 676, nr. 500),

– het verslag van de NAVO Foreign Ministers Meeting op 3 en 4 april 2025 (Kamerstuk 28 676, nr. 496) en

– de brief inzake Voortgang organisatie NAVO-top op 24–25 juni 2025 in Den Haag (Kamerstuk 28 676, nr. 499).

De vragen en opmerkingen zijn op 6 mei 2025 aan de Minister voor Buitenlandse Zaken voorgelegd. Bij brief van 12 mei zijn ze beantwoord.

De voorzitter van de commissie,
Klaver

De adjunct-griffier van de commissie,
Dekker

Vragen en opmerkingen vanuit de fracties en antwoord/ reactie van de Minister

Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie

De leden van de VVD-fractie zetten zich onverminderd in voor steun aan Oekraïne. Deze leden vragen het kabinet wat de concrete Nederlandse inzet gaat zijn tijdens de informele bijeenkomst van de NAVO-Ministers van Buitenlandse Zaken voor de steun aan Oekraïne.

1. Antwoord van het kabinet

Het kabinet zal ook tijdens deze informele NAVO-bijeenkomst het belang benadrukken van blijvende, onverminderde politieke, militaire, financiële en morele steun aan Oekraïne. Het kabinet zal noemen dat Nederland recent EUR 3,5 miljard heeft vrijgemaakt voor extra steun aan Oekraïne. Nederland zal bondgenoten ook oproepen hun steun te intensiveren, zodat de gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de Oekraïense en Europese veiligheid eerlijk wordt gedeeld.

De leden van de VVD-fractie vragen het kabinet hoe zij zich inzet tijdens de informele bijeenkomst om landen aan te moedigen meer te doen voor Oekraïne.

2. Antwoord van het kabinet

Het kabinet zal zich actief inzetten voor het versterken van de gedeelde verantwoordelijkheid binnen het bondgenootschap. Nederland geeft hierin zelf het goede voorbeeld met EUR 3,5 miljard aan voortgezette steun aan Oekraïne, een actieve rol in de Coalition of the Willing en een substantiële bijdrage aan het Europese munitieplan van Hoge Vertegenwoordiger (HV) Kallas.

Als laatst, vragen zij het kabinet wat de inzet gaat zijn tijdens de bijeenkomst ten aanzien van de spanningen rondom het door de Verenigde Staten (VS) voorgesteld bestand tussen Oekraïne en Rusland. Nu de VS zich langzaam terugtrekt uit besprekingen, wat moet de rol van de EU zijn en hoe zet het kabinet zich hiervoor in?

3. Antwoord van het kabinet

Nederland blijft de inspanningen van de VS, Oekraïne en de Europese partners gericht op het bereiken van een duurzame en langdurige vrede actief steunen. Het is belangrijk dat Europa een betekenisvolle rol speelt in deze besprekingen. De uitkomst raakt buiten de Oekraïense immers ook de Europese veiligheid. Om actief invloed te kunnen uitoefenen moeten we als Europa relevant zijn. Nederland draagt daaraan bij door onze steun aan Oekraïne voort te zetten. Daarnaast geven we proactief boodschappen af aan de betrokken partijen: de VS, Oekraïne en ook de Europese landen die aan tafel zitten (Duitsland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk). Tot slot nemen we actief deel aan gesprekken van de Coalition of the Willing. Het is verder belangrijk dat de Europese Unie militaire en non-militaire steun aan Oekraïne voortzet en via sancties de druk op Rusland blijft opvoeren. Nederland hamert hierop tijdens bijeenkomsten zoals de Raad Buitenlandse Zaken en de Europese Raad.

De leden van de VVD-fractie vragen hoe het kabinet aankijkt tegen de dreigementen van president Trump om niet naar de NAVO-top te komen. Hoe analyseert het kabinet dit soort dreigementen en hoe zet zij in om Trump naar Den Haag te halen tijdens de top?

4. Antwoord van het kabinet

Er is op dit moment geen aanleiding om te veronderstellen dat president Trump niet naar de NAVO-top in Den Haag zal komen. President Trump heeft meermaals en consistent aangegeven dat hij verwacht dat de Europese landen meer verantwoordelijkheid nemen voor hun eigen veiligheid en dat de bondgenoten hun defensie-uitgaven omhoog moeten brengen. Dit is nodig gezien het huidige dreigingslandschap. Het kabinet is erop gefocust concrete stappen te zetten om te laten zien dat het deze verantwoordelijkheid serieus neemt.

Deze leden vragen wat het kabinet hoopt te halen uit het aankomende voorstel van de NAVO Secretaris-Generaal Rutte over nieuwe afspraken voor collectieve verdediging. Voor welke uitkomst zet het kabinet zich concreet in?

5. Antwoord van het kabinet

Bondgenoten spreken de komende tijd verder over wat de huidige veiligheidssituatie van ons vraagt, onder andere tijdens de informele bijeenkomst van de Ministers van Buitenlandse Zaken van de NAVO bondgenoten (iFMM). Voor het kabinet is duidelijk: investeringen moeten ongeacht een nieuw percentage omhoog. Het kabinet zal de komende tijd de Nederlandse inzet voor een nieuwe NAVO-norm nader formuleren en de Kamer hierover informeren.

Vragen en opmerkingen van de leden van de NSC-fractie

De leden van de NSC-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de stukken bijgaand dit schriftelijk overleg, maar hebben nog enkele vragen.

In de geannoteerde agenda lezen de leden van de NSC-fractie dat staat vermeld dat er een consensus bestaat onder de bondgenoten als het gaat om het verhogen van de BBP-norm boven de twee procent. Deze leden vragen in hoeverre alle NAVO-lidstaten gecommitteerd zijn aan de huidige %-norm en welwillend zijn naar een hoger percentage in de toekomst.

6. Antwoord van het kabinet

Er is onder de bondgenoten brede overeenstemming dat de 2 procent norm de absolute ondergrens is voor defensie-uitgaven, en dat daarmee niet voldaan kan worden aan alle capaciteitsdoelstellingen van de NAVO. In aanloop naar de NAVO Top zal over een nieuwe, hogere NAVO-norm gesproken worden.

Verder lezen de leden van de NSC-fractie dat er sprake is van een verbondenheid tussen de Euro-Atlantische en Indo-Pacifische veiligheidsregio’s. Deze leden vragen welke rol het kabinet ziet voor de NAVO in het Indo-Pacific gebied.

7. Antwoord van het kabinet

Nederland is voorstander van het intensiveren en verdiepen van de samenwerking tussen de NAVO en de vier partners uit de Indo-Pacifische regio (IP4): Australië, Japan, Nieuw-Zeeland en Zuid-Korea. De veiligheid in de Indo-Pacific is immers verbonden met de veiligheid en welvaart in Nederland en Europa, en omgekeerd. Chinese steun voor Rusland en de inzet van Noord-Koreaanse soldaten tegen Oekraïne tonen dat ontwikkelingen in de Indo-Pacific van groot belang zijn voor de NAVO en diens partners. Om deze redenen verwelkomt Nederland deelname van deze vier NAVO-partners aan de bijeenkomst van de Ministers van Buitenlandse Zaken van de NAVO (FMM) in april van dit jaar, en tijdens de NAVO-top in juni in Den Haag. Ook pleit Nederland voor een verdere concretisering van het partnerschap van de NAVO met deze vier landen. Vanwege de verbondenheid tussen de Euro-Atlantische en Indo-Pacifische regio’s ziet Nederland meerwaarde om het NAVO-IP4 partnerschap te versterken met het verkennen van gezamenlijke initiatieven op het gebied van defensie-industrie en flagship projects.

Tot slot vragen de leden van de NSC-fractie in welke mate druk jegens Rusland wordt opgevoerd door de NAVO-lidstaten in het kader van de huidige vredesbesprekingen.

8. Antwoord van het kabinet

De enige weg naar een duurzame en rechtvaardige vrede is het opvoeren van de druk op Rusland en het blijven steunen van Oekraïne. Daarom blijft Nederland Oekraïne allereerst krachtig steunen met wapenleveranties, trainingen, humanitaire hulp en bijdragen aan energiezekerheid. Nederland zet zich daarnaast actief in voor aanvullende sancties tegen Rusland binnen EU-verband en voor de aanpak van Russische sanctieomzeiling. Daarbij liggen voor Nederland alle opties op tafel, zolang deze effectief zijn, binnen de randvoorwaarden van uitvoerbaarheid vallen, geen schade toebrengen aan humanitaire belangen (zoals voedselzekerheid) en geen risico vormen voor de leveringszekerheid.

De Nederlandse inzet richt zich in het bijzonder op het raken van het Russische verdienvermogen op de mondiale energie- en grondstoffenmarkt. Concreet betekent dit: het aanpakken van de schaduwvloot door voortdurend schepen aan de sanctielijst toe te voegen, actief in gesprek te gaan met landen die deze vloot faciliteren, en sanctieomzeiling tegen te gaan met innovatieve maatregelen. Het kabinet onderstreept deze inzet nadrukkelijk in gesprekken met bondgenoten.

Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie

De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van het voorstel van de Secretaris-Generaal van de NAVO om toe te groeien naar een NAVO-norm van 5%, waarvan 3,5% moet worden bestemd voor militaire uitgaven. Deze leden hebben eerder opgeroepen tot het verhogen van de NAVO-norm tot minstens 3% en zij zien dan ook de noodzaak en urgentie om te komen tot hogere defensie-uitgaven ten behoeve van onze vrijheid en veiligheid. De aan het woord zijnde leden lezen dat de Ministers zullen spreken over nieuwe afspraken over defensie-uitgaven en vragen de Minister wat de inbreng van Nederland in deze discussie zal zijn. Deelt hij de mening dat Nederland als gastland niet afwachtend kan zijn, maar in de kopgroep van bondgenoten moet zitten als het aankomt op het committeren aan een hogere NAVO-norm, zo vragen zij.

9. Antwoord van het kabinet

Alle bondgenoten zijn het erover eens dat we met de huidige NAVO-norm van 2 procent niet kunnen voldoen aan de capaciteitsdoelstellingen van de NAVO. De Minister van Defensie zal de Kamer informeren over analyse wat van Nederland nodig is om aan deze capaciteitsdoelstellingen te voldoen. Voor het kabinet is het duidelijk dat investeringen in defensie ongeacht een nieuw percentage omhoog moeten vanwege de dreigingen waarmee we te maken hebben. Vanwege de veiligheidssituatie is urgentie geboden. Het kabinet zal de komende tijd de Nederlandse inzet nader formuleren rond een hogere NAVO-norm voor defensie-uitgaven en uw Kamer hierover informeren.

Voorts hebben deze leden kennisgenomen van de uitgestelde brief over de NAVO capaciteitsdoelstellingen (Kamerstuk 28 676, nr. 495). Dit betreuren zij, gezien het belang en de urgentie van een stevige defensie. Zij vragen de Minister deze brief met grootst mogelijke spoed aan de Kamer te doen toekomen.

10. Antwoord van het kabinet

Het kabinet heeft nota genomen van uw verzoek rond genoemde brief en zal u deze toegezegde brief op zo kort mogelijke termijn doen toekomen.

De leden van de D66-fractie steunen de Minister uiteraard in zijn positie met betrekking tot het NAVO-lidmaatschap voor Oekraïne. Zij vragen hem opnieuw duidelijk te maken dat Rusland niét mag bepalen wie zich bij de NAVO aansluit en deze boodschap ook specifiek uit te dragen richting zijn Amerikaanse collega.

11. Antwoord van het kabinet

De NAVO en haar bondgenoten hebben sinds de top in Boekarest in 2008, en bij meerdere gelegenheden daarna, duidelijk gemaakt dat de toekomst van Oekraïne in de NAVO ligt. Vorig jaar hebben de NAVO-bondgenoten dit perspectief opnieuw bevestigd tijdens de top in Washington. Nederland blijft onverminderd achter dit NAVO-perspectief voor Oekraïne staan. Dat betekent dat Oekraïne kan toetreden zodra er consensus is onder de bondgenoten en aan de gestelde voorwaarden is voldaan. Het kabinet zal dit standpunt blijven uitdragen.

Daarnaast vragen de aan het woord zijnde leden of de Minister bereid is bij zijn collega uit het Verenigd Koninkrijk te pleiten voor Oekraïens lidmaatschap van de Joint Expeditionary Force.

12. Antwoord van het kabinet

De Joint Expeditionary Force leden, waaronder Nederland, zijn voorstander van samenwerking tussen de JEF en Oekraïne. De JEF kwam op 8 en 9 mei in Oslo bijeen voor de Leaders’ Summit. Hier hebben de JEF-landen afgesproken om Oekraïne uit te nodigen voor een «Enhanced partnership» met de JEF. Dit partnerschap biedt ruimte om activiteiten en initiatieven uit te voeren zoals Oekraïense deelname in militaire oefeningen en bijeenkomsten, verdere ontwikkeling van training van de Oekraïense krijgsmacht, en kennisuitwisseling op gebied van moderne oorlogsvoering en technologische innovatie.

De aan het woord zijnde leden hebben kennisgenomen van de uitspraken van de Russische Minister Lavrov waarin hij uithaalt naar Litouwen en stelt dat het land «anti-Russische sentimenten» zou aanwakkeren. Zij vragen de Minister tijdens deze bijeenkomst duidelijk te maken dat Litouwen op volle steun van haar bondgenoten kan rekenen en dat Russische pogingen een klein land zo te intimideren onacceptabel zijn.

13. Antwoord van het kabinet

Litouwen kan rekenen op de steun van Nederland en de NAVO-bondgenoten. Sinds de Russische agressieoorlog tegen Oekraïne heeft de NAVO al verschillende stappen ondernomen om de afschrikking en verdediging aan de oostflank te versterken. Dat is een doorlopend proces waaraan Nederland op verschillende manieren heeft bijgedragen en zal blijven bijdragen, via Enhanced Forward Presence (EfP) in Litouwen, Air Policing in het Balticum, etc. Deze en andere inspanningen blijven het belangrijkste weerwoord tegen onacceptabele Russische intimidatie.

Vragen en opmerkingen van de leden van de Volt-fractie

De leden van de Volt-fractie verwelkomen het voorstel van Secretaris-Generaal Rutte van de NAVO om de NAVO-norm te verhogen naar 5% van het BBP. Wat is de reactie van het kabinet op dit voorstel? Wanneer wordt de Nederlandse inzet voor een nieuwe NAVO-norm bekend gemaakt? Wat is de mening van de Minister over de voorgestelde financiële verdeling van de NAVO-norm tussen militaire uitgaven en uitgaven voor, bijvoorbeeld, cyberveiligheid en militaire mobiliteit? Zal het kabinet deze financiële verdeling ook meenemen in de Nederlandse inzet voor een nieuwe NAVO-norm?

14. Antwoord van het kabinet

Het kabinet zal de komende tijd de Nederlandse inzet voor een nieuwe NAVO-norm nader formuleren en de Kamer hierover informeren.

De leden van de Volt-fractie zijn verheugd te lezen dat de inzet van dit kabinet is en blijft dat Oekraïne op een onomkeerbaar pad zit richting een NAVO-lidmaatschap. Delen de NAVO-bondgenoten deze mening en blijven zij zich hiervoor uitspreken tijdens NAVO-bijeenkomsten? Blijft de Minister dit standpunt bij zijn NAVO-collega’s herhalen? Wat is het verwachtte tijdspad voor een NAVO-lidmaatschap van Oekraïne?

15. Antwoord van het kabinet

Het Nederlandse standpunt inzake Oekraïense NAVO-toetreding blijft ongewijzigd. Oekraïne kan tot de NAVO toetreden zodra daarover consensus is onder bondgenoten en Oekraïne aan de geldende voorwaarden voldoet. Het kabinet acht het niet constructief om te speculeren over een tijdspad. Op dit moment is er geen consensus.

De leden van de Volt-fractie hebben daarnaast kennisgenomen van de intentie tot aankoop van Amerikaanse Tomahawk-kruisrakketten door de Nederlandse regering. Het is goed dat met de aankoop van deze raketten de militaire strategische capaciteiten van de Nederlandse defensie worden vergroot, maar deze leden zijn aan de andere kant bezorgd over de toenemende afhankelijkheid van de VS die met deze aankoop op de loer ligt. Zijn er manieren om deze afhankelijkheid te voorkomen? Is het volgens de Minister het overwegen waard om voor, bijvoorbeeld, het Franse alternatief Missile de Croisière Naval te gaan, ondanks het mindere bereik? Wat zijn hierbij de afwegingen van het kabinet?

16. Antwoord van het kabinet

Bij het kiezen van een wapensysteem is het voor Defensie van belang operationeel het beste wapensysteem te kiezen, dat de benodigde slagkracht levert. De keuze is afhankelijk van onder andere technische specificaties, levertijden en de mogelijkheden om een wapen met meerdere partners in te zetten. Nederland moet de Tomahawk-kruisraketten soeverein kunnen inzetten. Dat was een van de criteria in de keuze, waarnaar ook gerefereerd wordt in de A-brief (Kamerstuk 27 830, nr. 391). Met het door Defensie opgerichte Joint Target Support Centre wordt soevereine inzet mogelijk gemaakt.

De leden van de Volt-fractie kijken kritisch naar de onderhandelingen tussen Rusland en Oekraïne. Rusland laat met zijn aanhoudende aanvallen op Oekraïne zien dat het vrede niet ziet zitten. Hoe zorgt de NAVO ervoor dat de druk op Rusland wordt aangehouden? Ziet de Minister een verband tussen de gesloten mineralendeal tussen Oekraïne en de VS en een hardere aanpak van Rusland door de VS?

17. Antwoord van het kabinet

Het kabinet constateert dat er tot op heden weinig bereidheid is vanuit Russische zijde om op serieuze wijze te onderhandelen. Daarom acht het kabinet voortgezette steun aan Oekraïne, in combinatie met druk op Rusland via sancties, de meest effectieve route naar een overeenkomst. Dit standpunt wordt breed gedeeld binnen de NAVO. Zowel de NAVO als organisatie als individuele bondgenoten blijven Oekraïne steunen, terwijl binnen de EU wordt gewerkt aan verdere sanctiemaatregelen. Het kabinet heeft kennisgenomen van de recent ondertekende grondstoffenovereenkomst tussen de VS en Oekraïne. Deze overeenkomst is overwegend positief ontvangen in Oekraïne. Zo wordt een gezamenlijk investeringsfonds voor het financieren van de wederopbouw van Oekraïne opgericht, waarbij de VS heeft aangekondigd dat militaire hulp ook onderdeel kan uitmaken van het fonds.

De Minister heeft benadrukt dat het van belang is om de hechte trans-Atlantische band en eenheid te blijven uitstralen. Is de Minister van mening dat dit standpunt ook gedragen wordt door zijn Amerikaanse collega’s, wanneer de Amerikaanse president Trump openlijk twijfelt aan welke partij de oorlog in Oekraïne precies is begonnen en zich openlijk uitspreekt voor de Russische erkenning van de Krim?

18. Antwoord van het kabinet

De trans-Atlantische relatie is hecht, met een lange historie en een brede waaier aan dossiers. Ook voor de VS is die trans-Atlantische relatie op veel terreinen zeer wezenlijk. Wat betreft onze collectieve veiligheid is de NAVO de hoeksteen, met de trans-Atlantische relatie als fundament daarvan. De VS blijft gecommitteerd aan de NAVO en laat betrokkenheid zien bij Oekraïne door de inzet op het bewerkstelligen van vrede.

Welke recente geluiden hoort de Minister precies over het terugtrekken van de Supreme Allied Commander Europe (SACEUR) door de VS? Zijn de Europese NAVO-bondgenoten bezig met een plan voor het geval dat dit scenario werkelijkheid wordt? Deelt de Minister de mening dat een dergelijk plan hoort bij het vormen van een sterke Europese NAVO-zuil?

19. Antwoord van het kabinet

De VS blijft gecommitteerd aan de NAVO en blijft een cruciale partner voor onze veiligheid en welvaart. Het kabinet wil niet speculeren over de manier waarop de VS zijn betrokkenheid bij de NAVO vorm geeft. Duidelijk is dat de Europese bondgenoten meer verantwoordelijkheid moeten nemen om de Euro-Atlantische veiligheid te waarborgen.

De leden van de Volt-fractie hebben tot slot kennisgenomen van het feit dat de Informele NAVO Ministeriële plaats zal vinden in Turkije. Naar verluidt hebben president Trump en de Turkse president Erdogan gesproken over het samen optrekken om de oorlog in Oekraïne te beëindigen. Hoe ziet de Minister dit voornemen? Is Turkije, net als Trump, van mening dat Oekraïne de Krim zou moeten opgeven? Hoe denkt Turkije over het NAVO-lidmaatschap van Oekraïne?

20. Antwoord van het kabinet

Turkije heeft rond de oorlog in Oekraïne vaker een bemiddelende rol op zich genomen, bijvoorbeeld rond het tot stand komen van het Black Sea Grain Initiative, en bij de gevangenenruil tussen Rusland en Oekraïne in augustus 2024. Daarnaast heeft Turkije zich altijd uitgesproken voor de territoriale integriteit van Oekraïne. Het Turkse standpunt is dat er geen sprake kan zijn van het opgeven van grondgebied door Oekraïne, tenzij Oekraïne hier zelf mee akkoord gaat. President Erdoğan riep in september 2024 op tot de teruggave van de Krim aan Oekraïne. Ook heeft Turkije zich positief uitgesproken over NAVO-toetreding van Oekraïne, mits hierover consensus is onder bondgenoten. Nederland heeft regelmatig contact met Turkije over Oekraïne.

Deze leden vragen ook hoe het ervoor staat met de opsluiting van Imamoglu, de burgemeester van Istanbul. Spreekt de Minister Turkije hier nog steeds op aan? Wat zijn hierbij de laatste ontwikkelingen?

21. Antwoord van het kabinet

Burgemeester İmamoğlu zit op dit moment nog steeds in de gevangenis. Het strafrechtelijke proces tegen hem is op dit moment gaande. Nederland heeft, bilateraal en ook in EU-verband, duidelijk zorgen uitgesproken over deze arrestatie. De Nederlandse ambassade in Turkije blijft het proces tegen İmamoğlu nauwgezet volgen en heeft tevens contact met de gemeente Istanboel.