Geannoteerde Agenda Raad Buitenlandse Zaken Defensie 20 mei 2025
Defensieraad
Brief regering
Nummer: 2025D20783, datum: 2025-05-12, bijgewerkt: 2025-07-10 14:35, versie: 3 (versie 1, versie 2)
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-21501-28-283).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: R.P. Brekelmans, minister van Defensie (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 21501 28-283 Defensieraad.
Onderdeel van zaak 2025Z09045:
- Indiener: R.P. Brekelmans, minister van Defensie
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Defensie
- 2025-05-14 14:37: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-05-15 10:00: Raad Buitenlandse Zaken Defensie van 20 mei 2025 (Commissiedebat), vaste commissie voor Defensie
- 2025-05-22 10:45: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Defensie
- 2025-09-04 00:00: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2024-2025 |
21 501-28 Defensieraad
Nr. 283 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 mei 2025
Hierbij ontvangt u de geannoteerde agenda voor de Raad Buitenlandse Zaken (RBZ) met Ministers van Defensie die op 20 mei in Brussel plaatsvindt. Op de agenda staat als eerste agendapunt de militaire EU-steun aan Oekraïne. Daarna wordt in het kader van EU Defense Readiness gesproken over vervolgstappen om te komen tot gezamenlijke aanschaf en ontwikkeling van capabilities. Aansluitend op de RBZ Defensie zal er een Bestuursraad van het Europees Defensie Agentschap (EDA) plaatsvinden. Tijdens deze bijeenkomst zullen de Ministers van Defensie spreken over de rol van het EDA bij de gezamenlijke aanpak van capability tekortkomingen.
A. Geannoteerde agenda
1. Militaire EU-steun aan Oekraïne
De Ministers van Defensie zullen spreken over de voortdurende Russische agressieoorlog tegen Oekraïne en de rol die de EU kan vervullen in het steunen van Oekraïne. De Raad zal stilstaan bij de recente ontwikkelingen op het gebied van het door de VS geleide onderhandelingsproces en de uitwerking van een duurzame vrede.
Nederland blijft Oekraïne onverminderd steunen. De veiligheid van Oekraïne is onlosmakelijk verbonden met de veiligheid van de rest van Europa. De dreiging die van de Russische Federatie uitgaat, manifesteert zich in Oekraïne, maar is daartoe niet beperkt. Om Oekraïne in staat te stellen zich te blijven verdedigen en vanuit een krachtige positie te onderhandelen over een duurzame vrede, is het van belang om de militaire steun op te schalen. Hoge Vertegenwoordiger (HV) Kallas heeft het initiatief genomen om additionele militaire steun aan Oekraïne te leveren in 2025. De EU-lidstaten gezamenlijk hebben tot dusver reeds circa € 23 mld. aan militaire steun voor Oekraïne gecommitteerd voor 2025. Het kabinet pleit voor € 40 mld. aan leveringen door EU-lidstaten in 2025.
Het kabinet heeft met de Voorjaarsnota € 3.5 mld. extra beschikbaar gesteld voor steun aan Oekraïne, en roept andere landen op om eveneens aanvullende bijdragen te doen. Om de militaire materiele steun vorm te geven wordt nauw samengewerkt met partners, zowel nationaal als internationaal en zowel met overheden als het bedrijfsleven. Ter implementatie van de Veiligheidsovereenkomst die Nederland en Oekraïne vorig jaar tekenden wordt gewerkt aan het intensiveren van samenwerking op het gebied van de defensie-industrie. Daartoe worden de meest impactvolle mogelijkheden voor capaciteitsontwikkeling en innovatie geïdentificeerd. Met deze samenwerking ondersteunen we Oekraïne en bouwen we gezamenlijk kennis op voor de versterking van onze krijgsmachten.
2. Defensie gereedheid
De Commissie presenteerde op 19 maart het Witboek Europese Defensie – Gereedheid 2030 («Witboek»). Hierin zetten de Commissie en de HV hun plannen uiteen om EU-lidstaten te helpen volledig militair gereed te zijn in 2030.1 De Raad zal spreken over de implementatie en voortgang van het Witboek. Onderdeel van deze plannen zijn het vergroten van militaire vermogens (capabilities) van de lidstaten, versterken van de Europese defensie-industrie, stimuleren van partnerschappen met derde landen en het bieden van extra financieringsopties.
De Europese regeringsleiders hebben tijdens de Europese Raad van 6 maart 2025 de prioriteiten vastgesteld voor de gezamenlijke ontwikkeling van capabilities (militaire vermogens).2 Deze prioriteiten zijn in lijn met de NAVO-doelstellingen en de Capability Development Priorities (CDP) van het EDA. Naar verwachting zal tijdens de RBZ gesproken worden over de manier waarop lidstaten hier concreet invulling aan kunnen geven. Het kabinet onderschrijft het belang van een gezamenlijke aanpak van kritieke capability tekortkomingen
Eén van de capabilities waarop de EU zich richt, is militaire mobiliteit. De EU heeft een cruciale rol door te investeren in infrastructuur en het harmoniseren van nationale wetgeving van lidstaten. Zo heeft de Commissie via het huidig Meerjarig Financieel Kader (MFK) in totaal € 1,76 mld. co-financiering toegekend aan 95 dual use infrastructuurprojecten in 21 lidstaten.3 Nederland heeft in totaal € 51 mln. subsidie ontvangen en daarmee twee dual use infrastructuurprojecten kunnen financieren: een spooraansluiting op een terminal in de haven van Vlissingen en de aanpassing van vijf spooremplacementen zodat deze geschikt zijn voor langere treinen. Het kabinet acht het van groot belang om militaire mobiliteit te verbeteren, omdat snelle en efficiënte verplaatsing van militair materieel en personeel een belangrijke voorwaarde is voor effectieve verdediging en afschrikking, ook in NAVO-verband.4 Zoals blijkt uit het rapport van de Europese Rekenkamer en het verslag van de Commissie en de HV heeft de EU nog de nodige stappen te zetten ter verbetering van militaire mobiliteit binnen de EU.5 Het kabinet pleit ervoor dat de Commissie hier werk van maakt en kijkt uit naar de in het Witboek door de Commissie aangekondigde voorstellen ter verbetering van militaire mobiliteit.
In lijn met de prioriteiten uit het Witboek moet de EU zich inzetten voor het versterken van de Europese defensie-industrie, zodat die in staat is om Europese krijgsmachten van de meest geavanceerde defensiecapaciteiten te voorzien. Voor het versterken van de defensie-industrie is gezamenlijke aanschaf en ontwikkeling van capabilities cruciaal. Daarom is het van belang dat er snel een akkoord wordt bereikt op initiatieven die dit aanjagen, zoals het Europees Defensie-Industrie Programma (EDIP) en de SAFE verordening. Nederland blijft zich inzetten voor openheid voor samenwerking met (industrie uit) derde landen.
Een belangrijk onderdeel van de Nederlandse inzet is het streven naar het verminderen van juridische barrières voor de inzet en gereedstelling van nationale krijgsmachten. Het kabinet steunt het voornemen van de Commissie om een voorstel te doen voor een Defence Omnibus Simplification, dat zich richt op het op EU-niveau wegnemen van juridische knelpunten voor de defensie-industrie. Het kabinet zou graag zien dat de Commissie een analyse maakt en oplossingen aandraagt voor knellende EU wetgeving voor de gereedstelling van de krijgsmachten van de EU, niet alleen voor de defensie-industrie.
B. EDA Bestuursraad
Aansluitend op de RBZ zal de Bestuursraad van het EDA plaatsvinden. Tijdens deze bijeenkomst, waar Generaal-Majoor Andre Denk voor het eerst aanwezig zal zijn als de nieuwe Chief Executive van het EDA, zal gesproken worden over de rol van het EDA bij de gezamenlijke aanpak van capability tekortkomingen. Het kabinet is van mening dat het EDA een belangrijke rol moet spelen in gezamenlijke aanschaf en ontwikkeling. Het kabinet heeft op initiatief van het EDA tijdens de vorige EDA Bestuursraad intentieverklaringen getekend op het gebied van Loitering munitions, Integrated Air & Missile Defence (IAMD) en de European Combat Vessel.6 Nederland werkt samen met andere lidstaten en het EDA aan de verdere uitwerking hiervan. Dit gebeurt onder meer via de EDA Priority Implementation Roadmaps. In deze roadmaps wordt uitgewerkt welke acties, op zowel korte- als middellange- en lange termijn, nodig zijn om invulling aan deze capabilities te geven. Hierbij valt bijvoorbeeld voor IAMD te denken aan vraagbundeling en gezamenlijke aanschaf van munitie op de korte termijn, en aan de gezamenlijke ontwikkeling van nieuwe detectie-technologie en systemen op langere termijn.
De Minister van Defensie,
R.P. Brekelmans
Kabinetsappreciatie Witboek Europese Defensie Gereedheid 2030 d.d. 11 april 2025 (2025D16558).↩︎
De capabilities zijn: 1) lucht- en raketverdediging, 2) artilleriesystemen, 3) munitie en raketten, 4) drones en counter-drone systemen, 5) militaire mobiliteit, 6) kunstmatige intelligentie, quantum, cyber en elektronische oorlogsvoering en 7) strategische enablers waaronder space shield, strategisch luchttransport, air-to-air refuelling en maritime domain awareness.↩︎
Gezamenlijk Verslag van de Commissie en de HV over de uitvoering van het Actieplan Militaire Mobiliteit 2.0. (JOIN(2025)11) d.d. 21 maart 2025↩︎
Zie ook Kabinetsreactie Speciaal Verslag Europese Rekenkamer over Militaire Mobiliteit in de EU d.d. 14 april 2025 (Kamerstuk 24 202-47)↩︎
Europese Rekenkamer: Speciaal Verslag «Militaire mobiliteit in de EU – Niet op volle snelheid door tekortkomingen in het ontwerp en belemmeringen onderweg» d.d. 5 februari 2025 en (JOIN(2025)11) d.d. 21 maart 2025.↩︎
Zoals gemeld in het verslag van de informele Raad Buitenlandse Zaken Defensie d.d. 19 november 2024 (Kamerstuk 21 501-28, nr. 274).↩︎