Geannoteerde agenda voor de informele Raad Algemene Zaken - Cohesie van 21 mei in Warschau
Milieuraad
Brief regering
Nummer: 2025D20851, datum: 2025-05-13, bijgewerkt: 2025-05-14 13:20, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: D.S. Beljaarts, minister van Economische Zaken
Onderdeel van kamerstukdossier 21501 08-996 Milieuraad.
Onderdeel van zaak 2025Z09069:
- Indiener: D.S. Beljaarts, minister van Economische Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Economische Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- 2025-05-14 12:00: Informele Raad Algemene Zaken Cohesiebeleid d.d. 20 en 21 mei 2025 (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Europese Zaken
- 2025-05-14 14:37: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-05-22 11:30: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Europese Zaken
Preview document (🔗 origineel)
Geachte Voorzitter,
Op woensdag 21 mei 2025 vindt de informele Raad van EU-ministers responsible for Cohesion Policy, Territorial Cohesion and Urban Matters plaats in Warschau. Tijdens deze Raad zal worden gesproken over de mogelijkheden om de territoriale dimensie binnen EU-, nationaal en regionaal beleid te behouden en te versterken en wordt naar verwachting een gezamenlijke verklaring aangenomen, waarin het belang van de territoriale en stedelijke dimensie in de EU wordt benadrukt. Hierbij zend ik u, mede namens de minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, uw Kamer de geannoteerde agenda voor deze Raad.
Dirk Beljaarts
Minister van Economische Zaken
Gespreksonderwerpen
Op het moment van schrijven zijn nog er nog geen stukken voor de informele Raad verspreid. Wel is bekend dat de nadruk van de bijeenkomst zal liggen op de zogenaamde gebiedsgerichte benadering, en het gezamenlijk vergroten van de territoriale gevoeligheid van beleid en regelgeving. Dit in het licht van nieuwe EU-prioriteiten, zoals weerbaarheid en concurrentievermogen, en andere belangrijke uitdagingen, zoals huisvesting. Bekend is ook dat het Poolse voorzitterschap inzet op gecombineerde aanbevelingen voor cohesie-, territoriaal en stedelijk beleid. Deze zullen worden opgenomen in een ministeriële Joint Declaration (hierna: de verklaring), die naar verwachting tijdens de bijeenkomst zal worden aangenomen.
Het is voor Nederland van belang dat EU-beleid en -regelgeving rekening houdt met regionale kenmerken, en dat EU-lidstaten ruimte wordt geboden om de uitdagingen waar we in Europa voor staan ‘regio-specifiek’ het hoofd te bieden. Nederland heeft in EU-verband herhaaldelijk benadrukt dat voorstellen voor Europese regelgeving moeten worden voorzien van een effectbeoordeling om de gevolgen voor regeldruk, uitvoering en handhaving in te kunnen schatten en dat indien relevant daarbij ook sectoroverstijgende effecten op bijvoorbeeld verkeer, natuur en woningbouw in kaart moeten worden gebracht.
Een tweede gespreksonderwerp tijdens de bijeenkomst is de betekenis van de nieuwe EU-prioriteiten voor regio’s en steden (waaronder weerbaarheid en de samenhang tussen concurrentievermogen, verduurzaming, sociale inclusie en huisvesting) en hoe regio’s en steden hieraan kunnen bijdragen.
Ten slotte zal worden gesproken over de rol van steden en regio’s in de EU. Voor Nederland is het van belang dat de positie van steden en regio’s in de EU geborgd wordt in onder meer de toekomstige Policy Agenda for Cities1 (PAC) van de Europese Commissie (hierna: de Commissie). Nederland zet onder meer in op vermindering van Europese regel- en implementatiedruk voor steden, in lijn met het interbestuurlijke non-paper Proposals for better regulation in times of transition2.
Informele Ministeriële Verklaring (Joint Declaration)
Nederland heeft bij het opstellen van de verklaring benadrukt
niet vooruit te willen lopen op de onderhandelingen over het toekomstig
Meerjarig Financieel Kader (MFK) en de tussentijdse herziening van het
cohesiebeleid. Met de verklaring roepen de ministers de Commissie op om
ervoor te zorgen dat de strategische, wetgevende en financiële kaders
van de EU rekening houden met de territoriale dimensie en effectief
bijdragen aan het aanpakken van de gezamenlijke uitdagingen en
EU-prioriteiten. De verklaring wijst op de ongelijke geografische impact
van de mondiale uitdagingen, die een bedreiging vormen voor de
veerkracht en het concurrentievermogen van de EU. Dit vraagt om een
beter gecoördineerde respons die rekening houdt met de verschillen
tussen regio’s en met de principes van subsidiariteit en
proportionaliteit. De verklaring benadrukt daarnaast ook de centrale rol
die steden hebben bij het faciliteren van concurrentievermogen,
innovatie en sociale en culturele ontwikkeling. Dit vraagt om een goede
samenhang tussen ruimtelijk en economisch beleid, volkshuisvesting,
publieke infrastructuur en verduurzaming, waarbij een plaats-sensitieve
aanpak noodzakelijk is. Dit sluit goed aan op de inzet van het kabinet
om integrale gebiedsgerichte ruimtelijke keuzes te maken3.
In de verklaring wordt ook de cruciale rol van betere regelgeving
benadrukt. Dit past in het streven van het kabinet om de kwaliteit van
EU-wet- en regelgeving en de wijze waarop die wet- en regelgeving tot
stand komt, wordt uitgevoerd en gehandhaafd, te verbeteren. Het
aanpakken van onnodige regeldruk is voor dit kabinet een
topprioriteit.
Nederland heeft tijdens de onderhandelingen over de verklaring onder
meer aandacht gevraagd voor het belang van een goede analyse van de
lokale en regionale impact van EU-beleid en -regelgeving met een
territoriale dimensie. Dit komt het maken van integrale ruimtelijke
keuzes ten goede. Nederland is immers een klein land met grote
ruimtelijke opgaven. Inzicht in ruimtelijke consequenties is daarom
noodzakelijk. De prominente positie die de territoriale impact
assessment (TIA) heeft gekregen in de verklaring is dan ook
positief.
Daarnaast heeft Nederland voor de toekomstige Policy Agenda for Cities
aangedrongen op een sterke positie voor betere regelgeving, voorkomen
van additionele administratieve lasten, gebruik van bestaande netwerken
en gremia, en een goede afstemming met de Europese Agenda Stad4. Nederland heeft bovendien
aangegeven dat de PAC in overleg met steden, regio’s, lidstaten en
stakeholders moet worden opgesteld.
Het kabinet ziet dat de bovenstaande voor Nederland belangrijke
elementen goed in de verklaring staan opgenomen. Nederland kan daarom
instemmen met de verklaring.
Mission Letter voor executive vice-president Fitto, 17 september 2024: ‘you should put forward an ambitious Policy Agenda for Cities’↩︎
Non-paper by NL, CZ, IT, DK, SE: Proposals for better regulation in times of transition, 16 juni 2024↩︎
Regeerprogramma Uitwerking van het hoofdlijnenakkoord door het kabinet, 13 september 2024, Hoofdstuk 3A.↩︎
Pact van Amsterdam, 30 mei 2016↩︎