Uitkomst Voorjaarsnota Nedersaksenlijn en Lelylijn
Vaststelling van de begrotingsstaat van het Mobiliteitsfonds voor het jaar 2025
Brief regering
Nummer: 2025D21050, datum: 2025-05-13, bijgewerkt: 2025-05-14 11:09, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: C.A. Jansen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat (Ooit PVV kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 36600 A-59 Vaststelling van de begrotingsstaat van het Mobiliteitsfonds voor het jaar 2025.
Onderdeel van zaak 2025Z09150:
- Indiener: C.A. Jansen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2025-05-15 14:12: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-05-21 12:15: Procedurevergadering IenW (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
Preview document (🔗 origineel)
Geachte voorzitter,
De Kamer is op 18 april jl. geïnformeerd over de Voorjaarsnota 2025. Deze brief gaat specifiek in op wat dit betekent voor de Lelylijn en Nedersaksenlijn.
In aanloop naar de besluitvorming over de Voorjaarsnota hebben de onderhandelingen tussen de fractievoorzitters van de coalitiepartijen geresulteerd in een voorstel om een reservering van €1,9 miljard te maken voor een MIRT-verkenning voor de Nedersaksenlijn en voor investeringen voor diverse andere infrastructurele projecten in Noord-Nederland. Hieronder vallen aanvullende middelen voor de zogenoemde flessenhals Meppel op het bestaande spoor. Het geld hiervoor komt uit de eerder getroffen reservering voor de Lelylijn.
De uitkomst van de onderhandelingen is door het kabinet bekrachtigd. Daarmee heeft het kabinet ook impliciet het besluit genomen om de gewijzigde motie van Olger van Dijk1 over het gereserveerd houden van de middelen voor de Lelylijn niet uit te voeren. De motie Pierik en Olger van Dijk2 over het bezien wat nodig is voor een MIRT-verkenning naar de Nedersaksenlijn kan wel worden uitgevoerd. Over de mogelijke maatregelen rondom Meppel ontvangt u binnenkort een aparte brief.
Op 25 april jl. heeft een delegatie van het kabinet met de vijf Commissarissen van de Koning en de vijf Gedeputeerden mobiliteit van de betrokken provincies over de uitkomst van de Voorjaarsnota gesproken. Wij vinden het begrijpelijk dat dit besluit tot ambivalente gevoelens heeft geleid. Enerzijds wordt positief ervaren dat er nu mogelijkheden zijn om een MIRT-verkenning te starten voor de Nedersaksenlijn. Anderzijds was de teleurstelling bij de regio duidelijk voelbaar en hoorbaar over het grotendeels vervallen van de reservering voor de Lelylijn.
Ook in dit overleg hebben we benadrukt dat het kabinet met de Lelylijn aan de slag blijft als onderdeel van het Deltaplan Noordelijk Nederland door middel van het Masterplan Lelylijn. In het Masterplan worden onder andere de financierbaarheid en mogelijke financieringsopties van de Lelylijn nader uitgewerkt. De intentie is de uitkomst eind 2026 te kunnen presenteren.
Met het vrijgemaakte budget kan nu een vervolgstap naar een MIRT-verkenning voor de Nedersaksenlijn worden gezet. Het kabinet is voornemens om bij het BO-MIRT van dit najaar de startbeslissing voor de MIRT-verkenning nemen. Met de komst van de Nedersaksenlijn wordt het oostelijke deel van Groningen en Drenthe per spoor verbonden met Overijssel, de stad Groningen en de Eemshaven. Dit geeft een belangrijke impuls voor de leefbaarheid, woningbouw, bereikbaarheid van banen, onderwijs en voorzieningen en daarmee aan de kansen voor de inwoners en bedrijven in dit gebied. De Kamer wordt middels de MIRT-brief in het najaar over de startbeslissing van de MIRT-verkenning naar de Nedersaksenlijn geïnformeerd.
Zoals op 31 maart aangegeven in de Kamerbrief over mogelijke vervolgstappen Lelylijn en Nedersaksenlijn3 verkent het kabinet verschillende mogelijkheden om eventuele volgende investeringen in grootschalige infrastructuur te kunnen uitvoeren en bekostigen. Het gaat hierbij nadrukkelijk om projecten waar nog geen besluiten over zijn genomen en waar het besluit door dit kabinet of een van de volgende kabinetten wordt genomen. Een onderdeel van de verkenning is de vraag of en hoe de projecten in de praktijk mogelijk te realiseren zijn gegeven verschillende uitdagingen waaronder de schaarse stikstof -en fysieke ruimte, de krappe arbeidsmarkt en de toenemende vraag aan beheer en onderhoud. Dit traject is in de ogen van het kabinet ook relevant voor de Lelylijn. Voor de zomer wordt de Kamer hierover geïnformeerd.
Met de uitkomst van de Voorjaarsnota kan er een MIRT-verkenning worden gestart voor de Nedersaksenlijn. Tegelijkertijd wordt met het Masterplan verder gewerkt aan de Lelylijn. Het is van belang dat Rijk en regio gezamenlijk blijven optrekken in de vervolgstappen voor zowel de Nedersaksenlijn als de Lelylijn. Ook is het kabinet aan de slag met de Uitvoeringsstrategie langjarige infrastructuur en woningbouw, ook relevant voor de Lelylijn. Daarmee bieden we perspectief voor de bereikbaarheid en leefbaarheid Noord-Nederland op zowel de korte, middellange als lange termijn. Maar bieden we boven alles kansen voor de inwoners en bedrijven in het noorden van ons land.
Hoogachtend,
DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT - OPENBAAR VERVOER EN MILIEU,
C.A. Jansen