Gewasbescherming: stand van zaken moties en toezeggingen van waterkwaliteit gerelateerde onderwerpen
Gewasbeschermingsbeleid
Brief regering
Nummer: 2025D21114, datum: 2025-05-13, bijgewerkt: 2025-05-14 11:32, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: F.M. Wiersma, minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
- Impactanalyse stoppen van gebruik van bestrijdingsmiddelen in grondwaterbeschermingsgebieden
- Beslisnota bij Gewasbescherming: stand van zaken moties en toezeggingen van waterkwaliteit gerelateerde onderwerpen
Onderdeel van kamerstukdossier 27858 -712 Gewasbeschermingsbeleid.
Onderdeel van zaak 2025Z09160:
- Indiener: F.M. Wiersma, minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
- 2025-05-15 14:12: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-05-21 11:15: Procedurevergadering LVVN (Procedurevergadering), vaste commissie voor Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
Preview document (🔗 origineel)
Geachte Voorzitter,
Hierbij informeer ik u, mede namens de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, hoe ik uitvoering heb gegeven aan enkele moties en toezeggingen over aan waterkwaliteit gerelateerde gewasbeschermingsdossiers.
Mijn beleid inzake gewasbeschermingsmiddelen richt zich in essentie op het terugdringen van de afhankelijkheid en de risico’s van deze middelen via de sporen toelating, toepassing en toezicht.
Grondwaterbeschermingsgebieden
De motie Tj. de Groot verzoekt de regering ‘het gebruik van bestrijdingsmiddelen in grondwaterbeschermingsgebieden te stoppen’ (Kamerstuk 27858, nr. 587). Bestrijdingsmiddelen is de verzamelterm voor gewasbeschermingsmiddelen en biociden en deze worden zowel binnen als de buiten de landbouw gebruikt. Met een brief van 8 mei 2024 is uw Kamer geïnformeerd over de eerste fase van een uitgevoerde impactanalyse, de quickscan (Kamerstuk 27858, nr. 653). De verdiepende studie hierop, ímpactanalyse, is als bijlage toegevoegd aan deze brief1 (Rapport 2025-14, Impactanalyse stoppen van gebruik van bestrijdingsmiddelen in grondwaterbeschermingsgebieden). Het rapport levert informatie en bouwstenen voor besluitvorming of een generiek verbod op het gebruik van bestrijdingsmiddelen in grondwaterbeschermingsgebieden geschikt, noodzakelijk en evenredig is. En geeft aan welke alternatieve maatregelen er zijn om de kwaliteit van het grondwater voor drinkwaterwinning te beschermen.
Gezien de impact van mogelijke maatregelen, zoals het in de motie gesuggereerde generieke verbod, op het gebruik van bestrijdingsmiddelen in grondwaterbeschermingsgebieden en de verantwoordelijkheid van provincies voor grondwaterbeschermingsgebieden, wil ik, samen met de minister van IenW, eerst met provincies verder in overleg over de opties die zijn beschreven in het rapport. Na het zomerreces zal ik u informeren over de uitkomst van die besprekingen.
Toelating en toepassing afstemmen op KRW normen.
Toelating nationaal
Ik heb toegezegd2 u te informeren over mijn overleg met de Minister van IenW over het in overeenstemming brengen van de toelating van gewasbeschermingsmiddelen met de normering van de KRW. Het is een onderdeel van de uitvoering van de motie Grinwis cs3 (Kamerstuk 27858, nr. 663). Naar aanleiding hiervan kan ik u melden dat voor middelen op basis van werkzame stoffen die vallen onder de categorie KRW genormeerde stoffen4 en waarvan structureel normoverschrijdingen worden gemeten in oppervlaktewater, de toelating zal worden herbeoordeeld. Een analyse die is uitgevoerd in het KRW Impulsprogramma liet zien dat van 11 stoffen in nog toegelaten gewasbeschermingsmiddelen, normoverschrijdingen zijn gemeten. Om toelatingen met deze stoffen te herbeoordelen worden de volgende stappen in gang gezet.
Selectiemethodiek
Er wordt een methodiek ontwikkeld waarmee het Ctgb, op basis van de meetgegevens in de Bestrijdingsmiddelenatlas, de werkzame stoffen kan selecteren die structureel tot normoverschrijdingen hebben geleid. Dit om, conform de interpretatie van de Europese Commissie hoe om te gaan met KRW normoverschrijdingen, aannemelijk te maken dat de overschrijding het gevolg is van toepassing volgens de wettelijke gebruiksvoorschriften.Beoordelingsmethodiek
Parallel daaraan wordt een wetenschappelijk model ontwikkeld hoe toelatingen moeten worden beoordeeld aan de KRW normen. De huidige modellen gaan uit van de toelatingscriteria in het kader van Verordening (EG) nr. 1107/2009 en blootstelling in de kavelsloot. Dat moet worden vertaald naar KRW- normen in KRW waterlichamen. WUR heeft inmiddels de vraag gekregen hiervoor dit jaar een interim-beoordelingsmethodiek te ontwikkelen die in 2026 kan worden ingezet in afwachting van de definitieve methodiek.Nationaal-rechterlijke grondslag
De onder 1 en 2 genoemde selectie- en beoordelingsmethodiek, zullen in regelgeving worden vastgelegd. Daarvoor dienen ook uitvoeringstoetsen en publieke consultaties plaats te vinden.
Voor het geheel van de drie voornoemde stappen moet rekening worden gehouden met een doorlooptijd van circa twee jaar.
Toelating Europees
Daarnaast is het van belang dat in de toekomst de normstelling van toelatingscriteria en KRW- milieukwaliteitsnormen voor in ieder geval de EU geharmoniseerde prioritaire stoffen op elkaar worden afgestemd. Dat zorgt voor een gelijk speelveld tussen EU lidstaten, vermindert de grensoverschrijdende belasting door gewasbeschermingsmiddelen én het risico dat achteraf, op basis van meetgegevens, toelatingen tussentijds moeten worden herbeoordeeld. De Europese Commissie is ambtelijk al geïnformeerd over deze Nederlandse wens. Zowel het ministerie van LVVN als het ministerie van IenW zal dat ook inbrengen in Europees overleg. Dit proces, indien de Europese Commissie en andere EU lidstaten daarvan overtuigd kunnen worden, vraagt een doorlooptijd van meerdere jaren.
Gezien de doorlooptijd van beide processen – nationaal en Europees – en omdat er naast de KRW genormeerde stoffen ook andere werkzame stoffen in gewasbeschermingsmiddelen zitten die de ecologische kwaliteit van het oppervlaktewater nadelig kunnen beïnvloeden, is het belangrijk dat de agrarische sector volop inzet op minder gebruik van gewasbeschermingsmiddelen, voorkómen van emissies en strikte naleving van de wettelijke gebruiksvoorschriften.
Ondersteuning LTO/NAJK sectorplan
Bij motie Van der Plas/Vedder (Kamerstuk 27858, nr. 688) verzocht uw Kamer het Kabinet ‘met prioriteit uitvoering te geven aan het plan van NAJK en LTO voor verbetering van de waterkwaliteit’. In het Commissiedebat gewasbescherming van november 2024 heb ik gemeld het plan van LTO en NAJK te waarderen en te willen steunen maar dat daarvoor in 2025 de financiële middelen ontbreken. Ik ben ter invulling van de motie in overleg met de sectorpartijen op welke manier ik dit jaar op andere manieren het plan kan ondersteunen. De uitwerking en uitvoering ligt bij de sector zelf. Doel is om in ieder geval in enkele gebieden al dit jaar/teeltseizoen (2025) een start te maken. Daartoe ben ik in afwachting van een concreet project voorstel van de sector (werktitel Waterdichte Kaders). In het kader van het KRW impulsprogramma en de motie Grinwis over terugkoppeling van meetgevens heeft het ministerie van IenW het CLM een stappenplan laten ontwikkelen hoe die terugkoppeling kan plaatsvinden. Dit draagt bij aan de pilots in het initiatief Waterdichte Kaders. Ondersteuning in 2026 en verder maakt onderdeel uit van de besprekingen over de begroting 2026 en de extra middelen die dit kabinet met het Regeerprogramma wil investeren in de agrarische sector.
Beoordelingsmethodiek emissies naar water (Toezegging TZ202412-0085)
Via het onderzoeksprogramma Beleidsondersteunend Onderzoek – Beoordelingsmethodieken Toelating Gewasbeschermingsmiddelen (BO-BTG) wordt door wetenschappers van WUR en RIVM continu gewerkt aan verbetering en ontwikkeling van beoordelingsmethodieken.
Zoals toegezegd informeer ik u over een nieuw beoordelingsmodel inzake emissies naar water. In de huidige beoordeling van toelatingsaanvragen van gewasbeschermingsmiddelen, maakt het Ctgb gebruik van een methodiek die de belangrijkste emissieroute naar oppervlaktewater - via drift/verwaaiing - in beeld brengt. Inmiddels is een eerste versie ontwikkeld van een methodiek (Drainbow) die naast drift/verwaaiing, ook rekening houdt met emissies naar het oppervlaktewater via drainage en atmosferische depositie. Die eerste versie is gereed voor laanbomenteelt en fruitteelt en een uitbreiding naar akkerbouw (grootste open teelt) wordt naar verwachting in het najaar van 2025 opgeleverd. Zodra de beoordelingsmethodiek gereed is en uit een uitvoeringstoets blijkt dat het voor het Ctgb in praktijk ook werkbaar is, zal de methodiek met een juridische grondslag worden aangeboden aan het Ctgb.
Hoogachtend,
Femke Marije Wiersma
Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
[1] Toezegging TZ202412-010: De minister van LVVN zal medio april terugkomen op diverse gedane toezeggingen aan de leden Podt, Holman en Kostic en onbeantwoorde vragen van het lid Podt.↩︎
Toezegging TZ202412-006: De minister van LVVN zal de Kamer begin 2025 informeren over de verschillende routes en opties die zij en de bewindspersonen van Infrastructuur en Waterstaat zien voor het in lijn brengen van de toetsingskaders van het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden met de Kaderrichtlijnwater↩︎
‘verzoekt de regering ervoor zorg te dragen dat de toelating van gewasbeschermingsmiddelen door het Ctgb en de toepassing van deze middelen in overeenstemming worden gebracht met de normering van de Kaderrichtlijn Water’.↩︎
Prioritaire stoffen en specifiek verontreinigende stoffen↩︎
Toezegging TZ202412-008): De minister van LVVN zal de Kamer medio april informeren over het model dat in ontwikkeling is voor de toetsing van de toelating van middelen inzake drainage en emissies naar water↩︎