[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van het lid Teunissen over de megaboete die Greenpeace moet betalen aan de eigenaar van een Amerikaanse oliepijpleiding

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2025D21185, datum: 2025-05-14, bijgewerkt: 2025-05-15 10:59, versie: 2 (versie 1)

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2025Z06041:

Preview document (🔗 origineel)


AH 2186

2025Z06041

Antwoord van staatssecretaris Struycken (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 14 mei 2025)

Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2024-2025, nr. 2028

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht 'Greenpeace moet megaboete betalen aan eigenaar Amerikaanse oliepijpleiding'?1

Antwoord op vraag 1

Ja.

Vraag 2

Hoe beoordeelt u de uitspraak van de Amerikaanse rechter die Greenpeace International veroordeelt tot het betalen van een schadevergoeding van circa 404 miljoen Dollar aan Energy Transfer?

Antwoord op vraag 2

Het kabinet heeft kennisgenomen van berichtgeving over de betreffende uitspraak en onthoudt zich van een inhoudelijke beoordeling van die uitspraak. Ik kan wel in meer algemene zin ingaan op de voorzieningen die het Nederlandse recht kent ten aanzien van de erkenning en tenuitvoerlegging van buitenlandse civiele vonnissen in Nederland (zie het antwoord op vraag 6).

Vraag 3

Deelt u de zorg dat deze uitspraak een afschrikkend effect kan hebben op demonstranten en acties van milieuorganisaties? Zo nee, waarom niet?

Vraag 4

Welke gevolgen kan deze uitspraak hebben voor de vrijheid van meningsuiting en het recht op vreedzaam protest, zowel in de Verenigde Staten als internationaal?

Antwoord op vragen 3 en 4

Het kabinet onthoudt zich van een inhoudelijke beoordeling van individuele zaken. Deze zaak is nog onder de rechter, aangezien Greenpeace, voor zover mij bekend, op het moment van het beantwoorden van uw vragen nog beroep kan aantekenen.

In algemene zin zijn het recht op vrijheid van meningsuiting en het recht op vrijheid van betoging essentiële onderdelen van een democratische rechtsstaat. Zij stellen burgers in staat om zich (collectief) uit te spreken. Het kabinet hecht daarom veel waarde aan deze grondrechten en spant zich in om het demonstratierecht van iedereen, ongeacht de inhoud van de boodschap, te faciliteren, omdat demonstraties een belangrijke manier zijn voor burgers om hun mening te laten horen en aandacht te vragen voor bepaalde onderwerpen.

Deze rechten zijn beschermd in onze Grondwet, het EU-Grondrechtenhandvest, het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en in internationale mensenrechtenverdragen waar een groot aantal landen partij bij zijn.
Net als Nederland is de Verenigde Staten ook partij bij het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten. Het dreigen met of het opleggen van een hoge boete of een hoge schadevergoeding voor het uitoefenen van deze fundamentele rechten kan een afschrikkende werking hebben, het zogenoemde chilling effect, op burgers of belangenorganisaties. Het kan mensen of organisaties ervan weerhouden in de toekomst hun mening te uiten of te gaan demonstreren.

Vraag 5

Bent u bereid om in Europees en internationaal verband aandacht te vragen voor de bescherming van het recht op vreedzaam protest en de vrijheid van meningsuiting voor milieuorganisaties?

Antwoord op vraag 5

Nederland zet zich in en blijft zich in Europees en internationaal verband inzetten voor de bescherming van fundamentele rechten. De vrijheid van meningsuiting en het recht op vrijheid van betoging zijn essentieel in een democratische rechtsstaat. Het demonstratierecht van onder andere milieuorganisaties wordt beschermd onder het Internationaal verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, dat ook voor de Verenigde Staten geldt. In Europees verband zijn het EU-Grondrechtenhandvest en, voor verdragspartijen, ook het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en het Verdrag van Aarhus relevant.

Vraag 6

Welke mogelijkheden ziet u om Nederlandse en Europese milieuorganisaties maar ook journalisten en belangenorganisaties, te beschermen tegen soortgelijke juridische acties van grote bedrijven en hoe verhoudt zich dat tot de implementatie anti-SLAPP-richtlijn (strategic lawsuit against public participation)?

Antwoord op vraag 6

Ook in Europees verband wordt het belang van het kunnen deelnemen aan het publieke debat onderkend. Dat heeft onder meer geleid tot de EU-richtlijn 2024/1069 betreffende bescherming van bij publieke participatie betrokken personen tegen kennelijk ongegronde vorderingen of misbruik van procesrecht (‘strategische rechtszaken tegen publieke participatie’). Deze richtlijn bevat maatregelen die mensen en organisaties die actief zijn in het publieke debat, kunnen gebruiken om zich te verweren tegen juridische procedures die worden aangespannen met het doel om hen het zwijgen op te leggen. Dergelijke rechtszaken staan ook wel bekend onder de Engelstalige afkorting SLAPP (Strategic Lawsuits Against Public Participation). Het Nederlandse burgerlijk (proces)recht voldoet al aan de meeste maatregelen uit deze richtlijn. Zo kan de Nederlandse rechter een einde maken aan een geding als sprake is van misbruik van procesrecht en een vergoeding voor de volledige proceskosten aan het SLAPP-doelwit toekennen. Onlangs is bij uw Kamer het implementatiewetsvoorstel ingediend waarmee ook de laatste wijzigingen in het Nederlandse (proces)recht worden doorgevoerd, zodat de richtlijn volledig is geïmplementeerd.2

De richtlijn bevat ook bepalingen ten aanzien van SLAPPs in derde landen, dat wil zeggen niet-EU-lidstaten, die niet aan de richtlijn zijn gebonden. Artikel 16 van de richtlijn schrijft voor dat de lidstaten ervoor moeten zorgen dat de erkenning en tenuitvoerlegging van in derde landen gegeven beslissingen tegen een SLAPP-doelwit worden geweigerd indien naar het recht van de lidstaat waarin om een dergelijke erkenning of tenuitvoerlegging wordt verzocht, die vordering als kennelijk ongegrond of die procedure als misbruik van procesrecht wordt aangemerkt.

Voor de erkenning en tenuitvoerlegging van in derde landen gegeven rechterlijke beslissingen gelden veelal internationaal privaatrechtelijke verdragen. Die verdragen voorzien veelal in een openbare orde exceptie. Daarvan kan in geval van een SLAPP-uitspraak in een derde land gebruik worden gemaakt om de erkenning en tenuitvoerlegging van een dergelijke beslissing te weigeren. Als er geen verdrag geldt, dan kan de uitspraak niet in Nederland worden erkend en ten uitvoer worden gelegd. Bij de Nederlandse rechter kan wel veroordeling overeenkomstig het buitenlandse vonnis worden gevraagd (artikel 431, tweede lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering). Volgens vaste jurisprudentie van de Hoge Raad dient de rechter dan te beoordelen of en zo ja, in hoeverre hij aan de buitenlandse beslissing gezag toekent. Bij de beoordeling of een buitenlandse beslissing voor erkenning in Nederland vatbaar is, toetst de rechter of aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan, waaronder de voorwaarde dat erkenning van de buitenlandse beslissing niet in strijd is met de Nederlandse openbare orde.3

Verder kan, in lijn met artikel 17 van de richtlijn, een in Nederland woonachtig of gevestigd SLAPP-doelwit bij de Nederlandse rechter een vergoeding vorderen voor de schade en de kosten die in verband met de procedure voor het gerecht van het derde land zijn geleden. Greenpeace is daartoe blijkens zijn persbericht kennelijk ook al overgegaan en heeft een procedure aanhangig gemaakt bij de rechtbank Amsterdam. Het is nu aan de rechter om over deze zaak te oordelen.4

Daarnaast wordt in lijn met artikel 19 van de richtlijn voorzien in toegankelijke en begrijpelijke informatie over het fenomeen SLAPPs, over de anti-SLAPP-waarborgen en over organisaties die een rechtzoekende ondersteuning kunnen bieden. Dit wordt beleidsmatig opgepakt door de verschillende betrokken ministeries waarbij in de eerste plaats wordt gekeken of aansluiting kan worden gezocht bij de bestaande structuren, zoals het platform PersVeilig en de Balie Persvrijheid.

Vraag 7

Erkent u het belang van een goede bescherming van de hiervoor genoemde partijen en welke maatregelen overweegt u om deze partijen beter te beschermen?

Antwoord op vraag 7

Bijdragen aan het publieke debat zijn essentieel voor een sterke rechtsstaat. Het is daarom problematisch als deelnemers aan het publieke debat, zoals journalisten en milieuorganisaties, onder druk worden gezet met juridische procedures op basis van ongegronde vorderingen of met geen ander doel dan deelname aan het publieke debat te ontmoedigen (misbruik van procesrecht). Dit kan leiden tot zelfcensuur en dat is niet wenselijk. Tegelijkertijd is het ook van groot belang dat gerechtelijke procedures die aanhangig worden gemaakt om een legitiem belang te doen gelden, bijvoorbeeld om schadevergoeding te eisen als er schade is geleden of om op te komen tegen smaad en laster, doorgang moeten kunnen vinden. Het is aan de rechter om hierover per concrete casus te oordelen, op basis van alle omstandigheden van het voorliggende geval.

In het antwoord op vraag 6 is reeds ingegaan op de implementatie van de anti-SLAPP richtlijn en de belangrijkste mogelijkheden die het Nederlandse burgerlijk (proces)recht al kent om op te komen tegen SLAPPs.

Vraag 8

Bent u bereid om de Verenigde Staten via diplomatieke betrekkingen aan te sporen de hiervoor genoemde partijen en het recht op demonstreren te beschermen?

Antwoord op vraag 8

Het kabinet is niet voornemens om via diplomatieke weg hierover contact op te nemen met de Verenigde Staten. Bovendien staat de uitspraak nog niet definitief vast. Greenpeace heeft de mogelijkheid om hier nog beroep tegen aan te tekenen.


  1. NOS, 19 maart 2025, Greenpeace moet megaboete betalen aan eigenaar Amerikaanse oliepijpleiding (https://nos.nl/artikel/2560380-greenpeace-moet-megaboete-betalen-aan-eigenaar-amerikaanse-oliepijpleiding).↩︎

  2. Kamerstukken II 2024/25, 36731, het gaat hierbij om de implementatie van de maatregel van zekerheidsstelling door invoering van de mogelijkheid voor een verweerder om, kort gezegd, zekerheidstelling voor de proceskosten en schadevergoeding te vragen van een eiser die volgens de wederpartij misbruik van procesrecht maakt als bedoeld in de richtlijn.↩︎

  3. ECLI:NL:HR:2014:2838 (Gazprombank/Bensadon).↩︎

  4. Zie persbericht van Greenpeace van 11 februari 2025, Greenpeace International files lawsuit against Energy Transfer in first use of EU anti-SLAPP Directive - Greenpeace International.↩︎