Reactie ongevraagd advies Kunst en Cultuur in Nederlandse Gebarentaal
Nieuwe visie cultuurbeleid
Brief regering
Nummer: 2025D21422, datum: 2025-05-14, bijgewerkt: 2025-05-20 15:53, versie: 2 (versie 1)
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: E.E.W. Bruins, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (Ooit ChristenUnie kamerlid)
- Kunst en Cultuur in Nederlandse Gebarentaal. Adviezen voor beleid, wet- en regelgeving om de participatie van NGT gebruikers in het domein Kunst en Cultuur te bevorderen
- Beslisnota bij Reactie ongevraagd advies Kunst en Cultuur in Nederlandse Gebarentaal
Onderdeel van kamerstukdossier 32820 -539 Nieuwe visie cultuurbeleid.
Onderdeel van zaak 2025Z09306:
- Indiener: E.E.W. Bruins, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2025-05-20 16:10: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-05-22 16:15: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2025-06-12 10:00: Cultuur (Commissiedebat), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Preview document (🔗 origineel)
32 820 Nieuwe visie cultuurbeleid
Nr. 539 Brief van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 mei 2025
Op 5 februari 2025 ontving ik van het Adviescollege Nederlandse Gebarentaal het ongevraagde advies Kunst en Cultuur in Nederlandse Gebarentaal (NGT). Het document betreft acht adviezen voor beleid, wet- en regelgeving om de participatie van NGT-gebruikers in het domein kunst en cultuur te bevorderen. Ik wil het Adviescollege Nederlandse Gebarentaal danken voor dit belangrijke advies.
Voordat ik inga op de specifieke adviezen van het Adviescollege, benadruk ik graag het belang van een toegankelijke culturele sector en welke stappen worden gezet om ervoor te zorgen dat cultuur van en voor iedereen is, ook voor NGT-gebruikers. Iedereen moet namelijk kunnen genieten van cultuur. Daar werkt mijn ministerie iedere dag aan.
Het ministerie van OCW draagt, gezamenlijk met de andere ministeries, bij aan het opstellen van een werkagenda voor de uitvoering van de Nationale Strategie VN-verdrag Handicap. Vorig jaar is deze Nationale Strategie gelanceerd, waar cultuur ook onderdeel van is. Vanuit het gedachtegoed ‘niets over ons, zonder ons’ zijn ervaringsdeskundigen en belangenorganisaties betrokken bij de totstandkoming van de werkagenda. Ook het Adviescollege Nederlandse Gebarentaal heeft zijn bijdrage aan deze werkagenda geleverd. De maatregelen in de werkagenda zijn – tenzij wettelijk anders bepaald – zoveel mogelijk breed ingestoken, zodat de maatregelen toegankelijkheid in de brede zin van het woord bevorderen.
Om de toegankelijkheid van de culturele en mediasector verder te stimuleren ben ik -vanuit de constatering dat kennis over toegankelijkheid in de cultuursector momenteel versnipperd is- bezig met het ontwikkelen van een Kennispunt Toegankelijke Cultuur. De bedoeling is dat dit kennispunt de cultuursector handvatten biedt om met toegankelijkheid aan de slag te gaan.
Ook vraag ik culturele instellingen en organisaties die vanuit de basisinfrastructuur subsidie ontvangen om de Code Diversiteit en Inclusie (net als de Governance Code Cultuur en de Fair Practice Code) te onderschrijven en uit te leggen wat zij doen om hun organisatie toegankelijker en inclusiever te maken. Instellingen zijn vrij in de manier waarop ze de code toepassen en welke keuzes zij hierin maken.
Verder heb ik de afgelopen periode een aantal subsidies verleend aan initiatieven die toegankelijkheid in de cultuursector bevorderen, zoals bijvoorbeeld aan het project Deaf Perfomers Unite van Possibilize, en de Masterclass Prikkelarm Theater Maken van stichting Onbeperkt Genieten.
In het onderstaande ga ik in op de acht adviezen van het Adviescollege Nederlandse Gebarentaal. Voor alle adviezen geldt dat ik mij inzet voor een toegankelijke sector voor iedereen in Nederland. In dat licht zal ik de vragen dan ook beantwoorden.
Advies 1: Benoem dove gebarentaalvaardige leden in de Raad voor Cultuur, culturele fondsen en het toekomstige Rijkscultuurfonds1 met bijbehorende afdelingen. Deze leden kunnen op basis van hun deskundigheid en ervaringen optimaal sturing geven aan het ontplooien van kunst en cultuurprojecten in NGT.
Leden van de Raad voor Cultuur worden benoemd door de Kroon. Als minister van OCW ben ik verantwoordelijk voor de voordrachten voor benoeming. Dat doe ik op basis van het advies van een onafhankelijke commissie. Tevens benoem ik op voordracht van de Raad van Toezicht van de fondsen de leden van de Raad van Toezicht en de bestuurders van de zes rijkscultuurfondsen. De verantwoordelijkheid voor diversiteit in deze benoemingen ligt bij de adviserende of voordragende partij. Bij het streven naar diverse samenstellingen kan uiteraard ook aandacht zijn voor dove gebarentaalvaardige leden.
Advies 2: Oormerk financiële middelen voor
culturele en kunstzinnige projecten in NGT, met name voor en door dove
mensen. Dit kan via nieuwe fondsen die specifiek hierop gericht zijn of
via bestaande fondsen met bredere doelstellingen; zie bijvoorbeeld de
recente wijzigingen in de statuten en beleidsnota van het
Letterenfonds2.
Ik onderzoek momenteel of een subsidieregeling kan worden opgesteld
die toegankelijkheid en inclusie in de cultuursector (en mediasector) in
den brede kan stimuleren. De bedoeling van de regeling is om
organisaties te ondersteunen die toegankelijkheid en inclusie duurzaam
willen verankeren. Op deze manier wordt de culturele (en mediasector) in
staat gesteld om zelf van binnenuit met deze onderwerpen aan de slag te
gaan en de verantwoordelijkheid voor verbetering te nemen. Dit sluit aan
bij wensen van de sector en belangenverenigingen. Daarnaast beoogt de
regeling ook om met tijdelijke financiële ondersteuning het bestaande
aanbod en de programmering toegankelijker en inclusiever te maken voor
de bezoeker. Op deze manier kan er een breder publiek aangetrokken
worden en kunnen meer mensen genieten van cultuur (en media).
Advies 3: Bestem substantiële delen van alle
fondsen en het toekomstige Rijkscultuurfonds voor het toegankelijk maken
van kunst en cultuur in NGT. NGT moet een plaats krijgen in de Fair
Practice Code, de Code Diversiteit & Inclusie en de Governance Code
Cultuur3 op basis van het VN-verdrag
Handicap.
De Wet op het specifiek cultuurbeleid heeft als uitgangspunt dat de minister zorg draagt voor een toegankelijk en pluriform cultuuraanbod. Dit krijgt vorm langs verschillende wegen. De Code D&I is een specifiek instrument dat organisaties en instellingen die subsidie ontvangen via de Rijkscultuurfondsen stimuleert om hun organisaties en programmering divers, toegankelijk en inclusief te maken. Fondsen maken hun regelingen zo toegankelijk mogelijk, onder meer voor mensen met een auditieve beperking. De Code D&I zelf is breed ingestoken, om alle facetten van toegankelijkheid te stimuleren in de cultuursector. Ook de Fair Practice Code en de Governance Code Cultuur zijn breed ingestoken wat betreft diversiteit.
Advies 4: Neem modules over de geschiedenis en cultuur van de Nederlandse dovengemeenschap en over kunst in NGT op in de vakken Geschiedenis en CKV in het basis- en voortgezet onderwijs (zowel regulier als speciaal onderwijs).
Onlangs zijn alle conceptkerndoelen en een deel van de conceptexamenprogramma's in het onderwijs door SLO (Landelijk Expertisecentrum voor het curriculum) opgeleverd. Dit zorgvuldig ingerichte proces waarborgt een brede betrokkenheid van experts en belanghebbenden en zorgt ervoor dat de kerndoelen evenwichtig zijn. Met een klankbordgroep zijn alle conceptkerndoelen getest op brede toepasbaarheid en toegankelijkheid voor leerlingen met een fysieke en cognitieve beperking.
Advies 5: Stimuleer de geletterdheid in NGT bij dove kinderen op jonge leeftijd. Samen met hun ouders en opvoeders kunnen zij optimaal met NGT kennismaken door middel van verhalen en andere culturele uitingen. De tweetaligheid in NGT en NL wordt hiermee optimaal ontwikkeld. Zie ook ons eerdere advies4, uitgebracht d.d. 10 oktober 2022, over het aanbod van lessen NGT aan ouders van dove kinderen. Stichting Lezen en Schrijven kan dit stimuleren en bevorderen in samenwerking met het Nederlands Letterenfonds, het Nederlands Gebarencentrum en andere partijen waar dove deskundigen en professionals zitting in hebben.
Voor een kind tot 4 jaar kan een ouder een beroep doen op diverse organisaties die begeleiding of ondersteuning geven bij het aanleren van NGT zoals hieronder beschreven. Denk hierbij bijvoorbeeld ook aan de organisatie die de diagnostiek uitvoert bij het kind. Vanaf 4 jarige leeftijd is het aanleren van NGT de taak van het onderwijs en ligt hiervoor de verantwoordelijkheid bij de school zelf. In deze periode zijn de hieronder genoemde partijen ondersteunend aan dit proces.
De stichting Lezen en Schrijven zet zich in om volwassenen op hun
eigen niveau en in hun eigen buurt te laten leren. Ook zet de stichting
zich in om kinderen goed te leren lezen, schrijven en rekenen als ze van
school komen. Hierdoor wordt moeite met basisvaardigheden niet meer
doorgegeven van ouder op kind.
Specifiek voor Nederlandse gebarentaal verstrekt het ministerie van OCW
jaarlijks een instellingssubsidie aan het Nederlands Gebarencentrum. Zij
verzamelen, ontwikkelen, leggen vast, vertalen, onderzoeken, promoten en
verspreiden de Nederlandse Gebarentaal (NGT). Dit doet het
Gebarencentrum om de toegankelijkheid voor mensen die baat hebben bij de
NGT (of afgeleide vormen daarvan) tot de samenleving, te vergroten. Met
de “Vertaalprojecten: verhaaltjes in NGT en NmG” heeft het
Gebarencentrum tot doel het lezen van jonge kinderen te bevorderen die
gebruikmaken van NGT of NmG (Nederlands met Gebaren) d.m.v. het vertalen
van prentenboeken en liedjes. Deze zijn te zien via de kindvriendelijke
applicatie de “Gebarenschat”, waarin onder andere liedjes en rijmpjes in
NGT en NmG staan.
Verder is de organisatie Sprong Vooruit bezig met het ontwikkelen van
meer lees- en prentboekjes met NGT voor het funderend onderwijs.
Daarnaast wordt in het kader van de Nationale Strategie ter
implementatie van het VN-verdrag Handicap gewerkt aan een gratis
toegankelijk NGT woordenboek en wordt verkend hoe het gebruik van NGT in
het funderend onderwijs verder gestimuleerd kan worden.
Als laatste is in de statuten van het Nederlands Letterenfonds als doel
opgenomen: ‘het bevorderen van de kwaliteit en diversiteit van de
Nederlands- Fries- en Papiamentstalige letteren en van de kwaliteit en
diversiteit van literaire werken in de Nederlandse gebarentaal’. Zo gold
de pilotregeling leesbevordering voor instellingen in zowel Nederland
als het Caribisch deel van het Koninkrijk en voor de talen: Nederlands,
Fries, Papiaments en de Nederlandse Gebarentaal. In het beleidsplan
2025-2028 is specifiek beleid voor het Papiaments en de Nederlandse
Gebarentaal opgenomen.
Advies 6: Ontwikkel richtlijnen op landelijk en gemeentelijk niveau voor het toepassen van NGT in het domein van kunst en cultuur. Met deze richtlijn(en) kan een op te richten deskundig en gebarentaalvaardig toezichthoudend orgaan toetsen of men aan de voorwaarden voldoet alvorens subsidie toegekend wordt. Daarnaast moeten mensen bij een loket terecht kunnen indien zij klachten hebben over toegankelijkheid c.q. ongelijke behandeling zoals genoemd in het VN-Verdrag. Het loket moet deskundige en gebarentaalvaardige medewerkers in dienst hebben die klachten kunnen afhandelen of kunnen doorzetten naar relevante instanties. Zowel het loket als het toezichthoudend orgaan dienen structureel gefinancierd te worden door de Rijksoverheid. Er kan ook gebruikgemaakt worden van reeds bestaande toezichthoudende instellingen zoals het College voor de Rechten van de Mens.
Alle subsidieaanvragers bij het Rijk, of bij de Rijkscultuurfondsen,
moeten op dit moment al de Code D&I onderschrijven en aangeven wat
zij doen om hun instelling toegankelijk en inclusief te maken voor
iedereen uit de samenleving.
Zoals ik eerder schreef, is het ministerie momenteel bezig met het
ontwikkelen van een Kennispunt Toegankelijke Cultuur, dat de
cultuursector handvatten moet bieden om hun organisaties toegankelijker
en inclusiever te maken. Graag ontwikkel ik samen met het Adviescollege
Nederlandse Gebarentaal een handreiking voor culturele organisaties hoe
zij Nederlandse Gebarentaal kunnen integreren in hun programmering. Deze
handreiking kan een plek krijgen in het Kennispunt Toegankelijke
Cultuur, zodat culturele instellingen en organisaties deze makkelijk
kunnen vinden en kunnen toepassen. Gemeenten kunnen op hun beurt ook
weer verwijzen naar het kennispunt, zodat ook op gemeentelijk niveau de
handreiking goed gevonden kan worden. Een dergelijke verwijzing sluit
goed aan bij afspraken die zijn gemaakt met gemeenten en provincies in
de cultuurconvenanten voor de periode 2025-2028, waarin het belang van
de Code D&I en de toegankelijkheid van de sector wordt
onderschreven.
Mensen die een klacht hebben over toegankelijkheid of ongelijke behandeling zoals genoemd in het VN-Verdrag kunnen terecht bij het landelijke meldpunt discriminatie.nl. Hier kan men ook terecht voor alle meldingen over discriminatie waaronder discriminatie op basis van een (auditieve) beperking. Zoals het Adviescollege Nederlandse Gebarentaal aangeeft, kan men ook terecht bij het College voor de Rechten van de Mens.
Advies 7: Maak cultureel immaterieel erfgoed van de Nederlandse dovengemeenschap beschikbaar, door het duurzaam te archiveren, (digitaal) beschikbaar te maken voor de gemeenschap, digitaal doorzoekbaar te maken, en waar mogelijk in te zetten voor sociaal-maatschappelijke doelen, onderzoek en onderwijs. Dit kan vanuit bestaande erfgoedinstellingen, fondsen en richtlijnen. De implementatie kan onder andere worden gefinancierd met gelden die beschikbaar gesteld zijn in het kader van het Europese verdrag van Faro5.
Het beschikbaar stellen en archiveren van cultureel immaterieel erfgoed van de Nederlandse dovengemeenschap is belangrijk voor het vormen van de identiteit van deze gemeenschap. Gemeenschappen kunnen zelf informatie archiveren en beschikbaar maken, hier heeft het ministerie van OCW geen directe rol in. Het Netwerk Digitaal Erfgoed en het Kenniscentrum Immaterieel Erfgoed Nederland kunnen de gemeenschap ondersteuning bieden bij het archiveren, beschikbaar en doorzoekbaar maken van kennis over de cultuur en erfgoed van de dovengemeenschap.
Een erfgoedgemeenschap kan zich melden bij het Kenniscentrum Immaterieel Erfgoed Nederland om onderdeel te worden van de Inventaris Immaterieel Erfgoed Nederland. De consulenten van KIEN kunnen de erfgoedgemeenschap bijstaan bij het aanmeldingsproces.
De Financiële Regeling Uitvoeringsagenda Faro bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed staat open voor initiatieven vanuit erfgoedgemeenschappen. Het Adviescollege Nederlandse Gebarentaal kan contact opnemen met het Programma Faro bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed om in gesprek te gaan over de mogelijkheden en criteria ten aanzien van deze regeling.
Advies 8: Stel kunstzinnige en culturele uitingen beschikbaar in de vorm van eenvoudig NGT voor dove mensen met verstandelijke beperkingen en tactiele NGT voor doofblinde mensen.
Het is aan de culturele sector zelf om kunstzinnige en culturele uitingen beschikbaar te maken. Daarvan zijn overigens ook al goede voorbeelden, zoals het Sencity Festival waar muziek ook voor mensen met een beperking mogelijk wordt gemaakt door andere zintuigen te prikkelen.
Ik zet mij ervoor in om dit soort initiatieven te stimuleren. Zo onderzoek ik op dit moment of een subsidieregeling kan worden opgesteld die daar via programmering aan kan bijdragen.
Mede namens de minister van Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties,
de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
E.E.W. Bruins