Fiches varianten tariefdifferentiatie kansspelbelasting
Bijlage
Nummer: 2025D21690, datum: 2025-05-15, bijgewerkt: 2025-05-15 15:56, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Bijlage bij: Onderzoek tariefdifferentiatie kansspelbelasting (motie-Inge van Dijk c.s. Kamerstuk 36602-109) (2025D21687)
Preview document (🔗 origineel)
Uniforme belasting BSR met aftrek |
|||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Omschrijving van de maatregel | |||||||||||||||
|
|||||||||||||||
Achtergrond/rationale | |||||||||||||||
|
|||||||||||||||
Effecten | |||||||||||||||
Gevolgen burgers, bedrijven en kansspelbeleid | Gevolgen voor afdrachten
Gevolgen kansspelbeleid bescherming van burgers tegen kansspelgerelateerde schade en bestrijding illegaal aanbod In dit scenario is het tarief voor de aanbieders van hoog risico kansspelen (landgebonden en online) lager dan het basispad. Een lager tarief kan leiden tot betere bedrijfseconomische condities voor passend legaal aanbod, dat een hoog beschermingsniveau heeft. Ook het risico op uitwijkgedrag naar illegaal aanbod wordt verminderd. Het spelaanbod van loterijen kan minder attractief worden, omdat lotprijzen verhoogd moeten worden of prijzen verlaagd. De prijselasticiteit is echter lager bij loterijen dan bij andere aanbieders,3 waardoor er waarschijnlijk minder gevolgen zijn voor kansspeldoelen. Gevolgen voor de kansspelaanbieders
|
||||||||||||||
Budgettair | Uitleg raming Deze raming heeft als doel om het tarief vast te stellen, en vast te stellen of loterijen meer of minder belasting gaan afdragen ten opzichte van 2023. Alle kansspelen zijn in deze raming belast op dezelfde grondslag: het brutospelresultaat minus verplichte minimum afdrachten (percentage van opbrengst of BSR). Er is één tarief voor alle kansspelen. Vanwege uitvoerbaarheid is gekozen voor een raming voor het jaar 2030. Resultaat Bij budgetneutraliteit is er een tarief van 37,2% nodig (bij gelijkblijvende omstandigheden). Loterijen zullen hierdoor samen € 59 miljoen meer belasting afdragen. Overige kansspelaanbieders gaan iets minder belasting afdragen.
Aannames en onderbouwing Deze raming is gemaakt op basis van data uit 2023 en belastingopbrengsten van het CEP2025. Bij aanname zijn er de volgende afdrachtpercentages gehanteerd van de opbrengst (prijs * aantal loten):
Instantloterijen hebben ook afdrachten, deze konden niet worden meegenomen in het rekenkundig model. Er zijn gedragseffecten van 50% gehanteerd voor tarieven boven 37,8%. Overige gedragseffecten zijn 20%. Gedragseffecten zijn op basis van een KSB tarief van 37,8% in 2030. Eventuele veranderingen in Inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting en staatsdeelneming zijn niet meegenomen. |
||||||||||||||
Uitvoeringsaspecten | Uitvoerbaarheid bedrijven De kansspelaanbieders die nu al kansspelbelasting betalen over hun BSR hoeven geen aanpassingen te doen. Loterijen moeten daarentegen het BSR (de totale inleg en het uitgekeerde prijzengeld) gaan registreren. Uitvoerbaarheid BD De Belastingdienst verwacht een toename van het aantal bezwaarschriften en beroepsprocedures. Andere aanbieders van kansspelen (zoals bijvoorbeeld exploitanten van kansspelautomaten) zullen waarschijnlijk beroep doen op het gelijkheidsbeginsel, aangezien zij beperkt of geen gebruik zouden kunnen maken van de aftrekmogelijkheid. Deze aanbieders hebben namelijk geen verplichte afdracht aan goede doelen. Het aangifteformulier voor de kansspelbelasting wordt momenteel gemoderniseerd. Naar huidige inzichten zal deze modernisering op zijn vroegst rond medio 2025 zijn afgerond. Aanpassing van dit digitale formulier vergt in beginsel een structuuraanpassing in de IV-portfolio’s van de ketens Overige Middelen en Interactie. Naar huidige inzichten biedt het portfolio van Overige Middelen tot 2030 geen ruimte voor nieuwe beleidswensen, in verband met de inpassing van diverse beleidswensen, moderniseringstrajecten en groot onderhoud. |
||||||||||||||
Juridische en overige aspecten | Het spelen bij een niet vergunde aanbieder is verboden, maar een prijswinnende speler is wel belastingplichtig voor de kansspelbelasting. Op dit moment zijn de winnende spelers en niet de aanbieders van buitenlandse (niet in Nederland vergunde) online kansspelen belastingplichtig. Deze aanbieders zullen zich in deze variant ofwel in Nederland moeten registreren bij de Belastingdienst om belasting te betalen ofwel de speler blijft belastingplichtig. Een speler die in deze variant belastingplichtig is zou in strijd kunnen handelen met het vrije verkeer van diensten, omdat het spelen in een buitenlandse EU-situatie nadeliger is dan het spelen in een binnenlandse situatie. Dit aspect zou verder onderzocht moeten worden. |
Belasting op inleg |
|||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Omschrijving van de maatregel | |||||||
|
|||||||
Achtergrond/rationale | |||||||
Een belasting over de inleg is genoemd bij de behandeling van het Belastingplan 2025.4 De heffing hiervan bij de speler is lastig vorm te geven, omdat bij elke inleg belasting geheven zou moeten worden. Dit is moeilijk uitvoerbaar voor de aanbieders van kansspelen. De heffing over de inleg bij de aanbieder per tijdvak is eenvoudiger vorm te geven. Loterijen gaan minder belasting afdragen, omdat hun inleg (prijs * verkochte loten) relatief laag is in vergelijking met andere kansspelaanbieders (bv. kansspelen op afstand). |
|||||||
Effecten | |||||||
Gevolgen burgers, bedrijven en kansspelbeleid | Gevolgen voor afdrachten
Gevolgen kansspelbeleid bescherming van burgers tegen kansspelgerelateerde schade en bestrijding illegaal aanbod
Gevolgen voor de kansspelaanbieders
|
||||||
Budgettair | Uitleg raming Deze raming heeft als doel om het tarief vast te stellen bij een belasting op basis van inleg. Er is daarbij nader geanalyseerd of loterijen meer of minder belasting gaan afdragen in vergelijking met het toen geldende KSB tarief in 2023 (29,5%). In de raming is één tarief gebruikt voor alle kansspelen. De heffing wordt in dit scenario afgedragen door alle kansspelaanbieders en er is geen directe verdere doorberekening aan spelers. In deze raming zijn geen gedragseffecten meegenomen. Vanwege uitvoerbaarheid is gekozen om een raming te maken voor het jaar 2030. Resultaat De belastingmaatregel is budgettair neutraal bij een tarief van 3,9%. Loterijen dragen 45 miljoen minder belasting af ten opzichte van het niveau van de situatie in 2023. Daarentegen gaan kansspelen op afstand meer belasting afdragen dan in 2023 Dit type kansspelen heeft een relatief hoog uitkeringspercentage en een hoge inleg samen met een relatief laag BSR. Op dit moment is het relatief lage BSR belast. Door de gewijzigde grondslag gaan kansspelen op afstand dus meer belasting afdragen.
Aannames en onderbouwing Deze raming is gemaakt op basis van data uit 2023 en belastingopbrengsten van het CEP2025. Er is vanuit gegaan dat de vraag- en aanbodkant binnen de kansspelmarkt niet verandert door tariefswijzigingen. Er zijn ook geen gedragseffecten meegenomen, zoals veranderingen in de verhouding van de participatie in legaal en illegaal aanbod. Eventuele veranderingen in inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting en afdrachten van de staatsdeelnemingen zijn niet meegenomen. Er is sprake van zeer grote onzekerheden in deze raming. Naar eigen inschatting is de hoogte van inleggelden bepaald voor casino’s en sportweddenschappen. Dit is gebeurd op basis van het bekende brutospelresultaat en een inschatting van de uitkeringspercentages. Kleine veranderingen in een uitkeringspercentage hebben grote effecten in de einduitkomst. |
||||||
Uitvoeringsaspecten | Uitvoerbaarheid bedrijven De wijziging van de heffing over het BSR naar de inleg, vergt voor de kansspelaanbieders een wijziging in de administratie en de bedrijfsvoering. De business case van bedrijven die hoogrisicospelen aanbieden (met een relatief hoge inzet), zal verder worden bemoeilijkt, met mogelijk uitval en negatieve effecten op de kansspeldoelstellingen als gevolg. Uitvoerbaarheid BD De Belastingdienst verwacht een toename van het aantal bezwaarschriften en beroepsprocedures. Aanbieders van casinospelen, kansspelautomatenspelen, weddenschappen en kansspelen op afstand beschikken in deze variant immers niet over de mogelijkheid om de prijzen in aftrek te brengen op de heffingsgrondslag. Daarnaast zal de grondslag aanzienlijk stijgen doordat inzetten bij andere aanbieders dan loterijen aanzienlijk zijn. Hierdoor hebben zij ten opzichte van loterijen en gerelateerde spelen met een lage inleg een hogere belastingdruk. Er bestaat een mogelijkheid dat de verhoogde belastingdruk voor kansspelaanbieders met een relatief hoge inleg ertoe leidt dat illegaal aanbod relatief aantrekkelijker wordt dan legaal aanbod. Dit heeft gevolgen voor de handhavingspositie van de Belastingdienst en de Kansspelautoriteit en een afname van de fraudebestendigheid van het stelsel. Verder kan de Belastingdienst niet heffen over de inleg bij aanbieders van illegale kansspelen in het buitenland, zolang deze partijen volledig buiten het zicht van de autoriteiten opereren. Ook zouden prijswinnaars bij buitenlandse (overige) kansspelen zich mogelijk beroepen op een schending van het vrij verkeer van diensten (zie ook bij juridische aspecten). Het aangifteformulier voor de kansspelbelasting wordt momenteel gemoderniseerd. Naar huidige inzichten zal deze modernisering op zijn vroegst rond medio 2025 zijn afgerond. Aanpassing van dit digitale formulier vergt in beginsel een structuuraanpassing in de IV-portfolio’s van de ketens Overige Middelen en Interactie. Naar huidige inzichten biedt het portfolio van Overige Middelen tot 2030 geen ruimte voor nieuwe beleidswensen, i.v.m. de inpassing van diverse beleidswensen, moderniseringstrajecten en groot onderhoud. |
||||||
Juridische en overige aspecten | Het spelen bij een niet vergunde aanbieder is verboden, maar een prijswinnende speler is wel belastingplichtig voor de kansspelbelasting. Op dit moment zijn de winnende spelers en niet de aanbieders van buitenlandse (niet in Nederland vergunde) online kansspelen belastingplichtig. Deze aanbieders zullen zich in deze variant ofwel in Nederland moeten registreren bij de Belastingdienst om belasting te betalen ofwel de speler blijft belastingplichtig. Als bij een inlegbelasting de speler belastingplichtig blijft, zou dat in strijd kunnen zijn met het vrije verkeer van diensten, omdat het spelen in een buitenlandse EU-situatie nadeliger is dan het spelen in een binnenlandse situatie. Dit aspect zou verder onderzocht moeten worden. De vormgeving van deze belasting is relatief voordelig voor loterijen. Om staatssteun uit te sluiten zou afgestemd moeten worden met de Europese Commissie. Een dergelijk traject kan lang en onzeker zijn. Een aantal specifieke aspecten zou nog verder onderzocht moeten worden:
|
Terugkeer systematiek van voor 1 juli 2008: Brutering |
|||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Omschrijving van de maatregel | |||||||||
|
|||||||||
Achtergrond/rationale | |||||||||
|
|||||||||
Effecten | |||||||||
Gevolgen burgers, bedrijven en kansspelbeleid | Gevolgen voor afdrachten
Gevolgen kansspelbeleid bescherming van burgers tegen kansspelgerelateerde schade en bestrijding illegaal aanbod
Gevolgen voor de kansspelaanbieders Loterijen hebben meer financiële ruimte om de afdrachten te verhogen, maar dit is niet gegarandeerd. Andere kansspelaanbieders zullen vanwege een nog hoger tarief nog meer aanpassingen moeten doen in hun bedrijfsvoering met mogelijk reorganisaties tot gevolg. |
||||||||
Budgettair | Uitleg raming Deze raming heeft als doel om de tarieven vast te stellen bij dit scenario. Ook is er geanalyseerd of loterijen meer of minder belasting gaan afdragen ten opzichte van 2023. Loterijen zijn over hun uitgekeerde prijzen belast met een standaardtarief. Overige aanbieders zijn belast over het brutospelresultaat met het hoge tarief. Alleen het standaardtarief is aanpasbaar, het hoge tarief is direct uit dit standaardtarief berekend. De prijzenvrijstelling blijft gehandhaafd. Vanwege uitvoerbaarheid is gekozen voor een raming van het jaar 2030. Resultaat Bij een budgettair neutrale raming krijgen loterijen een tarief van 28,6%. Overige kansspelen krijgen te maken met een tarief van 40,1%. Loterijen gaan hierdoor 3 miljoen minder belasting afdragen.
Aannames/onderbouwing De ramingen is op basis van data uit 2023 en belastingopbrengsten van het CEP2025. Er zijn gedragseffecten van 50% gehanteerd voor tarieven boven 37,8%. Overige gedragseffecten zijn 20%. Gedragseffecten zijn op basis van een KSB tarief ter hoogte van 37,8% in 2030. Eventuele veranderingen in Inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting en afdrachten van de staatsdeelnemingen zijn niet meegenomen. |
||||||||
Uitvoeringsaspecten | Uitvoerbaarheid bedrijven Voor de kansspelaanbieders is deze variant uitvoerbaar wat betreft het doen van belastingaangifte, aangezien de huidige systematiek blijft bestaan. Wel zullen de overige kansspelaanbieders (niet zijnde loterijen) forse aanpassingen in hun bedrijfsvoering moeten toepassen vanwege het hogere kansspelbelastingtarief. De business case van bedrijven die hoogrisicospelen aanbieden, zal verder worden bemoeilijkt wordt, met mogelijk uitval en negatieve effecten op de kansspeldoelstellingen als gevolg. Uitvoerbaarheid BD Deze variant sluit t.o.v. de voormelde varianten beter aan bij de huidige systematiek. Desalniettemin verwacht de Belastingdienst ook hier een toename van het aantal bezwaarschriften en beroepsprocedures, specifiek van de groepen belastingplichtigen die tegen een (hoger) gebruteerd tarief zullen worden belast. Het risico bestaat dat belastingplichtigen manieren zullen zoeken om tegen het “normale” tarief kansspelbelasting op aangifte af te dragen. Daarmee neemt de fraudebestendigheid af. Het aangifteformulier voor de kansspelbelasting wordt momenteel gemoderniseerd. Naar huidige inzichten zal deze modernisering op zijn vroegst rond medio 2025 zijn afgerond. Aanpassing van dit digitale formulier vergt in beginsel een structuuraanpassing in de IV-portfolio’s van de ketens Overige Middelen en Interactie. Naar huidige inzichten biedt het portfolio van de keten Overige Middelen tot 2030 geen ruimte voor nieuwe beleidswensen, in verband met de inpassing van diverse beleidswensen, moderniseringstrajecten en groot onderhoud. Voor de keten Interactie lijkt naar huidige inzichten tot 2028 evenwel geen ruimte voor nieuwe beleidswensen. In deze variant heeft de BD verkend of de systematiek enige ruimte laat voor (deels) handmatige verwerking. Als daarbij geen risico’s mogen worden gelopen met betrekking tot de AVG, BIO, Archiefwet en overige intern beleid van de BD over databeheer en -beveiliging, ziet de BD enkel één optie die eerder uitvoerbaar zou zijn. Hierbij zouden de overige kansspelaanbieders, zolang het formulier niet kan worden aangepast, worden verzocht om het bedrag van de heffingsgrondslag zelf te bruteren. Zo zou het te betalen belastingbedrag alsnog op een juiste manier kunnen worden berekend. Ondanks eventuele instructies in of bij het formulier, doet dit een beroep op het doenvermogen van de belastingplichtigen en leidt dit tot een verdere afname van de fraudebestendigheid. Door schaarse capaciteit bij de BD is het lastig op toezicht te houden op deze (tijdelijke) bruteringsslag, zolang er nog geen definitieve oplossing is gerealiseerd, op basis waarvan het formulier altijd het juiste tarief toe zal passen. De Belastingdienst beschouwt deze variant met (deels) handmatige verwerking daarom als niet uitvoerbaar. |
||||||||
Juridische en overige aspecten | De onderbouwing van de systematiek van voor 2008 is gegeven bij de aanpassing in 1981.7 Toen bleek dat het totaal van de winsten van roulettespelers die een casino na afloop van een speelperiode met een saldowinst boven de prijzenvrijstelling verlaten, nagenoeg overeenkomt met het brutospelresultaat dat door de vergunninghouder met roulette wordt behaald. Omdat de vergunninghouder de belasting ‘overneemt’, werd het standaardtarief voor de berekening van de verschuldigde belasting gebruteerd. Sinds 1981 zijn niet alleen maar casinospellen belastingplichtig over het brutospelresultaat, maar ook speelautomaten, sportweddenschappen, paardentotalisatoren en online kansspelen. Het is de vraag of de bovengenoemde onderbouwing standhoudt bij deze spellen. Bij invoering van deze variant zal de onderbouwing dus nader onderzocht moeten worden. |
Afschaffen btw-vrijstelling online kansspelen | |||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Omschrijving van de maatregel | |||||||||||||||
Het opheffen van de btw-vrijstelling voor online kansspelen, zodat die naast kansspelbelasting ook aan btw-heffing worden onderworpen. Nadere invulling van deze maatregel vergt een inventarisatie van juridische houdbaarheid en uitvoerbaarheid. | |||||||||||||||
Achtergrond/rationale | |||||||||||||||
|
|||||||||||||||
Effecten | |||||||||||||||
Gevolgen burgers, bedrijven en kansspelbeleid | Gevolgen voor afdrachten
Gevolgen kansspelbeleid (verslavingsaspecten en bestrijding illegaal aanbod)
Gevolgen voor de kansspelaanbieders
|
||||||||||||||
Budgettair | Uitleg raming Door de btw-heffing op het BSR ontstaat er een budgettaire opbrengst van €280mln. waardoor het BSR voor de KSB daalt met eenzelfde bedrag. Doordat de BSR kleiner wordt, krimpt de grondslag van de KSB en dus de opbrengsten met €106 mln. De totale opbrengst wordt hierdoor €132 mln. Hierbij wordt rekening gehouden met de gebruikelijke gedragseffecten in de KSB en het aftrekken van de voorbelasting. Een btw-heffing op het BSR wordt eerst geheven waarna de KSB wordt berekend op basis van het resterende BSR. De btw-plicht op het BSR heeft geen directe gevolgen voor het uitkeringspercentage omdat het BSR het resultaat van de inleg en het uitkeringspercentage is. Het is wel denkbaar dat sommige gokbedrijven het uitkeringspercentage gaan verlagen om dezelfde omzet na belastingen te behouden. Dit tweede-orde effect is niet meegenomen.
Alle ramingen zijn in prijzen 2025 en gaat uit van invoering per 1-1-2027. |
||||||||||||||
Uitvoeringsaspecten | Uitvoerbaarheid bedrijven Bij deze variant zullen de aanbieders van online kansspelen aanpassingen moeten doen, zodat zij btw over het BSR per tijdvak kunnen afdragen en voorbelasting in aftrek kunnen brengen. De business case van bedrijven die hoogrisicospelen aanbieden, zal verder worden bemoeilijkt, met mogelijk uitval en negatieve effecten op de kansspeldoelstellingen als gevolg. Uitvoerbaarheid BD Er bestaan praktische bezwaren die zien op de uitvoering en handhaving door de Belastingdienst die niet eenvoudig zijn weg te nemen. Dat ziet met name op de vraag hoe de maatstaf van heffing moet worden berekend en hoe de plaats van de prestatie moet worden bepaald. Ook kunnen er afbakeningsdiscussies ontstaan over het begrip ‘online kansspelen’. De Belastingdienst kan bovendien niet in alle gevallen de (illegale) aanbieders buiten Nederland die belastingplichtig zijn in Nederland opsporen. Ook is het bij deze groep erg lastig om de beschikking te krijgen over de voor de heffing benodigde gegevens en ten slotte kan het zeer moeilijk zijn om eventuele aanslagen in te vorderen bij deze aanbieders. Dit maakt de handhaving bij de (illegale) aanbieders van online kansspelen, waar niet altijd medewerking zal zijn van de autoriteiten ter plaatse), vrijwel onmogelijk. |
||||||||||||||
Juridische en overige aspecten | Deze variant leidt tot de volgende vraagstukken:
|
Opbrengst bij Staatsloterij, Goededoelenloterijen, Lotto en Krasloten = (aantal verkochte deelnamebewijzen x verkoopprijs deelnamebewijzen) – prijzen en noodzakelijke kosten.↩︎
Opbrengst bij sportweddenschappen (Toto) = totale inzetten – prijzen en noodzakelijke kosten.↩︎
Zie Halbersma, R., Poort, J., & Burema, F. (2024). Raise of fold? Verhoging van de kansspelbelasting en de impact op de publieke belangen. Atlas Research (bijlage bij Kamerstukken II 2024/25, 24557, nr. 242), pp 21 – 22.↩︎
Kamerstukken II 2024/25, 36602, nr. 3.↩︎
In 2025: 1 - 1/0,658 bij een standaardtarief van 34,2%.↩︎
In 2026 van 37,8% naar 28,4%.↩︎
Kamerstukken II 1978/79, nr. 3, o.a. p. 8.↩︎