Preview document (🔗 origineel)

---

36 639 Wijziging van diverse wetten in verband met het invoeren van het burgerservicenummer en de voorzieningen van de digitale overheid in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (Wet invoering BSN en voorzieningen digitale overheid BES)

Nr. 14 Brief van de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 mei 2025

Tijdens het debat Wijziging van diverse wetten in verband met het invoeren van het burgerservicenummer en de voorzieningen van de digitale overheid in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (Wet invoering BSN en voorzieningen digitale overheid BES) (Kamerstuk 36 639) zegde ik toe uw Kamer een schriftelijke appreciatie te geven van het amendement White c.s. (Kamerstuk 36 639, nr. 11) en een schets te geven van de architectuur van de systemen op de openbare lichamen, de systemen die we in Europees Nederland hebben gebouwd en de interacties die er tussen de systemen zijn.

Amendement White c.s. Kamerstuk 36 639, nr. 11

De invoering van het BSN in de basisadministraties persoonsgegevens BES is een eerste stap in de verbetering van de registraties op Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

Het amendement, dat een nieuwe paragraaf toevoegt aan de Wet basisadministraties persoonsgegevens BES (Wet BAP Bes), sluit daarbij aan. Het regelt verplicht gebruik, door een afnemer of overheidsorgaan, van gegevens uit de basisadministraties persoonsgegevens BES. Dit verplichte gebruik wordt gecombineerd met de verplichting om onjuiste gegevens te melden aan het verantwoordelijke bestuurscollege (de terugmeldplicht).

Deze systematiek is in Europees Nederland in 2014 ingevoerd bij de inwerkingtreding van de Wet basisregistratie personen. De regering is voornemens om toe te werken naar het Stelsel van Basisregistraties op de BES, maar op dit moment niet voornemens om de BAP BES te vervangen voor de volledige BRP in Caribisch Nederland, (Kamerstuk 36 639, nr. 6, p. 4). Desondanks zie ik geen zwaarwegende argumenten om de regeling omtrent het verplicht gebruik niet toe te voegen aan de Wet BAP Bes.

De huidige praktijk op Bonaire, Sint Eustatius en Saba zorgt nu ervoor dat burgers telkens uittreksels uit de basisadministraties moeten overhandigen als ze bij overheidsorganisaties iets aanvragen. Daarvoor moeten ze telkens eerst naar Burgerzaken voor dit uittreksel en leges betalen. Verplicht gebruik van gegevens – en het daarmee samenhangende beginsel van «eenmalig uitvragen, meervoudig gebruik» – zorgt voor lastenverlichting voor de burger. De overheidsorganisatie, die bij de vervulling van haar taak informatie over een ingeschrevene nodig heeft die in de vorm van een authentiek gegeven beschikbaar is in de basisregistratie, gebruikt voor die informatie immers dat gegeven.

Het doel van het amendement is dat (door de terugmeldplicht) de gegevens over de inwoners juist, actueel en volledig zijn. Dat doel ondersteun ik omdat dit de kwaliteit van de dienstverlening verhoogt.

Wel acht ik een gefaseerde invoering noodzakelijk, zodat gebruikers - de afnemers en overheidsorganen – voldoende tijd krijgen om hun systemen en werkwijzen aan te passen. Hiervoor biedt de nieuwe wetgeving verschillende mogelijkheden. Allereerst bevat artikel VI van het wetsvoorstel een flexibele inwerkingstredingsbepaling. Dit biedt de mogelijkheid om de artikelen die met het amendement aan het wetsvoorstel worden toegevoegd op een later moment, zodra gebruikers hiervoor gereed zijn, in werking te laten treden. Daarnaast biedt het in het amendement voorgestelde artikel 4d Wet BAP Bes de mogelijkheid om bij algemene maatregel van bestuur de set met authentieke gegevens aan te wijzen. Die aanwijzing kan vervolgens stapsgewijs worden uitgebreid. Daardoor is het mogelijk de set met authentieke gegevens te laten meegroeien met de volwassenheid van de voorzieningen in Caribisch Nederland en daarmee recht te doen aan de specifieke lokale omstandigheden.

Alles overziend geef ik het amendement ‘oordeel Kamer’.

Architectuur

Uw Kamer vroeg om meer inzicht te geven in de architectuur van de centrale en decentrale systemen. Aan de hand van bijgaande, beknopte, architectuurschets beschrijf ik op hoofdlijnen de bestaande koppelingen, de nieuwe koppelingen die worden gelegd en de interacties die tussen de systemen plaatsvinden in Europees en Caribisch Nederland. De focus ligt daarbij op de bronhouders en afnemers in Caribisch Nederland en op stelselvoorzieningen.

De stelselvoorzieningen, de centrale voorzieningen van de bevolkingsadministratie en het BSN – ook die van Caribisch Nederland, bevinden zich onder mijn verantwoordelijkheid in Europees Nederland.

In algemene zin geldt dat afnemers/bronhouders en hun systemen nooit rechtstreeks toegang hebben tot die databases in Europees Nederland. Gegevensuitwisseling tussen Europees en Caribisch Nederland is staande praktijk. Op grond van bijvoorbeeld de Paspoortwet vindt nu ook al gegevensuitwisseling plaats. Daar maakt het BSN, wanneer de aanvrager over een BSN beschikt, nu al onderdeel van uit.

Met dit wetsvoorstel wordt de al bestaande informatiestroom met Bonaire, Sint Eustatius en Saba uitgebreid met het BSN in de lokale systemen. Bonaire, Sint Eustatius en Saba krijgen, net als gemeenten in Europees Nederland, een proces om bij een nieuwe inschrijving een BSN toe te kennen. De huidige en geautoriseerde afnemers die het BSN mogen verwerken, krijgen dan het BSN ook geleverd.

Afnemers zijn verantwoordelijk voor het juiste gebruik van de autorisatie en de ontvangen gegevens op basis van de Wet bescherming persoonsgegevens BES, van toepassing in Caribisch Nederland en de AVG, van toepassing in Europees Nederland. Gegevensuitwisseling vindt altijd plaats op basis van een autorisatie middels een koppeling tussen systemen via een beveiligde verbinding inclusief certificaat.

Ik acht het daarom niet goed voorstelbaar dat door invoering van het BSN statelijke actoren via de digitale infrastructuur kunnen doordringen tot systemen in Europees Nederland.

In de bijlage is een nadere uitwerking van de architectuurschets opgenomen.

De staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
F.Z. Szabó