[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Voortgangsrapportage EUFOR Althea

Nederlandse deelname aan vredesmissies

Brief regering

Nummer: 2025D22969, datum: 2025-05-21, bijgewerkt: 2025-06-20 11:27, versie: 2 (versie 1)

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 29521 -496 Nederlandse deelname aan vredesmissies.

Onderdeel van zaak 2025Z10002:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


29521 Nederlandse deelname aan vredesmissies

Nr. 496 Brief van de ministers van Buitenlandse Zaken en van Defensie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 mei 2025

In overeenstemming met artikel 100 van de Grondwet, en met verwijzing naar de eerdere artikel 100-brief inzake de Nederlandse bijdrage aan EUFOR Althea1 (Kamerstuk 29 521, nr. 459 d.d. 6 april 2023), ontvangt u hierbij de voortgangsrapportage over de Nederlandse bijdrage aan EUFOR Althea van mei 2024 tot en met april 2025.

Essentie

Met deze voortgangsrapportage beoogt het kabinet inzicht te geven in de voortgang van de Nederlandse bijdrage aan EUFOR Althea in de genoemde periode. De voortgangsrapportage geeft inzicht in de wijze van monitoring van de Nederlandse bijdrage en blikt terug op de politieke en veiligheidsontwikkelingen waarbinnen de inzet in het afgelopen jaar plaatsvond, de strategie van de Nederlandse geïntegreerde inzet, de gronden voor deelname en reflectie op de voortgang van EUFOR Althea en de Nederlandse bijdrage aan de operatie.

Bij aanvang van de rapportageperiode droeg Nederland bij aan EUFOR Althea met een infanteriecompagnie van het Korps Mariniers (maximaal honderdvijftig militairen), een Human Intelligence (HUMINT)-team van maximaal tien personen en maximaal zeven staffunctionarissen. Het nationaal kader voor de infanteriecompagnie verliep in oktober 2024. Het nationaal kader voor de staffunctionarissen en het HUMINT-team loopt tot en met 31 juli 2025. Het kabinet heeft recent besloten tot een nieuwe inzet van staffunctionarissen, een HUMINT-team en een infanteriecompagnie binnen EUFOR Althea. Uw kamer is hierover geïnformeerd middels een artikel 100-brief (Kamerstuk 29 521, nr. 494 d.d. 25 april 2025).

Het kabinet hecht aan transparantie in het rapporteren over voortgang van de doelstellingen van de operatie en de Nederlandse bijdrage. Zoals in de artikel 100-brief vermeld en voortvloeiend uit onder meer de geleerde lessen uit MINUSMA, Afghanistan/Resolute Support en EMASoH, is voor de Nederlandse bijdrage aan EUFOR Althea een monitoringsraamwerk ontwikkeld (zie ‘Monitoring’).

Tot dusverre beoordeelt het kabinet de bijdrage aan de operatie als positief. Nederland blijft zich inspannen om een constructieve bijdrage te leveren aan de voortgang van de operatie, met inachtneming van de verschillende aandachtspunten.

Monitoring

Door middel van monitoring worden lessen getrokken om het organisatieleren van de Nederlandse bijdrage te vergroten. Zo worden doorlopend (operationele) aanpassingen gedaan op basis van ervaringen en terugkoppeling van Nederlandse militairen in de operatie. Hiervoor ontvangt Defensie op dagelijkse en wekelijkse basis input van de Senior National Representative (SNR) en wordt aan het eind van elke rotatie door de SNR een eindrapport opgesteld waar lessen uit worden getrokken die kunnen leiden tot aanpassingen. Sinds augustus 2024 is een defensieattaché werkzaam op de ambassade in Sarajevo die bijdraagt aan monitoring en kennisopbouw.

Halverwege de inzet van de infanteriecompagnie in maart 2024 heeft een monitoringsbezoek plaatsgevonden door vertegenwoordigers van het ministerie van Buitenlandse Zaken en het ministerie van Defensie, waarvan de lessen zijn meegenomen in de vorige voortgangsrapportage EUFOR Althea. Gedurende de huidige rapportageperiode heeft geen bezoek plaatsgevonden, omdat de bijdrage vanaf oktober 2024 volgens planning is verkleind naar een HUMINT-team en staffunctionarissen.

Politieke- en veiligheidsontwikkelingen in Bosnië en Herzegovina

Tijdens de rapportageperiode hebben zich geen grootschalige veiligheidsincidenten voorgedaan in het land. De veiligheidssituatie bleef over het algemeen stabiel, maar fragiel. Sinds de uitspraak in eerste van aanleg van het Staatshof in het proces tegen de president van Republika Srpska Milorad Dodik van 26 februari jl. zijn de politieke spanningen in Bosnië en Herzegovina opgelopen tot een constitutionele crisis. De politieke leiding van Republika Srpska weigert staatsinstituties zoals het constitutionele hof en de staatspolitie te erkennen en het parlement van Republika Srpska heeft daartoe wetgeving aangenomen die in strijd is met de grondwet van Bosnië en Herzegovina. Dit stelt het vermogen van deze staatsinstituties op de proef en kan mogelijk leiden tot veiligheidsincidenten. Een meer uitgebreide omschrijving van de politieke- en veiligheidscontext staat beschreven in de recente artikel 100-brief EUFOR Althea (Kamerstuk 29 521, nr. 494 d.d. 25 april 2025).

Strategie Nederlandse geïntegreerde inzet in Bosnië en Herzegovina

Strategische doelstelling

Nederland streeft ernaar samen met partners bij te dragen aan de bevordering van politieke en sociale stabiliteit en vreedzame co-existentie in Bosnië en Herzegovina en breder in de Westelijke Balkan, waardoor de kans op een nieuw (gewapend) conflict kan worden verkleind en idealiter wordt uitgesloten. Deze strategische doelstelling is nog onverminderd van kracht. EUFOR Althea wordt door Bosnië en Herzegovina en een groot deel van de internationale gemeenschap als essentieel gezien voor het behoud van veiligheid en stabiliteit in het land. Met name met de bijdrage van de infanteriecompagnie aan EUFOR Althea leverde Nederland een directe bijdrage aan veiligheid in Bosnië en Herzegovina. Hiermee sloot de bijdrage aan EUFOR Althea goed aan bij het strategische doel.

Gronden voor deelname

De voornaamste reden voor Nederland om bij te dragen aan EUFOR Althea is het bevorderen van vrede en stabiliteit op de Westelijke Balkan. Nederlandse militaire aanwezigheid past ook binnen het streven om de groeiende invloed van Rusland in de regio tegen te gaan.

Met de voorgenoemde inzet levert Nederland een bescheiden doch betekenisvolle bijdrage aan de bevordering van de politieke en sociale stabiliteit en vreedzame co-existentie in Bosnië en Herzegovina.

Voortgang van de operatie

Ontwikkelingen in de operatie

De samenstelling van EUFOR Althea staat beschreven in de artikel 100-brief (Kamerstuk 29 521, nr. 494 d.d. 25 april 2025). Vanwege de toegenomen binnenlandse onrust in Bosnië en Herzegovina zijn op 13 maart twee reservetroepen geactiveerd. Dat wil zeggen dat er additionele Roemeense en Tsjechische eenheden zijn ingebracht ter versterking van de operatie. Deze circa vierhonderdvijftig militairen maken onderdeel uit van het multinationaal bataljon van EUFOR Althea en voeren patrouilles uit door Bosnië en Herzegovina. Deze uitbreiding kan weer worden afgeschaald als de operationeel commandant daartoe aanleiding ziet. In totaal bestaat de operatie daarmee momenteel uit circa 2100 militairen. Sinds januari 2025 is de Roemeense generaal-majoor Florin-Marian Barbu de nieuwe Force Commander van EUFOR Althea.


Reflectie op operatiedoelstellingen

De primaire doelstellingen van de operatie zijn het behoud van een ‘safe and secure environment’ en het afschrikken van actoren die de vrede in gevaar kunnen brengen. Hierin treedt de operatie gezamenlijk op met de internationale gemeenschap. EUFOR Althea heeft in de rapportageperiode deze doelstellingen kunnen realiseren.

Aan het behoud van de safe and secure environment geeft de operatie invulling door het uitvoeren van patrouilles en het continu monitoren van de veiligheidssituatie. EUFOR Althea treedt in geheel Bosnië en Herzegovina op en de patrouilles van de verschillende compagnieën worden op elkaar afgestemd zodat de operatie in het hele land zichtbaar is. Hoewel het afschrikken zich moeilijk laat meten en bewijzen, is er overeenstemming onder de internationale gemeenschap dat de aanwezigheid van EUFOR noodzakelijk is en een belangrijke waarborg is voor de veiligheid en stabiliteit van Bosnië en Herzegovina. De zichtbaarheid van EUFOR Althea en de capaciteit om snel op te schalen met reserve-eenheden als de veiligheidssituatie daarom vraagt, biedt tevens een belangrijke waarborg voor het gevoel van veiligheid onder de bevolking. De constitutionele crisis heeft volgens EUFOR Althea vooralsnog niet de safe and secure environment aangetast. Daarnaast ziet de operatie nog geen signalen die wijzen op een verhoogd gevoel van onveiligheid onder de bevolking door de politieke ontwikkelingen.

Bosnië en Herzegovina heeft de EU om de assistentie van EUFOR Althea verzocht bij de uitvoering van een arrestatiebevel van Republika Srpska president Dodik. Dit verzoek is vooralsnog niet ingewilligd. De operationeel commandant van EUFOR Althea is, overeenkomstig het mandaat bij te dragen aan het veilige klimaat dat nodig is om de kerntaken van de Hoge Vertegenwoordiger te realiseren, gemandateerd om te besluiten over een dergelijk verzoek. Nederland brengt dit punt op in gesprekken in EU-verband. De terughoudendheid bij het inwilligen van het verzoek kan het vertrouwen in EUFOR Althea onder de bevolking aantasten.

Aandachtspunten

Het kabinet is alert op de beschikbaarheid en vulling van de reserve-eenheden van EUFOR Althea in geval van escalatie. Deze beschikbaarheid en vulling blijft een continu aandachtspunt omdat een deel van deze eenheden gedeeld worden met de Kosovo Force (KFOR). Hoewel er op dit moment geen signalen voor zijn, kan een gelijktijdige escalatie in Kosovo en Bosnië en Herzegovina de operatie voor uitdagingen plaatsen.

De moeilijk te voorspellen politieke- en veiligheidscontext vraagt om continue waakzaamheid. EUFOR Althea heeft in de afgelopen twintig jaar nooit in een serieuze verslechterende veiligheidssituatie de safe and secure environment moeten herstellen. Het is daarom van belang dat de operatie zich voorbereidt op diverse scenario’s. EUFOR Althea doet dit door verschillende scenario’s voor te bereiden en jaarlijks te oefenen met het inbrengen van reserve-eenheden. Nederland roept hiertoe regelmatig op wanneer de voortgang van de operatie wordt besproken in het EU Politiek -en Veiligheidscomité (PSC). Nederlandse staffunctionarissen kaarten dit tevens regelmatig aan binnen de operatie. De recente activering van reserve-eenheden toont aan dat EUFOR Althea snel in staat blijkt om haar militaire presentie op te schalen. Desalniettemin blijft het voortzettingsvermogen van de operatie een aandachtspunt.

Terugblik op de Nederlandse bijdrage

In de rapportageperiode droeg Nederland tot oktober 2024 bij met een infanteriecompagnie van het Korps Mariniers (circa 150 militairen). Doorlopend draagt Nederland bij aan EUFOR Althea met maximaal zeven staffunctionarissen en een Human Intelligence (HUMINT)-team. Ook is de (logistieke) ondersteuning van de Nederlandse militairen (National Support Element) in afgeschaalde vorm voortgezet. 

Staffunctionarissen

Op het moment van schrijven zijn vier staffunctionarissen werkzaam op het hoofdkwartier van EUFOR Althea. Zij houden zich bezig met de plannen van de operatie, StratCom en inlichtingen. Hiermee levert Nederland een bijdrage aan de dagelijkse processen van de operatie. Nederland heeft bijgedragen aan het verbeteren van de rapportages van de operatie. Op het gebied van StratCom heeft Nederland zich ingezet voor het verbeteren van inzicht over de waardering van EUFOR Althea onder de lokale bevolking door middel van enquêtes. Effectief en strategisch communiceren blijft een uitdaging voor EUFOR Althea. Nederland zal ook bij de volgende rotatie staffunctionarissen leveren om bij te kunnen dragen aan verdere verbetering van StratCom.

Een geleerde les uit eerdere monitoring was het belang om meer invloed te krijgen op de besluitvormingsprocessen van de operatie door het leveren van hogere functies. Om die reden draagt Nederland vanaf juni 2025 bij met de Deputy Chief of Staff Support op het gebied van logistiek voor de duur van een jaar.

HUMINT-team

Het HUMINT-team draagt bij aan de inlichtingenbehoefte van EUFOR Althea. Het HUMINT-team opereert in geheel Bosnië en Herzegovina en informeert de commandant over ontwikkelingen in de veiligheidssituatie. Het team werkt met een door Nederland geworven tolk. Met het HUMINT-team draagt Nederland rechtstreeks bij aan de behoefte van de commandant om zicht te houden op ontwikkelingen in de veiligheidssituatie en daarmee aan de operatiedoelstellingen van EUFOR Althea.

Infanteriecompagnie

Nederland droeg van oktober 2023 tot oktober 2024 bij met een infanteriecompagnie. De infanteriecompagnie maakte onderdeel uit van het multinationaal bataljon en heeft in de rapportageperiode korte en meerdaagse patrouilles in geheel Bosnië en Herzegovina uitgevoerd. Door het ondersteunen van de zichtbaarheid van EUFOR Althea leverde Nederland een directe bijdrage aan de safe and secure environment, een van de operatiedoelstellingen van EUFOR Althea. De infanteriecompagnie werd door EUFOR Althea geprezen vanwege haar professionaliteit, mate van voorbereiding en uitrusting. Roemenië heeft de Nederlandse compagnie afgelost.

De infanteriecompagnie heeft, net als andere compagnieën van het multinationaal bataljon, stand-by gestaan als quick reaction force en voor crowd and riot control, maar is voor beide niet ingezet.

Tijdens patrouilles legde de infanteriecompagnie met behulp van een tolk ook contact met de lokale bevolking. Verhoogde interactie met de lokale bevolking kan het draagvlak van de operatie onder de bevolking verbeteren, maar kan ook als storend worden ervaren. Het is daarom van belang dat er wordt stilgestaan bij de vraag hoe het profiel en de activiteiten van de operatie overkomen op de lokale bevolking. Om die reden werden enkele informatiespecialisten toegevoegd vanaf de tweede rotatie van de infanteriecompagnie, om de commandant te adviseren op het gebied van Presence, Profile and Posture. Dit is een belangrijk element in StratCom. Deze toevoeging van informatiespecialisten werd van meerwaarde geacht en zal daarom ook bij de aanstaande inzet van de infanteriecompagnie worden toegepast.

Financiën

De additionele kosten in 2024 voor EUFOR Althea bedroegen EUR 13,1 miljoen en werden bekostigd uit het BIV.

Concluderend

Met het leveren van de infanteriecompagnie leverde Nederland de op vier na grootste bijdrage aan de operatie EUFOR Althea. Deze bijdrage werd door EUFOR Althea als kwalitatief hoogwaardig gezien. Met het HUMINT-team en de stafofficieren leverde Nederland een waardevolle bijdrage op het gebied van inlichtingen, planning en StratCom. Tot dusverre beoordeelt Nederland de bijdrage aan EUFOR Althea als positief. Nederland blijft zich inspannen voor de aandachtspunten en voor het leveren van een constructieve bijdrage aan de voortgang van de operatie. Dit gaf tevens aanleiding voor Nederland om de bijdrage aan deze operatie te verlengen. De aanwezigheid van EUFOR Althea is een belangrijke waarborg voor de veiligheid en stabiliteit van Bosnië en Herzegovina. De moeilijk te voorspellen politieke- en veiligheidscontext vraagt om continue waakzaamheid.

De Nederlandse bijdrage aan EUFOR Althea wordt zoals aangekondigd in de artikel 100-brief (Kamerstuk 29 521, nr. 494 d.d. 25 april 2025) voortgezet en het kabinet is voornemens dat Nederland vanaf oktober 2025 weer een infanteriecompagnie levert.

De minister van Buitenlandse Zaken,
C.C.J. Veldkamp

De minister van Defensie,
R.P. Brekelmans


  1. European Union Force in Bosnia and Herzegovina.↩︎