[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Verziltingsrisico’s bij het voorkeurstracé, het negeren van regionale voorstellen en het ontbreken van de tunnelvariant Programma Aansluiting Wind Op Zee (PAWOZ) – Eemshaven

Schriftelijke vragen

Nummer: 2025D23054, datum: 2025-05-21, bijgewerkt: 2025-06-11 16:17, versie: 2 (versie 1)

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kv-tk-2025Z09998).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2025Z09998:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2024-2025 Vragen gesteld door de leden der Kamer

2025Z09998

Vragen van het lid Vermeer (BBB) aan de Minister van Klimaat en Groene Groei over verziltingsrisico’s bij het voorkeurstracé, het negeren van regionale voorstellen en het ontbreken van de tunnelvariant Programma Aansluiting Wind Op Zee (PAWOZ) – Eemshaven (ingezonden 21 mei 2025).

Vraag 1

Wat doet u met de breed ingediende zienswijzen op het Programma Aansluiting Wind Op Zee (PAWOZ) – Eemshaven van alle noordelijke overheden?

Vraag 2

Hoe bent u tot het voorkeurstracé gekomen? Waarom is afgeweken van het voorstel vanuit de regio?

Vraag 3

Waarom is de tunnelvariant niet opgenomen in de projectMER voor de aansluiting van de windparken Doordewind en Ten Noorden van de Waddeneilanden, terwijl niet zeker is of de effecten van het voorkeurstracé gemitigeerd kunnen worden of een ADC-toets wordt doorstaan?

Vraag 4

Is er een ambtelijke projectgroep die werkt aan de tunnelvariant? Zo nee, waarom niet?

Vraag 5

Waarom wordt er geen tempo gemaakt met de tunnelvariant als alternatief?

Vraag 6

Waarom is er nog geen initiatiefnemer voor de tunnel?

Vraag 7

Waarom bent u wél initiatiefnemer voor de kerncentrale, maar niet voor de tunnelvariant? Wat is het verschil?

Vraag 8

Waarom is in de planMER geen meest milieuvriendelijk alternatief aangewezen, terwijl de tunnelvariant de minste effecten heeft op natuur, landbouw en omgeving?

Vraag 9

Erkent u dat snelheid nooit boven milieu, natuur en bodemkwaliteit mag gaan in een kwetsbaar UNESCO-gebied als de Waddenzee?

Vraag 10

Bent u op de hoogte van de vertragingen in de realisatie van windparken op zee?

Vraag 11

Deelt u de opvatting dat aanlanding van kabels dan pas plaatsvindt ná realisatie van de windparken?

Vraag 12

Deelt u de conclusie dat bij vertraging van windparken op zee voldoende tijd is om de tunnelvariant te realiseren, mits die nu wordt meegenomen in de projectMER?

Vraag 13

Op welk onderzoek baseert u dat gestuurde boring langs de Waddenkust een verziltingsrisico oplevert?

Vraag 14

Deelt u de analyse dat lekkage van zilt kwelwater bij gestuurde boring kan leiden tot verzilting van landbouwgrond?

Vraag 15

Bent u bekend met de volgende voorbeelden van verzilting door gestuurde boringen: Noordoostpolder (2018), Niedersachsen (2020), Murcia (2017), Camargue (2021) en Sonora (2018)?

Vraag 16

Wat onderscheidt het voorkeurstracé van deze gevallen?

Vraag 17

Is bij uw analyse rekening gehouden met de heterogene bodemstructuur van de Groninger Waddenkust en de verhoogde kans op kwel en verzilting bij schelp- en zandlagen?

Vraag 18

Waarom ontbreekt een specifiek onderzoek naar de risico’s van gestuurde boring in de uitgevoerde studies?

Vraag 19

Deelt u de constatering dat het rapport «Effectberekeningen verzilting tracé Eemshaven» van Acacia Water (d.d. 12 juli 2024) ernstige tekortkomingen bevat, zoals het ontbreken van een betrouwbaarheidsanalyse?

Vraag 20

Klopt het dat in het rapport vier verschillende bodemmodellen zijn gebruikt met grote onzekerheden, maar desondanks uitspraken zijn gedaan in harde jaartallen?

Vraag 21

Erkent u dat bij gebruik van onzekere modellen de uitkomst een bandbreedte moet zijn, voorzien van een betrouwbaarheidsanalyse?