Voortgang toezeggingen m.b.t. moties woningbouw, architectuurbeleid en ruimtelijke kwaliteit
Integrale visie op de woningmarkt
Brief regering
Nummer: 2025D23298, datum: 2025-05-22, bijgewerkt: 2025-06-25 09:17, versie: 3 (versie 1, versie 2)
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-32847-1347).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M.C.G. Keijzer, minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (Ooit BBB kamerlid)
- Projectverantwoording MooiNL x CoLA
- Beslisnota bij Kamerbrief Voortgang toezeggingen m.b.t. moties woningbouw, architectuurbeleid en ruimtelijke kwaliteit
- Kamerbrief met antwoorden op moties woningbouw architectuurbeleid en ruimtelijke kwaliteit 13 oktober 2023
- Rapport 'Vanuit samenhang naar synergie'
Onderdeel van kamerstukdossier 32847 -1347 Integrale visie op de woningmarkt.
Onderdeel van zaak 2025Z10161:
- Indiener: M.C.G. Keijzer, minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening
- 2025-05-27 16:15: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-06-17 18:45: Extra procedurevergadering commissie VRO (groslijst controversieel verklaren) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening
- 2025-07-01 16:30: Procedurevergadering commissie Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (Procedurevergadering), vaste commissie voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2024-2025 |
32 847 Integrale visie op de woningmarkt
Nr. 1347 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING EN RUIMTELIJKE ORDENING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 22 mei 2025
Op 13 oktober 2023 heeft voormalig Minister de Jonge van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties u, mede namens Staatssecretaris Uslu van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, een brief gestuurd waarin hij u op de hoogte bracht van de wijze waarop hij invulling wilde geven aan een aantal moties die de Tweede Kamer in het vergaderjaar 2022–2023 heeft aangenomen1. De moties riepen op tot het besteden van bijzondere aandacht aan ruimtelijke ordening, stedenbouwkunde en architectuur bij woningbouw2, tot het onderzoeken van een norm voor vernieuwende architectuur voor bouwlocaties3 en tot het onderzoeken van de terugkeer van een Nederlands architectuurinstituut4. In deze brief neem ik u mee in de stand van zaken van de toezeggingen die mijn voorganger in die brief heeft gedaan.
Ruimtelijke kwaliteit in steden; een integrale aanpak
Ten aanzien van ruimtelijke kwaliteit in steden en de noodzaak om dat integraal aan te pakken, stelde Minister de Jonge in zijn brief van 13 oktober 2023 dat het, vanwege de vele nieuwe kwaliteitsvraagstukken die op gemeenten afkomen, voor de hand ligt de in de Omgevingswet verankerde adviesstructuur op het gebied van ruimtelijke kwaliteit in de breedte te versterken. Hij kondigde aan daartoe te willen verkennen of, aanvullend op de komst van de Commissies Omgevingskwaliteit, een landsdekkend stelsel van lokale bouwmeesters gevormd kan worden.
Naar aanleiding hiervan heeft BVR Adviseurs de opdracht gekregen een verkenning uit te voeren naar de (on)mogelijkheden van een landsdekkend stelsel van lokale bouwmeesters. De verkenning werd begeleid door een klankbordgroep bestaande uit de Rijksbouwmeester, de directeur van de Federatie Ruimtelijke Kwaliteit en medewerkers van de BZK/DGRO/DRO/Afdeling Ruimtelijke Kwaliteit en is medio juni 2024 afgerond.
De verkenning bestaat uit een eerste inventarisatie van de bestaande modellen en praktijken en van de behoeften op lokaal en regionaal niveau, een analyse van de resultaten van de inventarisatie en een aantal aanbevelingen. In de rapportage van de verkenning wordt geconstateerd dat een lokale of regionale bouwmeester een belangrijke bijdrage kan leveren aan het versterken van de adviesstructuur op het gebied van ruimtelijke kwaliteit op het strategisch niveau, wat onder andere helpt om projecten te versnellen. Aanbevolen wordt om de ontwikkeling van een landsdekkend stelsel van lokale en regionale bouwmeesters te ondersteunen middels de uitbouw van het reeds door het College van Rijksadviseurs geïnitieerde netwerk van bouwmeesters. De verkenning geeft tevens inzicht in de condities waaraan voldaan moet worden om een betekenisvol functioneren van een bouwmeester mogelijk te maken en schetst de contouren van de verschillende modellen die denkbaar zijn om de rol van bouwmeester vorm te geven.
Daarmee biedt de verkenning een goede basis om het stimuleren van een lokale en regionale versterking van de adviesstructuur op het gebied van ruimtelijke kwaliteit op het strategisch niveau verder te brengen, in aanvulling op de adviezen met betrekking tot ruimtelijke kwaliteit en welstand van de adviesgroep STOER. Het is duidelijk dat de afwegingen met betrekking tot die adviesstructuur aan de gemeenten zijn en dat de verantwoordelijkheid ervoor bij hen ligt. Vanuit de rijksoverheid is er ook geen budget beschikbaar om de adviesstructuur te versterken, mochten gemeenten dat willen. Toch wil ik, in nauwe samenwerking met de Rijksbouwmeester, in overleg treden met gemeenten, regio’s en provincies, om de verkenning met hen te delen en de voor- en nadelen van het instrument «bouwmeester» te bespreken.
Architectuurbeleid; stimuleren van ontwerpkracht
Ik wil in het kader van het architectuurbeleid en het stimuleren van ontwerpkracht benadrukken dat goede architectuur mijns inziens een aantal elementaire uitgangspunten kent, met betrekking tot zaken als ritmiek, balans, rust en materiaalgebruik. Maar dat architectuur ook gaat over wat een mens mooi vindt en dat is in hoge mate subjectief.
In zijn brief van 13 oktober 2023 stelde Minister de Jonge dat hij, samen met Staatssecretaris Uslu, wilde onderzoeken hoe de netwerkfunctie van de lokale architectuurcentra versterkt kan worden. Hij zegde toe voor 2024 hiertoe een impuls voor te willen bereiden.
Naar aanleiding van die toezegging vroeg Stichting Coördinatie Lokale Architectuurinitiatieven (CoLA – de stichting waarin een netwerk van 48 regionale en lokale architectuurcentra samenwerken) een subsidie aan om de gebiedsgerichte handreikingen van programma Mooi Nederland bij een breder publiek onder de aandacht te brengen. De activiteiten in het kader van de verstrekte subsidie zijn afgerond5 en hebben veel lokale aandacht gegenereerd voor de onder de handreikingen liggende opgaven en de handreikingen zelf. Daarnaast hebben ze input voor het verbeteren van de handreikingen opgeleverd.
Inmiddels is ook de Actieagenda Ruimtelijk Ontwerp (ARO) 2025 van de Ministeries van VRO en OCW opgestart. ARO 2025 richt zich op het versterken van de inzet van ruimtelijk ontwerp bij de grote samenhangende opgaven het lokale en regionale schaalniveau. In het kader daarvan zal ook de netwerkfunctie van de lokale architectuurcentra verstevigd worden.
Vermeldenswaard is dat het ontwerpveld ook zelf in actie is gekomen om ontwerpkracht steviger op de agenda te zetten. Dat leidde al eerder tot de oprichting van Platform Ontwerp NL6, een samenwerkingsverband van de Branchevereniging Nederlandse Architectenbureaus (BNA), Koninklijke Nederlandse Ingenieurs, de Beroepsvereniging van Nederlandse Stedenbouwkundigen en Planologen (BNSP), de Federatie Ruimtelijke Kwaliteit, de Nederlandse Vereniging voor Tuin- en Landschapsarchitectuur (NVTL), Vereniging Deltametropool en de Beroepsvereniging Nederlandse Interieurarchitecten (BNI), dat de inzet van ontwerpkracht bij de grote opgaven waar Nederland voor staat, bevordert en ondersteunt. Daarnaast is het initiatief «Architectuur Overal» gelanceerd, een samenwerkingsverband tussen het Nieuwe Instituut, de BNA, Stichting Coördinatie Lokale Architectuurinitiatieven (CoLA), Stimuleringsfonds Creatieve Industrie (SCI), Internationale Architectuur Biënnale Rotterdam (IABR), Vereniging Deltametropool en Volume, dat samenwerkt aan een bredere zichtbaarheid van architecten en ontwerpers, en zo vanuit het ontwerpveld een betere aansluiting wil maken met politiek en maatschappij.
Ik zal dit jaar een werkbezoek afleggen op uitnodiging van de BNA. Daarbij zal ik de hiervoor genoteerde spanning tussen de objectieve basis en de subjectieve waardering van architectuur natuurlijk aan de orde stellen. Ik zal ook benadrukken dat het van belang is dat architecten meer oog hebben voor wat mensen van belang vinden om zich ergens thuis te voelen.
Woningbouwbeleid; samen afspraken maken
In zijn brief van 13 oktober 2023 stelde Minister de Jonge tot slot dat goede stedenbouw en architectuur belangrijk zijn voor ruimtelijke kwaliteit in woningbouw. Daarom heeft hij, zowel in die brief als in het commissiedebat Staat van de Volkshuisvesting7, aangekondigd te willen onderzoeken hoe de inzet van architecten in het woningbouwproces kan worden bevorderd, zonder daarbij uiteraard de doorlooptijd van het vergunningsverleningstraject te verlengen.
Ik heb besloten die verkenning onder te brengen bij het Programma Innovatie en Opschaling Woningbouw. Middels dat programma ga ik toewerken naar een vernieuwd gebieds- en woningbouwontwikkelproces op basis van het integraal toepassen van verschillende innovaties, zoals industrieel bouwen, digitaal en datagedreven (samen)werken, het borgen van ruimtelijke en sociale kwaliteit, parallel plannen, etc. Als onderdeel daarvan zal ik de versterking van rol van de architect verkennen.
Daarnaast gaf Minister de Jonge aan ook bij fabrieksmatige woningbouw (o.a. flexibel bouwen en tijdelijk bouwen) de ruimtelijke kwaliteit belangrijk te vinden. Op zijn verzoek hebben de Federatie Ruimtelijke Kwaliteit (FRK) en het College van Rijksadviseurs (CRa) hier samen een impuls aan gegeven. Naast de al in de brief van 13 oktober genoemde publicatie «Ruimtelijke kwaliteit bij fabrieksmatige woningbouw, een stedenbouwkundig kader»8 is in november 2023 de publicatie «Architectonisch kader ruimtelijke kwaliteit bij industriële woningbouw»9 verschenen en in maart 2025 de publicatie «Ruimtelijke kwaliteit bij industriële woningbouw, Bouwstenen voor een Governancekader».10
De Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening,
M.C.G. Keijzer
Kamerbrief over moties woningbouw, architectuurbeleid en ruimtelijke kwaliteit | Kamerstuk | Rijksoverheid.nl↩︎
Tweede Kamer, vergaderjaar 2022–2023, 29 383 nr. 380 – Motie van de leden Nijboer en Bromet↩︎
Tweede Kamer, vergaderjaar 2022–2023, 34 682 nr. 171 – Motie van het lid Nijboer↩︎
Tweede Kamer, vergaderjaar 2022–2023, 32 847 nr. 1053 – Motie van het lid Beckerman↩︎
https://stichtingcola.nl/mooinl-x-cola/↩︎
https://www.platformontwerp.nl↩︎
Commissiedebat Staat van de Volkshuisvesting, 27 september 2023, Kamerstuk 32 847, nr. 1104.↩︎
https://www.ruimtelijkekwaliteit.nl/informatief/publicaties/item?id=41↩︎
https://www.collegevanrijksadviseurs.nl/projecten/Adviezen-publicaties/publicatie/2023/11/21/architectonisch-kader-ruimtelijke-kwaliteit-bij-industriele-woningbouw↩︎
https://www.collegevanrijksadviseurs.nl/projecten/Adviezen-publicaties/publicatie/2025/03/11/bouwstenen-voor-een-governancekader---ruimtelijke-kwaliteit-bij-industriele-woningbouw↩︎