Verslag van de Staten van Curaçao
Wijziging van de Paspoortwet in verband met de ontvlechting van de Nederlandse identiteitskaart
Verslag (initiatief)wetsvoorstel (nader)
Nummer: 2025D23308, datum: 2025-05-22, bijgewerkt: 2025-05-22 13:30, versie: 2 (versie 1)
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Onderdeel van kamerstukdossier 36643 (R2202)-6 Wijziging van de Paspoortwet in verband met de ontvlechting van de Nederlandse identiteitskaart.
Onderdeel van zaak 2024Z16995:
- Indiener: F.Z. Szabó, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Volgcommissie: vaste commissie voor Koninkrijksrelaties
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2024-11-05 15:50: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2024-11-14 11:30: Procedurevergadering commissie Binnenlandse Zaken (Procedurevergadering), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2024-12-12 14:00: Wijziging van de Paspoortwet in verband met de ontvlechting van de Nederlandse identiteitskaart (TK 36643-(R2202)) (Inbreng verslag (wetsvoorstel)), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2025-06-17 20:00: Extra procedurevergadering commissie BiZa (groslijst controversieel verklaren) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
Preview document (🔗 origineel)
36 643 (R2202) Wijziging van de Paspoortwet in verband met de ontvlechting van de Nederlandse identiteitskaart
Nr. 6 Verslag van de Staten van Curaçao
Vastgesteld 22 mei 2025
De in de Staten van Curaçao aanwezige fracties van de MFK, PNP, PAR, MAN, TPK, KEM, het onafhankelijke lid Jesus-Leito en het onafhankelijk lid Djaoen-Genaro hebben kennisgenomen van het onderhavige wijziging van de Paspoortwet en hebben de volgende op- en aanmerkingen.
De PNP-fractie heeft de volgende op- en aanmerkingen met betrekking tot de onderhavige wijzigingen.
De gegevens over de Nederlandse identiteitskaart (NIK) blijven op grond van de Paspoortwet onderdeel van zowel de basisregistratie reisdocumenten en het register paspoortsignaleringen. Kan de Koninkrijksregering uitleggen of het bewaren van data conform dit wetsvoorstel in overeenstemming is met het subsidiariteitsbeginsel? Betreft het hier een echte ontvlechting of is het de bedoeling dat we naar een Rijks Identificatiekaart, een ‘RIK’ gaan? Volgens de fractie zou dit misschien handig zijn voor studenten uit Curaçao, die in Nederland gaan studeren. De Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) is bezorgd over de impact van dit wetsvoorstel op de Nederlandse gemeenten. Welke concrete wettelijke garanties kan de Koninkrijksregering geven dat Curaçao niet geconfronteerd zal worden met onvoorziene kosten of andere verplichtingen, indien Nederland in de toekomst besluit om zijn beleid met betrekking tot de voorwaarden voor de databank of registratie van de NIK te wijzigen? Hoe kan voorkomen worden dat er een conflict ontstaat tussen Nederland en Curaçao ten aanzien van het Nederlandse beleid en de beslissingen die Curaçao wil nemen? Kan de Koninkrijksregering garanderen dat dit voorstel de Curaçaose burger niet zal benadelen? In het kader van het databeleid en de bescherming van privacy van burgers de volgende vragen. Welke afspraken en protocollen zijn geregeld in het databeleid? Hoe is de veiligheid van data van de NIK in de registraties van het Koninkrijk gewaarborgd? Wie is ten aanzien van het gedeelde bestand verantwoordelijk voor het verwerken van de datagegevens van de NIK? Is het niet het moment om na te denken over de RIK, zodat meteen alle datagegevens gedeeld worden en ook om te garanderen dat de privacy van burgers gewaarborgd wordt op een meer hybride manier?
De PAR-fractie heeft de volgende op- en aanmerkingen met betrekking tot de onderhavige wijzigingen.
Vooraf een redactionele opmerking. De fractie verzoekt de Tweede Kamer om de Caribische landen van het Koninkrijk individueel bij naam te noemen. Nederland wordt toch ook met Nederland aangesproken en niet als Europees land van het Koninkrijk? Graag ons land met Curaçao aanspreken.
De fractie stelt voorop dat deze wijzigingen niets te maken hebben met Curaçao. De enige reden dat Curaçao zijn mening hierover mag geven, is het feit dat de Paspoortwet een rijkswet is en de bepalingen met betrekking tot uitgifte van de NIK hierin zijn opgenomen. Gezien de splitsing van de regels ten aanzien van de uitgifte van paspoorten en de NIK, wil de fractie gebruikmaken van deze gelegenheid om het over de uitgifte van paspoorten te hebben, hetgeen wèl de burgers van Curaçao aangaat. In een motie van 13 december 2014 hebben de Staten van Curaçao reeds gevraagd om een oplossing voor de burgers van Curaçao die na jaren een Nederlands paspoort hebben gehad, plotseling bij een verzoek voor verlening, het verzoek wordt afgewezen en zij dus hun Nederlandse nationaliteit verliezen en staatloos worden. De fractie vraagt zich af of de onderzoeken die ten grondslag liggen aan het intrekken van deze paspoorten wel proportioneel zijn.
Hoelang na de eerste paspoortuitgifte moeten onderzoeken worden verricht? Zelfs een veroordeelde met een strafblad, wordt na een aantal jaren hiervan verlost. Ook het feit dat drie of vier generaties gestraft worden, maakt dit beleid gebaseerd op de paspoortwet disproportioneel, aldus de fractie.
Tot slot benadrukt de fractie dat het belangrijk is om deze groep burgers te helpen door wijziging aan te brengen in de Paspoortwet. Dit is volgens de fractie mogelijk, aangezien dit in het verleden (2021) is gebeurd.
Aldus vastgesteld in de vergadering van de Centrale Commissie van de 23ste april 2025.
De Rapporteur,
F.H.E. Brownbill