Reactie op verzoek commissie over de brief van WISE over Informatie WISE over aanbevelingen voor subsidieregeling Indirecte Kostencompensatie ETS (IKC-ETS)”
Kabinetsaanpak Klimaatbeleid
Brief regering
Nummer: 2025D24091, datum: 2025-05-26, bijgewerkt: 2025-06-02 16:45, versie: 2 (versie 1)
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: S.T.M. Hermans, minister van Klimaat en Groene Groei (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 32813 -1516 Kabinetsaanpak Klimaatbeleid.
Onderdeel van zaak 2025Z10533:
- Indiener: S.T.M. Hermans, minister van Klimaat en Groene Groei
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Klimaat en Groene Groei
- 2025-05-28 13:15: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-06-19 09:30: Extra procedurevergadering commissie K&GG (groslijst controversieel verklaren) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Klimaat en Groene Groei
- 2025-07-01 17:30: Procedurevergadering vaste commissie voor Klimaat en Groene Groei (Procedurevergadering), vaste commissie voor Klimaat en Groene Groei
Preview document (🔗 origineel)
32 813 Kabinetsaanpak Klimaatbeleid
29 023 Voorzienings- en leveringszekerheid energie
Nr. 1516 Brief van de minister van Klimaat en Groene Groei
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 26 mei 2025
De vaste commissie voor Klimaat en Groene Groei heeft een brief ontvangen van WISE, getiteld “Informatie WISE over aanbevelingen voor subsidieregeling Indirecte Kostencompensatie ETS (IKC-ETS)”. De commissie heeft mij verzocht hierop te reageren en deze reactie aan de Tweede Kamer toe te zenden.
Achtergrondinformatie
Het klopt dat de Indirecte Kosten Compensatie (IKC) specifiek gericht is op de elektriciteit intensieve sectoren met weglekrisico zoals gedefinieerd in de EU staatssteunrichtlijnen. Het doel is te voorkomen dat door verplaatsing van productie buiten de EU, CO2-emissies en werkgelegenheid weglekken naar landen waar emissies niet zijn beprijsd. Het instrument beoogt daarmee de werking van het EU emissiehandelssysteem te versterken door te zorgen dat de industrie in Europa kan verduurzamen. Er zijn 15 Europese lidstaten die IKC uitkeren en 11 landen die geen IKC uitkeren, Nederland niet meegeteld. Het zijn met name de landen met een significante industriële basis die de wél IKC uitkeren.
Europese lidstaten zijn gebonden aan de richtlijnen, maar hebben wel enige vrijheid in de exacte invulling ervan. Zo stelt Nederland extra voorwaarden aan bedrijven voor het ontvangen van de IKC-ETS om verduurzaming te stimuleren. Nederlandse bedrijven moeten een CO2-reductieplan opstellen waarin zij uiteenzetten hoe zij gemiddeld jaarlijks minimaal 3% (scope 1 en/of 2) CO2-reductie realiseren met investeringen ter waarde van minimaal 50% van de ontvangen subsidie. Als dergelijke investeringen niet haalbaar zijn, moet minimaal 30% van hun ingekochte stroom duurzaam opgewekt zijn. RVO voert deze subsidieregeling uit en controleert of bedrijven aan alle voorwaarden voldoen. Alleen als bedrijven aan alle subsidievoorwaarden hebben voldaan zal RVO de subsidie definitief vaststellen.
Het Nederlandse kabinet heeft in 2023 besloten de IKC-regeling niet te verlengen en het budget voor andere maatregelen die verduurzaming stimuleren in te zetten. Door het stopzetten van de IKC, in combinatie met andere factoren zoals het afschaffen van de Volume Correctie Regeling (VCR) door de ACM in 2024 en uiteenlopende nettarieven, liggen in Nederland de elektriciteitskosten aanzienlijk hoger dan in omliggende Europese landen. In opdracht van mijn rechtsvoorgangers is dit onderzocht, en de Tweede Kamer is hierover geïnformeerd via de Kamerbrief over de elektriciteitskosten voor de Nederlandse industrie van 3 april 2024.1
Door de hoge elektriciteitskosten is het risico toegenomen dat Nederlandse elektriciteit intensieve bedrijven ervoor kiezen volledig te stoppen of hun productie naar het buitenland te verplaatsen. Voor bedrijven die hun productieprocessen nog niet hebben geëlektrificeerd, vormen de hoge elektriciteitskosten een belemmering. Dit terwijl elektrificatie juist een belangrijke route is voor de verduurzaming van de Nederlandse industrie.
In de voorjaarsbesluitvorming van 2024 is daarom besloten om de IKC opnieuw in te voeren voor één jaar, om het ontstane concurrentienadeel voor de industrie te verkleinen en elektrificatie niet te belemmeren. In de voorjaarsbesluitvorming van 2025 is besloten om deze regeling voor een periode van drie jaar te verlengen.
Aanbevelingen voor Nederland in Europa
U geeft in uw brief de volgende aanbevelingen voor de positionering van Nederland in Europa:
U adviseert het kabinet om binnen de Europese Unie te pleiten voor afschaffing van deze regeling of als andere route, zich hard te maken om binnen de internationale coalitie tegen fossiele subsidies de Europese lidstaten overtuigt deze subsidie gezamenlijk niet meer uit te keren. Of om anders de Nederlandse voorwaarden breed uit te rollen voor alle Europese lidstaten. Daarnaast zou Nederland zich uit moeten spreken tegen verdere vertraging van de implementatie en voor een uitbreiding van CBAM voor andere sectoren.
De IKC is een Europees instrument dat bedoeld is om de werking van het EU-ETS te versterken en emissieweglek te voorkomen. Door de Europese aanpak wordt gezorgd dat lidstaten die de IKC toepassen, dit op een geharmoniseerde wijze doen. Een steeds oplopend deel van de elektriciteitsvoorziening in Nederland en in Europa is gebaseerd op hernieuwbare bronnen waarmee het fossiele voordeel steeds verder wordt uitgefaseerd. In het recente Staal- en Metaalactieplan roept de Europese Commissie de lidstaten dan ook op tot toepassing van de IKC.2
In het kader van de evaluaties van zowel het EU-ETS als het CBAM in 2026 werkt de Europese Commissie aan passende maatregelen voor indirecte kostencompensatie na 2030. Deze zullen worden ontwikkeld op een wijze die consistent is met andere instrumenten ter voorkoming van emissieweglek. Het kabinet onderschrijft deze benadering van de Commissie. Bij een goed functionerend CBAM met een voldoende grote scope waarbij ook indirecte emissies volledig worden meegenomen, kan een additioneel instrument als de IKC mogelijk overbodig worden. Het kabinet zal zich – conform de kabinetsreactie op het IBO over de bekostiging van de elektriciteitsinfrastructuur – daarom inzetten voor een Europees geharmoniseerde uitwerking, gericht op een gelijk speelveld binnen Europa en tussen Europa en de rest van de wereld.3 In de coalitie voor uitfasering van fossiele subsidies (COFFIS) wordt daarnaast door EU-lidstaten afgestemd over een gezamenlijke inzet in de EU rond de afbouw van fossiele subsidies.
Aanbevelingen aan dit kabinet
Aan het kabinet doet u de volgende aanbevelingen:
U roept op om de IKC niet te verlengen en het geld te gebruiken voor de energietransitie. Daarnaast pleit u wanneer de IKC wel opnieuw wordt ingevoerd niet te de maximale uitkering te geven, maar te kijken wat doelmatig is en goed te controleren of bedrijven wel hebben voldaan aan de voorwaarden.
De IKC compenseert een deel van de ETS-gerelateerde elektriciteitskosten waarmee deze kosten lager worden en voorkomen wordt dat productie en bijbehorende emissies naar buiten Europa verplaatsen. Ook bevordert de regeling de elektrificatie van de industrie in Nederland waarmee de regeling bijdraagt aan de energietransitie. Zoals aangegeven is RVO verantwoordelijk voor de uitvoering van deze subsidieregeling inclusief de controle op het voldoen aan de subsidievoorwaarden. De SEO concludeerde in 2023 dat het instrument doelmatig is uitgevoerd in de periode van 2017-20144. De hoogte van de IKC is direct gekoppeld aan de CO₂-prijs, en het steunpercentage is in lijn met de Europese richtlijnen. Daarbij wordt in de evaluatie van SEO opgemerkt dat bedrijven eerder onder- dan overgecompenseerd zijn, en dat de mate van compensatie goed vergelijkbaar is met die in omliggende landen, zoals Duitsland, Frankrijk en België.
Met betrekking tot de studie van de Europese Commissie uit 2020, waarin wordt geconcludeerd dat de IKC geen significant effect heeft op de concurrentiepositie, dient te worden opgemerkt dat de CO₂-prijzen voor 2021 aanzienlijk lager lagen dan nu. De studie van SEO en de Kamerbrief over de elektriciteitskosten in Nederland ten opzichte van direct omliggende landen laten zien dat de IKC wel degelijk een significant effect heeft op de elektriciteitskosten voor de industrie, en daarmee ook op de concurrentiepositie.
De minister van Klimaat en Groene Groei,
S.T.M. Hermans
Kamerbrief uitkomsten onderzoek elektriciteits- en netwerkkosten industrie | Kamerstuk | Rijksoverheid.nl↩︎
Kamerbrief met Kabinetsreactie op IBO-rapport Bekostiging van de Elektriciteitsinfrastructuur | Kamerstuk | Rijksoverheid.nl↩︎
Beleidsevaluatie subsidieregeling compensatie indirecte emissiekosten - SEO Economisch Onderzoek↩︎