Voortgang Justitie en Veiligheid Beleidsagenda Caribisch Nederland (CN) 2021-2025 over 2024
Rechtsstaat en Rechtsorde
Brief regering
Nummer: 2025D24441, datum: 2025-05-27, bijgewerkt: 2025-06-02 10:28, versie: 2 (versie 1)
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: D.M. van Weel, minister van Justitie en Veiligheid
- Mede ondertekenaar: I. Coenradie, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
- Mede ondertekenaar: M.H.M. Faber-van de Klashorst, minister van Asiel en Migratie (Ooit PVV kamerlid)
- Mede ondertekenaar: T.H.D. Struycken, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Onderdeel van kamerstukdossier 29279 -971 Rechtsstaat en Rechtsorde.
Onderdeel van zaak 2025Z10643:
- Indiener: D.M. van Weel, minister van Justitie en Veiligheid
- Medeindiener: M.H.M. Faber-van de Klashorst, minister van Asiel en Migratie
- Medeindiener: I. Coenradie, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
- Medeindiener: T.H.D. Struycken, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
- Volgcommissie: vaste commissie voor Asiel en Migratie
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2025-06-03 16:10: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-06-05 12:00: Procedures en brieven (zal geen doorgang vinden) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2025-06-19 14:15: Extra procedurevergadering commissie Justitie en Veiligheid (groslijst controversieel verklaren) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
Preview document (🔗 origineel)
29279 Rechtsstaat en Rechtsorde
Nr. 971 Brief van de ministers van Justitie en Veiligheid en van Asiel en Migratie en de staatssecretarissen van Justitie en Veiligheid
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 mei 2025
Met deze brief brengen wij u op de hoogte van de voortgang van de Justitie en Veiligheid beleidsagenda voor Caribisch Nederland (CN) 2021-20251 over het jaar 2024. Jaarlijks vindt een terugkoppeling plaats, waarvan dit de derde is. De brief volgt de opzet van de beleidsagenda 2021-2025 en gaat eerst in op de vier speerpunten van deze agenda: 1) georganiseerde en ondermijnende criminaliteit, 2) grensbewaking en migratie, 3) resocialisatie, re-integratie en jeugdbeleid, en 4) crisisbeheersing. Vervolgens komen de ontwikkelingen rond de randvoorwaarden uit de beleidsagenda aan bod. Ook wordt er in deze brief stil gestaan bij de motie Verbetering ketensamenwerking van de leden Bruyning en Mutluer2 en het uitstel van het Justitieel Vierpartijenoverleg (JVO) van januari naar juni 2025.
Georganiseerde Ondermijnende criminaliteit
Aanpak witwassen
In augustus 2022 is het evaluatierapport van de Financial Action Task Force (FATF) inclusief de aanbevelingen gepubliceerd. Dit evaluatierapport ging in op het Nederlandse beleid tegen witwassen, terrorismefinanciering en financiering van de verspreiding van massavernietigingswapens. Daarin was Caribisch Nederland ook meegenomen. In 2024 is er door het ministerie van Justitie en Veiligheid (JenV), in nauwe samenwerking met het ministerie van Financiën en partners in CN, verder gewerkt aan de opvolging van deze aanbevelingen. Eén van de aanbevelingen vanuit de FATF was om de voorlichtingsrol die de Financial Intelligence Unit (FIU)-Nederland onder andere heeft te verbeteren. In dit kader heeft de FIU in 2024 gewerkt aan het verbeteren van de website, waardoor kennis -en voorlichting producten beter vindbaar zijn op de website. Daarnaast is ook de zoekfunctie verbeterd op de website zodat informatie makkelijker te vinden is, bijvoorbeeld door middel van semantisch zoeken. Dit draagt bij aan een betere voorlichting en kennisoverdracht voor de meldingsplichtige instellingen en dienstverleners. Daarnaast wordt Caribisch Nederland periodiek bezocht om voorlichting te geven.
Verder is er met middelen van het Directoraat Generaal Ondermijning sinds 2022 bij het Korps Politie Caribisch Nederland een specialist van de Nederlandse politie op het domein financieel ingezet. Deze specialist traint, coacht en begeleidt lokale medewerkers. Er vindt daarmee overdracht van kennis en kunde vanuit de Nationale Politie (NP) plaats. Daarnaast draagt de specialist daadwerkelijk bij aan opsporingsonderzoeken inzake ondermijnende criminaliteit. Deze ondersteuning loopt dit jaar af.
Corruptiebestrijding
Op 1 januari jl. is het Besluit politiegegevens gewijzigd waardoor themaverwerking voor ambtelijke omkoping sindsdien ook in Caribisch Nederland mogelijk is.3 Het themaregister is opgericht om zachte (opsporings)informatie te kunnen opslaan, bewaren en analyseren om zo inzicht te krijgen in de betrokkenheid van personen bij handelingen die kunnen wijzen op het bewaren of plegen van misdrijven die een ernstig gevaar op de rechtsorde plegen, waaronder ambtelijke omkoping.4
De beleidsreactie op het onderzoek van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Datacentrum (WODC) naar de aard en oorzaken van ambtelijke corruptie in Caribisch Nederland is op 18 december 2024 door de minister van JenV en de staatssecretaris Koninkrijksrelaties en Digitalisering (BZK) naar uw Kamer verzonden.5 Deze beleidsreactie geeft aan op welke niveaus extra waarborgen voor integriteit moeten worden gerealiseerd. Daarbij wordt ingezet op periodieke monitoring van de voortgang. Daarnaast wordt in het tweede kwartaal van dit jaar een Agenda Goed Bestuur aan uw Kamer verzonden. Deze Agenda zal onder meer ingaan op het versterken van goed bestuur op Bonaire, Sint Eustatius en Saba.
Inrichting notariële dienstverlening
JenV is blijvend in gesprek met het notariaat in CN. In juli 2024 heeft JenV samen met de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (KNB) een werkbezoek gebracht aan Bonaire. Dit bezoek is gebruikt om te bezien op welke wijze samenwerking kan worden gevonden tussen het Caribisch en Europees deel van Nederland op notarieel gebied.
Hierbij is blijvende aandacht voor de toegang van het notariaat tot informatiesystemen. Mede in het kader van het versterken van het ondernemersklimaat wordt, in samenwerking met BZK, gewerkt aan digitalisering op de eilanden. Hierbij wordt door JenV verkend hoe het notariaat, onder andere door elektronische toegang tot persoons- en bedrijfsgegevens en Kadastrale gegevens en het elektronisch in laten schrijven van aktes in de registers, gedigitaliseerd kan worden.
Bij wijzigingen in Europees Nederland blijven we uiteraard bezien wat dit betekent voor het notariaat in Caribisch Nederland.
Cybercrime
De afgelopen jaren heeft het Korps Politie Caribisch Nederland (KPCN) ondersteuning ontvangen van de NP op het gebied van cyber. Deze ondersteuning was specifiek gericht op het opzetten, verder ontwikkelen en opleiden van het cyberteam van KPCN. De huidige NP-collega is de derde en tevens laatste ondersteuning voor het cyberteam van KPCN. Hierna zal het cyberteam zelfstandig kunnen opereren, waarbij waar nodig met de NP de samenwerking opgezocht blijft worden.
Inrichting Informatie knooppunt (KPCN)
Er zijn het afgelopen jaar verdere stappen gezet in de doorontwikkeling van de informatieafdeling van KPCN en de vorming van een Real Time Intelligence Center (RTIC). Zo zijn aanvullende systemen geïmplementeerd en worden vorderingen gemaakt binnen het sensingdossier. Dit geschiedt in contact met de NP met de intentie om relevante applicaties uit Nederland ook bij KPCN te implementeren.
Versterking aanpak financieel economische criminaliteit / verdieping samenwerking Recherche Samenwerkingsteam (RST) en KPCN
Als hierboven genoemd heeft het KPCN met door JenV toegekende middelen tijdelijk een specialist op het gebied van bestrijding van financieel economische criminaliteit kunnen aantrekken. Per augustus respectievelijk september 2023 zijn er twee FIOD-medewerkers toegevoegd aan het KPCN. Eén van hen is toegevoegd aan de afdeling Informatie en Expertise en de andere aan de afdeling Opsporing, waarbij ook een bijdrage zal worden geleverd aan het gecombineerde Recherchesamenwerking (RST)-KPCN team. Hiermee zijn deze afdelingen in 2024 nader versterkt en zijn de processen en werkwijzen en daarmee de kennis geborgd.
Ook heeft het RST, net als de lokale korpsen in de andere landen in het Koninkrijk, aan het KPCN capaciteit beschikbaar gesteld ten behoeve van het gezamenlijke decentrale ‘embedded’-team en het intelligence center van KPCN. Het decentrale ‘embedded’-team richt zich primair op de bestrijding van misdrijven die een ernstige inbreuk maken op de rechtsorde van het betreffende (ei)land. Er is in 2024 gezamenlijk (meer) richting gegeven aan de effectieve en efficiënte inzet van de medewerkers in deze gezamenlijke decentrale teams door de inrichting van het periodiek overleg tussen de Hoofdofficier van Justitie (HOvJ), Korpschef en teamchef RST, zoals genoemd in artikel 8 lid 6 van het Protocol Recherchesamenwerking.
Tot slot is de deskundigheid binnen KPCN, de andere korpsen en het RST, structureel versterkt door de uitbreiding van analysecapaciteit. KPCN is begin 2024 versterkt met één analist op operationeel/tactisch niveau. Deze analist werkt fulltime binnen de analyse-afdeling van KPCN en wordt operationeel aangestuurd door de Korpschef. De personele zorg voor deze analist valt onder de verantwoordelijkheid van het RST.
Regionaal Informatie en Expertise Centrum (RIEC) CN
In 2024 heeft het RIEC CN op de prioritaire thema’s horeca en aanverwante detailhandel, lucht- en zeehavens, mensenhandel/-smokkel en vastgoed werkzaamheden verricht onder andere op het gebied van bewustwording, intelligence en analyse, bestuurlijke weerbaarheid, flexibele slagkracht en duurzame samenwerking. Daarmee is een stevig fundament gelegd tussen de ketenpartners om de samenwerking duurzaam en consistent in te bedden voor de integrale aanpak van ondermijning in Caribisch Nederland.
Noemenswaardig is het vergroten van de bewustwording bij de verschillende partners op de prioritaire thema’s, waardoor de aanpak van ondermijning hoog op de bestuurlijke agenda is gekomen. Bovendien heeft het RIEC CN eind 2024 een seminar georganiseerd om samen met de partners te onderzoeken hoe de aanpak verder kan worden versterkt. Al deze inspanningen resulteerden er onder andere in dat de aanpak van ondermijning in het bestuursakkoord 2024-2027 van het Openbaar Lichaam Bonaire is opgenomen.
Verder heeft het RIEC CN zich ingezet om bestuurders weerbaarder te maken. Bij de Openbare Lichamen Bonaire en Sint Eustatius zijn weerbaarheidsscans uitgevoerd. Een weerbaarheidsscan op Saba volgt nog dit voorjaar. Met de weerbaarheidsscans wordt inzichtelijk op welke punten extra inzet nodig is om de Openbare Lichamen te versterken tegen de invloeden van ondermijnende criminaliteit.
De stuurgroep RIEC CN heeft twee handhavingsknelpunten aangewezen, te weten Bonaire International Airport en de woondeal Bonaire. Met betrekking tot Bonaire International Airport betekent dit dat extra aandacht wordt besteed om samen met de partners te werken aan een veilige en integere luchthaven. Ten aanzien van de woondeal Bonaire, waar de aankomende jaren een significant aantal woningen wordt gerealiseerd, zet het RIEC CN zich samen met de partners in om malafide bedrijven tijdens het aanbestedingstraject buiten de deur te houden.
Uitwerking Bibob
Naar aanleiding van een aanbeveling van de Raad voor de Rechtshandhaving uit 20226 wordt al enige tijd toegewerkt naar een wettelijke basis voor een Wet Bibob op Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Om hiertoe te komen is de afgelopen periode geïnvesteerd in een zorgvuldige beleidsvoorbereiding, waarbij Caribisch Nederland nauw is betrokken. Inmiddels zijn de laatste stappen in dit proces met succes afgerond, waardoor recent gestart is met het wetgevingstraject. De komende tijd wordt benut om de specifieke behoeften van CN door te vertalen naar een concreet wetsvoorstel. De Europees Nederlandse Wet Bibob geldt daarbij als uitgangspunt, waarbij nadrukkelijk rekening gehouden wordt met de eilandelijke context.
Hiernaast kijkt JenV naar oplossingen voor de huidige beperkte mogelijkheden voor informatie-uitwisseling binnen en buiten het Koninkrijk. Goede informatie-uitwisseling is cruciaal voor een goede werking van het Bibob-instrument, waarvoor wetgeving aangepast zal moeten worden. Ook is er aandacht voor het zo optimaal mogelijk voorbereiden van de Openbare Lichamen op de Bibob-wetgeving. Het ministerie van JenV ondersteunt hen onder andere bij het vergroten van kennis over de Wet Bibob en het inzichtelijk maken van noodzakelijk door te voeren wijzigingen in lokaal beleid en regelgeving. Ook tijdens de implementatiefase zal ondersteuning geboden worden.
Hierbij wordt gestreefd naar een spoedige voortgang. Wanneer het Bibob-instrument beschikbaar is voor CN is echter nog niet te zeggen. Dit is namelijk afhankelijk van verschillende factoren, waaronder de tijd die het kost om het wetsvoorstel te maken. Over de voortgang van het traject zullen wij uw Kamer geregeld op de hoogte houden.
Grensbewaking en migratie
Grensbewaking: organiseren info-uitwisseling watchlists, overstays en ongewenste personen
Voor versterking van het grenstoezicht zijn in de afgelopen periode de werkzaamheden tot het beter inrichten van de werkprocessen aan de grens voortgezet, onder andere ten behoeve van het beter onderkennen van gesignaleerde personen aan de grens. Een onderdeel hiervan is de versterkte samenwerking met de landen binnen het Koninkrijk door middel van het organiseren van informatie-uitwisseling over ongewenste personen en overstayers. Uitwisseling van informatie van gesignaleerde personen biedt de verantwoordelijke grensbewakingsautoriteiten in de landen de mogelijkheid om gesignaleerde en ongewenste vreemdelingen door andere landen aan de grens te onderkennen en het vrij reizen van deze vreemdelingen binnen het Caribisch deel van het Koninkrijk tegen te gaan. Hiertoe zijn de afgelopen periode procedures en het juridisch kader verder uitgewerkt om de uitwisseling van informatie van gesignaleerde personen op een geautomatiseerde en geanonimiseerde wijze in een pilotvorm te laten plaatsvinden. De landen zijn akkoord gegaan met het pilotvoorstel wat betekent dat de voorbereidende activiteiten ten behoeve van uitvoering van de pilot in gang zijn gezet.
API BES
Advanced Passenger Information (API) stelt de Koninklijke Marechaussee (KMar) in staat om een analyse te maken van de risico’s van passagiers voordat zij op het grondgebied van CN zijn aangekomen. Deze analyses leiden er ook toe dat de KMar beter informatie gestuurd kan optreden aan de grens. De KMar is momenteel een webportaal aan het opstellen zodat een aantal van de regionale luchtvaartmaatschappijen op het API systeem aangesloten kunnen worden. Dit webportaal zal in 2025 opgeleverd worden, waarna de gesprekken omtrent aansluiting van de regionale luchtvaartmaatschappijen opgestart zullen worden.
Migratiebeleid: visiedocument migratie per eiland
Caribisch Nederland behoeft een goed ontwikkeld, integraal en gelijkwaardig migratiebeleid. Hierbij vragen de unieke kenmerken van ieder eiland tegelijkertijd een toegespitst migratiebeleid dat rekening houdt met deze kenmerken. Ontwikkelingen zoals bevolkingstoename, diversifiëring van de economie en de groei van toerisme hebben invloed op het te voeren migratiebeleid per eiland. In nauwe samenspraak met de openbare lichamen, lokale ketenpartners, uitvoeringsorganisaties en ministeries in Den Haag is gewerkt aan een meerjarige richtinggevende integrale beleidsvisie op migratie voor Caribisch Nederland 2035. De integrale beleidsvisie is medio 2024 formeel door de voormalige Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid vastgesteld. Verder wordt er momenteel gewerkt aan een integrale aanpak. In november 2024 is een eerste versie van een plan van aanpak ten behoeve van de implementatie van de ambities en acties die volgen uit de Integrale beleidsvisie Caribisch Nederland 2035 met alle relevante ketenpartners besproken. In samenwerking met deze ketenpartners wordt de operationalisering hiervan in 2025 nader uitgewerkt.
Aanpassing WTU BES
Verder wordt momenteel gewerkt aan de aanpassing van de Wet toelating en uitzetting (WTU) BES, waar de bovengenoemde meerjarige beleidsvisie op migratie, lokale operationele wensen en de evaluatie van de WTU BES input voor leveren. Met de aanpassing van de regelgeving kan volgens de uitvoeringsorganisaties meer handvatten worden gecreëerd om de werkprocessen beter in te richten en te optimaliseren. Het wetgevingstraject is vanwege de prioriteiten uit het regeerprogramma vertraagd. Op dit moment is dan ook niet te overzien wanneer het voorstel formeel in consultatie kan worden gebracht. Uw Kamer zal via de gebruikelijke procedure over de inhoud van de beoogde wijzigingen worden geïnformeerd.
Implementatie themaregister mensenhandel
Voor wat betreft de aanpak van mensenhandel en mensensmokkel heeft in de afgelopen periode een intensivering plaatsgevonden ten aanzien van het vergroten van bewustwording van signalen van mensenhandel bij de uitvoeringsorganisaties en de maatschappij, door middel van specifieke trainingen, workshops en voorlichtingscampagnes.
De komende tijd is er verdere optimalisering van het gebruik en de effectiviteit van het themaregister mensenhandel en mensensmokkel nodig om de informatiepositie te verbeteren. KPCN is verantwoordelijk voor het gebruik en het vullen van dit themaregister en zowel KPCN als andere ketenpartners, waaronder de Koninklijke Marechaussee, hebben recentelijk meer prioriteit gegeven aan het vullen hiervan, mede naar aanleiding van trainingen op dit vlak.
Daarnaast is in 2024 er onverminderd ingezet op de samenwerking tussen de landen in het Koninkrijk voor de aanpak van mensenhandel en mensensmokkel. In het kader van het herziene Memorandum of Understanding (MoU) Mensenhandel en Mensensmokkel heeft in november 2024 een bijeenkomst plaatsgevonden tussen de Landelijke Coördinatoren Mensenhandel en Mensensmokkel. Tijdens deze bijeenkomst zijn de recente ontwikkelingen en trends gedeeld en zijn aandachtspunten gesignaleerd in de huidige samenwerking tussen de Landen. In 2025 zal verder gewerkt worden om de samenwerking tussen de Landen te verdiepen.
Resocialisatie, re-integratie en jeugdbeleid
Actieve detentie gericht op re-integratie
In de laatste voortgangsbrief van de beleidsagenda is aangegeven dat het traject ‘Veranderende Sanctietoepassing Caribisch Nederland’ een beleidskader heeft ontwikkeld. Uit dit beleidskader zijn maatregelen voortgevloeid die zien op re-integratie en resocialisatie. Daarnaast is aangegeven dat op elk eiland een ketensessie georganiseerd zal worden met als doel de visie op detentie, re-integratie en resocialisatie breed te delen met ketenpartners en stakeholders. In 2024 heeft de eerste ketensessie plaatsgevonden op Bonaire en is ter afsluiting een intentieverklaring ondertekend door de aanwezige partijen. Op de andere eilanden zullen ook ketensessies worden georganiseerd.
Verbetering forensische zorg
Het verbeteren van de forensische zorg in Caribisch Nederland en de rest van het Caribisch deel van het Koninkrijk is van groot belang. Het gebrek aan (passende) forensische zorg binnen het Caribisch deel van het Koninkrijk zorgt voor onwenselijke en onveilige situaties in elk van de landen. Daarom is vanuit alle landen binnen het Koninkrijk inzet en commitment nodig om de verbetering tot stand te brengen.
Deze ambities komen samen in het meerjarig programma forensische zorg en behandeling, tbs en pij. Het commitment voor dit meerjarig programma is tijdens het JVO van juni 2024 uitgesproken. Hier hebben alle landen ingestemd met de ontwikkeling van dit meerjarig programma met het doel de forensische zorg in het Caribisch deel van het Koninkrijk te verbeteren, waarbij ook wordt samengewerkt met de reguliere geestelijke gezondheidszorg. Nederland heeft zich gecommitteerd aan deze inzet en reserveert financiële middelen, expertise en ondersteuning voor een periode van 4-5 jaar voor de programmamanager/het overkoepelende programma en voor de inrichting van het lokale projectteam voor Caribisch Nederland. Aruba, Curaçao en Sint Maarten spannen zich in om middelen, expertise en ondersteuning vrij te maken voor de eigen landelijke projectteams. Over dit meerjarig programma voor het Caribisch deel van het Koninkrijk hebben wij uw Kamer in december 2024 nader geïnformeerd.7
Dit meerjarig programma is gericht op verbetering van de forensische zorg in zowel Caribisch Nederland als binnen de zelfstandige landen binnen het Koninkrijk. Daarom was het van belang om de governance structuur nader uit te werken op een manier die boven de structuren van de verschillende landen uitstijgt. De Koninkrijksbrede JVO-werkgroep forensische zorg, tbs en pij heeft een outline ontwikkeld met een voorstel voor een governance structuur, waarbij vanuit ieder land een gedelegeerd opdrachtgever voor besluitvorming over het meerjarig programma wordt aangewezen. Hiermee wordt een efficiëntere vorm van besluitvorming beoogd, zonder daarbij afhankelijk te zijn van de vergadercyclus van het JVO. Verder vraagt de outline van de werkgroep om financieel commitment van alle landen.
Toen het JVO van januari 2025 werd uitgesteld naar juni 2025, heeft het JVO ervoor gekozen om schriftelijk te besluiten over de voorstellen van de JVO-werkgroep. Aangezien nog niet alle landen op de schriftelijke besluiten hebben gereageerd, wordt nu ingezet op besluitvorming in het JVO van juni 2025.
Kwaliteit jeugdstrafrecht / monitoren jeugdstrafrecht
Met ingang van 1 augustus 2020 is het jeugdstrafrecht in Caribisch Nederland formeel van kracht geworden. In de Beleidsagenda CN 2021-2025 is hierover aangegeven dat aandacht zal worden besteed aan het verder op peil brengen van de kwaliteit van de uitvoering. Om een beeld te krijgen van de voortgang, is in 2022 door de betrokken ketenpartners in gezamenlijkheid een brede evaluatie uitgevoerd waaruit diverse verbeterpunten naar voren kwamen. Dit beeld werd bevestigd in het onderzoek van de Raad voor de rechtshandhaving van maart 2023 naar de toepassing van het jeugdstrafrecht in Caribisch Nederland.8 Daarin constateert de Raad dat de toepassing van het jeugdstrafrecht op diverse punten kan worden verbeterd, waaronder het stimuleren van Halt-trajecten in strafzaken en het investeren in de samenwerking in jeugdreclasseringszaken. Dit vraagt om continue aandacht van ketenpartners in CN en het ministerie van Justitie en Veiligheid.
Inmiddels zijn al belangrijke stappen gezet ter verbetering. Zo is de Voogdijraad Caribisch Nederland (VRCN) in 2024 opnieuw gestart met het informeren van de politie en leerplichtambtenaren over Halt om deze interventie beter op het netvlies te brengen. Op 1 november 2024 is bij VRCN een extra Halt-medewerker gestart. Daarnaast is door VRCN in samenwerking met de Stichting Reclassering Caribisch Nederland (SRCN) gewerkt aan de ontwikkeling van een voor de doelgroep in CN passend instrument voor risicotaxatie. Dit instrument is sinds oktober 2024 beschikbaar voor de advisering in jeugdstrafzaken. Op het terrein van jeugdreclasseringszaken zijn de bestaande werkafspraken tussen betrokken organisaties geëvalueerd en aangescherpt. Ook is in 2024 gestart met een specifiek op jeugd gerichte gedragstraining op het gebied van zeden. Tot slot kan gewezen worden op het feit dat per maart 2024 – in eerste instantie op Bonaire - het justitieel casusoverleg is gestart, waar zowel over casuïstiek als over de onderlinge samenwerking tussen ketenpartners wordt gesproken.
Inzet preventie jeugdcriminaliteit
In 2024 zijn de preventieve justitiële gedragsinterventie ‘Alleen jij bepaalt wie je bent’ (AJB) en het Leerorkest in Caribisch Nederland voortgezet. In totaal hebben ruim 80 kinderen deelgenomen aan AJB en ruim 340 kinderen aan het Leerorkest. In 2024 is een kader opgesteld voor de inzet van Preventie met Gezag in Caribisch Nederland. Het kader bouwt voort op bestaande inzet op het gebied van preventie jeugdcriminaliteit en is gebaseerd op 3 pijlers, namelijk, voorkomen, repressie en nazorg. In uitwerking van het kader zijn in 2024 ook verkennende gesprekken gevoerd over de start van de interventie Re-integratie officier (RIO) op Bonaire. De RIO biedt hulp voor ex-gedetineerde geweldplegers en plegers van drugsdelicten van 18-27 jaar met hardnekkige multiproblematiek. Deze doelgroep is lastig te motiveren, heeft een hoog recidive gehalte en heeft intensieve langdurige begeleiding nodig. Het doel van de RIO is het verminderen van recidive onder (veel)plegers van woninginbraken, straatroven, geweld, overvallen en drugs. Door gericht in te zetten op het op orde krijgen van de vijf basisvoorwaarden: identiteitsbewijs, werk en inkomen, huisvesting, zorg en schulden, draagt de RIO bij aan perspectiefvolle terugkeer in de maatschappij. De verkennende gesprekken hebben geleid tot een verzoek voor ondersteuning voor de start van RIO op Bonaire en dat verzoek is toegekend. De interventie is ontwikkeld gericht op het Nederlands stelsel, maar zal toegespitst op de lokale situatie worden uitgevoerd in Caribisch Nederland. Naar verwachting start de RIO in 2025.
Crisisbeheersing
Voortgang Veiligheidswet BES
Naar aanleiding van de evaluatie door de commissie Muller9 en het kabinetsstandpunt zoals opgenomen in de Contourennota10 wordt de Wet veiligheidsregio’s (Wvr) herzien. In het kader van het principe van comply or explain wordt de Veiligheidswet BES met hetzelfde wetsvoorstel gewijzigd als de herziening van de Wet veiligheidsregio’s. Dit gebeurt in tranches. Ook wordt de rol van de Rijksvertegenwoordiger uit de Veiligheidswet BES gehaald door zijn taken te schrappen of te herbeleggen, mede naar aanleiding van de bevindingen in het rapport ‘Evaluatie Veiligheidswet BES’. In dit evaluatierapport is onder meer geconcludeerd dat de rol van de Rijksvertegenwoordiger als bestuurlijke schakel tussen Rijk en de eilanden niet functioneert zoals beoogd.
Met de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba hebben afgelopen periode overleggen plaatsgevonden, waarbij zij zijn geïnformeerd over de voorgenomen wijzigingsvoorstellen van de Wet Veiligheidsregio’s en de gevolgen hiervan voor de Veiligheidswet BES. Ook zijn zij uitgenodigd om te reageren op de voorgenomen wijzigingen van de Wvr en de eventuele implicaties hiervan voor de openbare lichamen. Voor de zomer van 2025 zal worden gestart met de formele consultatiefase voor de wijziging van de eerste tranche.
Informatiemanagement
Netcentrisch werken, ondersteund door het Landelijk Crisismanagement Systeem (LCMS), draagt bij aan de versterking van de crisisbeheersing op de eilanden, vooral als het gaat om de kwaliteit van de informatie-uitwisseling tussen betrokken partijen tijdens grote en complexe crises. Op Saba en Sint Eustatius is de netcentrisch werken met LCMS nagenoeg geïmplementeerd. Er zijn informatiemanagers aangewezen en opgeleid, processen zijn beschreven en de techniek is ingericht. In het najaar van 2024 is de werkwijze geoefend en getest tijdens reguliere crisisoefeningen op Saba en Sint Eustatius met goed resultaat. Het is nu van belang om de werkwijze op te nemen in de reguliere crisisorganisatie en standaard onderdeel te laten zijn van oefeningen en trainingen. Op Bonaire worden er informatiemanagers geworven en er zal op korte termijn ook een meerdaagse fysieke training worden georganiseerd, waarna dezelfde stappen worden doorlopen als op Sint Eustatius en Saba.
Ook wordt verkend of de landelijke voorziening slachtofferinformatiesystematiek (SIS)11 geïmplementeerd kan worden in het Caribisch deel van het Koninkrijk. Begin vorig jaar heeft een oefening plaatsgevonden op Sint Maarten waarbij patiënten zijn gespreid over Saba en Sint Eustatius en met inzet van SIS. Hoewel er -specifiek voor het Caribisch deel van het Koninkrijk een aantal verbeterpunten is onderkend- zijn de eilanden zeer geïnteresseerd in het systeem. SIS kan bijvoorbeeld behulpzaam zijn na een orkaan, waarbij sprake is van een grote patiëntenspreiding en als gevolg daarvan ongeruste verwanten. Er wordt uitgewerkt hoe de eilanden gebruik zouden kunnen maken van het systeem en de operationele voorziening die in Europees Nederland inzetbaar is.
Opleidingen en oefeningen
In de rapportage van Crisisplan (2023) naar aanleiding van haar onderzoek “Naar een versterkte crisissamenwerking met de Caribische (ei)landen”12, wordt ten aanzien van de (boven)eilandelijke samenwerking onder meer aanbevolen naar analogie van het European Union Civil Protection Mechanism een Caribische variant (een Caribbean Civil Protection Mechanism (CCPM)) in te richten.
Afgelopen jaar heeft een verkenning hiernaar plaatsgevonden en dit heeft geleid tot de oprichting van een CCPM begin dit jaar. Er is een aantal taken voorzien voor het CCPM, waaronder het faciliteren van gezamenlijke (boven)eilandelijke oefeningen en trainingen en het opzetten en strategisch beheer van een gezamenlijke (boven)eilandelijk oefen- en trainingsprogramma. In 2025 wordt een strategisch boveneilandelijk opleidings- en trainingsplan opgesteld en zal in ieder geval in één gezamenlijke, boveneilandelijke oefening worden gefaciliteerd door het CCPM.
Randvoorwaarden
Voor het bereiken van de doelen genoemd onder de bovengenoemde speerpunten van het JenV-beleid in Caribisch Nederland, maar ook voor het in brede zin verbeteren van de rechtvaardigheid en veiligheid in Caribisch Nederland, werken het ministerie van JenV en het ministerie van Asiel en Migratie (AenM) aan het beter op orde brengen van diverse randvoorwaarden.
Toegang tot het recht
Eerstelijns voorziening voor rechtshulp
De afgelopen tijd is veel werk verzet om de contouren van de, eind 2023 aangekondigde, voorziening voor eerstelijns rechtshulp13 te concretiseren. Gedurende de kwartiermakersfase is onder meer gekeken naar de praktische invulling van de dienstverlening, de inrichting van de front-office, de inbedding van de antidiscriminatievoorzieningen en de gewenste huisvesting. Daarnaast is gekeken naar een duurzame organisatorische inbedding van de voorziening. Hieruit is naar voren gekomen dat de duurzaamheid van de voorziening en de mate waarin een passend dienstverleningsaanbod gerealiseerd kan worden een lokale rechtspersoon vereisen.
Deze conclusie heeft geleid tot een herziening van de aanvankelijke koers in die zin dat de voorkeur uitgaat naar een lokaal op te zetten overheidsstichting, die door JenV en het ministerie Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties (BZK)14 gefinancierd wordt. Om de oprichting van de stichting in gang te zetten wordt momenteel conform de Comptabiliteitswet het Stichtingenkader doorlopen. De verwachting is dat het voorstel voor de stichting rond het zomerreces voor 30 dagen voorgehangen zal worden bij de Tweede Kamer en de Eerste Kamer. In de tweede helft van 2025 zal vervolgens gewerkt worden aan het oprichten en operationeel maken van de stichting.
Onderzoek ervaren juridische problemen (nulmeting)
In opdracht van JenV en BZK is medio 2024 onderzoek gedaan naar ervaren juridische problemen en ervaren discriminatie. Het eindrapport is op 5 november jl. naar uw Kamer gestuurd als bijlage bij de nota naar aanleiding van het verslag bij het wetsvoorstel bescherming tegen discriminatie op de BES15. Het rapport maakt inzichtelijk wat de aard en omvang van juridische problemen van burgers in Caribisch Nederland is en geeft inzicht in de belangrijkste leefgebieden waarop zij (juridische) problemen ondervinden. Ook legt het rapport een aantal elementen bloot die van belang zijn bij het opzetten van de voorziening voor eerstelijns rechtshulp. De opbrengsten van het rapport worden de komende tijd gebruikt bij de verdere uitwerking van de voorziening.
Kosteloze rechtskundige bijstand
Het uitgangpunt is dat burgers in Caribisch Nederland toegang hebben tot voorzieningen die hen in staat stellen problemen en geschillen, het liefst in een vroeg stadium, op te lossen. Hiertoe zijn naast een goede eerstelijnsvoorziening voor rechtshulp, ook toegankelijke en kwalitatief goede tweedelijnsvoorzieningen cruciaal. Daarom wordt momenteel ook gekeken naar de toegankelijkheid van de kosteloze rechtskundige bijstand voor burgers. Als eerste concrete maatregel is recent in samenspraak met de Raad voor Rechtsbijstand en in overleg met partners in Caribisch Nederland het beleid aangepast ten aanzien van de inkomensnorm die bepaalt of burgers in aanmerking komen voor kosteloze rechtskundige bijstand. Als gevolg van deze maatregel komen substantieel meer burgers in aanmerking voor kosteloze rechtskundige bijstand. De komende tijd zal worden bezien welke verdere maatregelen nodig zijn voor een toegankelijk, passend en duurzaam stelsel van rechtsbijstand.
Inzetten digitale aangifte KPCN
KPCN is in principe binnen een termijn van een jaar in staat om digitale aangifte te faciliteren. Deze termijn is met name nodig om de benodigde aanpassingen aan de technische infrastructuur en de implementatie van ondersteunende systemen te realiseren. Desondanks is volledige invoering van digitale aangifte op korte termijn niet realiseerbaar, met name vanwege het ontbreken van een digitaal identificatiemiddel voor burgers in Caribisch Nederland. Een essentiële voorwaarde voor de invoering van digitale aangifte is de mogelijkheid voor burgers om zich op een betrouwbare wijze digitaal te identificeren. Op dit moment beschikken inwoners van Caribisch Nederland nog niet over DigiD of een vergelijkbaar erkend digitaal identificatiemiddel. Hierdoor is het niet mogelijk om een aangifte volledig digitaal en rechtsgeldig in te dienen. Totdat een dergelijk middel beschikbaar is, zal in elk geval de ondertekening van de aangifte fysiek op het politiebureau moeten plaatsvinden. In overleg met KPCN zal bezien worden of, en zo ja wanneer, de mogelijkheid voor een dergelijke semi-digitale aangifte kan worden gecreëerd.
Invoering Algemene wet bestuursrecht (Awb) CN
In het op 13 september 2024 gepresenteerde regeerprogramma is aangekondigd dat het kabinet ter bevordering van goed bestuur en meer waarborgen voor burgers en bedrijven in Caribisch Nederland een Algemene wet bestuursrecht zal ontwikkelen, die zal worden toegesneden op de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.
Hiermee wordt voortgebouwd op het onderzoeksrapport “Wenselijkheid van en mogelijkheden voor een Algemene wet bestuursrecht voor de BES-eilanden” dat op 14 juni 2024 is aangeboden aan de Tweede Kamer en de eilandsbesturen.16 Het doel van dit onderzoek was te verkennen in hoeverre invoering van algemeen bestuursrechtelijke wetgeving voor Caribisch Nederland wenselijk, dan wel (voor onderdelen) noodzakelijk is. Ook is er verkend wat een mogelijke inhoud van een Algemene wet bestuursrecht voor Bonaire, Sint Eustatius en Saba (Awb BES) zou kunnen zijn. De uitkomst van het onderzoek is dat er zowel constitutioneel rechtelijk als bestuurlijk-juridisch diverse argumenten bestaan die pleiten voor de totstandbrenging van een Awb BES. De onderzoekers hebben een uitgebreide analyse verricht van wet- en regelgeving en jurisprudentie m.b.t. Caribisch Nederland. Ook is per artikel van de Europees Nederlandse algemene wet bestuursrecht bekeken of dat zich, al dan niet in aangepaste vorm, leent voor opname in een Awb BES. Op basis daarvan concluderen de onderzoekers dat een substantieel deel van de Awb voor opname in aanmerking komt.
De onderzoekers geven ook aan dat invoering van een Awb BES uitgebreide en ingewikkelde aanpassingswetgeving vergt. Veel CN-wetgeving en vele eilandsverordeningen, inclusief de daarop gebaseerde lagere regelingen, zullen moeten worden aangepast. Tevens zijn er uiteraard aanzienlijke gevolgen voor de uitvoering te verwachten. Het is van belang dat de selectie van onderwerpen en de wijze waarop die geregeld worden in een Awb BES goed uitvoerbaar zijn voor de (rechts)praktijk. Dit vergt nader onderzoek, afstemming met betrokkenen en het maken van (politieke) beleidskeuzes.
Gelet op het voorgaande is eind 2024 een werkgroep van start gegaan waaraan ambtenaren van JenV, BZK en de Openbare Lichamen deelnemen. Het doel is om de eilandelijke context van de invoering van een Awb BES goed in beeld te brengen. Ook moeten de financiële gevolgen hiervan inzichtelijk worden gemaakt. Aan de hand van de uitkomst van de gesprekken kan een ontwerp-wetsvoorstel worden opgesteld en in procedure worden gebracht, zodra daarvoor is voorzien in financiële dekking.
Bestuurlijke bevoegdheden
Vanuit het principe comply or explain is Caribisch Nederland meegenomen in de wet van 25 oktober 2023 tot wijziging van de Gemeentewet, de Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba en enkele andere wetten in verband met uitbreiding van de sluitingsbevoegdheid van de burgemeester en de gezaghebber ter handhaving van de openbare orde en om enkele omissies te herstellen (Stb. 2023, nr. 387). Deze wet is op 1 januari 2024 in werking is getreden.
Verder is in 2024 tot stand gebracht de wet van 20 november 2024 tot wijziging van de Opiumwet 1960 in verband met de invoering van de bevoegdheid voor het lokaal gezag van de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba tot de oplegging van een last onder bestuursdwang ten aanzien van drugspanden (Stb. 2024, nr. 377). Deze wet was in de beleidsagenda aangekondigd. De wet biedt de gezaghebbers de mogelijkheid om drugspanden te sluiten en zijn zij beter in staat de uit drugsgebruik voortvloeiende risico’s voor de volksgezondheid te voorkomen en te beheersen en de nadelige effecten van de productie en distributie van, handel in en het gebruik van drugs tegen te gaan. Deze wet is op 1 april 2025 in werking getreden.
Tenslotte wordt, in vervolg op de verkennende werkzaamheden in voorbereiding op de wijziging van de Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (WolBES) ten behoeve van enkele bevelsbevoegdheden ter handhaving van de openbare orde en een bestuurlijke boete voor overlast in de openbare ruimte, een bespreekpuntennota opgesteld met concept wetsteksten. Overleg op ambtelijk niveau hierover vindt rond de zomer van 2025 plaats.
Verbetertraject Voogdijraad Caribisch Nederland
De Voogdijraad Caribisch Nederland (Voogdijraad) kampt al geruime tijd met uitdagingen bij de uitvoering van haar wettelijke taken. De organisatie is verantwoordelijk voor een breed scala aan taken op het gebied van jeugdbescherming, jeugdcriminaliteit en familierecht, waaronder advisering in rechtszaken betreffende minderjarigen, de uitvoering van de Halt-afdoening en rol van de centrale autoriteit voor de Haagse verdragen inzake de kinderbescherming en kindontvoering.17 Daarnaast heeft de Voogdijraad zowel een adviserende als uitvoerende rol op het gebied van kinderalimentatie. De groei van de bevolking op de eilanden en de toenemende complexiteit van de taakuitvoering, zoals de invoering van het jeugdstrafrecht in 2020, maken het noodzakelijk om de inrichting van deze taken te herzien.
In maart 2024 is gestart met de voorbereidingen voor een verandertraject binnen de Voogdijraad, gericht op het verbeteren van de taakuitvoering en bedrijfsvoering. Dit traject, dat loopt van 2024 tot en met 2026, heeft als doel de taakinrichting te optimaliseren en de samenwerking tussen betrokken partijen te versterken. Voor de coördinatie en uitvoering van het traject is een verandermanager aangesteld. Daarnaast is het team voor deze periode versterkt met extra capaciteit op de terreinen kinderalimentatie, Halt-afdoeningen, beleidsvorming en raadsonderzoek.
Het verbetertraject is de komende twee jaar gericht op de volgende speerpunten:
Het inrichten van een effectief sturingsmodel, zodat de Voogdijraad beter kan functioneren binnen het bredere justitiële stelsel.
Het waarborgen van betrouwbare en effectieve uitvoering van wettelijke taken.
Het optimaliseren van de bedrijfsvoering, om de efficiëntie en kwaliteit van processen te verhogen.
Het versterken van interne processen en het creëren van een flexibele, wendbare organisatie, zodat beter kan worden ingespeeld op veranderingen en uitdagingen.
Binnen deze speerpunten krijgen de volgende drie onderwerpen extra aandacht:
Kinderalimentatie: De Voogdijraad is in Caribisch Nederland de enige instantie die het Gerecht adviseert over kinderalimentatie. Het is dan ook belangrijk dat er focus ligt op dit deel van deze belangrijke wettelijke taak. De afgelopen jaren is samen met de ketenpartners ingezet om aan de voorkant te komen tot een systematiek tot vaststelling van de kinderalimentatie. De nieuwe berekeningswijze -die speciaal voor Caribisch Nederland is ontwikkeld- is inmiddels ingevoerd. De komende jaren ligt de focus op het verbeteren van daadwerkelijke inning en uitbetaling (de achterkant van het kinderalimentatieproces). Hierbij wordt in nauwe samenwerking met het Landelijk Bureau voor Inning Onderhoudsbijdragen (LBIO) in Europees Nederland en andere ketenpartners, zoals de Belastingdienst Caribisch Nederland, met grote urgentie gewerkt aan het wegwerken van de betalingsachterstanden.
Daarnaast wordt ingezet op:
Het verbeteren van de naleving op inning van de kinderalimentatie, zodat de financiële middelen ook bij de kinderen en de verzorgende ouder terecht komen en beter gewaarborgd zijn.
Het ontwikkelen van een toekomstvisie op de taakuitvoering kinderalimentatie in de maatschappelijke context van Caribisch Nederland.
Halt-maatregelen: Het versterken van de ketensamenwerking en het verbeteren van de uitvoering van Halt-afdoeningen.
Digitalisering en ICT-verbetering: Het moderniseren en optimaliseren van ICT-systemen om efficiëntie, toegankelijkheid en betrouwbaarheid te vergroten. Dit omvat zowel de digitalisering van processen als de verbetering van de onderlinge koppeling van systemen binnen en tussen organisaties, met als doel de dienstverlening te verbeteren en administratieve lasten te verlagen.
Met deze aanpak beogen de Voogdijraad en JenV structurele verbeteringen te realiseren die bijdragen aan een efficiëntere en effectievere taakuitvoering. Uw Kamer wordt in de volgende voortgangsbrief op de hoogte gebracht van de voortgang en resultaten van dit verbetertraject.
Aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling
Het kabinet bereidt momenteel voor Caribisch Nederland de aanvaarding voor van het Verdrag van de Raad van Europa inzake het voorkomen en bestrijden van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld (het Verdrag van Istanbul) en het Verdrag van de Raad van Europa inzake de bescherming van kinderen tegen seksuele uitbuiting en seksueel misbruik (Verdrag van Lanzarote). De vereisten die deze verdragen stellen bieden een belangrijke basis voor het voorkomen en bestrijden van deze delicten. De ministeries van JenV, Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW), en Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) bereiden momenteel een nieuw bestuursakkoord voor met de openbare lichamen inzake de aanpak van geweld tegen vrouwen, huiselijk geweld en kindermishandeling. Dit bestuursakkoord zal acties bevatten die gericht zijn op het versterken van bewustwording en preventie, signalering, zorg- en hulpverlening en repressieve maatregelen. De verdere implementatie van de eisen van de genoemde verdragen zullen centraal staan, inclusief voorstellen voor de benodigde wetgeving.
Een van de verplichtingen uit het Verdrag van Istanbul is de inzet van het tijdelijk huisverbod voor plegers van huiselijk geweld. Momenteel bestaat dit tijdelijk huisverbod niet in Caribisch Nederland. De ministeries van JenV en VWS hebben samen met de openbare lichamen en de betrokken uitvoeringsorganisaties een werkproces uitgewerkt voor Bonaire, Saba en Sint Eustatius, zodat ook op deze eilanden een pleger van huiselijk geweld of kindermishandeling tijdelijk uit huis geplaatst kan worden en zodat de juiste hulpverlening kan worden opgestart om de onveiligheid duurzaam te beëindigen. De bevindingen hiervan worden meegenomen in bovengenoemd traject ter bekrachtiging van de verdragen van Istanbul en Lanzarote voor Caribisch Nederland.
Tevens heeft de Raad voor de rechtshandhaving vervolgonderzoek uitgevoerd naar de justitiële aanpak van huiselijk geweld (‘relationeel geweld’) in Caribisch Nederland. Dit inspectieonderzoek ‘Justitiële aanpak van relationeel geweld in Caribisch Nederland’ is op 9 december 2024 gedeeld met uw Kamer.18 De minister en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid hebben in hun beleidsreactie op dit inspectierapport beschreven hoe de strafrechtelijke aanpak in Caribisch Nederland de komende periode zal worden versterkt.19
Consensus Rijkswet gegevensbescherming
De projectgroep harmonisatie gegevensbescherming, bestaande uit vertegenwoordigers van de vier landen, werkt in gezamenlijkheid aan de totstandkoming van een consensusrijkwet om het gegevensbeschermingsrecht binnen het Koninkrijk te harmoniseren. De beoogde consensusrijkswet omvat vier hoofdstukken met bijbehorende memorie van toelichting en per hoofdstuk wordt een uitvoeringstoets gedaan.
De consensusrijkwet wordt in het JVO besproken en voorgelegd ter goedkeuring. Zowel concept hoofdstuk 3 wettekst en memorie van toelichting als de conceptversie van de uitvoeringstoets op hoofdstuk 2 is voorgelegd aan het JVO van juni 2024. In de conceptversie van hoofdstuk 3 wordt teruggekomen op de verdere specificatie van het begrip persoonsgegevens in onder andere politie, justitiële en strafvorderlijke gegevens waarbij aansluiting werd gezocht bij de systematiek van de Wet Politie Gegevens (WPG) en de Wet Justitiële en Strafvorderlijke gegevens (WJSG). Verder is met de landen overeengekomen Conventie 108+ en Richtlijn 2016/680, als uitgangspunt te nemen en het begrip persoonsgegevens niet nader meer uit te splitsen in deelcategorieën, zoals in de Wpg en de Wjsg gebeurt. Hierdoor wordt tegemoetgekomen aan een van de beginselen als afgesproken in contourennota bij de start van het traject om te komen tot een consensusrijkwet.
Er wordt gestreefd om de gehele consensusrijkswet inclusief de memorie van toelichting in concept in het JVO van januari 2026 voor te kunnen leggen, waarna de wet in consultatie kan gaan. Gelet op de omvang van de beoogde consensusrijkswet, de complexiteit van de daarin te regelen materie en de beleidsmatige en inhoudelijke keuzes die daarbij gezamenlijk door de vier landen moeten worden gemaakt, is deze planning momenteel echter nog met onzekerheden omgeven.
Motie verbetering ketensamenwerking
N.a.v. het commissiedebat “Justitieketen van het Caribisch deel van het Koninkrijk”, wat op 26 september 2024 heeft plaatsgevonden (Kamerstuk 29 279, nr. 898), vond er op 6 november 2024 een aanvullend tweeminutendebat plaats. Tijdens dit tweeminutendebat is een motie door de leden Bruyning en Mutluer ingediend.20 Deze motie ziet op het verbeteren van de huidige samenwerking binnen de justitiële keten in Caribisch Nederland, zodat de rechtshandhaving en de veiligheid geoptimaliseerd kunnen worden. Om deze optimalisatie te realiseren zijn er de afgelopen jaren de reeds volgende stappen gezet. Zo is in 2023 het Strategisch Overleg Justitieketen (SOJ) in de huidige vorm opnieuw opgestart. Dit overleg wordt voorgezeten door de Hoofdofficier van Justitie van Caribisch Nederland (HOvJ CN) en hier sluiten alle diensthoofden van de rechtshandhavingsketen binnen Caribisch Nederland bij aan. Verder is er in 2024 onder begeleiding van de Directie Strafrechtketen (DSK) van het ministerie van JenV en het SOJ een meerjarenagenda opgesteld. Eén van de punten uit de meerjarenagenda is het ontwikkelen van een ketenmonitor om eventuele knelpunten te ondervangen. Hier zal de komende tijd aan gewerkt worden. Naast de stappen die het SOJ heeft gezet, en zoals ook eerder vermeld aan uw Kamer21, is in het JenV Directeurenoverleg Cariben eind 2023 afgesproken dat de HovJ CN, in zijn rol als voorzitter van het SOJ, bij dit overleg aansluit. Zo wordt er verbinding gemaakt tussen de afstemming in de rechtshandhavingsketen in CN en op het departement.
Uitstel Justitieel Vierpartijenoverleg (JVO)
Het Justitieel Vierpartijenoverleg is een halfjaarlijks overleg tussen de vier ministers van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en Nederland met het doel bij te dragen aan een effectieve gezamenlijke aanpak van justitiële aangelegenheden binnen het Koninkrijk. Het voorzitterschap van het JVO rouleert elk half jaar tussen de vier betrokken landen, waarbij het JVO van januari 2025 georganiseerd zou worden door Aruba. Op verzoek van dat land en in goed overleg met Curaçao, Sint Maarten en Nederland is besloten om dat JVO – onder voorzitterschap van Aruba - uit te stellen naar 20 juni 2025. Zoals gebruikelijk wordt uw Kamer na afloop van het JVO geïnformeerd over de uitkomsten van dit overleg.
JenV Beleidsagenda CN 2026-2030
De huidige JenV Beleidsagenda Caribisch Nederland loopt af eind 2025. Onze departementen werken momenteel aan een beleidsagenda voor de hierop volgende periode. De nieuwe beleidsagenda wordt in nauwe samenwerking met de relevante departementen en de partners in Caribisch Nederland opgesteld. Zo worden momenteel verschillende gesprekken gevoerd over de thema’s en de speerpunten die in de nieuwe beleidsagenda opgenomen zullen worden. In de nieuwe beleidsagenda zal ingegaan worden op trends, ontwikkelingen en vernieuwde verschijnselen zoals bijvoorbeeld de gesignaleerde capaciteitstekorten in de rechtshandhavingsketen en digitalisering. Wij streven ernaar deze beleidsagenda eind 2025 met uw Kamer te delen.
De minister van Justitie en Veiligheid,
D.M. van Weel
De minister van Asiel en Migratie,
M.H.M. Faber-Van de Klashorst
De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
T.H.D. Struycken
De staatsecretaris van Justitie en Veiligheid,
I. Coenradie
Kamerstukken II 2022/23, 29 279, nr. 659.↩︎
Kamerstukken II 2024/25, 29 279, nr. 909.↩︎
Verzamelbesluit gegevensverwerking politie en justitie 2024.↩︎
Staatsblad 2019, 475 | Overheid.nl > Officiële bekendmakingen↩︎
Kamerstukken II 2023/24, 36 410 IV, nr. 38.↩︎
Augustus 2022 Inspectieonderzoek: Opvolging aanbevelingen corruptiebestrijding op Bonaire, Sint Eustatius en Saba.↩︎
Kamerstukken II 2024-2025, 28 684, nr. 749.↩︎
Kamerstukken II, 2022/23, 29 279, nr. 785.↩︎
https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2020/12/04/tk-bijlage-evaluatie-wet-veiligheidsregio-s↩︎
https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2022/12/06/tk-bijlage-1-contourennota-versterking-crisisbeheersing-en-brandweerzorg↩︎
SIS is een landelijke werkwijze bij incidenten die ervoor zorgt dat ongeruste familieleden en andere naasten snel zorgvuldige informatie krijgen over hun naasten die mogelijk slachtoffer zijn geworden van een incident. Gemeenten, veiligheidsregio’s, geneeskundige zorg en politie werken hierbij samen.↩︎
Crisisplan, Leiden, 21 juni 2023 (https://www.crisisplan.nl/2023/09/04/onderzoek-naar-boveneilandelijke-samenwerking-met-caribisch-nederland/)↩︎
Kamerstukken II 2023/24, 31 753, nr. 285.↩︎
Vanwege de combinatie met de antidiscriminatievoorzieningen.↩︎
Kamerstukken II 2024/25, 36 551, nr. 7.↩︎
Kamerstukken II 2023/24, 36 410 IV, nr. 72, met bijlage.↩︎
Verdrag betreffende de burgerrechtelijke aspecten van internationale ontvoering van kinderen, Den Haag, 25 oktober 1980; verdrag betreffende de bevoegdheid, het toepasselijke recht, de erkenning, de tenuitvoerlegging en de samenwerking op het gebied van de ouderlijke verantwoordelijkheid en maatregelen ter bescherming van kinderen, Den Haag, 19 oktober 1996; Verdrag inzake de bescherming van kinderen en de samenwerking op het gebied van interlandelijke adoptie, Den Haag, 29 mei 1993.↩︎
Kamerstukken II, 2024-2025, 28 345, nr. 280.↩︎
Kamerstukken II, 2024/25, 28 345, nr. 284.↩︎
Kamerstukken II 2024/25, 29 279, nr. 909.↩︎
Kamerstukken II 2023/24, 29 279, nr. 838.↩︎