[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Voorstel van wet

Wijziging van de Wet houdbare overheidsfinanciën in verband met de implementatie van Richtlijn2024/1265 tot wijziging van Richtlijn 2011/85/EU betreffende voorschriften voor debegrotingskaders van de lidstaten (Implementatiewet herziene Europese begrotingsregels)

Voorstel van wet

Nummer: 2025D24743, datum: 2025-05-26, bijgewerkt: 2025-06-06 13:49, versie: 3 (versie 1, versie 2)

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36756-2).

Onderdeel van kamerstukdossier 36756 -2 Wijziging van de Wet houdbare overheidsfinanciën in verband met de implementatie van Richtlijn2024/1265 tot wijziging van Richtlijn 2011/85/EU betreffende voorschriften voor debegrotingskaders van de lidstaten (Implementatiewet herziene Europese begrotingsregels).

Onderdeel van zaak 2025Z10851:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2024-2025

36 756 Wijziging van de Wet houdbare overheidsfinanciën in verband met de implementatie van Richtlijn 2024/1265 tot wijziging van Richtlijn 2011/85/EU betreffende voorschriften voor de begrotingskaders van de lidstaten (Implementatiewet herziene Europese begrotingsregels)

Nr. 2 VOORSTEL VAN WET

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is om regels te stellen ter uitvoering van Richtlijn 2024/1265 tot wijziging van Richtlijn 2011/85/EU betreffende voorschriften voor de begrotingskaders van de lidstaten;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet houdbare overheidsfinanciën wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. In de begripsomschrijving van Bestuurlijk overleg wordt «Onze Minister van Infrastructuur en Milieu» vervangen door «Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat».

2. De begripsbepaling MTO voor het structureel EMU-saldo vervalt.

3. In de alfabetische volgorde wordt een definitie ingevoegd, luidende:

Richtlijn: Richtlijn 2011/85/EU van de Raad van 8 november 2011 tot vaststelling van voorschriften voor de begrotingskaders van de lidstaten (PbEU 2011, L 306).

B

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het derde lid, onderdeel a, subonderdeel i, komt te luiden:

i. het door de Raad van de Europese Unie voor Nederland aanbevolen netto-uitgavenpad;.

2. In het derde lid, onderdeel c, wordt «voor het respecteren van de onder a bedoelde MTO en normen» vervangen door «voor het respecteren van het door de Raad van de Europese Unie voor Nederland aanbevolen netto-uitgavenpad».

3. Het vijfde tot en met het tiende lid vervallen, onder vernummering van het elfde en twaalfde lid tot het vijfde en zesde lid.

C

Na artikel 2 worden drie artikelen ingevoegd, luidende:

Artikel 2a.: Onafhankelijke begrotingsinstellingen

1. De Afdeling advisering van de Raad van State en het CPB zijn de onafhankelijke begrotingsinstellingen belast met het toezicht op de naleving van begrotingsregels als bedoeld in artikel 8 bis van de richtlijn.

2. De Afdeling advisering van de Raad van State wordt over de Miljoenennota en de Voorjaarsnota gehoord.

3. Onze Minister van Financiën maakt voor het berekenen van de raming van het EMU-saldo en van de EMU-schuld gebruik van de meerjarige budgettaire ramingen van de collectieve sector, die gebaseerd zijn op de macro-economische variabelen van het CPB.

Artikel 2b.: Taken onafhankelijke begrotingsinstellingen

1. De onafhankelijke begrotingsinstellingen, genoemd in artikel 2a, eerste lid, zijn belast met de volgende taken:

a. het opstellen, beoordelen en bekrachtigen van jaarlijkse en meerjarige macro-economische prognoses;

b. het monitoren van de naleving van de landspecifieke cijfermatige begrotingsregels als bedoeld in artikel 6 van de richtlijn;

c. het op verzoek van Onze Minister van Financiën uitbrengen van een advies over de macro-economische prognose en de macro-economische aannames die aan het netto-uitgavenpad ten grondslag liggen;

d. het op verzoek van Onze Minister van Financiën opstellen van een niet-bindend, afzonderlijk verslag, over de toereikendheid van de genomen en voorgenomen maatregelen ten opzichte van de doelstellingen, in het geval de Raad heeft vastgesteld dat er sprake is van een buitensporig tekort als bedoeld in artikel 126 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en daartoe aanbevelingen heeft gericht tot de staat;

e. het op verzoek van Onze Minister van Financiën uitbrengen van een beoordeling van de overeenstemming van de in het jaarlijks voortgangsverslag gerapporteerde begrotingsresultaten met het door de Raad van de Europese Unie voor Nederland aanbevolen netto-uitgavenpad. Onze Minister van Financiën kan verzoeken de factoren te analyseren die ten grondslag liggen aan een afwijking van het door de Raad van de Europese Unie voor Nederland aanbevolen netto-uitgavenpad;

f. het beoordelen van de consistentie, samenhang en doeltreffendheid van het nationale begrotingskader;

g. op uitnodiging deelnemen aan regelmatige hoorzittingen en debatten in de Tweede Kamer en Eerste Kamer der Staten-Generaal.

2. De onafhankelijke begrotingsinstellingen geven in de context van de taken, bedoeld in het eerste lid, onder a tot en met f, beoordelingen af. Onze Minister van Financiën geeft gevolg aan die beoordelingen of licht toe waarom hij dat niet doet. Deze toelichting is openbaar en wordt binnen twee maanden na afgifte van de beoordelingen ingediend.

3. Onze Minister van Economische Zaken geeft het CPB geen aanwijzingen voor de uitoefening van de taken, bedoeld in dit artikel.

4. Onze Minister van Financiën verschaft aan de onafhankelijke begrotingsinstellingen, bedoeld in artikel 2a, eerste lid, adequate en tijdige toegang tot de informatie die nodig is om hun taken uit te voeren.

Artikel 2c.: Beschrijving en beoordeling geplande beleidsmaatregelen en publicatie voorwaardelijke verplichtingen

Onze Minister van Financiën draagt zorg voor de naleving van de artikelen 9, tweede lid, onder c en d, en 14, derde lid, van de richtlijn.

D

In de artikelen 3, tweede en zevende lid, en 5, tweede en derde lid, wordt «Onze Minister van Infrastructuur en Milieu» telkens vervangen door «Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat».

E

In artikel 7, tweede lid, wordt «het Ministerie van Infrastructuur en Milieu» vervangen door «het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat».

ARTIKEL II

Deze wet treedt in werking op een bij Koninklijk Besluit te bepalen tijdstip.

ARTIKEL III

Deze wet wordt aangehaald als Implementatiewet herziene Europese begrotingsregels.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Financiën,

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties