[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over Niet langer publiceren ambtsberichten (Kamerstuk 36600-V-72)

Inbreng verslag schriftelijk overleg

Nummer: 2025D24928, datum: 2025-05-28, bijgewerkt: 2025-06-04 12:50, versie: 3 (versie 1, versie 2)

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2025D24928).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2025Z09747:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


2025D24928 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Binnen de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken hebben de onderstaande fracties de behoefte vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Minister van Buitenlandse Zaken over de brief «Niet langer publiceren ambtsberichten» (Kamerstuk 36 600 V, nr. 72).

De voorzitter van de commissie,

Klaver

Adjunct-griffier van de commissie,

Dekker

Inhoudsopgave

I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie

Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie

Vragen en opmerkingen van de leden van de NSC-fractie

Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie

Vragen en opmerkingen van de leden van de Denk-fractie

Vragen en opmerkingen van de leden van de Partij voor de Dieren-fractie

Vragen en opmerkingen van de leden van de SGP-fractie

Vragen en opmerkingen van de leden van de ChristenUnie-fractie

Vragen en opmerkingen van de leden van de Volt-fractie

II Antwoord / Reactie van de Minister

III Volledige agenda

I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben met bijzondere belangstelling kennisgenomen van de brief inzake het besluit om ambtsberichten niet langer te publiceren. Daarbij constateren deze leden dat het kabinet ervoor heeft gekozen om een dergelijk omvangrijk besluit, dat gevolgen heeft voor tienduizenden, zo niet honderdduizenden mensen, ondermaats en niet afdoende te beargumenteren. Derhalve hebben deze leden vragen over dit besluit.

Allereerst zijn de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie benieuwd naar de juridische kaders en implicaties van dit besluit. Kan de Minister toelichten hoe dit besluit te rijmen valt met artikel 3:47 van de Algemene wet Bestuursrecht dat luidt dat «de motivering wordt vermeld bij de bekendmaking van het besluit»? Deelt de Minister de constatering van deze leden dat asielzoekers die een afwijzing hebben ontvangen of mogelijk grote groepen statushouders die een herbeoordeling krijgen waarbij ze niet meer in Nederland mogen verblijven, dienen te weten op welke informatie dat besluit is gebaseerd? Zo ja, hoe verhoudt dit besluit daar zich toe? Zo nee, waarom niet? Is de Minister niet bang voor precedentwerking, waardoor in de toekomst mogelijk ook de rechtszekerheid van andere mensen dan asielzoekers in het geding komt?

Hoe verhoudt dit besluit zich tot het Europees recht, specifiek tot de Procedurerichtlijn die voorschrijft dat een rechtsbijstandverlener toegang moet kunnen krijgen tot informatie in het dossier van de asielzoekers op basis waarvan een besluit is genomen?1 Kan de Minister daarbij tevens ingaan op het arrest van het Hof van Justitie inzake GM waarin wordt gesteld dat, zelfs wanneer de nationale veiligheid in het geding is, de asielzoeker en diens rechtsbijstandverlener kennis moeten hebben van de kern van de gronden waarop het tegen hem genomen besluit berust?2 Klopt het dat besluitvorming op grond van geheime informatie onverenigbaar is met het in artikel 47 van het EU Grondrechtenhandvest gegarandeerde recht op een effectief rechtsmiddel bij de rechter?

Voorts hebben deze leden vragen over de bijgevoegde beslisnota. Kan de Minister toelichten wat de implicaties zijn van de passage «eventuele verzoeken op basis van de Wet open overheid (Woo) of artikel 68 zullen volgens geldende procedures worden behandeld»? Hoe verhoudt dit besluit tot artikel 68 van de Grondwet, waarin staat dat Ministers verplicht zijn inlichtingen te verstrekken aan het parlement? Denkt de Minister te kunnen voldoen aan de uitzondering op grond van staatsbelang? Zo ja, kan de Minister concreet toelichten op welke wijze?

Deskundigen stellen dat rechters het niet zullen accepteren dat zij over asielverzoeken moeten oordelen als asielzoekers de adviezen niet mogen kennen.3 Deelt de Minister de constatering van deskundigen dat dit besluit niet stand zal houden bij de rechter? Zo nee, op basis van welke argumenten denkt de Minister dat rechters het acceptabel zouden achten dat asielzoekers op basis van geheime informatie een afwijzing mogen krijgen? Heeft het kabinet juridisch advies en ambtelijk advies ingewonnen ter voorbereiding van dit besluit? Zo ja, kan dit advies met de Kamer gedeeld worden? Zo nee, waarom niet?

Klopt het dat dit besluit is genomen, omdat het idee is ontstaan dat asieladvocaten en mensensmokkelaars misbruik maken van de ambtsberichten en dat ze daarbij asielzoekers hun vluchtverhaal erop laten afstemmen?4 Zo ja, waarom is dit niet vermeld in de brief waarin het besluit is aangekondigd? Kan de Minister dit idee onderbouwen door middel van rapporten en cijfers? Hoe vaak ontvangt het kabinet signalen van zogenaamd misbruik van ambtsberichten? Deelt de Minister de constatering dat bij een dergelijk omvangrijk besluit een gedegen onderbouwing hoort en dat mogelijke signalen van misbruik eerst onderzocht dienen te worden, alvorens het beleid daarover wordt aangepast? Zo nee, waarom niet?

Deelt de Minister de constatering dat het argument van misbruik niet opgaat bij een herbeoordeling, zoals het kabinet voornemens is ten aanzien van Syriërs in Nederland? Immers, bij een herbeoordeling gaat het om een groep die voor de publicatie van het laatste ambtsbericht al het asielrelaas en het asielverzoek heeft ingediend. Zo nee, waarom niet?

Zijn er al (negatieve) besluiten genomen op asielverzoeken op basis van de niet gepubliceerde laatste ambtsberichten inzake Jemen en Eritrea? Zo ja, om hoeveel beslissingen gaat dit en in hoeveel zaken is daarbij het asielverzoek niet ingewilligd?

Ten slotte zijn de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie benieuwd naar de implicaties van dit besluit op het buitenlandbeleid van het kabinet. Deze leden constateren dat ambtsberichten een belangrijke leidraad vormen voor de economische, politieke en diplomatieke relaties met statelijke actoren. Het kabinet gebruikt ambtsberichten bijvoorbeeld bij besluiten over de opening of sluiting van ambassades of over de besteding van belastinggeld aan migratiebeheer, mensenrechtenverdedigers of ontwikkelingssamenwerking. Erkent de Minister dit? Deze leden hechten er dan ook grote waarde aan dit beleid te kunnen controleren op basis van objectieve en betrouwbare informatie, waarbij de gebruikte bronnen openbaar zijn, zodat het parlement in staat is om onafhankelijk de informatie te beoordelen en indien nodig te verifiëren. Deelt de Minister deze constatering van deze leden? Erkent de Minister dat met het besluit om ambtsberichten niet te publiceren het voor het parlement moeilijker wordt om het kabinet en haar buitenlandbeleid te controleren? Zo ja, op welke wijze wil de Minister dit recht van het parlement alsnog garanderen? Graag een specifieke toelichting op elke individuele vraag.

Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie

De VVD-fractieleden hebben kennisgenomen van de brief over het «Niet langer publiceren van ambtsberichten» en zij hebben hierover geen verdere vragen en/of opmerkingen.

Vragen en opmerkingen van de leden van de NSC-fractie

De leden van de NSC-fractie hebben kennisgenomen van de brief «Niet langer publiceren van ambtsberichten en hebben daarover geen vragen.

Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie

De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van het besluit om algemene en thematische ambtsberichten niet meer actief openbaar te maken. Zij hebben zorgen over de verenigbaarheid met artikel 68 van de Grondwet, artikel 3:1 van de Wet open overheid, artikel 3:47 van de Algemene wet bestuursrecht, artikel 47 van het EU Grondrechtenhandvest, de Procedurerichtlijn en de algemene beginselen van goed bestuur. Kan de Minister per voornoemd wetsartikel of beginsel toelichten waarom het voorliggende besluit zou voldoen, vragen zij.

De Commissie-Meijers stelt dat een rechter het niet-openbaar maken van ambtsberichten niet zal accepteren als op basis van de informatie een beslissing op een asielverzoek is genomen. Deelt de Minister deze verwachting, zo vragen de leden van de D66-fractie. Voorts vragen zij of het kabinet advies heeft gevraagd aan het Adviescollege Openbaarheid en Informatiehuishouding om te toetsen of het besluit in strijd is met de Wet open overheid (Woo) en, zo nee, waarom niet en of de Minister nog bereid is dat te doen. Kan de Minister verder ingaan op de risico’s met betrekking tot rechtsgelijkheid en rechtszekerheid, zo vragen zij. Voorts maken de aan het woord zijnde leden zich zorgen over oplopende werkdruk bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) en de rechtspraak, gezien het risico op een toename van het aantal rechtszaken doordat er geen toegang wordt gegeven tot deze informatie. Zij ontvangen graag een reactie van de Minister op deze zorgen.

Tot slot zien de leden van de D66-fractie een risico in het feit dat deze ambtsberichten de basis zijn voor beleid. Door het niet langer openbaar maken van deze brondocumenten kan de Kamer haar controlerende taak niet uitvoeren. Zij vragen hoe de Minister ervoor gaat zorgen dat Kamerleden hun controlerende taak kunnen blijven uitvoeren.

Vragen en opmerkingen van de leden van de DENK-fractie

De leden van de DENK-fractie hebben met grote zorgen kennisgenomen van het besluit van het kabinet om ambtsberichten niet meer actief te publiceren. Zij vragen hoe dit besluit met de fundamenten van onze democratische rechtsstaat, waarin transparantie, controle en rechtsbescherming centraal staan, valt te rijmen?

De leden van de DENK-fractie vragen welk bestuurlijk overleg is voorafgegaan aan het besluit om ambtsberichten niet langer actief te publiceren. Zijn er door betrokken uitvoeringsinstanties of ketenpartners, zoals de IND, het Centraal Orgaan Opvang Asielzoekers (COA), of de Raad voor de Rechtspraak, bezwaren geuit tegen dit besluit? Zo ja, wat was de aard van deze bezwaren en hoe zijn deze meegewogen in de uiteindelijke besluitvorming?

De leden van de DENK-fractie vragen voorts wat de juridische grondslag voor dit besluit is. Ambtsberichten vormen de onderbouwing van het asielbeleid en zijn cruciaal voor het bepalen of een land als veilig wordt beschouwd en of individuele asielzoekers bescherming dienen te genieten. Is het achterhouden van deze documenten juridisch houdbaar? Is het ook specifiek juridisch houdbaar binnen het kader van de Wet open overheid (Woo) en artikel 68 van de Grondwet, dat het kabinet verplicht tot het verstrekken van inlichtingen aan het parlement?

Voorts vragen de leden van de DENK-fractie hoe dit besluit zich verhoudt tot het recht op een eerlijk proces. Hoe kunnen vluchtelingen zich adequaat verdedigen als zij geen inzage hebben in de informatie waarop beslissingen over hun toekomst zijn gebaseerd? Wordt hiermee niet het beginsel dat partijen in een juridische procedure toegang hebben tot dezelfde informatie, geschonden?

Voorts vragen de leden van de DENK-fractie hoe rechters, advocaten en maatschappelijke organisaties hun werk nog onafhankelijk en zorgvuldig kunnen doen als de onderliggende rapporten geheim blijven. Wordt hiermee niet een kernfunctie van het maatschappelijk middenveld en de rechtsbescherming ondermijnd?

Daarnaast vragen de leden van de DENK-fractie hoe de Tweede Kamer haar controlerende taak kan vervullen zonder toegang tot actuele ambtsberichten. Is dit niet een directe aantasting van de informatiepositie van de Kamer? Is het gevolg van dit besluit niet dat het kabinet selectief gaat bepalen welke informatie wel en niet actief beschikbaar wordt gesteld?

Klopt het ook, zo vragen de leden van de DENK-fractie, dat het kabinet als grond voor het niet publiceren van de ambtsberichten aanvoert dat publicatie zou kunnen leiden tot strategisch gedrag? Is er enig empirisch bewijs dat openbaarmaking daadwerkelijk zou leiden tot strategisch gedrag? En waarom weegt dit op tegen het belang van transparantie?

Zijn er, als tegenwicht voor de niet-openbaarmaking van ambtsberichten, strengere interne regels en robuustere toetsingsmechanismen ingesteld om te waarborgen dat het kabinet zelf deze geheimhouding niet strategisch gebruikt? Zo ja, welke waarborgen zijn dit en waaruit blijkt hun effectiviteit?

Ook vragen de leden van de DENK-fractie in hoeverre dit besluit in overeenstemming is met internationale verplichtingen, zoals het Vluchtelingenverdrag of het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM)? Heeft het kabinet juridische toetsing laten verrichten op deze punten?

Is het kabinet voornemens of bereid om ook in andere dossiers beleidsdocumenten, ambtelijke adviezen of risicoanalyses niet langer actief te publiceren? Zo ja, welke documenten betreft dit concreet en op basis van welke criteria wordt dit beoordeeld?

Erkent het kabinet dat dit besluit mogelijk een precedent schept voor een bredere verschuiving naar minder actieve openbaarmaking van beleidsinformatie door leden van het kabinet? Welke waarborgen zijn er om te voorkomen dat dit leidt tot een achteruitgang van transparantie en parlementaire controle?

Vragen en opmerkingen van de leden van de Partij voor de Dieren-fractie

De leden van de Partij voor de Dieren-fractie hebben kennisgenomen van de brief «Niet langer publiceren van ambtsberichten» en hebben hierover enkele vragen.

Hoe kan de Tweede Kamer controleren of de overheid wel of niet terecht mensen terugstuurt? Hoe kan de Tweede Kamer controleren of de beoordeling van de veiligheid van herkomstlanden op basis van feiten gebeurt en niet op basis van politieke afwegingen? Hoe kan de rechter controleren of de overheid wel of niet terecht mensen terugstuurt? Hoe kan een advocaat de belangen van zijn cliënt goed behartigen zonder de onderbouwing van de overheid te kennen?

Gaat het kabinet Syriërs terugsturen die tot minderheden behoren die sinds het nieuwe regime in Syrië door andere groepen zijn aangevallen? Gaat het kabinet homoseksuelen terugsturen naar Gambia? Hebben bewindspersonen op enige manier invloed op de inhoud van de ambtsberichten? Heeft de Minister adviezen gekregen die waarschuwen dat dit besluit geen stand zal houden bij de rechter? Zo ja, waarom hebben die adviezen er niet toe geleid dat de ambtsberichten openbaar blijven? Kan de Minister reflecteren op het waarschijnlijke scenario dat de rechter het kabinet oplegt dat ambtsberichten wel openbaar moeten worden gemaakt en de gevolgen die dat heeft voor het wantrouwen in ons rechtssysteem, omdat het beeld wordt versterkt dat de asielplannen van dit kabinet worden tegengewerkt door rechters?

Vragen en opmerkingen van de SGP-fractie

De leden van de SGP-fractie danken het kabinet voor het toezenden van de brief «niet langer publiceren ambtsberichten» en hebben daar enkele vragen en opmerkingen over.

Kan het kabinet nader uitleggen en duiden waarom dit besluit nu valt en niet eerder of later, zo vragen de leden van de SGP-fractie. De voornoemde leden herkennen het besluit uit het Hoofdlijnenakkoord en zijn benieuwd naar het tijdpad en de verhouding met de ontwikkelingen in Syrië.

De leden van de SGP-fractie hechten aan een goede uitvoering van de controlerende taak van de Kamer. Zeker waar het om details gaat van regio’s per land en verschillende minderheidsgroepen kan de informatie uit het ambtsbericht ook voor de rol van de Kamer belangrijk zijn. Hoe wordt met deze stap alsnog de controlerende rol van de Kamer en haar informatiepositie zo goed mogelijk geborgd, vragen de aan het woord zijnde leden. Kamerleden moeten voldoende mogelijkheden houden om de beslissingen van het kabinet te controleren. Hoe geven andere lidstaten die geen ambtsbericht publiceren, de ruimte aan het parlement voor haar controlerende taak?

Vooraf aan dit besluit is er overlegd met de Minister van Asiel en Migratie. Wat is de betrokkenheid van de Minister van Asiel en Migratie exact geweest bij dit besluit? In hoeverre heeft het al dan niet publiceren van het ambtsbericht over Syrië hierin een rol gespeeld? En, zo ja, op welke wijze, zo vragen de leden van de SGP-fractie.

Vragen en opmerkingen van de leden van de ChristenUnie-fractie

De leden van de ChristenUnie-fractie hebben met grote zorg kennisgenomen van het besluit van het kabinet om algemene en thematische ambtsberichten niet meer actief te publiceren op de website van de rijksoverheid. Deze leden vinden het belangrijk dat betrokkenen toegang hebben tot voor hun relevante informatie, zeker als de overheid hier besluitvorming op baseert.

De leden van de ChristenUnie-fractie vragen de Minister om verdere toelichting op het gedeelte in het hoofdlijnenakkoord en het regeerprogramma waarin staat dat ambtsberichten «in beginsel» niet meer openbaar worden gemaakt. In welke gevallen is het kabinet bereid ambtsberichten wel openbaar te maken? En op basis van welke criteria wordt dit besloten? De Minister van Asiel en Migratie heeft bovendien eerder gezegd dat ze ook op «andere bronnen» vertrouwt. Welke bronnen zijn dit?

De leden van de ChristenUnie-fractie vragen hoe het Nederlandse beleid rond de openbaarmaking van ambtsberichten zich verhoudt tot dat van andere EU-lidstaten.

De leden van de ChristenUnie-fractie vragen of de Minister kan toelichten wat er precies verandert ten opzichte van voorgaande jaren rond de publicatie van ambtsberichten. Waarom kiest het kabinet ervoor om ambtsberichten niet meer actief openbaar te maken, terwijl dit bijdraagt aan de controleerbaarheid van gemaakte beleidskeuzes? Welk belang is hierbij gediend? Kan de Minister tevens uiteenzetten hoe dit vermeende belang opweegt tegen het belang van asielzoekers die zich op basis van openbare ambtsberichten kunnen verweren? Hoe verantwoordt het kabinet het in onwetendheid laten van asielzoekers over de situatie in het land van herkomst? Op welke manier blijft de informatie uit ambtsberichten beschikbaar voor betrokken partijen? Is de Minister zich bewust van mogelijke oneerlijke rechtsgang die wordt veroorzaakt door dit besluit?

De leden van de ChristenUnie-fractie hebben kennisgenomen van kritiek van experts op het regeringsbesluit om ambtsberichten niet langer te publiceren. De Nederlandse orde van advocaten (NOvA) noemt het besluit bijvoorbeeld in strijd met het beginsel van «equality of arms». Volgens de NOvA is het niet publiceren van ambtsberichten in strijd met EU-wetgeving en met Nederlandse wet- en regelgeving. Hoe reflecteert de Minister op deze kritiek?

De leden van de ChristenUnie-fractie vragen of de Minister kan aantonen dat asielzoekers hun vluchtverhaal zouden afstemmen op het ambtsbericht.

De leden van de ChristenUnie-fractie zijn van mening dat het werk van Kamerleden wordt bemoeilijkt als ambtsberichten niet langer gepubliceerd worden. Kamerleden kunnen deze dan immers ook niet meer inzien. Hoe reflecteert de Minister hierop? Erkent de Minister dat met dit besluit ook Kamerleden worden beperkt in de mogelijkheid om effectief debatten te voeren?

Vragen en opmerkingen van de leden van de Volt-fractie

De leden van de Volt-fractie hebben met zorgen kennisgenomen van het bericht dat ambtsberichten niet meer actief worden gepubliceerd. Met betrekking tot deze zorgen hebben zij nog enkele vragen.

De leden van de Volt-fractie vragen of de Minister zijn beslissing om ambtsberichten voortaan niet meer actief te publiceren, uiteen kan zetten. De leden herinneren de Minister eraan dat personen die asiel aanvragen volgens artikel 6 van het EVRM, recht hebben op een eerlijk proces. Onderdeel van een eerlijk proces is dat al het bewijs voor of tegen zo'n aanvraag voor beide partijen toegankelijk moet zijn. Is met het niet publiceren van de ambtsberichten inbreuk gemaakt op dit recht, aangezien alleen de IND nu extra informatie heeft over de veiligheidssituatie in een land? Kan de Minister toelichten waarom wel of niet? Hoe verwacht de Minister dat men zich kan verweren als men niet direct inzicht heeft in het bericht waarop een beslissing om een asielaanvraag af te wijzen is gebaseerd?

De leden van de Volt-fractie vragen daarnaast hoe dit besluit zich verhoudt tot de voorwaarden die het Europees Hof van de Rechten van de Mens (EHRM) stelt aan het achterhouden van informatie waarop een afwijzende beschikking in het asiel- en vreemdelingenrecht is gebaseerd. Kan de Minister uiteenzetten hoe dit besluit niet tot een overtreding van Artikel 13 van het EVRM (het recht op een effectief rechtsmiddel) leidt?

Als een asielaanvraag in eerste instantie wordt afgewezen op basis van landeninformatie waarover alleen de IND beschikt, achten de leden van de Volt-fractie het daarnaast aannemelijk dat veel aanvragers in beroep zullen gaan om toegang te krijgen tot die informatie. Dit leidt tot een verschuiving van de werklast naar de rechtbanken, die nu al kampen met capaciteitsproblemen. Hierdoor ontstaat het risico dat de asielketen nóg verder vastloopt. Is hier bij de besluitvorming over nagedacht? Zo ja, wat is de belangenafweging? Welke specifieke maatregelen zal de Minister nemen om verdere vertraging in de asielketen te voorkomen?

De leden van de Volt-fractie zijn van mening dat het niet publiceren van ambtsberichten afbreuk doet aan de transparantie van bestuur. De Kamer kan de Minister van Asiel en Migratie hierdoor namelijk minder goed controleren wanneer het onduidelijk is op basis waarvan deze Minister mensen kan terugsturen naar bepaalde landen. De voorgenoemde leden zijn van mening dat dit besluit daarom in strijd is met de ambitie in het hoofdlijnenakkoord om goed bestuur te waarborgen. Kan de Minister hierop reflecteren?

De leden van de Volt-fractie vragen of deze ambtsberichten nog steeds op te vragen zijn middels een Woo-verzoek. Zo ja, verwacht u nóg hogere werkdruk bij de IND en mogelijke vertraging van het proces, als dergelijke berichten via zo'n verzoek opgevraagd gaan worden?

II Antwoord/ Reactie van de Minister

III Volledige agenda

– Brief Minister van Buitenlandse Zaken, «Niet langer publiceren ambtsberichten» d.d. 19-05-2025 (Kamerstuk 36 600-V, nr. 72).


  1. Artikelen 10(3), 11(2) en 23(1) Asielprocedurerichtlijn↩︎

  2. 22 september 2022, C-159/21, ECLI:EU:C:2022:708, punten 47–51↩︎

  3. NOS, 21 mei 2025, «Kabinet houdt adviezen over veiligheid herkomstlanden asielzoekers voortaan geheim» (https://nos.nl/artikel/2568133-kabinet-houdt-adviezen-over-veiligheid-herkomstlanden-asielzoekers-voortaan-geheim)↩︎

  4. NRC, 22 mei 2025, «Ambtsberichten over de veiligheid in landen moeten worden gepubliceerd» (https://www.nrc.nl/nieuws/2025/05/22/ambtsberichten-over-de-veiligheid-in-landen-moeten-worden-gepubliceerd-a4894334)↩︎