Protocol tot wijziging van het Verdrag over de status en werkzaamheden van de Internationale Commissie voor Vermiste Personen; ’s-Gravenhage, 16 december 2024
Protocol tot wijziging van het Verdrag over de status en werkzaamheden van de Internationale Commissie voor Vermiste Personen; ‘s-Gravenhage, 16 december 2024
Brief regering
Nummer: 2025D25488, datum: 2025-05-19, bijgewerkt: 2025-06-03 16:15, versie: 2 (versie 1)
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: C.C.J. Veldkamp, minister van Buitenlandse Zaken (Ooit Nieuw Sociaal Contract kamerlid)
- Toelichtende nota
- Beslisnota inzake Protocol tot wijziging van het Verdrag over de status en werkzaamheden van de Internationale Commissie voor Vermiste Personen; ’s-Gravenhage, 16 december 2024
Onderdeel van kamerstukdossier 36758 (R2209)-1 Protocol tot wijziging van het Verdrag over de status en werkzaamheden van de Internationale Commissie voor Vermiste Personen; ‘s-Gravenhage, 16 december 2024.
Onderdeel van zaak 2025Z11129:
- Indiener: C.C.J. Veldkamp, minister van Buitenlandse Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Koninkrijksrelaties
- Volgcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2025-06-03 16:10: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-06-05 12:00: Procedures en brieven (zal geen doorgang vinden) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2025-06-19 14:15: Extra procedurevergadering commissie Justitie en Veiligheid (groslijst controversieel verklaren) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
Preview document (🔗 origineel)
Staten-Generaal A 1/2
Vergaderjaar 2024-2025
36 758 (R2209) Protocol tot wijziging van het Verdrag over de status en werkzaamheden van de Internationale Commissie voor Vermiste Personen; ‘s-Gravenhage, 16 december 2024
Nr. 1 Brief van de minister van Buitenlandse Zaken
Aan de Voorzitters van de Eerste en van Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 mei 2025
Overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, eerste en derde lid, en artikel 5, eerste en tweede lid, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen, de Raad van State van het Koninkrijk gehoord, heb ik de eer u hierbij ter stilzwijgende goedkeuring over te leggen het op 16 december 2024 te ‘s-Gravenhage tot stand gekomen Protocol tot wijziging van het Verdrag over de status en werkzaamheden van de Internationale Commissie voor Vermiste Personen (Trb. 2025, nr. 34).
Een toelichtende nota bij dit protocol treft u eveneens hierbij aan.
De goedkeuring wordt voor het Europese en het Caribische deel van Nederland en voor Curaçao gevraagd.
Aan de Gouverneur van Curaçao is verzocht hogergenoemde stukken op 3 juni 2025 over te leggen aan de Staten van Curaçao.
De Gevolmachtigde Minister van Curaçao is van deze overlegging in kennis gesteld.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
C.C.J. Veldkamp
Ter griffie van de Eerste en van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal ontvangen op 2 juni 2025.
De wens dat het verdrag aan de uitdrukkelijke
goedkeuring van de Staten-Generaal wordt
onderworpen kan door of namens één van de
Kamers of door ten minste vijftien leden van
de Eerste Kamer dan wel dertig leden van
de Tweede Kamer of door de Gevolmachtigde
Minister van Curaçao te kennen worden gegeven
uiterlijk op 2 juli 2025.
TOELICHTENDE NOTA
Inleiding
Op 15 december 2014 is te Brussel tot stand gekomen het Verdrag over de status en werkzaamheden van de Internationale Commissie voor Vermiste Personen (Trb. 2014, 219 en Trb. 2015, 68). Het Verdrag is op 17 juni 2015 goedgekeurd voor Nederland (het Europese deel en het Caribische deel), alsmede Curaçao. Het Verdrag is voor al deze Koninkrijksdelen op 17 juli 2015 in werking getreden. Voor de toelichting op het Verdrag zie ook de toelichtende nota die ten behoeve van de parlementaire goedkeuring is opgesteld (Kamerstukken II 2014/15, 34202, nr. 1).Op 16 december 2024 is het Protocol tot wijziging van het Verdrag over de status en werkzaamheden van de Internationale Commissie voor Vermiste Personen tot stand gekomen (hierna: het Protocol). Het Protocol voorziet in wijzigingen van de preambule en artikelen IV, VIII, IX, en voegt drie nieuwe artikelen toe. Voor deze wijziging van het Verdrag is parlementaire goedkeuring vereist.
De wijziging van het Verdrag.
De wijzigingen van het Verdrag zien enkel op aanpassingen van institutionele en verdragsrechtelijke aard. Deze wijzigingen zijn nodig om de Internationale Commissie voor Vermiste Personen (hierna: de Commissie) beter in staat te stellen haar wereldwijde mandaat uit te voeren. Puntsgewijs betreffen de institutionele aanpassingen het volgende:
De bevoegdheden van de Conferentie van de staten die partij zijn (hierna: de Conferentie) worden uitgebreid, zodat deze kan besluiten over zaken die door de Raad van Commissarissen aan de Conferentie worden voorgelegd.
De Conferentie krijgt de bevoegdheid om aanvullende taalversies van het Verdrag goed te keuren.
De procedure om partij te worden bij het Verdrag wordt aangepast, zodat toetreding plaatsvindt op uitnodiging van de Conferentie.
De mogelijkheid tot intrekking van het lidmaatschap van de Commissie wordt geïntroduceerd.
Artikelsgewijze toelichting
Het Protocol bestaat uit een preambule en acht artikelen.
Artikel 1
Ingevolge artikel 1 wordt de preambule van het Verdrag gewijzigd door de passage over het herstellen van omissies in het humanitaire recht te verwijderen aangezien deze passage verwarring opriep. Het herstellen van omissies in het humanitaire recht is niet het doel van het mandaat van de Commissie. Hierbij komt dat het mandaat niet beperkt is tot het toepassingsgebied van het humanitair recht, dat uitsluitend van toepassing is op gewapende conflicten. De Commissie ondersteunt staten zowel binnen als buiten de context van gewapende conflicten bij het nakomen van hun rechtsstatelijke en mensenrechtenverplichtingen.
Artikel 2
Wijziging artikel IV, zesde lid, onder c
De wijziging breidt de bevoegdheden van de Conferentie uit. Middels deze wijziging kan de Conferentie besluiten nemen over zaken die door de Raad van Commissarissen aan de Conferentie worden voorgelegd. De Raad van Commissarissen kan staten voor lidmaatschap voorstellen aan de Conferentie.
Nieuw artikel IV, zesde lid, onder e
Door deze toevoeging kan de Conferentie aanvullende taalversies van het Verdrag goedkeuren. De toevoeging van dit artikel maakt het mogelijk om de nieuwe taalversies van het Verdrag, bepaald onder artikel 5 van het Protocol, als authentiek aan te merken.
Wijziging artikel IV, zevende lid
Aan het bestaande zevende lid wordt een stemregel toegevoegd die van toepassing is op besluiten inzake lidmaatschap van de Commissie. Besluiten over lidmaatschap zullen worden genomen door de Conferentie met een twee derde meerderheid van de aanwezige staten die partij zijn. Deze wijziging hangt samen met de toevoeging van het nieuwe artikel IX, dat onder meer de criteria voor lidmaatschap vaststelt.
Artikel 3
Artikel 3 bepaalt dat de laatste zin van artikel VIII zal worden verwijderd. Deze zin stelt dat geen enkele staat die partij is, of een andere staat of internationale organisatie verplicht is om bijdragen te leveren voor de financiering van het werk van de Commissie. Deze zin is overbodig, aangezien het Verdrag geen financiële verplichtingen voor de staten die partij zijn creëert. Het schrappen van deze zin creëert evenmin financiële verplichtingen voor de staten die partij zijn.
Artikel 4
Middels artikel 4 van het Protocol wordt een nieuw artikel IX toegevoegd aan het Verdrag. Artikel IX introduceert de mogelijkheid om staten uit te nodigen om partij te worden bij het Verdrag en stelt daarvoor criteria vast. Staten kunnen door de Conferentie worden uitgenodigd voor toetreding tot het Verdrag op basis van hun bereidheid om de kwestie van vermiste personen als een staatsverantwoordelijkheid aan te pakken. Met artikel IX is het ook mogelijk voor de Conferentie om het recht op vertegenwoordiging van staten die niet in lijn handelen met de uitgangspunten en principes van de Commissie op te schorten en het lidmaatschap te beëindigen. Artikel IX hangt samen met de wijziging van artikel IV, zevende lid, dat de stemregel vaststelt voor besluiten door de Conferentie over lidmaatschap.
Artikel 5
Middels artikel 5 van het Protocol wordt een nieuw artikel X toegevoegd aan het Verdrag. Dit nieuwe artikel X maakt mogelijk dat de Spaanse, Franse en Arabische tekstversies van het Verdrag gelijkelijk authentiek zullen zijn naast de, originele, Engelse tekstversie van het Verdrag. Hiertoe dient de Conferentie wel eerst haar goedkeuring te verlenen aan deze tekstversies (zie het bepaalde in het nieuwe artikel IV, zesde lid, onder e). Het toevoegen van deze authentieke talen van het Verdrag draagt bij aan de effectieve en versterkte deelname van staten aan het werk van de Commissie en de inclusiviteit en toegankelijkheid van het Verdrag.
Artikel 6
Middels artikel 6 van het Protocol wordt een nieuw artikel XI toegevoegd aan het Verdrag. Dit nieuwe artikel XI voegt een wijzigingsprocedure van het Verdrag toe. Hiermee wordt de procedure rondom toekomstige verdragswijzigingen geformaliseerd.
Artikel 7
Deze wijziging houdt in dat het oorspronkelijke artikel IX, waarin de slotbepalingen zijn opgenomen, voortaan als artikel XII genummerd zal worden.
Artikel 8
Artikel 8 bevat de slotbepalingen en regelt onder meer de ondertekening, ratificatie en inwerkingtreding van het Protocol.
Een ieder verbindende bepalingen
De wijziging van het Verdrag, vervat in het Protocol, betreft enkel institutionele en verdragsrechtelijke aanpassingen. Het gaat daarmee uitsluitend om afspraken die bedoeld zijn om de overheid te binden in haar betrekking tot de andere staten die partij zijn bij het Verdrag. Naar het oordeel van de regering bevat de wijziging daarom geen een ieder verbindende bepalingen in de zin van de artikelen 93 en 94 van de Grondwet die aan rechtssubjecten rechtstreeks rechten toekennen of plichten opleggen.
Koninkrijkspositie
Wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft zal het Protocol, net als het Verdrag, gelden voor zowel het Europese als het Caribische deel van Nederland, alsmede Curaçao.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
C.C.J. Veldkamp