[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Nader gewijzigd amendement van het lid Diederik van Dijk c.s. ter vervanging van nr. 12 over het ook als mensenhandel beschouwen als iemand wordt geworven om in een ander land in de prostitutie te werken

Wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafrecht BES en andere wetten in verband met de modernisering van de strafbaarstelling van mensenhandel en de introductie van de zelfstandige strafbaarstelling van ernstige benadeling en van voordeeltrekking (Wet modernisering en uitbreiding strafbaarstelling mensenhandel)

Amendement (gewijzigd/nader/vervangend)

Nummer: 2025D25599, datum: 2025-06-02, bijgewerkt: 2025-06-02 17:32, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 36547 -13 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafrecht BES en andere wetten in verband met de modernisering van de strafbaarstelling van mensenhandel en de introductie van de zelfstandige strafbaarstelling van ernstige benadeling en van voordeeltrekking (Wet modernisering en uitbreiding strafbaarstelling mensenhandel).

Onderdeel van zaak 2025Z11167:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL 2
Vergaderjaar 2024-2025
36 547 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafrecht BES en andere wetten in verband met de modernisering van de strafbaarstelling van mensenhandel en de introductie van de zelfstandige strafbaarstelling van ernstige benadeling en van voordeeltrekking (Wet modernisering en uitbreiding strafbaarstelling mensenhandel)
Nr. 13 Nader Gewijzigd AMENDEMENT VAN HET LID Diederik van dijk C.S. TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 12
Ontvangen 2 juni 2025
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

In artikel I, onderdeel C, wordt aan het voorgestelde artikel 273f een lid toegevoegd, luidende:

8. Met dezelfde straf als op mensenhandel is gesteld wordt gestraft degene die een persoon onder de in het derde lid bedoelde omstandigheden werft, vervoert, overbrengt, huisvest of opneemt, dan wel enige andere handeling ten aanzien van die persoon verricht, met het oogmerk die persoon in een ander land ertoe te brengen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling.

II

In artikel II, onderdeel A, wordt aan het voorgestelde artikel 286f een lid toegevoegd, luidende:

8. Met dezelfde straf als op mensenhandel is gesteld wordt gestraft degene die een persoon onder de in het derde lid bedoelde omstandigheden werft, vervoert, overbrengt, huisvest of opneemt, dan wel enige andere handeling ten aanzien van die persoon verricht, met het oogmerk die persoon in een ander land ertoe te brengen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling.

Toelichting

Met de door het kabinet voorgestelde wijziging van artikel 273f Sr moet ook ‘een middel’ en het ‘oogmerk van uitbuiting’ bewezen worden. Juridisch is dit beduidend ingewikkelder en het impliceert dat het OM opzet en dwang moet bewijzen. Het huidige artikel 273f, eerste lid, onderdeel 3, Sr wordt in de jurisprudentie zo uitgelegd dat de veronderstelling dat de vrouw in kwestie als prostituee zou worden uitgebuit volstaat. Hiervan is al sprake bij afhankelijkheid en ondergeschiktheid van een pooier. Dit zal

snel aan de orde zijn bij buitenlandse sekswerker die de Nederlandse taal niet machtig is, haar rechten niet kent en voor de invulling van haar werk volledig moet terugvallen op anderen (niet alleen voor overbrengen uit het buitenland maar bijvoorbeeld ook voor huisvesting en klantcontact in Nederland).

Toevoeging van een vergelijkbare bepaling als het huidige artikel 273f, eerste lid, onderdeel 3, Sr is noodzakelijk ingeval een buitenlandse vrouw naar Nederland is gehaald voor de prostitutie, meer dan de helft van haar inkomsten afstaat en niet zelf bepaalt met wie en hoe vaak ze seks heeft. Het OM moet dan ook dwang bewijzen, waarvoor het vaak is aangewezen op een verklaring van het slachtoffer. Deze wil echter uit angst voor represailles meestal niet praten met de politie. Schrijnende mensenhandelzaken zullen hierdoor mislukken of vaker worden afgedaan als mensensmokkelzaken – een minder zwaar misdrijf met een veel lagere straf.

In gevallen waarbij politie en justitie aanwijzingen hebben van uitbuiting, maar nog geen hard bewijs, is de toevoeging van het huidige eerste lid, onderdeel 3, noodzakelijk om tot een veroordeling van mensenhandel te kunnen komen. Doorgaans zijn uitgebuite vrouwen in de prostitutie volledig afhankelijk van hun pooier en staan zij meer dan de helft van hun inkomsten af aan hem. Bovendien is voor een veroordeling via deze route het niet noodzakelijk dat het ‘dwangmiddel’, zoals gebruik van geweld, is bewezen.

Diederik van Dijk

Verkuijlen

Boomsma

Bikker

Krul