[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Voorhangprocedures tariefmaatregel samenhangend met hoofdlijnenakkoord ouderenzorg en (vervolg) tariefmaatregel meerjarig contracteren sector gehandicaptenzorg en langdurige ggz

Vergrijzing en het integrale ouderenbeleid

Brief regering

Nummer: 2025D25761, datum: 2025-06-03, bijgewerkt: 2025-06-04 13:19, versie: 3 (versie 1, versie 2)

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 29389 -153 Vergrijzing en het integrale ouderenbeleid.

Onderdeel van zaak 2025Z11212:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


29389 Vergrijzing en het integrale ouderenbeleid

34104 Langdurige zorg

Nr. 153 Brief van de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 juni 2025

Hierbij informeer ik u, conform artikel 8 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), over de zakelijke inhoud van de twee aanwijzingen die ik van plan ben op grond van artikel 7 Wmg aan de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) te geven en die aansluiten bij het onderhandelaarsakkoord Hoofdlijnenakkoord Ouderenzorg (HLO). Het HLO volgt uit het Regeerprogramma 2024 – 2028 van 13 september 20241 waarin is besloten tot een hoofdlijnenakkoord voor de ouderenzorg.

In het HLO zijn belangrijke afspraken gemaakt met de sector over de toekomst van de ouderenzorg op (middel)lange en korte termijn. Het onderhandelaarsakkoord HLO bevat ook financiële afspraken. In deze brief informeer ik u over de aanwijzing die ik voornemens ben te geven aan de NZa in verband met de verzachting van de tariefmaatregelen voor de ouderenzorg die volgen uit het HLO. Daarnaast leidt dit tot een wijziging van een reeds geldende aanwijzing van mijn ambtsvoorganger2.

Met het oog op een ordentelijke voorbereiding van de zorginkoop 2026, en tijdige vaststelling en publicatie van de beleidsregelwaarden (in het vervolg van deze brief wordt gesproken over tarieven) door de NZa, informeer ik uw Kamer met het bereiken van het onderhandelingsakkoord HLO. De betrokken partijen starten met de consultatie van het onderhandelaarsakkoord (inclusief het financiële hoofdstuk) bij hun achterban.

Ik zal niet eerder overgaan tot het geven van deze aanwijzingen dan dertig dagen na verzending van deze brief. Van de vaststelling van de aanwijzingen zal ik mededeling doen door plaatsing in de Staatscourant. De voorhangtermijn loopt vanaf 3 juni 2025 en eindigt op 2 juli 2025.

  1. Voorgenomen aanwijzing in verband met financiële afspraken HLO

In het HLO is afgesproken om de tariefmaatregelen voor de Wlz-ouderenzorg zoals deze volgen uit (het basispad van) het Hoofdlijnenakkoord ‘Hoop, lef en trots’3 van 16 mei 2024, te verzachten.

De verzachting bedraagt € 242 miljoen in 2026 oplopend tot € 264 miljoen in 2030 en € 250 miljoen structureel vanaf 2031. Hiermee resulteert een aangepaste tariefmaatregel die oploopt van € 260 miljoen in 2026 tot € 400 miljoen in 2030 en € 414 miljoen structureel vanaf 2031. Tabel 1 brengt dit in beeld. De financiële afspraken uit het HLO worden verwerkt in de ontwerpbegroting 2026.

Tabel 1: Tariefmaatregel Wlz-ouderenzorg na HLO (prijspeil 2025)

Bedragen x € 1 miljoen 2026 2027 2028 2029 2030 structureel
1 Tariefmaatregelen zonder HLO -502 -543 -582 -625 -664 -664
2 Verzachting op grond van HLO 242 243 242 245 264 250
3 Aangepaste tariefmaatregel conform HLO -260 -300 -340 -380 -400 -414

Het kabinet vindt de tariefmaatregel noodzakelijk in het licht van houdbare overheidsfinanciën. De algemene financieel-economische situatie en de hoogte van de collectieve uitgaven nopen tot een beheerste kostenontwikkeling van de zorg en een meer doelmatig gebruik van de beschikbare middelen. De verzachte tariefmaatregel als onderdeel van het HLO draagt hieraan bij. De betrokken partijen zijn het erover eens dat het HLO en de daarin opgenomen bijstelling van de oorspronkelijke tariefmaatregel resulteren in reële maximumtarieven.

Ik ben voornemens om de NZa een aanwijzing te geven met de opdracht om de tariefmaatregel met ingang van 2026 door te voeren voor de sector ouderenzorg. De aangepaste tariefmaatregel geldt in prijspeil 2025 en betreft de maximum- en bandbreedtetarieven voor alle vastgestelde prestaties zzp en vpt V&V 1 t/m 10.4

  1. Wijzigen bestaande aanwijzing

Zoals hiervoor aangegeven leidt het HLO ook tot een wijziging van een reeds geldende aanwijzing van mijn ambtsvoorganger. Met die aanwijzing is de NZa de opdracht gegeven om de maatregelen (a) doorontwikkeling kwaliteitskader verpleeghuiszorg en (b) meerjarig contracteren met budgetafspraken met ingang van 2024 structureel in de tarieven te verwerken. Voor de jaren 2024 en 2025 heeft de NZa de opdracht gekregen om hier geen uitvoering aan te geven.5

Op grond van het HLO ben ik voornemens om deze aanwijzing te wijzigen zodat deze niet (meer) van toepassing is voor de ouderenzorg. Daarmee vervalt de korting op basis van de doorontwikkeling kwaliteitskader verpleeghuiszorg van structureel € 350 miljoen.

Voor de gehandicaptenzorg (ghz) en de langdurige ggz blijft de aanwijzing (in gewijzigde vorm) van kracht ten aanzien van meerjarig contracteren. Dit sluit aan bij (het basispad van) het Hoofdlijnenakkoord ‘Hoop, lef en trots’.

Oorspronkelijk betrof de tariefkorting meerjarige contracten met financiële afspraken en meerjarige contracteerruimte voor alle drie de sectoren binnen de Wlz € 135 miljoen structureel. Wanneer de vigerende aanwijzing wordt gewijzigd zodat deze maatregel zich beperkt tot het aandeel van de sectoren gehandicaptenzorg en langdurige ggz bedraagt de korting € 65 miljoen structureel. Tabel 2 specificeert de resulterende bedragen per sector zoals deze gelden per 2026. Het aandeel ouderenzorg (€ 70 miljoen) vervalt op grond van het HLO.

Tabel 2: Tariefmaatregel meerjarig contracteren naar sector (prijspeil 2025)

Bedragen x € 1 miljoen 2026 2027 2028 2029 2030 structureel
Gehandicaptenzorg -52 -52 -52 -52 -52 -52
Geestelijke gezondheidszorg -13 -13 -13 -13 -13 -13

Ik zal de NZa opdragen om de bedragen uit tabel 2 per 2026 sectorspecifiek te verwerken in de maximumtarieven voor de zzp- en vpt-prestaties.

  1. Maatregelen en kostenonderzoeken

Gezien de noodzaak van de hiervoor beschreven maatregelen en in het licht van de financiële houdbaarheid en de toegankelijkheid van de zorg acht ik het van belang dat de NZa bij een toekomstig kostenonderzoek voor de Wlz-ouderenzorg de inhoud van de voorgenomen aanwijzing voor zover dit is aangewezen zal betrekken. Dit betekent dat ik de NZa zal opdragen de uitkomsten van een dergelijk toekomstig onderzoek te corrigeren voor deze maatregelen, indien het kostenonderzoek betrekking heeft op een jaar waarin de maatregelen hun structurele niveau nog niet hebben bereikt6.

  1. Zakelijke inhoud twee aanwijzingen

De hiervoor beschreven wijzigingen worden meer in detail vertaald in een aanwijzing aan de NZa. Ik zal de NZa een aanwijzing geven met de opdracht om de afgesproken tariefmaatregel op grond van het HLO met ingang van 2026 door te voeren voor de sector ouderenzorg. Dit betreft de bedragen conform regel 3 in tabel 1 van deze brief. Deze dient de NZa jaarlijks als een uniforme procentuele korting naar rato te verwerken op de loon- en materiële kostencomponenten van de betreffende tarieven. Deze worden geschoond voor de componenten voor niet beïnvloedbare factoren. Het gaat hierbij limitatief om de maximum- en bandbreedtetarieven voor alle vastgestelde prestaties zzp en vpt V&V 1 t/m 10 binnen de Wlz7. Dit is inclusief de prestaties voor deeltijdverblijf en de prestaties met een component voor niet beïnvloedbare factoren. De uniforme taakstellende procentuele korting berekent de NZa per tarief en bijbehorende prestatiebeschrijving voor 2026 en latere jaren over de volgende grondslag:

  • alle vastgestelde prestatiebeschrijvingen voor zzp en vpt V&V 1 tot en met 108 binnen de Wlz contracteerruimte 2024 (het meest recente realisatiejaar) vermenigvuldigd met loon- en materiële kostencomponenten (geschoond voor de componenten voor niet beïnvloedbare factoren) voor de betreffende prestatiebeschrijvingen in 2024.

Daarnaast zal ik de Nza een aanwijzing geven om de eerdere aanwijzing van 14 juni 20239 te wijzigen. Ik zal de NZa opdragen om artikel 3 niet toe te passen voor de ouderenzorg. Ik zal daarbij opdragen om de resterende sectorspecifieke tariefkortingen uit tabel 2 van deze brief jaarlijks als uniforme procentuele kortingen te verwerken op de loon- en materiële kostencomponenten van de betreffende tarieven. Daarbij geldt per sector de volgende grondslag:

  • alle hieronder vermelde prestatiebeschrijvingen voor zzp en vpt binnen de Wlz contracteerruimte 2024 vermenigvuldigd met loon- en materiële kostencomponenten voor de betreffende prestatiebeschrijvingen in 2024.

De NZa berekent via deze methodiek de taakstellende korting per prestatiebeschrijving voor de jaren 2026 en latere jaren (voor alle jaren op basis van de grondslag in 2024). Het betreft de volgende maximumtarieven en bijbehorende prestaties per sector:

Gehandicaptenzorg:

  • alle zzp- en vpt-prestaties inclusief en exclusief behandeling, inclusief en exclusief dagbesteding voor vg 1 t/m 8, lvg 1 t/m 5, svlvg 1, lg 1 t/m 7, zg-aud 1 t/m 4, zg-vis 1 t/m 5, de prestaties voor deeltijdverblijf en overbruggingszorg inbegrepen.

Geestelijke gezondheidszorg:

  • alle zzp- en vpt-prestaties voor ggz-wonen (1 t/m 5), de prestaties voor deeltijdverblijf inbegrepen en alle zzp-prestaties voor ggz-b (1 t/m 7).

Daarnaast zal ik artikel 4 van de aanwijzing van 14 juni 2023 schrappen.

  1. Tot slot

Met het onderhandelingsakkoord HLO wordt een belangrijke stap gezet en worden de tariefmaatregelen in de ouderenzorg verzacht. Voor de gehandicaptenzorg en langdurige ggz wordt met de aangepaste aanwijzing ook duidelijkheid gegeven. Voordat de aanwijzingen aan de NZa worden verzonden, hoop ik u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben.

De staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

V. Maeijer

Ontvangen ter Griffie op 3 juni 2025.

Het besluit tot het doen van een aanwijzing kan niet eerder worden

genomen dan op 2 juli 2025.


  1. Bijlage bij Kamerstuk 36 471, nr. 96.↩︎

  2. Zie Aanwijzing van de Minister voor Langdurige Zorg en Sport (LZS) van 14 juni 2023 (Stcrt. 2023, nr. 17290) om tariefmaatregel(en) structureel in de tarieven te verwerken.↩︎

  3. Kamerstuk 36 471, nr. 37.↩︎

  4. De overige prestaties vallen omwille van uitvoerbaarheid buiten de tariefmaatregel. Die worden veelal niet sectorspecifiek gedeclareerd of onderbouwd met sectorspecifieke kosten. Het gaat bijvoorbeeld om de prestaties dagbesteding, vervoer, toeslagen, crisiszorg etc. en alle prestaties voor modulaire zorg↩︎

  5. Stcrt. 2023, nr. 28924 en Stcrt. 2024, nr. 19985.↩︎

  6. Indien bijvoorbeeld kostengegevens over het jaar 2026 worden gebruikt bij het vaststellen van nieuwe tarieven voor het jaar 2029 dient voor de tariefmaatregel Wlz-ouderenzorg de oploop van de korting van € 260 miljoen naar € 380 miljoen (conform tabel 1) nog te worden verwerkt. Voor eventuele tussentijdse kleine partiële aanpassingen ten behoeve van regulier onderhoud behoeft de NZa de ombuiging niet opnieuw te berekenen.↩︎

  7. Zie voetnoot 4↩︎

  8. De prestaties voor deeltijdverblijf, en de prestaties met een component voor niet beïnvloedbare factoren dus inbegrepen.↩︎

  9. Stcrt. 2023, nr. 17290.↩︎