Het besluit van UPM om af te zien van een biobrandstoffabriek in de Rotterdamse haven
Schriftelijke vragen
Nummer: 2025D25847, datum: 2025-06-03, bijgewerkt: 2025-06-05 10:45, versie: 2 (versie 1)
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kv-tk-2025Z11221).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: W.L. Postma, Tweede Kamerlid (Nieuw Sociaal Contract)
Onderdeel van zaak 2025Z11221:
- Gericht aan: D.S. Beljaarts, minister van Economische Zaken
- Gericht aan: S.T.M. Hermans, minister van Klimaat en Groene Groei
- Indiener: W.L. Postma, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2024-2025 | Vragen gesteld door de leden der Kamer |
2025Z11221
Vragen van het lid Postma (Nieuw Sociaal Contract) aan de Ministers van Economische Zaken en van Klimaat en Groene Groei over het besluit van UPM om af te zien van een biobrandstoffabriek in de Rotterdamse haven (ingezonden 3 juni 2025).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het artikel «Fins UPM stopt bouw fabriek in Rotterdamse haven vanwege hoge kosten»?1
Vraag 2
Hoe beoordeelt u het signaal dat opnieuw een buitenlandse investeerder afziet van een grootschalige industriële investering in Nederland en acht u dit illustratief voor de bredere problemen in het investeringsklimaat?
Vraag 3
Klopt het dat deze fabriek biobrandstoffen zou gaan produceren voor onder andere de luchtvaart en daarmee zou bijdragen aan betaalbare verduurzaming van mobiliteit? Deelt u de opvatting dat het stopzetten van dit project ook gevolgen heeft voor de energietransitie?
Vraag 4
Overweegt de Minister, gezien het toenemende aantal afhakers onder industriële investeerders, met urgentie een Deltaplan op te stellen voor de industriële clusters in Nederland, te beginnen bij de Rotterdamse haven, om een domino-effect van ketenverstoringen en vestigingsverlies te voorkomen?
Vraag 5
Bent u bereid om, als onderdeel van zo’n Deltaplan, een regietafel op te zetten met de betrokken ketenpartijen, regionale overheden en netbeheerders, gericht op het voorkomen van verder vestigingsverlies en het veiligstellen van ketencontinuïteit in onder meer energie, chemie en biobrandstoffen?
Vraag 6
Deelt u de opvatting dat eventuele steun of ondersteuning aan industriële clusters gekoppeld moet zijn aan concrete en toetsbare verduurzamingsverplichtingen, zodat publiek geld alleen terecht komt bij bedrijven die bijdragen aan een duurzame economie, zoals ook bepleit is door NSC over de CO2-heffing?
Vraag 7
Acht u het denkbaar om, binnen de nieuwe Europese defensiedoelstellingen, te verkennen of bepaalde industriële locaties en kennis uit de havenregio (zoals raffinage, biobrandstoffen of scheepsbouw) relevant kunnen zijn voor defensie gerelateerde productie of logistiek?
Vraag 8
Deelt u de analyse dat het ontbreken van duidelijke keuzes over welke industrieën van strategisch belang zijn voor autonomie, energietransitie of defensie, leidt tot versnippering en reactief beleid? Wanneer verwacht u hierover helderheid over te kunnen geven?
Vraag 9
Bent u bereid om het CPB of RLI te laten doorrekenen wat het verlies van dit type investeringen betekent voor het Nederlandse verdienvermogen op lange termijn?
Vraag 10
Welke beleidskeuzes bent u voornemens te maken in het kader van de aangekondigde industrievisie met betrekking tot behoud van strategische industriële capaciteit? Bent u bereid om daarbij een selectie te maken tussen activiteiten die bijdragen aan strategische autonomie, energietransitie of defensie?
NU.nl, 27 mei 2025, «Fins UPM stopt bouw fabriek in Rotterdamse haven vanwege hoge kosten». (https://www.nu.nl/economie/6357203/fins-upm-stopt-bouw-fabriek-in-rotterdamse-haven-vanwege-te-hoge-kosten.html)↩︎