Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden
Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken (XIII) voor het jaar 2025 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)
Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden
Nummer: 2025D25851, datum: 2025-06-05, bijgewerkt: 2025-06-05 15:21, versie: 2 (versie 1)
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: N.T.P. Wingelaar, voorzitter van de vaste commissie voor Digitale Zaken (Nieuw Sociaal Contract)
- Mede ondertekenaar: S.R. Muller, adjunct-griffier
Onderdeel van kamerstukdossier 36725 XIII-4 Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken (XIII) voor het jaar 2025 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota).
Onderdeel van zaak 2025Z08086:
- Indiener: D.S. Beljaarts, minister van Economische Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Economische Zaken
Onderdeel van zaak 2025Z11241:
- Indiener: D.S. Beljaarts, minister van Economische Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Economische Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Digitale Zaken
- 2025-04-24 14:29: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-05-20 16:45: Procedurevergadering vaste commissie voor Economische Zaken (Procedurevergadering), vaste commissie voor Economische Zaken
- 2025-05-22 12:00: Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken (XIII) voor het jaar 2025 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota) (Inbreng feitelijke vragen), vaste commissie voor Economische Zaken
- 2025-05-22 14:00: Wijziging van de begrotingsstaten van de Ministeries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII), Economische Zaken (XIII) en Justitie en Veiligheid (VI) voor het jaar 2025 zover het onderwerpen betreft die zien op digitalisering (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota) (Inbreng feitelijke vragen), vaste commissie voor Digitale Zaken
Preview document (🔗 origineel)
36 725 XIII Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken (XIII) voor het jaar 2025 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)
Nr. 4 VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN
Vastgesteld 5 juni 2025
De vaste commissie voor Digitale Zaken, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen met de daarop gegeven antwoorden.
De vragen zijn op 22 mei 2025 voorgelegd aan de minister van Economische Zaken. Bij brief van 3 juni 2025 zijn ze door de minister van Economische Zaken beantwoord.
Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.
De voorzitter van de commissie,
Wingelaar
Adjunct-griffier van de commissie,
Muller
40
Wanneer is de dekking van de AI-fabriek bekend? Is deze beleidsmatig belegd of bestuurlijk gebonden en wanneer wordt de Kamer hier geïnformeerd over de voortgang hiervan?
Antwoord
Om het benodigde bedrag te realiseren, wordt voor het investeringsdeel waarop het Rijk zich richt, naast de EuroHPC cofinanciering gekeken naar meerdere financieringsbronnen. Er wordt ook onderzocht of er door herprioritering ruimte beschikbaar kan worden gemaakt binnen de EZ begroting. Ook wordt Groningen als locatie en als mogelijke medefinancier (in het kader van Nij Begun) meegenomen. De deadline van EuroHPC voor indiening van een voorstel voor een AI-faciliteit in Nederland is 30 juni. Voor die tijd moet duidelijk zijn wat de omvang van de nationale dekking is. Voor het zomerreces zal de Kamer hierover worden geïnformeerd.
41
Welke middelen heeft u beschikbaar gesteld voor het ontwikkelen van een AI-faciliteit, cf. de wens uitgesproken in de motie-Kathmann c.s. (Kamerstuk 26643-1265)? Wat is de totale investering die u voorziet voor deze faciliteit?
Antwoord
Zie ook het antwoord op vraag 40.
42
Welke middelen heeft u gereserveerd voor de uitvoering van de moties-Kathmann c.s. (Kamerstukken 26643-1266 en 26643-1267) die zien op het ontwikkelen van zeekabelinfrastructuur?
Antwoord
Ik ben gehouden aan de budgettaire kaders van de Rijksbegroting. Door budgettaire krapte was er in de budgettaire besluitvorming over de Voorjaarsnota geen ruimte voor intensiveringen uit generale middelen, zoals de beoogde Nederlandse aftakking op de Arctische route. Voor dergelijke investeringen is nu op de begroting van EZ geen budget gereserveerd, en momenteel ook geen ruimte. Indien we als Nederland deze projecten willen gaan financieren, zullen we keuzes moeten maken en zullen andere beleidsdoelstellingen moeten worden bijgesteld of vervallen. Rond de zomer zal uw Kamer via een brief nader worden geïnformeerd over de stand van zaken rondom de uitvoering van zowel de moties-Kathmann c.s. (Kamerstuk 26643, nr. 1266 en 26643, nr. 1267) als de eerdere motie-Kathmann (Kamerstuk 26643, nr. 1192) die verband houden met zeekabelinfrastructuur.
43
Welke middelen zijn er vanuit uw departement beschikbaar gesteld voor cyberweerbaarheid?
Antwoord
Vanuit EZ zijn er verschillende budgetten beschikbaar voor cyberweerbaarheid. Dit betreft het Digital Trust Center (DTC) om bedrijven te ondersteunen in het verbeteren van hun digitale weerbaarheid (€ 9 mln structureel), middelen voor de uitvoering van en toezicht op de NIS2/Cyberbeveiligingswet en de CER/Wet weerbaarheid kritieke entiteiten (totaal € 12,9 mln structureel), en beleidsmiddelen ten behoeve van het verhogen van de digitale weerbaarheid van burgers, het veiliger maken van digitale producten en diensten en cybersecurity kennis en innovatie op cybersecurity (€ 12,9 mln structureel).
44
Kan u nader toelichten waarom het budget voor ICT-beleid onder ‘Goed functionerende economie en markten’ met drie miljoen euro is verminderd en in latere jaren is afgebouwd?
Antwoord
De vermindering van het budget onder het instrument ICT-beleid bij artikel 1 ‘Goed functionerende economie en markten’ betekent niet dat er minder wordt uitgegeven aan ICT-beleid. Het betreft namelijk besteding van middelen voor meerdere projecten binnen het bredere ICT-beleid. Eén van deze projecten is de Centre of Excellence Data Sharing and Cloud, uitgevoerd door TNO. Om dit project correct te kunnen plaatsen en uitvoeren, zijn middelen meerjarig gealloceerd naar het juiste instrument op de begroting voor TNO.
45
Wat is de reden van de vermindering van 1,1 miljoen euro bij het Digitaal Trust Center (DTC), heeft dit te maken met de samenvoeging met de Nationaal Cyber Security Centrum (NCSC) en wat zijn de gevolgen van deze samenvoeging?
Antwoord
Vanuit het DTC-budget zijn o.a. de uitvoeringskosten en de uitfinanciering voor de DTC-subsidies (Mijn Cyberweerbare Zaak en Cyberweerbaarheid) beschikbaar gesteld aan de RVO en zijn middelen voor de ICT-kosten beschikbaar gesteld aan DICTU. Dit heeft niet te maken met de samenvoeging met het Nationaal Cyber Security Centrum (NCSC).
Met de integratie komen kennis en doelgroepen van het NCSC, DTC en het CSIRT-DSP bij elkaar en worden de taken en reikwijdte van de vernieuwde organisatie verbreed. De samenvoeging resulteert in een eenduidig en centraal aanspreekpunt voor de doelgroep met betrekking tot alle cyberveiligheidsvraagstukken. Het zorgt ook voor een betere samenwerking en efficiëntere inzet van middelen. Voor de doelgroep vertaalt dit zich in een betrouwbaarder netwerk dat gezamenlijk werkt aan een digitaal weerbaar Nederland.
46
Hoe verklaart u de afbouw van het ICT-budget? Welke gevolgen heeft dit voor de bedrijfsvoering?
Antwoord
Voor de beantwoording van deze vraag ga ik ervan uit dat vraagsteller doelt op het ICT-beleid verantwoord op artikel 1 ‘Goed functionerende economie en markten’. Zie antwoord op vraag 44 voor een verklaring van de afbouw van het ICT-budget. Het betreft een overheveling van middelen binnen het bredere ICT-beleid en geen afbouw van het budget. Dit heeft geen gevolgen voor de bedrijfsvoering.
47
Kunt u de afbouw van het budget voor de Rijksinspectie Digitale Infrastructuur (RDI) verklaren?
Antwoord
De afbouw van het budget voor de RDI kent twee verklaringen. Ten eerste betreft het de dekking van de additionele apparaatstaakstelling voor de taakorganisaties, specifiek het gedeelte voor rekening van de RDI. Ten tweede betreft het de overheveling van het KGG-gedeelte van de reeds ontvangen loon- en prijsbijstelling op de NIS2-middelen als gevolg van de splitsing van de departementen (EZ-KGG).
48
Wat verstaat u onder de post ‘Digitale veiligheid’? Kunt u deze uitsplitsen?
Antwoord
De post ‘Digitale veiligheid’ betreft middelen die worden ingezet voor het waarborgen van digitale veiligheid binnen het kader van het frequentiebeleid.
49
Welke middelen zijn er voor de RVO beschikbaar gesteld afzonderlijk voor het Programmabureau Cybersecurity ‘Dcypher’ en de subsidieregelingen Cyberweerbaarheid en Mijn cyberweerbare zaak?
Antwoord
Voor het Programmabureau Cybersecurity ‘Dcypher’ en de subsidieregelingen Cyberweerbaarheid en Mijn cyberweerbare zaak zijn respectievelijke € 2,47 mln, € 0,075 mln en € 0,077 mln ter beschikking gesteld voor de uitvoering ervan in 2025.
50
Is in de suppletoire begroting al rekening gehouden met de komst van een AI-faciliteit in Nederland en hoe verhoudt zich dit tot het bedrag van 13 miljoen euro dat in de begroting is opgenomen voor EuroHPC?
Antwoord
In de suppletoire begroting is € 13 mln beschikbaar voor nationale cofinanciering van EuroHPC calls, waar de AI-faciliteit er één van is. Een deel van de middelen voor de AI-faciliteit benodigd vanuit het Rijk wordt beoogd uit deze bron te komen, aangevuld met middelen uit andere bronnen, zoals genoemd in de beantwoording van vraag 40.
51
Welke doelstellingen zijn gekoppeld aan de Nederlandse bijdrage aan EuroHPC in 2025?
Antwoord
De nationale cofinanciering van EuroHPC calls is gericht op het ondersteunen van het Nederlandse bedrijfsleven en de wetenschap bij het ontwikkelen, uitrollen en breed beschikbaar stellen van kennis en infrastructuur op het gebied van supercomputers. Hiermee ondersteunt de Nederlandse bijdrage aan EuroHPC de digitale transformatie binnen Europa.
52
Kunt u de budgetverlaging van het budget ICT toelichten? Welke gevolgen heeft dit voor de bedrijfsvoering?
Antwoord
Voor de beantwoording van deze vraag ga ik ervan uit dat vraagsteller doelt op de mutatie van het instrument ‘ICT’ in de budgettaire tabel van artikel 40 ‘Apparaat Kerndepartement’. Deze verlaging heeft grotendeels betrekking op een correctie van de overige personele uitgaven ad € 8,6 mln die in de begroting onjuist is opgenomen. Deze verlaging heeft geen directe gevolgen op de bedrijfsvoering.
53
Kunt u het hogere budget voor de Autoriteit Consument & Markt (ACM) toelichten? Welke inhaalslag is er gemaakt op het ICT-beheer?
Antwoord
In totaal is er voor de ACM bij de eerste suppletoire begroting ongeveer € 18,7 mln extra vrijgemaakt. Dit bestaat voor ongeveer € 13 mln uit middelen ter verbetering van de bedrijfsvoering en voor ongeveer € 5,7 mln uit middelen voor additionele taakuitvoering. Voor specifiek het ICT-beheer is er € 5,35 mln vrijgemaakt. Hiermee worden toegenomen licentiekosten gedekt, de digitale veiligheid verbeterd, datacenters van ODC-Noord ingezet en additionele bijdragen aan DICTU gedaan ten behoeve van de websites van de ACM.
54
Aan welke 'vervallen' opdracht van het Nederlands Cybersecurity Coördinatiecentrum wordt gerefereerd als oorzaak van de daling ten opzichte van de ontwerpbegroting?
Antwoord
De daling ten opzichte van de ontwerpbegroting houdt verband met het vervallen van Europese financiering voor het Nationaal Coördinatiecentrum voor Cybersecurity (NCC-NL). In de periode 2022–2028 wordt het NCC-NL voor 50% medegefinancierd door de Europese Unie via het Digital Europe Programme. Deze Europese cofinanciering is bedoeld ter ondersteuning van de opbouw van het nationale NCC-netwerk, zoals voorgeschreven in de verordening tot oprichting van het European Cybersecurity Competence Centre (ECCC). In de begroting is er geen sprake van het vervallen van opdrachten. De financiering vanuit EZ is 50% van de totale uitvoeringskosten van NCC-NL, de overige 50% komt uit EU-financiering. In de voorgaande jaren lag de financiering hoger, omdat NCC-NL in de oprichtingsfase was en in de opbouw en vestiging extra kosten zijn gemaakt.
55
Waarom is de opdracht Nederlands Cybersecurity Coördinatiecentrum komen te vervallen?
Antwoord
Zie ook het antwoord op vraag 54.