Vervolg derdelanders met tijdelijk verblijfsrecht in Oekraïne
Vreemdelingenbeleid
Brief regering
Nummer: 2025D25856, datum: 2025-06-03, bijgewerkt: 2025-06-06 14:11, versie: 3 (versie 1, versie 2)
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M.H.M. Faber-van de Klashorst, minister van Asiel en Migratie (Ooit PVV kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 19637 -3434 Vreemdelingenbeleid.
Onderdeel van zaak 2025Z11243:
- Indiener: M.H.M. Faber-van de Klashorst, minister van Asiel en Migratie
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Asiel en Migratie
- 2025-06-04 13:00: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-06-19 13:00: Extra procedurevergadering commissie A&M (groslijst controversieel verklaren) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Asiel en Migratie
Preview document (🔗 origineel)
19 637 Vreemdelingenbeleid
Nr. 3434 Brief van de minister van Asiel en Migratie
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 juni 2025
Op 23 april jl. heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van
State (hierna: de Afdeling), naar aanleiding van het arrest van het
HvJEU, einduitspraak gedaan. Deze uitspraak heeft betrekking op de
beëindiging van de tijdelijke bescherming van derdelanders met een
tijdelijk verblijfsrecht in Oekraïne.
Middels deze brief informeer ik uw Kamer over deze uitspraak en de te nemen vervolgstappen conform mijn eerdere toezeggingen en de op 27 mei jl.1 aangenomen motie.
Beëindiging tijdelijke bescherming derdelanders
De Afdeling heeft in lijn met het arrest van het HvJEU geoordeeld. De Afdeling bevestigt dat de tijdelijke bescherming van deze groep derdelanders eerder beëindigd mocht worden en dat deze groep met ingang van 4 maart 2024 niet meer onder de RTB valt. Verder bevestigt de Afdeling het oordeel van het HvJEU dat een terugkeerbesluit pas na het beëindigen van de RTB genomen had mogen worden. Dit betekent dat de genomen terugkeerbesluiten prematuur zijn en derhalve vervangen dienen te worden door nieuwe terugkeerbesluiten.
Bevriezingsmaatregel eindigt per 4 september 2025
Nu de Afdeling beide rechtsvragen heeft beantwoord, is voldoende juridische zekerheid verkregen omtrent de positie van de groep derdelanders om vervolgstappen te kunnen nemen en op deze manier duidelijkheid te geven aan zowel derdelanders als gemeenten en betrokken organisaties. Derhalve heb ik besloten de bevriezingsmaatregel per 4 september 2025 te beëindigen. Dit is redelijkerwijs de snelst mogelijke datum om dit te doen, gezien alle voorbereiding die er nodig is bij onder andere de IND en gemeenten.
Hiermee wordt gestand gedaan aan eerdergenoemde motie en een motie van het lid Brekelmans en het lid Keijzer ingediend op 2 april 2024.2
Derdelanders dienen terug te keren naar hun land van herkomst, zodra alle procedurestappen zijn doorlopen.
Tot 4 september 2025 behouden alle derdelanders het recht op opvang en bijbehorende (gemeentelijke) voorzieningen en mogen zij blijven werken volgens de regels die gelden voor ontheemden op grond van de Regeling opvang ontheemden Oekraïne (hierna: de RooO).
Desbetreffende groep derdelanders valt grotendeels uiteen in een groep met en zonder aangewende rechtsmiddelen. Daarnaast mag ook een deel van de derdelanders, in afwachting van de beslissing op hun lopende asielaanvraag, vooralsnog in Nederland verblijven. Hieronder licht ik toe wat dit voor de verschillende groepen betekent.
Derdelanders zonder rechtsmiddelen
De terugkeerbesluiten van de groep derdelanders, die daartegen geen
rechtsmiddelen heeft aangewend, staan reeds in rechte vast. Deze groep
ontvangt geen nieuwe terugkeerbesluiten van de IND. Deze groep wordt
door de IND per brief geïnformeerd over het eindigen van de
bevriezingsmaatregel per 4 september 2025. Vanaf die datum hebben ze nog
vier weken de tijd om Nederland zelfstandig te verlaten. Gedurende deze
tijd heeft de groep nog recht op opvang en (gemeentelijke)
voorzieningen. Vanaf dat moment mag de derdelander echter niet meer
werken.
Voor de terugkeer kan de derdelander contact opnemen met de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) of de Dienst Terugkeer en Vertrek (DTenV). Middels dit contact kan de derdelander ondersteund worden bij het vertrek naar land van herkomst.
Derdelanders met rechtsmiddelen
De IND neemt als gevolg van het arrest van het HvJEU en de
uitspraak van de Afdeling nieuwe terugkeerbesluiten voor derdelanders
waarvan het terugkeerbesluit nog niet in rechte vaststaat, omdat
hiertegen rechtsmiddelen zijn aangewend. De IND start hier zo spoedig
mogelijk mee, zodat deze derdelanders individueel een terugkeerbesluit
ontvangen voor het eindigen van de bevriezingsmaatregel per 4 september
2025. Voor de groep met rechtsmiddelen geldt dat zij druppelsgewijs het
recht op opvang en (gemeentelijke) voorzieningen verliezen, en het recht
om te werken, afhankelijk van de snelheid waarmee de individuele
beroepszaken door rechtbanken worden behandeld.
Dit betekent dat ook na 4 september 2025 derdelanders met rechtsmiddelen nog in de Oekraïne opvang kunnen zitten, zolang het terugkeerbesluit nog niet in rechte vaststaat.
Derdelanders met lopende asiel of reguliere aanvragen
Derdelanders met een lopende asielaanvraag of een lopende aanvraag voor regulier verblijf mogen de beslissing op deze aanvraag in Nederland afwachten.
Voor derdelanders met een lopende asielaanvraag geldt dat zij recht hebben op opvang bij het COA.
Voor derdelanders met een lopende aanvraag voor regulier verblijf geldt dat zij, nadat zij geen recht meer hebben op opvang en (gemeentelijke) voorzieningen onder de RooO, zelf verantwoordelijk zijn voor hun huisvesting en inkomen.
Tot slot
Gemeenten worden geïnformeerd over het genoemde proces. Daarnaast worden gemeenten richting 4 september 2025 ingelicht over het handelingsperspectief voor de beëindiging van de opvang en bijbehorende voorzieningen. Bestaande informatieproducten worden herzien en gedeeld. Tevens zijn en worden andere betrokken organisaties geïnformeerd.
De minister van Asiel en Migratie,
M.H.M. Faber-van de Klashorst