Veteranennota 2024-2025
Veteranenzorg
Brief regering
Nummer: 2025D26095, datum: 2025-06-04, bijgewerkt: 2025-06-05 10:16, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: R.P. Brekelmans, minister van Defensie (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 30139 -283 Veteranenzorg.
Onderdeel van zaak 2025Z11358:
- Indiener: R.P. Brekelmans, minister van Defensie
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Defensie
- 2025-06-11 15:15: Veteranen (Rondetafelgesprek), vaste commissie voor Defensie
- 2025-06-16 13:00: Veteranen (Notaoverleg), vaste commissie voor Defensie
Preview document (🔗 origineel)
> Retouradres Postbus 20701 2500 ES Den Haag | |
---|---|
de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag |
|
Datum | 4 juni 2025 |
Betreft | Veteranennota 2024-2025 |
Ministerie van Defensie
Plein 4
MPC 58 B
Postbus 20701
2500 ES Den Haag
www.defensie.nl
Onze referentie
MINDEF20250018200
Bij beantwoording, datum, onze referentie en onderwerp vermelden.
Met genoegen bied ik u de Veteranennota 2024-2025 aan. De Veteranennota is het jaarlijkse verantwoordingsdocument waarin we terugblikken op de uitvoering van het veteranenbeleid door Defensie en partners. Daarnaast stel ik u met deze brief op de hoogte van de stand van zaken van de moties en toezeggingen op het gebied van veteranen. Voordat ik dit doe schets ik graag eerst nog het belang van de Veteranenwet en het bijbehorende beleid.
De Veteranenwet en het Veteranenbesluit vormen de juridische basis van het veteranenbeleid. In de Veteranenwet is ook de bijzondere positie van de veteraan en de relatie verankerd en zijn erkenning, waardering, zorg en onderzoek vaste waarden. In 2024 bestond de Veteranenwet 10 jaar. Hierbij werd stilgestaan tijdens een symposium dat werd georganiseerd door de Veteranenombudsman; een mooi moment om stil te staan bij de wet, het beleid en de uitvoering ervan.
U ontvangt deze nota op een bijzonder moment. Dit jaar vieren we 80 jaar bevrijding. Dankzij de moed en offers van toen, zijn generaties opgegroeid in vrijheid. Helaas staat deze vrijheid momenteel onder druk. Het koesteren en beschermen ervan is een taak waar wij in Nederland samen met onze bondgenoten voor staan.
Het koesteren en beschermen van vrede en vrijheid gaat hand in hand met de erkenning en waardering voor onze veteranen. Daar geven we als samenleving met elkaar vorm aan. Nederland telt ruim 100.000 veteranen, waarvan ongeveer 25.000 op dit moment werkzaam zijn binnen Defensie. Zij dienden onder oorlogsomstandigheden of namen deel aan missies ter handhaving en bevordering van de internationale rechtsorde. Daarvoor verdienen zij – en hun relaties die tijdens en na de uitzending een belangrijke steun zijn - erkenning en waardering en indien nodig passende ondersteuning en zorg. De passende ondersteuning en zorg wordt ook geboden aan militaire oorlogs- en dienstslachtoffers, zoals benoemd in de Veteranenwet.
Erkenning, waardering en de zorg voor onze veteranen is een voortdurende missie. Dit geldt voor Defensie als werkgever, maar ook voor de samenleving en de lokale overheid. Dit start al op het moment dat een aspirant-militair zich meldt bij Defensie en begint met de opleiding. Gedurende de loopbaan van de militair zijn er vele momenten waarop Defensie de rol als werkgever goed moet invullen, zodat een militair bij inzet goed getraind, opgeleid en voorbereid is en zich hierbij ook erkend en gewaardeerd voelt. Dit geldt eveneens voor de relaties van de veteraan. Zij worden uitgenodigd om deel uit te maken van dit proces, zodat zij weten wat hen te wachten staat en hoe ze hierbij ondersteund kunnen worden. Ook bij uitdiensttreding van de militair ondersteunt Defensie, zodat de overgang van de militair naar de burgermaatschappij zo soepel mogelijk verloopt. Hierover leest u meer in de Veteranennota.
Moties
Dutchbat-veteranen
Terugkeerreizen worden sinds 2022 speciaal georganiseerd voor de veteranen van Dutchbat III en hun relaties. Dit zijn de veteranen die onderdeel uitmaakten van de missie in Bosnië en Herzegovina ten tijde van de val van Srebrenica in juli 1995. Met de motie van de leden Nordkamp en Boswijk is verzocht te onderzoeken hoe het project terugkeerreizen verbreed kan worden, zowel voor wat betreft het uitzendgebied als de toegankelijkheid (Kamerstuk 30139, nr. 277, d.d. 24 juni 2024).
Zoals ook eerder is geconstateerd, was de missie van Dutchbat III uitzonderlijk en onvergelijkbaar met andere missies. Dit vanwege de onmogelijke situatie waarin Dutchbat III is gebracht, de dramatische afloop van de missie en het gebrek aan erkenning en waardering door Defensie en de samenleving bij terugkeer in Nederland. De begeleidingscommissie van het onderzoek ‘Focus op Dutchbat III’ (een onderzoek uitgevoerd door ARQ nationaal psychotraumacentrum naar de zorgbehoeften van Dutchbat III) heeft vastgesteld dat juist deze zware en moeilijke omstandigheden waar Dutchbat III mee te maken heeft gehad, hebben geleid tot een specifieke behoefte aan erkenning, waardering en zorg. De door de begeleidingscommissie geadviseerde terugkeerreizen van Dutchbat III-veteranen en hun relaties sluiten bij deze behoefte aan. Deze dragen bij aan het geven van betekenis aan eerdere ervaringen en verwerking van het verleden.
Met zowel de uitvoerders van de terugkeerreis (het Nederlands Veteraneninstituut) als psychologen en wetenschappelijk onderzoekers is overleg gevoerd over verbreding en daarmee het aanbieden van terugkeerreizen aan veteranen van andere missies. Geconcludeerd is dat uitbreiding van terugkeerreizen voor andere doelgroepen op dit moment geen vanzelfsprekendheid is, vanwege de eerder benoemde unieke omstandigheden die Dutchbat III heeft meegemaakt. Bovendien zorgt de huidige veiligheidssituatie in voormalig missiegebieden ervoor dat een terugkeerreis vaak niet verantwoord is. Mogelijk dat in de toekomst onderzoek naar de zorgbehoeften van andere veteranengroepen aanleiding geeft om terugkeerreizen naar andere gebieden te organiseren. Uiteraard wordt doorlopend bezien op welke manier veteranen het beste ondersteund kunnen worden, waarbij zo veel mogelijk maatwerk wordt toegepast. Hiermee beschouw ik de motie als opgevolgd.
Graag wil ik opmerken dat ik het zeer bijzonder en belangrijk vind dat de vaste commissie voor Defensie in navolging van de motie van voormalig kamerlid Belhaj (Kamerstuk 26122, nr. 51, d.d. 23 juni 2021) onlangs is afgereisd naar Srebrenica. Ik heb vernomen dat dit een bijzondere reis is geweest en weet zeker dat deze reis bijdraagt aan de onderlinge banden en het begrip tussen de politiek, de Bosnische gemeenschap en de Dutchbat III veteranen.
Herdenkingsmonument
Een andere motie die raakt aan de tragedie in Srebrenica, is de motie van de voormalig Kamerleden Kuzu en Belhaj met het verzoek aan de regering, waar mogelijk binnen haar bevoegdheid belemmering weg te nemen en de gemeenten Rotterdam en Den Haag aan te moedigen om het nationaal Srebrenicaherdenkingsmonument spoedig te bewerkstelligen (Kamerstuk 26 122, nr. 54, 23 juni 2021).
In de afgelopen periode heeft overleg plaatsgevonden tussen alle betrokken partners, waaronder de gemeente en de Stichting Herdenkingsmonument Srebrenica. Dit heeft ertoe geleid dat er rond de Srebrenica Herdenking op 11 juli aanstaande een locatie bekend zal worden gemaakt waar het monument kan worden ontwikkeld. Ik ben verheugd dat deze stap is gezet en ga ervan uit dat hiermee de motie is opgevolgd.
Veteranen in detentie
De Motie van de leden Boswijk en Valstar over veteranen in detentie die specifieke veteranenzorg nodig hebben, strekt ertoe hen niet slechts bij uitzondering in aanmerking te laten komen voor plaatsing in het Militair Penitentiair Centrum (MPC) (Kamerstuk 30139, nr. 265, d.d. 19 juni 2023).
Het plaatsen van gedetineerde veteranen in het MPC Stroe kan een meerwaarde hebben in vergelijking met plaatsing in een reguliere Penitentiaire Inrichting, omdat veteranen zich dan in een voor hen vertrouwde omgeving kunnen bevinden en betere toegang kunnen krijgen tot context-specifieke (veteranen)zorg. Het convenant ‘huisvesting niet-militaire gedetineerden in Militair Penitentiair Centrum te Stroe’ biedt momenteel slechts een uitzonderingsclausule, waarmee gedetineerde veteranen die niet meer werkzaam zijn bij Defensie op eigen verzoek in het MPC Stroe geplaatst kunnen worden. Momenteel worden de mogelijkheden en criteria voor het structureel plaatsen van veteranen uit dienst onderzocht en uitgewerkt. Doel hiervan is om het juridisch en organisatorisch mogelijk te maken dat veteranen, indien zij kampen met uitzendgerelateerde psychische problemen, in het MPC Stroe kunnen worden gedetineerd. De huidige inrichting van het MPC Stroe en de faciliteiten die worden aangeboden zijn gericht op de doelgroep militairen in werkelijke dienst. Deze dienen te worden aangepast zodat ze aansluiten bij de nieuwe doelgroep. Zorgvuldigheid is hierbij van belang en dat kost tijd, maar er worden in samenwerking met het ministerie van JenV wel stappen gezet. Zo zijn de gesprekken met twee civiele aanbieders van externe geneeskundige zorg in de afrondende fase. Het vraagstuk heeft mijn aandacht en ik informeer u nader zodra ik nieuwe vorderingen kan melden.
Crisishulp voor veteranen in acute nood
Motie van de leden Boswijk en Valstar over 24/7 toegang tot gespecialiseerde crisishulp voor veteranen in acute nood (Kamerstuk 30139, nr. 266, d.d. 19 juni 2023)
Veteranen in acute nood maken net als ieder ander gebruik van de reguliere voorzieningen die gelden in noodsituaties. Bij een psychische crisis dient het noodnummer te worden gebeld, of de huisarts die zo nodig de crisisdienst van de geestelijke gezondheidszorg (GGZ) inschakelt. Veteranen met uitzendgerelateerde psychische klachten die in behandeling zijn binnen het Landelijk Zorgsysteem Veteranen (LZV) kunnen desgewenst worden opgenomen in de speciale Veteranen Intensieve Behandel Unit (VIBU). De VIBU is onderdeel van een deelnemende LZV-instelling. Als de politie bij een crisismelding betrokken is en het blijkt om een veteraan te gaan, wordt contact gelegd met het Nederlands Veteraneninstituut (NLVi). Bij de politie zijn politieagenten werkzaam met specifieke veteranenkennis, die zelf ook veteraan zijn. Zij zijn de vraagbaak voor de politiecollega’s en het Veteranenloket. Hoewel het kan voorkomen dat er situaties zijn die niet meteen goed gaan, ben ik wel van mening dat de crisishulp voor veteranen hiermee goed en zorgvuldig is vormgegeven. Hiermee ga ik ervan uit dat ik u voldoende heb geïnformeerd en de motie is opgevolgd.
Toezeggingen
Aan het lid Erkens heb ik de toezegging gedaan om bestaande initiatieven met betrekking tot het waarderen van veteranen in kaart te brengen en te onderzoeken welke verdere stappen en uitbreiding mogelijk zijn (TZ202406-044, d.d. 24 juni 2024).
In mijn brief aan uw Kamer getiteld ‘Ontwikkelingen t.a.v. het veteranenbeleid’ (Kamerstuk 30139, nr. 279 d.d. 6 november 2024) is aangegeven dat de jaarlijkse Veteranennota uitgebreid aandacht besteedt aan de activiteiten die worden verricht op het gebied van erkenning en waardering voor veteranen en hun relaties. Hierbij is vermeld dat een verdere inventarisatie van het huidige aanbod zou worden uitgevoerd, waarna in samenwerking met het NLVi en het nationaal Veteranen Platform wordt vastgesteld of het aanbod volstaat, of dat uitbreiding wenselijk is. In de voorliggende Veteranennota zijn de activiteiten gericht op erkenning en waardering beschreven, bijvoorbeeld in het jaaroverzicht en in hoofdstuk 3, waarin de inspanningen en activiteiten worden beschreven. Daarnaast bevat bijlage 1 een matrix, waarin per doelgroep de activiteiten op het gebied van erkenning, waardering en zorg, zowel voorafgaand als tijdens en na de inzet worden beschreven. Met de samenwerkingspartners wordt doorlopend beschouwd of uitbreiding van initiatieven op het gebied van erkenning en waardering mogelijk en wenselijk is. Daarbij draagt ook het doen van onderzoek naar veteranen bij aan inzichten, beeldvorming en nieuwe activiteiten. Daarmee beschouw ik de toezegging als afgedaan.
De zoektocht naar wat nodig is voor erkenning en waardering stopt nooit. Zo brengt Defensie in kaart hoe voor de veteraan – en de militair – erkenning en waardering verder kan worden genormaliseerd. Hierbij denk ik bijvoorbeeld aan het vaker benoemen van veteranen in toespraken van leden van het kabinet, zodat ook op andere momenten aandacht is voor veteranen. In sommige andere landen is dit al meer gebruikelijk. Erkenning en waardering van veteranen zit immers juist ook in kleine dingen. In dat kader heb ik in aanloop naar deze Veteranendag tijdens de ministerraad het belang van erkenning en waardering van veteranen benadrukt en meer specifiek het belang van de Nederlandse Veteranendag. Hierbij heb ik mijn ambtsgenoten verzocht de veteranen werkzaam binnen de andere departementen zo veel mogelijk in de gelegenheid te stellen om deel te nemen aan de Veteranendag.
De komende periode zal Defensie in nauwe samenwerking met andere partijen het veteranenbeleid verder ontwikkelen. Daarbij zal meer aandacht worden gegeven aan erkenning en waardering van ingezette militairen, veteranen en hun relaties; door Defensie, maar ook vanuit de samenleving. Naast aandacht voor erkenning en waardering blijft goede professionele zorg en ondersteuning onverminderd van belang.
Veteranen verdienen erkenning en waardering van ons allemaal voor wat zij hebben gedaan voor ons land. Ik nodig u daarom ook allen van harte uit om deze erkenning en waardering te uiten door aanwezig te zijn bij de Veteranendag op 28 juni.
Hoogachtend,
DE MINISTER VAN DEFENSIE
Ruben Brekelmans