Debat over de val van het kabinet (ongecorrigeerd)
Stenogram
Nummer: 2025D26195, datum: 2025-06-04, bijgewerkt: 2025-06-05 09:18, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Onderdeel van activiteiten:- 2025-06-04 10:30: Debat over de val van het kabinet (Plenair debat (debat)), TK
Preview document (🔗 origineel)
Val van het kabinet
Val van het kabinet
Aan de orde is het debat over de val van het
kabinet.
De voorzitter:
We beginnen met het debat. Ik geef graag het woord aan de heer
Timmermans. Hij heeft net als iedereen vier minuten spreektijd. Ik sta
acht interrupties toe van hooguit 45 seconden. De heer Timmermans.
De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
Dank u wel, voorzitter. Ik dank de minister-president voor zijn
verklaring. Ik zal zo meteen ook op een aantal punten die hij maakt
ingaan.
Voorzitter. Op korte afstand van Nederland, aan de grenzen van de
Europese Unie, woedt een oorlog die inmiddels al meer dan 1 miljoen
slachtoffers heeft opgeleverd, een oorlog die een directe bedreiging
vormt voor onze veiligheid, een oorlog die een grote invloed kan hebben
op onze gezamenlijke toekomst als Europeanen, maar ook als Nederlanders.
Er komt een einde aan een treurspel van een jaar, van een kabinet dat
niet in staat is geweest te handelen. Ruzie, onenigheid en stilstand
zijn wat dit kabinet Nederland heeft geboden. Er zijn geen oplossingen
gevonden, niet voor de woningnood, niet voor de stikstofcrisis, niet
voor de veiligheid.
De reden hiervoor is duidelijk. Die is ook duidelijk gebleken in de
afgelopen dagen. Als er verantwoordelijkheid moet worden genomen, als er
moeilijke beslissingen moeten worden genomen, geeft de heer Wilders niet
thuis. Dat wisten we al. Die ervaring hebben we al eerder gehad. In 2012
liep de heer Wilders ook weg toen het moeilijk werd. Deze keer is dat
ook gebeurd. De vraag is dan ook aan met name de VVD: het is u eerder
overkomen, u had kunnen uittekenen dat het u weer zou overkomen en toch
heeft u gekozen voor een coalitie met de PVV. Ik hoop dat u vandaag — ik
roep alle partijen in dit huis op om daar ook duidelijk over te zijn —
duidelijk wil verklaren dat het niet in het landsbelang is om iemand tot
de macht toe te laten die de regering uiteindelijk altijd leidt naar
verlamming, naar het niet-vinden van oplossingen en naar ruzie.
Ik zeg dat ook omdat het businessmodel van de heer Wilders en de PVV
altijd hetzelfde is. Je belooft de mensen de wereld. Onmiddellijk zou de
eigen bijdrage worden afgeschaft. De huren zouden met 20% omlaaggaan.
Het Zuyderlandziekenhuis zou volwaardig openblijven in Heerlen. De
boodschappen zouden goedkoper worden. Noem al die enorme beloftes maar
op. Die beloften worden gedaan, niets wordt nagekomen en dan volgt een
grote afleidingsmanoeuvre en iemand anders krijgt de schuld. Meestal is
dat iemand die moslim is of vanuit het buitenland komt. Zo kan ons land
niet verder.
Ik neem het de heer Wilders zeer kwalijk dat hij de verdeeldheid in ons
land heeft aangejaagd en ik neem het zijn coalitiepartners zeer kwalijk
dat zij daar ook hun bijdrage aan hebben geleverd. Ik hoop dat ze inzien
dat ze ons land op geen enkele manier verder helpen door deze verlamming
te laten voortduren. We staan als Nederlanders vandaag te veel met de
ruggen naar elkaar toe. Wat we nodig hebben is leiderschap dat de
problemen aanpakt en de problemen oplost. De mensen in Nederland willen
graag dat niet alleen zij in een mooi huis kunnen wonen dat ze kunnen
betalen, maar dat ook hun kinderen kunnen wonen op een betaalbare
manier. Ze willen graag een baan waar ze voldoening uit halen en waar ze
genoeg mee verdienen om in de kost te kunnen voorzien. Ze willen graag
houden van wie ze willen houden. Ze willen graag de ruimte om zichzelf
te zijn. En ze willen graag ook weer wat optimisme voor de toekomst
hebben.
Ik zou zo graag zien dat wij er allemaal aan bijdragen om die dromen van
Nederlanders weer waar te maken. Daarvoor is herstel nodig, daarvoor
moeten we vooruit. Daarvoor zijn ook heel snel verkiezingen nodig. Ik
hoop dat we op zo kort mogelijke termijn die verkiezingen kunnen
organiseren, want dan kan het land weer vooruit. Ik zeg tegen de
minister-president dat hij tot die tijd mijn fractie zal kunnen
aanspreken op die dingen die moeten gebeuren om de veiligheid van ons
land te garanderen. We hebben daar de afgelopen maanden een plan voor op
tafel gelegd. Ik hoop dat het kabinet binnenkort met voorstellen komt en
met onze Kamer in discussie gaat over hoe we de nationale en
internationale veiligheid kunnen bevorderen, ook met een demissionair
kabinet. Daar kunt u ons voor vinden. We willen vooruit, we moeten snel
vooruit en daarom moeten er snel verkiezingen komen, zodat we deze hele
treurige periode in onze vaderlandse geschiedenis snel achter ons kunnen
laten.
Dank, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan geef ik graag het woord aan de heer Wilders van de
fractie van de PVV.
De heer Wilders (PVV):
Voorzitter. Wat wilde de PVV nou precies? Wij willen meteen een totale
asielstop. We willen intensieve grenscontroles. We willen iedere maar
dan ook iedere asielzoeker direct aan de grens terugsturen. We willen de
gezinshereniging per direct helemaal stoppen. We willen azc's sluiten en
veroordeelde criminelen meteen het land uitzetten. Want Nederland
schreeuwt om een harder asielbeleid.
Maar onze voormalige coalitiepartners weigerden hiervoor te tekenen en
deze maatregelen toe te voegen aan het hoofdlijnenakkoord. Ze hadden
daar honderdduizend smoesjes voor. Ze wilden het eerst uitzoeken of
uitwerken, wat natuurlijk complete onzin is, want heel veel andere
Europese landen die gebonden zijn aan dezelfde regels en verdragen als
Nederland, voeren een aantal van die maatregelen gewoon al uit. Het moet
nu meteen. Nederland kan het niet meer aan. Ons land dreigt één groot
asielzoekerscentrum te worden. Ik krijg iedere dag tientallen mails van
mensen die klagen over een azc dat bij hen in de buurt komt, met alle
gevolgen van dien. Van overlast en criminaliteit tot een nog groter
beroep op alles waar we in dit land al een enorm tekort aan hebben:
woningen, zorg, onderwijs, financiën.
De PVV heeft de verkiezingen anderhalf jaar geleden niet voor niets
gewonnen. Bijna 2,5 miljoen mensen gaven ons het vertrouwen en de
opdracht om de asielinstroom terug te dringen en te komen tot het
strengste asielbeleid ooit, zodat Nederland tot de landen van Europa zal
gaan behoren met de strengste toelatingseisen. Dat staat letterlijk in
het hoofdlijnenakkoord. Maar het tegenovergestelde is gebeurd. Er komen
nog steeds veel te veel asielzoekers Nederland binnen, maar liefst 800
per week. En dat gaat maar door. Iedere elf dagen komt er een azc bij.
Het is om gek van te worden. Mijn fractie tekent niet langer voor de
ondergang van Nederland.
De heer Van Baarle (DENK):
De heer Wilders begon zijn inbreng met de opmerking: wat wilde de PVV
nou eigenlijk? Wat de PVV wilde, weet Nederland. De PVV heeft beloofd om
de btw op boodschappen op 0% te zetten. Dat is niet gelukt. Die belofte
heeft de heer Wilders verbroken. De PVV heeft beloofd om de huren te
verlagen. Dat is niet gelukt. Die belofte heeft de heer Wilders
verbroken. De benzine zou goedkoper worden. Het eigen risico zou
volledig afgeschaft worden. Hier staat gewoon een prutser! Hier staat
een prutser, een politieke prutser, die om de aandacht af te leiden van
zijn falen en van alle beloften die hij heeft verbroken, nu een
asielverhaal ophangt en mept in de richting van vluchtelingen en
Nederlandse moslims. Ik zou aan de heer Wilders willen vragen: denkt hij
nou echt dat Nederland in deze afleidingsmanoeuvre trapt om de aandacht
af te leiden van zijn falen, van zijn prutswerk? Hij heeft geen enkele
belofte die hij heeft gedaan aan de Nederlanders, waargemaakt en heeft
er een puinhoop van gemaakt.
De heer Wilders (PVV):
Ik denk dat heel veel Nederlanders gelukkig niet geloven wat u
suggereert. Zij denken — wat ook de waarheid is — dat wij als PVV
oprecht zijn. Wij hebben oprecht verantwoordelijkheid genomen. Wij
hebben, nadat wij de verkiezingen hebben gewonnen, oprecht een
regeerakkoord, een hoofdlijnenakkoord, gesloten met drie andere
partijen, om te komen tot een beter Nederland. Dat hebben wij oprecht
gedaan. Daar hebben we lang voor geknokt. Het is ook triest dat dat nu
eindigt. Het is geen mooie dag geweest gisteren, ook voor mij niet. Ik
had liever dat het kabinet was doorgegaan. We hebben onze nek
uitgestoken, maar, nogmaals, er zijn grenzen.
Een van die grenzen die wij stellen, is onze belangrijkste belofte aan
de kiezer. Dat is dat wij niet alleen zouden komen tot het strengste
asielbeleid ooit, maar ook, zoals in het hoofdlijnenakkoord staat, dat
wij bij de koplopers van Europa gaan horen als het gaat om het strengere
asielbeleid. En dat zie ik niet gebeuren. Dat heb ik vanaf dag één niet
zien gebeuren. Nou, misschien niet al na dag één, maar al vrij snel ging
dat niet gebeuren. Ik heb gewacht. Ik ben geduldig geweest. Uiteindelijk
moet je je rug recht houden. Als ons belangrijkste punt, waarvoor 2,5
miljoen mensen op mijn partij hebben gestemd, niet lukt, dan kan de
conclusie geen andere zijn dan dat je zegt: zonder ons.
De heer Van Baarle (DENK):
Dat is nog geen begin van een antwoord op mijn vraag. De heer Wilders is
een prutser. Hij is een prutser! Die huren gaan niet omlaag. Die huren
gaan gewoon stijgen. Het eigen risico wordt niet afgeschaft. De benzine
wordt niet goedkoper. De btw op boodschappen gaat niet naar 0%. En dan
wordt de aandacht van dat prutswerk afgeleid door de meest
verschrikkelijke uitspraken te doen over de islam: "de islam hoort niet
bij Nederland", "alles en iedereen is slachtoffer van de islam", "de
islam is een ideologie van haat en geweld", "hoe minder islam, hoe
beter". Dat gaat over vluchtelingen. Nederland is klaar met deze
politiek van Wilders. Ik zou tegen de heer Wilders willen zeggen en
nogmaals aan hem willen vragen: erken gewoon voor Nederland dat u er een
puinzooi van heeft gemaakt, dat u een prutser bent en dat het meppen in
de richting van vluchtelingen en moslims gewoon een hele goedkope,
cynische manier is om de aandacht daarvan af te leiden.
De heer Wilders (PVV):
Een groot deel van Nederland, de meerderheid van Nederland, heeft genoeg
van zowel de enorme asielinstroom als ook van de islam. Dat blijkt uit
ieder onderzoek en uit iedere peiling. 60% van de Nederlanders vindt dat
de islam niet bij Nederland hoort, blijkt uit recent onderzoek. Dat kunt
u vervelend vinden, maar dat vinden zes op de tien Nederlanders. Mensen
vinden in grotere mate dat de asielinstroom in Nederland veel verder
moet worden beperkt. Het tienpuntenplan van ons, dat wij, zoals u weet,
kortgeleden hebben gepresenteerd, heeft bij heel veel partijen tot 80%,
90% steun geleid. Dat geldt niet alleen voor alle coalitiepartijen, maar
ook voor oppositiepartijen. Niet die van u, maar bij heel veel andere
oppositiepartijen heeft het tot grote steun geleid. Mensen in Nederland
hebben ons plan gezien en voor negen van de tien maatregelen was er 70%,
80%, 90% steun. Dat vinden mensen dus belangrijk. En dat hebben wij de
mensen ook beloofd. Vandaar dat ik het in de coalitie heb voorgelegd. Ik
heb niet gevraagd om het uit te zoeken, aan de minister te vragen om het
uit te werken of om het zelf uit te werken. Nee, andere landen doen heel
veel van die maatregelen al. Dat is geen gepruts; dat is gezond beleid.
Ik vind het ontzettend jammer dat er onvoldoende steun voor was,
waardoor wij die belofte onvoldoende konden nakomen. Uiteindelijk hebben
wij met een rechte rug gezegd: dan kan het zo niet verder.
De heer Van Baarle (DENK):
Weer gaat de heer Wilders niet in op zijn prutswerk en op het feit dat
de heer Wilders een grotere politieke leugenaar is geworden dan Mark
Rutte. Het is zo cynisch, zo cynisch, dat hij de meest verschrikkelijke
dingen zegt over Nederlandse moslims in plaats van naar zichzelf te
kijken. Dat doet hij om de aandacht ervan af te leiden. Hij misbruikt
die standpunten om de aandacht daarvan af te leiden. Ik zal de komende
tijd op elke mogelijke manier weerstand bieden aan dat gif van de heer
Wilders, waarbij hij Nederlandse moslims, de islam en vluchtelingen
alleen maar inzet als een stok om de aandacht af te leiden van zijn
eigen falen. Laat die verkiezingen maar komen. Wij gaan hier keihard
tegen strijden!
De heer Wilders (PVV):
Dat is ook heel goed. We leven in een democratie. Stel je voor dat we
allemaal hetzelfde dachten; dat zou helemaal niet leuk zijn, ook niet
voor de debatten hier. Het is dus hartstikke goed dat u dit doet. U moet
opkomen voor uw eigen kiezer, voor uw eigen achterban. Als u het niet
met mij eens bent, moet u mij interrumperen, demonstraties organiseren
enzovoorts. Dat is prima. Ik juich dat toe, want ik ben een democraat.
Maar ik zeg tegelijkertijd dat u niet mag wegpoetsen dat 60% van de
Nederlanders vindt dat de islam niet bij Nederland hoort. Dat heb ik
niet verzonnen. Dat is onafhankelijk onderzocht. Dat is gepeild en dat
blijkt de waarheid te zijn. Dat is dus niet iets wat in mijn hoofd zit,
maar wat in het hoofd zit van 10 à 12 miljoen Nederlanders. Die vinden
dat.
Dan kun je de vraag stellen: hoe ga je daarmee om? Daarover kun je van
mening verschillen. Maar mensen in Nederland voelen zich steeds meer een
vreemde in hun eigen stad, een vreemde in hun eigen wijk, soms zelfs een
vreemde in hun eigen straat. Ze herkennen hun land niet meer. Ze
herkennen hun gewoontes niet meer. Er komen ineens allemaal andere
feestdagen. Als ze naar de stad gaan — loop maar eens op zaterdagmiddag
over de Blaak of in de rest van het centrum van Rotterdam — wanen ze
zich in Mekka of in Istanbul. Dat mag allemaal, maar ik vind dat fout.
Ik vind dat we dat niet moeten doen. Ik vind dat we de Nederlanders
moeten steunen die zeggen: We hebben niets tegen die mensen, maar dit is
Nederland. We moeten onze grenzen uiteindelijk een keer gaan sluiten. We
moeten een keer strenger worden als het gaat om immigratie en asiel. We
moeten een keer trotser worden op onze eigen mensen, op onze eigen
cultuur. Islam hoort daar wat 60% van de Nederlanders betreft niet bij,
of u dat nu leuk vindt of niet.
De voorzitter:
Ik wil korte vragen en korte antwoorden. De heer Jetten.
De heer Jetten (D66):
Ik wil beginnen met een compliment aan de heer Wilders. Het is hem in
zijn eentje gelukt wat de hele oppositie de afgelopen anderhalf jaar
niet voor elkaar kreeg. Hij heeft het meest onpopulaire kabinet naar
huis weten te sturen. En minister Faber — ze was beleid — is nu
wachtgeld zonder een lintje, dankzij de heer Wilders, die de stekker uit
zijn eigen kabinet heeft getrokken.
Mijn serieuze vraag aan hem is de volgende. Als u de democratie zo hoog
in het vaandel heeft staan, dan weet u ook dat we hier in dit huis met
elkaar moeten samenwerken, omdat je, hoeveel zetels je ook haalt, niet
de baas bent in dit land. Dan weet u dat we hier dingen voor elkaar
krijgen door samen naar oplossingen te zoeken. Wie, vraag ik de heer
Wilders, gaat na deze rampzalige week ooit nog met hem samenwerken?
De heer Wilders (PVV):
Laat ik beginnen met mevrouw Faber een compliment te geven. Ik weet dat
heel veel mensen kritiek op haar hebben. Soms doen zij daar ook lacherig
over en proberen zij haar voor schut te zetten. Ik neem daar afstand
van. Mevrouw Faber heeft, meneer Jetten, meer lef in haar pink dan u in
uw hele fractie. Wat zij uiteindelijk durft te laten zien en wat zij
heeft gedaan … Natuurlijk, iedereen maakt fouten. Ik maak ze iedere dag
en dat zal mevrouw Faber ook hebben gedaan. Dat is menselijk. Maar ze
heeft het hartstikke goed gedaan. Ik ben trots op onze
oud-bewindslieden. Dat zijn negen bewindslieden, die vandaag allemaal
thuiszitten omdat ze ontslag hebben gekregen — dat hoort bij de
politiek; dat weet je als je in de politiek gaat. Maar ik zou de vijf
ministers en de vier staatssecretarissen van ons vanaf deze plek willen
bedanken voor alles wat zij hebben gedaan voor mijn partij en voor het
land. Ik hoop dat u als democraat dat ook met mij billijkt.
Dan uw tweede vraag. Wie gaat ons regeren? Dat is niet aan u. Dat is
zelfs niet aan ons. Dat is aan de kiezer. We hebben waarschijnlijk
binnenkort verkiezingen. We zullen binnenkort van de minister-president
of van de Kiesraad horen wanneer dat zal zijn; waarschijnlijk in de
buurt van oktober, november, hoor en lees ik. Dan zal de kiezer moeten
kijken hoe groot iedere partij wordt. Misschien dat u wat meer zetels
haalt dan vijf; dat zou kunnen. Als u er niet meer haalt, is de kans
misschien klein dat u gaat meeregeren. Maar als u er 40 haalt — God
verhoede dat dat gebeurt — dan is de kans groter dat uw partij meedoet.
Dat geldt ook voor mijn partij, dat geldt voor iedere partij. Dat heet
democratie. Je bent zo sterk als je groot bent. We zullen het zien. De
kiezer bepaalt uiteindelijk hoe groot partijen worden. De verhoudingen
bepalen in ieder land dat een meerpartijenstelsel kent wie meer kans
maakt op regeren en wie minder.
De heer Jetten (D66):
De kiezer bepaalt hoe de zetelverdeling in deze Kamer eruitziet. Maar de
leden van deze Kamer, en zeker de partijleiders, bepalen vervolgens hoe
verantwoordelijk zij met die zetels omgaan. In de afgelopen anderhalf
jaar hebben we gezien dat het de heer Wilders eigenlijk geen bal
interesseert wat de impact voor het land is. Want van alle beloftes aan
de mensen, van goedkopere boodschappen en goedkopere huren tot grip op
migratie, heeft u niets voor elkaar gekregen. U heeft zich de afgelopen
week een hele laffe leider getoond, door op het moment dat u niet 100%
uw eigen zin kreeg, weer om u heen te gaan slaan. De kiezers hebben nu
ook wel het recht om te weten waar ze de volgende keer op stemmen als ze
weer op de PVV stemmen. U heeft bij het hoofdlijnenakkoord een hele hoop
PVV-ideeën in de ijskast gezet. Ik noem het verbieden van moskeeën, het
verbieden van korans, allerlei vreselijke teksten over iemand die
misschien net een ander kleurtje of een andere naam heeft. Mijn vraag
aan de heer Wilders is: komen die oude PVV-ideeën nu weer uit de
ijskast, worden die weer opgewarmd in de magnetron en is dat weer de
ideologie van de heer Wilders bij de volgende verkiezingen?
De heer Wilders (PVV):
Daar heb ik, eerlijk gezegd, nog niet eens over nagedacht. Wacht u ons
nieuwe verkiezingsprogramma af. Er komt natuurlijk een nieuw
verkiezingsprogramma en dan zult u zien wat daar wel in staat en wat
daar niet in staat. Ik ga u ook niet bevragen over uw
verkiezingsprogramma, maar natuurlijk zullen wij — want daar heeft u
gelijk in: de kiezer moet van tevoren weten waar een partij voor staat —
ruim op tijd met het nieuwe PVV-verkiezingsprogramma komen. Als u wilt,
stuur ik u het eerste exemplaar toe.
De heer Jetten (D66):
Ik zou het mooi vinden als partijleiders bij de komende verkiezingen in
verkiezingsdebatten in plaats van te werken met rode en groene knoppen
eens wat langer met elkaar in gesprek zouden gaan om elkaars
verkiezingsprogramma's echt te fileren. Ik daag u daartoe van harte uit.
Laten we twee uur op tv zitten en echt elkaars nieren proeven, zodat
mensen weten waar ze uit te kiezen hebben. Dat is wel relevant, want wat
hebben we de afgelopen anderhalf jaar gezien? 37 zetels halen en daar
helemaal niets mee doen; slechte ministers aanstellen die niets voor
elkaar krijgen, ruziemaken met al je coalitiepartners. De ware aard van
Geert Wilders is de afgelopen weken weer kraakhelder geworden. Daarom is
ook de vraag voor de andere partijen in deze Kamer: ga je de volgende
keer weer samenwerken volgens het populistische playbook van de heer
Wilders, of kiezen we met elkaar voor het belang van Nederland?
De heer Wilders (PVV):
Wij kiezen natuurlijk voor het belang van Nederland. Dat doen we
allemaal en wij doen dat ook. Wij hebben dat ook op een heel
verantwoorde manier gedaan. Wij zijn de grootste partij geworden en wij
hebben — ik denk dat heel Nederland dat wel weet — heel veel concessies
gedaan in de onderhandelingen. Dat schijnt er ook bij te horen, heb ik
me door iemand laten vertellen, als je de grootste partij bent. Dat
hebben we gedaan. We hebben daarvan veel pijn geleden en op veel
onderdelen niet onze zin gekregen. Het is dus echt niet zo dat wij ons
onverantwoord hebben opgesteld. We zijn constructief bezig geweest,
totdat er een moment kwam, en dat moment was gisteren, dat wij vonden
dat we onvoldoende steun kregen voor het asiel- en immigratiebeleid, dat
naar onze mening toch echt tien stappen verder moest. Toen hebben wij
gezegd: dat doen we niet. Uiteindelijk is het ook volwassen politiek dat
je je rug recht houdt en dat je principes hebt.
De voorzitter:
45 seconden voor de heer Baudet.
De heer Baudet (FVD):
Ik heb mij de afgelopen 24 uur het hoofd zitten breken over wat er nou
gebeurd kan zijn, want de tien punten waar de heer Wilders het over
heeft, stonden gewoon in het coalitieakkoord en alle andere partijen
hebben verklaard dat ze het daar ook mee eens waren. Het kan dus niet
hierop gevallen zijn. Toen zat ik te denken: waar kan het dan wel op
gevallen zijn? Dit is dus een smoes. Wij kijken naar een
theatervoorstelling. Het is volgens mij gevallen op een fundamenteel
meningsverschil over Israël en Gaza en ik wil de heer Wilders vragen of
dat klopt. Hij wil gewoon niet meegaan in de kritiek op Israël die nu
ook in de coalitie begint te ontstaan. Men ziet dat wat daar gebeurt,
wat er in Gaza gebeurt, onacceptabel is. Ik denk dat hij dit als smoes
heeft gebruikt. Hij heeft het er bij de haren bijgesleept, want dit is
het populistische onderwerp. Dit is waarmee hij denkt dat hij de framing
kan winnen. Ik denk dat dat verkeerd is voor de democratie, ik denk dat
het heel slecht is voor rechts Nederland, want de heer Wilders heeft
hiermee toch, met alle makken die er waren en met alle tekortkomingen,
een rechtse regering opgeblazen. Faber had gewoon de Spreidingswet
kunnen intrekken. Dat heeft zij niet gedaan. Op 24 april 2025, dus
eigenlijk een paar weken terug, heeft mijn fractiegenoot Van Meijeren
nog aan haar gevraagd: "Waarom doet u dat niet gewoon? U kunt dat gewoon
doen." Haar antwoord was: ja, ik heb de capaciteit op het ministerie op
dit moment niet zo georganiseerd. Met andere woorden: het had niet eens
prioriteit voor haar! Wat ik zei: alle tien die punten over asiel en
immigratie, die wilde VVD ook, NSC was ermee akkoord en BBB natuurlijk
ook. Dus dit verhaal klopt niet. Volgens mij is het Israël/Gaza. Kan de
heer Wilders daarop reageren?
De heer Wilders (PVV):
Zeker. Het is complete onzin.
De heer Stoffer (SGP):
Ik hoop dat de heer Wilders op Israël z'n rug wel recht houdt, maar daar
twijfel ik niet direct aan.
We hebben gehoord wat de heer Wilders wil. Het tienpuntenplan en ga zo
maar door. Ik ben ook wel benieuwd. Er liggen ... Laat ik eerst zeggen:
ik ben zwaar teleurgesteld dat dit kabinet gevallen is. Eindelijk een
centrumrechts kabinet en waar gaan we straks naartoe? Dat zullen we zien
na de verkiezingen. Maar er liggen er nog een aantal wetten uit de tijd
daarvoor, onder andere een paar wetten van minister Faber, die wat ons
betreft zo snel mogelijk van kracht zouden moeten worden. Want die
helpen in ieder geval echt om die asielinstroom op z'n minst een stuk te
beperken. Mijn vraag is of de heer Wilders er met volle kracht naar gaat
kijken, net als wij SGP'ers, om die wetten nog wel zo veel mogelijk van
kracht te laten worden, om ervoor te zorgen dat we die instroom in ieder
geval zo veel mogelijk beperken.
De heer Wilders (PVV):
Jazeker. Wij gaan niet de wetten die tot gisteren onder de
verantwoordelijkheid van mevrouw Faber lagen controversieel verklaren.
Natuurlijk niet. Al die wetten die er liggen en er lagen en nu in de
Kamer liggen, moeten zo snel mogelijk behandeld worden. Dat spreekt voor
zich.
De heer Stoffer (SGP):
Helder. Dat stelt me in ieder geval deels gerust. Dit is namelijk het
belangrijkste thema waarop de heer Wilders groot geworden is in november
2023. We kunnen dus het volgende doen. Laten we hier inderdaad de
afspraak maken dat we daar samen in optrekken en ervoor zorgen dat we
die wetten door dit parlement en ook door de Eerste Kamer heen
trekken.
De heer Dassen (Volt):
Stel, de VVD was met een tienpuntenplan voor veiligheid gekomen, met
daarin een NAVO-norm van 3,5%, en je had tegen de heer Wilders gezegd:
en nu tekenen bij het kruisje. Was de PVV daarin meegegaan? Had de heer
Wilders dan getekend?
De heer Wilders (PVV):
Ik ga niet in op als-danvragen. Als dat plan er had gelegen, had ik het
antwoord niet aan u maar aan de VVD gegeven. Maar ik ga niet in op
fictieve voorbeelden.
De heer Dassen (Volt):
Het antwoord was natuurlijk "nee" geweest. Dat had de PVV niet gedaan.
We kunnen dus stoppen met het theater dat de heer Wilders hier de hele
tijd opvoert. De hele reden waarom hij dit heeft laten klappen, is zijn
eigen ego en niet het belang van Nederland. Nederland verdient veel
beter en daarom wil ik ook graag naar de toekomst kijken. Er liggen
namelijk nogal wat uitdagingen, met een oorlog op het continent. Ik ben
dus benieuwd of de heer Wilders nog steeds bereid is om de steun aan
Oekraïne onverminderd door te zetten, om ervoor te zorgen dat we
Oekraïne blijven steunen. Of is hij nu weer terug bij zijn eigen
verkiezingsprogramma, waarin hij aangaf Oekraïne geen geld en geen
wapens meer te leveren?
De heer Wilders (PVV):
Over "de mate waarin" zullen we het moeten hebben, maar natuurlijk
blijven wij steun geven aan Oekraïne. Wij blijven ook vinden dat Rusland
de agressor is en dat Poetin de agressor en de dictator is. Daar
verandert helemaal niets aan. Wij blijven aan de kant van Oekraïne
staan. We zullen moeten kijken naar de mate waarin en de manier waarop
wij dat doen, maar het staat onverkort vast dat wij dat standpunt
blijven houden.
De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
Hoe is dit te rijmen met uw optreden dit weekend met allemaal
extreemrechtse figuren uit Oostenrijk en uit Duitsland, waarvan de
Duitse geheime dienst zegt dat ze staatsgevaarlijk zijn, en met meneer
Orbán, de grootste vriend van Poetin? U stond dit weekend triomfantelijk
met allerlei Poetinvrienden op het podium en u wil ons wijsmaken dat u
achter Oekraïne staat. Hoe zijn die twee dingen te rijmen? Hebben we met
twee Wildersen te maken?
De heer Wilders (PVV):
Nee. Ik sprak dit weekend vol trots en kijk met genoegen terug op een
zogeheten "CPAC". Dat is een conservatieve meeting in Boedapest. Daar
spraken twee à drie dagen lang een paar honderd man. Het beeld dat de
heer Timmermans daarover schetste is echt bezijden de waarheid. Ik heb
vier of vijf Amerikaanse senatoren en leden van het Huis van
Afgevaardigden gesproken. Als u die zou benoemen als Poetinvrienden, dan
denk ik niet dat ze u dat in dank af zouden nemen. Ik heb met
verschillende parlementariërs uit Polen op het podium gestaan. Die
kunnen het bloed van Poetin wel drinken, kan ik u verzekeren Dat is dus
iets totaal anders. Ik heb met verschillende Israëlische ministers
gesproken; dat zijn misschien niet uw vrienden, maar zeker geen
Poetinvrienden. Ik heb met niemand tegelijk op het podium gestaan. Ik
denk echt dat daar 80 à 90 mensen om de beurt hebben gesproken. Er zaten
inderdaad mensen bij die sympathie hadden voor Poetin. Maar er zaten ook
heel veel mensen bij, zoals mijn Poolse collega, die een enorme afkeer
van Poetin hadden. Dat was niet de bijeenkomst. De bijeenkomst ging over
de conservatieve politiek, zeker als het gaat om waarden, tradities,
immigratie en asiel; daar sprak ik ook over. Dus u doet heel veel mensen
daar onrecht aan, want die waren precies het tegenovergestelde van wat u
net zegt.
De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
De heer Kickl, waar u de conferentie mee deelde, is trots op zijn
SS-achtergrond. Er zaten aardig wat antisemieten bij die bijeenkomst. De
Polen waar u aan refereert, kunnen Poetins bloed wel drinken, maar die
zijn niet bereid om Oekraïne volledig te steunen. Mevrouw Weidel — dat
weet u — is een Poetinvriendin van het ergste soort. U heeft haar
voortdurend gesteund en gecomplimenteerd. U ziet haar als een
bondgenoot. Dat zijn de mensen waar u aandacht aan besteedt en die u
steunt. Maar de mensen in Nederland zaten te wachten op lagere huren, op
zekerheid voor het Zuyderlandziekenhuis, op goedkopere boodschappen, en
op de afschaffing van de eigen bijdrage. Die laat u compleet in de
steek. Dat interesseert u geen mallemoer, helemaal niks. U bent liever
met uw extreemrechtse vriendjes op een podium in Boedapest, in omhelzing
met uw grote vriend, de meest corrupte leider van Europa, Orbán. Dat
vindt u belangrijker dan opkomen voor de belangen van gewone
Nederlanders. Erken dat nou toch gewoon. Dan weten mensen ook wat ze
kunnen doen bij de volgende verkiezingen, namelijk in ieder geval u niet
meer het vertrouwen gunnen.
De heer Wilders (PVV):
Ik denk dat ze dat nog massaal gaan doen, moet ik u teleurstellen,
meneer Timmermans, misschien wel meer dan dat ze u het vertrouwen geven.
Maar ik kom nog een keer terug op dat congres. Ten eerste, wie bent u om
mij de les te lezen over waar en met wie ik spreek. Maar u kunt ook echt
niet volhouden dat antisemieten samen met Israëlische bewindslieden op
dat podium stonden. Ik weet dat uw afkeer jegens Israël, jegens dat land
en die democratie, met de dag groeit. Maar geloof me, die hadden nooit
met fascisten op het podium gestaan. Dat hadden ze nooit gedaan. Het is
een schande dat u het alleen al suggereert. Dat is een belediging voor
de leden van het Israëlische kabinet, dat u eigenlijk zegt dat ze
collaboreren met fascisten. U bent niet goed bij uw hoofd als u dat
alleen maar suggereert. Ik ga me niet voor hem verantwoorden. Het is
totaal bezijden de waarheid wat hij heeft gedaan. Ik weet dat uw
collega, mevrouw Piri, zelfs een hele collage heeft gemaakt op Twitter,
waarin ze heeft aangegeven wie er allemaal sprak. Ik moet u zeggen: de
belangrijkste mensen is ze vergeten. Dat zijn de mensen die daar normaal
zijn en die net als u en ik gewoon voor de normale onderwerpen, namelijk
immigratie en asiel, stonden, en met een gezonder standpunt dat u
heeft.
De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
Ik ben de heer Wilders dankbaar dat hij nog even reclame maakt voor de
prachtige collage van mevrouw Piri. Dan kan iedereen in Nederland heel
goed zien met wie de heer Wilders allemaal gemene zaak maakt in Europa,
en dat zijn echt geen frisse lieden. Dat zijn mensen met denkbeelden
over andere mensen die ik verre van mij werp. Ik heb altijd een warm
hart gehad voor het land Israël. Ik heb grote afschuw van de
extreemrechtse regering van Netanyahu, die zich bezondigt aan zeer
ernstige oorlogsmisdaden, die genocidaal geweld toepast en die bereid is
om een hele bevolking etnisch te verwijderen uit het land waar ze altijd
gewoond hebben.
Dat u dat allemaal verdedigt tot het laatste toe is een schandvlek op uw
blazoen, meneer Wilders. Het is een schandvlek op uw blazoen dat u niet
naar dit conflict wil kijken op een manier waarbij u uitgaat van de
fundamentele waarden die de Nederlandse samenleving deelt. U geeft
altijd zo op over Nederland. Wij geloven in Nederland in
rechtsstatelijkheid. Wij geloven in Nederland in democratie. Wij geloven
in Nederland in mensenrechten. Wij geloven in Nederland in
gelijkwaardigheid van alle mensen. Tegen al deze principes zondigt u. Ik
hoop echt dat u nooit, maar dan ook nooit meer invloed krijgt op het
landsbestuur. U bent een schandvlek voor dit land.
De heer Wilders (PVV):
Het gevolg is wel dat de heer Baudet nu weer bij de interruptiemicrofoon
staat, nu u het over Israël heeft. Maar los daarvan: ik ben trots als
een pauw dat ik Israël steun. Ik ben daar trots op. Dat is geen
schandvlek. U bent een schandvlek dat u hier bijna halfantisemitische
uitspraken doet over een land dat vecht voor zijn bestaan. Want dat is
het: Israël vecht een existentiële strijd. Het gaat niet over een paar
mensen, een paar terroristen in een land. Het gaat niet over een
economie die niet goed loopt. Het gaat niet over welk ander onderwerp
dan ook. Het gaat over de existentie, het bestaan van de Joodse staat
Israël. Nu zitten er terroristen in Gaza die daar de macht hebben, die
zijn gekozen of de macht hebben genomen, die daar één doel hebben en dat
is Israël en het Joodse volk vernietigen, van de kaart vegen. Natuurlijk
moet je je dan verdedigen. En natuurlijk, in oorlog vallen ook doden. Ik
betreur iedere dode, ik betreur ieder kind, iedere moeder of onschuldige
burger die sterft in een strijd. Maar ik vind wel — ik ben daar trots op
— dat Israël moet vechten voor zijn bestaan.
Ik zeg u, meneer Timmermans — via u, meneer de voorzitter — dat Israël
onze strijd strijdt. Als Israël valt, als wij de Joodse staat, die de
joods-christelijke cultuur met ons gemeenschappelijk heeft, laten
vallen, als Jeruzalem valt, is Athene, Parijs of Amsterdam de volgende.
Zij vechten onze strijd. Het feit dat onze moeders in het Westen rustig
kunnen slapen, is omdat de moeders van Israëlische soldaten wakker
liggen of hun kind wel levend uit de strijd komt in een gevecht dat zij
voor de vrijheid leveren. Israël is de enige democratie in het
Midden-Oosten en moet vechten tegen de terreur van Iran, van Hezbollah,
van Hamas, van islamitische jihad. Dat doen ze voor zichzelf, maar dat
doen ze ook voor ons, om vrijheid en democratie overeind te houden. Dat
u zich daartegen verzet en als een halve semiet optreedt ... U bent de
schandvlek van dit huis.
De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
De heer Wilders overschreeuwt zichzelf omdat hij niet om de vaststelling
heen kan dat we te maken hebben met genocidaal geweld en etnische
zuivering. Maar dit daargelaten. Hier worden we het niet over eens, maar
ik vind wel dat u als voorzitter mag opletten als iemand mij volstrekt
ongegrond voor antisemiet uitmaakt. Als ik iets niet ben, dan is het wel
antisemiet. Ik verwacht ook van u dat u dit corrigeert. Dit is een
aantijging die de heer Wilders niet zomaar in dit huis kan
verwoorden.
De voorzitter:
Ik hoorde ook woorden als "schandvlek" en "extreemrechts" van uw kant
komen. Links en rechts vliegen mij de taarten om de oren. U mag erop
reageren en dan gaan we weer verder.
De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
Voorzitter, ik heb de mensen met wie Wilders in Budapest was
extreemrechts genoemd. Dat zijn ze ook. Dat is zelfs officieel door
overheden vastgesteld, dat ze extreemrechts zijn. Gaat u mij dat nou
verwijten? Dat is toch wel even iets anders dan wanneer iemand een
collega beschuldigt van het zijn van antisemiet. Ik accepteer die
belediging niet. Ik hoop dat de heer Wilders dit wil intrekken. Anders
hoop ik dat u hem wilt corrigeren.
De voorzitter:
Waarvan akte. Ik hoop heel erg dat we er geen Gazadebat van gaan maken.
Het gaat vandaag over de val van het kabinet, dus ik hoop dat we daar
weer terug naar kunnen gaan, dat we nu alle opmerkingen inzake Gaza
gehad hebben. 45 seconden voor de heer Baudet.
De heer Baudet (FVD):
Ik probeer te zoeken naar een verklaring voor de val van het kabinet.
Volgens mij hebben we die net gehoord en gezien: het pathos dat de heer
Wilders aan de dag legt. Het is zonneklaar waar het echt over gaat. Maar
laten we het nemen voor de gegeven verklaring, de asielimmigratie. Aan
wie lag het volgens de heer Wilders dan dat nu na een jaar de
Spreidingswet nog steeds niet is ingetrokken? Zeg het maar. Als het niet
mogelijk was om te werken met deze partijen — zeg het maar — lag het dan
aan de VVD, lag het aan de BBB of lag het aan NSC? Wie heeft het
intrekken van de Spreidingswet tegengehouden? Vertel maar.
De heer Wilders (PVV):
Het enige wat ik zeg is dat in ons voorstel staat dat de Spreidingswet
voor de zomer zou moeten worden ingediend. Een deel van de reden dat dat
niet de planning was, ligt aan de minister van Asiel, die zelf heeft
bepaald dat ze met een contourennota kwam; dat heb ik eerder gezegd.
Maar een deel komt ook doordat in het Catshuisakkoord van, uit mijn
hoofd, oktober/november vorig jaar is afgesproken, en later door het
kabinet bevestigd, dat de intrekking van de Spreidingswet tegelijk zou
moeten worden ingediend met het wetsvoorstel dat gaat over het schrappen
van de voorrang voor woningen voor statushouders. Dat is een beetje een
ingewikkeld verhaal. Je kan dus niet echt pinpointen aan wie het ligt,
maar een van mijn tien punten was dat die voor de zomer zou moeten
worden ingetrokken.
De heer Baudet (FVD):
Maar van welke partij was de minister van Asiel en Migratie ook
alweer?
De heer Wilders (PVV):
Nou, niet van uw partij.
De heer Baudet (FVD):
Die was van de PVV, van uw partij, meneer Wilders. Mevrouw Faber — ik
mag haar op zich, want volgens mij heeft zij het hart op de goede plaats
— heeft het afgelopen jaar dat ministerie gewoon niet onder controle
gekregen. Zij had dit gewoon kunnen doen. Er was groen licht vanuit uw
coalitiepartners. Juridisch was er geen enkel probleem. Gewoon een
voorstel tot intrekking naar de ministerraad sturen. Zij heeft dat níét
gedaan. Wij willen dat dat wel gebeurt. Wij hadden dat graag voor de
zomer gezien. Maar dat kan toch geen reden zijn om het kabinet te laten
vallen? Het verhaal klopt gewoon niet. Het slaat nergens op. De andere
coalitiepartijen willen ook die Spreidingswet intrekken. Althans, ze
zijn ermee akkoord gegaan; dat is een compromis dat is gesloten — mooi!
Doe dat dan. Maar in plaats daarvan: twitterberichten en het kabinet
laten vallen. Het is onbegrijpelijk, want nu gaat die Spreidingswet
helemaal niet ingetrokken worden. Nu krijgen we zeker nog anderhalf jaar
massa-immigratie, in elk dorp een azc, terwijl de mogelijkheid er gewoon
lag. Uw eigen minister heeft gefaald; het spijt me om dat te moeten
zeggen.
De heer Wilders (PVV):
Nee, want zoals ik net al zei: de afspraak in het Catshuisakkoord was
dat die samen moest worden ingediend, of in ieder geval dat die niet
eerder kon worden ingediend, maar volgens mij stond er zelfs "samen",
met die wet die verbiedt dat statushouders voorrang krijgen. Leest u het
Catshuisakkoord en de brief van de minister-president daarover er nog
maar op na. Daar staat het letterlijk in. Het kon dus ook niet eerder
worden ingediend dan die wet van mevrouw Keijzer. Volgens mij gaat zij
die trouwens binnenkort, voor de zomer, wel indienen; eerlijk is
eerlijk. Die zouden samen moeten worden ingediend en in ieder geval had
die wet van mevrouw Faber niet eerder mogen worden ingediend. Dat is de
goede samenvatting. Het is dus niet zo dat zij die al in januari had
kunnen indienen, want toen was de wet van mevrouw Keijzer nog niet
klaar.
De heer Baudet (FVD):
Sorry, maar dat is dus …
De voorzitter:
De heer Wilders is aan het woord. Of bent u klaar?
De heer Wilders (PVV):
Dat is dus hoe het is gegaan.
De voorzitter:
Oké. De heer Baudet.
De heer Baudet (FVD):
Ik hoor nu een heel verhaal dat we verder niet kunnen verifiëren. We
weten wel dat mevrouw Faber zelf in een debat op 25 april jongstleden
heeft gezegd dat het geen politieke afweging is om de Spreidingswet niet
in te trekken, geen politieke keuze: "Ik druk erop dat die wet
ingetrokken moet worden, maar ik heb beperkte capaciteit op mijn
juridische afdeling. De ambtenaren werken zich rot. Ze hebben ook nog
andere wetgevingsagenda's." Het gaat dus om prioritering. Het is gewoon
puur een kwestie van capaciteit, zegt zij zelf. Heeft zij twee maanden
geleden in het parlement dan dus niet de waarheid gesproken? Lag er een
onderhandse afspraak dat er pas iets zou worden ingediend als er eerst
iets anders zou worden ingediend als er eerst iets anders zou worden
gedaan? Hoe zit het nou precies?
De heer Wilders (PVV):
Maar luister eens. U moet ook een keer leren luisteren. Ik heb het al
drie keer gezegd. Kijk naar het verslag, lees het verslag en de brief
van het kabinet over het Catshuisakkoord. Dat is gewoon een openbaar
stuk. De heer Schoof heeft toen een brief naar de Kamer gestuurd, want
dat akkoord dat wij hadden moest natuurlijk ook door het kabinet worden
bekrachtigd. Daar is een brief over gestuurd. Daarin stond — ik zeg het
voor de derde keer — dat het tegelijk moest, dus dat je niet eerst de
ene mag doen en dan de andere. Mevrouw Keijzer was nog bezig met haar
voorstel over het verbieden van die voorrang. Dat is nu bijna af. Maar
eerder kon mevrouw Faber dat wetsvoorstel dus ook niet indienen. Dat was
de afspraak. Dat had inhoudelijke redenen, inzake tussenwoningen en noem
het maar op. Daar zat dus ook nog een verhaal bij. Dat is het.
Het tweede punt klopt ook en gaat over die wetgevingsjuristen. Dat is
ook wat ik weleens tegen de minister-president heb gezegd en wat ik zeer
teleurstellend vind. Ik heb toen ook — dat staat niet op papier, maar
dat was wel een afspraak die we hebben gemaakt in het Catshuis — tegen
de minister-president gezegd: mevrouw Faber heeft meer
wetgevingsjuristen nodig, want ze redt het niet; ze heeft er te weinig.
De minister-president heeft toen toegezegd dat die er zouden komen.
Mevrouw Faber zit nu waarschijnlijk thuis, maar tot gisteren wachtte ze
er volgens mij nog op. Dat is wel teleurstellend.
De heer Baudet (FVD):
Oké. Laat ik de vraag dan anders stellen. Voor de zomer zou de
Spreidingswet ingetrokken worden. Er was blijkbaar een bepaalde
samenwerking met mevrouw Keijzer om ook nog een aantal andere aspecten
te regelen. Mevrouw Yeşilgöz van de VVD heeft gisteravond ook nog aan
talloze media verklaard dat ze akkoord was met de tien punten, die
overigens ook in het coalitieakkoord stonden van een jaar geleden. Waar
ligt dan nou eigenlijk het breekpunt in dit kabinetsverband waardoor u
er nu uitstapt? Het is gewoon een volstrekt onbegrijpelijk verhaal.
De heer Wilders (PVV):
Nee. Het is een zeer begrijpelijk verhaal. Ik heb niet de steun gekregen
van de partijen om dit op te nemen in het hoofdlijnenakkoord. Ook niet
alles staat erin. Neem het feit van wat de Duitsers nu doen, namelijk
niet alleen bepaalde mensen tegenhouden, maar iedereen die asiel
aanvraagt. U weet dat dat drie groepen zijn. Dat zijn de irreguliere
ongedocumenteerden, dus de mensen die gewoon geen visum of wat dan ook
hebben. Dat is één groep. Groep twee — dat is ongeveer 11% — bestaat uit
Dublinclaimanten. Maar de grootste groep bestaat gewoon uit mensen die
roepen "ik wil asiel". Die mag je niet — en dat staat ook niet in het
hoofdlijnenakkoord — zomaar weigeren. Dat mag niet.
Wij zeggen nu: dat willen we wel, want Duitsland doet dat ook. Duitsland
doet dan een beroep op een bepaald artikel van een Europees verdrag. Dat
doet Oostenrijk ook voor gezinshereniging. Dat staat niet alleen niet in
het hoofdlijnenakkoord, maar dat doen wij ook niet omdat dat volgens hen
niet mag. Volgens mij mag het wel, met een beroep op artikel 72. Ik vind
zelf dat Nederland net als Duitsland … U heeft het gezien: Duitsland
heeft al een paar honderd, misschien wel bijna 1.000 asielzoekers die
asiel kwamen aanvragen teruggestuurd aan de grens. Daar is een
bestuursrechter geweest die dat twee dagen geleden in Duitsland heeft
verboden. Die heeft gezegd: het mag niet en is in strijd met het recht.
De Duitse regering — met christendemocraten, maar ook sociaaldemocraten,
zeg ik tegen de heer Timmermans — heeft gezegd: "We doen het toch. We
blijven het gewoon doen. Mooi, die rechterlijke uitspraak, maar we doen
het." Dat willen wij ook. We vinden dat we een keer moeten ophouden met
kijken naar wat niet kan, en moeten kijken naar wat wel kan en dat ook
moeten doorzetten.
We hebben het eerder ook gezien bij de Belgische staatssecretaris, die
besloot om alleenstaande mannen geen opvang meer te geven. Zij is ook
door een rechter teruggefloten, maar ze is het gewoon blijven doen. Ik
geloof dat door een deurwaarder inmiddels al haar meubels uit haar
werkkamer zijn gehaald, maar ze blijft het gewoon doen. Dat is wat wij
willen. Dat staat niet …
De voorzitter:
Ja. Ja.
De heer Wilders (PVV):
Voorzitter, een kleine afronding. Dat staat dus niet in het
hoofdlijnenakkoord en daarover was dus geen politieke overeenstemming
tussen de vier partijen. Als je dat doet, samen met het stoppen van
gezinshereniging … U weet: de meeste mensen, 96%, komen binnen over
land, via België en Duitsland, veilige landen. Als je daarvan zegt "we
houden u tegen, wat u ook roept" en niet meer aan gezinshereniging doet,
dan heb je nul asielzoekers meer. Nul! Dat wil ik. Dat staat niet in het
hoofdlijnenakkoord. Daarover was ook geen overeenstemming onder alle
vier de partijen. Dat is de reden.
De voorzitter:
Korte vragen en korte antwoorden.
De heer Baudet (FVD):
Oké. Dan wil ik zo meteen wel van de andere partijen weten of zij zich
herkennen in dat beeld, dus dat er onenigheid zou zijn geweest over een
artikel 72-procedure met een beroep op Duitsland. Dan hebben we in ieder
geval iets concreets.
Ik heb dan nog één afrondende vraag. Heeft u dan eigenlijk, meneer
Wilders, achterafgezien slecht onderhandeld? Heeft u spijt van dat
coalitieakkoord, van dat hoofdlijnenakkoord? Nu, een jaar na dato, moet
u al zeggen: "Er moeten allemaal dingen bij. Er moeten allemaal dingen
bij! Er staat helemaal niet in wat erin moet staan." Heeft u dan
eigenlijk niet opgelet een jaar geleden?
De heer Wilders (PVV):
Nee. Even terug nog naar het vorige punt. Het ging niet alleen om
artikel 72, maar we wilden dat nu. Nu! Niet eerst bestuderen. Niet
uitwerken. Dat is totale onzin, want je ziet dat landen in Europa, die
aan dezelfde regels en verdragen moeten voldoen, het al doen! Dus ik
wilde het niet alleen, maar ik wilde het ook meteen. Ik wilde dat het nu
zou gebeuren.
Dan uw tweede vraag. Nee, ik heb helemaal nergens spijt van, maar de
situatie is veranderd. Ik zei net al dat wij in het hoofdlijnenakkoord
hebben afgesproken dat Nederland, behalve dat het het strengste
asielbeleid ooit zou uitvoeren, ook zou gaan behoren tot de strengste
landen van de Europese Unie. Dus ik vind dat wat ik zei gewoon helemaal
in lijn is met het hoofdlijnenakkoord. Inmiddels zie je dat wij
achteropraken. De Duitsers sturen mensen terug. De Oostenrijkers staan
geen gezinshereniging meer toe. De Polen laten voorlopig even helemaal
niemand meer toe. De Hongaren doen dat ook niet, zoals u weet. De Belgen
hebben nee gezegd tegen de opvang van alleenstaande mannen. Dit was
allemaal nog niet zo toen we het hoofdlijnenakkoord afspraken. Dus je
ziet nu dat zo ongeveer alle landen strenger worden dan Nederland. Wat
gebeurt er dan? Dan gaan de asielzoekers natuurlijk naar het land dat
het minst streng is. Dus ik vind, met het hoofdlijnenakkoord in de hand,
dat ik kan pleiten voor strengere maatregelen die nodig zijn, omdat we
niet meer voorop-, maar achteroplopen.
De voorzitter:
Ik geef graag het woord aan de heer Van Baarle. Ik wijs er nog even op
dat we er geen Gazadebat van gaan maken. Het woord is aan hem.
De heer Van Baarle (DENK):
Voorzitter, u kunt een onderwerp buiten de orde willen verklaren, maar
in dit kabinet, in deze coalitie, heeft de heer Wilders negentien
maanden lang alles gedaan om het geweld van Israël te steunen, terwijl
daar een genocide plaatsvindt. Terwijl er bommen vielen op
vluchtelingenkampen in Gaza, terwijl er bommen vielen op hulpverleners
in Gaza, schudde deze man de hand van Netanyahu en dronken ze samen
thee. Ik vind dat dit soort zionistische haat in dit parlement
weersproken moet worden, of de voorzitter het nu wil of niet. Ik vraag
de heer Wilders: wil hij echt zover gaan? Wil hij echt zover gaan?
Nederland en deze regering zijn al medeplichtig, maar wil de heer
Wilders echt zover gaan en Nederland tot op het bot medeplichtig maken
aan de genocide die Israël pleegt in Gaza?
De voorzitter:
Ik hoop op een kort antwoord.
De heer Wilders (PVV):
Er is geen sprake van genocide. Israël verdedigt zichzelf. Iedere dode
die onder onschuldige burgers valt, betreur ik. Dat betreurt ieder mens
die die beelden ziet. Maar dat is iets anders dan genocide. U kunt zich
misschien herinneren wat Hamas tijdens dat feest in Israël, vlak over de
grens in Gaza, anderhalf jaar geleden heeft gedaan, waar zij zich
schuldig aan hebben gemaakt. Dat was beestachtig. Zwangere vrouwen
werden vermoord. Ik ga het niet eens allemaal opnoemen. Ik weet niet of
u de beelden heeft gezien en of u weet wat daar gebeurd is. Het is een
onmenselijkheid die je van Israëlische kant nooit zal zien. Wat is het
verschil tussen hen en ons, tussen Nederland, Israël, een westers land
en de terroristen van Hamas? Wij houden van het leven en zij houden van
de dood. Dat is het verschil tussen hen en ons. Ik steun de mensen die
van het leven houden. Dat betekent dat zij moeten overleven en dat de
terreur moet worden bestreden. Een oorlog zonder doden — nogmaals, die
betreur ik — is onmogelijk.
De heer Van Baarle (DENK):
De heer Wilders steunt mensen die houden van de dood. De heer Wilders
steunt een cultuur van de dood. Er zijn meer dan 50.000 doden gevallen
in Gaza. Honger wordt ingezet als wapen. Er is een blokkade. De heer
Wilders durft hier te ontkennen dat dit een genocide is en doet alsof
dat wat Israël doet, de misdaden die Netanyahu pleegt, gelegitimeerd zou
zijn. Wilders maakt Nederland tot op het bot medeplichtig — Nederland is
al medeplichtig — aan de genocide in Gaza. Ik vind dat hij zich met zijn
zionistische agenda écht, écht kapot moet schamen daarvoor.
De heer Wilders (PVV):
Waarvan akte.
De heer Dijk (SP):
Waarom is de heer Wilders weggelopen?
De heer Wilders (PVV):
Volgens mij heb ik dat net heel uitgebreid verteld aan collega
Baudet.
De heer Dijk (SP):
Ik vind dit antwoord heel erg passen bij de heer Wilders. Mijn vraag
gaat namelijk niet over waarom u bent weggelopen bij uw
coalitiepartners, dit kabinet. U bent weggelopen bij al die mensen die
bij de vorige verkiezingen vertrouwen in u hebben gesteld. Zij
vertrouwden erop dat u iets zou doen aan het eigen risico en de hoge
huren, en dat u niet zou bezuinigen op onze ouderenzorg, onze
gehandicaptenzorg en het onderwijs. Zij vertrouwden erop dat u de duur
van de WW niet zou inkorten. U bent bij die mensen weggelopen. U heeft
die mensen de rug toegekeerd. Mijn vraag is: waarom heeft u dat
gedaan?
De heer Wilders (PVV):
Nee, ik ben niet bij die mensen weggelopen. Ik heb mijn best gedaan voor
die mensen. In ieder overleg, of het nou ging over de vorige
Miljoenennota of over de Voorjaarsnota, heb ik mij op wat voor manier
dan ook hardgemaakt voor die mensen. Dat zal ik ook blijven doen. Maar u
heeft gelijk: er zijn nu dingen veranderd. Uiteindelijk moet ik namelijk
de afweging maken of ik doorga voor het pluche of niet. Blijf ik zitten,
laat ik alle bewindslieden zitten, terwijl ik eigenlijk vind dat mijn
belangrijkste belofte niet wordt waargemaakt? Kiezen we voor de
makkelijke weg? Kiezen we ervoor om gewoon lekker te blijven zitten en
te doen alsof, zo van: "Nou, weet je wat, ik zeg maar niks meer over
asiel. Ik heb het wel beloofd, maar ik doe het maar gewoon niet." Die
keuze heb ik niet gemaakt. Ik heb de moeilijkste weg gekozen. Ik weet
dat heel veel mensen boos zijn. Ongeveer iedereen in deze Kamer leest de
krant en kijkt televisie. Heel veel mensen zijn boos dat ik het heb
gedaan, maar ik heb er geen seconde spijt van. Ik weet ook dat er heel
veel steun is, omdat ik mijn rug recht heb gehouden en vecht voor de
beperking van de asielinstroom. Dat is wat ik Nederland heb beloofd. Dat
is wat we moeten doen. Heb ik geen hart voor de mensen die u noemt?
Zeker wel. Ik heb voor hen gevochten en ik zal vanaf vandaag weer iedere
dag voor hen vechten. Misschien nu met u, in ieder geval voorlopig, in
de oppositie — wie weet wat er daarna gebeurt — maar natuurlijk doe ik
dat. Het makkelijkste was geweest om door te gaan en de andere kant op
te kijken als het gaat om minder asiel. Ik kijk niet de andere kant op.
Ik zeg: tot hier en niet verder. Dat doet pijn en daar worden sommige
mensen boos over, maar toch sta ik hier met de overtuiging dat ik de
beste keuze heb gemaakt voor Nederland.
De heer Dijk (SP):
37 applaudisserende mensen die €144.000 per jaar in hun zak steken en
nog niet eens naar debatten komen. Blijf maar even lekker klepperen op
de bankjes.
De heer Wilders is blijven wegkijken, blíjven wegkijken. U zorgt er niet
voor dat mensen in de buurten en wijken die vertrouwen in u hebben
gesteld ook maar iets hebben gekregen van die belofte. Helemaal niets! U
heeft ook niet gezorgd voor grip op ongecontroleerde migratie. Daar
heeft u ook niet voor gezorgd. Het waren uw ministers, die nu wederom
met wachtgeld thuiszitten en hun zakken aan het vullen zijn. Het enige
wat er is gebeurd het afgelopen anderhalf jaar is dat het één grote
Geert Wilders-show is geweest. De mensen thuis zijn teleurgesteld. Wij
lopen niet bij die mensen weg. Wij komen in die buurten en in die
wijken. Wij spreken die mensen. Zij zijn diep teleurgesteld in u. Ik
roep al die mensen op om de komende tijd in actie te komen tegen uw
valse beloftes. Weet u het nog, meneer Wilders? U zei dat tegen mij in
het eerste debat: niks, nakkes, nada, nul. En nu staat u hier.
Succes.
De heer Wilders (PVV):
Nou, wij gaan met diezelfde mensen protesteren tegen alles wat in de
campagne neigt naar wat in hun nadeel is. Wij staan achter die mensen en
we zullen ook achter die mensen blijven staan. Nogmaals, we hebben ook
veel voor ze gedaan; vergeet dat niet. Wij hebben voor hen gevochten.
Alleen, de consequentie is dat als je niet buigt, maar op een gegeven
moment principieel zegt dat het belangrijkste punt, waar ook die mensen
veel last van hebben … Ik zei het net al: ik krijg ongeveer tien mails
per dag van mensen uit verschillende gemeentes die zeggen dat ze er zo'n
last van hebben bij hen in de buurt. Dat zijn inderdaad vaak niet de
rijkste wijken. Dat punt heeft u al eerder gemaakt. Die mensen klagen
dus dat er bij hen een azc in de buurt komt of dat er iets wordt
verlengd. Dan is de SP niet thuis. De SP roept wel dat ze naar Wassenaar
moeten, maar roept niet: de grenzen dicht … U kunt wel met uw vingertje
zwaaien, maar u roept niet "de grenzen moeten dicht" of "terugsturen als
ze asielhoppen". Dat doen wij wel. Wij vinden wel dat dat moet gebeuren,
omdat Nederland het gewoon niet meer aankan. Daar hebben die mensen last
van. Dat is wat ons betreft nu de prioriteit. Daarom trek ik nu de
maximale conclusie, die ik niet leuk vind om te trekken, maar ik moet
het wel doen: asielbeleid, asiel terugdringen, azc's sluiten, zorgen dat
Nederland weer voor de Nederlanders wordt, zorgen dat mensen zich geen
vreemden in hun eigen land en eigen straat voelen. Dat is waar ik voor
sta en dat is waarom ik dit kabinet heb laten vallen.
De heer Dijk (SP):
Dit verhaal kennen we. Alleen, als je de grootste wordt, kan besturen en
de macht hebt, doe er dan ook wat mee. Het zijn allemaal loze woorden op
dit moment. Het zijn allemaal loze woorden voor de mensen in de buurten
en wijken die nu diep teleurgesteld in u zijn, echt diep teleurgesteld.
Ze hebben helemaal niks, nakkes, nada aan u. U heeft ministers geleverd:
wat een prutsers! Het ziekenhuis in Heerlen had gewoon open kunnen
blijven. Daar was hier een volle meerderheid voor. Ik noem ook private
equity uit de zorg. In de rijkste buurten en gemeentes, in uw Wassenaar,
dáár had inderdaad een opvangcentrum, een aanmeldcentrum moeten komen,
in plaats van in Zutphen. U heeft er niets voor gedaan! Niet een van uw
bewindspersonen heeft ook maar iets geleverd. Ik noem de WW die wordt
verlengd. U heeft bezuinigd op de zorg en het onderwijs. Alles heeft u
kapotgemaakt. U heeft het nog erger gemaakt dan Rutte IV. U bent Rutte
V. Ga mensen hier nou niet de maat lopen nemen omdat ú weggelopen bent.
U heeft deze mensen de rug toegekeerd. Eigenlijk zou ik u willen
oproepen om bij al die mensen in de buurten en wijken langs te gaan om
uw excuses aan te bieden.
De heer Wilders (PVV):
Ik heb helemaal niemand de rug toegekeerd. Ik sta voor die mensen, net
zoals u. U heeft de luxe — ik heb het al eerder gezegd — dat u nooit
heeft geregeerd. Ik denk dat het ook een zegen is voor ons land. Maar u
heeft dat nooit gedaan, dus u weet ook niet voor wat voor afweging je op
een gegeven moment komt te staan. Ik heb u net al gezegd: wij hebben in
heel veel onderhandelingen in het afgelopen jaar — misschien wel
anderhalf jaar, van de onderhandelingen over het hoofdlijnenakkoord tot
de onderhandelingen over de begrotingen, de Voorjaarsnota en de
Najaarsnota — geknokt voor onze achterban. Alle vier de partijen hebben
dat toen gedaan. Wij hebben ook zeker dingen voor elkaar gekregen. Dat
is gebeurd. Kijk naar het Belastingplan voor dit jaar: daar zit wat in.
Het is onvoldoende, maar daar zit wat in.
U bent ook niet gewend om uiteindelijk compromissen te sluiten. Dat
heeft u nooit gedaan; u heeft nooit geregeerd. Wij hebben dat wel
gedaan. Maar op een gegeven moment is het klaar. Op een gegeven moment
lukt het niet meer. Een van onze principiële punten is namelijk dat
Nederland weer voor de Nederlanders wordt in veel wijken en straten,
niet dat je je in het buitenland waant en dat er overal alleen maar
asielzoekerscentra bij komen. Op een gegeven moment is het klaar en zeg
je: tot hier en niet verder. Dat snap je pas op het moment dat je hebt
meegeregeerd en die afweging moet maken. Die luxe heeft u nooit gehad. U
staat alleen maar overal, in iedere stad, te blèren, maar u heeft nooit
geregeerd.
De heer Dijk (SP):
"Ik sta in iedere stad te blèren"; dat vind ik wel mooi. Ik heb in
Groningen namelijk zeven jaar in een coalitie gezeten. Daar hebben we
meer voor elkaar gekregen dan u, bijvoorbeeld mondzorg in het
basispakket voor minima. Dat is hier niet gelukt met mevrouw Agema.
Mevrouw Agema heeft het namelijk opgenomen voor private equity, uw
VVD-vrienden. Mevrouw Faber heeft het opgenomen voor commerciële
beunhazen, uw VVD-vrienden. Mevrouw Agema heeft het opgenomen voor
ziekenhuisdirecteuren en verzekeraars, uw VVD-vrienden. Meneer Wilders,
wanneer gaat die VVD-cape een keer af?
De heer Wilders (PVV):
Ik geloof niet dat dit het grote probleem was. Mevrouw Agema heeft op
heel veel punten, zoals de financiering van ziekenhuizen en het akkoord
dat zij bijna had gesloten, heel veel gedaan voor de zorg. Mevrouw Faber
heeft heel veel gedaan voor asiel, maar uiteindelijk is dat laatste niet
genoeg. Dan moet je een rechte rug hebben en consequenties trekken; dat
hebben we gedaan.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Ik heb vannacht echt een beetje na liggen denken over wat nou de afdronk
is van de afgelopen jaren aan politiek. Collega Wilders voelt haarfijn
aan waar de onrust zit van mensen: de vervreemding in sommige
stadswijken, de boterham die je wél wil beleggen voor je kinderen, het
huis dat je zoekt voor je jongeren, omdat je ze niet op zolder wil
hebben wonen. Ik kijk even naar mevrouw Keijzer, die volgens mij een
stel van die knapen thuis heeft. Meneer Wilders voelt die dingen
haarfijn aan. Maar we zijn nu twee jaar verder na de verkiezingen. Er
was zo veel kracht, zo veel power in dit parlement om die problemen aan
te gaan pakken. Cindy, die aan meneer Wilders vroeg "help mij nou aan
een betaalbaar inkomen", zat op hem te wachten. Wat is nou volgens hem
voor al die mensen thuis in deze twee jaren de grote winst geweest van
37 zetels voor de PVV?
De heer Wilders (PVV):
Het is precies dezelfde vraag als de collega van de SP net stelde. U
krijgt hetzelfde antwoord. We hebben een jaar — het kabinet zit er
volgens mij nog geen jaar in de vorige samenstelling, met vier partijen
— gezeten. We hebben een halfjaar, of een paar maanden, moet ik zeggen,
onderhandeld. Daar zijn punten uit gekomen die inderdaad — daar heeft u
gelijk in — nog niet allemaal tot wasdom zijn gekomen, omdat het kabinet
gevallen is. Denk aan het eigen risico. We hebben uitonderhandeld dat
het voor iets meer dan de helft zou worden verlaagd. Dat zou pas volgend
jaar of het jaar daarop plaats gaan vinden. Dat weet u. Die discussies
hebben we tijdens het debat over de regeringsverklaring gehad. De huren
gaan niet door, omdat het kabinet is gevallen. Het kabinet zit er kort.
Er zat veel in de pijplijn en sommige dingen zijn ook gebeurd.
Uiteindelijk, als een kabinet na één jaar valt, kun je weinig laten
zien. Dat ben ik helemaal met u eens. Toch kon het niet anders, want het
terugdringen van asiel, het terugdringen van illegaliteit, het
terugsturen van mensen en het niet volproppen van onze steden en dorpen
in het hele land met alleen nog maar meer azc's, is waar de mensen mij
en mijn partij op nummer één hebben gekozen. Ik kan ook niet accepteren
dat er op dat punt te weinig gebeurt. Dan is dit de consequentie. Is die
populair? Nee. Is die verstandig? Ja. Zou ik het weer doen? Ja.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Dan is de nuchtere conclusie dat zelfs met 37 zetels ... Al die
Kamerleden hebben het recht om voorstellen in te dienen. Ze hebben het
recht om aan de slag te gaan om die zorg te verbeteren. Meneer Wilders
had mevrouw Faber, mevrouw Agema en meneer Jansen er zitten; allemaal
aan de slag voor een beter Nederland. Maar hij heeft gezegd: "Met
tromgeroffel ga ik door de steden en ik zal u helpen, mensen. Ik zal
echt zorgen dat u wel de huur kunt betalen. Dat we wel meer huizen
krijgen. Dat het zorgakkoord er komt. Dat we oplossingen bedenken voor
al die verpleeghuizen, waar we zo veel mensen missen, gewoon mensen die
de handen uit de mouwen kunnen steken." Op al die fronten is de score
nul. De mensen thuis knappen er geen moer van op. Als we dan een beeld
hadden van hoe de PVV dat wel voor elkaar had willen krijgen de
afgelopen jaren, had ik er nog een beetje gevoel bij gehad. Maar het is
alleen maar telkens opnieuw herhalen: ik zit op één punt, en alleen als
ik helemaal mijn zin krijg, ga ik verder. Is dat democratie?
De heer Wilders (PVV):
Ja, dat is zeker democratie. Want nogmaals, ik zeg het nu voor zesde
keer: mensen hebben ons gekozen, om heel veel redenen, maar op nummer
één staat echt het terugdringen van de asielinstroom. Natuurlijk zijn
andere punten ook heel belangrijk. Daar hebben we ook voor geknokt. We
hebben, vaak in compromisvorm, ook iets in het hoofdlijnenakkoord voor
elkaar gekregen: van het eigen risico tot huren. En inderdaad: dat valt
weg op het moment dat het kabinet valt. Maar zoals ik net al zei: als je
op je belangrijkste punt niet kunt leveren en je je kiezer niet in de
ogen kunt kijken omdat je niet kunt uitleggen waarom iets niet gebeurt,
zou het de makkelijke weg zijn om toch maar te blijven zitten. Dat is de
laffe, makkelijke manier. Ik heb de moeilijke manier gekozen, die veel
meer lef vergt. Ik heb namelijk m'n nek uitgestoken, wetende dat er ook
kritiek zou komen, omdat we op het allerbelangrijkste punt, Nederland
weer voor de Nederlanders, zorgen dat die asielinstroom weer verder
daalt, niet vonden dat er voldoende gebeurt. En ja, dan heb ik die keuze
gemaakt, met mijn fractie. Wij staan daar, hoe pijnlijk het ook is, 100%
achter.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Bij de regeringsverklaring had collega Wilders het over "slappe hap".
Hij sprak toen over de premier. Wij hebben allebei in de raad van
Utrecht gezeten en weten hoe de FC daar voetbalt: als het tegenzit, dan
ga je ertegenaan. Dat laatste kwartiertje geef je alles wat je hebt in
plaats van het veld af te lopen en te denken: tjongejonge, m'n
basisopstelling was niet helemaal op orde. Die basisopstelling was niet
op orde. U had niet de mensen geleverd die volle kracht die wetten hier
neerlegde. U heeft het niet voor elkaar gekregen dat dat eigen risico
onmiddellijk werd geschrapt. Het hing ergens in de verte. Het is niet
voor elkaar gekomen dat er nu al meer huizen worden gebouwd, omdat de
PVV de zaken niet op orde had, een huurbevriezing voorstelde die een
bouwbevriezing betekende. Dat Utrechts kwartiertje mis ik bij de heer
Wilders. Hij stapt van het veld zonder de wedstrijd te spelen, geeft
zelf al in een tussenzin aan dat hij hierna misschien wel in de
oppositie zit. Hij gaat er niet voor. Het is veel tromgeroffel, weinig
resultaat voor al die mensen in het land. Wat heb ik daar de balen van.
Wat is het tijd voor nieuwe politiek die er wel tegenaan gaat.
De heer Wilders (PVV):
Daarom gaan we een stevige campagne voeren, zorgen dat we heel groot
worden en zo veel mogelijk voor elkaar gaan krijgen. Ik zou als ik u was
hetzelfde proberen.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
De heer Wilders heeft om zich heen gekeken. Met wie dan?
De heer Wilders (PVV):
Dat zullen we zien. De kiezer bepaalt. U bepaalt dat niet. U gaat daar
ook helemaal niet over. De kiezers gaan dadelijk stemmen en die bepalen
welke partij groot wordt en welke niet. De kiezer heeft altijd gelijk,
niet u, maar de kiezer.
De heer Eerdmans (JA21):
Ik denk dat de heer Wilders en ik elkaar nu 21 jaar kennen.
De heer Wilders (PVV):
Is dat zo? Bent u al zo oud?
De heer Eerdmans (JA21):
Ja, het gaat hard. Maar ik heb nog niet zulke grijze haren als de heer
Wilders. We kennen elkaar sinds de moord op Fortuyn. Zo zijn we allebei,
in verschillende rollen, terechtgekomen in de politiek. We hebben
gestreden voor dezelfde zaken, die toen al benoemd werden en waar maar
niks aan gebeurde. Ik hoor de heer Wilders zeggen dat hij heeft geknokt.
Dat ben ik met hem eens. Ik neem mijn pet af voor wat de heer Wilders
heeft laten zien en hoe hij hier is gekomen met 37 zetels, na al die
jaren, onder moeilijke omstandigheden. Dat mag ook gezegd worden. Dan is
het zover gekomen dat je een regering krijgt volgens PVV-snit, met
ministers. Die zijn geleverd. Het lef om dat te doen heeft hij gehad.
Hij neemt die verantwoordelijkheid. Dan komt het moment dat je die kans
hebt. Dan zit het kabinet er. Dan gaat het niet snel genoeg. Dat ben ik
helemaal met hem eens. Dat heb ik vaker in asieldebatten gezegd. Het
gaat niet snel genoeg. Maar wat is dan leiderschap? Is het dan misschien
ook leiderschap om tegen je PVV-kiezers te zeggen: oké, het gaat niet
snel genoeg, ik kan er ook mee stoppen, maar dan komt de door u gehate
meneer Timmermans door de deur en zijn we alles kwijt. Is het niet ook
lef om tegen je kiezer te zeggen: ik snap uw teleurstelling, het kan
sneller, maar ik zit nu in een positie waarin ik wat kan bereiken voor
Nederland, voor de PVV-kiezer, en anders ben ik weer af langs de zijlijn
en is het inderdaad de vraag wie er nog met mij wil regeren? Wat is
daarop het antwoord? Wat is dan een rechte rug? Je kunt een rechte rug
hebben, maar wel met lege handen staan.
De heer Wilders (PVV):
Nee. Het gaat echt om trouw aan je kiezer, het in de ogen kunnen kijken
van je kiezer en het belangrijkste punt uit je verkiezingsprogramma, dat
je denkt voor elkaar gekregen te hebben in het hoofdlijnenakkoord, voor
elkaar te krijgen. Nogmaals, wij zijn daar redelijk in geweest. Ik had
al veel eerder kunnen opstappen, maar dat hebben we niet gedaan. Het was
volgens mij de eerste keer in de Nederlandse geschiedenis dat de leider
van de grootste partij die meeregeert geen premier is geworden. Het is
al te gek voor woorden dat dat is gebeurd. Dat was al een concessie van
mij. Daarna hebben we, zoals u weet, in oktober, november vorig jaar in
het Catshuis NSC hun zin gegeven door van de noodwet een spoedwet te
maken. Dat was ook al een concessie. U ziet dat we dat dus hebben
gedaan. Daar hebben we mee ingestemd, maar we hebben dat wel gedaan op
verzoek van de fractie van NSC. Wat zou er zijn gebeurd als die noodwet
het wel had gehaald? Ik zeg dat even los van de vraag of hij een
meerderheid in de Eerste Kamer zou hebben. Maar stel dat hij het had
gehaald. Dan zou die wet meteen zijn ingegaan. Dan kon er een periode
meteen alles gedaan worden. Dat was namelijk het gevolg van de noodwet.
Dat is niet gebeurd. Dat hebben we geaccepteerd, maar op een gegeven
moment is het klaar. Het is niet zo dat we de eerste keer hebben gezegd
"weet je wat, we gaan weg" of weet ik wat dan ook. Ik ben geen premier
geworden. We hebben ons kroonjuweel uit het hoofdlijnenakkoord ingeruild
voor een spoedwet. Ik heb er nu nog kiespijn van. En dan zie je
vervolgens dat landen om ons heen veel verder gaan dan wij. Dan zie je
dat je de handtekening voor je plannen niet krijgt en dan zeg je: nu is
het genoeg. Dat is wat ik al mijn kiezers kan uitleggen, recht in hun
gezicht.
De voorzitter:
45 seconden.
De heer Eerdmans (JA21):
Maar dacht u dat de BBB geen kiespijn heeft, of de VVD of NSC? Iedereen
heeft kiespijn. Besturen is kiespijn. Dat is het. Maar elke dag dat
jullie aan het werk waren, hadden we tenminste geen linkse coalitie die
de boel weer aan het terugschroeven was. Ik snap die afweging gewoon
niet. Als je 37 zetels haalt, zitten daar heel veel gematigde kiezers
bij die zeiden: "Eerdmans, ik stem nu op de PVV, want die gaan het doen.
Die moet de grootste worden want daar hebben we onze hoop op gevestigd,
en niet Timmermans." Ik weet zeker dat er PVV-kiezers zijn die Wilders
trouw zullen blijven, maar er zullen er een heleboel teleurgesteld zijn.
Die dachten dat zij met de gematigde Wilders verder zouden komen. We
staan gewoon stil. We gaan achteruit. Dat is het gevolg hiervan. We gaan
achteruit, en waarschijnlijk nog verder als het links lukt om na de
verkiezingen een meerderheid te smeden met middenpartijen. Ik snap die
afweging gewoon niet. Ik snap wel dat je een rechte rug wilt hebben. Die
kun je hebben in de oppositie, maar niet als je samenwerkt. Dan moet je
concessies doen wil je resultaten bereiken. Ik snap gewoon niet dat die
Wilders niet is blijven staan. Na alle turbulentie die hij heeft
doorstaan en de offers die hij heeft gebracht — want dat geef ik hem mee
— snap ik niet dat je het dan uiteindelijk zo uit je handen laat
vallen.
De heer Wilders (PVV):
We laten niks uit onze handen vallen. Die gematigdheid die u mist,
hebben we laten zien. Dat moet ik u nog zien doen als u ooit in een
kabinet komt. Wij hebben, terwijl we er recht op hadden, het
premierschap afgestaan. Het zal je maar gezegd worden: we willen met je
regeren, maar we willen niet dat je premier wordt. Dat hebben we
afgestaan, terwijl we er het volste recht op hadden. Daarna hebben we
ons kroonjuweel, de noodwet, ook opgegeven. Iedereen was daarvoor of
daartegen, maar wij vonden het in ieder geval belangrijk dat die meteen
inging. Wij hebben die opgegeven voor een spoedwet, met het gevolg dat
die dit jaar niet eens meer ingaat, als hij al overeind blijft. Dus kom
bij mij niet aan met dat wij niet tot het uiterste zijn gegaan om in het
kabinet te blijven. Wij zijn tot het uiterste gedaan. We hebben meer
concessies gedaan dan u waarschijnlijk ooit zou doen, meneer Eerdmans.
Maar er is een grens en dat is de belofte aan de kiezer om te zorgen
voor minder asiel. Die grens gaan wij niet over.
De heer Eerdmans (JA21):
Dit was een droomcoalitie, denk ik, niet alleen voor de PVV maar ook
voor de rechtse kiezer. Je kunt heel emotioneel worden en zeggen: wij
hebben onze zin niet gekregen. Nee, dat is coalitiewerk. Daar moet je
een keer aan wennen als je echt wilt meedoen in plaats van aan de
zijlijn staan. Dus ja, ik denk dat heel veel kiezers juist dachten dat
ze met de maatregelen die er stonden … En nogmaals, die waren helemaal
goed, want de PVV heeft dat verzilverd in het coalitieakkoord. Maar dan
moet je ze ook durven uitvoeren. De heer Wilders zegt: we hebben zo vaak
de storm doorstaan en nu houdt het een keer op. Nee, juist niet! Ik heb
altijd gezegd: als jullie de zomer halen, haal je het einde van de rit.
Dit is doodzonde.
De voorzitter:
Kort.
De heer Wilders (PVV):
Ik heb al antwoord gegeven.
Mevrouw Van Vroonhoven (NSC):
Ik sla even aan op de uitspraak in onze richting dat het een
zwaarbevochten compromis is dat de noodwet een spoedwet werd. Laat ik de
heer Wilders eraan helpen herinneren dat wij de noodwet samen met hem in
het hoofdlijnenakkoord hebben opgenomen en dat wij hebben gezegd dat er
sprake moest zijn van een noodsituatie. Wij hebben u weten te behoeden
voor het feit dat deze maatregelen, die wij met z'n allen wilden,
bijvoorbeeld in de Eerste Kamer zouden sneuvelen. Bent u dat met mij
eens?
De heer Wilders (PVV):
Nee, u heeft ons tergend gek gemaakt. En dan zeg ik het vriendelijk,
omdat u niet onaardig bent. Maar politiek is uw fractie een ramp. U bent
begonnen met dat "dragend gemotiveerd". Vorig jaar heeft u bij de
regeringsverklaring of de Algemene Beschouwingen tijdens het debat dat
grapje van artikel 68 uitgehaald, waardoor alle stukken openbaar waren.
Dat heeft u niet per ongeluk gedaan. Vervolgens kwam er een hele
discussie en hebt u gezegd: ik heb dat niet gezegd. U heeft gezegd "ik
wil dat die noodwet verdwijnt". U had er net mee ingestemd bij het
hoofdlijnenakkoord. Toen heeft u de papieren openbaar laten maken. Kunt
u zich nog herinneren dat u hier stond? En daarna heeft u in het
Catshuis eigenlijk het mes op tafel gelegd door met de smoes te komen
dat het anders niet door de Eerste Kamer zou komen. U bent de architect
daarachter. Als ik dat met uw plannen had gedaan, dan denk ik niet dat u
dat had geaccepteerd.
Mevrouw Van Vroonhoven (NSC):
Dat was mijn vraag niet. Ik probeerde u te zeggen dat u tien weken de
tijd had om aan te geven dat er sprake was van een noodsituatie. Die
noodsituatie was er niet. Toen die er niet kwam, hebben we met elkaar
gezegd: luister eens even, we zouden de concrete maatregelen die in de
noodwet staan graag op een andere manier erdoorheen willen krijgen. In
het verlengde hiervan wil ik het volgende aan de heer Wilders vragen.
Afgelopen zomer hebben we samen voor die concrete inhoudelijke
maatregelen getekend. Denkt u niet dat het doodzonde is dat u nu
wegloopt, omdat we het met elkaar hadden willen bewerkstelligen? Vindt u
het ook niet zonde voor uw eigen kiezers? Ik vind het doodzonde.
De heer Wilders (PVV):
Ja, dat is vaak een goed teken. Maar toch, ik denk dat onze kiezer
begrijpt dat we op een gegeven moment, na alle concessies die we hebben
gedaan en na alle andere tegenwerking … Ik heb het nog niet eens over
die 1.000 of 800 vragen die na het laatste wetsvoorstel van mevrouw
Faber, toen nog minister, zijn gesteld. Volgens mij had uw fractie daar
een groot aandeel in, waardoor het weer allemaal later werd. Wij zijn er
knettergek van geworden. Het is een keer klaar. Het is gewoon een keer
klaar. Ik zeg u eerlijk: uw partij is daar eigenlijk de grootste reden
van.
Mevrouw Van Vroonhoven (NSC):
Ik weet niet of ik dat als een compliment moet zien …
De heer Wilders (PVV):
Zie het als een compliment.
Mevrouw Van Vroonhoven (NSC):
Waar wij uit elkaar lopen, is de manier waarop we ons doel willen
bereiken. U roept heel veel. We hadden het met elkaar kunnen
bewerkstelligen. Wij zijn blijven zitten, maar u bent weggelopen, meneer
Wilders.
De heer Wilders (PVV):
U had uw handtekening gezet onder het hoofdlijnenakkoord met een
noodwet. Daar heeft u voor getekend en u heeft daarna, via het openbaar
maken van ambtelijke stukken tot en met overleg in het Catshuis, de wet
drie maanden later bewust onthoofd. Daarmee heeft u een hele hoop kwaad
bloed gezet.
Mevrouw Van Vroonhoven (NSC):
Omdat u, meneer Wilders, niet kon aantonen dat er sprake was van een
noodsituatie. En dat was wel de voorwaarde!
De heer Wilders (PVV):
Nee, het stond gewoon in het hoofdlijnenakkoord. U heeft het helemaal
kapot gemaakt. Nieuw Sociaal Contract heet uw partij, maar als het
Nederlandse Sabotage Club zou heten, had het ook geklopt.
Mevrouw Van Vroonhoven (NSC):
Ik vind dit een persoonlijke aanval. Dat is precies de reden waarom het
samenwerken met u zo ongelofelijk ingewikkeld is.
De heer Wilders (PVV):
Goed. Ik heb gezegd wat ik wilde zeggen. Laten we maar teruggaan naar de
kiezer.
De voorzitter:
Het woord is aan de heer Jetten. Ik zal ergens rond de klok van half één
schorsen. We zullen zien hoe ver we dan op het schema zijn. Het woord is
aan de heer Jetten.
De heer Jetten (D66):
Ja, wat een niveau net op het einde!
Voorzitter. In november 2023 gingen meer dan 10 miljoen Nederlanders
naar de stembus. Al die 10 miljoen mensen wilden oplossingen.
Oplossingen voor de woningnood, voor migratie en voor beter onderwijs.
Die kiezer staat nu met lege handen. Die kiezer had veel meer verwacht
van de politiek. Wij Nederlanders hebben altijd ontzettend veel bereikt
door samen te werken en er samen uit te komen. Dat is waar we altijd
goed in zijn geweest. Het is wat ons welvarend heeft gemaakt:
samenwerken is wat Nederland tot Nederland maakt.
Maar mensen ervaren dat we nu zijn vastgelopen. Vooruitgang voelt steeds
vaker als iets van vroeger. Vrede is niet langer vanzelfsprekend. Een
veilige buurt is geen gegeven. Een betaalbare woning is niet te vinden.
De kansen om echt mee te doen, zijn ongelijk verdeeld. Bovendien voelen
en zien we meer en meer de opwarming van de aarde. Juist nu hebben we
elkaar hard nodig, maar het lijkt alsof we meer en meer tegenover elkaar
staan. We zagen het net gebeuren.
Den Haag staat al twee jaar stil. Nederlanders zagen gedoe, geruzie en
chaos. En het allerergste is: er is helemaal niets verbeterd in het
land. Heel eerlijk gezegd overheerst bij mij ook enige opluchting. De
megabezuinigingen op het onderwijs kunnen nu namelijk van tafel. We
kunnen weer investeren in onze economie. We kunnen wél leiderschap tonen
rondom de oorlog in Gaza. Laten we nu de handen ineenslaan voor
ambitieus klimaatbeleid en eindelijk doorbraken realiseren voor meer
woningen. Het kan wel!
De kabinetsval leidt tot veel boze reacties van de coalitiepartners NSC,
BBB en VVD. Vooral bij de VVD is iedereen heel erg boos, konden we zien.
De boosheid van die partijen richt zich op meneer Wilders. Ik verbaas
mij daarover, want hoe hebben die partijen zich zo kunnen laten
verrassen? De heer Wilders is namelijk helemaal niets veranderd. Zijn
agenda draait al 27 jaar om het zaaien van wantrouwen en het doen van
onrealistische beloften. En als het spannend wordt, kiest Wilders voor
het hazenpad. Hij deed het bij de VVD in 2004, hij deed het bij Rutte in
2012 en hij doet het nu opnieuw. Mevrouw Yeşilgöz is willens en wetens
in die val van de heer Wilders getrapt, omdat ze dacht dat ze er zelf
beter van zou worden. Maar wat een rechtse Droomvlucht had moeten zijn,
eindigt in een Fata Morgana, een luchtspiegeling die uiteenspat als je
dichterbij komt. De VVD speelt nu de verloren onschuld, maar ze heeft
gegokt en verloren.
Laten we nu zo snel mogelijk verkiezingen houden. En daarna met volle
kracht vooruit. Ons land zit vol met energie. Als we ruimte geven aan
die energie en ruimte geven aan elkaar, brengen wij Nederland weer in
beweging. Dan komt er weer vooruitgang en bouwen we samen aan een land
waar alle Nederlanders weer trots op kunnen zijn.
Wij als politiek hebben de grote verantwoordelijkheid om het vertrouwen
van de mensen in het land weer terug te winnen, door te laten zien dat
we hier in de Tweede Kamer ook fatsoenlijk met elkaar kunnen
samenwerken, niet met nog meer populistische beloften of cynische
spelletjes, maar door samen te laten zien dat we het leven voor iedereen
in Nederland beter kunnen maken.
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel. De heer Dassen van Volt.
De heer Dassen (Volt):
Voorzitter. Vandaag is een mooie dag. Anderhalf jaar zetten de PVV, NSC,
BBB en de VVD ons land stil. Onder leiding van toetsenbordstrijder
Wilders werd dit mede mogelijk gemaakt door VVD-leider Yeşilgöz.
Nederland werd minder groen, minder eerlijk en minder veilig. Mijn vraag
aan mevrouw Yeşilgöz is simpel: is het nu voorbij met het gesjans met
extreemrechts? We staan voor enorme uitdagingen, maar we hebben nu de
kans om een toekomst te bouwen die nog veel, veel mooier is dan het hier
en nu. Die kans heeft dit kibbelkabinet laten liggen. Dit was een
kabinet van stilstand. Daarmee liet het kabinet alle Nederlanders en
Europeanen in de steek die wel het lef en de ambitie hebben om ons leven
in het hier en nu beter te maken. Dat voelen Nederlanders elke dag: de
wetenschapper die ontslagen is omdat het kabinet niet durfde te
investeren in de toekomst, de student die haar toekomt in vlammen op
ziet gaan omdat de coalitie geen enkele groene keuze durfde te maken, en
de moeder die zich afvraagt of haar kinderen in Nederland nog welkom
zijn.
Nu worden de kaarten opnieuw geschud. Aan alle Nederlanders die weer zin
hebben in de toekomst, die weten dat we zo veel beter kunnen dan wat we
de afgelopen jaren hebben gezien, is mijn boodschap dan ook heel simpel:
vanaf vandaag hebben we de kans om de toekomst weer terug te pakken. Nu
is er de kans op echt iets nieuws, op een politiek die de blik naar de
toekomst zet, een politiek voor de nieuwe generatie, die geen genoegen
neemt met de status quo of het middelmatige midden, maar weer durft te
dromen van vette ideeën die de oude Haagse politiek niet aandurft. We
nemen afscheid van deze oude, oneerlijke samenleving.
Het is tijd voor een basisinkomen. Gratis geld voor iedereen, waarmee we
als eerste land armoede echt uitroeien. We bouwen een digitale toekomst,
met technologie die ons niet verzwakt maar versterkt, met een Europese
Google, X of Meta. Want de toekomst is digitaal en dus moet de politiek
dat ook zijn. Volt als digitale partij begrijpt dat. We verslaan de
klimaatverandering. Dat kunnen we al decennia, als we ons maar een
groene wereld durven voor te stellen. Goedkoop met de trein door Europa
en elk Kamerlid een lekkere portie kweekvlees op het bord — dat is net
zo lekker.
Ziet ook de premier dat we tot veel meer in staat zijn dan wat deze
coalitie hem voorgeschoteld heeft? Wij eisen dus ook verandering, nu. Ik
zie het enthousiasme bij veel andere Kamerleden. Gaat de minister dus
aan de slag met deze ideeën? We hebben de afgelopen jaren gezien wat de
stemmen van het verleden ons brengen. Nu is de stem van de toekomst aan
de beurt. Die kans wil Volt met beide handen vastpakken, samen met
iedereen die klaar is voor nieuwe politiek. Het kabinet is gevallen en
een nieuwe generatie staat op om haar toekomst terug te pakken. Mijn
oproep vandaag aan iedereen, niet alleen aan de coalitie maar ook aan de
oppositie, is dit: durf weer een beetje te dromen!
Voorzitter. Ik kan niet anders zeggen: ik heb er zin in. Dank u wel.
De voorzitter:
In dat kweekvlees? We gaan luisteren naar de heer Bontenbal van de
fractie van het CDA.
De heer Bontenbal (CDA):
Voorzitter. Deze coalitie is geëindigd zoals zij is begonnen, met
wantrouwen, met amateurisme en met chaos. Onverantwoord en roekeloos is
de val van dit kabinet. Juist in deze tijd van internationale
onveiligheid en onzekerheid wordt van politici verwacht dat zij kiezen
voor de toekomst van Nederland en niet voor het eigen belang. Nederland
snakt naar een fatsoenlijke politiek, naar degelijke bewindspersonen,
naar een politiek die er is voor het algemeen belang.
De PVV heeft opnieuw laten zien dat zij roekeloos omgaat met de toekomst
van Nederland en dat ze niet bereid is om verantwoordelijkheid te nemen.
Maar ook de VVD heeft een onverantwoordelijke rol gespeeld. Anderhalf
jaar geleden liet de VVD het kabinet ook vallen op het thema migratie.
Ook toen hebben we dat onverantwoord en roekeloos genoemd. Ook toen was
immers de oorlog in Oekraïne al gaande. De VVD heeft weloverwogen de
sleutels van het landsbestuur in handen van de PVV gelegd. Het resultaat
hebben we gezien: chaos en stilstand. En dat terwijl wij ons geen
stilstand kunnen veroorloven.
Deze coalitie zei Nederland op één te zetten, maar heeft zichzelf op één
gezet en Nederland pas op twee. Een jaar lang hebben we naar politiek
amateurisme moeten kijken. Dit was het slechtste kabinet sinds de Tweede
Wereldoorlog. Het allerergste is dat opnieuw het vertrouwen van kiezers
is geschaad. Opnieuw is het aanzien van de politiek verder gedaald door
het handelen van deze coalitiepartijen.
Het CDA heeft vanaf de eerste dag constructief oppositie gevoerd, om
daarmee bij te dragen aan een fatsoenlijk Nederland. Een keuze voor
stabiliteit in plaats van spektakel, voor verbinding in plaats van
verdeeldheid, voor verantwoordelijke oplossingen in plaats van
kortetermijnpolitiek. Daar gaan we ook de komende maanden mee door. Ook
in een demissionaire tijd verdient Nederland dat we aan de slag gaan met
maatregelen om meer woningen te bouwen, meer grip te krijgen op migratie
en vooral: een politiek die het wantrouwen in de samenleving niet
aanjaagt, maar de samenleving krachtiger en sterker maakt. Daarnaast wil
het CDA op de kortst mogelijke termijn nieuwe verkiezingen.
Ik wil onze premier danken voor zijn onvermoeibare inzet. Ik wil hem en
zijn kabinetsploeg vragen om in het belang van Nederland de komende
maanden te doen wat nodig is. Er moet een begroting worden gemaakt en op
de dossiers woningbouw, migratie, defensie en toekomstig verdienvermogen
kunnen wij ons geen vertraging veroorloven. Het CDA zal altijd een
constructieve bijdrage leveren in het belang van Nederland. Mijn
collega's in de Kamer zou ik willen vragen: laten we op dit moment
terughoudend zijn met allerlei politieke wensen, want we kunnen ons niet
nog meer chaos veroorloven. Het CDA zal zeer terughoudend zijn met het
indienen of steunen van allerlei voorstellen die niet behulpzaam zijn
bij het op de rails krijgen van een ordentelijk proces en bestuur van
ons land.
Voorzitter. Nederland heeft een fatsoenlijke politiek nodig, met
vakbekwame bestuurders. Nederland heeft na twee jaar politieke chaos
geen experimenten meer nodig, maar een politiek voorbij de waan van de
dag, voorbij het dagelijkse geroeptoeter, voorbij de ophitserij op
sociale media, voorbij de platte oneliners, voorbij het doorschuiven van
problemen naar de toekomst. Wat nodig is, is een politiek die gaat voor
het algemeen belang en voor de lange termijn. Het is hoog tijd voor
christendemocratische politiek.
Dank u wel, voorzitter.
De heer Stoffer (SGP):
Ik ben benieuwd hoe vaak de heer Bontenbal het woord "fatsoen" heeft
gebruikt. Nee, hoor, dat was gisteravond. Een andere vraag. Ik heb
zojuist de bijdrage van het CDA gehoord. We hebben de afgelopen jaren
hier beiden constructief ten opzichte van het kabinet gestaan en hebben
geprobeerd om voor het land het goede te zoeken. Ik heb zojuist de vraag
gesteld aan de heer Wilders. Er liggen een aantal wetten om de
asielinstroom te beperken. Volgens mij is dat iets wat het CDA en de SGP
delen. Ik heb in de interruptie al laten merken dat wij de wetten die
klaarliggen zo snel mogelijk willen behandelen, om ervoor te zorgen dat
we de instroom op korte termijn beperken en niet hoeven te wachten tot
er weer een nieuw kabinet komt enzovoort. Ik heb een heel concrete
vraag: staat het CDA daar net zo in en willen zij ook die wetten met
spoed behandelen, zodat die instroom op een zo kort mogelijke termijn
naar beneden gaat?
De heer Bontenbal (CDA):
Ik heb inderdaad aan Johan Derksen beloofd het woord "fatsoen" heel vaak
te gebruiken, meer dan hem lief is. Dat zal ik de hele campagne en mijn
hele politieke carrière blijven doen. Volgens mij kan Nederland wel wat
fatsoen gebruiken en zit Nederland daar ook op te wachten. U gaat dat
inderdaad heel vaak van mij horen.
Ik heb net gezegd dat wij constructief in de wedstrijd gaan zitten. Een
aantal dossiers moeten gewoon verder. Ik heb daar migratie ook bij
genoemd. U mag dus van ons verwachten dat wij op dat punt ook
constructief gaan zijn. Ik denk dat we even moeten puzzelen wat haalbaar
is, want er is een bewindspersoon teruggetrokken. Wie gaat dat
overnemen? Lukt het met allebei de wetten? Ik zeg heel eerlijk: ik heb
de afgelopen weken heel veel tijd gestoken in de voorbereiding van die
wetten. Ik heb dagenlang zitten studeren en ik weet dat meerdere
collega's in de Kamer — ik sprak Michiel van Nispen gisteren — dat ook
hebben gedaan. Ik weet dat er veel meer Kamerleden zijn die heel veel
tijd in de behandeling van die wetten hebben gestoken. Daarom vind ik
het ook zo schandelijk dat op dit moment de stekker uit het kabinet
getrokken wordt, net voordat de wetsbehandeling zou plaatsvinden.
Dit zou de komende weken behandeld worden. En dan het verhaal houden
van: we worden tegengewerkt … Dat is echt totaal de omgekeerde wereld.
We gingen de wetten behandelen. Kamerfracties hadden zich voorbereid. En
ja, er waren 700 vragen. Maar kijk even naar de lengte van die tekst. Ik
heb als voorbeeld de Warmtewet er even bij gepakt, die hier behandeld
wordt door de minister van Klimaat en Groene Groei. Die had niet 88 maar
140 pagina's aan antwoorden. 700 vragen is veel, maar er zitten allemaal
dubbelingen in. Als u kijkt naar de antwoorden van die vragen, 88
pagina's, dan durf ik te wedden dat 60% van die pagina's cursief staat.
Oftewel: dat zijn de vragen van de Kamer en zijn alleen maar antwoorden
die verwijzen naar andere documenten. Er is dus heel weinig beantwoord.
Er is helemaal niet zo veel werk verzet. Als ik dan toch nog even mag
doorgaan met deze rant, voorzitter: als de PVV daadwerkelijk snelheid
had willen maken, dan had die het volgende moeten doen — maar dit kun je
alleen doen als je capabele bestuurders in dit vak zet. Dan had je
namelijk de voorstellen die het vorige kabinet al klaar had liggen … Er
was namelijk een heel pakket. Mevrouw Bikker knikt; zij weet precies wat
het pakket is. Die stukken liggen ook gewoon bij de Kamer. Mevrouw Faber
had die stukken eruit kunnen halen en in een wetsvoorstel kunnen zetten
en dan had het binnen een maand bij de Kamer kunnen liggen. Dan hadden
we parallel die moeilijkere dingen kunnen doen, zoals het
tweestatusstelsel, maar dan waren we wel begonnen. Dan hadden we
waarschijnlijk al een wet ingevoerd. Dat hele verhaal over "wij zijn
vertraagd door de rest van de coalitiepartijen of door de Kamer" is dus
lulkoek. De PVV heeft zelf incapabele bestuurders geleverd.
De voorzitter:
Wilt u wel een beetje fatsoenlijke woorden gebruiken?
De heer Bontenbal (CDA):
Voorzitter, ik kom ook uit Rotterdam-Zuid.
(Hilariteit)
De voorzitter:
Als dat een excuus is … De heer Stoffer.
De heer Stoffer (SGP):
Het Veluwse fatsoen is toch iets anders dan het Rotterdamse, maar daar
drinken we wel koffie over. "Ja" was qua antwoord genoeg geweest. Mijn
oproep aan het CDA is de volgende. Zij hebben hier vijf zetels — dat
zullen er misschien straks meer worden — maar in de Eerste Kamer zes.
Wij hebben er daar twee. Laten wie die acht zetels gebruiken om de
asielinstroom, vooruitkijkend, in de komende periode op de kortst
mogelijke termijn naar beneden te brengen. Laten we kijken of we die
wetten zo snel en zo goed mogelijk door de Kamers kunnen loodsen.
De heer Bontenbal (CDA):
U zegt het precies goed: zo snel mogelijk en zo goed mogelijk. Wij
kijken naar de inhoud van de wetten. Ik heb eerder in het debat met
mevrouw Faber gezegd: ik laat mij door niemand piepelen. Dus er gaat een
goede wet komen. Wij hebben verbetervoorstellen. Die gaan wij indienen.
Wij gaan dat constructief doen, zo snel als mogelijk, maar ook op een
goede manier, want niets is slechter voor het vertrouwen van kiezers in
de politiek dan dat die wetten binnen twee weken door de rechter worden
afgeschoten. Ik heb het vaak over de cirkel van gebroken beloften. Dat
is wat populisten doen. Een wetsvoorstel door de Kamer heen jassen dat
daarna bij de rechter strandt, is ook een vorm van populisme. Wij gaan
dat dus netjes, ordentelijk en snel doen.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Ik deel de analyse van de heer Bontenbal wel, maar ik blijf toch een
beetje haken op dat het CDA er wel voor gekozen heeft om met dit
kabinet, waarvan we van tevoren al konden weten dat het ophitsen zou
worden, waarvan we van tevoren konden zien dat de rechtsstaat niet
gerespecteerd zou worden en dat rechters en iedereen de schuld zouden
krijgen ... Het CDA heeft er toch voor gekozen om te zeggen: "Wij zijn
eigenlijk meer voor democratisch ethos, maar we gaan wel constructief
samenwerken met het kabinet. We trekken hier geen rode lijn, want dat
wat nu op het spel staat en wat nu aangevallen wordt door het kabinet,
is gewoon te waardevol. Dan moeten we met z'n allen zeggen: zo gaan we
het gewoon niet doen." Ik vraag me af of de heer Bontenbal daar nu
anders in zou kiezen. Want ik hoor hem weer zeggen: we gaan wel
constructief werken met een kabinet dat we eigenlijk helemaal niks
vinden.
De heer Bontenbal (CDA):
Het CDA is een constructieve partij die het belang van Nederland
bovenaan zet. Ik had een makkelijkere route kunnen kiezen, maar dat doet
de CDA-fractie niet. Ook de komende weken kan ik me een populistische
route voorstellen, maar dat gaan wij niet doen. Populisme is winnen op
de korte termijn, maar je sloopt je partij en Nederland op de lange
termijn. Wij hebben daar als partij misschien ook wel een beetje
ervaring mee. U zegt: een rode lijn. Die hebben we regelmatig getrokken.
Mevrouw Faber kwam met dat malle idee van die borden bij azc's. Het CDA
was de fractie die de volgende dag een motie indiende en dat voorstel
van tafel veegde. We hebben heel vaak rode lijnen getrokken, maar we
hebben er ook voor gezorgd dat de btw op boeken en kunst enzovoorts niet
verhoogd is. Wij hebben ook best wel veel kunnen repareren en dit is hoe
het CDA graag wil zijn. Niet ons belang staat voorop. Wij bekijken
steeds: kunnen we Nederland iets sterker maken? Als wij de komende tijd
kunnen helpen om een aantal voorstellen die goed zijn voor Nederland
door de Kamer te krijgen, dan gaan wij dat doen.
Ik hoop eerlijk gezegd dat alle fracties zo in de wedstrijd staan. Laten
we alsjeblieft niet de fout van de vorige keer maken, toen we achter de
coulissen bezig waren met laptopjes, met allerlei amendementen op het
laatste moment, die vervolgens allemaal gerepareerd moesten worden omdat
het gewoon knutselwerk was. Laten we met elkaar ervoor kiezen om dit
kabinet nu even het mandaat te geven om in ieder geval naar een robuuste
begroting te gaan en het kabinet te vragen met alle fracties daarover te
praten. Laten we het ordentelijk doen. Het is nu al een chaos. Laten wij
als Kamer de chaos niet groter maken. Ik vind: politici moeten
constructief zijn.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Ja, maar het is natuurlijk niet alleen maar de keuze tussen wel
populistisch of niet populistisch. Het is ook dat hier alles op het spel
stond wat we nodig hebben om de samenleving goed in te richten, om goed
met elkaar samen te kunnen leven hier, om problemen te kunnen oplossen.
En daar heb je die democratische rechtsstaat voor nodig. Daarvoor heb je
respect voor de democratische rechtsstaat nodig, respect voor de
Grondwet.
Het CDA heeft toch destijds besloten om niet samen met bijvoorbeeld de
Partij voor de Dieren te zeggen: ja, maar een kabinet met bewindslieden
die er gewoon racistisch gedachtengoed op nahouden, dat kunnen we niet
steunen, en een kabinet waarvan we nu al kunnen zien dat het alles en
iedereen de schuld gaat geven, met hele grote schade tot gevolg, en dat
rechters de schuld geeft van alles, gaat voor zulke grote schade zorgen,
dat we hier een streep trekken. Dat is ook verantwoordelijkheid nemen.
Dat is namelijk blijven staan voor je democratische ethos en met elkaar
die democratische rechtsstaat echt beschermen tegen alle aanvallen die
dit kabinet erop heeft gepleegd.
De heer Bontenbal (CDA):
Ik denk dat mevrouw Ouwehand heeft gezien dat wij die democratische
rechtsstaat steeds juist overeind hebben gehouden. Het CDA heeft niet
dit kabinet gesteund. Er waren vier coalitiepartijen die de basis
vormden voor dit kabinet. Het CDA was daar geen onderdeel van, dus als u
zegt dat het CDA het kabinet heeft gesteund, dan is dat iets wat niet
klopt. De steun voor dit kabinet kwam bij vier coalitiepartijen vandaan.
Die hebben dit kabinet in de benen geholpen en in de benen gehouden. Wij
waren ook niet in staat het kabinet weg te sturen, want wij vormen geen
onderdeel van die vier coalitiepartijen. Er zijn ook moties vanuit de
coalitie geweest die u bijvoorbeeld ook gesteund heeft. Is dat dan ook
steun? Als u consequent was geweest, zeg ik tegen mevrouw Ouwehand, had
u niks meer gesteund. Niks, geen enkele begroting, geen enkele motie.
Dan had u ook geen enkele motie met die partijen ingediend. Dat heeft u
eigenlijk wel gezegd, maar ook niet gedaan. Deze vorm van samenwerken
past u namelijk niet en past mij ook niet. We hebben allemaal gezocht
naar hoe we Nederland wel verder kunnen helpen — we voelen hier allemaal
onze verantwoordelijkheid voor Nederland — en daarbij wel steeds grenzen
kunnen trekken bij het gedrag van dit kabinet. Ik heb dit op heel veel
manieren geprobeerd. Ik denk dat het CDA dat oprecht heeft gedaan. Heel
eerlijk gezegd, ik zou het ook niet anders gedaan hebben.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
De heer Bontenbal heeft gelijk: hij heeft dit kabinet niet gevormd. Het
zijn deze partijen geweest — de VVD draagt de grootste
verantwoordelijkheid — die dit hebben geformeerd. Alleen al dit geluid
na dit gezegd te hebben is mij meer dan de moeite waard.
De heer Bontenbal (CDA):
U bent weer terug.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Ik ben weer terug, ja. Maar vanuit de oppositie konden we wel met elkaar
zeggen: we hebben niet de meerderheid, want die partijen hebben dat met
elkaar gecheft ... Maar met de grootst mogelijke minderheid hadden wij,
de volledige oppositie, kunnen zeggen: dit gaat zo veel schade
aanrichten aan Nederland, dat dit wat ons betreft niet begint. Dat heeft
het CDA niet gedaan. Daar heb ik naar gevraagd: zou de heer Bontenbal
dat nu anders doen? De Partij voor de Dieren heeft geen enkele begroting
gesteund. Die hele Miljoenennota? Niks daarvan. Betere plannen, waar
Nederland echt van opknapt: dan kun je de steun van de Partij van de
Dieren krijgen; voor wat het waard is met onze drie zetels. Anders niet.
Tussentijds hebben wij inderdaad wel moties en plannen gesteund. Want ik
erken met de heer Bontenbal dat je ook in een dilemma komt. Je kunt niet
alles wat misschien een beetje een verbetering zou kunnen zijn,
wegstemmen. Maar een fundamenteel signaal vanuit de oppositie ... Hier
staan we voor een historische keuze: staan we voor de rechtsstaat of
niet? Daar heb ik naar gevraagd en ik hoop dat de heer Bontenbal met
zijn democratisch ethos daar toch nog eens over na wil denken als we
weer de verkiezingscampagne ingaan.
De heer Bontenbal (CDA):
Nou, daar hoef ik eigenlijk niet over na te denken, want dat hebben wij
de afgelopen anderhalf jaar steeds in onze fractie gedaan. Elke
fractievergadering hadden wij het over: wat steunen we wel en wat
steunen we niet, wanneer is het voor ons genoeg? Ik denk dat wij oprecht
en integer keuzes hebben gemaakt. Ik zou het eigenlijk weer precies op
dezelfde manier doen. U geeft zelf aan dat het een dilemma is. U zegt
ook niet: ik heb alle amendementen verworpen. U zegt ook niet: ik heb
alle moties weggestemd. U heeft ook ergens zelf een midden gekozen,
omdat u, zoals u zelf toegeeft, een dilemma ervaart. Dat hebben wij
allemaal ervaren. Wij zijn, denk ik, net iets meer bereid om die
maatregelen voor onze kap te nemen waarvan wij denken dat die Nederland
verder helpen. Daarin zit wel een kleurverschil tussen mijn partij en uw
partij. Het CDA is een partij die altijd verantwoordelijkheid voor
Nederland wil nemen, en dat zullen we tot het einde der tijden blijven
doen.
De voorzitter:
Tot het eind der tijden zelfs! Ik geef graag het woord aan de heer Van
Baarle. Na de heer Van Baarle ga ik schorsen voor de lunch. Dan kunnen
we allemaal gratis kweekvlees eten, ongetwijfeld op kosten van de heer
Dassen. Het woord is aan de heer Van Baarle.
De heer Van Baarle (DENK):
Voorzitter. Het kabinet met de meest racistische denkbeelden ooit is
gevallen. Het eerste extreemrechtse kabinet sinds de Tweede Wereldoorlog
is weg. Heel veel mensen in het land hebben het gevoel: eindelijk!
Eindelijk valt die regering die Israël tot op het bot steunt en wegkijkt
van de genocide in Gaza. Eindelijk mogen die islamhaters niet meer in
vak K zitten. Eindelijk zijn mensen met racistische ideeën uit het
kabinet. Een jaar lang hebben mensen moeten toekijken hoe dit
extreemrechtse kabinet een ramp voor ons land was. Mensen zagen hoe dit
kabinet mensen tot op het bot beledigde omdat ze moslim zijn, hoe dit
kabinet klakkeloos achter Netanyahu aanliep en niks gaf om de mensen in
Gaza en hoe dit kabinet niets betekende voor de mensen in ons land. Dit
kabinet was een ramp en een dieptepunt.
De mensen die dit kabinet mogelijk hebben gemaakt zijn daardoor geen
haar beter dan Geert Wilders. Al die politici, Dilan Yeşilgöz voorop,
hebben hoogstpersoonlijk de rechten van Nederlanders ingeruild voor de
macht. Ze hebben gedanst met discriminatie. Schaam je hiervoor, zeg ik
tegen mevrouw Yeşilgöz. Dit is háár puinhoop. Dit is háár ruïne. Schaam
je, mevrouw Yeşilgöz. De VVD en mevrouw Yeşilgöz zijn niets meer dan
PVV'ers in andere kleding.
Tegen Nederland zeg ik vandaag: Geert Wilders gaat hier niet stoppen.
Hij vindt het kabinet met de meest racistische denkbeelden ooit zelfs
niet racistisch genoeg. Hij wil premier worden en zal pas stoppen als
zíjn maatregelen tegen moslims en de islam doorgevoerd worden. Wij
moeten hier politiek tegen in verzet komen. De komende verkiezingen zijn
een strijd voor onze rechten. De meerderheid van deze Kamer werkte samen
met Geert Wilders. Op anderen kunnen wij dus niet bouwen. Wíj moeten
sterk worden. Wíj moeten het tegengeluid zijn. Want als wij het zelf
niet doen, doet niemand anders het. Nu is het moment om op te staan voor
je rechten en de komende verkiezingen zijn daarbij allesbepalend.
Voorzitter. Het pijnlijkste dieptepunt van deze regering is hoe er al
negentien maanden weggekeken wordt van de genocide in Gaza. Meer dan
50.000 doden, verhongering als wapen, bommen op vluchtelingenkampen,
bommen op ziekenhuizen, beelden van kinderen die levend verbrand zijn,
hulpverleners die doodgeschoten werden, steeds meer land dat wordt
geroofd door zionistische dieven; deze regering van Wilders en Yeşilgöz
keek willens en wetens weg, bleef Israël steunen en is daarmee
medeplichtig. Ik zeg tegen de premier: u heeft geen excuses meer. Die
had u al niet, maar die zijn nu niet eens meer te verzinnen.
De coalitie is gevallen en niets, maar dan ook niets staat u in de weg
om maatregelen tegen Israël te nemen. Doe dit, want u bent nu
medeplichtig. Door uw nietsdoen bent u medeplichtig. U zal de
geschiedenis ingaan als de premier die de genocide in Gaza ondersteunde,
als u niets blijft doen. Erken daarom de Palestijnse Staat, stop de
wapenhandel met Israël, stop de economische samenwerking met Israël,
neem keiharde sancties tegen Israël en de Israëlische regering en neem
keiharde sancties tegen iedereen die bijdraagt aan illegale
nederzettingen. Nietsdoen is geen optie; trek een rode lijn.
De beraadslaging wordt geschorst.
De voorzitter:
Ik schors tot 13.00 uur.
Val van het kabinet
Val van het kabinet
Aan de orde is de voortzetting van het debat over
de val van het kabinet.
De voorzitter:
Ik geef graag het woord aan mevrouw Yeşilgöz van de fractie van de VVD.
Het woord is aan haar.
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Voorzitter. Geert Wilders laat Nederland in de steek. In ongekend
onzekere tijden waarbij een oorlog op ons continent dreigt te escaleren,
misschien wel een economische crisis op ons afkomt, op het moment dat
mensen thuis wakker liggen van hoge rekeningen, het feit dat er te
weinig huizen worden gebouwd en er een te hoge asielinstroom is, gaat
hij weg, loopt hij weg. Dat vind ik onvolwassen en
onverantwoordelijk.
Het was ook niet nodig. Iedereen was het eens over strenge
asielmaatregelen en migratiebeleid en over dat er minder mensen ons land
in moeten komen. Deze coalitie is het daar vanaf het begin over eens. We
hebben niet voor niets ruim 58 maatregelen met elkaar afgesproken in het
hoofdlijnenakkoord om dit ook te bereiken. Er waren helemaal geen
blokkades om daar maatregelen aan toe te voegen. Er was alle ruimte om
nieuwe maatregelen die gesuggereerd werden uit te werken, zodat ze, als
ze konden en ze de asielinstroom naar beneden zouden krijgen, ook
uitgevoerd konden worden. Wij hebben met elkaar, met drie partijen, vol
politiek commitment uitgesproken. Maar het werd ons vrij snel duidelijk
dat het niet over de inhoud ging, niet over asiel ging, maar dat Geert
Wilders er gewoon klaar mee was. Hij wilde nergens over praten, maar
liever weglopen.
Voorzitter. Dit was de kans. We wilden als VVD al zolang het
asielprobleem aanpakken. Dit was voor het eerst dat we een rechtse
meerderheid hadden om ook daadwerkelijk het verschil te kunnen maken,
niet alleen op dat onderwerp, maar ook op een aantal andere onderwerpen
waarbij we met een rechtse meerderheid het verschil konden maken voor
dit land, voor Nederlanders. U heeft mij gisteren gehoord. Ik vind het
verschrikkelijk jammer — ik druk me nu heel mild uit — dat Geert Wilders
daar zo onvoorzichtig mee omgegaan is. Hij laat alle kiezers, niet
alleen zijn kiezers maar alle rechtse kiezers, keihard vallen —
alweer.
Maar, voorzitter, we kijken vooruit. Want Nederland heeft er niets aan
als we hierin blijven hangen. Dus ik moet ook verder. Ik moet voorbij
mijn woede. Ik moet voorbij mijn teleurstelling. Ik wil ook graag
vooruitkijken. Want wij gaan door met ons werk. Wij liberalen nemen
altijd onze verantwoordelijkheid. Dat betekent dat de asielwetten die op
de plank liggen, er gewoon moeten komen, dat we totdat die verkiezingen
er zijn — wat ons betreft is dat zo snel mogelijk — vol aan de bak zijn
om die asielwetten en -maatregelen voor elkaar te krijgen. Dat betekent
dat ons land veilig gehouden wordt, dat we investeren in defensie, dat
we het ongelofelijk goed doen als gastland bij de NAVO-top. Dat betekent
dat we onafhankelijker worden op het gebied van onze energie en
grondstoffen, dat we ons land sterk maken met verstandig financieel
beleid. Ik wil aan het kabinet en aan de minister-president vragen hoe
hij dat voor zich ziet en of het kabinet er echt voortvarend mee aan de
slag kan blijven gaan, zodat we niet stilstaan. Want stilstand zou denk
ik het allerergst zijn.
Voorzitter. Wij gaan vol, vol aan de bak daarmee. Ik hoop op
samenwerking met de collega's hier in de Kamer, van links tot rechts, om
ervoor te zorgen dat we stilstand met elkaar vermijden en — dit is mijn
persoonlijke toevoeging — dat we dat rechtse liberale beleid voort
kunnen zetten. Dat is het beleid waar wij zo voorstander van zijn, waar
we misschien na de verkiezingen geen meerderheid meer voor kunnen
krijgen. Voor de komende tijd heeft het land nu duidelijkheid en een
sterk kabinet nodig. Ik zei het al: wat de VVD betreft komen er heel
snel verkiezingen, zodat de kiezers, de mensen thuis, zich kunnen
uitspreken over welke kant zij willen dat het land nu op gaat.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Een vraag van de heer Dassen.
De heer Dassen (Volt):
Het is onverantwoord dat de PVV de stekker uit dit kabinet trekt terwijl
er een oorlog op het continent is; dat is wat ik mevrouw Yeşilgöz hoor
zeggen. Maar dit wisten we toch? We wisten toch dat de PVV een
onbetrouwbare partner is? We wisten toch dat de PVV alleen maar uit is
op chaos? Mevrouw Yeşilgöz zegt net ook dat hij helemaal niet bereid is
om bij te dragen en die betere toekomst mogelijk te maken. Dus ik vraag
me af: zijn dit dan niet een beetje krokodillentranen van de VVD, als we
dit allemaal wisten en zagen aankomen?
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Ik zal de heer Dassen iets meer vertellen over wat democratie betekent.
Ik geef hem even zijn moment om zich te herpakken. Daar gaan we. Op het
moment dat we verkiezingen in ons land hebben en een partij de grootste
wordt — niet alleen een partij die heel lang in de oppositie heeft
gezeten krijgt nu een kans, maar ook andere nieuwe partijen krijgen echt
mandaat van de kiezer — zegt de kiezer: jullie mogen aan de slag. Dat
betekent dat de kiezer zich heeft uitgesproken — dit debat hebben we
eerder gehad — en heel duidelijk heeft gezegd: dingen moeten anders gaan
dan hoe ze gingen. Ik heb mij dat aangetrokken als leider van de VVD. Ik
vind het ook mijn taak. Ik ben om tafel gegaan. We hebben met elkaar op
papier hele duidelijke afspraken gemaakt over hoe het ook anders kon
gaan, wat ik ook heel belangrijk vind. We zijn daar vervolgens mee
begonnen.
De teleurstelling bij mij is zeer groot dat dat gisteren op deze manier
is afgelopen. Dat was absoluut nergens voor nodig. Er was niet eens een
conflict. We waren het gewoon eens. Maar als bij een van de partijen
iemand zegt dat hij liever wegloopt, dat hij de verantwoordelijkheid
niet meer trekt, dat zijn ministers niet leveren en dat hij het allemaal
niet meer aankan, dan is dat waar we mee geconfronteerd worden. Maar het
hoort ook in onze democratie dat partijen een kans krijgen. Geert
Wilders heeft deze kans van de kiezer gekregen. Hij heeft diezelfde
kiezer keihard laten vallen. Dus het is eerst de vraag aan de kiezer hoe
die ernaar kijkt. Dat zullen we binnenkort horen.
De heer Dassen (Volt):
Ik zal mevrouw Yeşilgöz dan nu een lesje democratie geven. Al die 150
zetels zijn allemaal net zo veel waard. Het is niet zo dat de 37 zetels
van de PVV meer waard zijn dan de andere zetels. 75% van de mensen heeft
niet op de PVV gestemd. Je had ook andere samenwerkingsverbanden aan
kunnen gaan in dit huis. Daar heeft de VVD absoluut niet voor gekozen
…
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Klopt.
De heer Dassen (Volt):
… terwijl de VVD wist dat de PVV weer zou breken op het moment dat het
lastig zou worden. De VVD wist ook dat op het moment dat je met de PVV
aan de slag gaat het stikstofprobleem niet wordt opgelost, waardoor
ondernemers niet aan de slag kunnen, en dat er niet wordt geïnvesteerd
in innovatie, waardoor we juist de economie van de toekomst geen vorm
kunnen geven. We zien ook dat veiligheid niet in goede handen is bij de
heer Wilders. Die heeft gisteren nog gestemd tegen de NAVO-norm van
3,5%. Dat is volgens mij zeer belangrijk richting de NAVO-top. Dus
mevrouw Yeşilgöz, is dit niet gewoon een gefaald experiment en een
compleet verkeerde inschatting van de VVD geweest?
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Nogmaals, ik neem de kiezer serieus. Vervolgens wordt hier gezegd dat
bijvoorbeeld veiligheid niet in goede handen is bij de PVV. Dat is ook
waarom het in handen van de VVD is. Dat is ook waarom we het afgelopen
jaar 4 miljard hebben kunnen investeren in defensie. De motie waar u het
over heeft, is ingediend door mijn collega van de VVD. We hebben ervoor
gezorgd dat we Oekraïne blijven steunen. We hebben ervoor gezorgd dat we
ondernemers en middeninkomens kunnen steunen. Dat deden we allemaal het
afgelopen jaar.
En ja, ik had uitgekeken naar de komende jaren, waarin we nog meer van
onze eigen ideeën als VVD voor elkaar hadden kunnen krijgen, en ik had
ook gehoopt dat we echt werk hadden kunnen maken van die beperkende
maatregelen op asiel. Zoals aangegeven zullen wij de komende tijd ons
best doen om die alsnog erdoor te krijgen. Maar dit is hoe dat werkt.
Degene die de verantwoordelijkheid draagt voor het feit dat dit allemaal
stopt, zit daar. Die staat niet hier. Maar ik ga mijn
verantwoordelijkheid vanuit elke plek pakken en wij gaan door met het
realiseren van al die punten, waar ik Volt zelden als medestander op heb
gezien.
De heer Dassen (Volt):
We hebben zitten kijken naar achttien maanden complete stilstand. Er is
werkelijk waar niks gebeurd. Mensen zijn er niet op vooruit gegaan. Er
zijn geen woningen bij gekomen. Op het gebied van klimaat hebben we geen
stappen gezet. Als het gaat om de economie, is er alleen maar
geconsumeerd in het nu en wordt er niet geïnvesteerd in de toekomst.
Kortom, de VVD heeft alleen maar vanwege asiel al die andere belangrijke
onderwerpen voor Nederland aan de kant gezet, in de hoop dat ze er zelf
beter van zou worden. Daarmee heeft ze onze veiligheid, onze economie en
onze toekomst op het spel gezet. Ik vraag nogmaals aan mevrouw Yeşilgöz
of zij van plan is om na de volgende verkiezingen nogmaals met de PVV in
een kabinet te stappen en Nederland nog langer stil te zetten.
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
De heer Dassen gebruikt grote woorden, maar die kloppen niet. Kijk naar
de investeringen die we juist wel hebben gedaan, alleen al het afgelopen
jaar. Er zijn miljarden geïnvesteerd in onze veiligheid, de veiligheid
van Nederlanders, onze defensie, onze nationale veiligheid. Er is een
aanvalsplan om de industrie hier te behouden. Als je kijkt naar alle
voorbeelden die ik zojuist noemde, dan is dat alles behalve stilstand.
Als de heer Dassen zegt "maar er had veel meer gekund" of "had je niet
door willen gaan, zodat je meer had kunnen doen", dan zeg ik: ja, dat is
absoluut waar. Maar er is wat de VVD en onze ministers betreft geen
sprake geweest van stilstand. Ik ben ontzettend trots dat ze bereid zijn
om de komende tijd, tot de verkiezingen, keihard door te werken op al
die andere domeinen die nu vrij zijn gekomen omdat de PVV'ers eruit zijn
gestapt.
De heer Stoffer (SGP):
Dat is een heldere bijdrage van mevrouw Yeşilgöz. Goed om te horen dat
in ieder geval de VVD zich er ook de komende maanden hard voor inzet om
Nederland een stukje vooruit te helpen. Ik ben eigenlijk wel benieuwd
naar het volgende. Er ligt ook een hoofdlijnenakkoord. Hoe wordt dat nu
geïnterpreteerd? Worden daar delen uit gehaald? Wordt getracht om het
geheel nog een stap verder te brengen? Ik wil daar heel specifiek één
onderdeel uit halen. Dat gaat over iets wat ons in ieder geval erg aan
het hart gaat, de boeren, de tuinders en de vissers. In het
hoofdlijnenakkoord wordt gezegd dat er ook voor hen weer een toekomst
moet komen. Die is nu best wel heel ongewis. Er staan onder andere
uitspraken als: "Er wordt niet gestuurd op gedwongen krimp van de
veestapel. Er komt geen gedwongen onteigening. De kritische
depositiewaarde gaat uit de wet." Mijn vraag gaat natuurlijk over het
hoofdlijnenakkoord in bredere zin, maar kan ik ervan uitgaan dat de VVD
ook op deze specifieke onderdelen gewoon doorzet en er de komende
maanden voor gaat zorgen dat er wel perspectief gaat komen voor boeren,
vissers en tuinders? Dat hebben ze namelijk heel, heel, heel hard
nodig.
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Dat deel ik volledig met de heer Stoffer. Onze boeren, onze ondernemers,
eigenlijk iedereen in dit land die erop wacht dat we dit probleem
oplossen zodat we vooruit kunnen, heeft recht op perspectief. Dus ja,
daar zullen we ook keihard aan blijven werken; dat is evident. De eerste
vraag van de heer Stoffer was: hoe zit het precies met het
hoofdlijnenakkoord? Een hele terechte vraag. Dit is allemaal net 24 uur
geleden gebeurd, dus wij moeten ook met elkaar gaan zitten om te kijken
wat dit betekent. Ik ben er in ieder geval blij mee dat we met drie
partijen bereid zijn om die verantwoordelijkheid te blijven dragen tot
de volgende verkiezingen. En zoals ik al aangaf, van alle zaken die wij
belangrijk vinden — en daar zitten heel veel gedeelde uitdagingen bij,
maar ook zaken die ik als VVD'er altijd specifiek naar voren heb
gebracht zoals onze veiligheid en onze ondernemers, die de heer Stoffer
nu aanhaalt — hoop ik dat we de afspraken overeind houden en er met
elkaar mee doorgaan. Maar we moeten daar ook met z'n drieën heel eerlijk
bij stilstaan. En zoals dat ook het geval was met z'n vieren, zullen we
ook alle steun nodig hebben van andere partijen die die ideeën
ondersteunen, zowel in de Tweede Kamer als Eerste Kamer. Dus ik vertrouw
er ook op dat we heel snel weer bij de heer Stoffer terugkomen met: dit
is hoe we verder willen gaan; kunt u ons op die onderdelen, of misschien
wel op alles, steunen?
De heer Stoffer (SGP):
De deur staat altijd open en de koffie staat klaar. Goeie koffie.
Nog één specifieke vraag. Goed dat mevrouw Yeşilgöz ook die doorkijk
maakt. Ik snap dat het nu te vroeg is, maar er zit natuurlijk ook een
zomerreces aan te komen, met een week of vijf. Heeft mevrouw Yeşilgöz
enig zicht op wanneer zij denkt dat ze met z'n drieën hiermee naar
buiten komen? De VVD is nu natuurlijk de grootste partij in het
overgebleven kabinet. Maar is dat met één week, met twee weken? Krijgt
Nederland, zeg maar, voor de zomer helderheid over waar we in de komende
periode nog naartoe koersen?
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Absoluut, wat mij betreft wel. Ik zei net al in mijn inbreng dat ik zou
willen dat we zo snel mogelijk verkiezingen hebben. Nou, dat betekent
dat de ruimte tot de volgende verkiezingen overzichtelijk is en dat je
tempo moet maken, zeker als je dingen wilt bereiken waarvoor hier in het
verleden geen meerderheid te vinden was, bijvoorbeeld maatregelen om
migratie te beperken. Dat betekent gewoon dat we vaart moeten maken. Dus
wat mij betreft zijn we daar met elkaar snel uit. Ik denk dat de
collega's dat ook willen, maar we moeten ook met elkaar laten bezinken
wat er gebeurd is en vooruitkijken. Maar dat vooruitkijken gaan we wat
mij betreft vanaf nu met elkaar doen. Daarom sta ik hier ook met dit
verhaal. Dus: zo snel mogelijk, absoluut.
De heer Eerdmans (JA21):
Voorzitter. Heeft de VVD overwogen om wél de handtekening te zetten bij
het tienpuntenplan van de heer Wilders?
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Nou, dat had prima gekund, als de heer Wilders bereid was geweest om
ons, de coalitiepartners, iets meer mee te geven over wat hij per punt
precies bedoelde, of een lichte uitwerking. Hij had het zelf kunnen
doen; zijn woordvoerder Asiel had dat kunnen doen; minister Faber, zijn
eigen minister, had dat kunnen doen. Dit is volgens mij week drie waarin
we het over zo'n asielplan van de PVV hebben, dus wat mij betreft had
het gewoon al deze week in de ministerraad kunnen liggen, vanuit
minister Faber. Maar het is wel handig als iemand een idee heeft, als je
van iemand iets meer dan één regel hoort over wat daar dan nog achter
zit. Maar tot dat gesprek kwamen we niet eens. Ja, en dan ziet u nu het
resultaat.
De heer Eerdmans (JA21):
Dat snap ik. Maar je kan het ook omdraaien. Je kunt ook zeggen: "Hé, die
maatregelen, daar zijn we het eigenlijk gewoon mee eens. We zetten als
VVD die handtekening en gaan daarna eens kijken naar de uitvoering."
Want je laat nu de hele boel klappen. Ik heb dat de heer Wilders
verweten, maar ja, die bal kan je ook bij de VVD neerleggen. Zonde, want
dan is alles wel van tafel. En dit waren punten waar jullie het
eigenlijk volledig mee eens waren. Dus wat heeft het nou belet om het
andersom te doen en te zeggen: "Oké, Wilders, jij krijgt je tien punten.
En nota bene je eigen minister moet het ook gaan uitvoeren"? Ik begrijp
dat dat best lastig is als je naar de beperkingen kijkt, maar dan had je
in ieder geval nog een kabinet gehad.
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Wat wij echt niet wilden, was weken onderhandelen. Dat heb ik heel vroeg
in die drie weken al aangegeven: "Ik ga niet wekenlang in een hok zitten
over dingen waar ik het al over eens ben. Alles wat kan bijdragen om de
asielinstroom naar beneden te brengen — en dat kan je — gaan we gewoon
doen." En dan ga je er ook niet lullig over doen. Als je zegt dat het
had gekund als we andere wetten hadden gehad, zoals de twee statussen,
dan had je al een paar van die punten van de heer Wilders kunnen doen,
als minister Faber vaart had gemaakt en het nu in de Eerste Kamer lag en
we daar een debat over hadden gehad. Dan hadden we alweer een hele stap
verder kunnen zijn op een aantal van die punten. Want andersom hebben
wij het wel degelijk gedaan; ik heb het in ieder geval geprobeerd
gisterochtend. Ik heb gezegd: "Nou, laten we het dan op papier zetten",
en "een motie waarin we zeggen: hierbij commitment op die tien punten —
eigenlijk precies zoals de heer Eerdmans zegt — en laat het kabinet dit
dan zo snel mogelijk oppakken, uitvoeren, uitwerken." Ik kon mijn zin
niet eens afmaken, ik kon de motie niet delen. De heer Wilders was wel
duidelijk: ik ga gewoon weglopen. Dus de heer Eerdmans is denk ik
terecht op zoek naar of hier inhoudelijk nog iets in had gezeten. Maar
mijn taxatie — en dat heeft de heer Eerdmans de afgelopen 24 uur ook
gehoord — was dit. In het begin van de week werd mij al heel duidelijk:
dit gaat helemaal niet over inhoud; dit gaat over iemand die een uitweg
zoekt.
De heer Eerdmans (JA21):
Ik ben ontzettend op zoek naar een antwoord op de vraag hoe we dit
hadden kunnen voorkomen. Volgens mij is het gewoon een faux pas. Als hij
gewoon op zoek was naar een uitweg, dan had de VVD het hem verdomd
moeilijk gemaakt — ik ga diezelfde vraag aan mevrouw Van der Plas en
mevrouw Van Vroonhoven stellen — door te tekenen. Dan had hij namelijk
helemaal geen verhaal gehad. Wat had hij dan moeten zeggen? Had hij dan
moeten zeggen: ze willen allemaal meedoen, maar ik ga er toch mee
stoppen? Dat is toch geen verhaal? Nogmaals, ik vind het echt een
verkeerde inschatting om, als jullie het inhoudelijk met elkaar eens
waren, die handtekening niet toch te zetten en daarna naar de vormgeving
te kijken. Daar is zat tijd voor. Jullie hadden daar weken voor uit
kunnen trekken om ook met NSC, met alles erbij, te kijken hoe jullie dat
gaan vormgeven. Het is nota bene de eigen minister die het moet gaan
uitvoeren. Ik snap het oprecht niet.
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Het stond op papier. We hadden die motie, waarover ik het net had,
gewoon kunnen indienen. Geert Wilders wilde niet. Dus even de feiten:
over precies die route waarover de heer Eerdmans het heeft, zei Geert
Wilders dat hij dat niet gaat doen. Vervolgens zegt de heer Eerdmans dat
wij daar weken voor hadden kunnen nemen. Ik wacht nu al ruim een jaar op
de uitwerking van de ruim 58 maatregelen die gericht zijn op asiel,
arbeid en studie. Ik wil geen tijd meer verliezen. Dit is voor mij geen
politieke exercitie waarover we hier de hele dag met elkaar debatteren
of ruzie kunnen maken. Ik wil het verschil maken voor de mensen thuis.
Ik wil dat we dit gesprek over vijf jaar niet meer hoeven te hebben. We
zijn dus geen klap dichterbij gekomen nu we nou net de kans hadden met
een rechtse meerderheid. De heer Eerdmans vraagt of we niet nog meer
hadden kunnen doen. Dan heb je dus te maken met iemand die weg wil
lopen, met iemand die elke twee maanden met een nieuw trucje komt; als
hij nu wil weglopen, dan wil hij dat volgende week namelijk nog steeds.
Dan mag de heer Eerdmans mij uitleggen hoe dat de stabiliteit van het
landsbestuur verder had geholpen. Ik heb stabiele, betrouwbare partners
nodig om ervoor te zorgen dat we Nederland veilig en welvarend houden,
dat er daadwerkelijk minder mensen hiernaartoe komen en dat we
daadwerkelijk ruimte bieden aan ondernemers, aan de hardwerkende
Nederlander. Als ik dat moet doen met iemand die de hele dag op zoek is
naar een uitweg, als dat de situatie is, dan zal ik daar ook eerlijk
over moet zijn. Dat zal de heer Eerdmans met mij eens zijn.
De heer Baudet (FVD):
Het gebeurt niet supervaak dat ik het zo eens ben met mevrouw Yeşilgöz,
maar nu wel een beetje, geloof ik. Ik zat al even aan mezelf te
twijfelen. Het is een buitengewoon merkwaardige situatie die is
opgetreden. De tien punten van de heer Wilders moesten inderdaad nog
worden uitgewerkt, maar in feite staan die ook al in het
hoofdlijnenakkoord, dus er is eigenlijk niets nieuws. De partijen zijn
daar ook mee akkoord gegaan. Ik snap dat er nog allerlei debatten en
discussies op volgen, maar van een fundamenteel meningsverschil of iets
… Ik kan het in ieder geval niet terugvinden in deze hele geschiedenis.
Behalve over Israël-Gaza; daar zie ik wel een fundamenteel
meningsverschil. Daarom was mijn vraag of het dat zou kunnen zijn. In
een kort interruptiedebatje dat ik net met de heer Wilders had, zei hij
dat het meningsverschil was dat de PVV bepaald beleid wil overnemen van
België, Oostenrijk en Duitsland met betrekking tot een asielstop en het
inperken van nareis, en dan niet over een aantal maanden, maar per
direct. Toen heb ik gezegd dat dat nieuwe informatie voor mij is, die ik
zo ga verifiëren bij mevrouw Yeşilgöz. Dat doe ik dus bij dezen. Zou u
daarop willen reageren? Voor ons was dat namelijk nieuwe informatie.
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
We hebben niet uitvoerig over die punten gesproken. Iedereen heeft zijn
eigen deel daarvan op tafel gelegd, maar we hebben daar niet uitvoerig
bij stilgestaan. Al zet ik mijn handtekening eronder, daarmee is het
niet gebeurd. Dat vind ik er zo ingewikkeld aan. Ik heb geen toverstaf
waarmee het in dit land geregeld is. We hebben dus ook gevraagd … Ik zeg
"we", want we waren met z'n drieën. Het gebeurt niet vaak dat de drie
anderen op één lijn zitten, zeg ik tegen de heer Baudet. Dat was
opmerkelijk. Omdat er echt niet zo veel aan de hand was, hebben we
gezegd: "Dat kan. Dan kijk je naar die andere landen. Hoe doen zij dat?
Hoe ziet dat eruit? Kan dat binnen ons stelsel? Wat is daarvoor nodig?"
Ik denk dat onder andere een tweestatusstelsel nodig is om onderdelen
daarvan te bereiken. Had minister Faber vaart gemaakt, dan hadden we
geweten hoe we ervoor stonden. Dat ga ik nu hopelijk wel met de
overgebleven coalitiepartners voor elkaar krijgen. Maar als je dit
gesprek niet één millimeter verder kunt brengen en er alleen maar tegen
je wordt gezegd "ik heb nu commitment nodig, want het gaan dan nú in" …
Zo werkt een democratie niet, zo werkt een rechtsstaat niet. Als je
daarbinnen dingen wil realiseren, zul je toch moeten weten hoe je dat
kunt doen. Wij zijn met z'n drieën heel duidelijk geweest: voor alles
wat kan en de instroom naar beneden brengt, heb je politiek mandaat; doe
je ding. Maar daarvoor heb je uiteindelijk toch je eigen minister nodig,
die verantwoordelijk is voor die uitvoering. Ik ben dat niet. Dus je
kunt mij onder druk zetten en je kunt mij daar in dat kamertje gijzelen,
maar het is je eigen minister die het moet doen. Ik sta hier politiek
dus niet in de weg. Ik heb ook toegevoegd dat mijn ministers in het
kabinet je niet achteraf in de weg gaan staan. Ik heb gezegd: doe dit
gewoon degelijk en snel, dan hoef je niet wekenlang met mij in een hok;
dat gaat namelijk het verschil niet maken in de praktijk. De vraag is
dus of het echt over de inhoud gaat. Ik denk van niet, maar stel dat het
daar wel over ging: wil je dan een politieke show of wil je echt het
verschil maken? Als je echt het verschil had willen maken, dan had je
drie weken geleden gezegd: dit is mijn plan en het kabinet kan ermee aan
de slag. Het kabinet had het dan deze week in voltallige positie in de
ministerraad kunnen bespreken. Dan hadden we het kunnen doen. Dat had
verschil gemaakt voor de mensen thuis. Dat is waar mijn frustratie en
boosheid gisteren ook vandaan kwamen. Daar ging het allemaal niet over.
Dit ging over iemand die voor de tweede keer, terwijl het land in een
moeilijke situatie zit, ook met zo veel chaos en ellende om ons heen,
internationaal, zegt: "Weet je wat? Het is mij te moeilijk. Ik loop
weg."
De voorzitter:
Uw laatste interruptie.
De heer Baudet (FVD):
Ik probeer het echt te begrijpen. Wat is hier nou gebeurd? Ik ben het
geheel met mevrouw Yeşilgöz eens dat regeren per decreet, per tweet of
per motie natuurlijk niet serieus is. Dat is niet hoe het gaat. Je moet
het daadwerkelijk uitwerken en dat soort zaken. Maar tot op heden zag ik
mezelf toch altijd als veel dichter bij de PVV staand, veel dichter bij
Geert Wilders staand, dan bij veel andere partijen in dit parlement. Ik
had ook wel het idee dat het een partij was die echt dezelfde dingen wil
wat betreft immigratie en zo als wijzelf. Is het dan zo dat de heer
Wilders, in uw analyse, teleurgesteld is geraakt in minister Faber en
dat probleem uit de weg wilde gaan, dus het probleem dat mevrouw Faber
het niet deed? Of is het zo dat mevrouw Faber tegen werd gehouden door
de heer Wilders, omdat daar eigenlijk de politieke wil ontbreekt om
daadwerkelijk iets in de praktijk te brengen? Als ik uw woorden hoor —
dat is ook wat we hebben gezien en wat we in het hoofdlijnenakkoord
hebben teruggevonden — lag het inhoudelijk eigenlijk al op een rijtje
klaar. De bal lag voor het doel. De keeper zat hier ergens achter in de
oppositiebankjes; daar hoefden we niets van te vrezen! Je hoefde de bal
alleen maar in het doel te schieten. Waarom is dit nou niet gebeurd? Wat
is uw analyse?
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Ik snap de zoektocht naar wat hier nou is gebeurd. Misschien heeft de
heer Baudet gezien dat ik daar gisteren ook nog naar op zoek was en dat
een deel van de frustratie daar ook vandaan komt. Ik kan me voorstellen
dat — sterker nog, ik heb het zelf meegemaakt — als er echt grote
verschillen zijn tussen coalitiepartijen en je met elkaar constateert
dat je er niet samen uit kunt komen, je dit met elkaar kunt besluiten.
Dat is heel pijnlijk. We hebben het afgelopen jaar heel veel
meningsverschillen met elkaar gehad, maar nu was dat net niet het geval.
Het was heel erg duidelijk dat het was opgezet om maar af te haken. Wat
daar verder intern … Ik kan niet analyseren hoe dat binnen de PVV werkt.
Ik constateer wel dat de ministers die verantwoordelijk waren voor
verschillende delen van het beleid, waaronder asiel, waarover we het nu
hebben, niet hebben geleverd. Dit gebeurt in een tijd waarin, als we
naar het hoofdlijnenakkoord kijken, überhaupt op migratie bijna 60
maatregelen in detail waren afgesproken. Een heleboel daarvan komen
bijvoorbeeld uit mijn verkiezingsprogramma. We willen die al heel lang.
Daar ligt dus al heel veel voorbereiding voor, bedoel ik maar. Je had
dus makkelijke stappen kunnen nemen om daar snel werk van te maken.
Bovendien was er een meerderheid, die zou zeggen: goed bezig; daar zijn
we vóór! Dan heb je te maken met ministers die niet leverden. Dit is dan
blijkbaar waar het hele land vervolgens mee zit. We moeten opnieuw naar
de stembus. We raken die rechtse meerderheid nu misschien wel kwijt.
De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
Dit debat gaat natuurlijk niet alleen over vooruitkijken, maar ook over
verantwoording afleggen over de afgelopen periode. Mevrouw Yeşilgöz
verwijt de heer Wilders dat hij is weggelopen. Zij moet dan ook niet
voor haar verantwoordelijkheid weglopen. In de eerste plaats stel ik
vast dat zij wat zij de heer Wilders verwijt, exact hetzelfde heeft
gedaan bij Rutte IV. Dat was ook omdat ze wilde breken. Er lag een
akkoord op tafel dat eigenlijk bijna net zo ver gaat als wat er nu op
tafel ligt. Ze heeft haar handen daarvan afgetrokken. Ze heeft daar — ik
zeg het parlementair — niet de hele waarheid gesproken over nareis op
nareis op nareis. Zo heeft ze de boel op scherp gezet en verkiezingen
uitgelokt. Vervolgens heeft ze aan het begin van de campagne de deur
opengezet voor de PVV, een deur die ferm gesloten was door haar
voorganger als partijleider, want die had de pyromaan al een keer in
huis gehaald — die stak de boel in de fik — en zei: dat ga ik niet nog
een keer doen. Mevrouw Yeşilgöz zet de deur open voor de pyromaan, haalt
hem naar binnen en komt nu klagen dat hij de boel in de fik heeft
gestoken. Mede door uw zet om Wilders tot de macht toe te laten, heeft
hij de verkiezingen gewonnen. Dat is een factor geweest bij zijn
verkiezingswinst. Ik vind dat u tegenover de Kamer best verantwoording
mag afleggen over waarom u dat heeft gedaan, want uiteindelijk heeft dit
geleid tot het rechtste kabinet ooit in de Nederlandse parlementaire
geschiedenis, en tevens het allerslechtste kabinet dat in de Nederlandse
parlementaire geschiedenis heeft bestaan. Daar bent u, daar is mevrouw
Yeşilgöz, zeg ik via u, meneer de voorzitter, de hoofdverantwoordelijke
voor. Ik vind het niet meer dan netjes dat u dan ook in deze Kamer
uitlegt waarom u dat heeft gedaan.
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Ik leg verantwoording af richting mijn leden en de kiezer, maar ik
beantwoord graag de vragen van de heer Timmermans. Dat zijn dus wel even
de verhoudingen. Laat ik er vervolgens mee beginnen dat ik geen enkele
spijt heb dat ik dit rechtste kabinet in ben gegaan, omdat dit mijn
enige kans was om beleid voor elkaar te krijgen waar de PvdA-GroenLinks
nooit voor te vinden zal zijn. Dat gaat over het beheersbaar krijgen van
het aantal mensen dat ons land binnenkomt, zorgen dat ondernemers weer
ruimte krijgen, zorgen dat we niet nivelleren, het gegeven dat werken
moet lonen, en zelfs over investeringen in defensie, waar de PvdA
gisteren tegen heeft gestemd. Kijk, als je dan kijkt naar met wie we de
coalitie zijn aangegaan en wat we op papier hebben afgesproken, zie je
dat dat precies was waar de kiezer thuis op zat te wachten. Dat is ook
de reden dat ik gisteren zo pissig was en dat dat nog wel in mij zit,
namelijk dat we het vervolgens niet hebben kunnen afmaken.
Kijk dan naar het vorige kabinet. Ik zie mevrouw Bikker hier staan. Zij
en ik waren erbij en het CDA was erbij. Meneer Timmermans was er niet
bij, dus die praat anderen na, maar ik zal hem vertellen wat daar
gebeurd is. Daar hadden we een fundament… Ja, de heer Jetten was er ook
bij. Dat is waar. Daar hadden we uiteindelijk, als je het afpelt, een
fundamenteel verschil van inzicht tussen de ChristenUnie en de VVD,
waarin we samen hebben geconstateerd dat we daar niet uitkwamen. Het
pakket dat daar voorlag — in alle ambtelijke adviezen kunt u dat
teruglezen — had het verschil waar Nederland naar snakt niet gemaakt,
namelijk de instroom beheersbaar krijgen. En wat houdt dat in voor mij?
Dat we hier plek hebben voor mensen die ons echt nodig hebben en dat we
het onderscheid eerder maken richting degenen die ons niet echt nodig
hebben. Zo simpel is dat en zo ingewikkeld is het om dat beleid
vervolgens voor elkaar te krijgen. Dat was een fundamenteel verschil van
inzicht. Dat zei ik al. Dat is in het verleden ook gebeurd. Dat is in
het vorige kabinet ook gebeurd. Dan kan je zeggen: we kunnen niet meer
samen verder. Nu was er geen enkel verschil van inzicht, geen enkel
verschil. Dan moet je een andere conclusie trekken. Dan moet je zeggen:
dit ging niet over de inhoud, maar over iemand die een uitweg zocht en
die hier gevonden denkt te hebben. Dan is dat wat ik benoem.
De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
Mevrouw Yeşilgöz gebruikt nu dezelfde argumentatie die de heer Wilders
net gebruikte om zijn stap te verklaren. Exact dezelfde argumentatie
gebruikt mevrouw Yeşilgöz over haar stap om Rutte IV op te blazen, exact
dezelfde. Het is dus echt "de pot verwijt de ketel" als ze dan de heer
Wilders verwijt dat hij weg is gelopen.
Maar laat ik het in termen formuleren die deze maanden in Amsterdam wel
bekend zijn, en zeker bij mevrouw Yeşilgöz: helemaal niets. Uw kabinet
heeft helemaal niets bereikt, helemaal niets. U staat met uw rechtste
kabinet ooit compleet met lege handen. Het enige wat u heeft bereikt, is
dat de mensen in Nederland niet schouder en schouder staan, maar met
wantrouwen naar elkaar kijken. Het enige dat u heeft bereikt, is dat de
ondermijning van de rechtsstaat door de PVV door de VVD nog is gesteund
ook. Als u waagt om hier anderen de les te lezen over democratie, dan
moet u zelf heel goed opletten dat u de democratische rechtsstaat niet
zelf ondermijnt door samen te werken met een partij die er echt geen
enkel been in ziet om, als die dat kan, mensen hun staatsburgerschap af
te pakken of om mensen op straat te laten slapen. Dat is de VVD
onwaardig. Daar bent u verantwoordelijk voor. Daar is mevrouw Yeşilgöz
verantwoordelijk voor. U heeft met dit rechtse kabinet, waar u zo over
jubelt, niets bereikt voor Nederland. Kom tot inkeer en maak aan de
Kamer duidelijk dat u never nooit meer met Wilders in zee zult gaan.
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Helemaal niets doen zou nog steeds beter zijn geweest dan de plannen die
de heer Timmermans voor Nederland heeft. Maar goed, ik denk dat de
kiezer zich daar vrij snel over kan gaan uitspreken. Ik kijk daar echt
naar uit, ik kijk daar echt naar uit.
Wat mij verbaast: vanaf de dag dat de heer Timmermans zijn weg terugvond
naar de Nederlandse politiek, vanaf de dag van de verkiezingsuitslag,
heb ik hem niet één keer, niet één keer gehoord over de onvrede bij de
mensen thuis, over waarom mensen stemmen zoals ze stemmen, over wat hier
nou echt gebeurd is, over waarom een partij als de PVV zo veel zetels
heeft gekregen. Ik heb gezien dat heel veel andere partijen daarmee
worstelden, daarover nadachten, zichzelf opnieuw uitvonden, probeerden
een nieuwe koers in te slaan en een nieuw hoofdstuk te beginnen; noem
alles maar op. Zij proberen in ieder geval te kijken: waar hebben wij
als middenpartijen, zoals we nu hier staan, op deze manier de bal laten
vallen? Die verantwoordelijkheid draag ik vanaf mijn eerste seconde in
deze rol superzwaar.
De heer Timmermans is vanaf dag één alleen maar bezig met anderen de
schuld geven. Hij geeft de kiezer de schuld, omdat die verkeerd heeft
gestemd. Het is allemaal mijn schuld. De heer Timmermans en
GroenLinks-PvdA zijn ook heel veel stemmen verloren aan bijvoorbeeld de
PVV. Heeft u zich één moment afgevraagd hoe dat kan? Nee. Het is een
arrogantie die gewoon niet te beschrijven is. Ik vind echt — ik snap dat
het hard is — dat de mensen thuis wat beters verdienen. Dus, meneer
Timmermans: we gaan het zien.
De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
Zo kennen we mevrouw Yeşilgöz. Ze vlucht, als ze het moeilijk heeft,
altijd in jij-bakken en persoonlijke aanvallen. Ik vind het jammer. Ik
vind het ook niet nodig. We hebben in het afgelopen jaar herhaaldelijk
gesproken over dingen die moeten gebeuren in het land. Wat Nederlanders
willen, is een dak boven hun hoofd, een huis dat ze kunnen betalen en
waar ze blij van worden. Ze willen een baan waarmee ze genoeg verdienen
om rond te kunnen komen. Ze willen in een land leven waarin je naast
elkaar staat en niet tegenover elkaar. Ze willen ook nog eens een keer
wat optimistischer zijn over de toekomst.
Mevrouw Yeşilgöz en haar partij hebben in het afgelopen jaar alleen maar
aan de rijkste Nederlanders gedacht, alleen maar gedacht aan de
ondernemers, alleen maar gedacht aan de aandeelhouders en hebben niets
voor elkaar gekregen voor het land. U moet hier verantwoording afleggen.
Ik zit in de oppositie. U bent de architect van dit kabinet. U moet niet
de oppositie in de positie brengen dat zij verantwoording moet afleggen
voor de puinzooi die u ervan gemaakt heeft. Neem verantwoordelijkheid.
Dat zou eindelijk eens een keer een beetje volwassen zijn, mevrouw
Yeşilgöz.
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Dit is vaker gebeurd tussen mij en de heer Timmermans. Als de heer
Timmermans twee rondes lang met allerlei persoonlijke aanvallen doorgaat
en ik in derde instantie zeg "doe dit nou niet", zegt hij in zijn
laatste interruptie "nou, nu krijg je een jij-bak". Dat werkt alleen als
je niet zelf met jij-bakken begint, meneer Timmermans.
Vervolgens. Ik ben in Amsterdam politiek opgegroeid. Ik ben daar als
ambtenaar begonnen, ik ben daar de politiek in gegaan en ik ken daar de
oude PvdA. De oude PvdA had de laatste verkiezingsuitslag begrepen. De
oude PvdA had begrepen wat ik hier net zei: snapt u wel waar die onvrede
vandaan komt? De oude PvdA had zich dat aangetrokken. Dit is een
arrogantie, zó elitair, zó ver van de mensen; ik zou niet eens weten hoe
je daarop moet reageren. Het heeft niks te maken met wat al die mensen
thuis ervaren.
De heer Jetten (D66):
Mevrouw Yeşilgöz zegt: ik wil vandaag vooruitkijken. Als je goed vooruit
wilt kijken, helpt het soms om ook heel even te reflecteren. Ik ben
gewoon heel erg benieuwd. Als mevrouw Yeşilgöz naar de afgelopen
anderhalf jaar kijkt, had zij dan zelf iets anders kunnen doen om hier
wel een succes van te maken?
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
U kunt zich voorstellen dat ik deze vraag de afgelopen twee dagen veel
heb gekregen. Ongetwijfeld had ik heel veel dingen anders kunnen doen,
overigens. Ik ben ook maar een mens. Ik heb samen met mijn collega's in
de Kamer en in het kabinet mijn best gedaan om dit kabinet overeind te
houden. Dat heeft u ook gezien. Daar kan ik ook heel eerlijk over zijn.
Wij hebben als VVD, zoals ik net zei, op papier meer voor elkaar
gekregen dan ooit tevoren. Wij waren vastberaden, en zijn dat nog steeds
zolang we in vak K zitten, om al die zaken die we zo belangrijk vinden
ook uit te voeren en om echt te leveren voor onze kiezers. In die zin
heb ik nergens spijt van. Je moet altijd leren van je lessen, maar ik
heb nergens spijt van. Ik vind het wel zeer spijtig hoe dit is
afgelopen. Ik vind het ongelofelijk frustrerend. Ik vind het een
ongelofelijk gemiste kans voor heel veel kiezers en voor Nederland
dus.
De heer Jetten (D66):
Dit is toch een beetje de grap van de spookrijder. Je wordt gewaarschuwd
voor een spookrijder, kijkt door de voorruit en zegt: één spookrijkder?
Ik zie er wel honderd. Mevrouw Yeşilgöz zegt: ik heb helemaal geen spijt
van dit kabinet, ik heb heel hard gewerkt en al die VVD-ministers hebben
ook heel hard gewerkt. Maar we zijn nu al 48 uur getuige van een
partijleider van de VVD die werkelijk waar iedereen de schuld geeft van
de situatie waar we nu inzitten. Dat gebeurt zelfs in dit debat. Het is
de schuld van minister Faber, die haar werk niet deed. Het is de schuld
van links, die nooit iets willen. Het is de schuld van Rob Jetten. Die
komt vast ook nog wel een keer voorbij. Het is nu de schuld van Geert
Wilders, omdat hij gister is weggelopen. Dat is wel tekenend voor het
leiderschap van Yeşilgöz bij de VVD de afgelopen anderhalf jaar. Het
ligt altijd aan een ander en het ligt nooit aan de keuzes die uzelf
maakt. Die keuze ging niet alleen over meer grip op migratie krijgen en
proberen dat met een rechtste coalitie beter te doen. Die keuzes gingen
ook over het kapot bezuinigen van onderwijs en innovatie. Die keuzes
gingen ook over een compleet kapot ondernemersklimaat, omdat de
stikstofcrisis niet wordt opgelost. Die keuze ging ook over de verdere
verharding in de samenleving door de manier waarop uw kabinet is
omgegaan met Gaza, met demonstraties in Nederland en met een heel verhit
maatschappelijk debat. Dus ik stel u eigenlijk nogmaals de vraag: als u
nou terugkijkt op de afgelopen anderhalf jaar, was er dan geen enkel
moment waarop u dacht "dit had ik anders kunnen doen"?
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Bedoelt de heer Jetten dat ikzelf de stekker eruit had moeten trekken?
Is dat wat hij zegt? Wat bedoelt hij met de vraag of ik het zelf anders
had kunnen doen? Ik ben in een coalitie gestapt. Daar sta ik achter. Ik
geloof er heel erg in dat je in een democratie ruimte geeft en
vervolgens kijkt wat de kiezer vindt, daarvan leert en daarnaar
luistert. Als er één partij is geweest die zich dat zeer heeft
aangetrokken en daarvoor ongelofelijk veel shit over zich heen heeft
gekregen, dan is dat de VVD. Dat is gebeurd omdat we hebben gezegd dat
we dit op onszelf gaan betrekken, dat we ons gaan herpakken, dat we onze
rol hierin gaan nemen door te kijken wat onze verantwoordelijkheid is.
De heer Jetten was erbij toen ik die ladingen over me heen kreeg. Ik heb
daar gestaan, want ik vond het belangrijk om die verantwoordelijkheid te
pakken. Terwijl ik dat aan het doen was, werd er non-stop gezegd: het is
de VVD geweest. Het is nu nog steeds de VVD. Dat mag. Dat is allemaal
prima. Maar wij als VVD'ers zijn niet rücksichtslos in een kabinet
gestapt en dachten: we doen het zoals we het altijd deden. We hebben het
heel bewust anders willen doen voor de kiezer. Op papier hadden we ook
goede hoop om te geloven dat dat zou lukken. Wat betreft de steun aan
Oekraïne, steun aan onze defensie, steun aan onze ondernemers, waar ik
D66 overigens nooit op heb gezien, steun aan hardwerkend Nederland, aan
de middengroepen, hebben wij geleverd. We staan daar. Ik had daar zo
veel meer op willen leveren. Ik weet dat al die onderwerpen, als er
straks nieuwe verkiezingen zijn en hier een linkse meerderheid ontstaat,
de prullenbak in kunnen. Dat doet mij pijn. Dat is wat het is. Daarom
had ik gewild dat dit kabinet wel was doorgegaan, ondanks het harde
werken in soms ontzettend moeilijke omstandigheden, waar iedereen
getuige van is geweest.
De heer Jetten (D66):
Ik heb even niet de citaten bij me, maar we hebben gisteren echt een
enorme rij aan VVD'ers gezien die ontzettend zware woorden gebruikten
voor de kabinetsval en de situatie waarin we nu zitten. Mevrouw Yeşilgöz
zegt hier nu eigenlijk gewoon doodleuk: "Ik had door gewild met dit
kabinet. Ik had door gewild met dit kabinet van amateurs en ruziemakers
dat nog helemaal niets voor elkaar heeft gekregen." U heeft zelf de
keuze gemaakt om de deur voor Wilders open te zetten en u geeft hier toe
dat u het morgen weer zou doen. Hier bij de interruptiemicrofoon staan
drie partijleiders, van CDA, ChristenUnie en D66, die met de VVD samen
meer grip op migratie wilden krijgen. Het waren misschien niet de 58
maatregelen uit uw hoofdlijnenakkoord, maar het waren er 56 of 55. Het
waren 55 maatregelen om asociale asielzoekers aan te pakken, om sneller
te beslissen of iemand hier mag blijven of terug moet, om ervoor te
zorgen dat mensen die hier wel mogen blijven de taal leren en meedoen en
dat we meer grip krijgen op arbeidsmigratie om die overlast in onze
buurten aan te pakken. 55 van de 58 maatregelen had u met ons kunnen
uitvoeren, maar u koos er bewust voor in een tijd van oorlog en
dreigende economische crisis om een experiment aan te gaan met de heer
Wilders en tot op de dag van vandaag bent u daar trots op.
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Applaus, denk ik. Nee? Dat dacht ik. Ik dacht het echt. De handen gingen
omhoog. Ik bedoel het niet lullig. Sorry, sorry, sorry.
Ik doe er heus aan mee dat de campagne begonnen is, maar ik denk wel dat
het goed is om naar te kijken naar waar we nu voor staan. De feiten zijn
dat er straks, wat mij betreft heel snel, nieuwe verkiezingen komen. De
feiten zijn dat er ontzettend veel goede plannen op de plank liggen
waarvan ik vind dat we er vaart mee moeten maken. Als de heer Jetten
zegt dat we bij nader inzien aan hem de beste partner ooit hadden op
migratie, dan is mij dat ontgaan in het verleden. Maar er komen nu heel
veel maatregelen richting de Kamers om ervoor te zorgen dat we kunnen
leveren. Ik verwacht van D66 volle steun, zeker na deze speech. Dit
kabinet kan ook nog bezig zijn met het versterken van onze defensie, het
trots staan tijdens de NAVO-top en allerlei andere zaken. Mijn betoog
begon en eindigt met het volgende. Nou ja, het eindigt er niet helemaal
mee, want er komen nog interrupties, maar ik zal het herhalen. Ik hoop
dat we de samenwerking met elkaar gaan vinden, want behalve deze Kamer
hebben we ook nog de Eerste Kamer. Ik vind echt dat mensen thuis het
verdienen dat we het niet alleen in het debat over hen hebben — het is
helaas nog niet echt over de mensen thuis gegaan — maar dat we daar ook
zeker in ons handelen en leveren voor gaan. Nee, mevrouw Bikker, het is
daar nog niet over gegaan. Dat komt zo, hoor ik. Oké.
De heer Bontenbal (CDA):
Mevrouw Yeşilgöz was complimenteus over partijen die zich heruitvinden.
Ik zou dat de VVD eerlijk gezegd ook gunnen, zeker om het politieke
midden weer sterker te maken. Mevrouw Yeşilgöz had het ook over fouten
maken. Ze gaf toe dat er fouten worden gemaakt, maar ze zei dat ze geen
spijt had. Er is een link tussen fouten maken en spijt hebben. Die link
is namelijk dat je verantwoordelijkheid neemt voor de fouten. Dat is de
link. Mensen die fouten maken en geen spijt hebben, denken dat ze niet
verantwoordelijk zijn voor hun fouten. Wij hebben als partij, als
fractie geleerd. Een van de dingen die we geleerd hebben, is om veel
eerlijker te zijn over wat we vinden en wat we niet vinden, om dat
eerlijker naar kiezers uit te leggen, ook als daar moeilijke maatregelen
tussen zitten. Een van de dingen die ik niet eerlijk vind op het moment
waarop het kabinet valt, is dat er gezegd wordt: wij waren het
grotendeels met die maatregelen eens. Zou u niet eerlijk moeten zeggen
dat u het met een heel aantal van die tien maatregelen gewoon niet eens
kon zijn? U kunt ook niet zeggen dat het maar één zinnetje was, want
collega Wilders heeft een hele pdf gemaakt met de maatregelen, met de
uitleg erbij. U wist dus heel goed wat hij bedoelde, maar u was het er
niet mee eens. Moet je dan niet eerlijk tegen kiezers zeggen: er zijn
inderdaad tien maatregelen gepresenteerd, maar een heel aantal konden
niet of gingen in tegen verdragen of tegen de rechtsstaat of willen we
gewoon niet? Is dat niet een veel eerlijker verhaal naar kiezers?
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Als dat het geval was, dan hadden we dat gezegd. Maar ik gaf net aan dat
ik zelfs een motie bij me had. Ik heb die niet kunnen delen. Ik heb mijn
zin niet eens af kunnen maken, want het was al besloten dat Geert
Wilders weg zou lopen. In die motie stond: werk al deze tien punten uit
en wij zijn voor alles wat kan en wat de instroom helpt beperken. Dat
stond daar gewoon. Dat zijn wel de feiten. De heer Bontenbal kan ervoor
kiezen om dat niet te geloven, maar het is niet helemaal fair om zijn
mening daarover op mij te plakken en te zeggen dat wat ik zeg niet waar
is. Die motie was er gewoon. Drie partijen hebben heel nadrukkelijk
uitgesproken: wij staan de politiek niet in de weg. Hij kwam bij ons om
te vragen of we die politiek in de weg stonden. Sterker nog, wij spraken
commitment uit. Sterker nog, ik heb als VVD mijn commitment op papier
gezet. Maar het werk moet wel gedaan worden. Dat is vrij logisch. Ik zei
aan het begin al dat de heer Bontenbal gelijk heeft: als er dan dingen
zijn die niet kunnen, dan kijk je of je het werkend kunt maken of je
zegt dat het niet wenselijk is en dat je iets anders wilt. De heer
Wilders gaf in zijn betoog in de pers en aan tafel aan dat het niet over
alle tien de punten hoefde te gaan. Er was sowieso geen reden om weg te
lopen, maar de gesprekken gingen helemaal niet in een discussiërende
vorm alsof er een groot verschil van mening was, want dat was er
niet.
De heer Bontenbal (CDA):
Ik denk dat dat er wel was. Ik denk dat de motie een klassiek Haags
trucje was. Wij weten hier allemaal dat het vaak gebeurt dat iets in een
proces wordt geduwd, namelijk door een motie te maken om het uit te
zoeken en tijd te kopen. Dan komt er vanzelf uit dat dingen niet kunnen.
Dat is wat er gebeurt. Dat trucje wordt hier heel vaak uitgehaald.
Misschien hebben wij er zelf ook weleens aan meegedaan. Maar dat is wat
er feitelijk gebeurt. U weet dat u heel veel van die maatregelen
waarschijnlijk niet voor de kap kon nemen. Wilt u azc's sluiten op het
moment dat je de spreidingswet en de voorrang voor statushouders niet in
de lucht hebt gehouden, met als consequentie dat die mensen onder de
brug gaan slapen?
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Nee, natuurlijk niet.
De heer Bontenbal (CDA):
Precies, die maatregel wilt u niet. Wilt u de grenzen direct dicht voor
alle asielzoekers? Dat wilt u ook niet, want u weet dat er
internationale verdragen zijn waardoor dat niet kan. Alle Syriërs terug
zonder dat er een landenrapport is dat zegt dat Syrië veilig is? Wil de
VVD de Syriërs nu zonder dat landenrapport terugsturen? Wees daar
eerlijk over. U heeft die keuze nog niet gemaakt. Zeg dan gewoon
eerlijk: "Er waren tien maatregelen en we wilden daar best wel naar
kijken, maar er zaten ook dingen in die eerder waren afgeschoten, die
niet konden, die tegen de rechter zouden oplopen. Ja, we willen een
strenger migratiebeleid. Dat doen we via die twee asielwetten en via het
Migratiepact, maar collega Wilders vraagt iets wat niet kan. Dat doet
hij voor de bühne." Maar ga dan ook niet voor de bühne zeggen: we
steunen het en er was geen probleem. Diezelfde vraag ga ik ook aan NSC
en de andere partij stellen, want dit ging ook tegen de rechtsstaat in.
Wees daar nou gewoon eerlijk over.
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Wat een lang betoog. Stel mij gewoon de vraag hoe ik erin zat.
De heer Bontenbal (CDA):
Mijn tweede interruptie en de betogen van u waren een stuk langer. Dus
succes!
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Er was geen fundamenteel verschil van inzicht. De heer Bontenbal haalt
een aantal punten aan. Hij had niet alleen dat lijstje moeten lezen,
maar ook mijn verkiezingsprogramma. Wij hebben zelf eerder gepleit voor
een asielstop. We hebben zelf eerder gepleit voor een ambtsbericht. Wij
hebben zelf eerder gezegd dat Syriërs terug moeten gaan naar veilige
gebieden. Als je al die punten zo doorloopt, zit er in de kern alles in
waar de VVD al eerder om heeft gevraagd of heel goed kan begrijpen
waarom het gevraagd wordt. Maar terecht horen daar nadere vragen bij,
bijvoorbeeld bij "alle grenzen dicht en er moeten overal militairen
staan die daar de boel bewaken". Onze militairen, de KMar, de
marechaussee, zijn doorgaans geen mensen die aan het breien zijn en
ergens aan het wachten zijn totdat ze een opdracht krijgen. Mijn vraag
zou dan ook zijn: ik snap het, maar waar vind je dan dat er ergens
minder veiligheid kan, dat die mensen daar weg kunnen en vervolgens
langs de grens moeten? Een ander punt van de VVD als het gaat over
grenzen: wij snappen de maatregel, maar wat betekent het voor onze
ondernemers? Als je zo’n gesprek wilt en de gesprekspartner zegt "daar
wil ik het allemaal niet over hebben, want nu werk je me tegen", dan
gaat het niet over de daadwerkelijke uitvoering van een maatregel. Dan
gaat het erover dat je een aanleiding zoekt om weg te lopen. Wat mij
tegenvalt, is dat de heer Bontenbal volledig in het frame van de PVV
stapt en echt denkt dat het daarover ging. Eén ding: dit ging niet over
asiel. Was het maar zo, dan was het kabinet niet gevallen.
De heer Bontenbal (CDA):
Ik stap niet in het frame van de PVV, want de PVV is weggelopen voor de
verantwoordelijkheid. Ik heb, net als mijn collega's, tientallen
interviews gegeven. In elk interview heb ik gezegd dat het laf is om weg
te lopen voor je verantwoordelijkheid. Dus ik snap wat er gebeurd was.
De PVV was overduidelijk uit op een kabinetsval. Dat heb ik overal
gezegd. Mijn punt is dat u niet eerlijk bent over die tien punten. U
geeft zelf in uw beantwoording ook allerlei tegenvragen.
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Dat heb ik ook in de media gedaan.
De heer Bontenbal (CDA):
"Ik zou van meneer Wilders willen weten ..." enzovoorts. Zeg dan niet
dat je het met die tien punten eens bent. Zeg dan gewoon: "We willen er
misschien wel naar kijken, maar we zien wel wat bezwaren. Sommige zijn
eerder al afgevallen, sommige zijn moeilijk omdat er nog zoiets als de
rechtsstaat bestaat. Politiebewaking bij de grenzen, dat kun je moeilijk
bij ruim 300 grensovergangen doen. O ja, de rechter in Duitsland vond er
ook wat van." Wees eerlijk en zeg dat je niet zomaar achter die tien
maatregelen staat, maar dat je ernaar wilt kijken. U zegt echter: er was
niets aan de hand, we konden zo tekenen; we hadden ze via een motie
kunnen indienen en klaar is Kees. Dat is geen eerlijke weergave van de
feiten.
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Ik begrijp dat de heer Bontenbal een verhaal hierover heeft bedacht dat
het niet eerlijk is. Dit zijn allemaal dingen die ik de afgelopen 24 uur
in de media heb gezegd, maar ook, ietsje belangrijker, aan die tafel.
Dit is gewoon mijn verhaal. De heer Bontenbal kan ervoor kiezen om dat
hele deel niet te horen en daarna triomfantelijk te zeggen dat ik niet
eerlijk ben, maar dit is mijn verhaal. In essentie snap ik al deze
punten. Ik zeg er letterlijk bij: alles wat kan en wat de migratie naar
Nederland kan verminderen, daar ben ik voor. Laten we het daarover
hebben. Een aantal van die punten staan in mijn eigen
verkiezingsprogramma. Een aantal punten, zoals de heer Eerdmans of de
heer Baudet aangaf, staan zelfs in het hoofdlijnenakkoord. Ik heb dus
ook gevraagd: wat wil je dat ik doe, dubbel onderstrepen? Wat voor
gesprek hebben we hier? Nogmaals, als de heer Bontenbal toch doet alsof
het over asiel ging, mag dat, maar dat is dus niet aan de orde. Al deze
randvoorwaarden en vragen heb ik genoemd aan tafel, in de media gisteren
en in dit debat. Dat is helemaal geen geheim en dat heeft niets meer
eerlijk of oneerlijk te maken. Dat is degelijk beleid vormgeven. Als je
zegt dat je echt het verschil wilt maken in dit land, dan wil je ook
weten hoe dat vervolgens kan. Als de heer Bontenbal dit allemaal zo
ongelofelijk belangrijk vindt — en ik geloof hem — dan hoop ik echt op
zijn steun. Want ik ga als een malle aan het werk om ervoor te zorgen
dat we al die maatregelen die in het hoofdlijnenakkoord staan, gaan
uitvoeren. Ik reken op steun van het CDA hier en in de Eerste Kamer.
Niet alleen als het gaat over minder mensen hiernaartoe, maar ook als
het gaat over je gedragen als je hier eenmaal bent. Dat zijn de momenten
waarop ik het CDA het meest heb gemist de afgelopen tijd. Laten we
hebben over een nieuwe wind, een nieuw hoofdstuk. We zijn allebei
relatief nieuwe leiders. Ik reken op de heer Bontenbal. Want als je hier
zo'n groot punt van maakt, dan verwacht ik straks steun.
De heer Bontenbal (CDA):
Dat is een klassiekertje van mevrouw Yeșilgöz. Dat doet ze de laatste
tijd vaak. Ze gaat vertellen wat het CDA allemaal verkeerd doet. Wij
hebben de afgelopen anderhalf jaar op cruciale momenten het kabinet
gesteund. Ik was allang bezig met de voorbereiding van die asielwet. U
heeft ons verkiezingsprogramma ook gelezen. Doe nu niet alsof wij geen
grip op migratie willen. Dat weet u. U weet ook dat toen het pakket in
het vorige kabinet werd samengesteld, dat de VVD samen met het CDA soms
tegenover de andere twee partijen stonden. Maak hier nu geen frame van,
waarvan u weet dat het niet klopt. Het verziekt ook de verhoudingen, die
straks juist weer nodig zijn. Ik merk het ook in dit debat. Er wordt
keihard op elkaar ingehakt, maar ik weet zeker dat u straks ook weer met
de heer Timmermans moet gaan praten om wellicht een coalitie te gaan
vormen. Waarom zijn we niet eerlijker tegen elkaar en zorgen we ervoor
dat de verhoudingen een beetje goed blijven. Na een verkiezingscampagne
zal er een kabinet moeten komen dat de rotzooi van het huidige kabinet
gaat opruimen.
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Ik ben het helemaal eens met de heer Bontenbal. Dat zei ik ook al in
mijn inbreng. Ik eindigde er zelf mee: ik hoop ook dat we breed gaan
samenwerken, veel beter dan we de afgelopen tijd hebben gedaan, om
dingen voor elkaar te krijgen. Als je eerst een heel betoog houdt over
dat ik niet eerlijk ben en vervolgens moet aanhoren en toegeven dat het
gewoon mijn verhaal was en dat het wel het eerlijke verhaal was, moet je
daarna niet zeggen dat ik de mensen wegzet. Dan wordt het wel een beetje
ingewikkeld. Je kunt niet heel vaak "eerlijk" en "fatsoen" zeggen en dan
fatsoenlijk overkomen. Het moet ook in je antwoorden zitten.
Het gaat hier niet alleen over minder mensen deze kant op. Ik ben
ontzettend blij dat we op dat punt nog steeds de steun van het CDA
hebben, want het wordt straks ongelofelijk belangrijk of er in de Eerste
Kamer een meerderheid is voor de wetten waar we nu heel hard aan gaan
werken. Maar het er gaat ook over dat de mensen die hier zijn zich
vervolgens goed aanpassen aan de vrije normen die we hier met elkaar
hebben. Dat zijn de momenten waarop ik het CDA het meest heb gemist,
bijvoorbeeld toen het ging om het toezicht op informeel onderwijs,
gebedsoproepen en het aanpakken van demonstraties. Er zijn zo veel
punten waar het CDA ons vervolgens niet hielp. Maar ik pak deze
uitgestoken hand aan en ik ga het CDA de komende tijd heel vaak opzoeken
als partner.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Ik heb een poos staan luisteren en ook al die interviews bekeken. Het is
helder dat collega Yeşilgöz zegt: Wilders liep weg en dat is de oorzaak
van de val van dit kabinet. Ik heb de balans opgemaakt van dit kabinet
en ondertussen onder meer veel ondernemers gesproken. Die zouden niets
liever willen dan weer kunnen investeren en zekerheid hebben over het
beleid in de komende jaren als het gaat om stikstof, klimaat en het
energienetwerk. Zij zien hoe dit spaak loopt in de samenwerking van deze
partijen. We hebben gezien dat de PVV nooit een stevige economische
agenda heeft neergelegd. Op defensie hetzelfde verhaal. Het is keihard
nodig dat onze defensie wordt versterkt, want de NAVO staat onder druk.
Maar in elk debat in de commissie Defensie hangen PVV en BBB achterover
en zeggen zij: we zien nog wel of daar extra in geïnvesteerd moet
worden. Hoe kan mevrouw Yeşilgöz trots zijn op dit rechtse kabinet, als
op al deze punten juist die kerndingen, een gezonde economie en een
stevige defensie, continu onder spanning stonden?
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Dat die dingen in debatten onder spanning staan, herken ik. Ik weet dat
er gisteren weer een motie over het investeren in defensie niet gesteund
is door die kant van de Kamer. Als je naar de feiten kijkt, zie je dat
we het in één jaar als VVD voor elkaar hebben gekregen, met steun van
anderen, dat er 4 miljard euro is geïnvesteerd in defensie. Dan wil ik
de vraag stellen: wanneer is dat eerder gebeurd?
Als het gaat om de steun aan Oekraïne: we hebben 3,5 miljard euro vrij
kunnen maken dankzij steun van onze partners in de Kamer die dat
belangrijk vonden. Laat het duidelijk zijn: in een democratie doe je
nooit iets in je eentje, zeker niet in Nederland.
Als het gaat over de versterking van de economie: ik had die versterking
graag doorgezet in het kabinet, zodat we daar harder aan hadden kunnen
werken. Hier zit een vicepremier, Sophie Hermans, die met een heel
actieplan is gekomen om de industrie te redden en om die hier te houden.
Zij heeft daar heel veel tijd, moeite en geld in gestoken. Ik had het
haar erg gegund om haar werk in de komende jaren af te kunnen
maken.
Op belangrijke dingen die mevrouw Bikker en ik echt met elkaar delen,
vind ik dat we fundamentele stappen hebben gezet, met dank aan partijen
als de ChristenUnie. Ik had het graag af willen maken. Inderdaad, als je
inzoomt op debatten en ziet wat de rollen van de verschillende partijen
waren, zie je heel grote verschillen. Maar vanuit mijn perspectief heb
ik die partijen gehouden — andere partijen zullen dat ook zeggen in mijn
richting — aan de afspraken die ik heb gemaakt op mijn liberale
basiswaarden. Die gaan over veiligheid hier, internationale veiligheid,
welvaart en in vrijheid jezelf kunnen zijn. Daar heeft iedereen zich aan
gehouden. Ik ben trots dat we dat voor elkaar hebben gekregen.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Of het nou gaat over de economie of over defensie, het is te danken aan
het vrolijke christelijke midden dat er vaart is gemaakt, niet omdat we
een rechtse wind mee hadden, maar ondanks dat we een rechtse wind tegen
hadden. Laten we er dus helder over zijn: het komt niet door het
kabinet, maar doordat een deel van de Kamer de verantwoordelijkheid
voelde om niet tegenover het kabinet te gaan staan. Ik weet nog hoe ik
tegen minister-president Schoof heb gezegd: u heeft niet de steun van
alle mensen in uw coalitie, maar wij zullen er staan vanuit de
verantwoordelijkheid voor dit land. En dat blijft zo. Zo is mijn partij.
Wij zijn constructief, zelfs als er in het verleden dingen zijn gebeurd
waarvan je denkt: minder handig onderling.
Daarover een vraag. Op migratie is het nu gruwelijk mislukt met Wilders.
Hij is weggefietst, als een haas ervandoor gegaan. In 2012 hebben we ook
zoiets gezien. Toen ging hij zo snel dat zijn chauffeur nog niet eens
klaarstond. Nu was dat wel het geval, denk ik. Maar in 2012 was de VVD
wel helder: dit doen we ons land niet meer aan; dit gepruts nooit weer.
Wat is het heldere antwoord van mevrouw Yeşilgöz op deze vraag? Dit
gepruts nooit weer?
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Ik vind dit een heel faire en terechte vraag van mevrouw Bikker. Ik heb
daar vandaag voor u — dat heeft u mij ook overal horen zeggen, dus dat
zal u niet verrassen — nog niet het antwoord op. Waarom niet? Dit is 24
uur geleden gebeurd. Ik vind het heel heftig. U heeft mij tweeënhalf
jaar geleden, rond de verkiezingen, horen zeggen dat ik geen kiezers en
geen partijen wil uitsluiten. Vervolgens heeft de kiezer gesproken en
zijn we in deze coalitie gekomen. Ik neem de stem van de kiezer
ontzettend serieus. Ik zie ook dat Geert Wilders die stem vervolgens
wederom gewoon in de prullenbak gooit, wegloopt en al die mensen die op
die 37 zetels hebben gestemd, gewoon in de steek laat. Wederom
inderdaad. Voor ons was het een soort déjà vu. Tien punten: alles zie je
terug. Ik wil daar goed over nadenken omdat het een grote stap is. Ik
vind dus de vraag heel fair en ik snap dat die vandaag gesteld wordt,
maar ik ga daar vandaag nog geen antwoord op geven, omdat we daarover
gewoon goed met elkaar moeten nadenken en dat goed moeten wegen. Dat is
oprecht waar ik nu sta.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Dank voor dat eerlijke antwoord. Maar het bevreemdt me wel. Waarom?
Omdat ik zie dat mevrouw Yeşilgöz op defensie en economie — kernpunten
die net zo goed keihard nodig zijn in dit land, zeg ik vanuit het
rustige maar vrolijke christelijke midden — op verschillende plekken in
de Kamer niet een-op-een haar programma terugvindt, maar daar
verschillend op reageert. Aan de ene kant, waar meneer Timmermans zit,
is ze glashelder en zegt ze "nee, nee, nee, alsjeblieft niet". Maar als
Wilders op defensie niet levert, dan zegt ze dat nog niet en blijft haar
deur openstaan voor verder gepruts. Ik snap dat gewoon niet na deze
ervaringen! 2012 was helder. Toen was het ook heel duidelijk: geen
populisten aan de macht, want wie wind zaait, zal storm oogsten. Maar nu
laat Yeşilgöz opnieuw de deur op een kier. Dat kan toch niet? Dat zal ze
toch binnen nu en vijf minuten zelf ook beamen?
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Mevrouw Bikker haalt hier nu, met alle respect, een paar dingen door
elkaar. Ik heb met de coalitie die tot gisterochtend bestond, afspraken
gemaakt. Daar heb ik zwart-op-wit afspraken mee gemaakt. Dat betekent
dat mijn enige focus op die afspraken was. Als je dan zegt "de
partijleiders blijven in de Kamer", dan kan elke leider in de Kamer het
debat voeren zoals die zelf wil. Mij gaat het erom of je je houdt aan je
afspraken. Over defensie zijn de afspraken ontzettend helder. Over
Oekraïne zijn ze ontzettend helder. Over niet-nivelleren zijn ze
ontzettend helder. Ik moet er elke keer voor knokken, maar ik kan erop
terugvallen. Nu gaat het over een toekomstige constructie. Ik ben niet
klaar om dit land aan links over te leveren. Ik heb gisteren gezien dat
de heer Timmermans heel duidelijk was. "Ik ga mijn steun niet uitspreken
voor 3,5% voor defensie." Dan zit ik dus weer met iemand aan tafel —
zoals ik dat onlangs ook deed — die gewoon geen zin heeft om zich in te
zetten voor onze veiligheid, nationaal en internationaal. Dat zijn dan
de feiten. Dus zeg ik: we hebben straks verkiezingen. Dan gaan we weer
kijken. De vraag van mevrouw Bikker hoe ik terugkijk, is heel fair. Voor
het antwoord daarop heb ik even tijd nodig maar daar kom ik sowieso bij
haar en bij de rest van Nederland op terug. Dat is logisch. Maar het
verschil is: met de coalitie had ik afspraken gemaakt waar ik op terug
kon vallen en dit gaat over de toekomst, terwijl je die afspraken nog
niet hebt. Het is niet zo dat ik denk "die wel en die niet". Het lijkt
me allebei geen feestje, kan ik u zeggen.
De voorzitter:
Ik wil korte vragen en korte antwoorden. Ik denk dat een hoop al gezegd
is.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Voorzitter, ik ga mijn best doen. Still confused but on another level.
Ik zal dat even vertalen voor mevrouw Van der Plas. Ik ben nog steeds
enigszins verbaasd, maar ... Mevrouw Van der Plas vroeg vanuit de
bankjes "mag ik een vertaling?" en licht nu van alles toe, maar daarover
hebben we het later wel. Hoe dan ook, voor mij geldt "ik ben nog steeds
verbaasd, maar op een ander niveau", zeg ik speciaal voor mevrouw Van
der Plas en voor ons allemaal.
De voorzitter:
Ter zake.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Terug ter zake. Hoezo "Wilders is linkser dan die kant van de Kamer, op
de SP na, als het gaat om het steunen van defensie of om het opbouwen
van de economie"? Ik heb dat niet gezien. Ik snap de keuzes van de VVD
op dit punt echt voor geen meter en ik zou zeggen: juist het vrolijke
midden heeft de laatste tijd laten zien, ook als er wind tegen is en dit
land gepolariseerd is, dat wij daar stevig voor gaan. Kom op, trek een
been bij en word verantwoordelijk!
De voorzitter:
Kort antwoord.
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Ja, heel kort. Het is natuurlijk niet zo dat het VVD-keuzes zijn. Het is
de kiezer die kiest. Vervolgens ga je kijken wat daar uitgekomen is, wat
de kiezer heeft gezegd, wat mijn rol daarin is en of ik daar mijn plek
in kan vinden. Dat is hoe dit allemaal werkt. Het is dus straks aan de
kiezers om te zeggen welke wind ze hier in Nederland willen hebben. Ik
denk dat de kiezer wederom zal vragen om een midden-rechtse stroming. Ik
hoop dat we daar straks een meerderheid voor krijgen, met inderdaad
mensen die de verantwoordelijkheid willen nemen en ook dragen voor een
stabiel bestuur.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Korte vraag. Denkt mevrouw Yeşilgöz dat de kiezer op z'n achterhoofd
gevallen is? Dat denkt ze niet. Denkt ze dan misschien dat de kiezer het
zo druk heeft dat die niet doorheeft dat mevrouw Yeşilgöz maar met één
ding bezig is, namelijk uitstralen dat zij de volgende premier van
Nederland kan worden? Ze is immers zo voor de veiligheid! Denkt zij dat
de kiezer even vergeten is dat mevrouw Yeşilgöz en de heer Rutte het
vorige kabinet lieten klappen op een gezocht thema, leugens ook nog
eens, nareis op nareis, overdrijving op overdrijving, in de hoop dat de
verkiezingen over migratie zouden gaan en dat de VVD de grootste zou
worden? Dat lijkt me een strategische misrekening; misschien kan je dat
een keer toegeven. Maar vervolgens heeft de VVD door die strategische
misrekening Wilders extreem groot gemaakt. De huidige demissionair
minister van Defensie was de eerste die erover begon: we moeten
samenwerken met Wilders. Het was allang bekend dat hij een Poetinvriend
was. Daar spreekt mevrouw Yeşilgöz nú schande over. Ze heeft het nú
over: "in deze tijden", "veiligheid" en "het belang van Nederland". Ze
is gewoon willens en wetens in een coalitie gestapt, nadat ze Wilders
zelf groot had gemaakt, met iemand op wie je niet kan rekenen in de
strijd tegen het dictatoriale regime van Poetin in Rusland en de inval
in Oekraïne. Denkt mevrouw Yeşilgöz misschien dat als ze zich maar laat
fotograferen in een keurig wit bloesje met een straaljager op de
achtergrond, heel Nederland dan gelooft dat de veiligheid bij haar in
goede handen is, terwijl ze voor haar eigen belangen bereid is om
Wilders groot te maken en in een coalitie met hem te stappen, terwijl ze
daar zelf haar zorgen over uit omdat hij met Poetinvrienden op het
podium staat?
Nou, en dan trekt ze dit gezicht. Denkt ze dat de kiezer daar intrapt?
Want dit krijgen we altijd als je moeilijke vragen stelt.
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Goed. Welkom terug, mevrouw Ouwehand. Ik heb u gemist.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Ja, en deze zucht. Dank je wel.
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Dat was 'm.
De voorzitter:
U mag nog een vraag stellen, mevrouw Ouwehand.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Ik krijg geen antwoord, geloof ik. Dit is het?
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Dit is het, ja.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Oké, oké. Nou, dan denk ik dat de kiezer genoeg heeft gezien.
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Ja, dank u wel. Dat denk ik ook.
De heer Van Baarle (DENK):
Mevrouw Yeşilgöz had het erover dat zij pal staat voor de liberale
kernwaarden van jezelf kunnen zijn en dat zij gelooft dat er in de
afgelopen tijd niks is gebeurd in de regering en in de coalitie dat die
kernwaarden zou hebben geschonden. Alleen al in de afgelopen periode
heeft Wilders gezegd dat de islam een gevaarlijke ideologie is en dat er
minder islam moet zijn. Mevrouw Yeşilgöz wist dondersgoed dat de heer
Wilders de Koran wilde verbieden en moskeeën wilde sluiten. Als je hier
pretendeert te staan voor jezelf kunnen zijn, maar tegelijkertijd gewoon
samenwerkt met een politieke partij die dit soort verschrikkelijke
dingen zegt over meer dan 1 miljoen Nederlandse moslims en het ook nog
betreurt dat die samenwerking is gestopt, dan vraag ik mevrouw Yeşilgöz:
dan ben je toch geen liberaal, maar een nepliberaal, die geen haar beter
is dan de PVV van Wilders?
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Wij hebben met deze coalitie een hoofdlijnenakkoord gesloten. Daar
hebben we onze liberale basiswaarden in kunnen verankeren. Daar hebben
ook andere partijen overigens heel goed aan bijgedragen. Vervolgens zijn
we daarmee aan de slag gegaan. Wat politieke leiders of Kamerleden in de
Kamer zeggen, wat voor politiek debat zij voeren … Het is uiteraard vaak
niet mijn tekst. Ik zeg "uiteraard", want ik hoor bij de VVD. Ik heb dus
veel meningsverschillen met andere partijen. Zoals het hoort in een
democratie, ga je vervolgens met elkaar het debat aan. Ik ben
verantwoordelijk voor wat dit kabinet doet, voor wat ik heb afgesproken.
Daar zijn de liberale basiswaarden over onze vrijheid en veiligheid
ongelofelijk goed in verankerd. Daar ben ik zeker trots op.
De heer Van Baarle (DENK):
Er is helemaal niks verankerd in wat mevrouw Yeşilgöz en de VVD in de
afgelopen periode hebben gedaan door gewoon te accepteren dat er
ministers in het kabinet zaten die de racistische omvolkingstheorie
hebben verspreid, dat binnen de coalitie gezegd werd dat de islam een
gevaarlijke ideologie is, dat er minder islam zou moeten zijn, en dat er
gewoon openlijk gepleit wordt voor maatregelen tegen het geloof van meer
dan 1 miljoen Nederlandse moslims. Mevrouw Yeşilgöz heeft haat normaal
gemaakt, heeft haat in de macht gebracht en heeft haat in de regering
gezet. Ik vraag aan mevrouw Yeşilgöz om daar verantwoording voor af te
leggen, want ik heb de afgelopen tijd geen enkele keer van de VVD
gehoord dat ze daartegen in verzet kwamen. Ze hebben het allemaal
geaccepteerd, over de rug van meer dan 1 miljoen Nederlandse moslims. Ik
vind dat cynische, schaamteloze politiek, die er alleen maar op
gebaseerd is om in vak K te kunnen zitten over de rug van mensen in
Nederland.
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Mijn antwoord is drieledig. Ten eerste. Ik heb net geprobeerd om het
inhoudelijk te beantwoorden, gewoon door de interruptie serieus te
nemen, zoals dat hier uiteraard hoort.
Vervolgens neem ik er aanstoot aan dat de heer Van Baarle altijd doet
alsof hij namens 1 miljoen moslims spreekt. Ik kan hem verzekeren dat
dat niet zo is. Dat zijn allemaal Nederlanders die zelf kunnen bepalen
op wie ze stemmen en tot welke stroming ze behoren. Er zitten
ongelofelijk veel liberalen tussen, die niks moeten hebben van de
politiek van DENK. Dus misschien moet hij daar een beetje in matigen,
want ik weet dat mensen er echt last van hebben dat de heer Van Baarle
met zijn gedachtegoed doet alsof hij al die mensen vertegenwoordigt. Dat
is niet aan de orde.
Ten derde. Ik heb eerder gezegd ... Daarom heb ik me bij de eerste
interruptie bewust ingehouden en inhoudelijk antwoord gegeven, omdat ik
niet sleets wil worden en het continu hiernaartoe terug wil brengen. Het
doet mij wat dat DENK elke keer denkt een punt te kunnen maken van het
feit dat zij vinden dat anderen racistisch zouden zijn, terwijl DENK de
partij is die hier Kamerleden racistisch heeft bejegend, terwijl DENK de
partij is die ervoor heeft gezorgd dat mensen in onveiligheid leefden
door wie ze zijn, door hun identiteit, door waar ze geboren zijn. DENK
is de partij die in dit huis haatdragende leuzen wil kunnen
vertegenwoordigen en uiten. DENK is de partij die een verdienmodel heeft
gemaakt van mensen uitsluiten, aanwijzen en er vervolgens voor zorgen
dat zij in onveiligheid leven. DENK heeft meerdere malen in de
bestaansgeschiedenis van DENK aangegeven: maar nu doen we het anders. Ik
constateer tot en met vandaag dat dit allesbehalve waar is. U wast het
iets beter wit, maar u doet het nog steeds.
De heer Van Baarle (DENK):
Allereerst: ik heb nooit gepretendeerd voor welke groep in Nederland dan
ook te spreken. Dat heb ik nooit gepretendeerd. Wat ik constateer is dat
mevrouw Yeşilgöz door samen te werken met de PVV, die de meest
verschrikkelijke standpunten heeft over de islam en Nederlandse moslims,
de rechten van moslims in Nederland bij het grofvuil heeft gezet in ruil
voor de macht. Dan kan mevrouw Yeşilgöz met allemaal verwijten in de
richting van mij komen, maar DENK werkt niet samen met racisten in dit
parlement. Dat doet mevrouw Yeşilgöz. DENK werkt niet samen met
moslimhaters en islamhaters in dit parlement. Dat doet mevrouw Yeşilgöz.
DENK werkt niet samen met mensen die de omvolkingstheorie, een
racistische theorie van de nazi's, verspreiden. Dat doen mevrouw
Yeşilgöz en de VVD. Leid de aandacht daar niet vanaf. Ga u schamen. Ga u
schamen voor de manier waarop u haat in dit land, in de regering heeft
gebracht en heeft genormaliseerd.
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Dan ga ik toch iets terug, niet zo heel ver trouwens, in de tijd. DENK
hoeft niet samen te werken met anderen. DENK doet het zelf. DENK is
degene die hier, voor camera's van buitenlandse televisiezenders, zegt:
"Weet je bij wie je eens verhaal moet gaan halen? Bij dat Kamerlid en
dat Kamerlid en dat Kamerlid." Hij noemt vervolgens vijf Kamerleden die
allemaal niet in Nederland zijn geboren, maar die toevallig in Turkije
zijn geboren, en hij zegt in de camera tegen al die mensen: je moet eens
verhaal halen, want zij zijn degenen die voor een motie hebben gestemd
om de Armeense genocide te erkennen; hoe kunnen ze dat, hoe durven ze
dat, terwijl ze in Turkije zijn geboren?
DENK zegt dus tegen Kamerleden, Nederlandse parlementariërs: gedraag je
naar je kleur en anders weet ik je te vinden. En dat werkt ook zo.
Vervolgens werden die vijf Kamerleden, waar ik er één van ben, jarenlang
bedreigd door de achterban van DENK. Hoe weet ik dat? Het werd nogal
helder gezegd. Ik kon in mijn eigen stad niet vrij over straat. DENK
weet dat. Ik heb het gemeld. Ik heb het gezegd. Ik heb gezegd dat hij
misschien eens richting zijn achterban moet zeggen: jongens, dit hebben
we niet zo bedoeld. Nooit gebeurd. Dit is één voorbeeld. Ik kan fast
forward naar nu en ik kan het vervolgens hebben over de gedachten van
DENK, over hoe men bij DENK kijkt naar Joden, naar Joden hier in
Nederland.
We kunnen dit verhaal rondmaken. Ik kom niet op voor het gedachtegoed
van de PVV. De heer Wilders weet dat ik daar helemaal niks mee heb. Ik
heb op papier afspraken gemaakt en daar houd ik iedereen aan. Iedereen
kan mij deze vragen stellen. Als DENK nou dacht, als de heer Van Baarle
nou dacht dat hij deze broek kon aantrekken: die tijd is echt nooit
geweest.
De heer Stoffer (SGP):
Mevrouw Yeşilgöz krijgt nogal de vraag: gaat u na de verkiezingen nog
eens met de PVV in zee? Ik werd wel getriggerd door het interruptiedebat
tussen de heer Bontenbal en mevrouw Yeşilgöz, waarbij gezegd werd:
mevrouw Yeşilgöz weet dat ze straks met de heer Timmermans in gesprek
moet na de verkiezingen. Tja, ik concludeer: bij een stem op Bontenbal
krijg je Timmermans erbij. Mijn vraag aan mevrouw Yeşilgöz: krijg je bij
een stem op mevrouw Yeşilgöz ook de heer Timmermans erbij?
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Nee, absoluut niet. Ik vond het een hele goede interruptie.
De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
Ja, zo hoor je nog eens wat! Mevrouw Yeşilgöz is ook van het weekend
heel helder geweest over het optreden van de heer Wilders met
"Poetinvrienden"; dat waren de woorden van mevrouw Yeşilgöz, als ik me
niet vergis. De heer Wilders deelde het podium met mensen die zonder
enige reserve omvolkingstheorieën verspreiden, die steun aan Poetin
uitspreken, die graag vandaag nog Oekraïne zouden laten vallen et
cetera, et cetera, et cetera. Dat deed de heer Wilders vorig jaar ook.
Toen is het mevrouw Yeşilgöz misschien iets minder opgevallen, want ik
heb haar daar toen geen veroordeling over horen uitspreken. Maar het is
in mijn analyse wel duidelijk dat de veiligheid van Nederland bij
Wilders niet in goede handen is als hij met dit soort mensen op een
podium staat.
Mijn vraag aan mevrouw Yeşilgöz is dan ook deze. Zij bekritiseert
GroenLinks-Partij van de Arbeid voor onze positie op veiligheid. Mevrouw
Yeşilgöz weet heel goed dat we alles rond Oekraïne steunen. Ik zal
straks ook een uitspraak van de Kamer vragen over een veiligheidsplan
van het kabinet. Het kabinet weet ook dat als het om de nationale
veiligheid gaat, ze op GroenLinks-Partij van de Arbeid kunnen rekenen.
Ik heb maandag een rapport geschreven waarin ik de toekomst van onze
defensie schets. Ik wil dat in de aandacht van de fractie van mevrouw
Yeşilgöz aanbevelen, omdat dan misschien niet al te kort door de bocht
wordt beweerd dat GroenLinks-Partij van de Arbeid geen steun zou
verlenen aan wat nodig zal zijn in het verband van de NAVO. Daar zullen
we zeker steun aan verlenen. Maar nu u toch zo aan het overwegen bent of
u wel of niet de deur naar Wilders open moet laten, is mijn vraag of
gezien dit cruciale vraagstuk van de nationale veiligheid — we zijn
sinds het einde van de Koude Oorlog niet zo bedreigd als nu door Poetin
— dit niet ook een gamechanger is voor mevrouw Yeşilgöz … Sorry, mevrouw
Van der Plas. Betekent dit niet ook een verandering van koers waardoor
je echt moet concluderen: Wilders kunnen we niet meer aan de macht
laten, want dat is een bedreiging van onze nationale veiligheid?
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Ik vond de interruptie van de heer Timmermans richting de heer Wilders
zojuist, over afgelopen weekend en het congres, terecht. Daar heb ik me
zelf ook over uitgelaten. Wellicht had ik dat ook eerder moeten doen.
Dat delen we dus. Ik vind dat je zeker in deze tijd ongelofelijk
kritisch moet zijn op met wie je je inlaat. Je ziet dat Poetin onze
veiligheid op dit moment echt bedreigt in Nederland en hij doet dat
direct. Ik gaf net bij een van de interrupties ook aan dat er een reden
is geweest dat wij bij deze onderhandelingen als VVD — dat geldt
overigens ook voor andere partijen — veiligheid een ongelofelijk
belangrijk onderwerp vonden. Wij wilden graag dat wij daar de ministers
op hadden, Defensie en Justitie en Veiligheid. Daar hebben wij hele
concrete afspraken over gemaakt en we hebben deze coalitie ook aan die
afspraken gehouden. Ik kan met geen enkele collega in welke coalitie en
samenwerking dan ook alle aspecten van het leven vervolgens gaan
beheersen en zorgen dat diegene alles doet zoals ik het zou doen. Zo
werkt een democratie niet, en een liberaal al helemaal niet.
Ik heb dus aan de voorkant alles verankerd en vastgelegd, maar ik heb
het ook gezien en ik heb het ook geconstateerd. Dat is waarom ik ook
heel eerlijk antwoord. Als je alles optelt, moet je het ook gewoon zelf
weer afwegen. Ik snap en vind het superterecht dat in zo'n debat die
vragen komen, maar ik zal dat echt eerst zelf moeten doen met mijn club:
hoe gaan we hiermee om? Onze internationale en nationale veiligheid
staat voor de VVD echt op nummer één.
De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
Ik wil alleen maar zeggen dat met alle grote verschillen in keuzes die
we maken voor onze samenleving, hoe we de lusten en de lasten eerlijk
verdelen, hoe we de toekomst zien, tussen GroenLinks-Partij van de
Arbeid aan de ene kant en de VVD aan de andere kant, veiligheid niet een
onderwerp is dat ons sterk verdeelt. Ik roep mevrouw Yeşilgöz dus ook op
om te zien dat wij daarbij ook een grote verantwoordelijkheid voelen
voor onze internationale positie, voor onze veiligheid en dat heel breed
willen invullen, met sterkere defensie, meer geld voor diplomatie en
meer geld voor ontwikkelingssamenwerking. Zo maken we Nederland
veiliger. Op dat punt bied ik graag samenwerking aan.
De voorzitter:
Helder. Kort.
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Die neem ik ook graag aan, maar er is een reden waarom ik onder andere
naar die motie van gisteren verwijs. Laten we daar dan nog een keer naar
kijken, want dat zijn wel de momenten dat je je inzet, dus er niet
alleen maar over praat, maar ook wilt leveren. De defensiemotie.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Ik wil even een persoonlijk feit maken of een punt van orde, zo u wilt.
De heer Timmermans deed net een beetje denigrerend toen hij het woord
"gamechanger" zei, want hij keek naar mij en zei "sorry, mevrouw Van der
Plas". Dit tekent de arrogantie, het dedain en het veraf staan van de
samenleving. Want wat doe ik? Engelse woorden of afkortingen hier
gebruiken. Wij vinden dat er ook mensen in Nederland zijn die de Engelse
taal niet machtig zijn en niet weten wat die woorden betekenen. Daarom
pleiten wij er altijd voor om zo veel mogelijk in het Nederlands te
doen. Dat is waarom ik tegen mevrouw Bikker zei: vertalen. De heer
Timmermans denkt dat ik dat doe omdat ik het zelf niet wil, maar ik doe
dat voor mensen die gewoon de Engelse taal niet goed kunnen of überhaupt
moeite hebben met taal en überhaupt moeite hebben met dingen te
begrijpen. We hebben ook contact met mensen die het gewoon heel fijn
vinden dat dingen heel simpel worden uitgelegd, omdat ze graag politiek
willen volgen, maar vanwege bijvoorbeeld een verstandelijke beperking
dat niet kunnen. Het is arrogant. Het is een enorm veraf staan van de
samenleving als je zo'n opmerking richting mij maakt. Dat wilde ik hier
wel even gezegd hebben.
De voorzitter:
No problem. De heer Jetten.
De heer Jetten (D66):
Ik kan me voorstellen dat ook de voorzitter inmiddels een beetje melig
aan het worden is. Het is u vergeven.
Voorzitter. Mevrouw Yeşilgöz heeft heel duidelijk aangegeven in dit
debat dat ze geen spijt heeft van het feit dat zij deze coalitie zijn
aangegaan. Ze gebruikt — dat begrijp ik — wel echt hele harde woorden
over het gedrag van de heer Wilders de afgelopen dagen. Mevrouw Yeşilgöz
vindt Wilders superonverantwoordelijk. Ze vindt dat Wilders alle kiezers
keihard heeft laten vallen en in de steek heeft gelaten, dat hij een
smoes heeft gebruikt om het kabinet te laten klappen en dat hij
onvolwassen is. Eigenlijk vinden we, misschien wel samen, dat hij zich
als leider van de grootste partij een beetje als een kleuter heeft
gedragen. Toch is uw conclusie nu dat u nog moet nadenken of in een
volgende ronde een samenwerking tussen de VVD en de PVV er nog in zit.
Mijn vraag zou zijn: wat gaat voor de VVD de doorslag geven?
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Dat is niet één ding. Daar ben ik ook heel eerlijk in. Ik vind het een
heel zwaar besluit. Dat geldt volgens mij voor iedereen, maar de een is
er wat sneller uit dan de ander. Ik zit sinds 24 uur in deze situatie.
Dat is de reden waarom ik iets meer tijd nodig heb. Ik vind het iets
heel zwaars, zoals wij dat met z'n allen vinden, om te zeggen dat je een
partij uitsluit. Volgens mij zit in essentie niemand daarop te wachten.
In een democratie hoort dat niet. Dus als je dat doet, dan is dat een
hele grote, zware stap. Ik heb twee of drie jaar geleden, wanneer de
verkiezingen ook waren — het zijn bijzondere tijden geweest —
aangegeven: nieuwe rondes, nieuwe kansen; er zijn heel veel nieuwe
leiders. Ik vind dat we eigenlijk iedereen een kans moeten geven. Ik zie
ook dat het met de samenstelling waarin we de afgelopen jaren vaak in
coalities zaten heel moeilijk is om dingen te bereiken die wij als VVD
willen. Dus ik zet daarin een stap.
Maar ja, de heer Jetten heeft gelijk: als je dan kijkt hoe die stap
geëindigd is, eigenlijk op dezelfde manier als in 2012 … Het is niet
onvoorzien. Je had gewoon echt een verschil van inzicht, dat we hier
hadden kunnen uitleggen, dat wij zelf hebben meegemaakt. Dat is ook
vervelend en dat is ook geen lekker verhaal, maar dat past in een
democratie. In mijn ogen kan je dat uitleggen. Als je het met z'n allen
eens bent, maar iemand zegt dat het hem niet boeit en dat hij toch
wegloopt, dan moet ik daar even van bijkomen, omdat je zo hard wegloopt
van een verantwoordelijkheid die zo zwaar is, in een tijd met een
oorlog, een potentiële economische crisis en alle problemen in ons land
waar het de hele middag al over gaat. Dat moet ik herijken. Dus het is
niet één ding. Het is niet: als hij dit doet of als hij dat zegt … Daar
gaat het allemaal niet om. Maar het is gewoon een heel zwaar besluit om
die reden. In een democratisch proces wil je dat eigenlijk niet.
De heer Jetten (D66):
Het gaat volgens mij niet zozeer om het uitsluiten van kiezers. Het gaat
om duidelijk maken dat je met bepaalde partijen of bepaalde politieke
leiders niet in een coalitie gaat zitten, omdat je weet dat ze
onverantwoordelijk zijn, onbetrouwbaar zijn en niet de
verantwoordelijkheid aankunnen van het maken van grote keuzes voor het
landsbestuur. Ik hoop dat de VVD zich niet drie keer aan dezelfde steen
gaat stoten. We hebben 2012 gehad: Wilders liep weg. We hebben het nu
gezien: Wilders loopt weg. Het land snakt nu zo erg naar samenwerking in
de volle breedte. Natuurlijk, op een dag als vandaag worden grapjes
gemaakt — ik moet soms ook wel lachen, hoor — over het gezellige
christelijke midden of over hoe links en verschrikkelijk ze wel niet aan
die kant zijn. Maar er zitten nu ook mensen thuis mee te kijken. Zij
vragen zich toch af: gaan we op korte termijn de defensie versterken
zodat we Europa veilig houden? Gaan we die bouwbevriezing definitief
schrappen en zorgen dat er meer woningen bijkomen? Gaan we die economie
klaarmaken voor de opkomst van AI, zodat we hier over tien jaar ook nog
geld verdienen? Dat vraagt om politiek leiders die bereid zijn om samen
te werken en er vol voor te gaan. Dat kan met een nieuwe generatie
politiek leiders. Dat kan niet als u, mevrouw Yeşilgöz, nog een keer de
deur openzet voor Wilders, want dan geeft u weer ruim baan aan een
politiek van haat en uitsluiting.
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Ik denk — dat zei ik ook in mijn eigen verhaal — dat het inderdaad heel
belangrijk is dat we samenwerken. Daarvoor hoeven we niet te wachten tot
na de verkiezingen, want er liggen een heleboel voorstellen op de plank
die nu eigenlijk geen vooruitgang konden vinden. Daar gaan we wat mij
betreft heel hard aan werken. Ik hoop op meerderheden. Dat betekent per
definitie: buiten de drie partijen die nog in de coalitie zitten. Ik
denk uiteindelijk dat in ieder geval bij de vorige verkiezing, en ik
vermoed ook bij de volgende verkiezing, de kiezer zich grotendeels heeft
uitgesproken en zal uitspreken voor een centrumrechtse koers. Ik zou
heel graag willen bekijken hoe je dat voor elkaar krijgt. In de volle
breedte samenwerken op onderdelen is goed, maar het gaat er ook om wat
de kiezer zegt, wat bepalend is voor de koers die men daarop graag zou
willen zien. Op het moment dat dat een centrumrechtse koers is, moet je
met elkaar bekijken hoe je dat voor elkaar krijgt. Dus het gaat
uiteindelijk over wat de kiezer zegt en hoe wij daarmee omgaan. Dat
wordt de puzzel voor de komende tijd.
De voorzitter:
Daar zien we naar uit. We gaan luisteren naar mevrouw Van Vroonhoven,
Nieuw Sociaal Contract.
Mevrouw Van Vroonhoven (NSC):
Voorzitter. Politiek heeft ook zo zijn lelijke kanten. Gisteren hebben
we daar een voorbeeld van gezien. Het is onnodig en onverantwoord
geweest om uit dit kabinet te stappen, om Nederland nu in de steek te
laten. Dat had niet gehoeven. Met dit kabinet hadden we een unieke kans
om migratie over de volle breedte aan te pakken. Dan heb je het wat ons
betreft over de arbeidsmigratie, studiemigratie en ja, ook over de
asielmigratie. Dat was nodig ook. Er wordt in de grote steden soms niet
meer je eigen taal gesproken. Starters kunnen geen huis meer vinden. In
Ter Apel loopt het allemaal vast. Verbetering is echt
noodzakelijk.
Met arbeidsmigratie en studiemigratie zijn we al ongelofelijk goed op
streek. Er zijn ook al concrete resultaten geboekt. Kijk naar de
arbeidsmigratie. De eerste migratiewet komt van dit kabinet, van onze
minister van Sociale Zaken, juist om die malafide uitzendbureaus aan te
pakken. Kijk ook naar het Engelse taalgebruik op de universiteiten. Door
dat in te perken, zie je dat de instroom van internationale studenten al
aanzienlijk is teruggenomen. Met stabiel beleid kun je
migrantenproblemen aanpakken, niet met loze woorden.
Voorzitter. Ik zag bij sommige partijen na de kabinetsval opgebeurde
gezichten. "Hèhè, fijn dat de PVV weg is." Daarover zeg ik: een partij
kan het kabinet verlaten, maar de zorgen die daaronder zitten, de zorgen
van de mensen die op de PVV gestemd hebben, blijven dan. De afgelopen
tien jaar is de migratie historisch hoog geweest. De afgelopen twintig
jaar zijn er veel te weinig huizen bijgebouwd. De afgelopen 30 jaar
heeft de Nederlandse overheid de burgers als cliënten gezien, die
gewantrouwd werden en gecontroleerd moesten worden. Deze zorgen van de
Nederlanders blijven wel. Nederland kan zich daarom geen stilstand
veroorloven.
Ik zag op veel dossiers dat het kabinet belangrijke stappen aan het
zetten was. De armoedecijfers zijn flink aan het dalen. Ze zijn
historisch laag. Er is zelfs een afname geweest van 20% van het gebruik
van de voedselbank. De verhoging van het kindgebonden budget heeft daar
deel van uitgemaakt. Ook het minimumjeugdloon gaat omhoog. Daardoor
kunnen we de mbo'ers goed helpen.
Nu moeten we blijven doorpakken, met name op de onderwerpen die zien op
bestaanszekerheid van mensen, wonen, toeslagen, schadeafhandeling in
Groningen, en de aanpak van de WIA, waar we bij de Voorjaarsnota zo voor
geknokt hebben. Maar we moeten ook blijven trekken aan de weerbaarheid
van Nederland en haar burgers op het gebied van veiligheid en economie.
We kunnen het ons niet veroorloven om Nederland vleugellam te maken. Met
die onderwerpen moeten we echt doorgaan, zou ik zeggen.
Wat we wel achter ons moeten laten, is de manier van politiek bedrijven.
Want laat ik het maar heel eerlijk zeggen: de manier van politiek
bedrijven in deze samenwerking, was soms echt verschrikkelijk. Rellen,
roddelen, retweeten: het gebeurde absoluut te vaak. Dit is geen manier
van politiek bedrijven die bij ons past. Dit is ook niet de manier van
samenwerken die we zoeken. Wat voor mij wel werkt, is overleggen,
luisteren en elkaar ook dingen gunnen. Dat laatste heb ik zo ontzettend
gemist. Als je dat niet in ogenschouw neemt, breng je Nederland niet
verder.
Tot slot wil ik mij richten tot de afgetreden kabinetsleden. Ze zitten
er niet meer. Maar de politiek heeft ook een mooie kant. De mooie kant
is dat mensen zich geroepen voelen om verantwoordelijkheid te nemen en
zich voor dit land in te zetten, welke kleur ze ook hebben en waar ze
het ook voor doen. Daar dank ik ze van harte voor.
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel. Een vraag van de heer Bontenbal.
De heer Bontenbal (CDA):
Ik had beloofd deze vraag ook aan mevrouw Van Vroonhoven te stellen. In
haar eerste reactie zei ze bij een talkshow namelijk: ik heb al die
punten eerder van tafel gekegeld. Dat was omdat een deel niet kon of
omdat het inderdaad eerder al van tafel was geveegd. Later heeft u het
verhaal gehouden dat jullie er eigenlijk prima mee konden leven. Dat
zijn volgens mij twee verschillende verhalen. Welk verhaal is het nou?
Ik denk dat we eerlijk moeten zijn als het gaat om dit soort
onderwerpen.
Mevrouw Van Vroonhoven (NSC):
Ik ga u dat zeggen. Toen de heer Wilders in Nieuwspoort zijn plannen
presenteerde, was er voor ons niet veel nieuws bij. Ik heb het
hoofdlijnenakkoord voor u meegenomen, want ik wist dat u me die vraag
zou stellen. Pagina 4, 5, 6 en 7 van het hoofdlijnenakkoord staan vol
met die asielmaatregelen. Dat biedt echt voldoende ruimte. Ik heb die
voorstellen inderdaad ook voorbij zien komen, ook later dat najaar in
het Catshuis. De manier waarop de heer Wilders dat zei in Nieuwspoort
was vrij staccato en vrij hard. Dat zei hij op een manier waardoor ik
dacht: weet je, op deze manier kunnen wij daar niet klakkeloos mee
akkoord gaan. Die bewoordingen had ik al eerder gehoord. Als ik zeg
"weggekegeld", dan bedoel ik echt de manier waarop hij dit soort
voorstellen doet. Bovendien heeft de PVV een eigen asielminister. Je kan
een nota van wijziging doen, je kan amendementen indienen. Wat zou de
meest nette manier zijn om dit soort voorstellen in te brengen? Dan
kunnen we het daar met elkaar over hebben. En nogmaals, over die tien
punten heb ik uitdrukkelijk gezegd: "Ik wil er niet een voor een over
onderhandelen, want het gaat om het geheel. Breng het over naar uw eigen
minister, dan kan zij het in normale termen formuleren, kan ze het ook
beargumenteren en dan kunnen we er verder over praten."
De heer Bontenbal (CDA):
Over de werkwijze van de PVV zijn wij het eens. Maar ik vind toch wel
dat u nu geen duidelijk onderscheid maakt tussen het proces dat u wilde
ingaan en de inhoud van die maatregelen. En NSC heeft zich ook steeds
gepresenteerd als een partij die de democratische rechtsstaat overeind
wilde houden. Er zit een aantal maatregelen in dat pakket, dat u
inderdaad eerder heeft weg gekegeld omdat die niet konden, omdat ze niet
pasten binnen de rechtsstaat of binnen internationale verdragen. Die
internationale verdragen wilde u overeind houden. Dus mensen na veertien
weken uit een azc zetten en op straat gooien als er geen onderdak is,
strijdt gewoon met de verplichting van de Staat om mensen te huisvesten,
zeker als je zelf de asielketen niet op orde brengt. Over acute
grenscontroles heeft de rechter inderdaad ook al iets gezegd. En zo kan
ik nog een aantal maatregelen noemen die op het eerste gezicht
begrijpelijk lijken, want we willen allemaal meer grip op migratie, maar
waar u later op gestrand zou zijn. Is het dan niet eerlijker om nu al te
zeggen dat een aantal van die maatregelen gewoon inhoudelijk niet konden
en dat u die inhoudelijk ook niet wilde steunen? Dat zou eerlijker
geweest zijn dan een procesje te verzinnen met een motie, zodat dat in
de uitwerking zou stranden. En ik snap die truc, want die wordt hier
vaak uitgehaald, maar het is niet het meest faire naar je kiezers.
Mevrouw Van Vroonhoven (NSC):
Ik denk dat als je het hebt over migratiebeleid, dit een punt is waarop
wij en het CDA uit elkaar lopen, dat wij net een slagje verder durven te
gaan dan het CDA. We hebben dat hoofdlijnenakkoord met die vier pagina's
en 58 punten opgesomd. Die gaan hartstikke ver. Binnen dat
hoofdlijnenakkoord kan heel erg veel. En binnen dat hoofdlijnenakkoord
had ik graag gezien dat de heer Wilders zijn plannen integraal bij zijn
eigen minister had gelegd, want dan hadden we dat uit kunnen werken, op
een nette manier, in nette bewoordingen, met een goede toelichting, wat
inderdaad ook paste binnen de rechtsstaatverklaring waar u en ik zo
ontzettend aan hechten.
De heer Bontenbal (CDA):
Ik vind het een beetje gek dat er nu op het verschil met het CDA wordt
gewezen. De wetsbehandeling kwam nog en ik had precies voorbereid om u
te gaan vertellen op welke punten we mee zouden kunnen en op welke niet.
Het punt is: wilde u zich buiten de randen van de rechtsstaat
begeven?
Mevrouw Van Vroonhoven (NSC):
Nee.
De heer Bontenbal (CDA):
Als u dat niet wilde, dan zijn er een aantal maatregelen waar u zelf dan
ook moeite mee zou moeten hebben. Als u bijvoorbeeld weet dat een wet
twee weken na ingang zou stranden omdat de rechter er een streep
doorheen zou zetten, zou uw fractie dat ook niet willen. Voor een aantal
maatregelen van die tien zou dat kunnen gelden.
Mevrouw Van Vroonhoven (NSC):
Dat is een van de dingen ...
De heer Bontenbal (CDA):
Maar is het dan niet meer fair om toe te geven dat van die tien punten
van Wilders misschien een deel al wel kon, maar een deel ook niet? En
het is lastig om dat tegen de kiezer te zeggen — "tegen de burger", zou
collega Dijk mij toefluisteren — of tegen mensen, maar u had daar ook
ongemak mee. Eerlijk tegen de kiezer zeggen "van die tien punten konden
wij niet alles meemaken", is denk ik eerlijker. En dat is namelijk wel
waar u in het proces op uit was gekomen: als u de rechtsstaat had willen
bewaren, had u een aantal maatregelen niet kunnen accepteren, omdat ze
strijdig zijn met de rechtsstaat zoals we die hebben.
Mevrouw Van Vroonhoven (NSC):
Nou, dat is precies de manier waarop wij om moeten gaan met de woorden
die de heer wilders kiest, ook in het tienpuntenplan zoals hij dat in
zijn persconferentie heeft gepresenteerd. Neem je die woorden, zoals hij
ze presenteert, met een korreltje zout, of zijn dat maatregelen zoals ze
voorliggen? Daarom ook onze argumentatie. We zeiden: "Hevel de
voorstellen die u hebt, die u eigenlijk zo ongezouten nu op tafel legt,
over naar het kabinet; maak daar voorstellen van die houdbaar zijn en
kunnen, waar we inhoudelijk met z'n allen mee verder kunnen, zodat we
inderdaad met elkaar de migratie kunnen inperken en er grip op kunnen
krijgen, dan kunnen we er wat mee." Maar zoals ze in Nieuwspoort werden
gepresenteerd, konden we er echt helemaal niks mee.
De heer Bontenbal (CDA):
Mevrouw Van Vroonhoven is nu uit deze coalitie. Waarom heeft u dat dan
ook niet duidelijk gezegd? Gewoon: "Een heel aantal maatregelen van die
tien punten, daar kunnen we niks mee." Wat u feitelijk heeft gedaan, is
een proces hier wegzetten en dan zeggen: eigenlijk vonden we het
allemaal oké.
Mevrouw Van Vroonhoven (NSC):
Nee.
De heer Bontenbal (CDA):
Maar ik weet zeker dat als wij een debat hebben over die tien
maatregelen en we ze punt voor punt langsgaan, bij meerdere maatregelen
bij de NSC-fractie een rode vlag omhooggaat. Dat weet ik zeker. En dat
weet u ook. Zeg dan gewoon eerlijk: "Een deel konden wij niet meemaken
en dat gaan we eerlijk aan mensen thuis uitleggen. Niet alles wat goed
lijkt, is het ook, of stuit gewoon tegen grenzen. Wij zijn een partij
die zich voor de rechtsstaat inzet."
Mevrouw Van Vroonhoven (NSC):
Hé, hé, hé! Wij zijn dat natuurlijk ook. Ik heb de heer Wilders de
afgelopen anderhalf jaar heel goed leren kennen. Ik heb gemerkt dat je
echt moet oppassen dat je niet in een bepaalde fuik zwemt. Ik heb me
heel duidelijk voorgenomen dat ik niet een voor een op die plannen in
zou gaan. Dat is precies waar de heer Wilders me wilde hebben. Over het
geheel genomen is dat de manier waarop we gezegd hebben: laat het door
deze minister uitwerken, dan kunnen we het goede gesprek hebben over het
inperken van de migratie. Zo waren we echt ergens gekomen.
De heer Dijk (SP):
2 miljoen huurders is huurbevriezing beloofd. Dat plan lijkt nu in de
prullenbak te verdwijnen. Daarmee worden huurders opgezadeld met de
opdracht zelf de wooncrisis op te lossen van verschillende kabinetten,
waaronder dit kabinet. NSC, de partij van goed bestuur en
bestaanszekerheid, kan twee dingen doen. NSC kan de belofte aan huurders
over de huurbevriezing nakomen, nadat ze vorig jaar de hoogste
huurverhoging in 30 jaar tijd hebben gehad, en daarnaast extra
investeren in woningbouw. Of NSC kan die belofte aan 2 miljoen huurders
breken. Dit kabinet en deze coalitie hebben daar zelf een puinhoop van
gemaakt. NSC kan die belofte breken en huurders daarmee zelf de
wooncrisis, die ze niet hebben veroorzaakt, laten oplossen. Wat gaat u
kiezen?
Mevrouw Van Vroonhoven (NSC):
Ik probeer aan de heer Dijk aan te geven dat tegenover het verlagen of
bevriezen van de huren het bouwen van woningen staat. Hoe belangrijk is
dat? In het hoofdlijnenakkoord hebben we daar heel hard voor gevochten.
We hebben 5 miljard ter beschikking gesteld om extra te kunnen bouwen.
We vinden niet dat je dat een op een moet versouperen. Je moet daar heel
zorgvuldig mee omgaan, want huizen moeten gebouwd worden. We moeten het
dus nu met elkaar bekijken. Als blijkt dat het bouwen van huizen door
die huurbevriezing in de knel komt, moeten we goede afwegingen maken. U
en ik willen net zo goed dat de huren gematigd worden. Absoluut. Maar
het mag niet ten koste gaan van het bouwen van huizen. Dat is namelijk
net zo belangrijk. Het gekke is: als je bestuurt, heb je dit soort
dilemma's te overwegen en ook tegenover elkaar te zetten. We zijn aan
het kijken. Ik weet zeker dat de minister van VRO het misschien ook
allebei kan doen. Het is jammer dat de heer Wilders uit het kabinet is
gestapt, anders had hij deze twee dilemma's met ons uit kunnen
dragen.
De heer Dijk (SP):
Ik vind dit echt een onzinantwoord, sorry. Dit is gewoon een
flauwekulantwoord. Er is een grote meerderheid in deze Kamer, van links
tot het midden, en ik weet dat de PVV het eigenlijk ook wil maar niet
voor elkaar kreeg, en NSC ook. Ú heeft die afspraak gemaakt bij het
overleg over het Voorjaarsnotadebat. U had en passant nog even een half
miljoen huurders vergeten. Die huren bij particulieren. O, hè, shit,
vergeten. Die zouden geen huurbevriezing krijgen. De belofte, de
boodschap naar buiten, was — vrij laat, overigens — dat 2 miljoen
huurders een huurbevriezing zouden krijgen. Me dunkt dat er dan minder
inkomsten bij woningbouwcorporaties komen. Dan zou een goed bestuurder
erover nadenken tijdens die overleggen. Die zou ervoor zorgen dat het
volledig gecompenseerd zou worden. Die zou ervoor zorgen dat het extra
belangrijk werd om extra te investeren in nieuwe woningbouw. Dat heeft u
niet gedaan. Maar u heeft wel die belofte gedaan aan die 2 miljoen
huurders. Zij zouden huurbevriezing krijgen. Wat gaat u kiezen? Gaat u
de belofte met die 2 miljoen huurders breken of gaat u extra geld
investeren in nieuwe woningbouw? Die 1 miljard per jaar is dan echt veel
te weinig, mevrouw Van Vroonhoven; dat weet u ook.
Mevrouw Van Vroonhoven (NSC):
Ik ben blij dat de heer Dijk het met me eens is dat er inderdaad fors
gebouwd moet worden. Zolang er een krapte is op de woningmarkt en er te
weinig huizen zijn, kunnen juist die starters en jongeren geen woning
vinden. Hoe meer woningen je hebt, hoe goedkoper het wonen ook wordt.
Dat bent u met me eens, want de economische regels gelden voor ons
allemaal.
Dan het verhaal van die huurbevriezing. Ja, dat is een maatregel, maar
die zou voor twee jaar gelden. Dat hebben we in het Voorjaarsnotaoverleg
met elkaar afgesproken. Ik ben ervan overtuigd dat onze minister van VRO
erover nadenkt hoe ze hiermee verder gaat. Ik volg het en we helpen haar
als het kan. We helpen haar met alles wat we in ons hebben. We moeten
hier met elkaar uit komen. Dat ben ik helemaal met u eens.
De heer Dijk (SP):
Dan de laatste vraag die ik hieraan ga besteden. NSC gaat niet de
belofte breken dat sociale huurders van particulieren en corporaties de
komende twee jaar huurbevriezing krijgen. Die belofte gaat u niet
breken; dat haal ik nu namelijk uit uw woorden. Die gaat door. Dat is
heel fijn, want anders moeten ze per 1 juli namelijk een huurverhoging
betalen. Die huurbevriezing voor sociale huurders in corporaties en
particuliere woningen gaat volgens Nieuw Sociaal Contract dus door. Dat
is een belofte die u nu maakt.
Mevrouw Van Vroonhoven (NSC):
Het allerbelangrijkste is inderdaad dat er goed gebouwd gaat worden en
dat de 5 miljard die we gereserveerd hebben, naar die extra woningen
gaat. Dan heb je het over de huurbevriezing. Dat hebben we met elkaar
afgesproken, dus daar staan we voor. Dat was een afspraak die we met
elkaar hadden bij het Voorjaarsnotaoverleg. De heer Wilders heeft zich
nu teruggetrokken, dus we gaan kijken hoe we ermee verdergaan. Maar ik
ben het helemaal met u eens; wij willen ook graag dat de huren bevroren
worden. Natuurlijk, want de huurlasten van mensen zijn te hoog. Daar
zijn we voor aan het zoeken.
De heer Eerdmans (JA21):
Ik voel me een beetje een bemiddelaar na de oorlog, dus je kan ook
zeggen: laat maar zitten. Maar neem mij nou heel even mee. Nou zit je
als NSC bij Wilders op de Kamer en zegt hij dat hij een tienpuntenplan
heeft waar je het eigenlijk inhoudelijk wel over eens bent. Ik snap dat
mevrouw Van Vroonhoven zegt: we willen per punt uitgedokterd hebben wat
er kan en wat niet. Oké, begrepen. Dan is het toch geen enkel punt om je
handtekening daaronder te zetten en te zeggen: ja, dan gaan we zien wat
de minister daarop antwoordt en wat er wel kan? We leven volgens mij,
zoals meneer Bontenbal zegt, in een rechtsstaat. Als de rechter ons
terugfluit, dan kan het dus niet. Dat lijkt mij ook duidelijk. Daarom is
JA21 nogal van het aanpassen van wetten of verdragen: dat is de bodem
onder de alsmaar toenemende instroom in Nederland en Europa. Daar moeten
we echt veel fundamenteler over gaan nadenken in plaats van op korte
termijn. Maar goed, dat even aside — excuus: aan de zijkant. De vraag
aan Van Vroonhoven is dus: wat was er nou zo moeilijk aan het
onderstrepen van die tien punten?
Mevrouw Van Vroonhoven (NSC):
Ik ga het u zeggen, meneer Eerdmans, via de voorzitter. Die tien punten
waren boute taal. Dat was soms ook van dik hout zaag je planken. Ik ga
daar mijn handtekening niet een-op-een onder zetten, vandaar het
verzoek: hevel het over naar het kabinet, maak er goeie taal van en zorg
dat het uitvoerbaar is. Op de manier waarop het in het tienpuntenplan
verwoord was, was het namelijk nooit door de Tweede Kamer en Eerste
Kamer gekomen. Wat ons betreft ga je niet een handtekening zetten onder
punten voor de bühne om te laten zien: wuhoho, wat zijn we ongelofelijk
stevig in ons migratiebeleid! Wij willen heel graag plannen en migratie
inperken op een manier waarop dat kan en houdbaar is. En ja, we willen
ook dat het houdbaar is voor de rechter. Dat had gekund, maar dat hangt
allemaal af van de formulering. Daar heb je al die ambtenaren voor die
dat op een goede manier kunnen neerzetten.
De heer Eerdmans (JA21):
Ik blijf het warrig vinden, want dan waren jullie het dus niet eens met
die tien punten.
Mevrouw Van Vroonhoven (NSC):
Ik zeg u: die tien punten waren heel kort door de bocht. Dat was hele
ruige taal en ik ben niet zo van die ruige taal, dus daaronder kon ik
mijn handtekening niet zetten.
De heer Dassen (Volt):
We kijken vandaag natuurlijk veel terug, maar volgens mij is dit ook een
moment om weer naar de toekomst te kijken. Daar heb ik NSC op dit moment
nog heel weinig over gehoord. Ik heb het in mijn eigen bijdrage gehad
over kweekvlees, een basisinkomen en een Europees leger. Dat zijn dingen
waar ik heel enthousiast van word. Ik ben benieuwd waar NSC op dit
moment enthousiast van wordt en mee naar de toekomst kijkt.
Mevrouw Van Vroonhoven (NSC):
De campagne is begonnen. Ik wil u heel graag meenemen in de
campagneplannen die wij als Nieuw Sociaal Contract hebben, maar het zal
er vooral op neerkomen dat we de mensen willen helpen die in de knel
zitten. Dan gaat het vooral om mensen die in de knel zitten met de
overheid, of het nou gaat over bestaanszekerheid — ik kan eindeloos
doorgaan — of in hun relatie tot de overheid.
De heer Dassen (Volt):
Ik vraag het ook omdat ik mevrouw Van Vroonhoven heel veel hoor praten
over asiel, asiel, asiel. Weet u, we hebben volgens mij nu heel veel
partijen in het parlement die zich helemaal aan het vastdraaien zijn in
asiel, terwijl er zo veel andere uitdagingen zijn in Nederland waar
mensen zich zorgen over maken. Daarvoor snakken mensen ook naar nieuwe
ideeën en oplossingen, die er juist voor zorgen dat we niet blijven
hangen in al de oude politiek die we nu hebben. Maar dan moeten we wel
verbeeldingskracht hebben met elkaar. Ik ben natuurlijk heel erg
benieuwd naar die ideeën van NSC straks, maar ik hoop wel dat we dan ook
bereid zijn om die status quo te doorbreken. Ik hoop dus dat NSC
zichzelf dan uitdaagt, en niet mee gaat doen in het Haagse spel waar we
vandaag weer allemaal met elkaar naar zitten te kijken.
Mevrouw Van Vroonhoven (NSC):
Ik kan niet wachten op de bevlogen debatten die ik met u zal hebben.
De heer Dassen (Volt):
Dat is heel mooi om te horen. Een laatste vraag, want dan hoeven we dat
in al die debatten niet meer te bespreken en dan kunnen we dat ook
achter ons laten: als je naar de toekomst wilt — en volgens mij willen
we dat met elkaar — dan kan dat niet met de PVV in een kabinet. Kan NSC
hier dus nog één keer aangeven dat de partij inderdaad niet meer met de
PVV in een kabinet zal stappen?
Mevrouw Van Vroonhoven (NSC):
Misschien heeft u mijn eerdere woorden gehoord. Ik heb gezegd dat de
heer Wilders het werk eigenlijk onmogelijk heeft gemaakt.
De voorzitter:
Oké. We hebben nog zeven sprekers van de zijde van de Kamer te gaan. Ik
geef graag het woord aan mevrouw Bikker van de fractie van de
ChristenUnie.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Voorzitter. Wie wind zaait, zal storm oogsten. Die Bijbelse wijsheid wou
ik maar boven het kabinet-Schoof schrijven, want ik kan me geen
onderhandeling, geen weg naar de kamer van collega Wilders voor
coalitiepartijen of andere partijen, zelfs geen debat over een
regeringsverklaring of wat ook voorstellen, waarbij uiteindelijk niet
weer die storm opstak.
Voorzitter. Ik heb het, geloof ik, nog niemand horen doen, maar ik wil
toch minister-president Schoof danken dat hij de handschoen opnam in
deze buitengewoon ingewikkelde situatie. Dank u wel.
Dan terug naar de situatie waarin we nu gekomen zijn. Die ligt namelijk
niet aan de minister-president, maar wel aan die vier partijen die hier
zitten. Wilders probeerde het een tijdje als Milders, maar al snel kwam
de aap uit de mouw. Twitteren kan hij nog steeds als geen ander;
complimenten, meneer Wilders. Een ander afbreken en afkraken gaat
allemaal best goed, maar geduld hebben om op te bouwen was er niet. Hij
doet een beetje zoals een boze coach langs de zijlijn: je hebt de
verkeerde opstelling neergezet, je weet ergens dat deze wedstrijd echt
niet lekker loopt, maar vervolgens ga je schelden op alles en iedereen —
op de scheidsrechter, op de spelers, vooral die van de tegenstander — en
je loopt weg en geeft de schuld van een verloren wedstrijd aan iedereen,
behalve aan jezelf. Geen verantwoordelijkheid, geen plan voor de lange
termijn. Wel twitteren, wel stampvoeten, wel boos weglopen.
Voorzitter. Leiderschap vraagt om verantwoordelijkheid en niet om
vluchtgedrag. Wie wind zaait, zal storm oogsten. Ja, de VVD, NSC en de
BBB hebben dit fiasco mede mogelijk gemaakt. Al voor de verkiezingen
begon het met het openzetten van de deur voor het populisme. Ik zie ze
vandaag vooral alleen naar Wilders wijzen. Is er nog enige reflectie?
Moet dit niet een kantelpunt zijn? Kan deze Kamer het namelijk nog eens
worden over de dingen waar heel Nederland zeker van is dat er een aanpak
voor nodig is, waarvoor zo veel mensen thuis al heel lang zitten te
wachten op echte maatregelen? Ja, ik kijk ook naar de collega's van de
VVD als het gaat om migratie. We hadden namelijk een heel stuk verder
kunnen zijn, ook op dat punt van migratie. Er hadden wetten al in
uitvoering kunnen zijn. Ja, als er een oorlog woedt in het oosten van
ons continent en de NAVO versterkt moet worden, dan kunnen we niet
hebben dat we hier moties wegstemmen omdat links het weer niet eens is
met rechts en andersom, terwijl er zo veel op het spel staat.
Voorzitter. Laat dit een kantelpunt zijn. Ik hoop dat het brede
politieke midden op wil staan, met eigen kleur, met af en toe diepe
verschillen van inzicht: over hoeveel overheid je toelaat, wat mij
betreft bij links af en toe te veel, hoeveel samenleving je toelaat,
hoeveel sterke ondernemers je wilt hebben — wat mij betreft: kies voor
dat midden — en ook over hoe je zorgt dat de kerntaken van de overheid
veel beter vervuld gaan worden dan dat in de afgelopen jaren is gedaan.
Dat vraagt van ons allemaal wat. Maar door het weglopen van Wilders zijn
de mensen in het land nu de dupe. Ons land zit op slot en veel mensen
kunnen niet weer twee jaar wachten op effectief beleid. Daarom is het
vandaag een dag om op te staan. De ChristenUnie kiest een andere weg.
Wij geloven in een politiek die niet vlucht, maar die blijft staan, in
leiderschap dat niet wordt ingegeven door peilingen of partijbelang of
persoonlijk gewin, maar door waarden, in politiek die dienstbaar is, die
recht doet en die vrede zoekt.
Voorzitter. Wie wind zaait ... Komend weekend is het Pinksteren. Er is
een plek geweest waar de wind begon te waaien, waar het vuur begon te
branden omdat er een Geest kwam die vrede bracht en vreugde. Dat wens ik
u allen van harte toe.
De voorzitter:
Dank u wel. De heer Stoffer van de SGP.
De heer Stoffer (SGP):
Voorzitter. De kiezer staat in de kou, niet in het zonnetje. Die
teleurstellende conclusie moet de SGP helaas trekken. Nog geen twee jaar
geleden gaf de kiezer een glashelder signaal: geen ideologische
spelletjes, geen verstikkende regelgeving en geen grote vergezichten
meer, maar praktische oplossingen en een betrouwbare overheid. Nederland
koos voor strenger asielbeleid, voor meer woonruimte, meer ruimte voor
boeren en voor veiligheid.
Voorzitter. Dit jaar, 2025, zou het jaar van de uitvoering worden. In
het regeringsvak zaten tot op het bot gemotiveerde bewindslieden die hun
mouwen wilden opstropen voor een beter Nederland. De Kamer kon dit jaar
de eerste wetsvoorstellen tegemoet zien en ook behandelen. Een aantal
plannen en ambities van dit kabinet spraken de SGP best aan, voorstellen
die rekening houden met de wensen en de wereld van de gewone
Nederlander. Daar zitten burgers, boeren, ondernemers en zzp'ers echt op
te wachten. Maar helaas lijkt die hoop in rook op te gaan. De vier
coalitiepartijen hebben niet geleverd.
Voorzitter. Bij de regeringsverklaring heb ik gezegd dat het prille
vertrouwen in het kabinet broos was. Vertrouwen komt te voet en gaat te
paard. Het is iets om heel erg zuinig op te zijn. Een Bijbelse spreuk
luidt dat uitgestelde hoop het hart krenkt. Het staat in Spreuken 13,
vers 12. Als u vanavond niets te doen heeft, kan ik u aanraden om nog
eens het hele hoofdstuk na te lezen. Het gaat over wijsheid en
dwaasheid. Ons land zou er goed mee af zijn als we die les tot ons
zouden nemen. Uitgestelde hoop die het hart krenkt, dat is precies wat
nu gebeurt. Veel mensen in ons land zijn teleurgesteld. De hoop op
betere plannen is vervlogen. Wantrouwen in de politiek is verdiept en
dat is een zorgelijke situatie.
De SGP waardeert de inzet van onze partijloze premier. Dat wil ik hier
ook gezegd hebben. Vanaf deze plek wens ik hem en de andere
kabinetsleden Gods zegen voor de komende periode. Het is belangrijk dat
onze premier samen met de bewindslieden van drie partijen in
demissionaire staat verder gaat. En het is onze verantwoordelijkheid om
te werken aan de grote problemen rond migratie en integratie, aan
woningbouw, aan perspectief voor boeren en aan de internationale
veiligheid. Als wij kostbare tijd verloren laten gaan, dan heeft dat
effect op het leven van miljoenen Nederlanders en dat is
onverantwoord.
Voorzitter. Een demissionair kabinet moet ruimte krijgen om de genoemde
urgente problemen aan te pakken. Daarom stelt de SGP voor om zeker de
onderwerpen migratie, wonen, stikstof en internationale veiligheid niet
controversieel te verklaren. Daarbuiten kunnen we niet doen alsof er
niets gebeurd is. Eerst moet nu de kiezer geraadpleegd worden.
Voorzitter. De SGP is steeds constructief geweest, ondanks de kritische
noten die we ook hebben gekraakt. U kunt ervan op aan dat we ook in de
komende periode constructief zullen zijn. We zullen ons blijven inzetten
voor gezinnen, voor het ongeboren leven, voor de veiligheid en zeker ook
voor onze Joodse landgenoten. De SGP wil woord houden. Dat is waar het
land behoefte aan heeft: mensen die aanspreekbaar zijn op hun woorden en
een land dat zich houdt aan Gods goede geboden. Daar zouden we werkelijk
goed mee af zijn.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. De heer Dijk van de SP.
De heer Dijk (SP):
Dank u wel, voorzitter. Nederland is bevrijd, bevrijd van rechtse
ruziepartijen die niks voor elkaar krijgen, maar die wel bezuinigen op
onze zorg, ons onderwijs en onze sociale zekerheid. Staatssecretaris
Jansen bezuinigt 335 miljoen op het stads- en streekvervoer. Door de
bezuinigingen op het openbaar vervoer stijgen de prijzen met 12% en zal
een op de vijf bushaltes worden geschrapt. Minister Beljaarts heeft elf
maanden lang niets gedaan aan de torenhoge inflatie en de hoge
boodschappenprijzen, terwijl supermarkten en voedselproducenten
miljarden winsten maakten. Minister Agema heeft in elf maanden tijd
niets gedaan aan het eigen risico, roofinvesteerders wel vrij spel
gegeven in de zorg, het ziekenhuis in Heerlen in onzekerheid gelaten en
honderden miljoenen op onze zorg voor ouderen en gehandicapten
bezuinigd. Het was één grote PVV/VVD-polonaiseshow op de zorg.
Er is zo veel teleurstelling over de gebroken beloften en het verraad
van mensen door de PVV. Het is zelfs niet gelukt om de huren te
bevriezen, terwijl ze dat beloofde tijdens de onderhandelingen voor de
Voorjaarsnota. Ze hebben huurders behandeld als voetveeg. Dit kabinet
ging vechtend over straat en heeft geen enkel probleem opgelost. Niks,
nakkes, nada! Eén grote nul.
Maar het grootste verraad van de heer Wilders is niet dat hij wegliep
van dit kabinet en deze coalitie. Het grootste verraad is dat hij
daarmee wegliep van alle mensen in de buurten en dorpen die problemen
van ongereguleerde migratie ervaren. Zij hadden hun hoop gevestigd op de
PVV, maar Wilders koos ervoor om bij deze mensen weg te lopen. Daarover
zijn mensen diep teleurgesteld, en terecht. En daarom is het SP-plan
voor het reguleren en fors beperken van migratie veel beter. Door alle
verdienmodellen van migratie aan te pakken, verlagen wij het
migratiesaldo met twee derde ten opzichte van dit kabinet.
En dat werkt een stuk beter dan steeds maar blijven weglopen. Want er is
een partij die nooit wegloopt, die nooit wegloopt van de mensen in de
buurten en dorpen die alle klappen van deze bezuinigingspolitiek
opvangen. Of wij nou negen of vijf zetels hebben, de SP is en blijft
altijd naast de gewone mensen staan, zeker nu. Zorg, wonen, onderwijs,
boodschappen, energie en openbaar vervoer: het zijn basisvoorzieningen
die voor iedereen betaalbaar moeten zijn. In een van de rijkste landen
van de wereld is dit nu niet het geval.
Daarvoor moet je met het allergrootste taboe in de politiek van de
afgelopen jaren breken. Het taboe waardoor de prijzen zo hoog zijn. Het
taboe waardoor politici al jaren op onze zorg, ons onderwijs en de
woningbouw bezuinigen. Dat taboe is niet integratie. Dat taboe is ook
niet migratie. Maar over dit taboe kan en mag je het in Den Haag niet
hebben. Het is namelijk het taboe van het belasten van de allerrijksten.
Afgelopen jaar is er 3,3 miljard aan cadeautjes uitgedeeld aan
grootvermogenden en grote winstmakende bedrijven, terwijl de
vermogensongelijkheid in Nederland al gigantisch is. De achttien
grootvermogenden bezitten meer dan de helft van al het vermogen.
Dit is het grootste taboe. We zien het taboe bij de PVV, we zien het
taboe bij de VVD en bij de BBB, maar ook bij NSC, en zelfs bij andere
partijen die nu de mond vol hebben over "verantwoordelijkheid nemen" en
"staan voor moeilijke keuzes", maar die door de knieën gaan als het
grote geld aangepakt moet worden en eerlijk belast moet worden. Partijen
die buigen voor de macht van het grote geld en die gewone mensen in
onzekerheid laten, werken mee aan een voedingsbodem voor asociale
politici die verdeeldheid zaaien. Die kant moet ons land niet op. Dat is
de kant van rancunepolitiek. De SP wil de andere kant op, de kant van
sociale politiek. Juist nu, na het meest asociale kabinet, is het tijd
voor het meest sociale kabinet. Dat kan alleen met de SP.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Mevrouw Van der Plas van de BBB.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
U wilt uw excuses maken?
Voorzitter. Ik ben nog steeds heel erg teleurgesteld over wat er
gisteren is gebeurd. Ik kies ervoor om vandaag niet in boosheid te gaan
zitten maar om naar de toekomst te kijken. We moeten immers door. Mensen
in Nederland snakken naar een betrouwbaar kabinet dat verder werkt aan
de belangrijke problemen die moeten worden opgelost. Al is het kabinet
demissionair – dat betekent zo veel als "ontslagen van de opdracht" —
Nederland moet door. Er is geen plek meer voor politieke
machtspelletjes. Asielmigratie moet worden aangepakt. De economische
positie van Nederland staat op het spel. Nederland verliest in rap tempo
de mensen die ons voedsel maken en ons prachtige landschap onderhouden:
de boeren, de tuinders en de vissers. Onze nationale veiligheid moet op
orde worden gebracht met een sterke krijgsmacht en een weerbare
samenleving. En Nederland moet zo snel mogelijk van het stikstofslot om
PAS-melders te legaliseren, huizen te bouwen, wegen te onderhouden en
spoorrails aan te leggen. BBB wil en gaat hiermee verder aan de slag.
Wat gisteren is gebeurd, is gebeurd. Wij moeten nu verder.
We moeten verder om Nederland sterk en weerbaar te maken. Verder om onze
boeren, tuinders en vissers hun toekomst terug te geven. Verder om
ervoor te zorgen dat onze kinderen een betaalbare woning kunnen krijgen
en een gezinnetje kunnen stichten. Verder voor een ronkende economie,
waar onze ondernemers worden geholpen in plaats van tegengewerkt.
We moeten door. Controversieel verklaren van deze belangrijke
onderwerpen kan niet aan de orde zijn. Wie dit wel overweegt, brengt
Nederland pas echt tot stilstand. Dat is pas echt onverantwoord. Het
controversieel verklaren van dossiers betekent zo veel als dat deze niet
meer in behandeling worden genomen, maar aan het nieuwe kabinet worden
overgelaten. Ofwel, het blijft allemaal op de plank liggen. Nogmaals,
dat is pas onverantwoord.
BBB koos voor regeringsdeelname, vanwege de problemen die ik heb benoemd
en de luid en duidelijke wens van de kiezer voor sociaal, rechts beleid
op 22 november 2023. Dat heeft voor ons tot die keuze geleid. Ook hebben
wij ervaren hoe het is om tegengewerkt te worden. Wij hebben dat ook
ervaren. Zo wordt er zowel voor als achter de schermen een keiharde
strijd gevoerd om Nederland van het stikstofslot te halen, weer huizen
te bouwen, perspectief te geven aan boeren en vissers, en de PAS-melders
te legaliseren. Bij tegenwind op de fiets heb je twee keuzes: je gaat
harder trappen of je gooit je fiets in de berm. Wij geven nooit op als
het moeilijk is. Juist als het moeilijk is, gaan wij door.
Voorzitter, ik sluit af. Ik wil de heer Wilders toch bedanken voor de
samenwerking in de afgelopen periode. Het schuurde soms, het knetterde
soms, maar we moeten ook eerlijk zijn: we hadden ook echt wel plezier
met elkaar. De mensen lachen erom, maar die waren er niet bij. Ik kan
het in alle oprechtheid zeggen. Het is jammer dat de heer Wilders geen
vertrouwen meer in ons had. Wij, als BBB, hebben gedaan wat we
konden.
Het is zoals het is. Het gaat zoals het gaat. Nogmaals, wij kiezen
vandaag niet voor boosheid, maar voor verantwoordelijkheid. Die
verantwoordelijkheid hebben wij eerder ook genomen en die blijven we
nemen. Nu gaan we verder aan de bak voor de mensen in Nederland.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. De heer Eerdmans, JA21.
De heer Eerdmans (JA21):
Voorzitter. Ik zei het al, er heerst een beetje een begrafenisstemming,
maar ik vind het ook een trieste dag. Het is echt een trieste dag. De
zon zou gaan schijnen, maar die is inmiddels wel verdwenen. Ik baal er
echt oprecht van. Een jaar geleden stond ik hier bij de aftrap van het
kabinet-Schoof I. Ik begon mijn bijdrage met de woorden "verziek het
niet". Dat weet u misschien nog wel.
Voor het eerst in jaren had de Nederlandse kiezer een kraakhelder
signaal afgegeven: weg met het bestuurlijk dralen, weg met de linkse
wolk. Men had gestemd op een rechtse meerderheid, er was mandaat om te
hervormen. Migratie, stikstof, koopkracht, wonen, klimaat, Europa: een
unieke kans om het land de goede kant op te sturen. Pak die kans! JA21
heeft het kabinet daarin gesteund, zowel in de Eerste als in de Tweede
Kamer. Niet kritiekloos, maar zeker constructief, want wisten dat zo'n
kans niet snel terug zou komen.
Het is toch gebeurd: de coalitie is gestruikeld en de plannen zijn
gesmoord. De zon die zou schijnen, is in de mist verdwenen. Ik hoor
vandaag vooral veel boosheid en cynisme. Ik denk dat dat op zich terecht
is, want we zijn weer terug bij af. Dankzij de val van het kabinet komen
er méér azc's. Méér azc's: hoe cynisch kan het worden? Dankzij de
kabinetsval komen er meer azc's. Ik hoop oprecht dat het demissionaire
kabinet zo veel mogelijk zaken zal voortzetten. Niemand zit te wachten
op meer stilstand en weer een jaar wachten voordat er een nieuwe ploeg
staat.
Komen er trouwens nieuwe ministers of staatssecretarissen bij? Of gaat
de huidige ploeg het werk er gewoon bij doen? Graag een reactie van de
premier.
Een voor ons heel belangrijke vraag gaat over de eurobonds. Mag ik erop
rekenen dat ook onder het demissionaire kabinet de motie-Eerdmans heilig
blijft? Geen Europese schuldenberg op onze nek!
Voorzitter. De eindconclusie na elf maanden kabinet-Schoof is: veel
gedoe, veel lullen en weinig poetsen. Maar ik spreek hier wel mijn
waardering uit voor het kabinet, de ministers en de staatssecretarissen.
Ik had ze een veel langere tijd gegund, want er zijn plannen gesmeed, er
zijn voorstellen geschreven en er zijn belangrijke ideeën in de steigers
gezet. Ik wil hierbij ook absoluut een compliment geven aan premier
Schoof. Hij heeft zijn nek uitgestoken en dat waardeer ik. In moeilijke
tijden heeft hij zijn geduld bewaard, zijn ploeg door moeilijke stormen
geleid en het hoofd koel gehouden. Dank daarvoor.
Voorzitter. Ik zeg het nog maar een keer: ik sta hier niet met een
glimlach, zoals sommige PVV-ministers gisteren wel deden bij het
afscheid van het Catshuis. Die leken opgelucht dat hun avontuur erop
zit, in plaats van gefrustreerd. Dat vond ik raar. Mijn bijdrage is geen
"zie je wel". Ik vind dit gewoon een politieke tragedie, een sprookje
over het meest rechtse kabinet dat wreed eindigt. Ik weet dat ik niet de
enige ben die dit zo voelt.
Als het niet gaat zoals het moet, zei Jan de Koning, dat moet het maar
zoals het gaat. Nieuwe verkiezingen dus. Nieuwe ronde, nieuwe kansen.
JA21 is, denk ik, een alternatief voor de rechtse kiezer die rechts wil
stemmen maar niet bij voorbaat langs de zijlijn wil staan, en niet wil
dat er straks toch weer linksaf wordt geslagen met D66 en GroenLinks. Ik
denk dat wij als JA21 straks degelijke mensen met bestuurservaring
kunnen leveren, die niet weglopen als het moeilijk wordt.
Voorzitter. Het kabinet is gevallen over een tienpuntenplan waar NSC
geen handtekening onder wilde zetten. Dat is mijn conclusie na het
debat. Maar wat ik nou niet begrijp, is dat de VVD en BBB daarin mee
zijn gegaan. Mevrouw Yeşilgöz zei: ik had geen zin om weken te moeten
onderhandelen. Maar ik denk, mevrouw Yeşilgöz, dat Nederland geen zin
had in nieuwe verkiezingen. Volgens mij was de val dus te voorkomen. Ik
hoor heel graag of de premier dat met mij eens is.
Voorzitter, daarmee sluit ik af. Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Mevrouw Ouwehand, Partij voor de Dieren.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Voorzitter, dank u wel. Ik heb één compliment: het is een grotere
puinhoop dan na de LPF. Je kunt zeggen dat dat best een prestatie is.
Maar verder valt er natuurlijk weinig te lachen. Als we één ding hebben
geleerd — voor de mensen die het nog niet wisten — dan is het dat nu wel
voor eens en voor altijd bewezen is dat zondebokpolitiek de reële
problemen van mensen niet oplost. Er slapen in dit land noodgedwongen
kinderen in garageboxen en auto's omdat er door jarenlang beleid van
onder andere de VVD te weinig woonruimte is. Daar kun je kwetsbare
mensen de schuld van geven. Maar je zou ook kunnen reflecteren en
zeggen: dit hebben we niet goed genoeg gedaan en we gaan dit oplossen
zonder mensen in dit land tegen elkaar uit te spelen, zonder mensen die
hier geen schuld aan hebben als zondebok weg te zetten en daarmee grote
verdeeldheid te zaaien in de samenleving. Het is maar één
voorbeeld.
Ik deel de analyse die mijn collega's hebben gemaakt dat de problemen in
Nederland niet zijn opgelost. Maar er is hier ook een heel fundamenteel
probleem aan de orde geweest: zondebokpolitiek is verworden tot
officieel kabinetsbeleid. Er zijn bewindslieden toegetreden, met
instemming van de coalitiepartijen, waaronder de VVD, die er aantoonbaar
een racistisch gedachtegoed op na hielden, wat niet is veranderd op de
dag dat zij beëdigd werden door de Koning. De rechtsstaat is keihard
aangevallen, terwijl we die nodig hebben omdat we in dit land met elkaar
de problemen moeten oplossen. We hebben elkaar nodig. Dit betekent dat
je investeert in rechtvaardigheid en in het oplossen van de problemen
die zijn ontstaan, en dat je niet de aandacht daarvan afleidt door
allerlei mensen die daar part noch deel aan hebben daarvan de schuld te
geven en op die manier de hele samenleving tegen elkaar uit te spelen.
Daar, zo moet ik eerlijk zeggen, is geen fundamentele grens getrokken.
De coalitiepartijen dragen daarvoor natuurlijk de grootste
verantwoordelijkheid, met de VVD voorop, want die heeft het hele
probleem gecreëerd, maar het viel mij ook tegen van een aantal andere
partijen. We moeten hier zeggen: democratie is niet alleen maar de
uitkomst van verkiezingen en wie de meeste zetels heeft. Wij opereren
hier binnen de kaders van de democratische rechtsstaat en die hebben we
te verdedigen. Daarbij gaat het bijvoorbeeld ook over de afspraak die we
gemaakt hebben dat we ons best doen om te zorgen voor een stabiel
klimaat, dus aanpakken, die klimaatcrisis! Zorgen voor herstel van de
natuur! Dit zijn de problemen waar mensen zich zorgen over maken. We
hebben een gezonde toekomst nodig voor ons land en voor onze
kinderen.
Voorzitter. Nederland snakt naar verandering en dit kabinet was louter
gebaseerd op boerenbedrog. De eerste slachtoffers waren de dieren, want
nog voordat dit kabinet goed en wel geformeerd was, waren ze in de
achterkamertjes al opgeofferd en is de wettelijke bescherming, die na
jaren knokken voor de dieren geregeld was, met steun van de PVV weer uit
de wet gehaald. Ja, wij vergeten dat dus niet. Vervolgens kwam de BBB in
het centrum van de macht, die alles mag bepalen wat dieren raakt. Ik
vergeet dat niet, hoor. Het was er een voorbode van dat de plannen van
dit kabinet ook voor mensen weinig goeds in petto hadden. Dat we nu
moeten geloven dat mevrouw Yeşilgöz als leider van de VVD hoogst
verbaasd is over hoe Wilders zich heeft gedragen: dan kun je als
politiek leider óf echt geen goede inschattingen maken, wat me geen
aanbeveling lijkt, óf je staat gewoon te liegen en je neemt je kiezers
niet serieus, wat me ook geen aanbeveling lijkt.
Voorzitter. Dan vraagt iedereen of mevrouw Yeşilgöz gaat zeggen dat ze
nog een keer met Wilders gaat regeren. Daar gaat ze natuurlijk haar
eigen strategische moment voor kiezen, want er is maar één ding dat ze
wil: uitstralen dat zij wel een staatsvrouw is, terwijl ze de veiligheid
van Nederland en Europa gewoon op het spel zet door met de PVV te gaan
regeren. Wij gaan niet, omdat mevrouw Yeşilgöz zo nodig wil laten zien
dat zij voor veiligheid is, achter steeds hogere opbiedingen voor de
NAVO-norm aanlopen. Ja, er zijn investeringen nodig in onze eigen
defensie, maar dan gaat het wel over de echte veiligheid, en dus ook
over een stabiel klimaat en ook over investeren in
ontwikkelingssamenwerking, en niet het partijpolitieke belang dat jij
degene bent die de hoogste budgetten weet te organiseren. Dat is niet
kiezen voor de veiligheid van Nederland.
Dank u wel.
De voorzitter:
De laatste spreker van de zijde van de Kamer is de heer Baudet, Forum
voor Democratie.
De heer Baudet (FVD):
Voorzitter. De tien punten waarop volgens de heer Wilders het kabinet
zou zijn gevallen, de tien punten over migratie, stonden grotendeels in
het hoofdlijnenakkoord. De drie andere partijen hebben ook verklaard ze
te ondersteunen en te willen implementeren. Dus wat is er nou eigenlijk
gebeurd? Waarom is het kabinet gevallen? Het is volstrekt
onbegrijpelijk. Het is compleet mysterieus.
Ik loop die tien punten nog wel even langs. Geen Spreidingswet, geen
voorrang sociale huurwoningen voor statushouders. Die staan beide in het
regeerprogramma. We hebben eerder vandaag bevestigd gekregen dat zowel
Faber als Mona Keijzer dit samen aan het realiseren waren. Twee maanden
geleden zagen we overigens dat Faber nogal achterliep op schema, maar
goed, dat is dan de PVV aan te rekenen en niet de
coalitiepartners.
Een azc-stop, lees ik in het tienpuntenplan. Dat hangt samen met het
intrekken van de Spreidingswet en volgt dus ook gewoon uit het
hoofdlijnenakkoord. Criminele vreemdelingen uitzetten. Daarover lees ik
in het hoofdlijnenakkoord, en ik citeer, "dat zou worden geregeld dat
vergunningen van criminele vreemdelingen kunnen worden ingetrokken en
zij kunnen worden uitgezet". Steun voor harder optreden van de politie
en fors meer grensbewaking. Ook geen probleem. Gewoon in overeenstemming
met de afspraken.
Dan staan er ook nog wat dingen in het tienpuntenplan van de heer
Wilders die nogal vaag zijn geformuleerd en waarvan onduidelijk is wat
er precies de juridische betekenis van is. Bijvoorbeeld "Syriërs terug
naar Syrië" of "grenzen dicht voor alle asielzoekers". Dat laatste kan
problematisch zijn als je het VN-Vluchtelingenverdrag niet wil opzeggen.
En daarover is niets opgenomen in het coalitieakkoord, dus dan had je
dat akkoord maar niet moeten ondertekenen en had je dat toen moeten
doen, een jaar geleden, en niet na een jaar ineens gaan roepen dat je
dat toch eigenlijk wil en dat anderen zich niet aan de afspraak houden
en er niet met anderen te werken valt.
Het is mysterieus. Voor de duidelijkheid: ik vond dat er een heleboel
dingen in het coalitieakkoord, in het hoofdlijnenakkoord stonden waar ik
het niet mee eens was. Ik was teleurgesteld in het
onderhandelingsresultaat. Als je 37 zetels haalt, vind ik het een veel
te hoge prijs als je daarvoor op de foto moet met Zelensky, een paar
prikken moet nemen, het nexitstandpunt moet laten varen en noem het
allemaal op. Maar als je dat dan doet, die afspraken maakt en zo diep
door het stof gaat, dan is het onbegrijpelijk dat je vervolgens een
jaartje later de boel laat klappen. Dan heb je ofwel spijt van je
onderhandeling en heb je compleet zitten te slapen toen de afspraken
gemaakt werden, of zoek je gewoon een flauwe aanleiding om het kabinet
te laten vallen, omdat je bang bent dat je door mand valt of omdat je
bang bent dat heel Nederland ziet dat je niet de juiste mensen op
ministersplekken hebt kunnen laten komen en er niet doorheen komt met
concrete afspraken enzovoorts.
Wat in elk geval volstrekt onaannemelijk is, wat ik echt niet geloof en
wat ik de PVV voor lange tijd zal blijven narekenen, is het volgende.
Als deze coalitiepartners in dit eerste, eindelijk een beetje
fatsoenlijk rechtse kabinet in een lange geschiedenis niet betrouwbaar
zouden zijn geweest, dan had je het op stemmingen moeten laten aankomen.
Was dan daadwerkelijk met een intrekkingswet van de Spreidingswet naar
de Kamer gegaan. Laat dan maar zien dat NSC, de VVD enzovoorts geen
woord houden en dat zij niet betrouwbaar zijn. Dan had ik gezegd: oké,
ik begrijp dat je de boel laat klappen. Dan hadden ze zich niet aan de
afspraken gehouden en was er daadwerkelijk een breuk van het
hoofdlijnenakkoord geweest. Maar dat is allemaal niet gebeurd. Het is in
achterkamertjes gegaan, op een ondemocratische wijze. Het heeft er echt
alle schijn van dat de PVV te kwader trouw is geweest en ik neem dat de
heer Wilders en vooral al zijn kiezers enorm kwalijk. Het spijt me zeer.
We zijn bondgenoten. Ik mag je graag. Je bent een leuke vent, maar dit
is gewoon vreselijk slecht voor Nederland.
De voorzitter:
Dat was tegen mij, neem ik aan? Ik schors twintig minuten en dan gaan we
luisteren naar de minister-president.
De vergadering wordt van 15.16 uur tot 15.36 uur geschorst.
De voorzitter:
Ik heropen. Het woord is aan de minister-president.
Minister Schoof:
Voorzitter. Velen van u hebben in diverse vormen gevraagd op welke
manier het demissionaire kabinet zijn werk graag zou willen voortzetten.
Dat is gerelateerd aan verschillende onderwerpen, van defensie tot
stikstof en van wonen tot andere onderwerpen. Ik heb in het begin van
mijn verklaring en van het debat de hoop uitgesproken dat Kamer en
kabinet samen blijven werken aan onderwerpen die niet kunnen wachten. Ik
heb vandaag in de Kamer die bereidheid ruimschoots gevoeld. Het kabinet
heeft goed geluisterd naar de onderwerpen die hierbij vandaag in de
Kamer werden genoemd, bijvoorbeeld asiel, bijvoorbeeld stikstof,
bijvoorbeeld woningbouw en bijvoorbeeld perspectieven voor boeren.
Ik hoorde ook onderwerpen terug die ik heel expliciet zelf noemde,
namelijk veiligheid, zowel nationaal als internationaal, waaronder de
steun aan Oekraïne en alles wat nodig is voor defensie, inclusief de
NAVO-top. Ik noem de internationale economische verhoudingen en de
belangrijke hersteloperaties alsook de begrotingen van 2026. U mag erop
rekenen dat het kabinet dit gevoelen in de Kamer ter harte neemt bij
zijn werkzaamheden in het overleg met het parlement.
De heer Eerdmans vroeg of er nieuwe ministers of staatssecretarissen in
het demissionaire kabinet bij komen of dat het bij de huidige ploeg
blijft. Daar zullen we ons de komende dagen op beraden, zeg ik via de
voorzitter aan de heer Eerdmans. Voor de korte termijn en voor de
komende dagen hebben we de taken onderling verdeeld, zoals u heeft
gezien.
De heer Eerdmans vroeg ook of hij erop mag rekenen dat de motie-Eerdmans
inzake eurobonds onder het demissionaire kabinet heilig blijft. De motie
is toentertijd aangenomen en heeft toen van mij ook oordeel Kamer
gekregen. Ik voel het als mijn verantwoordelijkheid om met uw Kamer
samen te blijven werken op dit onderwerp. Er ligt op dit moment geen
voorstel voor eurobonds en over de inhoud kunt u natuurlijk het gesprek
met minister Heinen aangaan, in aanloop naar de eerstvolgende
Ecofin.
Dan ben ik bij een onderwerp dat door velen van u genoemd is — dat is
ook mijn laatste onderwerp — namelijk de komende verkiezingen. Uit de
bijdragen van de Kamer werd duidelijk dat er steun is voor vervroegde
verkiezing van de Tweede Kamer. Staat u mij toe daar nog kort wat over
te zeggen. Het kabinet zal zo spoedig mogelijk een besluit nemen over
wanneer de verkiezingen plaatsvinden. De minister van BZK zal in overleg
met de Kiesraad en gemeenten nagaan welke data in aanmerking komen voor
de verkiezingen en hiervoor een voorstel doen aan het kabinet.
Vervolgens zal de regering op basis van artikel 24 van de Grondwet een
besluit tot ontbinding van de Tweede Kamer nemen.
Voorzitter, daarmee ben ik aan het einde van mijn bijdrage gekomen.
De voorzitter:
Ja, dank u wel. Ik begrijp nu best dat u daar even twintig minuten over
na moest denken.
(Hilariteit)
De voorzitter:
De heer Van Baarle.
De heer Van Baarle (DENK):
Ik had deze minister-president in mijn bijdrage uitgebreid bevraagd over
de situatie in Gaza. Deze minister-president heeft nu geen enkel
politiek excuus in de vorm van een samenwerking met de heer Wilders meer
om geen maatregelen te nemen tegen Israël. Als we zien wat Israël nu
doet, dus de misdaden in Gaza, en we tegelijkertijd de conclusie trekken
dat het vele dat Nederland pretendeert te doen, nog geen deuk in een
pakje boter slaat, vraag ik deze minister gewoon: kunnen wij verwachten
dat hij komt met sancties tegen Israël? Kunnen we verwachten dat hij
gaat pleiten voor scherpe Europese maatregelen tegen Israël of blijft
hij de koers varen die hij nu vaart?
Minister Schoof:
Zoals u zelf ook al zei, is dit niet een debat over Israël-Gaza maar een
debat over de val van het kabinet. De vragen zoals nu gesteld, ook door
de heer Van Baarle, zullen in de komende debatten, bijvoorbeeld rondom
de Europese Raad van 17 en 18 juni, ongetwijfeld nog aan bod komen. Dan
zal het kabinet ook staat zijn geweest zich daarop opnieuw te beraden en
met een opvatting te komen.
De voorzitter:
Afrondend.
De heer Van Baarle (DENK):
Dit is niet zomaar een onderwerp. Dit is voor heel veel Nederlanders een
onderwerp dat door de ziel snijdt. Al die mensen die in Den Haag
stonden, zeiden tegen dit kabinet: pas de koers aan. Deze
minister-president heeft daar vandaag gewoon geen boodschap aan en zegt
dat hij daar nog maar even rustig over na gaat denken, terwijl al die
mensen in Gaza op dit moment lijden. Ik zeg tegen deze premier en deze
regering: "U bent medeplichtig door het nietsdoen. U heeft nog de
mogelijkheid om ervoor te zorgen dat Nederland een greintje zelfrespect
kan hebben op het internationale toneel. U kunt in relatie tot het
internationaal recht nog iets doen. Doe iets."
Minister Schoof:
In de eerste plaats is het, als ik even snel reken, 32 uur geleden dat
het kabinet gevallen is. We zijn vervolgens bezig om te kijken hoe we
demissionair verder kunnen gaan. Dat betekent dat we ons op een aantal
vraagstukken echt moeten beraden. Ik deel met de heer Van Baarle — dat
heb ik ook vaker gezegd — dat ik in alle opzichten absoluut meevoel met
de mensen die zorgen hebben over alles wat er in Gaza gebeurt en de
beelden die men daarvan ziet. Maar om dit binnen 32 uur van een
demissionair kabinet te verwachten, terwijl ik hier in het parlement sta
in het kader van de val van het kabinet, is echt een vraag die wat mij
betreft op dit moment veel te vroeg komt.
De heer Eerdmans (JA21):
Was de val van het kabinet te voorkomen geweest?
Minister Schoof:
Dat vind ik een heel ingewikkelde vraag. Ik heb gezegd dat ik het
onnodig en onverantwoord vond en ik heb de dagen voorafgaand aan
gisterochtend ten opzichte van alle vier de fractievoorzitters
gesprekken gevoerd of appjes gewisseld et cetera. Ik ben op allerlei
manieren in contact geweest om te proberen de val te voorkomen, maar
uiteindelijk was het een vraagstuk dat lag bij de vier
fractievoorzitters.
De heer Eerdmans (JA21):
Ik heb het geprobeerd op te helderen in het debat en ik heb toch de
indruk dat het lek boven is. Ik denk dat NSC echt de grootste problemen
had met dat tienpuntenplan en dat op voor mij onbegrijpelijke wijze de
VVD en BBB daarin zijn meegegaan. Klopt die analyse of ziet de premier
dit anders?
Minister Schoof:
Hoe ik het zie is, denk ik, niet zo interessant. Wat volgens mij
belangrijk is, is het debat dat u net onderling heeft gehad met de vier
fractievoorzitters die het op dat moment nog missionaire kabinet
steunden. Die zijn met elkaar tot de conclusie gekomen — dat wil zeggen,
één partij, de partij van de heer Wilders — dat ze het kabinet niet meer
zouden steunen. Dat was een gesprek, een overleg dat zij met elkaar
hadden.
De voorzitter:
Afrondend.
De heer Eerdmans (JA21):
Afrondend. Ziet de premier in de recente geschiedenis, deze week, enig
moment waarop hij anders had kunnen of moeten handelen als premier, als
vader van deze hele constellatie om deze wat mij betreft totaal onnodige
crisis te voorkomen?
De voorzitter:
Leuk muziekje, meneer Timmermans.
Minister Schoof:
Muziekjes, niezen ...
Even serieus, voorzitter. Ik heb mij de laatste dagen, voor de val van
het kabinet, intensief tot de vier fractievoorzitters gewend om te
kijken wat ik kon doen om een val van het kabinet te voorkomen. Achteraf
heb ik geconstateerd: onnodig en onverantwoord.
De heer Baudet (FVD):
Wat ik heel goed zou kunnen begrijpen is een kabinetsval op basis van
een inhoudelijke, fundamentele onenigheid. Het kan dat je zegt: hierover
zijn wij het echt niet eens, hier kunnen wij niet uit komen. Dat vind ik
ook legitiem. Dan moet je opnieuw naar de kiezer en dan schrijf je
nieuwe verkiezingen uit enzovoort. Maar wat zo mysterieus is aan wat we
nu meemaken, is dat de heer Wilders zegt "er viel op migratie niks te
bereiken met dit kabinet", terwijl op al die punten die hij noemt, de
andere coalitiepartijen zeggen "maar dat wilden wij ook". In een speech
heb ik net ook laten zien dat de basis daarvan, het overgrote deel, ook
in het hoofdlijnenakkoord stond en in uitvoering was. De minister van
Asiel en Migratie kwam van de PVV en had alle vrijheid om op dat
ministerie zelf te komen met allerlei voorstellen, wetsvoorstellen,
beleidsnotities en noem maar op. Wat wij, en ik denk heel veel mensen in
Nederland, heel graag willen weten is hoe de premier of, vanaf vandaag,
de demissionair premier deze breuk nou beoordeelt. Is dit een menselijke
tragedie, waren er gewoon botsende karakters waardoor het toch, op dat
niveau, niet werkte? Is dat het verhaal? Of lag er een inhoudelijk
meningsverschil? Zo ja, kan hij dan toelichten wat dat inhoudelijke
meningsverschil was? In de afgelopen drie, vier dagen is de
minister-president bezig geweest om het te lijmen; dan kom je dat toch
tegen? Waar ging het nou om? Wat is er nou gebeurd?
Minister Schoof:
Aan een weging van de voorstellen is het kabinet niet toegekomen omdat
er bij het kabinet geen voorstellen van dien aard zijn ingediend. Het
gesprek heeft zich volstrekt beperkt tot de vier fractievoorzitters. Zij
hebben dat debat gevoerd. En voor de achtergronden, de analyses en wat
het ook is, moet ik echt verwijzen naar het debat dat u hiervoor heeft
gehad, ook onderling, met de vier fractievoorzitters die tot voor kort
dit kabinet steunden. Daar zult u uw conclusies aan moeten ontlenen. Als
ik me daaraan ga wagen, dan ga ik aan ernstige speculatie doen, en dat
lijkt mij niet verstandig.
De heer Baudet (FVD):
Dat is heel interessant ... Dus u zegt eigenlijk dat u niet betrokken
was bij dit gesprek, dus dat u het eigenlijk ook niet weet. Ze hebben
dit buiten u om besloten en besproken.
Minister Schoof:
Nee, de vier fractievoorzitters hebben op initiatief van de heer Wilders
het gesprek met elkaar gevoerd over het tienpuntenplan. Dat was een
gesprek van de vier partijleiders die dit kabinet steunden. Het lijkt me
ook de enige juiste plek waar dat gesprek kon plaatsvinden, gelet op het
feit dat de fractievoorzitter van de VVD dat plan heeft gelanceerd.
Vervolgens constateer ik dat we als kabinet die plannen niet hoeven
wegen, want ze zijn nooit aan ons voorgesteld.
De voorzitter:
Afrondend.
De heer Baudet (FVD):
Dit is toch wel een novum, wat hier nu naar voren komt. Dus de premier
van dit opmerkelijke kabinet, en ook de ministersploeg als zodanig, is
volstrekt niet betrokken bij de besprekingen over deze tien punten, die
grotendeels gewoon voortkwamen uit het hoofdlijnenakkoord en waar niet
zo veel mee aan de hand was. En het besluit om de boel te laten klappen,
is dus ook buiten de ministersploeg als zodanig en buiten u als premier
genomen. Is dat een correcte samenvatting?
Minister Schoof:
Gelet op het feit dat ik niet partijgebonden ben en daarmee ook geen
partijleider ben, is het logisch dat de vier partijleiders eerst met
elkaar het gesprek hadden over de inhoud, ook refererend aan het
hoofdlijnenakkoord dat ook van die vier partijleiders was. Vervolgens
hebben die vier partijleiders met elkaar gesproken en is er één van de
vier tot de conclusie gekomen dat hij het kabinet niet meer steunt. Dat
is ook aan de partijleiders. Het is niet aan het kabinet om daarover te
beslissen. En daarover heeft de heer Wilders mij gisterochtend
geïnformeerd.
De heer Jetten (D66):
Voorzitter. De minister-president en een groot aantal van de ministers
gaan de komende tijd demissionair door. Ik spreek uit ervaring: dat is
niet per se een dankbare taak, maar het is wel belangrijk dat het
gebeurt. Ik ben heel erg benieuwd hoe, of eigenlijk met welk kompas, dit
kabinet de komende tijd dat demissionaire werk gaat doen. Is daarbij het
hoofdlijnenakkoord leidend, met nog een grote invloed van de PVV op de
afspraken? Of kijkt het kabinet vooral naar welke meerderheden er per
onderwerp hier in dit huis zijn te vinden?
Minister Schoof:
Ik denk dat de heer Jetten een terecht punt aangeeft als hij het
terugkoppelt aan het parlement, en ook naar het debat van vandaag, omdat
u de ruimte bepaalt die dit kabinet heeft. In die zin moet ik daar dus
bescheiden in zijn. Tegelijkertijd heb ik in mijn bijdrage gezegd dat de
ministers die nu het kabinet vormen, nog steeds met grote passie en
betrokkenheid het werk voor Nederland willen doen. Dat wordt dus met
elkaar uitzoeken waar we elkaar gaan vinden. Ik praat de komende dagen
met de drie fractievoorzitters, samen met de collega's zoals die hier
aan tafel zitten, met de drie vicepremiers, om te kijken wat we kunnen
doen, indachtig datgene wat u ons als Kamer meegeeft over wat de ruimte
is die we ons daarin van u als Kamer mogen veroorloven.
De heer Jetten (D66):
Wat D66 betreft hoeft er niet heel veel controversieel te worden
verklaard en kunnen we de komende tijd gewoon op de inhoud het debat met
elkaar voeren. Wij zullen telkens beoordelen of we een voorstel van het
demissionair kabinet een stap in de goede richting vinden; dan steunen
we het, en anders niet. Maar laat ik als voorbeeld een onderwerp nemen
waar ook de demissionair premier intensief bij betrokken is: die
ministeriële commissie op stikstof. Ondernemers staan echt te trappelen
om helderheid en voorspelbaarheid te krijgen over de vergunningverlening
en over het terugdringen van de stikstofuitstoot, maar PVV en BBB willen
echt iets anders ten aanzien van stikstof dan de rest van de Kamer. Het
demissionaire kabinet zou de komende tijd dus hele grote stappen kunnen
zetten op stikstof, maar niet als het hoofdlijnenakkoord daarvoor het
kompas blijft. Dus ja, het is voor een deel aan de Kamer, maar ik ben
benieuwd in hoeverre het kabinet zelf nog met nieuwe voorstellen wil
gaan komen om af en toe een doorbraak te forceren.
Minister Schoof:
Met betrekking tot de stikstofaanpak: de ministeriële commissie zal in
ieder geval absoluut blijven bestaan. Dat onderwerp is te belangrijk om
er niet geïntegreerd, op alle onderdelen die het stikstofvraagstuk
raken, mee aan de slag te gaan. Maar ik denk dat het tegelijkertijd ook
fair is om te zeggen dat een aantal specifieke punten die in het
hoofdlijnenakkoord wat betreft dat punt zijn genoemd, met name waar het
gaat over gedwongen krimp, ongewijzigd zullen blijven, tenzij daar
allemaal heel andere besluiten over worden genomen, maar dat verwacht ik
op dit moment niet. Dat betekent dat we in het kabinet dus volle kracht
vooruit zullen gaan werken aan de stikstofaanpak, maar dat doen we op
dat punt wel grotendeels in lijn met wat er in het hoofdlijnenakkoord
over is gezegd.
De heer Jetten (D66):
Afrondend. Volle kracht vooruit kan natuurlijk alleen als het kabinet
voldoende rekening houdt met de nieuwe dynamiek die hier in de Tweede
Kamer is ontstaan, maar ook met mogelijke meerderheden in de Eerste
Kamer. Door het vorige demissionaire kabinet is er nog best wel wat
wetgeving door beide Kamers heen geloodst, maar dat kan nu niet als je
op dezelfde route doorgaat als voor de kabinetsval. Dat geef ik dus
graag aan de premier mee.
Minister Schoof:
Met dank.
De heer Dassen (Volt):
Daar wil ik op doorgaan, want er zijn inderdaad nieuwe verhoudingen. Dat
betekent dat het kabinet niet meer gebonden is aan de wensen van Geert
Wilders en de PVV. Dat betekent ook dat er ruimte komt. Ik ben benieuwd
waar de minister-president de ruimte ziet om juist met een groter
gedeelte van de Kamer op te trekken en hoe hij van plan is om die de
komende tijd te gaan benutten.
Minister Schoof:
Ik gaf eerder aan dat we nog maar 32 uur verder zijn, dus we moeten ons
echt nog intern op dat punt beraden. Ten tweede moeten we er ons met de
drie fractievoorzitters ook op beraden. Ik heb in mijn openingsstatement
ook gezegd dat we ons zeer bewust zijn van het zoeken van meerderheden
voor datgene wat we willen bereiken. Dat gaan we de komende periode
doen.
De heer Dassen (Volt):
Dan heb ik daar misschien één vervolgvraag over. Stel dat de
minister-president hier nog een halfjaar of misschien zeven maanden zit.
Laten we hopen dat we snel nieuwe verkiezingen hebben. Wat zou hij nog
heel graag voor Nederland willen bereiken? Dat mag even iets verder gaan
dan wat er in het hoofdlijnenakkoord of in het regeerprogramma staat.
Wat zou deze minister-president nou in het komende halfjaar willen
bereiken? Noem dan even niet asiel, want dat hebben we volgens mij wel
genoeg gehoord.
Minister Schoof:
Ik neem niet aan dat nu gevraagd wordt naar een politiek manifest van
een partij-ongebonden premier die bovendien demissionair is. Dat zou wel
alle wetten tarten die hier in het parlement gelden, volgens mij. Toen
ik een jaar geleden ben gevraagd, heb ik ja gezegd omdat ik echt iets
wil doen voor Nederland en echt geloof in de publieke zaak. Ik heb daar
goed over nagedacht. Het was voor mij een onverwachte en volgens velen
een ongebruikelijke stap. Daar heb ik me met hart en ziel voor ingezet.
Dat wil ik ook de komende periode met de collega's doen, niet alleen met
de collega's die hier zitten, maar ook met de andere collega's.
Natuurlijk zetten we ons in voor de grote onderwerpen waar we toen ook
voor hebben gekozen. Dat gaat over wonen, dat gaat over
bestaanszekerheid, dat gaat over het oplossen van de
stikstofproblematiek, dat gaat overigens ook over veiligheid, dat gaat,
gelet op de veranderende geopolitieke omstandigheden, ook heel
nadrukkelijk over de economie en dat gaat natuurlijk over de
bestaanszekerheid van mensen. Dat blijft dus echt een vol pakket, maar
we doen het in het volle, volle bewustzijn dat uw Kamer de marges van
dit demissionaire kabinet bepaalt.
De voorzitter:
Tot zover de eerste termijn. Ik geef graag in tweede termijn het woord
aan de heer Timmermans van de fractie GroenLinks-Partij van de Arbeid.
Het woord is aan hem.
De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
Dank, voorzitter. Ik kies ervoor een motie in te dienen, omdat ik merk
dat het gevoel van urgentie om zo snel mogelijk verkiezingen te kunnen
organiseren groot is in de Kamer. Daarom deze motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat Nederland zo snel mogelijk een nieuwe regering nodig
heeft die grote problemen kan oplossen;
overwegende dat er volgens de Grondwet maximaal drie maanden zitten
tussen het ontbindingsbesluit en de samenkomst van een nieuwgekozen
Kamer;
verzoekt de regering de Kamer zo snel als mogelijk te ontbinden en op de
kortst mogelijke termijn die de Kieswet toelaat verkiezingen uit te
schrijven;
verzoekt de regering daarvoor financiële middelen beschikbaar te stellen
aan gemeenten,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Timmermans, Jetten, Bontenbal,
Dijk, Bikker, Dassen en Yeşilgöz-Zegerius.
Zij krijgt nr. 3 (36760).
De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
Voorzitter, ik wil hier met uw permissie nog een punt van orde aan
toevoegen. Het is mij een lief ding waard als we vandaag nog
fractiegewijs over deze motie zouden kunnen stemmen, gelet op het gevoel
van urgentie. Met uw permissie en hopelijk met steun van de collega's
kunnen we hierover misschien meteen na het einde van het debat
stemmen.
De voorzitter:
Ik begrijp uw verzoek. Ik denk ook even aan de motie-Hamer. We hadden
het net over moties die heilig verklaard waren. De motie-Hamer is ook
heilig. Daarin staat namelijk: wij zullen op dinsdag stemmen. U wilt
blijkbaar nu al stemmen. Dan moet ik gewoon even kijken of daar een
meerderheid voor bestaat. U doet het voorstel om aansluitend aan dit
debat, neem ik aan, te stemmen?
De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
Fractiegewijs, ja.
De voorzitter:
Fractiegewijs. Dus niet hoofdelijk, maar fractiegewijs. Goed dat u dat
even toevoegt. Ik ga even kijken of daar een meerderheid voor
bestaat.
De heer Dassen (Volt):
Dat lijkt me een goed idee. Laten we dat straks meteen doen.
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Prima.
De heer Baudet (FVD):
Over alle moties dan, toch?
De voorzitter:
Nee, alleen over deze motie.
De heer Baudet (FVD):
Dan wil ik het graag verbreden.
De voorzitter:
Het voorstel gaat alleen over deze motie.
De heer Baudet (FVD):
Kan de heer Timmermans daar niet mee akkoord gaan?
De voorzitter:
Nee, het voorstel gaat over deze motie. Ik probeer het even simpel te
houden.
De heer Baudet (FVD):
Maar kan ik zijn voorstel niet amenderen?
De voorzitter:
Nee, dat kunt u niet amenderen. U steunt het niet.
De heer Bontenbal (CDA):
Eens. Goed.
De heer Jetten (D66):
Steun.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Wijs. Steun.
De heer Van Baarle (DENK):
Logisch verzoek. Steun.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Steun.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Steun.
De heer Wilders (PVV):
Steun.
De voorzitter:
Ik denk dat we er wel zo'n beetje zijn.
De heer Dijk (SP):
Steun.
Mevrouw Van Vroonhoven (NSC):
Steun, maar volgens mij is de steun niet meer nodig.
De voorzitter:
Ik kan mij niet aan de indruk onttrekken dat u een meerderheid heeft,
dus dan gaan we aansluitend aan dit debat — dat zal heel snel zijn —
erover stemmen.
Een aantal leden ziet af van de spreektijd. Daarom is de heer Jetten de
volgende spreker, als hij dat wil tenminste. Dat wil hij. Het woord is
aan hem. O, de heer Jetten heeft plankenkoorts, zegt hij. Nee, hoor. Hij
wacht op een printje. We hebben een motie altijd in papieren vorm
nodig.
Dan de heer Dassen.
De heer Dassen (Volt):
Voorzitter. Als je doet wat je deed, dan krijg je wat je kreeg. Vandaag
zagen wij veel oud-Haags gekibbel over het verleden in plaats van nieuwe
ideeën voor de toekomst. "Jij bent een schandvlek." "Nee, jij bent een
schandvlek." Mensen zijn klaar met deze stemmen van het verleden en
snakken naar een stem van de toekomst. Ik voelde aan dat de toekomst die
ik schetste wat deed in de zaal. Vooral bij "kweekvlees" dacht ik bij
mevrouw Van der Plas even wat lichte paniek te zien.
Voorzitter. Ik snap dat oude partijen lachen om onze vergezichten. Die
zijn namelijk zeldzaam geworden in Den Haag. Maar terwijl de status quo
lacht, kunnen we bouwen aan de toekomst. Dat is volgens mij ook wat
Nederlanders van ons mogen verwachten. Nieuwe problemen hebben nieuwe
ideeën nodig, die de oude politiek nog niet aandurft. Dan kunnen we aan
de toekomst bouwen. Dat is volgens mij waar de campagne straks over moet
gaan, dus op naar nieuwe verkiezingen.
De voorzitter:
De heer Bontenbal van het CDA ziet af van zijn spreektijd. De heer Van
Baarle.
De heer Van Baarle (DENK):
Dank, voorzitter.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat Israël de toevoer van humanitaire hulp naar Gaza
blokkeert;
overwegende dat er een nijpend tekort aan medicijnen en voedsel is in
Gaza;
overwegende dat er 930.000 kinderen in Gaza risico lopen op acute
hongersnood, volgens de Integrated Food Security Phase
Classification;
overwegende dat een groeiend aantal landen en internationale
organisaties het handelen van de Israëlische regering veroordelen;
verzoekt de regering om sancties te bepleiten tegen de Israëlische
regering,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Van Baarle.
Zij krijgt nr. 4 (36760).
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat "een levensvatbare Palestijnse staat" al decennia het
streefpunt van de Nederlandse regering is, maar dat Israël openlijk zegt
die levensvatbaarheid tegen te zullen werken;
constaterende dat het Palestijnse zelfbeschikkingsrecht hiermee bedreigd
wordt en dat steeds meer Europese staten daarom de Palestijnse Staat
erkennen;
verzoekt de regering om de Palestijnse Staat te erkennen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Van Baarle.
Zij krijgt nr. 5 (36760).
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
verzoekt de regering terstond en definitief het onderzoek te staken over
wanneer de Nederlandse ambassade naar Jeruzalem verplaatst kan
worden,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Van Baarle.
Zij krijgt nr. 6 (36760).
De heer Van Baarle (DENK):
En tot slot, voorzitter.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
verzoekt de regering om een algeheel wapenembargo, zowel offensief als
defensief, in te stellen tegen Israël, en alle militaire samenwerking en
uitwisseling van militaire technologie met Israël te staken, zowel
offensief als defensief,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Van Baarle.
Zij krijgt nr. 7 (36760).
De heer Van Baarle (DENK):
Als deze premier niet bereid is aan te geven wat de regering doet op het
gebied van maatregelen tegen Israël, dan moeten wij hem als Kamer maar
gaan bijsturen.
Dank, voorzitter.
De voorzitter:
Mevrouw Yeşilgöz van de VVD.
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Dank u wel, voorzitter. Ik wil de minister-president danken voor al zijn
inzet van de afgelopen tijd en in de tijd die nu gaat komen. Dat geldt
ook voor de vicepremiers en de andere bewindslieden. Ongelofelijk veel
dank dat jullie op deze manier door blijven gaan en je blijven inzetten
voor Nederland en alle belangrijke onderwerpen. In het belang daarvan en
in het belang van je in blijven zetten voor alle belangrijke
onderwerpen, heb ik één motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat Nederland nationaal en internationaal voor grote
uitdagingen staat, waarbij besluitvaardigheid meer dan ooit noodzakelijk
is;
overwegende dat het onverantwoord is om tot aan de volgende verkiezingen
stilstand te krijgen;
verzoekt het kabinet vol door te gaan met cruciale onderwerpen voor
Nederland die niet kunnen wachten, waaronder ten minste asiel en
migratie, defensie en weerbaarheid, steun aan Oekraïne, veiligheid,
stikstof, ruimtelijke keuzes, woningbouw, hersteloperaties,
verdienvermogen en de portemonnee;
verzoekt het kabinet daarvoor draagvlak te vergaren in het
parlement,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Yeşilgöz-Zegerius, Van der Plas,
Van Vroonhoven, Bontenbal, Bikker en Eerdmans.
Zij krijgt nr. 8 (36760).
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel. Het goede nieuws is dat de printer van de heer Jetten het
weer doet. We zijn erg benieuwd wat er uit het apparaat is gekomen.
De heer Jetten (D66):
Dank, voorzitter. Na twee jaar stilstand, chaos en geruzie wil D66 zo
snel mogelijk verkiezingen, want de problemen — de woningnood, het
klimaat en de verdeeldheid — zijn gebleven, maar de oplossingen zijn
uitgesteld. Wat na vandaag misschien nog wel het meest wringt, is dat er
vooralsnog geen enkel lerend vermogen is van dit mislukte experiment. De
VVD blijft nog altijd, ondanks alle harde woorden over Wilders, de deur
richting de PVV open houden voor een nieuwe poging. Maar de opluchting
over de kabinetsval bij de mensen in het land is groot en voelbaar. Ze
snakken namelijk naar politiek die wel werkt. Laat het demissionaire
kabinet niet stilzitten, maar doorwerken. Wij zullen daarbij steeds de
plannen beoordelen op de inhoud. Om ze daarbij een klein beetje te
helpen, heb ik de volgende motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de secretaris-generaal voorstelt om op basis van de
capaciteitsdoelstellingen te groeien naar een NAVO-norm van minimaal
3,5% voor defensie-investeringen;
overwegende dat Nederland als gastland van de NAVO-top een bijzondere
verantwoordelijkheid heeft in het vormgeven van de discussie over de
nieuwe NAVO-norm;
verzoekt het kabinet zich te committeren aan het verhogen van de
defensie-uitgaven tot 3,5% van het bbp,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Jetten en Bikker.
Zij krijgt nr. 9 (36760).
De heer Jetten (D66):
Voorzitter. Deze motie is gisteren nog weggestemd, maar na alle mooie
woorden van vandaag, hoop ik dat we hierop in ieder geval een doorbraak
voor elkaar kunnen krijgen.
De voorzitter:
Mevrouw Van Vroonhoven, Nieuw Sociaal Contract.
Mevrouw Van Vroonhoven (NSC):
Voorzitter. Nu, in de tweede termijn, staan we op het punt: hoe nu
verder? Wat dat betreft heeft mevrouw Yeşilgöz een motie ingediend, ook
namens mevrouw Van der Plas en mij. Ik zou daar eigenlijk nog even een
paar puntjes uit willen lichten.
In die motie staat benoemd dat we inderdaad voort moeten gaan met het
migratiebeleid. Dan heb je het wat ons betreft ook uitdrukkelijk over de
arbeidsmigratie en de studiemigratie. Er staat dat we ons moeten richten
op defensie en de weerbaarheid. Ik wil vooral dat laatste goed
benadrukken. Het gaat echt om hoe we de Nederlanders hier in Nederland
ook gewoon weerbaar maken voor de onzekere toekomst.
Als het gaat over de hersteloperaties, wil ik in het bijzonder ook de
WIA noemen. We hebben ons daar bij de onderhandelingen over de
Voorjaarsnota hard voor gemaakt. We zijn ontzettend blij dat we de
perikelen bij het UWV omtrent arbeidsongeschiktheid nu bij de kop
hebben. Het zou gewoon doodzonde zijn als we dat niet kunnen
verderzetten. Als er iets staat over de portemonnee, gaat dat wat ons
betreft echt uitdrukkelijk over de bestaanszekerheid.
Voorzitter, tot slot. Hoe nu verder de komende tijd? Ik kijk naar meneer
Dassen. Laten we er een hele bevlogen campagne van maken met elkaar.
Laten we dat fair en open met elkaar doen.
Dank u wel.
De voorzitter:
Mevrouw Bikker van de ChristenUnie.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Voorzitter, dank u wel. Helder is: de Kamer is de komende maanden aan
zet. Het land moet nog steeds van het slot, want mensen zitten te
wachten op dat nieuwe huis dat ze wél kunnen betalen en de ondernemer
wil wél kunnen investeren. Dat alles en meer.
Voorzitter. Daarom uiten wij van harte onze steun, ook aan het
kabinet-Schoof, om weer op te staan om het goede te doen, te beginnen
bij de NAVO-top. Laten we zorgen dat de minister-president daar met een
stevig en vol mandaat kan staan, want dat is heel hard nodig.
Ik wil het kabinet ook wijsheid wensen, ook in de komende tijd.
Demissionair zijn is niet makkelijk, maar weet dat in ieder geval voor
mijn fractie geldt dat we altijd constructief en kritisch met u aan de
slag willen gaan om goed te zorgen voor ons land.
Voorzitter. Ja, er mag een frisse wind gaan waaien in Nederland, want te
lang zitten we al in een moeras, waarin de politiek elkaar wel de maat
neemt, maar niet de oplossingen brengt. Ik zet mij er graag voor in,
naar de verkiezingen toe, dat we die frisse wind meer in dit parlement
gaan brengen.
Dank u wel.
De voorzitter:
De heer Dijk van de SP.
De heer Dijk (SP):
Dank u wel, voorzitter. Ik heb goed geluisterd in de eerste termijn, met
name naar de woorden van Nieuw Sociaal Contract over de huurbevriezing.
Daarom de volgende motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat alle sociale huren op 1 juli 2025 met maximaal 5%
stijgen;
spreekt uit dat de huurlasten te hoog zijn en de belofte in de
Voorjaarsnota voor een huurbevriezing moet worden nagekomen;
verzoekt het demissionaire kabinet dit per ministeriële regeling te doen
door alle sociale huren, zowel bij corporaties als bij private
verhuurders, vanaf 1 juli te bevriezen en de corporaties hiervoor te
compenseren,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Dijk.
Zij krijgt nr. 10 (36760).
Een vraag van mevrouw Van Vroonhoven.
Mevrouw Van Vroonhoven (NSC):
Ik kijk even naar de heer Dijk. We hebben een interruptiedebatje met
elkaar gevoerd. Ik wil het nog even nalezen in het stenogram, maar
volgens mij heb ik echt gezegd dat we moeten kijken hoe we met elkaar de
huren gaan matigen. Dat hoeven we wat mij betreft niet te doen op basis
van die oude plannen die we toen hadden voorliggen, maar we moeten wel
met elkaar kijken hoe we dat allemaal in het kader van de
bestaanszekerheid — zo heb ik dat echt gezegd — recht moeten houden; dat
zeker.
De heer Dijk (SP):
Ik heb de woorden van mevrouw Van Vroonhoven letterlijk uit het
stenogram gehaald. U heeft letterlijk gezegd dat u de belofte die u bij
de Voorjaarsnota heeft gedaan gestand wilt houden. Als u terugkijkt, dan
ziet u ook het vrolijke gezicht van de heer Wilders en het wat minder
vrolijke gezicht van mevrouw Keijzer. Er is dus een reden. Ik hoop dat u
zich aan uw belofte gaat houden. Het is bijna 1 juli. Laten we dat gaan
doen en dan ook met genoeg geld voor woningbouwcorporaties om te kunnen
investeren in genoeg woningen voor jonge mensen en gezinnen. Ook dat is
een vorm van bestaanszekerheid. Wie a zegt, moet ook b kunnen
zeggen.
Mevrouw Van Vroonhoven (NSC):
Ik ga het stenogram even nalopen. Ik meen echt dat ik heb gezegd dat het
erom gaat dat we met elkaar de huren moeten matigen.
De heer Dijk (SP):
Ik app u de letterlijke tekst zo meteen. Geen enkel probleem.
Voorzitter. Motie twee. De vorige keer dat we een demissionair kabinet
hadden werden bezuinigingen op de zorg ook geschrapt. Het lijkt me
ongelooflijk goed om dat te doen.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat vanaf 2026 bijna 500 miljoen aan bezuinigingen op de
ouderenzorg en ruim 150 miljoen op de gehandicaptenzorg en de ggz
gepland staan;
constaterende dat dit jaar al 350 miljoen wordt weggehaald bij de
ouderenzorg, gehandicaptenzorg en de ggz;
constaterende dat vanaf volgend jaar 450 miljoen wordt bezuinigd op de
jeugdzorg, wat oploopt tot 1,8 miljard, en dat ook een eigen bijdrage
wordt ingevoerd;
constaterende dat vanaf 2027 een bezuiniging van 225 miljoen ingeboekt
staat op de Wmo en de eigen bijdragen stijgen;
verzoekt de regering om deze bezuinigingen te schrappen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Dijk.
Zij krijgt nr. 11 (36760).
De heer Dijk (SP):
Tot slot nog één motie. Er zitten hier mensen die beslissen over
andermans WW en zelf op een torenhoge wachtgeldregeling zitten.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat Kamerleden zelf kunnen rekenen op 38 maanden WW met
een totaal van €334.000 aan wachtgeld;
constaterende dat deze Kamerleden nu in meerderheid hebben besloten om
de WW-duur te verkorten van 24 naar 18 maanden voor gewone mensen;
spreekt uit dat de WW-duur niet verkort moet worden;
verzoekt de regering de voorgenomen WW-verkorting terug te draaien bij
het opstellen van de Miljoenennota 2026,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Dijk.
Zij krijgt nr. 12 (36760).
Mevrouw Van der Plas, BBB.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Dank u wel. Dank aan de minister-president voor zijn woorden in het
debat en de aanwezigheid van de andere vier … andere drie
bewindspersonen. Ik zit nog helemaal in de viermodus. Ik heb twee
moties.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat de noodzaak groot is om door te gaan met de inzet van
het kabinet om de vergunningverlening weer op gang te krijgen;
overwegende dat Nederland zo snel mogelijk van het stikstofslot moet om
ruimte te krijgen voor onder andere boeren, vissers, woningbouw,
infrastructuur en defensie;
overwegende dat het kabinet hiervoor een goede start heeft gemaakt met
de brief van 25 april;
verzoekt de regering voortvarend door te gaan met de uitvoering van alle
vier sporen zoals die zijn geformuleerd in de Ministeriële Commissie
Economie en Natuurherstel,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Van der Plas.
Zij krijgt nr. 13 (36760).
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat de asielmigratie naar Nederland moet worden
aangepakt;
overwegende dat landen als Duitsland hun grensbewaking hebben
geïntensiveerd;
overwegende dat dankzij de extra controles aan de Duitse grens 47.000
mensen bij de grens zijn tegengehouden, onder wie 1.900
mensensmokkelaars;
overwegende dat het aantal asielaanvragen in Duitsland sindsdien flink
is gedaald;
verzoekt de regering zo snel als mogelijk, bijvoorbeeld via het dienjaar
bij Defensie, extra capaciteit te creëren voor de marechaussee voor
taken zoals grenstoezicht,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Van der Plas.
Zij krijgt nr. 14 (36760).
Mevrouw Van der Plas (BBB):
"Gaat over tot de orde van de dag" zet ik er even bij.
De voorzitter:
Daar hechten we aan. Dat wordt gewaardeerd. De heer Bontenbal.
De heer Bontenbal (CDA):
Een interruptie voor mevrouw Van der Plas. Ik zou bijna zeggen "merci",
maar dat mag dan weer niet.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Jawel, hoor. Ik noem het alleen "tralala".
De heer Bontenbal (CDA):
In de motie van mevrouw Yeşilgöz c.s. wordt een aantal thema's genoemd
waar het kabinet voortvarend mee door moet gaan. Daar staat stikstof ook
gewoon bij.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Ja.
De heer Bontenbal (CDA):
De eerste motie van u lijkt me dan overbodig, want die zit geïncludeerd
in die van de VVD. Kunnen we die dan niet gewoon schrappen? Dat scheelt
bij de stemmingen.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Nee. Dank u wel.
De voorzitter:
De heer Eerdmans, JA21.
De heer Eerdmans (JA21):
Voorzitter. Dank aan de premier voor de gegeven antwoorden. Ik ben niet
helemaal gerust op het eurobondsantwoord, maar het was wel goed. Ik had
gevraagd of de motie-Eerdmans heilig is. Ik hoop dat die heilig
blijft.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
verzoekt het kabinet het tienpuntenplan over asiel van Wilders uit te
voeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Eerdmans.
Zij krijgt nr. 15 (36760).
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
verzoekt het kabinet de Spreidingswet uiterlijk op 1 februari 2026 in te
trekken,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Eerdmans.
Zij krijgt nr. 16 (36760).
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
spreekt uit het asielbeleid niet controversieel te verklaren,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Eerdmans.
Zij krijgt nr. 17 (36760).
De heer Eerdmans (JA21):
Dank u wel.
De voorzitter:
De laatste spreker is de heer Baudet van Forum voor Democratie. O nee.
Sorry, meneer Baudet, ik ben mevrouw Ouwehand vergeten.
De heer Baudet (FVD):
Ja, dat gebeurt mij ook weleens.
De voorzitter:
U bent een heer. Excuses, mevrouw Ouwehand. U bent net terug en ik zie u
nu al over het hoofd. Dat is ook niet aardig.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Ik zal maar zeggen: er komen nieuwe verkiezingen, dus misschien ook een
nieuwe Kamervoorzitter.
De voorzitter:
Oóh, wat bent u hard vandaag.
(Hilariteit)
De voorzitter:
U bent terug en ik dacht dat u wat softer was geworden.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Niks ervan. Ik wilde in mijn tweede termijn benoemen dat er ook positief
nieuws was. Deze had ik echt niet zien aankomen en dus ook niet
voorbereid.
De voorzitter:
Het kwam wel uit de grond van uw hart, volgens mij.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Wel een beetje, ja.
Voorzitter. Nieuwe verkiezingen. Er is positief nieuws. Er zijn heel
veel puinhopen gecreëerd en de schade die is ontstaan, is niet zomaar
weg. Maar we krijgen een kans om met z'n allen opnieuw te gaan werken
aan goede oplossingen. Want Nederland snakt naar een kabinet dat de
problemen aanpakt waar mensen zich zorgen over maken. We hebben schone
lucht nodig, een groene omgeving, gezond en betaalbaar voedsel voor
iedereen, en een rechtvaardige aanpak van de klimaatcrisis, waarbij niet
de grote vervuilers worden beloond maar de gewone burgers worden
geholpen.
Mensen snakken ook naar een consequent buitenlandbeleid. Ik moet toch
wel zeggen dat de antwoorden van de minister-president over de genocide
in Gaza niet bepaald geruststellen. De minister-president zegt net
letterlijk: het is 32 uur geleden dat het kabinet viel, dus we hebben
nog geen tijd gehad. De urgentie is als volgt. Er zijn al 50.000
onschuldige burgerslachtoffers gevallen. De honger is er nu. Het gebrek
aan water is er nu. Het gebrek aan medicijnen is er nu. Het demissionair
kabinet had gisteravond makkelijk even de koppen bij elkaar kunnen
steken en kunnen bedenken: wat kunnen wij op dit moment doen om die
genocide daar te stoppen? Dus ik druk de minister-president op het hart:
doe dit nu alsnog. We kunnen geen seconde langer wachten.
De voorzitter:
De laatste spreker. Een vraag van mevrouw Yeşilgöz, een mededeling.
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Ik loop achter. Ik had een vraag aan de heer Eerdmans, voordat u
helemaal afsluit. Die gaat over zijn motie. Onhandig, maar zou het toch
nu mogen?
De voorzitter:
De heer Eerdmans is geweest. Zijn termijn is voorbij.
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Dat weet ik, maar …
De voorzitter:
Kunt u hem niet zelf even aanschieten?
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Jawel, maar ik wil vragen of hij zijn motietekst iets wil
verduidelijken, zodat het voor ons makkelijker wordt om voor te
stemmen.
De voorzitter:
Schiet hem zelf even aan, zou ik zeggen. Als we daaraan beginnen,
blijven we aan de gang met het terugroepen van mensen.
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Dan zal ik het hier zeggen, voor de collega's die dat horen. Ik zal zo
aan de heer Eerdmans vragen om aan zijn verzoek inzake de tien punten de
woorden "uitwerken en uitvoeren" toe te voegen.
De voorzitter:
Ja.
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Ik zie hem knikken. Dan heb ik het hierbij gezegd.
De voorzitter:
De heer Baudet.
De heer Baudet (FVD):
We zijn getuige van een politieke whodunit. Het is een buitengewoon
merkwaardig spelletje. Wie loopt er nou te jokkebrokken? Is het zo dat
Geert daadwerkelijk achter de schermen is dwarsgezeten en dat VVD, NSC
en BBB daarover nu aan het liegen zijn? Of is het zo dat Geert er
eigenlijk helemaal geen zin meer in had en een aanleiding heeft gezocht
om het te laten klappen op een onderwerp waarop hij de meeste
credibility heeft onder de bevolking, namelijk migratie? Er is maar één
manier om daarachter te komen. Dat is door heel simpel een motie in
stemming te brengen die als volgt luidt:
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
verzoekt het demissionaire kabinet om alsnog met de tien punten van
Wilders betreffende inperking van de immigratie aan de slag te gaan, en
deze zo veel mogelijk uit te werken tot realistische, concrete
voorstellen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Baudet.
Zij krijgt nr. 18 (36760).
De heer Baudet (FVD):
Voorzitter. We zullen bij de stemmingen zien wie er gelijk heeft. Ik wil
net als de heer Timmermans … Ik vraag de voorzitter om de orde te
handhaven in het hart van de democratie. Wel opletten!
De voorzitter:
Ik verzoek u om gewoon door te praten.
De heer Baudet (FVD):
Ik verzoek, net als de heer Timmermans, om dit vandaag in stemming te
brengen. Het is evident in het belang van de democratie en de
beraadslaging. We gaan zo meteen toch al fractiegewijs stemmen. Het is
volgens mij geen enkel probleem om ook deze motie in stemming te
brengen. En het is in het belang van Nederland en van de democratie dat
we direct uitsluitsel hebben.
De voorzitter:
Zeker. Maar we hebben net een besluit genomen over die ene motie. Daar
gaan we inderdaad aansluitend over stemmen. Ik breng het voorstel van de
heer Baudet in stemming en hoor graag van de geachte leden of zij willen
dat er over deze motie ook meteen wordt gestemd. Meneer Dijk?
De heer Dijk (SP):
Sorry voorzitter, maar ik heb ook een verzoek. Dat gaat over de motie
die ik heb ingediend over huurbevriezing. Die gaat over de datum 1 juli
…
De voorzitter:
Ja, maar laten we …
De heer Dijk (SP):
Ja, maar 1 juli is wel een datum die vrij belangrijk is voor huurders.
Ik heb net een meerderheid aan partijen gehoord die dat willen.
De voorzitter:
Wacht even, Baudet! Uw microfoon staat niet aan. Mag het even rustig?
Ontspan! Ik breng nu het verzoek in stemming van de heer Baudet. Dat
gaan we eerst even doen. Daarna gaan we over de motie over
huurbevriezing praten, als u dat wilt. En ik ga even kijken of er een
meerderheid is voor het verzoek om zijn motie toe te voegen aan de
stemmingslijst. De heer Dassen.
De heer Dassen (Volt):
Volgens mij is er geen haast mee. Dat kan gewoon dinsdag, dus geen
steun.
De voorzitter:
Dat is geen steun. De heer Bontenbal.
De heer Bontenbal (CDA):
Wij willen alleen over de motie-Timmermans stemmen en over de rest
niet.
De voorzitter:
Dat is geen steun. De heer Van Baarle.
De heer Van Baarle (DENK):
Wij steunen het verzoek om snel te stemmen over de motie over
verkiezingen, omdat die snel voorbereid moeten worden. Als er al een
verzoek is om ook over de andere moties in stemming te brengen, zou mijn
voorstel zijn om over alle moties te stemmen. Ik vind mijn motie ook
heel erg belangwekkend. We kunnen niet alleen over de motie van de heer
Baudet stemmen omdat hij zijn motie inhoudelijk van belang vindt. Ik zou
zeggen: laten we dan alles doen. Geen steun om er één uit te pikken.
De voorzitter:
Dat is geen steun. Dat is het enige wat ik wilde horen, met alle
respect. Meneer Baudet, ik stel vast dat behalve uzelf niemand uw
voorstel steunt. Ik ga nu uw microfoon aanzetten. Let op!
De heer Baudet (FVD):
Ik ben verbijsterd! Ik ben werkelijk verbijsterd.
De voorzitter:
Sterkte met het verwerken van dit verlies. Ik schors vijf minuten. Ik
schors tot 16.30 uur. Dan gaan we luisteren naar de
minister-president.
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.
De voorzitter:
Ik heropen. Het woord is aan de minister-president. Graag stilte. Meneer
Van der Burg en meneer Bontenbal, wilt u gaan zitten?
Minister Schoof:
Dank, voorzitter. De motie op stuk nr. 3 over het houden van
verkiezingen op de kortst mogelijke termijn krijgt oordeel Kamer, met
daarbij wel een korte toelichting mijnerzijds. De motie verzoekt op de
kortst mogelijke termijn die de Kieswet toelaat verkiezingen uit te
schrijven. Deze motie kan in haar gevolgen feitelijk onuitvoerbaar
blijken te zijn omdat dit onvoldoende ruimte laat voor afwegingen ten
aanzien van onder meer: de termijn voor registratie van partijen en hun
namen, de kandidaatstelling en de verklaringen die daarvoor nodig zijn,
de logistieke en personele voorbereiding door gemeenten, de registratie
voor kiezers in het buitenland via de ambassades en de feestdagen en de
vakantieperiodes voor kiezers, zoals de herfstvakantie en/of de
zomervakantie. Een zorgvuldige voorbereiding van de verkiezingen is
essentieel voor onze parlementaire democratie. Daar zullen we het
ongetwijfeld allemaal over eens zijn. Maar met deze uitleg en hetgeen ik
hier in de eerste termijn over heb gezegd, laat ik het oordeel aan de
Kamer.
Dan de motie op stuk nr. 4 van de heer Van Baarle, over sancties tegen
de Israëlische regering. Deze ontraad ik onder verwijzing naar hetgeen
ik gezegd heb.
De motie op stuk nr. 5 van de heer Van Baarle gaat over het erkennen van
de Palestijnse Staat. Deze ontraad ik onder verwijzing naar hetgeen ik
gezegd heb.
De motie op stuk nr. 6 van de heer Van Baarle gaat over het staken van
het onderzoek voor het verplaatsen van de ambassade. Deze ontraad ik
onder verwijzing naar hetgeen ik in het debat gezegd heb.
De motie op stuk nr. 7 over het wapenembargo ontraad ik eveneens, onder
verwijzing naar hetgeen ik in het debat heb gezegd.
De motie op stuk nr. 8 over het vol doorgaan met asiel, defensie et
cetera krijgt oordeel Kamer.
De motie op stuk nr. 9 gaat over het committeren aan de NAVO-norm. Deze
motie is ontijdig. Het kabinet is zich op dit moment nog aan het beraden
op het voorstel van de sg van de NAVO.
De motie op stuk nr. 10 van de heer Dijk gaat over een ministeriële
regeling voor de huurbevriezing en het compenseren van corporaties. Ik
verwijs naar de brief van de minister van VRO van gisteren. Daarmee is
de motie ontraden.
De motie op stuk nr. 11 over het schrappen van bezuinigingen: ontraden,
want er is geen dekking.
De motie op stuk nr. 12 is eveneens van de heer Dijk en gaat over het
terugdraaien van de WW-verkorting. Deze motie is eveneens ontraden, want
er is geen dekking.
De motie op stuk nr. 13 van Van der Plas gaat over het doorgaan met de
vier sporen zoals die zijn geformuleerd in de MC Economie en
Natuurherstel. Deze krijgt oordeel Kamer.
De motie op stuk nr. 14 gaat over het creëren van extra capaciteit voor
de KMar ten behoeve van grenstoezicht. Deze motie krijgt oordeel Kamer,
met de uitleg dat het kabinet uitvoering geeft aan deze motie met het
reeds genomen besluit tot invoering en financiering van grenstoezicht en
Defensie onder meer met het Dienjaar Defensie reeds werkt aan werving
van extra capaciteit. Dit komt onder meer ten goede aan de KMar, en
daarmee aan grenstoezicht.
Dan de motie op stuk nr. 15 over het uitvoeren van het tienpuntenplan.
Er was even discussie over de letterlijke tekst van de motie. Op dit
moment staat er "uit te voeren" en daarmee is de motie ontraden. Als het
gaat over "uitwerken", dan kan de motie oordeel Kamer krijgen.
De voorzitter:
Maar er staat "uitvoeren".
Minister Schoof:
Ja, er staat "uitvoeren". Als dat er blijft staan, is de motie ontraden.
De consequenties kunnen we namelijk niet overzien.
De heer Bontenbal (CDA):
Wat betreft de motie op stuk nr. 14 over de extra capaciteit voor de
marechaussee: moet daar dan niet ook financiële dekking voor zijn?
Minister Schoof:
Ik heb verwezen naar …
De heer Bontenbal (CDA):
Als die er niet is, dan zou die ontraden moeten worden.
Minister Schoof:
Ik heb in mijn toelichting verwezen naar het reeds genomen besluit tot
invoering van grenstoezicht en de daarbij behorende financiering. Daar
zijn eerder dus besluiten over genomen.
De heer Bontenbal (CDA):
Dan is dit een overbodige motie, want dan wordt dit al gedaan.
De voorzitter:
Daar sluit ik me een beetje bij aan.
Minister Schoof:
Dan mag de motie ook overbodig zijn.
De voorzitter:
Dan krijgt de motie op stuk nr. 14 de appreciatie overbodig.
De heer Bontenbal (CDA):
Helder.
De heer Eerdmans (JA21):
In de motie op stuk nr. 15 wil ik van het woord "uitvoeren" graag
"uitwerken" maken, conform de afspraak. Dan kan de motie worden
uitgevoerd, denk ik.
Minister Schoof:
Als er "uitwerken" staat, kan de motie oordeel Kamer krijgen.
De voorzitter:
Dan krijgen we van u een bijgewerkte motie, meneer Eerdmans. Dan krijgt
die versie van de motie oordeel Kamer.
De heer Van Baarle (DENK):
De motie op stuk nr. 13 vraagt om dat tienpuntenplan uit te werken. Dat
tienpuntenplan bevat gewoon heel veel maatregelen die in strijd zijn met
rechtsstatelijke principes, die in strijd zijn met de beginselen van hoe
je een democratische rechtsstaat bestuurt. Dat deze minister-president
hier in een debat nu gewoon zegt "we gaan het als kabinet uitwerken" en
de motie oordeel Kamer geeft, vind ik echt veel te ver gaan. Ik vind het
veel te ver gaan om als kabinet te zeggen "we gaan mee in die drek die
de heer Wilders heeft opgesteld". Hoe kan de minister-president dat
doen?
Minister Schoof:
"Uitwerken" betekent dat we deze consequenties doorzien ten aanzien van
de juridische aspecten, de financiële aspecten en de organisatorische
aspecten, et cetera, et cetera, et cetera. Daarover komen we dan vanzelf
hier in de Kamer terug en dan is het aan de Kamer om een oordeel uit te
spreken.
De heer Van Baarle (DENK):
Als de minister-president zegt "we gaan dat plan uitwerken", dan zegt
hij eigenlijk: ik ga braaf het plan van de heer Wilders … Dat is het
werk dat de heer Wilders eigenlijk zelf zou moeten doen, namelijk zijn
plannen goed onderbouwen en uitwerken. En dan gaat deze
minister-president dat plan braaf voor de persoon die hem heeft laten
zitten, nog eventjes netjes uitwerken, terwijl we weten dat heel veel
van die punten gewoon niet kunnen! Ik vind dat de minister-president dan
op de inhoud aan zou moeten geven wat hij ondersteunt en wat niet. En
anders zou hij deze motie gewoon moeten ontraden. Hij moet deze motie,
dat plan, niet uitwerken, want die voorstellen kunnen niet.
Minister Schoof:
Ik heb onderscheid gemaakt tussen uitvoeren en uitwerken. De redenen die
u zojuist noemde, zijn precies de redenen waarom ik heb gezegd dat ik
"uitvoeren" ontraad. "Uitwerken" betekent dat we het uitwerken en dan
komen we vanzelf uit bij de financiële, organisatorische, juridische en
weet ik veel wat voor aspecten en daarover rapporteren we aan de
Kamer.
De heer Wilders (PVV):
Dit is precies de reden waarom wij de coalitie hebben verlaten. Wij
vinden dat het niet moet worden uitgewerkt maar uitgevoerd, want
"uitwerken" betekent dat we over een halfjaar een briefje krijgen van de
minister van Binnenlandse Zaken waarin wordt gezegd dat het niet kan.
Dus als er niet staat "uitvoeren" maar "uitwerken", dan stelt het geen
bal voor. Wij zullen dan met overtuiging tegenstemmen.
De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
Soms denk ik dat ik in een aflevering van Jiskefet ben beland. Maar ik
moet wel zeggen: hier is het kabinet op gevallen en dan ga je dat toch
niet nog eens een keer uitwerken, terwijl je weet dat het kabinet erop
gevallen is en het kabinet bovendien demissionair is? Kom op, zeg, laten
we onszelf ook een beetje serieus nemen. Deze motie moet gewoon worden
ontraden.
De heer Jetten (D66):
Het is niet alleen Jiskefet, want ook bij De Speld maken ze vandaag
overuren! Maar dat is …
Ik heb een vraag over de motie op stuk nr. 9, over zich committeren aan
de verhoogde NAVO-norm. De minister-president zei daarover zojuist dat
die motie ontijdig is, maar die NAVO-top is dus al over drie weken. Als
die motie nu ontijdig is, wanneer gaat het kabinet dan in godsnaam in de
komende drie weken wel een standpunt innemen over de NAVO-norm? Ik ben
des te verbaasder over dit advies van de minister-president, omdat de
minister van Defensie een uur geleden in een interview heeft gezegd: ik
verwacht brede steun voor verhoogde defensie-uitgaven. Zullen we dus
maar gewoon zaken doen vandaag? Dan kunnen we u ook op pad sturen naar
die NAVO-top met een concreet Nederlands standpunt.
Minister Schoof:
Ik dacht dat we over twee weken een debat over de NAVO-top hebben. Ik
durf dat niet helemaal zeker te zeggen, maar ik zeg de Kamer graag toe
dat de inzet ten behoeve van de NAVO-top voor die tijd aan de Kamer is
toegestuurd.
De heer Bontenbal (CDA):
Nog even over de motie op stuk nr. 15. Is het niet gewoon verstandig dat
de premier toezegt een brief te sturen met een reactie op dat actieplan?
Dan reageert hij daarmee inhoudelijk op wat er wel en niet kan. Dan kan
er later door de Kamer besloten worden wat wel en niet te doen. Maar nu
ligt er een motie die allerlei fracties dwingt, terwijl iedereen er een
andere uitleg aan gaat geven. Ik weet wat er gebeurt: dit wordt op
Twitter gebruikt om elkaar de maat te nemen. Dus ik zou zeggen dat de
meest redelijke optie een brief is waarin die tien punten worden bekeken
en beoordeeld. Dan kan de Kamer later bekijken welke punten zij zelf in
het debat wil gaan inbrengen.
Minister Schoof:
Ik denk dat met de uitwerking ... De motie luidt nu dus: uitwerken. Ik
denk dat we daarom uiteindelijk met een brief naar de Kamer komen met
daarin een uitwerking, inclusief — ik zei het al eerder — de financiële,
juridische, organisatorische en andere aspecten. Het is dan vervolgens
aan de Kamer om daar een oordeel over uit te spreken.
De voorzitter:
Prima. De motie op stuk nr. 16.
Minister Schoof:
De motie-Eerdmans op stuk nr. 16 vraagt de Spreidingswet per 1 februari
2026 in te trekken. Die motie moet ik ontraden. In de contourennota van
de voormalig minister van Asiel en Migratie is vermeld dat de
Spreidingswet bij voorkeur wordt ingetrokken in de eerste cyclus, die
eindigt op 31 januari 2026.
Dan de motie op stuk nr. 17, over asiel niet controversieel verklaren.
Dat lijkt me een spreekt-uitmotie.
Dan de motie op stuk nr. 18.
De voorzitter:
Ik mis nog even een oordeel over de motie op stuk nr. 16. U heeft er wel
het een en ander over gezegd, maar …
Minister Schoof:
Sorry. "Ontraden" had ik gezegd.
De voorzitter:
Sorry.
Minister Schoof:
De motie op stuk nr. 17 was wel een spreekt-uitmotie, hè? Dus …
De voorzitter:
Ja. Nu de motie op stuk nr. 18.
Minister Schoof:
Ik checkte het even.
Dan de laatste motie, op stuk nr. 18, over het uitvoeren van het
tienpuntenplan. Gelet op de eerdere discussie over de motie-Eerdmans op
stuk nr. 15 zal duidelijk zijn dat het "ontraden" is.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Ik wil nog even terugkomen op mijn motie die van "oordeel Kamer" naar
"overbodig" gaat. Dat de financiën er al zijn, betekent niet dat het
kabinet prioriteit kan geven aan het uitwerken van de vulling bij de
Koninklijke Marechaussee. Ik vind het dus een beetje raar dat deze motie
"overbodig" krijgt, want er kan gewoon prioriteit aan worden gegeven,
bijvoorbeeld door het versoepelen van regels of het aanscherpen van
plannen. Het is heel gek om deze motie nu opeens overbodig te verklaren
omdat er hier wat mensen in de weerstand gaan. Dit gaat gewoon over
prioriteiten stellen om zo snel mogelijk de capaciteit te creëren. Daar
kun je allerlei dingen voor bedenken, bijvoorbeeld het versoepelen van
regels. De motie had met een reden oordeel Kamer gekregen, neem ik aan.
Ik zou graag willen dat u weer teruggaat naar dat oordeel, met deze
toevoeging van mijzelf erbij.
Minister Schoof:
Ik denk dat het belangrijkste in mijn toelichting staat, namelijk dat
het kabinet eerder reeds besluiten had genomen tot intensivering van
grenstoezicht en dat daarvoor ook middelen beschikbaar zijn gesteld. Dat
er in die gedachtegang ook met prioriteiten wordt gewerkt, spreekt voor
zich. Ik had de motie in eerste instantie oordeel Kamer gegeven, maar
mede naar aanleiding van de woorden van de voorzitter, die volgens mij
meer verstand heeft van de orde der dingen dan ik, heb ik daar
"overbodig" van gemaakt, maar we hebben geen enkel verschil van mening
over het feit dat de middelen er zijn en dat er hard wordt gewerkt door
Defensie met de KMar om te zorgen dat dit wordt uitgevoerd.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Tja, "dank u wel", zeggen we dan. Maar ik blijf toch bij mijn standpunt.
Als ik hier een toezegging op kan krijgen, kan ik de motie terugtrekken.
Dan hebben we toch de toezegging die het dictum — dat is het deel
"verzoekt de regering om" — verlangt. Als ik een toezegging krijg dat er
prioriteit wordt gegeven aan het creëren van die capaciteit vind ik dat
ook goed. Een toezegging is dan voor mij voldoende, want dan weet ik dat
ermee aan de slag wordt gegaan en de motie dus eigenlijk gewoon
uitgevoerd wordt.
Minister Schoof:
Die toezegging zit besloten in mijn toelichting dat het geld er is, dat
het besluit al eerder is genomen en dat er dus met prioriteit aan wordt
gewerkt.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Maar het verzoek zoals dat er staat, krijgt nu de toezegging? Ik vind
het allemaal een beetje vaag en ook een beetje een gekke gang van
zaken.
Minister Schoof:
Maar u vroeg om een toezegging.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Dus ik krijg een toezegging dat deze motie wordt uitgevoerd met de
opmerking die de minister-president in eerste instantie maakte? Die
toezegging wil ik.
Minister Schoof:
Ja, die toezegging heeft u …
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Oké. Dank u wel.
Minister Schoof:
… omdat het een reeds genomen besluit is ten aanzien van de invoering en
de financiering en het dus ook kan.
De voorzitter:
Trekt u dan uw motie in, mevrouw Van der Plas? Ik zie dat dat zo is. Dan
wordt de motie-Van der Plas op stuk nr. 15 ingetrokken. Klopt dat niet?
Is het de motie op stuk nr. 14? Dan wordt die ingetrokken.
De voorzitter:
Aangezien de motie-Van der Plas (36760, nr. 14) is ingetrokken, maakt
zij geen onderwerp van beraadslaging meer uit.
We komen er wel. De heer Baudet.
De heer Baudet (FVD):
Ik hoorde het oordeel "ontraden" geveld worden over mijn motie, maar
juist qua formulering laat mijn motie veel meer ruimte voor een
specifieke invulling en een realistische, juridische inkadering
enzovoorts dan de motie van de heer Eerdmans, die juist vanwege die
formulering oordeel Kamer kreeg. Ik kan de minister-president hier niet
volgen.
Minister Schoof:
Onder verwijzing naar de discussie die we hadden bij de motie op stuk
nr. 15 heb ik gezegd dat als het "uitwerken" wordt, de motie oordeel
Kamer kan krijgen. Dit was de motie van de heer Eerdmans met het
subtiele verschil — althans, het belangrijke verschil, niet het subtiele
verschil — tussen uitwerken en uitvoeren. Uw motie spreekt over "aan de
slag te gaan" en dat is nu net precies het verschil. Wat mij betreft
blijft het oordeel dus "ontraden", indachtig datgene wat ik bij de motie
van de heer Eerdmans heb gezegd over de uitwerking.
De voorzitter:
Afrondend.
De heer Baudet (FVD):
Volgens mij is dat heel semantisch, want "aan de slag gaan" is een
buitengewoon breed begrip. Heeft de minister-president een suggestie
voor een alternatieve formulering die hem meer zal gerieven?
Minister Schoof:
Als die aansluit bij de motie-Eerdmans, dan hebben we volgens mij
overeenstemming.
De heer Dijk (SP):
Kent de minister-president de uitdrukking "belofte maakt schuld"?
Minister Schoof:
Zeker.
De heer Dijk (SP):
Dan is het toch onbegrijpelijk dat hij de belofte voor huurbevriezing
ontraadt, dat hij die motie ontraadt? Er is gewoon door partijen hier
een huurbevriezing beloofd aan 2 miljoen huurders. Dan mag ik toch
verwachten dat hier een minister-president staat die gewoon zegt: ja,
dat gaan we uitvoeren? Waarom ontraadt hij dan deze motie?
Minister Schoof:
Omdat de minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening gisteren
een brief aan uw Kamer heeft gestuurd waarin ze duidelijk heeft gemaakt
dat de huurbevriezing niet wordt doorgezet.
De heer Dijk (SP):
Dat raakt dus echt kant noch wal. Het is gewoon een politiek trucje om
hier een wet van te maken waarvan de minister ook wist dat die niet door
de Eerste Kamer heen zou komen. In 2021 is het wel gelukt — daarom heb
ik een andere motie geschreven — om dit via een ministeriële regeling te
doen. Daar heb je geen wet voor nodig; dan kun je het meteen fiksen. Dit
kabinet moet zich gewoon aan zijn belofte houden. Dat doet ú nu ook
niet. U draait gewoon 2 miljoen mensen eerst een rad voor de ogen door
te zeggen: we gaan de huren bevriezen. Vervolgens zegt u een paar weken
later, met een brief aan de Kamer: we gaan het toch niet doen. Dat is
toch geen manier van werken?
Minister Schoof:
Gisteren is deze brief namens het kabinet naar de Kamer gestuurd door de
minister van VRO. Dan is het volstrekt logisch dat ik vandaag deze motie
ontraad.
De voorzitter:
Afrondend, kort.
De heer Dijk (SP):
Fijn. Die brief gaat gewoon tegen de belofte in. Ik vroeg net aan u of u
achter de uitdrukking "belofte maakt schuld" staat en of u weet wat die
betekent.
Minister Schoof:
Nee, u vroeg of ik die ken.
De heer Dijk (SP):
U weet dat dus niet. Dat weet deze minister-president niet. Het
interesseert hem geen snars dat mensen eerst een brief in de bus kregen
van de corporatie dat de huren bevroren werden en dat er daarnaast hier
hoog van de toren werd geblazen dat er een huurbevriezing zou komen. Ook
u laat nu al die huurders weer in de steek. U behandelt ze als
voetvegen.
Minister Schoof:
Mensen die huurwoningen hebben en in sociale problemen zitten, zijn in
alle opzichten, ook voor dit kabinet, een groot punt van zorg. We willen
op alle manieren kijken hoe we hen kunnen ondersteunen. We zijn nu tot
een conclusie gekomen — vandaar de brief van gisteren van de minister —
over de huurbevriezing. Daarom heb ik vandaag, in lijn met die brief, de
motie ontraden.
Dank u wel.
De voorzitter:
Tot zover dit debat. Dank aan de minister-president en de vicepremiers
voor hun aanwezigheid.
De beraadslaging wordt gesloten.
De voorzitter:
Ik schors enkele minuten, en dan gaan wij stemmen over die ene
motie-Timmermans.
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.