Inbreng verlag schriftelijk overleg over de KNMG-gedragscode en de vrijheid van artsen om deel te kunnen nemen aan het publieke en wetenschappelijke debat
Inbreng verslag schriftelijk overleg
Nummer: 2025D26198, datum: 2025-06-05, bijgewerkt: 2025-06-05 09:24, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M. Mohandis, voorzitter van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport (GroenLinks-PvdA)
- Mede ondertekenaar: E.M. Sjerp, adjunct-griffier
Onderdeel van zaak 2025Z08750:
- Indiener: P. van Houwelingen, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2025-05-14 10:15: Procedurevergadering VWS (Procedurevergadering), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2025-06-04 14:00: KNMG-gedragscode en de vrijheid van artsen om deel te kunnen nemen aan het publieke en wetenschappelijke debat (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Preview document (đ origineel)
33 149 Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ)
Nr.
INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Vastgesteld âŠâŠâŠâŠ. 2025
In de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport bestond bij enkele fracties behoefte een aantal vragen en opmerkingen voor te leggen aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de KNMG-gedragscode en de vrijheid van artsen om deel te kunnen nemen aan het publieke en wetenschappelijke debat.
De op 5 juni 2025 toegezonden vragen en opmerkingen zijn met de door de minister bij brief van âŠâŠ. 2025 toegezonden antwoorden hieronder afgedrukt.
De voorzitter van de commissie,
Mohandis
Adjunct-griffier van de commissie,
Sjerp
Inhoudsopgave blz.
Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de FVD-fractie
Reactie van de minister
Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie
De leden van de PVV-fractie delen de zorgen die het Kamerlid Van Houwelingen (FVD) eerder heeft geuit omtrent de KNMG-gedragscode en de vrijheid van artsen om deel te kunnen nemen aan het publieke en wetenschappelijke debat en hebben hierover nog enkele vragen en opmerkingen. Allereerst hoe denkt de minister hierover? Deelt u de zorgen zoals deze gesteld zijn? Indien nee, waarom niet?
Kan de minister met volle overtuiging stellen dat artsen in vrijheid hun mening kunnen uiten en dusdanig in vrijheid kunnen deelnemen aan het publieke en wetenschappelijke debat?
Is de minister het met genoemde leden eens, dat wanneer dit niet het geval is, dat de Kamer nooit een reëel dan wel objectief beeld heeft van de daadwerkelijke actuele situaties op de werkvloer?
Genoemde leden hopen in de reactie van de minister gerustgesteld te worden over de vrijheid van spreken van artsen. Indien dit niet volmondig gedaan kan worden, waarom niet? En wat is er dan nodig zodat dit wel de norm wordt?
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie zien de KNMG-gedragscode voor artsen als een waardevol, door de beroepsgroep zelf bepaald kader dat bijdraagt aan de hoge kwaliteit van medische zorg. Daarnaast draagt deze gedragscode bij aan de veiligheid in de zorg en de verantwoordelijkheid om niet slordig om te gaan met de beroepseed. Genoemde leden hebben nog enkele vragen.
Eén van de kernregels is dat artsen de gezondheid en welzijn van de patiënt voorop moeten zetten en de patiënt geen onnodige schade toebrengen. De leden van de VVD-fractie hebben veelvuldig aandacht gevraagd voor het aanpakken van kwakzalvers en andere charlatans in de zorg. Op welke wijze draagt de gedragscode bij aan het tegengaan van kwakzalverij? Welke maatregelen worden er genomen tegen artsen die, al is het buiten hun reguliere werk om, behandelingen aanbieden die wetenschappelijk niet-bewezen zijn? Tevens vragen deze leden of de minister bekend is met artsen die ervaring hebben met het toepassen van de gedragscode in situaties waarin patiënten vasthouden aan kwakzalverij of het extreem experimenteel voorschrijven van geneesmiddelen. Welke knelpunten ervaren artsen daarbij?
Tot slot vragen de leden van de VVD-fractie naar de twaalfde kernregel die gaat over het voorkomen van belangenverstrengeling en het transparant zijn over belangen. Ondanks bestaande regels, het Transparantieregister en de KNMG-gedragscode komt belangenverstrengeling tussen artsen en medisch specialistische bedrijven nog steeds voor. Wat is daarvan de oorzaak? In hoeverre is de KNMG-gedragscode en de handhaving ervan, effectief in het voorkomen van ongewenste beĂŻnvloeding?
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie spreken hun steun uit voor de artsenfederatie KNMG en haar leden, die zich iedere dag inzetten voor goede en verantwoorde zorg. Deze leden zien op dit moment geen aanleiding voor een nadere inhoudelijke reactie.
Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie
De leden van de BBB-fractie hebben kennisgenomen van de KNMG-gedragscode en de vrijheid van artsen om deel te kunnen nemen aan het publieke en wetenschappelijke debat. Genoemde leden hebben verder geen vragen aan de minister.
Vragen en opmerkingen van de leden van de FVD-fractie
De leden van de FVD-fractie hebben kennisgenomen van de KNMG-gedragscode in het algemeen en hoofdstuk veertien van deze gedragscode in het bijzonder. Ook hebben deze leden kennis genomen van de uitspraak van de minister dat artsen die zich niet houden aan deze gedragscode vervolgd kunnen worden door de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) en dat de minister zich hier verder niet in wenst te mengen, ook als de inspectie artsen vervolgt voor uitlatingen die ze doen in het kader van het publieke debat en die in strijd zijn met de gedragscode van de artsenfederatie KNMG (hierna: KNMG).
Ziet de minister een (principieel) verschil tussen medische handelingen (bijvoorbeeld het behandelen van een botbreuk waar de minister in het debat hierover naar verwees) die in strijd zijn met de gedragscode (en patiënten wellicht zouden kunnen schaden) en uitingen (waarbij er geen enkele sprake is van een medische handeling, patiënt of behandelrelatie) die in strijd zijn met de gedragscode?
Kan de minister uitleggen hoe artsen, die kritiek hebben op de KNMG-gedragscode, en met deze kritiek binnen de KNMG (een belanghebbende) geen gehoor vinden, deze kritiek toch kenbaar kunnen maken zonder het risico te lopen door de inspectie vervolgd te worden? Hoe kunnen we ervan uitgaan dat de KNMG-gedragscode de stand van de wetenschap vertegenwoordigt als artsen, als experts, niet vrij zijn er, in het publiek, kritiek op te leveren zonder het risico te lopen berispt, beboet of zelfs een beroepsverbod opgelegd te krijgen door de inspectie? Ziet de minister in hoe ongelooflijk problematisch het is, voor de waarheidsvinding, voor de wetenschap en daarmee uiteindelijk ook voor de volksgezondheid nota bene, als artsen die de KNMG-gedragscode onderschrijven vrij kunnen deelnemen aan het publieke debat terwijl artsen die kritiek hebben op deze gedragscode in het openbaar het zwijgen ertoe moeten doen, willen ze niet het risico lopen door de inspectie vervolgd te worden?
In hoofdstuk 14 van de KNMG-gedragscode wordt een rechtstreeks verband gelegd tussen klimaatverandering en âgezondheidsproblemenâ. Zo staat er bijvoorbeeld: âKlimaatverandering en milieuvervuiling leveren gezondheidsproblemen op, zowel nu als in de toekomstâ en âDit is niet alleen een acuut probleem, maar is ook een bedreiging voor de gezondheid en het welzijn van toekomstige generatiesâ en âZo kun je de urgentie van de aanpak van klimaatverandering laten zienâ. Is de minister zich ervan bewust dat dit stuk voor stuk (zeer) omstreden uitspraken zijn? Is de minister bijvoorbeeld bekend met de âWorld Climate Declarationâ van Clintel1, ondertekend door tweeduizend wetenschappers (waaronder winnaars van de Nobelprijs) die hiermee allemaal onderschrijven dat er geen, geen, âklimaatcrisisâ is? Is de minister ermee bekend dat het wetenschappelijk onomstreden is dat er veel meer mensen (ongeveer tien keer zoveel) jaarlijks sterven door kou dan door hitte?2 Met andere woorden, dat een geleidelijk warmer klimaat (klimaatverandering dus) zou kunnen leiden tot per saldo minder (minder) sterfgevallen, een langere levensverwachting en daarmee dus een verbeterde volksgezondheid?
Blijkbaar is de KNMG zich van dit alles niet bewust? Hoe kan dit? En hoe kan het zo zijn, dit is natuurlijk de hoofdvraag, dat de KNMG deze dubieuze ideologische stellingnames niet alleen kan opleggen aan artsen, maar artsen die hier kritiek op leveren zelfs via de IGJ (en in naam van de minister) kan vervolgen? Dit is toch volstrekt, maar dan ook volstrekt onacceptabel? Waarom grijpt de minister niet in en blijft ze zich verschuilen achter de (zogenaamd) wetenschappelijke (maar in werkelijkheid ideologische) KNMG-gedragscode en onafhankelijke inspectie? Zodra instituten, zoals de inspectie, overduidelijk niet langer onafhankelijk en objectief maar ideologisch en politiek en daarmee in strijd met hun mandaat opereren dan moet de minister toch ingrijpen? Kan de minister trouwens, juridisch gezien, ingrijpen en de inspectie bijvoorbeeld per decreet verbieden nog langer artsen te vervolgen omdat ze de euvele moed hebben de KNMG te bekritiseren? Of kan de inspectie helemaal vrij, onafhankelijk en naar eigen goeddunken kritische artsen opjagen en vervolgen zonder dat de minister hier ook maar iets aan kan doen?3 En is de minister eigenlijk zelf van mening dat er een verband is tussen klimaatverandering en gezondheidsproblemen?
Instituten kunnen gecorrumpeerd raken. Vrijwel niemand zal bijvoorbeeld kunnen betwisten dat het Amerikaanse ministerie van Justitie onder president Biden bezig was met politieke vervolgingen. Niets wijst er (gelukkig) op dat president Trump het ministerie van Justitie op zijn beurt is gaan gebruiken voor politieke vervolgingen. Wat hij echter wel heeft gedaan, want dat moest gebeuren, is eerst schoon schip maken en de leiding op dat ministerie vervangen. Erkent de minister dat het zo kan zijn dat instituten, zoals de KNMG en de inspectie, gecorrumpeerd kunnen raken en dat het dan niet alleen de taak, maar ook de plicht is, van een minister om in te grijpen en schoon schip te maken? Of gaat de minister er per definitie van uit dat instituten zoals de KNMG en de inspectie altijd correct, onafhankelijk en objectief functioneren? En waar is dat onvoorwaardelijk vertrouwen van de minister dan op gebaseerd? En als de minister geen onvoorwaardelijk vertrouwen heeft in de KNMG en de inspectie waarom grijpt ze dan nu niet in en verbiedt ze de inspectie artsen die kritiek hebben op de ideologische stellingnames van de KNMG hiervoor te vervolgen? De minister kan zich toch niet blijven verschuilen achter zogenaamd objectieve, neutrale en onafhankelijke instellingen als deze overduidelijk niet zo functioneren?
De KNMG stelt, in hoofdstuk 14 van de gedragscode het volgende: âDe zorgsector is daarnaast zelf ook vervuilend en dus onderdeel van het probleemâ en âde CO2-uitstoot van de zorgsector [is] grootâ en âDaarom is het belangrijk dat de zorgsector zich inzet voor duurzaamheidâ. Met andere woorden, in het belang van de volksgezondheid moet de zorg zo min mogelijk CO2 gaan uitstoten. Wederom, is de minister ermee bekend dat ook dit, onder artsen nota bene, een (zeer) controversiĂ«le stellingname is? Artsen die genoemde leden hier helaas niet kunnen noemen omdat ze dan dus mogelijk vervolgd worden (krankzinnig) door de âonafhankelijkeâ inspectie, die geweldige neutrale, objectieve en onafhankelijke inspectie (IGJ) van de minister die ook nog steeds artsen vervolgt die tijdens de coronatijd offlabel volstrekt veilige medicijnen hebben voorgeschreven en daar levens mee hebben gered. Is de minister zelf eigenlijk van mening dat âbeperking van de CO2-uitstootâ een legitieme reden kan zijn om het zorgniveau in ons land terug te schroeven? Of kan de minister daar wellicht niet op antwoorden omdat zij dan misschien zelf vervolgd wordt door de inspectie?
Kan de inspectie, op basis van de KNMG-gedragscode, misschien zelfs artsen gaan vervolgen die behandelingen aanbieden die, naar oordeel van de inspectie, ten opzichte van de gezondheidswinst die voor de individuele patiĂ«nt behaald wordt, te veel CO2 uitstoot genereren? Omdat artsen daarmee immers in strijd met de KNMG-gedragscode handelen aangezien dergelijke CO2-intensieve behandelingen per saldo een gevaar voor de (planetaire) volksgezondheid opleveren. En artsen die vervolgens kritiek uiten op het afschaffen van deze behandelingen en het vervolgen van artsen die deze behandelingen aanbieden door de inspectie ook nog gaan vervolgen omdat deze artsen met hun kritiek zich duidelijk niet bewust zijn âvan de relatie tussen gezondheid, klimaat en milieuâ en daarmee dus ook in overtreding zijn van de KNMG-gedragscode? Kortom, wanneer is voor de minister de maat vol, de pijngrens bereikt en gaat ze optreden tegen de inspectie? Of kan de inspectie als âonafhankelijke instantieâ werkelijk overal mee wegkomen en straks, door middel van haar vervolgingsbeleid, de facto zelfs de inrichting van onze zorg gaan bepalen?
Een overheid is geen arts en heeft geen artseneed afgelegd. Geen enkele arts is alwetend en wat wel of niet in het belang van de volksgezondheid is moet niet door een kleine club (KNMG) beslist worden, laat staan als zoân kleine club niet bekritiseerd mag worden op straffe van vervolging door de inspectie. Zoiets kan grote gezondheidsschade opleveren. Bij de coronavaccinaties is dit vermoedelijk, zoals nu helaas, beetje bij beetje, elke dag weer, meer en meer ook blijkt, faliekant fout gegaan. Als artsen gedwongen worden door een overheid beleid uit te voeren waarbij de artsen van mening zijn dat dat tegen hun expertise, kennis en eed in gaat, dan levert dat juist een groot gevaar op voor de volksgezondheid. Artsen moeten zich altijd vrij kunnen mengen in het publieke debat en dat betekent vanzelfsprekend dat ze ook kritiek moeten mogen kunnen leveren op de KNMG en andere overheidsinstanties zonder vervolgens door de inspectie de mond gesnoerd te worden.
Artsen waar wij mee in contact staan zien, dat zeggen ze letterlijk, de KNMG en de IGJ inmiddels als een soort nieuwe inquisitie die met berispingen, boetes en dreiging van beroepsverboden dogmaâs afdwingen. Dogmaâs die een groot gevaar zijn voor de volksgezondheid. De minister van Volksgezondheid moet dus, als eindverantwoordelijke, gaan optreden en zorgen dat het vrije debat in de medische sector wordt hersteld. Dat is haar plicht en daarbij kan de minister zich niet langer achter de instanties verschuilen die dit debat onmogelijk maken door kritische geluiden met behulp van de staatsmacht en in naam van de minister nota bene de kop indrukken.
Reactie van de minister
World Climate Declaration There is no climate emergencyâ©ïž
Zie bijvoorbeeld artikel in The Lancet: Excess mortality attributed to heat and cold: a health impact assessment study in 854 cities in Europe - The Lancet Planetary Healthâ©ïž
Misschien, wie zal het zeggen, omdat de voor iedereen geheime NAVO-verplichtingen waar de minister dankzij voormalig premier Rutte samen met andere kabinetsleden aan gebonden is, de minister wellicht dwingen te onderkennen dat er een verband is tussen klimaatverandering en gezondheidsproblemen?â©ïž