[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [šŸ§‘mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [šŸ” uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Amendement van de leden Grinwis en Inge van Dijk over een aftrek voor werkelijk gemaakte kosten

Wijziging van de Wet inkomstenbelasting 2001 om een tegenbewijsregeling te introduceren bij het bepalen van het belastbare inkomen uit sparen en beleggen (Wet tegenbewijsregeling box 3)

Amendement

Nummer: 2025D26208, datum: 2025-06-05, bijgewerkt: 2025-06-05 09:54, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 36706 -10 Wijziging van de Wet inkomstenbelasting 2001 om een tegenbewijsregeling te introduceren bij het bepalen van het belastbare inkomen uit sparen en beleggen (Wet tegenbewijsregeling box 3).

Onderdeel van zaak 2025Z11405:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (šŸ”— origineel)


TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL 2
Vergaderjaar 2024-2025
36 706 Wijziging van de Wet inkomstenbelasting 2001 om een tegenbewijsregeling te introduceren bij het bepalen van het belastbare inkomen uit sparen en beleggen (Wet tegenbewijsregeling box 3)
Nr. 10 AMENDEMENT VAN de leden grinwis en inge van dijk
Ontvangen 5 juni 2025
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

Aan artikel I, onderdeel A, wordt na het voorgestelde artikel 5.32a een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 5.32b. Vrijstelling werkelijke kosten

1. Bij het bepalen van het resultaat uit sparen en beleggen komen slechts kosten in aftrek die uitsluitend zijn gemaakt ter verwerving, inning of behoud van de reguliere voordelen die worden getrokken uit bezittingen en schulden en in hun totale omvang niet overtreffen wat gebruikelijk is.

2. Indien bij een niet onder zakelijke omstandigheden gesloten overeenkomst voorwaarden zijn bedongen die afwijken van voorwaarden die in het economische verkeer door onafhankelijke partijen zouden zijn overeengekomen, is het eerste lid slechts van toepassing voor zover de gemaakte kosten niet overtreffen wat de kosten waren geweest als laatstbedoelde voorwaarden waren overeengekomen.

3. Niet in aftrek komen:

a. renten van schulden;

b. de vergoeding van arbeid door de partner van de belastingplichtige;

c. geldboeten opgelegd door een strafrechter en geldsommen betaald aan een staat of een onderdeel daarvan ter voorkoming van strafvervolging, in het kader van een strafbeschikking of daarmee vergelijkbare buitenlandse wijze van bestraffing, dan wel ter voldoening aan een voorwaarde verbonden aan een besluit tot gratieverlening, bestuurlijke boeten en daarmee vergelijkbare buitenlandse boeten, geldboeten opgelegd op basis van bij wet geregeld tuchtrecht, geldboeten opgelegd door een instelling van de Europese Unie, alsmede kosten als bedoeld in de artikelen 234, vijfde lid, en 235, derde lid, van de Gemeentewet;

d. misdrijven ter zake waarvan de belastingplichtige door een Nederlandse strafrechter bij onherroepelijke uitspraak is veroordeeld, daaronder begrepen de misdrijven die zijn betrokken bij de bepaling van de hoogte van de opgelegde straf en ter zake waarvan het Openbaar Ministerie heeft verklaard te zullen afzien van vervolging;

e. misdrijven ter zake waarvan een strafbeschikking onherroepelijk is geworden; en

f. dwangsommen als bedoeld in afdeling 5.3.2 van de Algemene wet bestuursrecht en daarmee vergelijkbare buitenlandse dwangsommen.

II

Artikel V wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a wordt ā€œI en IIIā€ vervangen door ā€œI, met uitzondering van het in onderdeel A opgenomen artikel 5.32b, en IIIā€.

Toelichting

Dit amendement implementeert een aftrek voor werkelijk gemaakte kosten voor alle box 3 vermogensbestanddelen. Bij gebruik van de tegenbewijsregeling kunnen deze in mindering worden gebracht op het per tegenbewijs aangetoonde werkelijke rendement.

Het huidige wetsvoorstel voorziet niet in deze kostenaftrek. Indieners zijn van mening dat dit onrechtvaardig uitpakt voor belastingplichtigen. Daarom introduceren zij deze kostenaftrek met dit amendement. De kostenaftrek die indieners voorstellen sluit aan bij de definities voor kostenaftrek zoals opgenomen in het Wetsvoorstel Wet werkelijk rendement box 3. In dit wetsvoorstel zijn de werkelijke kosten gedefinieerd als kosten die uitsluitend worden gemaakt voor verwerving, inning en behoud van het rendement in box 3.1 Indieners hebben overwogen om de kostenaftrek ook te laten gelden voor de jaren voorafgaand aan 2026. Het Ministerie van Financiƫn geeft echter aan dat dit zou leiden tot uitstel van de - door de Hoge Raad verplichte - hersteloperatie met minimaal een jaar. Indieners zijn van mening dat kostenverrekening idealiter ook van toepassing is op eerdere jaren, maar zijn tevens van mening dat de uitvoering van het HR-arrest niet geblokkeerd kan en mag worden. Om deze reden kiezen zij ervoor om de kostenverrekening in te laten gaan in 2026, en deze te laten duren tot de aanvang van het nieuwe box 3-stelsel.

Budgettair

Het Ministerie van FinanciĆ«n stelt dat de invoering van de kostenaftrek zou leiden tot een budgettaire derving van cumulatief 1135 miljoen euro. Indieners stellen voor deze incidentele derving ā€˜lang voor kort’ te dekken uit het, onder andere om redenen van uitvoerbaarheid, niet doorvoeren van het verlaagde accijnstarief voor zogeheten ā€˜rode diesel’ en een lichte verhoging van de erf- en schenkbelasting, bij voorkeur door het actualiseren van de sinds 1980 niet meer bijgestelde forfaits2. Omdat de dekking structureel is kan deze ook ā€˜lang voor kort’ worden aangewend ter dekking van eventuele incidentele derving bij eventueel nader uitstel van de invoering van de Wet werkelijk rendement.

Grinwis

Inge van Dijk


  1. Hiermee volgen indieners de specificatie van variant 1 uit Fiche 2 – Kostenaftrek in tegenbewijsregeling voor 2026 en 2027, zie: https://open.overheid.nl/documenten/7abee928-1892-4efa-8615-e93b968bb92d/file.ā†©ļøŽ

  2. Zie Kamerbrief d.d. 5 februari 2025, Aanbieding onderzoek actualisatie rekenforfaits gebaseerd op de levensverwachting en de rente.ā†©ļøŽ