De uitspraak van de rechter ten aanzien van het ambtsbericht inzake Syrië
Schriftelijke vragen
Nummer: 2025D26537, datum: 2025-06-06, bijgewerkt: 2025-06-06 12:26, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: K.P. Piri, Tweede Kamerlid (GroenLinks-PvdA)
Onderdeel van zaak 2025Z11554:
- Gericht aan: C.C.J. Veldkamp, minister van Buitenlandse Zaken
- Indiener: K.P. Piri, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
2025Z11554
(ingezonden 6 juni 2025)
Vragen van het lid Piri (GroenLinks-PvdA) aan de minister van Buitenlandse Zaken over de uitspraak van de rechter ten aanzien van het ambtsbericht inzake Syrië
Bent u bekend met de uitspraak van de rechter inzake de openbaarmaking van het algemeen ambtsbericht over Syrië?[1]
Wat is uw reactie op de uitspraak van de rechter die stelt dat u op grond van het Europese Unierecht en het nationale recht verplicht bent om het algemeen ambtsbericht inzake Syrië te overleggen?
Kunt u zo snel mogelijk voldoen aan de uitspraak van de rechter en het nieuwe ambtsbericht inzake Syrië, indien bekend, alsnog openbaar maken?
Bent u voornemens in hoger beroep te gaan tegen de uitspraak? Zo ja, waarom?
Deelt u de constatering van de rechter dat het evident is “dat de openbaarmaking van een algemeen ambtsbericht, de nationale veiligheid of de veiligheid van die bronnen in het algemeen niet in gevaar zal brengen”? Zo nee, waarom niet? Zo ja, klopt het dat u daarmee niet meer voldoet aan de enige uitzonderingsgrond voor het niet openbaar maken van ambtsberichten?
Klopt het dat de Unierechtelijke en nationale rechtelijke verplichtingen die aangehaald worden door de rechter in deze zaak ook van toepassing zijn op alle andere landen waar uw ministerie een algemeen ambtsbericht voor opstelt? Zo ja, bent u voornemens om uw eerder aangekondigd beleid om algemene en thematische ambtsberichten voortaan niet meer actief openbaar te maken in te trekken? Zo nee, kunt u uitgebreid toelichten waarom de aangehaalde Unierechtelijke verplichtingen, waaronder artikel 47 van het Handvest van de Grondrechten, artikel 10 van richtlijn 2013/32, artikel 12 van richtlijn 2013/32 en artikel 23 van richtlijn 2013/32 niet van toepassing zouden zijn op uw onlangs aangekondigd beleid?
Op basis van welke adviezen en inzichten heeft u eerder gesteld dat er geen wettelijke verplichting bestaat om ambtsberichten actief openbaar te maken?[2]
Kunt u deze vragen afzonderlijk beantwoorden en kunt dat doen voor het commissiedebat JBZ-Raad 12 – 13 juni 2025 te Luxemburg (vreemdelingen- en asielbeleid) van 11 juni 2025?
[1] Rechtbank Den Haag, 5 juni 2025, 'ECLI:NL:RBDHA:2025:9840' (ECLI:NL:RBDHA:2025:9840, Rechtbank Den Haag, NL24.31749 T)
[2] Kamerstuk 36600-V, nr. 72