Preview document (🔗 origineel)

---

TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL		2
Vergaderjaar 2024-2025
35 703	Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 in verband met de introductie van een tweestatusstelsel en het aanscherpen van de vereisten bij nareis (Wet invoering tweestatusstelsel)
Nr. 26	AMENDEMENT VAN HET LID podt
	Ontvangen 6 juni 2025
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

In artikel I, onderdeel D, wordt in het voorgestelde artikel 29a, derde lid, onderdeel a, “sinds de verlening van de verblijfsvergunning asiel aan de vreemdeling, bedoeld in het eerste lid” vervangen door “vanaf het moment dat de vreemdeling, bedoeld in het eerste lid, rechtmatig in Nederland verblijft, als bedoeld in artikel 8”.

Toelichting

In artikel 8 van de Gezinsherenigingsrichtlijn is bepaald dat de wachttermijn van twee jaar aanvangt vanaf het moment dat legaal verblijf is verkregen. Het wetsvoorstel wijkt hiervan af door de wachttermijn in te laten gaan op het moment dat de verblijfsvergunning is verkregen. Daarmee voldoet het wetsvoorstel niet aan het gelde Europese recht. Daarnaast kan dit disproportionele gevolgen hebben voor statushouders die, buiten hun eigen schuld om, te maken hebben met lange asielprocedures. Bovendien kan dit leiden tot rechtsongelijkheid, aangezien de de facto wachttermijn per statushouder zal verschillen afhankelijk van de duur van de procedure. Tot slot is het bij alleenstaande minderjarige vreemdelingen van belang dat de wachttermijn aanvangt op het moment van het verkrijgen van legaal verblijf, om te voorkomen dat ze door lange procedures bij het verkrijgen van hun verblijfsvergunning meerderjarig zijn en buiten hun schuld om te maken krijgen met hogere eisen voor nareis. Daarom beoogt de indiener met dit amendement de wachttermijn te laten aanvangen op het moment van het verkrijgen van legaal verblijf.

Podt