Verslag
Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Fiscale verzamelwet 2026)
Verslag (initiatief)wetsvoorstel (nader)
Nummer: 2025D26673, datum: 2025-06-06, bijgewerkt: 2025-06-06 18:01, versie: 2 (versie 1)
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J.M. Nijhof-Leeuw, voorzitter van de vaste commissie voor Financiƫn (PVV)
- Mede ondertekenaar: W.A. Lips, adjunct-griffier
Onderdeel van kamerstukdossier 36735 -5 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Fiscale verzamelwet 2026).
Onderdeel van zaak 2025Z08531:
- Indiener: T. van Oostenbruggen, staatssecretaris van Financiƫn
- Medeindiener: S.T.P.H. Palmen, staatssecretaris van Financiƫn
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Financiƫn
- 2025-05-13 16:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-05-15 10:00: Procedurevergadering Financiƫn (Procedurevergadering), vaste commissie voor Financiƫn
- 2025-06-05 14:00: Fiscale verzamelwet 2026 (Inbreng verslag (wetsvoorstel)), vaste commissie voor Financiƫn
Preview document (š origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2024-2025 | |
36 735 | Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Fiscale verzamelwet 2026) |
Nr. 5 | VERSLAG Vastgesteld 6 juni 2025 De vaste commissie voor Financiƫn, belast met het voorbereidend onderzoek van bovenstaand wetsvoorstel, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen van haar bevindingen. Onder het voorbehoud dat de regering op de gestelde vragen tijdig en genoegzaam zal hebben geantwoord, acht de commissie de openbare beraadslaging over dit wetsvoorstel voldoende voorbereid. De voorzitter van de commissie, Nijhof-Leeuw Adjunct-griffier van de commissie, Lips |
I ALGEMEEN | |
1. Inleiding |
|
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de Fiscale verzamelwet 2026. Zij onderschrijven het belang van voortdurend inhoudelijke wijzigingen en technisch onderhoud aan de fiscale wetgeving. De leden van de VVD-fractie zijn het eens met de regering dat niet op voorhand de verwachting is dat een van de onderdelen dermate politiek omstreden is dat een goede parlementaire behandeling van andere onderdelen in het geding komt. Deze leden stellen nog enkele vragen.De leden van de NSC-fractie hebben kennisgenomen van het wetsvoorstel Fiscale verzamelwet 2026. Zij merken op dat deze verzamelwet 22 uiteenlopende fiscale maatregelen bundelt, die ieder op zichzelf onvoldoende substantie hebben voor een zelfstandig wetsvoorstel, maar gezamenlijk bijdragen aan de actualisering, vereenvoudiging en verduidelijking van het fiscale stelsel. Hoewel veel van de voorgestelde wijzigingen technisch en uitvoeringstechnisch van aard zijn, benadrukken deze leden het belang van zorgvuldige parlementaire toetsing. De bundeling van inhoudelijk niet-samenhangende onderwerpen in een voorstel bemoeilijkt het inhoudelijke debat en de systematische controle op afzonderlijke maatregelen. De leden van de NSC-fractie onderschrijven dan ook de kritiek van de Afdeling advisering van de Raad van State, die opmerkt dat deze praktijk ten koste gaat van de ruimte en beoordelingsvrijheid die aan de Kamers behoren toe te komen voor een goede beoordeling van de maatregelen. Deze leden spreken daarom de voorkeur uit voortaan een thematische clustering naar beleidsterrein of uitvoeringsverantwoordelijke toe te passen, zodat wetgevingskwaliteit, uitvoerbaarheid en democratische controle worden versterkt. De leden van de NSC-fractie hebben voorts enkele vragen over het wetsvoorstel. De leden van de BBB-fractie hebben kennisgenomen van de Fiscale verzamelwet 2026. Deze leden hebben enkele vragen over de maatregelen zoals die zijn gepresenteerd door de regering. |
|
2. Algemene toelichting maatregelen | |
2.3 Technische maatregelen op pensioengebied | |
De leden van de NSC-fractie lezen dat een aantal technische maatregelen op pensioengebied wordt getroffen. Deze leden vragen de regering in hoeverre het mogelijk en wenselijk is om de fiscale maxima op indexaties los te laten voor pensioenfondsen die de huidige rechten van het Financieel Toetsingskader houden. Deze leden vragen daarnaast hoeveel extra belastinginkomsten dit potentieel op zou kunnen leveren. De leden van de NSC-fractie constateren dat op het moment van invaren de fiscale inhaalruimte over de jaren voorafgaand aan invaren vervalt. Wie deze ruimte nog wil benutten, moet dat dus voor het invaren doen. Dit vereist tijdige en expliciete communicatie aan deelnemers door pensioenuitvoerders, zowel in de tweede als in de derde pijler. Is de regering ermee bekend dat dit bij enkele koplopersfondsen niet of nauwelijks is gebeurd? Wat wordt gedaan om te voorkomen dat deelnemers door gebrekkige communicatie hun fiscale mogelijkheden verliezen? |
|
2.4 Wijziging kwalificerende buitenlandse belastingplichtige De leden van de VVD-fractie lezen dat personen worden aangemerkt als kwalificerende buitenlandse belastingplichtige (KBB), als kort gezegd ten minste 90 procent van hun wereldinkomen in Nederland belastbaar is en zij een inkomensverklaring van de belastingautoriteit van het woonland verstrekken. Hoeveel personen worden gekwalificeerd als KBB in 2025? Wat is de verdeling van de personen die gekwalificeerd worden als KBB onder de aangewezen lidstaten/landen? Wat is de trend over de periode 2019-2024 in personen die worden gekwalificeerd als KBB? 2.5 Samenloop werkkostenregeling en aftrekbeperking voor gemengde kosten De leden van de VVD-fractie lezen dat het laten vervallen van de in het Uitvoeringsbesluit inkomstenbelasting 2001 opgenomen bepaling gedaan is omdat een uitdrukkelijke regeling niet meer noodzakelijk is vanwege de nieuwe discretionaire bevoegdheid van de inspecteur. Op welke manier zorgt deze nieuwe discretionaire bevoegdheid voor eenheid van beleid? En op gelijke behandeling? 2.6 Aanpassing bezwaarmogelijkheid niet verrekende belasting De leden van de VVD-fractie lezen dat in het Besluit Fiscaal Bestuursrecht het ambtshalve beleid inzake deze beschikking nader wordt uitgewerkt. Wat is de inhoud van het ambtshalve beleid? Per welke datum wordt dit ambtshalve beleid naar verwachting gepubliceerd? 2.7 Correctiemaatregel uitspraak HR in de omzetbelasting De leden van de VVD-fractie lezen dat winst beogende ondernemers die vanaf 14 april 2023 zogenoemde investeringsgoederen hebben aangeschaft de daarop betrekking hebbende voordruk-btw gedeeltelijk weer moeten terugbetalen, te beginnen in 2026. Dit gevolg is voor de ondernemers die het betreft steeds duidelijk geweest. Waaruit blijkt dat het gevolg steeds duidelijk is geweest voor ondernemers? Om hoeveel gevallen gaat het? Welk beroep wordt er gedaan op het doenvermogen van deze ondernemers? 2.8 Wijziging van de kleineondernemersregeling btw De leden van de VVD-fractie lezen dat vanaf 1 januari 2025 in Nederland gevestigde ondernemers in andere lidstaten de aldaar geldende kleineondernemersregeling toepassen. De omzetgrens in Nederland is aan de lage kant in vergelijking met andere landen. Overweegt de regering te kijken naar een verhoging van deze omzetgrens of een jaarlijkse indexatie zodat Nederland weer in de pas gaat lopen met de landen om ons heen? 2.9 Bezwaar en beroep tegen een voldoening van nihil in de omzetbelasting De leden van de VVD-fractie lezen dat er sprake is van codificatie van bestaand beleid. Dit volgt onder andere uit het kennisgroepstandpunt van de Belastingdienst over dit onderwerp zoals gepubliceerd op 20 december 2022. Welke afweging wordt er gemaakt om standpunten wel of niet te codificeren? Kan een overzicht gegeven worden van de gepubliceerde kennisgroepstandpunten, waarbij wordt aangegeven waarom er wel of (nog) niet is overgegaan tot codificatie? 2.10 Reparatie boete bij naheffing De leden van de BBB-fractie constateren dat het verlaagde tarief ook gaat gelden voor radiofarmaceutica. Deze maatregel corrigeert een eerdere fout waarbij deze productgroep is uitgesloten van btw laag. De leden van de BBB-fractie vragen of alle categorieĆ«n die opgenomen dienen te zijn nu ook daadwerkelijk zijn opgenomen onder btw-laag. Zijn er nog andere correcties uit te voeren? 2.12 Wijzigingen in de Wet belastingen op milieugrondslag De leden van de VVD-fractie lezen dat de fiscaal vertegenwoordiger een verzoek indient bij de inspecteur tot het verkrijgen van een vergunning. De vereisten waaraan deze vergunning moet voldoen worden nader omschreven in een algemene maatregel van bestuur. Wanneer wordt de Kamer hierbij betrokken? Wat zijn de stappen voor de voorbereiding van deze algemene maatregel van bestuur? 2.14 Verduidelijking pleegkindbegrip voor toeslagen De leden van de BBB-fractie constateren dat wordt bepaald dat pleegkinderen voor wie pleegvergoeding of kinderbijslag wordt ontvangen, voor de huurtoeslag hetzelfde worden behandeld als andere (pleeg)kinderen met gering inkomen. Gaat dit voorstel ook met terugwerkende kracht gelden? 2.15 Aanpassing ANBI-regeling en invoering portal De leden van de VVD-fractie wijzen erop dat op 23 april 2025 er een brief naar de Kamer is gestuurd met een reactie op de evaluatie van de ANBI- en SBBI-regelingen. De conclusie in het rapport is dat er door de beperkte beschikbaarheid van data en het geringe toezicht door de Belastingdienst geen eenduidige uitspraken kunnen worden gedaan over de doeltreffendheid en doelmatigheid van de regelingen. Hoe kan het dat de begeleidingscommissie heeft ingestemd met het voorstel dat Berenschot zich uitsluitend mocht baseren op deze beperkte gegevens van de Belastingdienst? Kan worden gereflecteerd op de verwijzing naar de lage uitvoeringskosten? Is het niet opvallend dat hierover een positieve toon wordt aangeslagen, terwijl het rapport tegelijkertijd constateert dat er weinig toezicht plaatsvindt en dat de Belastingdienst slechts beperkt inzicht heeft in de activiteiten van ANBIās na opname in het register? Wat betekent dit voor geldstromen vanuit onvrije landen en voor criminele geldstromen? In hoeverre ontvangt het portal dit? De leden van de BBB-fractie constateren dat ANBIās alle communicatie met de Belastingdienst digitaal moeten gaan doen via een centraal portaal: publicatieverplichtingen worden gecentraliseerd. Waarom is hiervoor gekozen? Verwacht de regering dat er ook ANBIās zullen zijn die de verplichting niet na kunnen komen bijvoorbeeld vanwege een gebrek aan digitale vaardigheden? 2.18 Tegengaan misstanden in de uitzendsector De leden van de VVD-fractie lezen dat de vereenvoudigde aansprakelijkstelling geen verplichting vormt voor de ontvanger. De ontvanger kan kiezen voor enkel een aansprakelijkstelling op grond van de bestaande aansprakelijkheidsbepaling of om bij het aansprakelijk stellen van een inlener ook gebruik te maken van de voorgestelde aanvulling. In hoeverre zorgt dit voor eenheid van beleid? In hoeverre zorgt dit voor gelijke behandeling? De leden van de VVD-fractie lezen dat het Aanjaagteam naast betere regulering van de uitzendsector ook de aanbeveling gedaan heeft om het houden van een g-rekening door de uitlener verplicht te stellen. Om uitvoeringstechnische redenen is het thans niet haalbaar om het houden van de g-rekening verplicht te stellen. Kan dit nader worden toegelicht? 2.20 Herstel samenhang motorrijtuigenbelasting en provinciale opcenten De leden van de VVD-fractie lezen dat provincies kunnen kiezen om de extra opbrengsten te gebruiken voor de verlaging van de opcenten. Kan dit nader worden toegelicht? 2.21 Nabestaandenregeling bij de compensatieregeling selectie aan de poort De leden van de VVD-fractie wijzen erop dat de Raad van State kritisch is op de vormgeving van de nabestaandenregeling bij de compensatieregeling selectie aan de poort. Daarnaast zijn de uitvoeringskosten voor de voorgestelde wijziging bijna tien procent van het totale compensatiebedrag. Kan worden gereflecteerd op in hoeverre dit in verhouding staat? Welke andere regelingen kennen uitvoeringskosten die bijna tien procent van het budgettaire beslag van de regeling(en) omvatten? 2.22 Wijzigingen Overige Fiscale Maatregelen 2020 De leden van de VVD-fractie lezen dat de keuzegeling is ingevoerd, maar dat de benodigde systeemaanpassingen dienen te worden doorgevoerd bij de Belastingdienst om te kunnen voldoen aan de keuzeregeling. Kan dit nader worden toegelicht? Wat is de verwachte inwerkingtredingsdatum? 9. Uitvoeringsgevolgen Belastingdienst, Douane en Dienst Toeslagen De leden van de NSC-fractie hebben kennisgenomen van de uitvoeringstoetsen bij het wetsvoorstel. Zij constateren dat de afzonderlijke maatregelen over het algemeen uitvoerbaar worden geacht, maar dat de cumulatieve druk op de Belastingdienst en andere uitvoerders niet is getoetst. Het wetsvoorstel wordt in zijn geheel aangenomen en legt als zodanig beslag op de uitvoeringscapaciteit. Een integrale cumulatieve uitvoeringsbeoordeling is daarom noodzakelijk om weloverwogen besluiten te kunnen nemen over haalbaarheid en prioritering. Deze leden merken op dat enkele voorstellen, zoals de invoering van het ANBI-portaal, een meerjarige ontwikkelduur vergen en een fors beslag leggen op de ontwikkelcapaciteit. Tegen deze achtergrond vragen deze leden de regering hoe de totale uitvoeringsbelasting zich verhoudt tot de bestaande grenzen van het systeem- en verandervermogen van de Belastingdienst. In hoeverre zijn er risicoās op verdringing van andere (prioritaire) trajecten? Kan de regering bovendien toelichten hoe wordt gewaarborgd dat bij maatregelen met langere implementatietermijnen tussentijdse beleidsinspanningen of handhavingsstrategieĆ«n niet onder druk komen te staan? |