[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Lijst van vragen en antwoorden over stand van Defensie voorjaar 2025 (Kamerstuk 36600-X-78)

Lijst van vragen en antwoorden

Nummer: 2025D26863, datum: 2025-06-10, bijgewerkt: 2025-06-10 14:56, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van zaak 2025Z11696:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


> Retouradres Postbus 20701 2500 ES Den Haag

De Voorzitter van de Tweede Kamer

der Staten-Generaal

Bezuidenhoutseweg 67

2594 AC Den Haag

Datum 10 juni 2025
Betreft Beantwoording feitelijke vragen Stand van Defensie voorjaar 2025

Ministerie van Defensie

Plein 4

MPC 58 B

Postbus 20701

2500 ES Den Haag

www.defensie.nl

Onze referentie

BS20250

Bij beantwoording, datum, onze referentie en onderwerp vermelden.

Geachte voorzitter,

Hierbij stuur ik u, mede namens de staatssecretaris van Defensie, de antwoorden op de feitelijke vragen over de Stand van Defensie voorjaar 2025 (Kamerstuk 36600-X, nr. 78).

DE MINISTER VAN DEFENSIE

Ruben Brekelmans

DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE

Gijs Tuinman

Antwoorden op feitelijke vragen over de Stand van Defensie voorjaar 2025 (Kamerstuk 36600-X, nr. 78)

1. Hoeveel vlieguren maakte de MQ-9 surveillance in Roemenië in 2024?

Het aantal vlieguren dat de MQ-9 is ingezet is geclassificeerd en kan niet worden gedeeld.

2. Kunt u de bijdrage van de ongewapende MQ-9 aan Air-shielding inclusief verdediging nader uitleggen? Is dit in aanvulling op of ter vervanging van wel bewapende assets?

De MQ-9 wordt ingezet voor beeldopbouw aan de oostflank van het NAVO-grondgebied en opereert onder de paraplu van de NAVO-luchtverdediging. Deze beeldopbouw levert een aanvulling op de inzet van bewapende assets.

3. Hoe meet Defensie de effectiviteit van het leveren van hulpgoederen per luchtdropping?

Airdrops zoals uitgevoerd door Nederland in internationaal verband in de periode van februari 2024 tot en met april 2024 zijn een noodgreep om in een dermate schrijnende context in beperkte mate in essentiĂ«le basisbehoeften te voorzien. Gezien de relatief hoge kosten, operationele risico’s en lage volumes zijn airdrops expliciet een laatste redmiddel. Het verruimen en versnellen van landtoegang blijft verreweg de meest effectieve wijze om hulp te leveren aan de bevolking van Gaza op de schaal die onmiddellijk nodig is en dit vormt nog steeds de primaire Nederlandse inzet. Nederland heeft tijdens het uitvoeren van de airdrops zicht gehad op de mate waarin de goederen terecht komen in de daarvoor aangewezen drop zone. Per airdrop kunnen c.a. 49.000 Meals Ready to Eat (MRE’s) worden meegenomen. Bij benadering is dit evenveel als in één vrachtwagen past. In vergelijking met het aantal trucks dat voor de oorlog Gaza binnenkwam en in verhouding tot de humanitaire noodbehoefte van de bevolking van Gaza van ca.2 miljoen inwoners gaat het dus om zeer kleine hoeveelheden. 

4. Wordt bij alle luchthavenbesluiten rekening gehouden met een nachtstraffactor bij het vaststellen van aantal sorties en geluidsoverlast?

Ja, bij de bepaling van de maximaal toelaatbare jaarlijkse geluidbelasting in het Luchthavenbesluit wordt rekening gehouden met het tijdstip waarop sorties worden gevlogen.

5. Is de nachtstraffactor bij een van de Luchthavenbesluiten nog afgezwakt ten behoeve van meer oefenmogelijkheden?

Nee, dat is nu niet mogelijk. De nachtstraffactoren zijn opgenomen in hogere regelgeving (Besluit Militaire Luchthavens) en niet in luchthavenbesluiten.

6. Vallen onder het aantal sorties alleen oefenvluchten, ook operationele vluchten of beide gezamenlijk?

Bij de bepaling van de maximaal toelaatbare jaarlijkse geluidbelasting in het Luchthavenbesluit worden alle vliegbewegingen (zowel oefening als operationeel) in de berekening meegenomen.

7. Telt voor de PESCO-norm slechts de totaalsom van aankopen gedaan via EU-gremia of tellen gezamenlijke aanbestedingen met andere landen ook voor deze norm?

Voor de PESCO-norm wordt gekeken naar gezamenlijke aanschaf met één of meerdere EU-lidstaten. Het is geen verplichting dat daarbij gebruik wordt gemaakt van EU-instrumenten of EU-financiering.

8. In welk beleidsdocument of welke wetgeving is de PESCO-norm vastgelegd?

De PESCO-norm van minimaal 35% gezamenlijke aanschaf in EU-verband is vastgelegd in de Raadsaanbeveling inzake de verdere uitwerking van de PESCO-verbintenissen.1 De norm is gebaseerd op een besluit van de EDA-bestuursraad uit 2007 over gezamenlijke investeringsbenchmarks.

9. Is van het SFIMS elke arbeidsplaats gevuld? Zo niet, kunt u een vullingspercentage geven?

Het bezettingspercentage van de arbeidsplaatsen die behoren tot de Strategische Functies Internationale Militaire Samenwerking (SFIMS) is circa 75%.

10. Hoe wordt het plancijfer uitstroom beroepsmilitairen berekend? Welke factoren worden daarbij berekend of voorspeld naast het leeftijdsontslag?

Het plancijfer uitstroom beroepsmilitairen bestaat uit reguliere en irreguliere uitstroom. Op basis van een analyse van historische gegevens wordt opeenvolgend per planjaar en per planningsfactor (reguliere en irreguliere uitstroom) een percentage berekend en vermenigvuldigd met de geplande gemiddelde jaarsterkte van de relevante doelgroepen.

Deze jaarsterkte volgt uit een planningsscenario gericht op volledige vulling in 2030. Instroom, doorstroom en uitstroom zijn onderling verbonden: afwijkingen in de instroom beĂŻnvloeden ook de uitstroomcijfers. Daarnaast is er samenhang met de instroom en inzet van burgerpersoneel. Het plancijfer is daarmee het resultaat van integrale personeelsplanning, gebaseerd op zowel beleid als data.

11. Hoe definieert Defensie “waar ruimte is voor eigen identiteit” en wanneer is dat bereikt?

‘Ruimte voor eigen identiteit’ gaat over alle manieren waarop we van elkaar verschillen. Defensie wil een krijgsmacht zijn die gelijke kansen biedt, waar iedereen zich thuis voelt en het beste uit zichzelf kan halen, in dienst van het team en de organisatie. Belangrijke uitgangspunten hierbij zijn rechtvaardigheid en gelijkwaardigheid in onze processen en een respectvolle omgang met elkaar.

Er is geen eenduidig antwoord te geven op de vraag hoe we kunnen weten wanneer dit is bereikt. Om wel inzicht te krijgen in de beleving van acceptatie en inclusie onder het Defensiepersoneel laat Defensie periodiek onderzoek uitvoeren.

12. Hoe is het streefcijfer van 30% vrouwen berekend? Waarom is dit geen 20% of geen 40%?

Defensie moet alles op alles zetten om in 2030, of eerder, een goed gevulde organisatie te zijn en dus inzetten op het benutten van arbeidsmarktpotentieel. Het streefcijfer van 30% vrouwen is een ambitieus en bereikbaar doel dat hieraan moet bijdragen. Wetenschappelijk onderzoek laat zien dat 30% representatie een positieve impuls heeft op de kwaliteit en prestaties van organisaties: een kritische massa (van rond de 30%) is het omslagpunt waarop ondervertegenwoordigde groepen - zoals in dit geval vrouwen - met hun ideeën, waarden en gedrag impact hebben op organisatorische besluitvorming. Daarnaast is ook inspiratie gehaald uit (inter)nationale wetten en praktijken rondom vergelijkbare maatregelen.

13. Op welke andere vormen van diversiteit zet Defensie in? Welke programma’s en middelen zijn daarvoor? Kunt u een specifiek overzicht geven?

In de Defensienota 2022 is jaarlijks structureel 1,5 miljoen euro aan budget beschikbaar gesteld voor de uitvoering van deze maatregelen. Daarnaast is er tot en met 2027 1,2 miljoen euro per jaar gereserveerd voor Defensiebrede arbeidsmarktcampagnes waarin het aanspreken van alle groepen en individuen in de Nederlandse samenleving nadrukkelijker de aandacht krijgt. Defensie kan het zich niet permitteren een doelgroep niet actief te benaderen, hindernissen weg te halen en te inspireren. Tot slot is er van 2024 tot en met 2026 in totaal 2,3 miljoen euro gereserveerd voor nieuwe bottom-up ideeën vanuit de organisatie (100.000 euro) en externe inhuur, voor een flexpool met consultants, om sneller voortgang te kunnen boeken in de uitvoering van het beleid (2,2 miljoen).

Defensie werkt met verschillende vormen van diversiteit: gender, cultureel, LHBT+, neurodiversiteit en mensen met een (arbeids)beperking. Het gaat daarbij niet over streefcijfers of verdelingen, zoals de man/vrouw-verdeling, maar juist ook op het voorkomen van vooroordelen en bevorderen van bewustwording. Denk aan objectieve werving- en selectiemethoden ontwikkelen om het effect van (on)bewuste vooroordelen in besluitvorming tegen te gaan Daarnaast worden leidinggevenden opgeleid in het aansturen van bijvoorbeeld collega’s met autisme, hoogbegaafde medewerkers of mensen met ADHD. Ook is er aandacht voor verschillende feest- en gedenkdagen om zo onderling begrip en kennis te vergroten. Defensie wil zo een krijgsmacht zijn die gelijke kansen biedt, waar iedereen zich thuis voelt en het beste uit zichzelf kan halen, in dienst van het team en de organisatie.

14. Wanneer verwacht Defensie dat de Europees geproduceerde Patriots in Nederland beschikbaar zullen zijn voor Defensie?.

De eerste leveringen staan gepland in 2027.


  1. Raadsaanbeveling inzake ‘de volgorde van de nakoming van de verdergaande verbintenissen die in het kader van de permanente gestructureerde samenwerking (PESCO) zijn aangegaan en inzake de nadere precisering van de doelstellingen’ (2018/C 374/01); en de herziene Raadsaanbeveling inzake ‘de volgorde van de nakoming van de verdergaande verbintenissen die in het kader van de permanente gestructureerde samenwerking (PESCO) zijn aangegaan en inzake de nadere precisering van de doelstellingen, en tot intrekking van de aanbeveling van 15 oktober 2018’ (2021/C 464/01).↩