Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden
Jaarverslag en slotwet Deltafonds 2024
Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden
Nummer: 2025D26956, datum: 2025-06-10, bijgewerkt: 2025-06-12 16:31, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: P.C. (Peter) de Groot, voorzitter van de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat (VVD)
- Mede ondertekenaar: M. Schukkink, griffier
Onderdeel van kamerstukdossier 36740 J-7 Jaarverslag en slotwet Deltafonds 2024.
Onderdeel van zaak 2025Z08708:
- Indiener: B. Madlener, minister van Infrastructuur en Waterstaat
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
Onderdeel van zaak 2025Z11755:
- Indiener: S.T.M. Hermans, minister van Infrastructuur en Waterstaat
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2025-05-22 14:14: Aansluitend: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-05-28 15:00: Slotwet Deltafonds 2024 (Inbreng feitelijke vragen), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2025-06-18 09:30: Extra procedurevergadering commissie I&W (groslijst controversieel verklaren) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2025-07-02 10:00: Procedurevergadering IenW (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
Preview document (🔗 origineel)
Bijlage 3 – Beantwoording vragen Slotwet Deltafonds 2024
Vraag en Antwoord | |
---|---|
1 | Vraag: Wat zijn oorzaken waarom de uitwerking van subsidieaanvragen voor de Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP)-waterschapprojecten en het project HWBP-2 Markermeerdijk zijn vertraagd, en valt hier een les uit te trekken? Antwoord: De vertraging van subsidieaanvragen voor de huidige Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP) projecten kent verschillende oorzaken. Vertragingen worden onder meer veroorzaakt door veranderende wet- en regelgeving, te doorlopen planprocedures, maar ook door wijzigingen in de aanpak bij nadere uitwerking van het ontwerp van de dijkversterking. De ervaringen worden binnen het HWBP verzameld en vertaald naar kaders, wanneer het generieke/ terugkerende issues betreft. De kaders (oftewel de geleerde lessen) worden door de daaropvolgende projecten weer meegenomen. In het project Markermeerdijken (HWBP-2) betreft de vertraging met name de afhandeling van wijzigingsdossiers op de verleende subsidie. Dit zijn exogene risico’s die zijn opgetreden, die geen onderdeel uitmaakten van de initieel verleende subsidie en dus basis waren voor een wijziging hierop. |
2 | Vraag: Reflecterend op de resultaten, welke kansen ziet u voor het huidige en aankomende jaar om budgetten ten aanzien van waterveiligheid voor de mitigerende werking om te zetten naar budgetten voor een adaptieve werking? Antwoord: De vraag wordt geïnterpreteerd als een vraag naar kansen om budget voor preventieve maatregelen tegen overstromingen over te hevelen naar andere adaptieve maatregelen. Hierop is het antwoord als volgt. Zoals eerder ook aangegeven in reactie op het rapport van de Algemene Rekenkamer (Kamerstukken 32 698, nr. 87) is dijkbescherming als preventieve maatregel verreweg het meest (kosten)effectief om ons laaggelegen land te beschermen tegen overstromingen. Dat blijft onverminderd belangrijk, ook bij verdergaande klimaatverandering. Het overhevelen van budget is daarom niet passend. |
3 | Vraag: Is bekend wat het lastig maakt om de juiste expertise te werven ten aanzien van cybersecurity en met welke organisaties er geconcurreerd wordt om deze expertise te werven? Antwoord: Ja. De implementatie van de Cyberbeveiligingswet en Wet Weerbaarheid Kritieke Entiteiten leidt tot toename van de vraag naar (cybersecurity) expertise bij bedrijven en overheden. Bedrijven en overheden moeten voldoen aan aanvullende verplichtingen voortkomend uit de wetgeving, waarmee de weerbaarheid wordt verhoogd. IenW ziet dat er meer vraag dan aanbod van deze schaarse kennis en expertise is. |
4 | Vraag: Wordt er gewerkt met een fatale termijn van onderdelen gerelateerd aan de Kaderrichtlijn Water (KRW), gelet op het feit dat er € 43,1 miljoen minder aan verplichtingen is vastgesteld, waarbinnen beslissingen genomen moeten worden en processen doorlopen moeten zijn? Zo nee, zou u dit overwegen, en zo niet, waarom niet? Antwoord: Een langere doorlooptijd van de planfase van projecten maakt dat er minder aan verplichtingen is vastgesteld. De verplichtingen (€ 43,1 miljoen voor de realisatie) worden later aangegaan. De oorzaak voor de langere doorlooptijd van de planfase heeft verschillende redenen, waaronder de benodigde onderzoeken, stikstofberekeningen en afstemming met de omgeving. Er wordt gestuurd op het tijdig realiseren van de KRW-maatregelen (december 2027) om zo aan de KRW-doelen te voldoen. Zoals aan de Kamer gemeld, wordt er daarbij ingezet op versoberen en versnellen (Kamerstukken 27 625, nr. 699). Door onder andere een gebundelde aanbesteding van projecten is het streven om projecten snel na vaststelling in realisatie te brengen. |
5 | Vraag: Loopt de in kleinere jaarlijkse opdrachten gewijzigde opdracht ten behoeve van Innovatieve Monitoring – Non target screening ICBR (Internationale Commissie ter Bescherming van de Rijn) nog conform planning ondanks de wijziging of was de wijziging noodzakelijk omdat men dreigde achter te lopen? Antwoord: Ja, de opdracht loopt conform planning. Het gaat om een meerjarige opdracht waarbij jaarlijks geld uit het Deltafonds beschikbaar wordt gesteld aan Rijkswaterstaat voor deelname aan het Non Target Screening-project van de Internationale Commissie ter Bescherming van de Rijn (ICBR). Dit project loopt van 2024 tot en met 2029. De jaarlijkse verdeling van het budget verandert niets aan de inhoud of planning van de opdracht. De wijziging was dus niet nodig vanwege vertraging, maar is onderdeel van de gekozen manier van financieren. |