[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [šŸ§‘mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [šŸ” uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Geannoteerde agenda Landbouw- en Visserijraad 23 en 24 juni 2025 en tussentijdse aanpassing Verordening Vangstmogelijkheden 2025

Landbouw- en Visserijraad

Brief regering

Nummer: 2025D27356, datum: 2025-06-12, bijgewerkt: 2025-06-17 11:20, versie: 2 (versie 1)

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 21501 32-1710 Landbouw- en Visserijraad.

Onderdeel van zaak 2025Z11975:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (šŸ”— origineel)


21 501-32 Landbouw- en Visserijraad

Nr. 1710 Brief van de minister en staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 juni 2025

Op 23 en 24 juni a.s. vindt de Landbouw- en Visserijraad (hierna: Raad) plaats in Luxemburg. Met deze brief informeren wij de Kamer over de agenda, de Nederlandse inbreng en over de tussentijdse aanpassing van de Verordening Vangstmogelijkheden 2025.

  1. Landbouw- en Visserijraad 23 en 24 juni te Luxemburg

Omdat het de laatste Raad is onder Pools voorzitterschap, bestaat een belangrijk deel van de agenda uit een terugblik op de voortgang die geboekt is in lopende wetgevingstrajecten en de plaatsgevonden activiteiten die zijn geoganiseerd door het Pools voorzitterschap.

Mededeling over duurzame visserij in de Europese Unie: stand van zaken en oriƫntaties voor 2026

De Raad zal van gedachten wisselen over de jaarlijkse mededeling van de Europese Commissie (hierna: Commissie) over het Gemeenschappelijk Visserijbeleid (GVB) en de vangstmogelijkheden 2026. Op het moment van schrijven van deze geannoteerde agenda heeft de Commissie haar mededeling nog niet gedeeld.

Zoals de staatssecretaris eerder met de Tweede Kamer heeft gedeeld, heeft het GVB geleid tot vooruitgang op veel vlakken, maar kent het GVB ook uitdagingen. Het kabinet acht een brede herijking van het GVB nodig, om te bezien of het GVB adequaat is toegerust om de visserijsectoren toekomstperspectief te bieden in een veranderende omgeving. Tijdens de Raad zal Nederland langs deze lijnen interveniƫren. Hierbij zal Nederland, zoals in eerdere Raden is gedaan, aandacht blijven vragen voor de vermindering van administratieve lasten en vereenvoudiging van regelgeving voor de visserijsector (Kamerstuk 21 501-32, nr. 1705 en Kamerstuk 32 201, nr.117).

Vangstmogelijkheden 2026

Nederland zet zich er tijdens de onderhandelingen over de vangstmogelijkheden (Total Allowable Catches, TAC’s) voor in dat deze worden vastgesteld op het niveau dat overeenkomt met de GVB-doelstellingen. Zo wordt onder meer beoogd dat bij bestanden het niveau van maximale duurzame opbrengst (Maximum Sustainable Yield, MSY) wordt bereikt. Waar het mogelijke is wordt ingezet op meerjarige quota om extreme schommelingen in de vaststelling van visquota te voorkomen. Dit is voor zowel het duurzaam beheer van visbestanden als voor de rendabiliteit van de sector op de langere termijn van belang. Tevens zal Nederland het hanteren van de voorzorgsbenadering onderschrijven. Echter, dit betekent niet dat tot automatische reducties voor gegevensarme bestanden moet worden overgegaan. Nederland is van mening dat dit per situatie zorgvuldig moet worden beoordeeld.

Na de publicatie van de wetenschappelijke vangstadviezen van de Internationale Raad voor het Onderzoek van de Zee (International Council for the Exploration of the Sea, ICES) zal ik de Kamer over de onderhandelingsinzet informeren via de reguliere brieven over de Landbouw- en Visserijraad. Deze adviezen zullen de komende maanden verschijnen.

Daarnaast speelt er op het moment een aantal voor Nederland belangrijke ontwikkelingen gerelateerd aan de vangstmogelijkheden, die ik graag in het bijzonder onder de aandacht van de Kamer wil brengen.

In het verslag van de Raad van Buitenlandse zaken van 20 mei 2025 (Kamerstuk 21 501-02, nr. 3159) is de Tweede Kamer geïnformeerd over de eerste top tussen de Europese Unie (EU) en het Verenigd Koninkrijk (VK) in Londen van 19 mei jl. Eén van de uitkomsten van deze top zijn de afspraken tussen de EU en het VK over de verlenging van de toegang voor de Europese vissers tot de Britse wateren. De toegang wordt verlengd tot juni 2038, waarbij de huidige quotaverdeling gehandhaafd blijft. Ik ben erg verheugd met deze uitkomst. De verlenging van 12 jaar biedt lange termijn zekerheid en perspectief voor de Nederlandse vissers.

Voor de gedeelde visbestanden met het VK overlegt de Commissie gedurende het jaar met het VK over technische maatregelen en uitgangspunten in het bestandsbeheer binnen het Gespecialiseerd ComitƩ voor Visserij (SCF) onder de Handels- en Samenwerkingsovereenkomst (HSO). In het SCF wordt nu het huidig beheer van haaien en roggen tegen het licht gehouden en worden er alternatieven verkend om uitvoering te geven aan de afspraak binnen het Written Record met het VK van 2021 ten behoeve van beter bestandbeheer. Ik zal deze ontwikkelingen nauwgezet volgen en zet in op een gewogen afweging tussen bestandbeheer en de mogelijke sociaal-economische gevolgen van alternatieven.

Zoals aangekondigd in het verslag van de Landbouw- en Visserijraad van 9-10 december (Kamerstuk 21 501-32, nr. 1688) heeft de Commissie samen met het VK een verzoek ingediend bij ICES voor een advies voor vangstmogelijkheden ten behoeve van bestandsmonitoring voor de Noordzee horsmakreel. ICES heeft dit verzoek recent afgewezen. De onderbouwing van deze afwijzing zal ik de komende tijd bestuderen en hierover met betrokkenen in overleg gaan.

Handelsgerelateerde landbouwvraagstukken

Dit agendapunt staat met enige regelmaat op de agenda van de Landbouwraad, meest recentelijk op 27 januari jl. (Kamerstuk 21 501-32, nr. 1696). De Commissie zal de Raad informeren over de stand van zaken op het gebied van de internationale handel in landbouwgoederen en over lopende multilaterale onderhandelingen. Daarnaast zal de Commissie een update geven over de stand van zaken van lopende en afgeronde bilaterale onderhandelingen over handelsakkoorden. De Kamer wordt hierover geĆÆnformeerd via de reguliere Voortgangsrapportage Handelsakkoorden, die als bijlage wordt verzonden bij de geannoteerde agenda van de (informele) Raad Buitenlandse Zaken Handel, meest recentelijk in mei jl. (Kamerstuk 21 501-02, nr. 3136, bijlage).

Nederland zal, net als in de Landbouw- en Visserijraad in mei jl., zorgen uiten over de Amerikaanse importheffingen en steun uitspreken voor de inzet van de Commissie om de dialoog met de Verenigde Staten (VS) op te blijven zoeken, met als doel om de Amerikaanse heffingen van tafel te krijgen en tegelijkertijd de EU voor te bereiden op een adequate tegenreactie als de gesprekken niets opleveren. Nederland steunt de inzet van de Commissie om een zaak bij de WTO te starten tegen de VS over de wederkerige tarieven en de tarieven op auto’s. Verder zal Nederland de Commissie oproepen tot voortgang in de onderhandelingen met OekraĆÆne voor verbetering van het wederzijds marktaanbod onder het Deep and Comprehensive Free Trade Area (DCFTA) van het Associatieakkoord. Dit kan zorgen voor een meer permanente vorm van economische steun aan OekraĆÆne en toegang tot elkaars markten. Nederland zet er daarbij op in om OekraĆÆne zo veel mogelijk te steunen, en hecht er tegelijkertijd ook waarde aan dat rekening wordt gehouden met mogelijke marktverstoringen op het gebied van landbouw. Verder vindt Nederland het van belang dat ingezet wordt op het verder overnemen en implementeren van EU-productiestandaarden door OekraĆÆne, zoals al is afgesproken onder het Associatieakkoord voor de Europese sanitaire-, fytosanitaire- en dierenwelzijnsregelgeving.ā€

Omnibus voor de Landbouw

Op 14 mei 2025 heeft de Commissie een voorstel gepubliceerd ter vereenvoudiging van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB), het zogenaamde Omnibus III-voorstel. Het voorstel vloeit voort uit een van de horizontale prioriteiten van de Commissie om de administratieve lasten- en regeldruk voor bedrijven te verminderen. Deze prioriteit deelt Nederland met de Commissie. Het voorstel is aangekondigd in de Visie voor Landbouw en Voedsel die de Commissie op 19 februari jl. heeft gepresenteerd. Het pakket van maatregelen dat nu is gepresenteerd heeft als doel om de uitvoering van het GLB in de periode 2023-2027 te verbeteren door lidstaten meer flexibiliteit te geven en de administratieve lasten voor landbouwers te verminderen. De Tweede Kamer heeft een behandelvoorbehoud gemaakt bij het voorstel. De Kamer heeft begin juni de appreciatie van het kabinet in de vorm van een BNC-fiche ontvangen (Kamerstuk 36 749, nr. 2).

Verordening over de bescherming van dieren tijdens het vervoer en daarmee samenhangende activiteiten.

Het Pools voorzitterschap zal een voortgangsrapportage presenteren over de behandeling van het voorstel voor de herziening van de transportverordening. Onder het Pools voorzitterschap is in de Raadswerkgroepen het voorstel inhoudelijk besproken. Tijdens deze bijeenkomsten zijn veel technische onderdelen aan bod gekomen, waaronder vergunningverlening, maximum transporttijden en de temperatuurgrenzen tijdens transport. Een ruime meerderheid van de lidstaten vindt het voorstel van het Commissie te ver gaan, en pleit voor minder vergaande regels. Slechts een beperkt aantal lidstaten, waaronder Nederland, steunt ambitieuzere transportregels.

Nederland zet zich in voor betere transportomstandigheden voor dieren, conform het Hoofdlijnenakkoord. Met deze inzet behoort Nederland tot een minderheid in de Raad.

In juli neemt Denemarken het voorzitterschap van Polen over en zet de behandeling van het transportvoorstel voort. Zoals eerder aangegeven zal de uiteindelijke tekst het resultaat zijn van onderhandelingen tussen de lidstaten en de Commissie. Nederland blijft zich daarbij inzetten voor een resultaat in lijn met het BNC-fiche (Kamerstuk 22 112, nr. 3861). Deze ambitie kan echter niet rekenen op een meerderheid.

Regeling over de productie en de handel van plantaardig teeltmateriaal.

Het Pools voorzitterschap zal een voortgangsrapportage presenteren over het voorstel voor een verordening over plantaardig uitgangsmateriaal (PRM).

Onder het Pools voorzitterschap is goede voortgang geboekt op onderdelen van het PRM-voorstel. In de Raadswerkgroepen zijn nog een aantal voor Nederland zeer belangrijke discussies gaande over onder andere: early marketing (vermarkten van rassen waarvan het proces van rassenregistratie nog niet is afgerond), de toepassing van de Official Controls Regulation (OCR) en vergunningverlening. Nederland blijft de komende tijd onder andere inzetten op behoud van ruimte voor early marketing, vanwege het belang voor innovatie en verduurzaming in de groentezadensector. Daarnaast pleiten we voor het voorkomen van onnodige administratieve lasten door de voorgestelde toepassing van de OCR. Het Deens voorzitterschap zal de verdere behandeling van het voorstel overnemen.

Verordening over een bosmonitoring voor weerbare Europese bossen

Op 22 november 2023 heeft de Commissie een voorstel uitgebracht voor een verordening over een monitoringssysteem voor de Europese bossen. De Commissie signaleerde dat bestaande gegevens over bossen gefragmenteerd, onvolledig, en vaak niet tijdig beschikbaar zijn, met name op het vlak van biodiversiteit en het mitigeren van risico’s zoals branden, ziekten en plagen. Het Pools voorzitterschap zet in op het bereiken van een Algemene OriĆ«ntatie op de Raad.

In het BNC-fiche heeft het kabinet het voorstel verwelkomd omdat het de potentie heeft om effectiever en efficiƫnter bossen te monitoren en gegevens in te zetten voor nationale en grensoverschrijdende doelen. Tegelijkertijd heeft het kabinet zich constructief en flexibel opgesteld om tegemoet te komen aan de zorgen van meer bosrijke lidstaten. Nederland heeft zich ingezet om meerdere wenselijk geachte onderdelen in het wetsvoorstel te behouden. Zo streeft het kabinet bijvoorbeeld naar het behoud van het gebruik van aarde-observatie- en remote sensing-technologieƫn, om bosdata op een kostenefficiƫnte manier te kunnen verzamelen. Ook heeft het kabinet gepleit voor het behoud van het koppelen van remote sensing-data aan veldmetingen, met tot doel de kwaliteit en betrouwbaarheid van remote sensing-data te verhogen. Tot slot zet het kabinet zich ervoor in dat met deze verordening nieuwe kennis wordt opgebouwd, en dat daartoe indicatoren over de diverse functionaliteiten van bos worden opgenomen, en dat bestaande kennis tussen lidstaten wordt geharmoniseerd.

Er lijkt een ruime gekwalificeerde meerderheid te bestaan voor de compromistekst van het Pools voorzitterschap. De compromistekst van het Pools voorzitterschap is een flinke afzwakking van het originele voorstel vanuit de Commissie. In het huidige compromisvoorstel van het Pools voorzitterschap is er op uitdrukkelijk verzoek van een grote groep lidstaten, veelal met een sterke bosbouwtraditie, de remote sensing paragraaf verwijderd en het delen van data sterk geminimaliseerd. Hoewel de voorliggende compromistekst niet in lijn is met de Nederlandse inzet, blijft het kabinet het belangrijk vinden om tegemoet te komen aan de zorgen en prioriteiten van andere – meer bosrijke – lidstaten. In het licht van het bereiken van een werkbaar compromis en de verwachte ruime gekwalificeerde meerderheid, zal het kabinet zich daarom constructief opstellen ten aanzien van de voorliggende compromistekst teneinde het bereiken van een Algemene Orientatie.

Diversenpunt Nederland: Speciaal verslag van de Europese Rekenkamer ā€œEtikettering van levensmiddelen in de Europese Unieā€

Nederland is voornemens om tijdens de Raad een diversenpunt te agenderen over het speciale verslag van de Europese Rekenkamer ’Voedseletikettering in de EU - Consumenten kunnen verdwalen in het labyrint van etiketten’. Etiketten bieden consumenten informatie over de inhoud en kenmerken van hun voedsel en helpen hen om weloverwogen aankoopbeslissingen te maken. Uit het rapport van de Europese Rekenkamer blijkt dat er lacunes zijn in het Europese rechtskader met betrekking tot voedseletikettering, monitoring, rapportage, controlesystemen en sancties. Hierdoor worden consumenten geconfronteerd met etiketten die verwarrend of misleidend kunnen zijn.

Ā 

Een snelle implementatie van de aanbevelingen uit het rapport is volgens Nederland van belang om de voedseletikettering in de EU te verbeteren. Specifiek roept Nederland met het diversenpunt op tot: 1) het evalueren van ā€˜on hold’ botanische gezondheidsclaims; 2) het ontwikkelen van voedingsprofielen voor voedings- en gezondheidsclaims, om te voorkomen dat claims worden toegepast op producten die te veel vet, suiker en/of zout bevatten; 3) het implementeren van geharmoniseerde Europese wetgeving over allergenenetikettering uit voorzorg (dit is de regelgeving rondom de zin ā€˜kan sporen bevatten van … ā€˜).

Diversenpunt: Verordening nieuwe genomische technieken

Het Pools voorzitterschap zal een voortgangsrapportage presenteren over wat er onder het voorzitterschap is bereikt rondom het voorstel van de Commissie voor een nieuwe verordening voor het gebruik van Nieuwe Genomische Technieken (NGTs) in de plantveredeling. Tijdens dit voorzitterschap is een akkoord bereikt in de Raad van de EU over een algemene oriëntatie. Over dit akkoord is in april de Kamer geïnformeerd (Kamerstuk 27428, nr. 409). Met dit akkoord kon de triloog tussen de Commissie, het Europees Parlement en de Raad beginnen. Deze triloog loopt nu, maar zal niet onder het Pools voorzitterschap worden afgerond. Vandaar dat het Pools voorzitterschap onder dit punt de voortgang presenteert, waarna het Deens voorzitterschap de rol van onderhandelaar voor de Raad zal overnemen in de triloog. Nederland zal bij dit punt reageren dat het blij is met het behaalde resultaat onder het Pools voorzitterschap en dat het uitkijkt naar een goed en gedegen akkoord uit de triloog.

Diversenpunt: Conferentie over de huidige uitdagingen in de bosbouw (Warschau, 29-30 mei 2025)

Het Pools voorzitterschap zal de Raad informeren over de door Polen georganiseerde conferentie met het thema ā€œWetenschap en innovatie voor veerkrachtige bossenā€. Nederland zal dit diversenpunt aanhoren.

Diversenpunt: Verordening tot wijziging van de Gemeenschappelijke Marktordening – stand van zaken

Het Pools voorzitterschap zal rapporteren over de stand van zaken inzake de wijzigingsvoorstellen van de Verordening Gemeenschappelijke Marktordening ter versterking van de positie van de boer in de keten (Kamerstuk 22 112, nr. 3996). Er is inmiddels een Raadspositie aangenomen, waarbij wijzigingen zijn doorgevoerd op een aantal essentiƫle onderdelen van het voorstel. Zo krijgen lidstaten (nationaal) de mogelijkheid uitzonderingen te maken op de verplichting tot schriftelijke contracten voor bepaalde landbouwsectoren. Ook is het bemiddelingsmechanisme om boeren te ondersteunen bij het komen tot schriftelijke contracten omgezet in een vrijwillige maatregel en is de uitzondering van mededingingsregels voor niet-erkende producentenorganisaties (zoals coƶperaties) eveneens vervallen. Dit geeft minder (juridische) zekerheid in prijsonderhandelingen door boerenverenigingen, coƶperaties of producentenorganisaties die niet officieel erkend zijn.

Nederland is van oordeel dat hiermee het oorspronkelijke doel van de wijzigingsverordening om de positie van de boer te versterken flink is afgezwakt. Daarnaast ondermijnen de mogelijke uitzonderingen voor lidstaten op schriftelijke contracten in bepaalde landbouwsectoren het gelijke speelveld en de interne markt in de EU. Om deze reden heeft Nederland zich tegen de Raadspositie uitgesproken. Na vaststelling van de positie in het Europees Parlement, zal binnenkort het voorstel in triloog worden besproken.

Diversenpunt: Verordening grensoverschrijdende handhaving van oneerlijke handelspraktijken (OHP)

Het Pools voorzitterschap zal verslag doen van de stand van zaken omtrent de Verordening voor grensoverschrijdend toezicht op oneerlijke handelspraktijken. Het doel van de verordening is het bieden van een juridische grondslag voor onderlinge samenwerking en gegevensuitwisseling tussen handhavende autoriteiten van verschillende lidstaten. Onder Pools voorzitterschap is een Raadspositie aangenomen, waarbij enige aanpassingenĀ in het voorstel zijn gedaan die op meer detailniveau ingaan op de samenwerkingsafspraken tussen de handhavende autoriteiten, bijvoorbeeld rondom kostenverdeling, sanctiemogelijkheden en privacy. Nederland staat achter deze positie en de doelen van de Verordening om oneerlijkeĀ  handelspraktijken tegen te gaan tussen producenten en afnemers die zich in verschillende lidstaten bevinden. Wanneer ook het Europees Parlement binnenkort zijn positie heeft vastgesteld, zal het voorstel in triloog worden afgerond.

Diversenpunt: Congres over plattelandsvernieuwing en ontwikkeling (Poznań, 8-10 mei 2025)

Op 8, 9 en 10 mei vond in Poznan, Polen, een conferentie over plattelandsontwikkeling plaats. Tijdens de conferentie stond de vitaliteit van dorpen, het benutten van grassroots initiatieven (zoals LEADER) en lokale krachten en de rol die gemeenschappen hebben in tijden van onzekerheden en mondiale dreigingen centraal. De conferentie droeg, in lijn met de Long Term Vision For Rural Areas, bij aan het bouwen van sterke, verbonden, weerbare en welvarende plattelandsgebieden. Vanuit het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur was de inzet om het netwerk en inzicht op dit onderwerp te vergroten en het gesprek aan te gaan met de Commissie en andere lidstaten over (Europese) beleidsinzet op plattelandsontwikkeling. Nederland zal dit punt aanhoren.

Diversenpunt: 57e conferentie van de directeuren van EU-betaalorganen (Warschau, 6-7 mei 2025)

Begin mei vond de Conferentie voor directeuren van betaalorganen in Warschau plaats. De conferentie was van belang voor periodieke uitwisseling tussen partijen die verantwoordelijk zijn voor het beheer en de controle van de uitgaven, en in brede zin de uitvoering van het GLB. Daarbij nemen betaalorganen een cruciale rol in. Zij staan in hun uitvoeringsfunctie in rechtstreeks contact met de boer en andere begunstigden, alsook met beleid. Het standpunt van Nederland is dat betaalorganen dan ook tijdig betrokken moeten worden bij de discussies over de vereenvoudiging van het huidige GLB ten behoeve van een goede uitvoering. Nederland zal dit punt aanhoren.

Diversenpunt: High-level conferentie BIOEAST / SCAR High-level conferentie over onderzoek en innovatie (Warschau, 11-12 juni 2025)

Het Pools voorzitterschap zal hier verslag doen van de SCAR (Standing Committee on Agricultural Research) plenaire bijeenkomst van 10 juni jl. en de High level bijeenkomst van 11 en 12 juni jl., beiden in Warschau. Nederland zal dit punt aanhoren.

Tijdens de SCAR plenaire bijeenkomst op 10 juni jl. was er aandacht voor de Europese Visie voor Landbouw en Voedsel en wat dit betekent voor de prioriteiten van het permanent comitƩ voor landbouwkundig onderzoek (SCAR). Verder stond de opvolging van de BIOEAST-conferentie in Hongarije op de agenda, met aandacht voor de kennishiaten, de noden en het potentieel van Midden- en Oost Europa. Ook werd de voortgang van de nieuwe SCAR foresight studie besproken, waarin belangrijke trends en strategische keuzes voor de toekomst worden beschreven.

De agenda van de High Level group van 11 en 12 juni is op het moment van schrijven nog niet definitief. Verwachte onderwerpen zijn onder andere de Competiveness Compass en de Visie voor Landbouw en Voedsel en het vervolg op de BIOEAST-bijeenkomst in Hongarije.

Diversenpunt: Conferentie over duurzaam beheer van de populatie van beschermde dieren die verliezen veroorzaken in de landbouw (Brussel, 15 mei 2025)

Het Pools voorzitterschap zal een terugkoppeling geven van de bijeenkomst van 15 mei jl. over duurzaam beheer van beschermde dieren die schade toebrengen aan landbouw. Deze conferentie ging voornamelijk over de wolf. Nederland zal als dichtstbevolkte lidstaat wederom aandacht vragen voor de problemen die met de wolf in Nederland spelen en om maatwerk verzoeken.

Diversenpunten: Invoering digitaal vangstcertificaat (IT CATCH) en implementatie visserij controleverordening

De Commissie heeft twee diversenpunten geagendeerd op het gebied van visserijcontrole, namelijk over de invoering van het digitaal vangstcertificaat (IT CATCH) en de implementatie van de visserij controleverordening. De onderliggende stukken zijn op het moment van schrijven niet beschikbaar.

Het digitale vangstcertificaat zal per 10 januari 2026 verplicht worden. De implementatie hiervan in Nederland ligt momenteel op schema. Over de laatste stand van zaken rondom de implementatie van de visserij controleverordening en de verdere uitwerking van de regelgeving heb ik de Tweede Kamer recent geĆÆnformeerd (Kamerstuk 21501-32, nr. 1706). De staatssecretaris zet zich hierbij in voor proportionele, uitvoerbare en handhaafbare controlemaatregelen die aansluiten bij de Nederlandse situatie.

De Tweede Kamer is in het verslag van de Landbouw- en Visserijraad van 9-10 december jl. (Kamerstuk 21 501-32, nr. 1688) geĆÆnformeerd over de moeizame verhoudingen met Noorwegen wat betreft de visserijmogelijkheden in Noorse wateren, de sluiting voor visserij op Atlanto-Scandian haring (ASH) en de High Level Dialogue in dat verband. Aangezien er op dit punt nog geen verbeteringen zijn te melden, verken ik de mogelijkheid om samen met andere lidstaten onder een diversenpunt de Commissaris te vragen naar verdere mogelijkheden ter zake.

II. Tussentijdse aanpassing Verordening Vangstmogelijkheden 2025

Hoewel de tussentijdse aanpassing van de Verordening Vangstmogelijkheden 2025 niet geagendeerd staat voor de Landbouw- en Visserijraad van juni 2025, maken wij van deze gelegenheid gebruik om deKamer te informeren over het Commissievoorstel voor een aanpassing van de Verordening Vangstmogelijkheden 2025.

Sprot Noordzee, Skagerrak en Kattegat, sprot Kanaal

De vangstmogelijkheden voor sprot in het Kanaal (in bilateraal verband met het Verenigd Koninkrijk) alsook sprot in de Noordzee, Skagerrak en Kattegat (in trilateraal verband met het Verenigd Koninkrijk en Noorwegen) worden halverwege het jaar vastgesteld en zijn van kracht voor de periode van 1 juli 2025 tot en met 30 juni 2026. Inmiddels zijn zowel de bilaterale als de trilaterale onderhandelingen afgerond en zijn de partijen overeengekomen de Total Allowable Catch (TACs) vast te stellen in lijn met het ICES-advies voor deze bestanden. De Commissie zal dan ook voorstellen om vóór 1 juli a.s. de Verordening Vangstmogelijkheden 2025 aan te passen om deze in lijn te brengen met de overeengekomen vangstmogelijkheden voor sprot. Nederland steunt deze aanpassing.

NAFO kabeljauw

De Commissie zal ook een voorstel doen voor kabeljauw in NAFO-gebied 2J3KL voor de periode 1 juli 2025 tot 30 juni 2026. Dit volgt uit besluitvorming in de Northwest Atlantic Fisheries Organisation, nadat Canada het vangstadvies voor kabeljauw later deze maand publiceert. Vorig jaar is in de Landbouw- en Visserijraad van december voor dit bestand, dat nagenoeg vier decennia gesloten was, weer een TAC bepaald voor ook de Europese vissers. Dit liep van 1 januari 2025 tot 30 juni 2025. Nederland heeft geen aandeel in dit bestand.

Aal

De Commissie heeft eveneens in de tussentijdse wijziging op verzoek van de regionale groep voor de Oostzee (Baltfish) het voorstel gedaan om een aanvullende uitzondering op te nemen in het artikel waarin de gesloten periode voor de aalvisserij in zee- en kustwateren wordt geregeld. Die uitzondering zal het mogelijk maken om in de gesloten periode voor de aalvisserij, schieraal te vangen in wateren van de EU stroomopwaarts van brakke wateren buiten de EU om die daarna in mariene wateren van de EU uit te zetten. Hierna kunnen de schieralen hun reis naar de paaigronden voortzetten. Hiermee wordt voorkomen dat Rusland de uittrekkende schieraal opvist, wanneer deze de Russische wateren passeert. Dit is alleen van belang voor lidstaten aan de buitengrenzen van de EU en dus niet voor Nederland. Nederland kan dit voorstel steunen.

Overige bestanden

Naast de sprotbestanden zal de Commissie voorstellen doen voor de vangstmogelijkheden voor andere seizoensgebonden visserijen, namelijk Iberische ansjovis, Noordelijke garnaal (in Noordzee en Skagerrak-Kattegat) en rode zeebrasem in de Azoren. Deze voorstellen zullen volgen na publicatie van de vangstadviezen later in juni. Nederland heeft geen aandeel in deze bestanden.

Tot slot zijn er op basis van recente wetenschappelijke bevindingen visserij-technische aanpassingen doorgevoerd ten aanzien van ICCAT (tonijn Atlantische oceaan) en NPFC (pelagische visserij noordelijke Stille oceaan). Er wordt in deze organisaties niet onder Nederlandse vlag gevist. Nederland steunt deze aanpassingen.

De minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur,

F.M. Wiersma

De staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur,

J.F. Rummenie